A.. 1897
feze (gourant wordt dagelijks, met uitzondering
van @pn- en feestdagen, uitgegeven.
Feuilleton.
If, TT371 Zaterdag SO Bfaaff.
LEIDSCH
DA&BLAD.
PBJJS DEZER COURANTS
"Voor Leiden per 3 maanden. -SL d -Si -S Vf t.fffi
Franco por post (t,' f A ii 1.40*
Afzonderlijke Nommors i a 0.05.
PRIJS DER ADVERTEMTENs
Van t-6 regelB f 1.05. Iedere regel meer f 0.17$, Grootetê
lettere naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad
wordt f 0.05 berekend.
Dit iiominer bestaat uit TWEE
Bladen.
Eerste Blad
Officiëele KennisgeTingea*
Herhatlngsonderwljs.
Burgemeester en Wethouders van Leiden;
Gezien art. 3 der Verordening van den 12den Januari
1882, tot regeling van het Herhahngeonderwija in de
gemeente Leiden (Gemeenteblad No. 11);
Brengen ter kennis van belanghebbenden, dat do
(nsch ijving van leerlingen voor het Horhalinge-
onderwijs zal plaats bebben van den 16dentot
en met den 20sten Maart a. s-, voor meisjes in het
schoollokaal in de Van-der-Wcrf-straat, voorjoDgene
in dat aan de Korte Mare, telken dage dOB namiddags
▼an zeven tot acht uren.
Tot het herhalingsonderwrjs kunnen worden toe
gelaten
1°. de leerlingen van de scholen der 3de en 4de
klasse, die verkregen hebben hot getuigschrift, bedoold
art. 18 2 der Verordening van 25 Januari
1894 (Gemeenteblad No. 5 van 1894);
2°. zij, die by een af te leggen examen blijken
geven aan de daarvoor gestelde vereischten te kunnen
▼oldoon.
Burgemeester on Wethouders voornoemd,
Leiden, F. WA8, Burgemeester.
15 Maart 1897. E. KIST, 8ecretaris.
Leiden, 19 Maart.
Naar aanleiding van de bedenkingen, door
enkele loden van den gemeenteraad tegen
sommige bepalingen van de Concept Verorde
ning op de Straatpolitie ingebracht, komt het
dor Commissie voor de Strafverordeningen
wenschelyk voor daarin eenige wijzigingen
aan te brengen.
In de eerste plaats stelde een der leden
voor uit art. 1 het woord „mest" te doen
vervallen, en zulks in verband met het bepaalde
in art. 10. Uit die beide bepalingen zou toch
voortvloeien, dat iemand, die van Burg. en
Weths. vergunning had bekomen om mest
op den openbaren weg neer te leggen, dezen
later niet meer van daar zou mogen weg
voeren. Geheel juist schijnt der Commissie
de opmerking niet. Immers, juist uit de be
paling van art. 1 volgt, dat art. 10 niet dien
ruimen zin heeft, welke door den geaebten
voorsteller daaraan wordt geboclit. Het be
paalde in art. 1 derogeert aan art. 10 of
liever gezegd, doet nog duidelUker uitkomeu,
wat eigenlek met art. 10 wtrd beoogd. Dat
ou is niets anders en kon ook moeilijk iets
anders zijn dan om het verbod, om de zoo
genaamde res derelictae van den openbaren
weg weg te voeren, in de Verordening neer
te leggen.
De Commissie heeft echter geen bezwaar
om door verduidelijking barer bedoeling aan
de bedenking te gemoet te komen, maar dat
doel meent zij niet te moeten bereiken door
uit art. 1 het woord „mest" to schrappen,
daar dit tot andere minder gewensebte con
sequenties zou kunnen leiden, maar door de
volgtnde redactie van art. 10 in overweging
te geven:
Het is, behalve aan de pachters van asch
on vuilnis en de door deze daarmee belaste
personen en behalve aan hen, die krachtens
art. 1 tot het ncderleggen van mest op den open
baren weg berosgd waren, verboden mest, slijk,
asch of vuilnis van den openbaren weg weg
te voeren.
In art. 8 meent de commissie sub a en
de beide woorden „te reinigen", te moeten
vervangen door de woorden „uit te slaan of
schoon te maken", welke woorden eveneens
in art. 7b worden gebezigd. Waar met beide
uitdrukkingen hetzelfde bedoeld wordt, ver
dient het aanbeveling in beide gevallen de
bedoeling door een zelfde uitdrukking weer
te geven.
