bliceerd, dan wy in dit verslag kunnen doen. Op het verzoek van mej. L. C. Spruitenburg, onderw^zeres op de school aan den Ryndyk, ©sa haar, daar ztf zich met 1 Mei metterwoon U 's-Gravenhage vestigt, met ingang van 30 April eervol ontslag te verfeenen, werd gunstig beechikt Besloten werd B. en Ws. te machtigen een oproeping te doen op dezelfde voorwaarden, waaronder mej. S. werkzaam is, en hun een blanco crediet te verleenen voor eventneele proeflessen. Daar verder niemand der leden iets In het belang der gemeente in het midden had te brengen, werd de openbare vergadering ge sloten. Uit de „Staatscourant". t»aQoemd Tot heemraad van het waterschap de Zoidhollandsche polder onder Dussen, £L Ver hoeven Gz.tot dijkgraaf van de Vijfheerenlanden, W. N. J. Van Slype; tot hoogheemraad van het hoogheemraadschap de Alblasserwaard met Arkel beoedeo de Zouwe, H. Boa Az., beiden gelegen in Enid- Holland. Met ingang van 1 Mei a. s., bevorderd tot com mies der posterijen 2de kl. J. Besseling, A. H. M. P# Bruyn en J. C. Bondam, allen thans commies der posteryen 3de kl tot commies der posterijen iwe ld.: jhr. G. K. Van den Santhenvel en J. G. De Fouvr, beiden thans commies der posterijen 4de klasse. Met ingang van 1 April a. s. benoemd tot klerk ter directie van de Rijkspostspaarbank J. P. Veld, J. P. Switzar en mejuffrouwen J. M. B. H. Mahie, H. E. Van Twisk, M. J. L Groen, en S. H. W. Westenberg, allen thans tijdelijke beambten aan die instelling. De Oost-Indische ambtenaar met verlof J. A. Kerkhoven, laatstelijk ingenieur 2de kl. bij den aanleg van Staatsspoorwegen op Java, op zijn ver zoek, wegens physteke ongeschiktheid, met ingang van 1 April a. s., eervol uit 's lands dienst ont slagen, met toekenning van pensioen. De Oost-Indische ambtenaar met verlof L. Fran ken, laatstelyk onderwijzer der 1ste klasse brj het openbaar lager onderwijs voor Europeanen en mot }ez«Q geliikgesteljlen in Eederlandsch-Indiö, op rijn verzoek, met ingang van 1 April a. s., eervol ut 's lands dienst ontslagen, met toekenning van pensioen. De met verlof hier te lande aanwezige officier ran gezondheid 1ste kl. van het leger in Neder- laDdsch-lndië J. Van der Wal, terzake vanlichaams- gebreken, met ingang van 1 Juni a. s. eervol uit oen militairen dienst ontslagen met toekenning van pensioen. De met verlof in Europa aanwezige officier van gezondheid 1ste klasse van het leger in Nederlandsch todiS G. W. A. Beyfuss ter zake van lichaams gebreken, met ingang op 1 Juni a. s., eervol uit den ouiiiairen dienst ontslagen, met toekenning van pennoen. Uit een rapport van den commandant van Hr. Ma schoener .Bonaire", belast met het politie toezicht op de visscherij in de Noordzee, van 27 Febr. tot 6 Maart jl., blijkt, dat geneeskundige hulp werd verleend aan G. Y. 555. Overigens wordt in dit rap port geen melding gemaakt van klachten of over redingen. De gewone audiëntie van den minister van koloniën zal op Vrijdag 26 dezer niet plaats hebben. De minister van binnenlaDdsche zaken heeft de benoeming van dr. C. N. Van de Poll, te Amster dam, tot plaatsvervangend lid der commissie, in 18ü7 te Amsterdam belast met het afnemen der examens van vroedvrouw, wegens diens vertrek naar het buitenland, ingetrokken, en tot plaats vervangend lid der commissie benoemd M. A. Mondes de Leon, arts aldaar. De lezing Tan Mejuffrouw Jungius. (Een woord over de voorgenomen Nationale Tentoonstelling van Vrouwenarbeid.) Met gloed, met verve, met entrain heeft mejuffrouw Marie Jungius hare uiterst belang rijke rede gesproken voor een aandachtig luisterend publiek. Uit den aard der zaak is het moeilijk een volledig verslag te geven; daarom zullen wy dan ook, liever dan de rede uit haar verband te rukken door een onvolledig verslag, hier een paar citaten laten volgen. Het meest rationeels achtte mejuffrouw Jungius het, uit te gaan van art. 3 der sta tuten, luidende: „De Vereeniging stelt zich ten doel de uitbreiding van den werkkring der vrouw te bevorderen." 