A.. 1897 feze (gourant wordt dagelijks, met uitzondering van @pn- en feestdagen, uitgegeven. Feuilleton. If, TT371 Zaterdag SO Bfaaff. LEIDSCH DA&BLAD. PBJJS DEZER COURANTS "Voor Leiden per 3 maanden. -SL d -Si -S Vf t.fffi Franco por post (t,' f A ii 1.40* Afzonderlijke Nommors i a 0.05. PRIJS DER ADVERTEMTENs Van t-6 regelB f 1.05. Iedere regel meer f 0.17$, Grootetê lettere naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad wordt f 0.05 berekend. Dit iiominer bestaat uit TWEE Bladen. Eerste Blad Officiëele KennisgeTingea* Herhatlngsonderwljs. Burgemeester en Wethouders van Leiden; Gezien art. 3 der Verordening van den 12den Januari 1882, tot regeling van het Herhahngeonderwija in de gemeente Leiden (Gemeenteblad No. 11); Brengen ter kennis van belanghebbenden, dat do (nsch ijving van leerlingen voor het Horhalinge- onderwijs zal plaats bebben van den 16dentot en met den 20sten Maart a. s-, voor meisjes in het schoollokaal in de Van-der-Wcrf-straat, voorjoDgene in dat aan de Korte Mare, telken dage dOB namiddags ▼an zeven tot acht uren. Tot het herhalingsonderwrjs kunnen worden toe gelaten 1°. de leerlingen van de scholen der 3de en 4de klasse, die verkregen hebben hot getuigschrift, bedoold art. 18 2 der Verordening van 25 Januari 1894 (Gemeenteblad No. 5 van 1894); 2°. zij, die by een af te leggen examen blijken geven aan de daarvoor gestelde vereischten te kunnen ▼oldoon. Burgemeester on Wethouders voornoemd, Leiden, F. WA8, Burgemeester. 15 Maart 1897. E. KIST, 8ecretaris. Leiden, 19 Maart. Naar aanleiding van de bedenkingen, door enkele loden van den gemeenteraad tegen sommige bepalingen van de Concept Verorde ning op de Straatpolitie ingebracht, komt het dor Commissie voor de Strafverordeningen wenschelyk voor daarin eenige wijzigingen aan te brengen. In de eerste plaats stelde een der leden voor uit art. 1 het woord „mest" te doen vervallen, en zulks in verband met het bepaalde in art. 10. Uit die beide bepalingen zou toch voortvloeien, dat iemand, die van Burg. en Weths. vergunning had bekomen om mest op den openbaren weg neer te leggen, dezen later niet meer van daar zou mogen weg voeren. Geheel juist schijnt der Commissie de opmerking niet. Immers, juist uit de be paling van art. 1 volgt, dat art. 10 niet dien ruimen zin heeft, welke door den geaebten voorsteller daaraan wordt geboclit. Het be paalde in art. 1 derogeert aan art. 10 of liever gezegd, doet nog duidelUker uitkomeu, wat eigenlek met art. 10 wtrd beoogd. Dat ou is niets anders en kon ook moeilijk iets anders zijn dan om het verbod, om de zoo genaamde res derelictae van den openbaren weg weg te voeren, in de Verordening neer te leggen. De Commissie heeft echter geen bezwaar om door verduidelijking barer bedoeling aan de bedenking te gemoet te komen, maar dat doel meent zij niet te moeten bereiken door uit art. 1 het woord „mest" to schrappen, daar dit tot andere minder gewensebte con sequenties zou kunnen leiden, maar door de volgtnde redactie van art. 10 in overweging te geven: Het is, behalve aan de pachters van asch on vuilnis en de door deze daarmee belaste personen en behalve aan hen, die krachtens art. 1 tot het ncderleggen van mest op den open baren weg berosgd waren, verboden mest, slijk, asch of vuilnis van den openbaren weg weg te voeren. In art. 8 meent de commissie sub a en de beide woorden „te reinigen", te moeten vervangen door de woorden „uit te slaan of schoon te maken", welke woorden eveneens in art. 7b worden gebezigd. Waar met beide uitdrukkingen hetzelfde bedoeld wordt, ver dient het aanbeveling in beide gevallen de bedoeling door een zelfde