In art. 27 stelt de commissie voor, sub b
te lezen: „zonder toestemming van den ge
bruiker, eigenaar, vruchtgebruiker of beheerder
op bijzondere eigendommen aan te plakken."
Er bestaat inderdaad geen reden om bier
een andere terminologie te gebruiken, dan in
den aanhef van art. 20 werd gebezigd.
Voorts gaf dit artikel bij nadere overweging
der Commissie zelve nog aanleiding den Raad
een tweetal wijzigingen voor te stellen. In
de eerste plaats geven de sub c gebezigde
woorden „op wettige wijze" hare bedoeling
minder juist weer. Z|j zou daarvoor wenschen
te lezen „niet in strijd met wet of verordening".
En in de tweede plaats verdient het aan
beveling, waar wü hier met een soortgelijk
delict te doen hebben als in art. 447 van
het St.nfwetbook, ook de daar gebezigde
terminologie te volgen en dus ook hi9r te
spreken van beschadigen.
Art. 27 sub c zou dan, aldus gewijzigd, in
zijn geheel als volgt luiden:
c) zonder daartoe bevoegd te zyn de niet
in strijd met roet of verordening aangeplakte
stukken af te scheuren, onleesbaar te maken,
of te beschadigen.
Het komt ook de Commissie juister voor
in de 5de alinea van art. 45, in plaats van:
„Het verbod sub a geldt niet voor runderen,"
enz., te lezen: „Het verbod sub a geldt niet
ten aanzien van runderen", enz.
Aangezien verscheidene inzenders van
de Keuze-tentoonstelling van Nederlandsche
moderne kunstnijverheid elders moeten expo-
seeren, wordt de verzameling, die thans in
de kunstzaal van het stedelijk museum is te
bezichtigen, Maandag a. s. afgebroken.
Onherroepelijk wordt dus de tentoonstelling
Zondag 21 Maart te 4 uren gesloten.
Blijkens eone in dit nummer voorkomende
advertentie zal door mej. M. Jungius, van
Scheveningen, in de Stadszaal albier eene
lezing worden gehouden over de natiomle
tentoonstelling van vrouwelijken arbeiJ. Reeds
vroeger hebben we over eene lezing elders van
mej. Jungius gesproken. De lezing alhier zal zij
houden op uitnooJiging van de directrice der
Leidsche Industrieschool. "Wij vernemen dat
er gelegenheid zal gegeven worden iets ten
behoeve van de rubriek Oost Indië te offeren.
Tot hoofd-ingelanden van den Haarlem
mermeerpolder zijn gekozen de heeren A.
W. Lammerts en J. Van Ztfverden.
Men schrijft ons uit Valkenburg: Of 't
eene bijzonderheid is, .veet ik niet, maar een
feit is het, dat sedert Wilhelmus Vink in
December 1589 optrad als predikant van „Val
kenburg en de beide Katwijken", die gemeente
slechts 4 predikanten door den dood heeft
verloren. Immers, Joannes Swalmius overleed
in 1660 of '61; Jacobus Van Scharpenbrand
in 1744; Dirk Halder op 7 Oct. 1826 en nu
op 10 Maart 1897 ds. Heimen Koops.
Ter gemeente-secretarie van Alkemade
ligt ter inzage een verzoekschrift met bijlagen
van Antonius Conijo, koek- akk.r, wonende
te Vrouwenakker, gemeente Uithoorn, om ••'er-
gunning tot het plaatsen van etn oven voor
eene koek- en brood bakkerij, te Roelof-Arends
veen (Wyk B 332..), kadastraal 'kend sectie
C No. 2389. Op Dinsdag 30 Ma.-ït a. s. om
10 uren voorna, bestaat ton Raadhuize gelegen
heid om bezwaren tbgen dit verzoek io te
brengen en deze monoeling ca schriftelijk toe
te lichten. Drie dagen to voren kan ter secre
tarie konnis worden genomea van de ter zake
ingekomen schrifturen.