0De tijden hebben uit, dat men met voor- bijeen van ieders kenmerkenden aanleg, alls Individuen naar hetzelfde model wilde knip pen en niemand zal ons veeleischend kunnen noemen, als wy vr^en groei en ontvouwing van alle krachten vragen, ook voor de vrouw, wier vormiDg ook thüns nog al te zeer be- 6noeid en gebrekkig wordt gelaten. Dat we in dit opzicht al eenigen vooruitgang zagen, kunnen wij dankbaar toestemmen; maar wat nu nog zeldzame en gunstige uitzondering is, moet algemeenheid worden. Noolig is, een volslagen uitbreiding van den werkkring der vrouw, zonder vrees, en m6t volle vertrouwen op de natuur, wier werk wjj heusch, met onze gebrekkige handen, niet behoeven te verbeteren. Die uitbreiding is noo- dig voor den volbloei der menschheid." Sn verder: „Wil men, met een plan als dat der Ten toonstelling, dat het geheele land omvat, en dat ons in financ-iëele betrekking brengt'met tal van particulieren en vereenigingen, onge stoord werken, dan dient men in rechten te kannen optreden, en daarvoor alleen is reeds een stel statuten met een vereeniging noodig. Doch nog afgezien daarvan, dan is de Ten toonstelling nog niet er eens een nieuwe ver eeniging, naast de vele reeds bestaande; maar se wil eenvoudig zijn een hechtsel te midden van dezeeen vastheid, een kernpunt, waar omheen der vrouwen arbeid en denken, dat nu In massa, chaotisch door het land verspreid ligt, zkh zal kunnen concentreeren en duidelijk waarneembaren vorm zal kunnen aannemen. Tot concentratie is echter noodig beweging, en voor beweging energie, en die energie zal komen van den arbeid, dien wij allen verrich ten rullen en die voor een klein deel reeds verricht is, onder den drang van deninnigen wensch om ons doel te treffen: uitbreiding van den werkkriDg der vrouw. Is daartoe de daad dier Tentoonstelling gewenacht? M. i. zeer zekert Goe zal uitbreiding erlangen een kring, dien men niet kent? Want de werkkring der vrouw, haar vele en velerlei arbeid en zorg en zelfstandige energie, die haar nu al recht geven op een volkomen eerbiediging van eene zichzelf gekozen ont wikkeling, zonder speciale voorschriften van de groote „men"; de werkkring der vrouw, ook en vooral in economiscben zin, wordt nog niet voldoende gekend; anders zou men niet bleven voortgaan met nog dagelijks op allerlei wys die eigenaardige geringschatting voor haar aan den dag te leggen, die nog stamt uit een oertijd, waarin geweld het eenige was, wat ontzag wekte. Mag ik hier even, ter voorkoming van misverstand, tusschenvoegen, dat ik met „men" natuur lijk bedoel „mannen en vrouwen" beiden? Dit woord is niet gericht tegen den man of tegen de vrouw in het bijzonder; beiden z\jn ze, zooals ze zijn, een even noodwendig uit vloeisel van den historischen gang der dingen. Dit woord betreft uitsluitend en alleen de nu-zjjDde, economische toestanden en geen personen dis zoodanig. Nog eens dus: men gelooft niet in de vrouw, als zelf werkend individu, men is daaraan nog niet gewend, men k&n nog niet begrijpen, dat ook «y in de eerste plaats mensch is. Mejuffrouw Jungius tesloot aldus: „De Tentoonstelling zal doen zegevieren de waarheid, dat arbeid ook der vrouw een kroon is, of liever de hoofdvoorwaarde, om naar ziel en lichaam gezond, dat is mooi te zijn; de onmisbare sfeer, waarin onze persoonlijk heid naar eisch van haar aanleg kan bloeien. En die triomf komt, kis hij komen mag, noodzakelijk allen standen ten goede; want de openbare meening, die evenals