uitdrukking weer te geven. In art. 27 stelt de commissie voor, sub b te lezen: „zonder toestemming van den ge bruiker, eigenaar, vruchtgebruiker of beheerder op bijzondere eigendommen aan te plakken." Er bestaat inderdaad geen reden om bier een andere terminologie te gebruiken, dan in den aanhef van art. 20 werd gebezigd. Voorts gaf dit artikel bij nadere overweging der Commissie zelve nog aanleiding den Raad een tweetal wijzigingen voor te stellen. In de eerste plaats geven de sub c gebezigde woorden „op wettige wijze" hare bedoeling minder juist weer. Z|j zou daarvoor wenschen te lezen „niet in strijd met wet of verordening". En in de tweede plaats verdient het aan beveling, waar wü hier met een soortgelijk delict te doen hebben als in art. 447 van het St.nfwetbook, ook de daar gebezigde terminologie te volgen en dus ook hi9r te spreken van beschadigen. Art. 27 sub c zou dan, aldus gewijzigd, in zijn geheel als volgt luiden: c) zonder daartoe bevoegd te zyn de niet in strijd met roet of verordening aangeplakte stukken af te scheuren, onleesbaar te maken, of te beschadigen. Het komt ook de Commissie juister voor in de 5de alinea van art. 45, in plaats van: „Het verbod sub a geldt niet voor runderen," enz., te lezen: „Het verbod sub a geldt niet ten aanzien van runderen", enz. Aangezien verscheidene inzenders van de Keuze-tentoonstelling van Nederlandsche moderne kunstnijverheid elders moeten expo- seeren, wordt de verzameling, die thans in de kunstzaal van het stedelijk museum is te bezichtigen, Maandag a. s. afgebroken. Onherroepelijk wordt dus de tentoonstelling Zondag 21 Maart te 4 uren gesloten. Blijkens eone in dit nummer voorkomende advertentie zal door mej. M. Jungius, van Scheveningen, in de Stadszaal albier eene lezing worden gehouden over de natiomle tentoonstelling van vrouwelijken arbeiJ. Reeds vroeger hebben we over eene lezing elders van mej. Jungius gesproken. De lezing alhier zal zij houden op uitnooJiging van de directrice der Leidsche Industrieschool. "Wij vernemen dat er gelegenheid zal gegeven worden iets ten behoeve van de rubriek Oost Indië te offeren. Tot hoofd-ingelanden van den Haarlem mermeerpolder zijn gekozen de heeren A. W. Lammerts en J. Van Ztfverden. Men schrijft ons uit Valkenburg: Of 't eene bijzonderheid is, .veet ik niet, maar een feit is het, dat sedert Wilhelmus Vink in December 1589 optrad als predikant van „Val kenburg en de beide Katwijken", die gemeente slechts 4 predikanten door den dood heeft verloren. Immers, Joannes Swalmius overleed in 1660 of '61; Jacobus Van Scharpenbrand in 1744; Dirk Halder op 7 Oct. 1826 en nu op 10 Maart 1897 ds. Heimen Koops. Ter gemeente-secretarie van Alkemade ligt ter inzage een verzoekschrift met bijlagen van Antonius Conijo, koek- akk.r, wonende te Vrouwenakker, gemeente Uithoorn, om ••'er- gunning tot het plaatsen van etn oven voor eene koek- en brood bakkerij, te Roelof-Arends veen (Wyk B 332..), kadastraal 'kend sectie C No. 2389. Op Dinsdag 30 Ma.-ït a. s. om 10 uren voorna, bestaat ton Raadhuize gelegen heid om bezwaren tbgen dit verzoek io te brengen en deze monoeling ca schriftelijk toe te lichten. Drie dagen to voren kan ter secre tarie konnis worden genomea van de ter zake ingekomen schrifturen. In de jongste Raadsvergadering der ge meente Hillegom, waarin met den burge meester als Voorzitter aanwezig waren alle elf leden, was ingekomen een schrijven van Ged. Staten, te kennen gevende, dat do ver goeding door het Rijk voor het lager onder wijs f 2087.99* bedraagt, alsmede e-.n verzoek van de firma J. Schilpzan l en Zonen oo de rooilijn vau de in aanbouw zijnde