In de jongste Raadsvergadering der ge
meente Hillegom, waarin met den burge
meester als Voorzitter aanwezig waren alle
elf leden, was ingekomen een schrijven van
Ged. Staten, te kennen gevende, dat do ver
goeding door het Rijk voor het lager onder
wijs f 2087.99* bedraagt, alsmede e-.n verzoek
van de firma J. Schilpzan l en Zonen oo de
rooilijn vau de in aanbouw zijnde uloembol-
lenschuur zoo te laten als zy is, daar ze ver
geten hadden de rooilijn aan te vragen voor
zy begonnen te bouwen, welk verzotk met
algemeene stemmen werd ingewilligd.
Verzo.k van A. Goamans Pz., om de vast
gestelde rooilijn te wyzigen, een slootje te
derapen en een rio^l to verleggen, dat uaarin
uitloopt. Besloten werd met 7 tegen 4 stemmen
aan dit verzoek te voldoen, mits de adressaüt
een ijzeren hek uit het verlengde van dat
van de heeren H. H. Van Waveren als schei
ding plaatst en dat hy tevens een stukje
grond, toebehoorende aan de gemeente, in
erfpacht neemt.
Overgaande tot de benoeming van leden der
plaatselyk* schoolcommissie, werden door B. en
Ws. voorgesteld de heeren H. V. Van Zanten,
mr. H. Tuymelaar en G. L. Crietóe. Na stem
ming bleken ve zijn uitgebracht: 10 op H.
V. Van Zanten, 10 op mr. H. Tuymelaar, 8
op G. L. Crietóe, 1 op P. H. Van Waveren
Lz., 1 op A. C. Van Oostveen en 2 op J.
B. Van der Schoot.
Adres van R. Van Til Rz. e. a., met ver
zoek tot plaatsing van een lantaarn te Weere-
stein. Dit verzoek in stemming gebracht zijnde,
bleek de uitslag als volgt: 5 tegen, 2 voor,
terwyl de heeren G. V. Van Zanten, P. H.
Van Waveren Lz., J. Van Waveren Pz. en
H. Van Waveren zich buiten stemming hielden.
De Voorzitter maakte dö opmerking, dat het
geen doen is zich van stemmen te onthouden,
dat het beter was geen vergadering t houden,
daar er zoodoende toch mets tot stand komt.
Ten aanzien van het adres van M. Quintus
e. a., met verzoek tot het doen ophalen van
asch en vuilnis, hadden B en Ws. do zaak
reeds in hunne vergadering besproken en
deden zy nu het voorstel, om fcy oeadressanten,
die in de kom der gemeente wonen, de3
winters eenmaal per week en des zomers
naar omstandigheden, asch en vuilnis te doen
weghalen. Dit voorstel werd met algemeene
stemmen goedgekeurd, evenals het voorstel
van B. en Ws. om de Riadsbesluiten, be
treffen Je het in gebruik geven van brandzeilen,
brandladders en brandspuiten aan particulieren,
in ta trekken.
Over het verzoek van de heeren H. V.
Van Zanten, K. Van Bourgondiën en R. A.
Van der Schoot, om subsidie tot het afkoopen
van het recht tot tolgeldheffing voor doorvaart
onder do Hippelaarsbrug, indien het definitief
te bouwen station aan de Hillegommerbeek
komt, werden nogal discussies gevoerd, totdat
de Voorzitter het ra stemming bracht, met
den uitslag, dat er 6 tegen en 4 voor waren.
Tegen stemden de heeren G. V. Van Zanten,
S. Uitendaa), A. Tapper, P. H. Van Waveren Lz
J. Van Til Rz. en J. Van Waveren; vóór
de heeren H. V. Van Zanten, H. H. Van
Waveren, K. Van Bourgondiën en R. A. Van
der Schoot, terwyl de heer D. Lommerse
zich buiten stemming hield.
De heer J. J. v. d. Laan, te Katwijk
aan Zee, is, met ingang van 15 April a. s.,
benoemd tot directeur der „Elsflether Hiring
Fischerei-Gesc-llschaft" te Elsfleth.
De jaariyksche belooning, verbonden aan
do vacante b trekking van deurwaarder der
directe belastingen to 's-Gravenhage, wordt, na
aftrek der kosten wegens drukwerk, enz.,
geraamd op ƒ2400.