ze vroeger onder het gekletter der wapenen ontstond, nu onder den klank der goudstukken wordt geboren en daaraan dua gelijkluidend klinkt, zal gunstig veranderen, wanneer ook de vrouw er in mee te zeggen krijgt, doordat ook zij dien klank kan te voorschijn roepen; tot dat alleDgs meer en meer die openbare mee ning zal sameozingen met de stem der ge rechtigheid en der liefde alléén. Dit laatste kan echter niet gebenren, voor dat ieder, ie ïereen, materieel, dat is in de noodig8te levensbehoeften, onafhankelijk zy van eeoig ander; iedereen, de vrouw dus ook. En daarom wil onze tentoonstelling zijn een fiksche stoot voor de verruiming van het in alle opzichten benepen leven van de helfc der menschheid, die eerst tot volle vrijheid moet komen, wil de menschheid in haar ge heel haar verderen bloei voltooien. De verschillende factoren van dien blcei komen op verschillende tijden tot rijpheid, en het is de tijd van de algeheele ontplooiing der vrouwelijke individualiteit. En wie, met somberen blik naar het ver leden gekeerd, zucbt, dat de aarde en de menschheid leelijk wordt en haar ondergang nabij is, die kent niet de bewegingen van den groei der menscbheid; die ziet niet, dat schut blad na schutblad wegvalt, Qm eindelijk de kroon in haar volheid te doen aanschouwen; die dénkt misschien alleen aan den blader tooi en weet niet, dat er nog een bloem en een vrucht moet volgen. Neen de toekomst zal schoon, zal heer lijk z\Jn; ze bereidt zich tot haar wording, want ze breekt baar laatste windselen, die zjjn de inbinding der vrouw en de druk der armen en geringen. En dan pas zal de menscbheid langzamer hand kunnen worden tot dat lichtende beeld, dat de grootste zieners van ons geslacht, zelfs in de donkerste dagen, hebben zien blinken boven de tijden. Dat onze tentoonstelling mede deze toe komst nader brenge, door de windselen te verbreken die den bloei der vrouw ombinden en dat allen, allen daartoe samenwerken 1" Gremengfd Nieuws. Opgave van het vervoer en de opbrengst van den Rjjnlandschen Stoomtram weg gedurende de maand Jan 1897reizigers aantal 23,041; opbrengst 3088.47s; goederen en diversen ƒ600.35. Totaal 3688.82s. Per dagkilometer bedraagt dit f 13.22. Eergisteren werd aan het post kantoor te Amsterdam ter betaling aange boden een postwissel, groot 5, uit Leiden afgezonden. De juffrouw aan het loket, die het juist erg druk had, betaalde het bedrag uit. Later bleek, dat de wissel valsch was en de stempels met een afgebranden lucifer waren nagebootst. Dadelijk werd bij de politie aan de Pietershal aangifte gedaan. Een streng onderzoek werd iDgesteld en het gelukte gisteren den afzender van den postwissel, zekeren Bogaars, alias Hermens, te arresteeren. Hij had uit Leiden den wissel aan zichzelf te Amsterdam gezonden, zonder natuurlijk te Leiden het bedrag te hebben gestort. De rechtbank te 's-Gravenhage veroorJeelde heden: de vrouw, die zich in een winkel aan den Zwarteweg aldaar schuldig maakte aan diefstal van geld uit de toon banklade, tot 6 maanden gevangenisstraf; den arbeider uit Wamel, die te Zwammerdam een kleedingstuk ontvreemdde, tot 2 maanden. Het Openbaar Ministerie eischte: voor een Haagschen koopman, beklaagd van diefstal van een handwagen ten nadeele van iemand te Zegwaard, 3 maanden. Te Scheveningen is gistermiddag een bomschuit (van den reeder J. J. De Niet), schipper Teunis Lagas, by het landen op een der hoofden geloopen en daardoor zwaar beschadigd en lek geworden, Met *no£>;tn r dé bom op den wal gebrachf Het lijk van een sinds zes weken te Amsterdam vermiste vrouw, wonende in de Nieuwe Amsteletraat, welke vrouw aan verstandsverbijstering leed, is uit den Amstel by de Blauwbrug opgehaald. Te Amsterdam werd gisternacht