uloembol- lenschuur zoo te laten als zy is, daar ze ver geten hadden de rooilijn aan te vragen voor zy begonnen te bouwen, welk verzotk met algemeene stemmen werd ingewilligd. Verzo.k van A. Goamans Pz., om de vast gestelde rooilijn te wyzigen, een slootje te derapen en een rio^l to verleggen, dat uaarin uitloopt. Besloten werd met 7 tegen 4 stemmen aan dit verzoek te voldoen, mits de adressaüt een ijzeren hek uit het verlengde van dat van de heeren H. H. Van Waveren als schei ding plaatst en dat hy tevens een stukje grond, toebehoorende aan de gemeente, in erfpacht neemt. Overgaande tot de benoeming van leden der plaatselyk* schoolcommissie, werden door B. en Ws. voorgesteld de heeren H. V. Van Zanten, mr. H. Tuymelaar en G. L. Crietóe. Na stem ming bleken ve zijn uitgebracht: 10 op H. V. Van Zanten, 10 op mr. H. Tuymelaar, 8 op G. L. Crietóe, 1 op P. H. Van Waveren Lz., 1 op A. C. Van Oostveen en 2 op J. B. Van der Schoot. Adres van R. Van Til Rz. e. a., met ver zoek tot plaatsing van een lantaarn te Weere- stein. Dit verzoek in stemming gebracht zijnde, bleek de uitslag als volgt: 5 tegen, 2 voor, terwyl de heeren G. V. Van Zanten, P. H. Van Waveren Lz., J. Van Waveren Pz. en H. Van Waveren zich buiten stemming hielden. De Voorzitter maakte dö opmerking, dat het geen doen is zich van stemmen te onthouden, dat het beter was geen vergadering t houden, daar er zoodoende toch mets tot stand komt. Ten aanzien van het adres van M. Quintus e. a., met verzoek tot het doen ophalen van asch en vuilnis, hadden B en Ws. do zaak reeds in hunne vergadering besproken en deden zy nu het voorstel, om fcy oeadressanten, die in de kom der gemeente wonen, de3 winters eenmaal per week en des zomers naar omstandigheden, asch en vuilnis te doen weghalen. Dit voorstel werd met algemeene stemmen goedgekeurd, evenals het voorstel van B. en Ws. om de Riadsbesluiten, be treffen Je het in gebruik geven van brandzeilen, brandladders en brandspuiten aan particulieren, in ta trekken. Over het verzoek van de heeren H. V. Van Zanten, K. Van Bourgondiën en R. A. Van der Schoot, om subsidie tot het afkoopen van het recht tot tolgeldheffing voor doorvaart onder do Hippelaarsbrug, indien het definitief te bouwen station aan de Hillegommerbeek komt, werden nogal discussies gevoerd, totdat de Voorzitter het ra stemming bracht, met den uitslag, dat er 6 tegen en 4 voor waren. Tegen stemden de heeren G. V. Van Zanten, S. Uitendaa), A. Tapper, P. H. Van Waveren Lz J. Van Til Rz. en J. Van Waveren; vóór de heeren H. V. Van Zanten, H. H. Van Waveren, K. Van Bourgondiën en R. A. Van der Schoot, terwyl de heer D. Lommerse zich buiten stemming hield. De heer J. J. v. d. Laan, te Katwijk aan Zee, is, met ingang van 15 April a. s., benoemd tot directeur der „Elsflether Hiring Fischerei-Gesc-llschaft" te Elsfleth. De jaariyksche belooning, verbonden aan do vacante b trekking van deurwaarder der directe belastingen to 's-Gravenhage, wordt, na aftrek der kosten wegens drukwerk, enz., geraamd op ƒ2400. In het Dinsdag jl. by den gemeenteraad te 's Gravenhage ingokomen adres van i?e commissie tot hot aanvragen van concessie voor het aanleggen van eene visschershaven te Scheveningen, geven de heeren J. Van Heurn, onder-voorzitter, en mr. J. D. Vorbroek, secretaris van h6t uitvoerend comité, te kennen dat het uitbly ven van 's Raads beslissing over de subsidie-aanvrage van bovenbedoelde com missie voor de reodery en voor de gebeele Scheveningsche bevolking reeds nu groot na deel veroorzaakt. De bommen landen niet dan met groot gevaar aan het strand; de vroeger zoo bloeiende Industrie van den scheepsbouw