In het Dinsdag jl. by den gemeenteraad
te 's Gravenhage ingokomen adres van i?e
commissie tot hot aanvragen van concessie
voor het aanleggen van eene visschershaven
te Scheveningen, geven de heeren J. Van
Heurn, onder-voorzitter, en mr. J. D. Vorbroek,
secretaris van h6t uitvoerend comité, te kennen
dat het uitbly ven van 's Raads beslissing over
de subsidie-aanvrage van bovenbedoelde com
missie voor de reodery en voor de gebeele
Scheveningsche bevolking reeds nu groot na
deel veroorzaakt. De bommen landen niet dan
met groot gevaar aan het strand; de vroeger
zoo bloeiende Industrie van den scheepsbouw
zal binnenkort zyn te niet gegaan, waar reeds
de helft der kuipers aan de werven thans
werkeloos is. Deze toestand doodt den onder
nemingsgeest, waardoor ook aanverwante
takken van bedryf kwynen. Adressanten vin
den in hetgeen de bladen hebben medegedeeld
omtrent een tussch-n de Raadscommissie en
de permanente commissie voor de reedery ge
voerde briefwisseling aanleiding om te vreezen,
dat by de Raadscommissie de meening zou
kunnen bestaan als zou door een ty haven
met geringen diepgang van byv. 4 voet aan
de oi8chen der raedery kunnen worden voldaan.
Naar do ernstige overtuiging der conces6ie-
commi-rsie zou een dergelyke ty-haven de
reedery wellicht een kwynend voortbestaan,
haar zeker geen krachtigen bloei kunnen
verzekeren, omdat zy onbruikbaar is voor
loggers en aan voortdurende verzanding zou
blootstaan, terwijl by een ty-haven een ver
dedigingswerk niet minder nooiig zou zyn
dan by oen diepere haven, indien de door de
commissie van 1895 voorgestelde middelen
tot onbruikbaarmaking van eene zoodanige
haven niet afdoende geoordeeld worden. In
middels bl\jft de concessie commissie daaren
boven haar plan nog steeds beschouwen als
het minimum der aan een haven te stellen
eischen. En met het oog nu ook op hetgeen
de Minister van Waterstaat in de Tweed»
Kamer der Staten-Generaal heeft verklaard,
dringen adressanten derhalve op een spoedige
beslissing aan over de subsidie aanvrage.
H. M. de Koningin Regentes bracht gister
middag haar eerste bezoek aan het genees
kundig gesticht voor krankzinnigen, san het
Slykeinde, te 's-Gravenhage. De Voratin werd
ontvangen door den president van het College
van Regenten mr. Leesberg en dr. Tellegen,
geneesheer directeur, door wie de hooge be
zoekster in het gebouw werd rondgeleid. Haar
werden voorgesteld do inwonende geneesheer
dr. S. Reeling Brouwer, de adjunct directric#
mej. Kor ver, de verpleegster mej. C. Kolk,
die by na 25 jaren aan de inrichting verbonden
is, zoomede de hoofd verpleegster mej. Van
Ginkel.
H. M. bezocht do mannen- en de vrouwen-
afdeeling en nam met belangstelling kennis
van betgeen haar omtrent de reorganisatis
van het gesticht w^rJ medegedeeld.
By haar komst in de rustige vrouwenaf.
doeling werd H. M. door de patiënten het
Volkslied toegezongen Uit handen vaneen der
oudste vrouwelyko verpleegden nam de Re
gentes met welgevallen ei n bloemruiker aan.
Zy onderbizli zich nu en dan zeer minzaam
met het personeel en enkele patiënten.
De ter aarde-bestelling van prof. dr. Ch.
M. Schols zal morgen, Zaterdag, des middags
te 12 uren, plaats vinden op de Roomsch-
Katholieke begraafplaats te Delft.
Het funus, cioor het Delftsch Studentencorps
aangeboden, is niet aangenomen.
Op verzoek van den overledene zal ook niet
by het graf gesproken worden.
De viering van den dies is uitgesteld op 9
en 10 April.
De commissie uit het Landbouw-comitó
betreffende do beschermende rechten zal 31
Maart te 's Gravenhage vergaderen.
Mr. P. W. A. Cort van der Linden heeft
als lid der commissie bedankt en is vervan
gen door den heer D. Fontein de Jong uit
Friesland.
Men meldt uit Gouda: Gisteren had
alhier een vergadering plaats van den Chrish-
Hist. bond, oistrict BoJegraven. Het ongunstigs
weder in aanmerking genomen, was er een
goede opkomst.