aan een agent aan de Ltjnbaansgracht mede gedeeld, dat even te voren in de Rozenstraat nab(j de Lijnbaansgracht een vechtpartij had plaats gehad. De agent vond in de Rozenstraat voor een perceel aldaar op het verhoogde voetpad een onbekend man liggen, die oogen- schijnljjk dood was. Per raderbaar naar het Binnen-Gra6thuis vervoerd, werd aldaar de dood geconstateerd. Het lijk is door de familie herkend als te zjjn dat van den bakker Smier aan de Lijnbaansgracht, die even te voren zijne woning had verlaten, om aan het werk te gaan. Omtrent dit geheimzinnig geval is tot dus ver geen verder licht opgegaan. De commis saris van politie aan het Leidscheplein, de beer Dusser de Barenne, heeft gisteren den geheelen dag aan de Lauriergracht verschil lende personen gehoord, die wellicht omtrent den dood van den bakker Smier inlichtingen zouden kunnen geven, doch tot dusverre zon der ©enig resultaat. "Wel is gebleken, dat de vechtpartij, die in de Rozenstraat plaats had, van weinig betee- kenis is geweest, want niemand in de buurt heeft er iets van gehoord, en verder, dat Smier den laatst^n tyd niet erg wel was. De gerechtelijke lijkschouwing zal misschien uitmaken of de dood aan geweldpleging is toe te schrijven dan wel het gevolg is geweest van een beroerte of andere natuurlijke oorzaak. Inmiddels zet de commissaris zijn verhooren voort. Een hevige brand woedde gister- middag te Amsterdam op den Zeeburgerdyk. Jan Mooiweer, een werkman, zat met zijn familie ongeveer balftwee te eten, toen bij plotseling door de buren werd gewaarschuwd, dat z(Jn schuur, waar geperst hooi in bewaard wordt, in brand stond. Hy vloog naar buiten en zag hoe het twintig meter lange gebouw in lichterlaaie stond. De braDdweer was spoe dig gealarmeerd en als naar gewoonte even spoedig ter plaatse, maar door de hevige windvlagen, die door de vlammen gierden, was het daaraangrenzend huis van Jan Pan- horst en Klaa3 Yan Dyk inmiddels ook reeds aan het branden geraakt. Drie kwartier nadat de brand was uitgebroken, stond reeds van de schuur geen paal meer overeind en was de woning van bovengenoemde twee in een gloeienden puinhoop veranderd, waar de razende storm de vlammen uit opjoeg. Niet tegenstaande het krachtig optreden van de brandweer, die met een handspuit eu drie stoomspuiten het vuur trachtte te bedwingen, raakte de herberg van Jan Zopfi ook aan het branden. De koeien, en een tweetal paardeo, die zich in de schuur bevonden, werden eerst het land ingedreven en naderhand onder dak ge bracht. De inboedel van Van Dijk en Zopfi was verzekerd, die van Mooiweer en Panhorst niet. De menschen zaten by eenige geredde meubelen naar de verwoesting van hun have en goed te kyken. Tegen kwart voor drieën kwam de „Jan Yan der Heyde" ter plaatse en gaf spoedig water, vooral daar de brand, aangewakkerd door den hevigen storm, nog steeds een ernstig gevaar opleverde voor naburige boerderij en hooischelven. Toen was men echter weldra den brand zoo goed ata meester. De brandweer die dus reeds een zware taak had by dezen brand, werd gisteravond omstreeks kwart voor tienen weder gealar meerd voor een zwaren nitslaanden brand. Uit allo deelen der stad rukten de stoomspui- t.n uit en spoedden zich in de richting van het Leidsche Plein. Vuurrood was de hemel gekleurd door de fel opgaande vlammen; degenen, die met de trams uit de Plantage kwa men, dachten reeds aan een tweeden Schouw burgbrand, doch op het Plein gekomen, bleek het dat de brand woedde aan den Overtoom. Honderden en honderden menschen spoedden zich op den gloed af den Overtoom langs. De brand woedde daar in het voormalig Nleu- wer-Amstel, in de stoom-chocolade en cacao fabriek der Erven Caspar Flick. Naast het kantoor der firma