zal binnenkort zyn te niet gegaan, waar reeds de helft der kuipers aan de werven thans werkeloos is. Deze toestand doodt den onder nemingsgeest, waardoor ook aanverwante takken van bedryf kwynen. Adressanten vin den in hetgeen de bladen hebben medegedeeld omtrent een tussch-n de Raadscommissie en de permanente commissie voor de reedery ge voerde briefwisseling aanleiding om te vreezen, dat by de Raadscommissie de meening zou kunnen bestaan als zou door een ty haven met geringen diepgang van byv. 4 voet aan de oi8chen der raedery kunnen worden voldaan. Naar do ernstige overtuiging der conces6ie- commi-rsie zou een dergelyke ty-haven de reedery wellicht een kwynend voortbestaan, haar zeker geen krachtigen bloei kunnen verzekeren, omdat zy onbruikbaar is voor loggers en aan voortdurende verzanding zou blootstaan, terwijl by een ty-haven een ver dedigingswerk niet minder nooiig zou zyn dan by oen diepere haven, indien de door de commissie van 1895 voorgestelde middelen tot onbruikbaarmaking van eene zoodanige haven niet afdoende geoordeeld worden. In middels bl\jft de concessie commissie daaren boven haar plan nog steeds beschouwen als het minimum der aan een haven te stellen eischen. En met het oog nu ook op hetgeen de Minister van Waterstaat in de Tweed» Kamer der Staten-Generaal heeft verklaard, dringen adressanten derhalve op een spoedige beslissing aan over de subsidie aanvrage. H. M. de Koningin Regentes bracht gister middag haar eerste bezoek aan het genees kundig gesticht voor krankzinnigen, san het Slykeinde, te 's-Gravenhage. De Voratin werd ontvangen door den president van het College van Regenten mr. Leesberg en dr. Tellegen, geneesheer directeur, door wie de hooge be zoekster in het gebouw werd rondgeleid. Haar werden voorgesteld do inwonende geneesheer dr. S. Reeling Brouwer, de adjunct directric# mej. Kor ver, de verpleegster mej. C. Kolk, die by na 25 jaren aan de inrichting verbonden is, zoomede de hoofd verpleegster mej. Van Ginkel. H. M. bezocht do mannen- en de vrouwen- afdeeling en nam met belangstelling kennis van betgeen haar omtrent de reorganisatis van het gesticht w^rJ medegedeeld. By haar komst in de rustige vrouwenaf. doeling werd H. M. door de patiënten het Volkslied toegezongen Uit handen vaneen der oudste vrouwelyko verpleegden nam de Re gentes met welgevallen ei n bloemruiker aan. Zy onderbizli zich nu en dan zeer minzaam met het personeel en enkele patiënten. De ter aarde-bestelling van prof. dr. Ch. M. Schols zal morgen, Zaterdag, des middags te 12 uren, plaats vinden op de Roomsch- Katholieke begraafplaats te Delft. Het funus, cioor het Delftsch Studentencorps aangeboden, is niet aangenomen. Op verzoek van den overledene zal ook niet by het graf gesproken worden. De viering van den dies is uitgesteld op 9 en 10 April. De commissie uit het Landbouw-comitó betreffende do beschermende rechten zal 31 Maart te 's Gravenhage vergaderen. Mr. P. W. A. Cort van der Linden heeft als lid der commissie bedankt en is vervan gen door den heer D. Fontein de Jong uit Friesland. Men meldt uit Gouda: Gisteren had alhier een vergadering plaats van den Chrish- Hist. bond, oistrict BoJegraven. Het ongunstigs weder in aanmerking genomen, was er een goede opkomst. Als spreker trad op mr. Vorkouteren, van Amsterdam, die de beginselen van den bond uiteenzette. Vooral deed spreker uitkomen, dat de bond geenszins vyandig tegen de R. K* wilde optreden, gelyk beweerd wordt, maar dat hy het Protestantsch karakter van ons volk wilde handhaven. Het reglement werd voor het ganschs district vastgesteld. Een bestuur van acht leden werd gekozen. Van