Als spreker trad op mr. Vorkouteren, van
Amsterdam, die de beginselen van den bond
uiteenzette. Vooral deed spreker uitkomen,
dat de bond geenszins vyandig tegen de R. K*
wilde optreden, gelyk beweerd wordt, maar
dat hy het Protestantsch karakter van ons
volk wilde handhaven.
Het reglement werd voor het ganschs
district vastgesteld. Een bestuur van acht leden
werd gekozen.
Van het eiland Marken is een adres
gezonden aan de Regeeriog, waarin worat
verzocht geen ingezetene te benoemen tot
burgemeester van hel eiland, in de plaats
van den dezer dagen overleden burgemeester,
den heer C De Groot.
Uit den nood gered.
Slot.)
Hy werd deelgenoot van een belangryk
Engelsch bankiershuis en huwde de eenige
dochter en erfgename van dien Engelschman,
met wie hy zeer gelukkig leefde.
Maar er was toch nog een schaduw in zyn
leven. Hy brandde van verlangen, bericht te
krygen van zyn moeder en zusterdit wekte by
hem de diepste melancholie op; bet heimwee,
het verlangen om van hen iets te hooren,
veroorzaakte by dezen overigens zoo geluk
kigen man een donker punt.
Jarenlange onderzoekingen, om hun ver-
blyfplaats te weten te komen, waren zonder
succes. In kranten en tydschriften werden
altyd nieuwe oproepingen gedaan.
Toevallig kwam op zekeren avond te Madras
een Fransch werkman, die gebrek leed, by
hem. Door een toevallige vraag kwam hy te
weten, dat die man een tydlang de buurman
van zyn moeder en zuster geweest was. Zyn
boschryvingen en aanduidingen kwamen juist
uit, en Adolf wist niet, hoe dankbaar hy zich
moest toonen jegens dien maD. Per omme
gaande wendde hy zich tot een vriend in Parys,
den bezitter van een groote zaak, zond hem
geld en brieven en verzocht hem zyn moeder
daar zelf op te zoeken. Verscheidene maanden
verliepen zonder berichtvol ongeduld schreef
Adolf een brief naar d© post van Parys, een
brief voor zyn moeder insluitend, met het
verzoek, dien brief voor het venster var bst
postkantoor te zetten, opdat het voorbygaand
publiek het adres zou lezen. Margaretha had
dien brief gezien, maar tot haar groote spyt
had zy niet genoeg geld, om hem te krygen.
Innig verheugd, had de moeder woord voor
woord de levensgeschiedenis van haar zoon
gevolgd. Een wissel van zes duizend franken
op een bekend bankiershuis, Roose Co.,
benevens een brief aan den bezitter van dat
huis, waren uit het schryven gevallen.
Zoo had het zonnetje van geluk het een
voudige dakkamertje plotseling tot een be
nijdenswaardig paleis, tot afscheid van de
beide moedige kroisdraagsters veranderd. Zy
konden de huur betalen, het geld van den
dokter teruggeven en een nieuwe woning
huren. Terwyl de moeder zich aan zulke ge-
dachton overgaf, yide Margaretha naar het
genoemde bankiershuis.
De chef behandelde met haar de zaak aller-
beminneiyksthy stond er zeer op, de vriend
schapsbanden met Adolf te behouden. Hy gaf
Margaretha een zyner bedienden mede, liet
een rytuig bestellen en noemde haar een
goede woning op. Nadat de klerk van de
Bank met den onaangenamen huisbaas de
achterstallige huur had afgerekend, droeg hy
zelf met Margaretha de zieke in het rytuig
en geleidde de vrouwen naar baar nieuwe
woning. Zyn chef had er reeds eenige
meubelen in laten brengen, en een flinke
dienstbode uit zyn eigen huis zorgde voor
het noodige voedsel en hielp de dames.
Hoe aangenaam was het den volgenden
morgen voor Margaretha, toen zy ontwaakte,
in die aardige, reine, nieuwe woning 1 "Wat was
zy dankbaar I En haar moeder had zoo stil
en rustig geslapen, lag zoo aangenaam in
haar nieuw bed. Wat was dat een vreugde
voor haarl
Toen de priester na zyn ziekenbezoek in
zyn woning terugkeerde, kwam hem zyn
broeder, de jonge dokter, met wien hy te
zamen woonde, met het gezegde te gemoet:
„Nu, gy zyt ook een goede; niet alleen,
dat ge uw geld, vóór de maand uit is, aan
de armen gegeven hebt, maar met het myne
handelt ge evenzoo. Ik stopte in den zak van
uw toog het geld, dat ik ontvangen had voor
een visite, om er de waschvrouw van te
kunnen betalen, die vandaag terugkomt. Nu
kunt go voor haar een preek houden over
geduld en goede werken, maar ik heb niets
om haar te betalen."