bevindt zich door het pakhuis heen de toegaDg tot de fabriek die gedeeltelijk van steen, gedeeltelijk van hout is opgetrokken. Hoe de brand ont staan is, wist niemand mede te deelen. Om vijf uren was 's middags de arbeid nedergelegd en ook de gasmeter afgesloten; om negen uren was nog een der beambten der fabriek langs den Overtoom gekomen en had niets verdachts bespeurd, en ongeveer halftien brak de brand uit. Volgens de be woners aan den Overtoom, die uit hun achter kamers op de fabriek kyken, was het vuur uitgebroken achter in de fabriek, dus niet in de machinekamer, die zich meer in het midden bevindt. Hoe het zij, het vuur greep fel om zich heen en de groote voorraad cacaoboonen en cacao boter gaven het vernielend element, dat nog aangewakkerd werd door den hevigen wind, ruimschoots voedsel. Woest grepen de vlam men om zich heen en op de achterkamers der omwonenden was het zóó heet, dat de paneelen der ramen merkbaar verhit waren. Groote schrik heerschte in die huizen, doch gelukkig bekwamen zij, dank zjj het krachtig optreden der brandweer, geen schade. Eenige schreden van de fabriek komt men door een poort op een binnenplaats, waar zich de kerk „Luctor et Emergo" bevindt, die aan het achterdeel der fabriek grenst. Een oogen- blik vatte de zijgevel daarvan vuur, doch daar de wind van het gebouw was, was het voor de brandweer betrekkelijk gemakkelijk dit gebouw voor verdere schade te behoeden. Toch heerschte in de kosterij groote ontstel tenis en waren de bewoners op ïyfsbehoud bedacht. De brandweer werkte met niet minder dan vfif stoomspuiten en eenige ferandkranen. Groote hoeveelheden water werden in het brandende gebouw geworpen, dat echter ge heel en al een prooi der vlammen werd. Om elf uren kon men zeggen dat men den brand volkomen meester was, doch nog lang daarna gaven de spuiten water. Alles was op Beurspolis verzekerd. (A. H.) Een hevige brand woedde gisteren in de woniDg van den heer G. Polak, timmer man te Reeuwyk, by Gouda. Twee aan grenzende schuren, waarvan één met hout gevuld, zyn tot den grond afgebrand, zoo mede byna al het gereedschap en het huisraad. Alles was verzekerd; de oorzaak is nog onbekend. Te Workum is oen landbouwer met paard en rytuig te water geraakt; van do personen, die in het rytuig zaten, werd de vrouw het ergst verwond. Het rytuig werd sterk beschadigd en het paard is na eenige oogenblikken gestorven. Te Snikzwaag is een 4-jarig meisje te water geraakt en verdronken, in de onmildellyke nabyheid van de ouderiyke woning. Overeenkomstig den eisch van het O. M. veroordeelde de rechtbank te Alkmaar den marktmeester J. 0. Doll tot 6 maanden gevangenis. Te '8-Hertogenbosch is by het verbouwen van een winkelhuis, dat 70 jaar in denzelfden toestand gebleven was, een versteende kat gevonden. Het beest is nog geheel gaaf, zelfs zyn snor en de tanden zijn aanwezig. Te Maastricht hadden twee onge veer 17-jarige knapen met elkander uit aardigheid gebokst. Later werd het „meenens" en vocht men met pennemessen, met het gevolg, dat de een een levensgevaarlybe wond in de borst kreeg. Te Numansdorp is een schuur afgebrand, ten gevolge waarvan veel land- bouwg ree .'schap verniel! is; zoo zijn 12 ploegen een prooi der vlammen geworden. Gisternacht brandde in de „Reitsche Hoeve" te Tilburg een blok van vier woningen af met den geheelen inboedel. Te Reicbenberg in Bohemen heeft eergisteren de terechtstelling plaats gehad van Kögler, die een oude vrouw vermoordde om haar spaarduitjes. Het was een weerzin wekkend tooneel. Toen hy het schavot in 't oog kreeg, riep hy„Nu gaat August er om koud I" en terwyl hy geblinddoekt werd, begon hy opnieuw„Grilss Gott Alle mitein- ander, hoch lebe!"De rest werd gelukkig door tromgeroffel