het eiland Marken is een adres gezonden aan de Regeeriog, waarin worat verzocht geen ingezetene te benoemen tot burgemeester van hel eiland, in de plaats van den dezer dagen overleden burgemeester, den heer C De Groot. Uit den nood gered. Slot.) Hy werd deelgenoot van een belangryk Engelsch bankiershuis en huwde de eenige dochter en erfgename van dien Engelschman, met wie hy zeer gelukkig leefde. Maar er was toch nog een schaduw in zyn leven. Hy brandde van verlangen, bericht te krygen van zyn moeder en zusterdit wekte by hem de diepste melancholie op; bet heimwee, het verlangen om van hen iets te hooren, veroorzaakte by dezen overigens zoo geluk kigen man een donker punt. Jarenlange onderzoekingen, om hun ver- blyfplaats te weten te komen, waren zonder succes. In kranten en tydschriften werden altyd nieuwe oproepingen gedaan. Toevallig kwam op zekeren avond te Madras een Fransch werkman, die gebrek leed, by hem. Door een toevallige vraag kwam hy te weten, dat die man een tydlang de buurman van zyn moeder en zuster geweest was. Zyn boschryvingen en aanduidingen kwamen juist uit, en Adolf wist niet, hoe dankbaar hy zich moest toonen jegens dien maD. Per omme gaande wendde hy zich tot een vriend in Parys, den bezitter van een groote zaak, zond hem geld en brieven en verzocht hem zyn moeder daar zelf op te zoeken. Verscheidene maanden verliepen zonder berichtvol ongeduld schreef Adolf een brief naar d© post van Parys, een brief voor zyn moeder insluitend, met het verzoek, dien brief voor het venster var bst postkantoor te zetten, opdat het voorbygaand publiek het adres zou lezen. Margaretha had dien brief gezien, maar tot haar groote spyt had zy niet genoeg geld, om hem te krygen. Innig verheugd, had de moeder woord voor woord de levensgeschiedenis van haar zoon gevolgd. Een wissel van zes duizend franken op een bekend bankiershuis, Roose Co., benevens een brief aan den bezitter van dat huis, waren uit het schryven gevallen. Zoo had het zonnetje van geluk het een voudige dakkamertje plotseling tot een be nijdenswaardig paleis, tot afscheid van de beide moedige kroisdraagsters veranderd. Zy konden de huur betalen, het geld van den dokter teruggeven en een nieuwe woning huren. Terwyl de moeder zich aan zulke ge- dachton overgaf, yide Margaretha naar het genoemde bankiershuis. De chef behandelde met haar de zaak aller- beminneiyksthy stond er zeer op, de vriend schapsbanden met Adolf te behouden. Hy gaf Margaretha een zyner bedienden mede, liet een rytuig bestellen en noemde haar een goede woning op. Nadat de klerk van de Bank met den onaangenamen huisbaas de achterstallige huur had afgerekend, droeg hy zelf met Margaretha de zieke in het rytuig en geleidde de vrouwen naar baar nieuwe woning. Zyn chef had er reeds eenige meubelen in laten brengen, en een flinke dienstbode uit zyn eigen huis zorgde voor het noodige voedsel en hielp de dames. Hoe aangenaam was het den volgenden morgen voor Margaretha, toen zy ontwaakte, in die aardige, reine, nieuwe woning 1 "Wat was zy dankbaar I En haar moeder had zoo stil en rustig geslapen, lag zoo aangenaam in haar nieuw bed. Wat was dat een vreugde voor haarl Toen de priester na zyn ziekenbezoek in zyn woning terugkeerde, kwam hem zyn broeder, de jonge dokter, met wien hy te zamen woonde, met het gezegde te gemoet: „Nu, gy zyt ook een goede; niet alleen, dat ge uw geld, vóór de maand uit is, aan de armen gegeven hebt, maar met het myne handelt ge evenzoo. Ik stopte in den zak van uw toog het geld, dat ik ontvangen had voor een visite, om er de waschvrouw van te kunnen betalen, die vandaag terugkomt. Nu kunt