„Ha, dus het waren uw vyf-franks stukken,
die zoo onverwachts in myn zak gekomen
waren? Maar God zy gedankt, dat zy dat
deden! Ik heb er een zeer goed gebruik van
gemaakt. Ze zullen u zeker, besto Norbert,
veel geluk en zegen brengen."
„Mooi, geluk en zegen, weg zynzyi"zoide
deze. „Wat ik met moeite verdiende, werpt
gy weg- voor den een of anderen bedelaar,
die er zich kostelyk mee amuseert. Neen, dat
mag niet meer gebeuren."
„Het zal ook niet meer gebeuren, ik ver
moedde niet, van wien dat geld was. Maar
in dit geval ben ik overtuigd, dat gy in myn
plaats nog veel meer gegeven zoudt hebben 1"
En nu begon hy zyn broeder z(jn ont
moeting met Margaretha haarfijn te vertellen.
Norbert was daardoor zeer aangedaan en
stelde levendig belang in moeder en dochter.
Norbert begaf zich daddyk op weg, om
zich in de aangeduide woning zelf te over
tuigen.
Niemand op de wereld is alwetender dan
een portier en diens vrouw; uit duizenden
kleine beuzelingen maken zy groote gevolg
trekkingen. Zy strooien ze rond in den kring
hunner buren, om zich interessant te maken,
met een legio van vermoedens er by, die door
de nieuwsgierigen tot feiten gemaakt en verder
verspreid worden. Op deze wyze komen dik-
wyis vele vreemde geruchten in de wereld.
Nauwelyks was Margaretha met haar
moeder en den klerk vertrokken, of de naasten-
lievende buren slopen naar hot kamertje van
den portier of schoenmaker. Dit zonderling
geval, dat in den kring hunner bekenden was
voorgevallen, en dat zy met eigen oogen
gezien hadden, zouden en moesten zy bespre
ken, en zoodoende kwam ieder tot een eigen
resultaat zyner gissingen.
De kruidenier had haar de chocolade ver
kocht op een zeer ongewoon uur; dat was
hem reeds verdacht voorgekomen; daaruit kon
hy toch besluiten, dat er iets in de familie
moest gebeuren.
De bakker had, toen zy brood by hem
kocht, dadelyk aan een vertrek gedacht.
De portier zelf wist niet, hoe hy het had,
toen Margaretha hem voorby snelde om
zes uurl Neen, dat muisje moest een staartje
hebben l Men begreep niets van het meisje.
Om acht uur had de slager haar het post
kantoor binnen zien gaan, wat had zy daar
te maken?
Het opeet den huisheer zeer, want zyn
wraak was weg.
Slechts Thre8ette triumfeerde, de schoon
heid van Margaretha was haar altyd een
doorn in het oog geweest. In begeleiding van
een voornaam jeugdig heer trokken de be
woners weg; daar kon men toch voel uit
besluiten, de zaait was zoo helder ale
de zont
Toen de jonge dokter, zyn onweerstaanbare
neiging volgend, in het portierskamertje van
den schoenmaker inlichtingen vroeg, werd hem
zulk een vloed van vriendelyke mededeel in gen
over de personen in quaestie gedaan, dat zyn
medelydend hart beduidend afkoelde. Met het
treurig bewustzyn, zich alweer in oen mensch
vergist te hebben, ging hy weg.
Nadat Margaretha den volgenden dag oen
door haar moeder voorgezegden brief aan
haar broeder geschreven had, die door de
goedheid van den bankier bezorgd werd, begaf
zy zich op weg, om aan de woning van den
dokter naar het adres van den priester te
vragen, en om tegeiyk het geld, de rekening
en een dankbaar woord daar af te geven. Zy
hoorde, dat de priester zyn broeder was, die
met hem te zamen woonde, en op haar be
scheiden verzoek, of zy hem even spreken
mocht, bracht men haar in de spreekkamer.
Vol van de oprechtste deelneming en
vreugde, vernam de priester de veranderingen
en voordeelen, welke Margaretha en haar
moeder getroffen hadden; hy beloofde, haa