overstemd. In de haven te Dordrecht is lek binnengekomen het tjalkschip „Helena Jacoba", schipper G. De Vries, geladen met lynzaad, van Amsterdam naar België. Dit vaartuig is op de Lek tegen een krib aangevallen, door het weigeren by het over-stag-gaan. De postconducteur Verhoe ff, die voor eenigen tyd te Apeldoorn by een botsing inwendige kneuzingen had verkregen, is te Utrecht in het hospitaal overleden. Te Vianen is een 82-jarig meisje in een regenbak verdronken gevonden. N a b y den tweeden steenoven te Vianen is door aanvaring een met steenen geladen vaartuig gezonken. De schipper, die het ongeval zag aankomen, had nog juist tyd om naar den wal te sturen, zoodat de opvarenden zich nog konden redden. Te Olst ia een boerenwoning verbrand, die door twee gezinnen bewoond werd. Een koe, een kalf, twee varkens, een paar biggen, twee geiten en kippen zyn omgekomen. Uit de oude doos. Een der rechtbanken in Frankryk heeft de vorige week te beslissen gehad in een proces over een echtscheiding, die 96 jaar geleden is uit gesproken, en wel tusschen een der generaals van Napoleon I, maarschalk Lannes, en diens vrouw. Een afstammeling van deze laatste beweerde, by een erfenisquaestie, te hebben ontdekt, dat de echtscheidiDg nietig was ge weest, omdat niet alle wettelyke voorschriften waren nageleefd. De rechtbank heeft echter deze oude koe in haar sloot gelaten. Een gewezen Fransch spoorweg beambte, die reeds tot 20 jaar tuchthuisstraf is veroordeeld, wegens berooving van een postwagen, stond Vrfcjdag ook terecht, omdat hy er eveneens zyn werk van gemaakt had zyn koffertje heimeiyk uit den bagagewagen te nemen en dan later op zyn bagagebriefje ver goeding te vorderen als zyn koffertje hem natuuriyk niet kon worden afgegeven. Een paar maanden geleden gelukte het hem aldus een vergoeding te krygen van 138 franken. Kort geleden trachtte hy dit winstgevend bedryf nog eens uit te oefenen, maar werd op heeterdaad betrapt. Het koffertje bevatte slechts een oude jas en een paar steenen. Hy is nu bovendien tot 13 maanden gevangenis straf veroordeeld. Een hulde. Een zeldzame onder scheiding is der Hongaarsche tooneelspeelster Louise Blaha ten deel gevallen. Onlangs heeft deze zeer populaire kunstenares haar 25-jarig jubilee gevierd en nu is haar beeltenis zoo niet vereeuwigd, dan toch in zeer begeeriyken vorm verveelvoudigd. Op de nieuwe Hongaar sche muntbiljetten van 1000 florynen zyn nl. haar gelaatstrekken gegeven aan een der geniussen, die de hoeken versieren. Engelsche bierdrinkers. Is Engeland alleen, Schotland en Ierland niet meegerekend, maar het land van Wales inbe grepen, zyn niet minder dan 7000 brouwers, die elk 1000 tonnen bier per jaar leveren %an het verbruik. Andere brouwers brengen nog meer voort: 1136 brouweryen leveren ieder jaarlyks 10,000 tonnen; 278 brouwers leveren jaarlyks 20,000 tonnen en er zyn er slechts twee, die aan de Engelsche bierdrinkers een millioen tonnen per jaar leveren. Van 1 Octo ber 1895 tot 30 September 1896 hebben die twee brouwers, voor patent en andere rechten, aan den staat de som van meer dan 13,000,000 gulden betaald. Voor hetzelfde tydsverloop heeft de staat voor het brouwen van bier ki Engelan 1 en in het land van Wales de som van meer dan 100 millioen gulden aan rechten ontvangen. TWEEDE KAMER. By de voortzetting gisternamiddag der be raadslaging over het wetsontwerp tot regeling der financiëele verhouding tusschen het ryk en de gemeenten en herziening der algemeene regeling ten aanzien der plaatselyke belasting kwam aan de orde litt. B (belastingen welke de gemeenten mogen heffen) met het ainend.