go voor haar een preek houden over geduld en goede werken, maar ik heb niets om haar te betalen." „Ha, dus het waren uw vyf-franks stukken, die zoo onverwachts in myn zak gekomen waren? Maar God zy gedankt, dat zy dat deden! Ik heb er een zeer goed gebruik van gemaakt. Ze zullen u zeker, besto Norbert, veel geluk en zegen brengen." „Mooi, geluk en zegen, weg zynzyi"zoide deze. „Wat ik met moeite verdiende, werpt gy weg- voor den een of anderen bedelaar, die er zich kostelyk mee amuseert. Neen, dat mag niet meer gebeuren." „Het zal ook niet meer gebeuren, ik ver moedde niet, van wien dat geld was. Maar in dit geval ben ik overtuigd, dat gy in myn plaats nog veel meer gegeven zoudt hebben 1" En nu begon hy zyn broeder z(jn ont moeting met Margaretha haarfijn te vertellen. Norbert was daardoor zeer aangedaan en stelde levendig belang in moeder en dochter. Norbert begaf zich daddyk op weg, om zich in de aangeduide woning zelf te over tuigen. Niemand op de wereld is alwetender dan een portier en diens vrouw; uit duizenden kleine beuzelingen maken zy groote gevolg trekkingen. Zy strooien ze rond in den kring hunner buren, om zich interessant te maken, met een legio van vermoedens er by, die door de nieuwsgierigen tot feiten gemaakt en verder verspreid worden. Op deze wyze komen dik- wyis vele vreemde geruchten in de wereld. Nauwelyks was Margaretha met haar moeder en den klerk vertrokken, of de naasten- lievende buren slopen naar hot kamertje van den portier of schoenmaker. Dit zonderling geval, dat in den kring hunner bekenden was voorgevallen, en dat zy met eigen oogen gezien hadden, zouden en moesten zy bespre ken, en zoodoende kwam ieder tot een eigen resultaat zyner gissingen. De kruidenier had haar de chocolade ver kocht op een zeer ongewoon uur; dat was hem reeds verdacht voorgekomen; daaruit kon hy toch besluiten, dat er iets in de familie moest gebeuren. De bakker had, toen zy brood by hem kocht, dadelyk aan een vertrek gedacht. De portier zelf wist niet, hoe hy het had, toen Margaretha hem voorby snelde om zes uurl Neen, dat muisje moest een staartje hebben l Men begreep niets van het meisje. Om acht uur had de slager haar het post kantoor binnen zien gaan, wat had zy daar te maken? Het opeet den huisheer zeer, want zyn wraak was weg. Slechts Thre8ette triumfeerde, de schoon heid van Margaretha was haar altyd een doorn in het oog geweest. In begeleiding van een voornaam jeugdig heer trokken de be woners weg; daar kon men toch voel uit besluiten, de zaait was zoo helder ale de zont Toen de jonge dokter, zyn onweerstaanbare neiging volgend, in het portierskamertje van den schoenmaker inlichtingen vroeg, werd hem zulk een vloed van vriendelyke mededeel in gen over de personen in quaestie gedaan, dat zyn medelydend hart beduidend afkoelde. Met het treurig bewustzyn, zich alweer in oen mensch vergist te hebben, ging hy weg. Nadat Margaretha den volgenden dag oen door haar moeder voorgezegden brief aan haar broeder geschreven had, die door de goedheid van den bankier bezorgd werd, begaf zy zich op weg, om aan de woning van den dokter naar het adres van den priester te vragen, en om tegeiyk het geld, de rekening en een dankbaar woord daar af te geven. Zy hoorde, dat de priester zyn broeder was, die met hem te zamen woonde, en op haar be scheiden verzoek, of zy hem even spreken mocht, bracht men haar in de spreekkamer. Vol van de oprechtste deelneming en vreugde, vernam de priester de veranderingen en voordeelen, welke Margaretha en haar moeder getroffen hadden; hy beloofde, haa

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1897 | | pagina 1