- Pynappel, strekkende om het heffen eener gemeentelyke bedrijfsbelasting mogeiyk te maken. De heer Pijnappel, dit amendement nader toelichtende, betoogde de biliykheid der heffing van eene bedryfsbelasting in de gemeente. Met een paar voorbeelden trachtte hy dit duideiyk te maken. Door de Commissie van Rapporteurs werd als amend, voorgesteld, het laatste lid van het bepaalde onder B te lezen als volgt; „Bovendien kan eene byzondere belasting worden geheven wegens in de gemeente of in een bepaald gedeelte der gemeente gelegen gebouwde eigendommen, die aan de openbare straten of wegen der gemeente belenden. De heffing geschiedt naar grondslagen, volgens welke van de belastiugschuldigen in biliykneid eene bydrage gevorderd wordt in de kosten ten laste der gemeente komende, voor aanleg en onderhoud der straten of wegen, voor hunne verlichting en voor afvoer van water en vuil van de in de belasting vallende eigendommen." De Minister van Binneïilandsche Zaken zeide," dat het amend.-Pynappel niet past in het kader dezer wet. De Voorzitter verzocht den Minister, heden zyne rede voort te zetten, daar der Kamer nog eene andere werkzaamheid wachtte. Door den griffier werd voorlezing gedaan van eene koninkJyke boodschap, houdende mededeeling van 't overiyden van H. K. H. de groothertogin van Saksen Weimar-Eisenach, geboren prinses Sophie der Nederlanden. Op voorstel des Voorzitters werd besloten, deze mededeeling te doen drukken en met een adr^s van rouwbeklag te beantwoorden. Tot het samenstellen eener commissie voor het opmaken van bedoeld adres begaven de leden zich daarna naar de sectiën, waarin tot leden dier commissie werden benoemd de heeren Van Deiem, Van Bylandt (Apel doorn), Van Karnebeek, Michiels Van Ver- duynen en Vermeulen. Regeling gemeente-hnanciên. Door de heeren Van Dedem, Zyima en Goeman Borgesius Is, namens de Commissie van Rapporteurs, voorgesteld in het tweede lid van art. 243 der Gemeentewet, betrekking hebbende op den maatstaf van heffing van directe belastingen, bedoeld in art. 240c, toe te voegen den volgende volzin: Inkomsten uit betrekking, beroep of bedryf kunnen ten hoogste 25 percent lager in reke ning worden gebracht dan inkomsten uit vermogen. Zitting van heden Per Telegraaf Voortzetting van de regeling der gemeente- financiën. De Minister Van Houten bestreed nader de gemeentelyke bedryfsbelasting voor de forenzen voorgesteld door den heerPynappel, als liggende buiten het kader dezer wet en by de onmoge- ïykheid om te bepalen hoeveel winst een zaak, verdeeld over verschillende gemeenten, in een bepaalde gemeente maakt. De heer Pijnappel zag niet in, dat bet in stryd is met het beginsel der wet, wanneer het inkomen wordt getroffen by uitoefening van bet bedryf in meer gemeenten en wan neer het bedryfsinkomen meetelt voor de gemeente, waar het hoofdverbiyf is gevestigd. De Voorzitter achtte dit ontwerp niet de plaats voor een gemeentelyke bedryfsbelasting. De Comm. van Rapporteurs oordeelde zulk een regeling, zonder voorafgaand afdeelings- ondorzoek, niet voldoende voorbereid en hand haafde haar amendement om ten opzichte der straatbelasting onderscheid te maken tusschen de verschillende deelen eener gemeente ter voorkoming, dat de buiten de kom gelegen straten, die minder genot hebben van gemeente diensten, onevenredig worden getroffen. De heer Bastert ondersteunde het denkbeeld van het amend.-Pynapp?l. De Minister van Financiën ontkende stellig, dat hy voorstander was van de plaatselyke bedryfsbelasting op de wyze als thans voor gesteld. Wel is hy voorstander van een alge meene gemeentelyke bedryfsbelasting, die alle bedrijven zonder onder3ch il treft. Hy bestreed een afzonderiyke forenzen- belasting. Dit ware hen stellen onder een speciaal recht.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1897 | | pagina 2