ATJEH.
De Wild, spreekt by af, dat het beter zal
wezen de overplaatsing van Reevers te be
werkstelligen, om een einde temaken aan de
overdreven vriendschap tasschen zün vrouw
en den luitenant.
Eeist evenwel poogt De "Wild zün vrouw
te overreden den omgang met Reevers te
staken, doch Adrienne weigert. Integendeel,
xÜ gaat zelfs verder dan tot nu toe en be-
10 kt Reevers op zjjn kamer. Daar doet de
lniten nt haar een declaratie, die zü niet zeer
ernstig opnoemt en die zü tameiyk beslist
afwijst. Niet zóó evenwe1, of zy bleven goede
vrienden. Haar man, die alweer van den
ritmeester vernomen heeft waar mevr. De
"Wild is binnengegaan, komt Adrienne van
de kamer van Reevers weghalen, wat de
verhouding tusscben de twee heeren nu juist
niet gemakkelijker maakt.
Spo3öig daarop hoort Reevers van een
vriend, dat er aan zflne overplaatsing gewerkt
wordt en by begint daaruit te begrijpen hoe
men over zijn gedrag tegenover Adrienne
denkt Terwijl hij daarover peinst, wordt hij
gestoord door de zuster van AdrieDne, Corrie
Verbeek, een ornstig, kloekmoedig meisje, dat
een ongelukkige liefde koestert voor Reevers,
dien zij vroeger gekend heeft en die haar
toen evenveel attenties bewees als thans bare
luster. Zij komt, in het belang van beiden,
hem overreden zijne overplaatsing vrijwillig
aan te vragen-, voor de eer, het geluk, de
rust van Adrienne en haar man is dat drin
gend noodig. Als man, als soldaat moet
Reevers dat durven, zich z\jn geluk ontzeggen
en het veld ruimen.
Na zeer veel moeite stemt Reevers hierin
too. Hij vraagt due en verkrijgt overplaatsing.
Als deze zaak beslist is, dringt zU eerst tot
Adrienne door. Reevers vertelt haar van zijn
vertrek en tevens, dat hü, om de eer aan
rich te houden, het zelf heeft gevraagd.
Adrienne is verba isd en getroffen. Zij wil
weten hoe die zaak in elkaar zit en vimeemt
dat van Corrio, die eerlijk haar aandeel
•pblecht. Nu weet zij genoeg, het is dus
haar man, die Reevers wil verwijderen, omdat
hjj zijn eigen vrouw niet meer vertrouwt.
Dat treft Adrionne's fierheid en nu voelt ze
zich vrij van de verplichting tot trouw, die
10 tot nu toe in het oog gehouden heeft.
Haar man he ft haar tot iets verkeerds en
onteeronds in staat gehouden; dien hoon
vergeeft zij Diet en uit wraak openbaart zij
hem nu haar gansche hart. Ja, zü heeft
Reevers lief, met hart en ziel, maar steeds
iou zü haar man zün trouw gebleven, als bü
haar vertrouwen was bleven schenken. Dat
zou ze hoog en in etro gehouden hebben.
Doch nu hü van zün kant begonnen is haar
door zÜDe verdenking te belteiigen, nu voelt
ie zich vrü en wil voortaan alleen aan den
man van haar hart toobehooren.
Zü weigert De "Wild naar de echtelüke
woning te volgen en openbaart hare liefde
aan Reevers zei ven, dfe, bedwelmd door zün
gelnk, plannen vormt met haar heen te gaan.
Zelfs de smeekbede van haar zoon vermag
niet de moeder terug te houien. Zü is vast
besloten te vertrekken. Doch Da Wild heeft
Let anders beschikt; als ze hem nï.t meer
toebehoort, zal zo ook niet ran een aüder zün,
vn op het co inblik, dat ze vertrekken wil,
loodt hü eerst de ontrouwe vrouw en daarna
ricbzelven.
Er zijn in dit stuk ongotwü'feld enkele goede
momenten, o. a. het gesprek tusscben Corrie
en Reevers, het gesprek in de laatste acte
tnsachen Adrienne od haar man, enz., doch
talrijk zün ze nog niet. Mej Banck heeft
nog veel te leeren en te werken vóór haar
arbeid blüvende waarde zal bezitten. Er kleven
ernstige, kapitale fouten aan „Gevaariyk Spel."
De heel9 opzet is t9 oud, het ensemble is
duf en krachteloos, er spreekt goen p?rsoon,
geen karakter uit dit werk. Bovendien is er
te veel valsch en onwaar in. Alles wat Adrienne
zegt, om haar gedrag te verdedigen, is zoo
banaal, zoo paradoxaal, dat geen enkele dier
phrasen het beoogde doel bereikt, nl. het
karakter van Adrienne te schilderen en een
levonde figuur van haar te maken. Dat Adrienne,
die toch niets anders is dan een stout, coquet,
onvoorzichtig nest, in de laatste acte plotseling,
door een handeling, die geheel buiten haar
omgaat, wordt gestempeld tot een 6oort heldin
of martelares, is totaal verkeerd; het is ver
koerd voortgebouwd op slechte grondslagen.
Over hat algemeen krügen wü den indruk,
dat de schryfster meer ter hand genomen
heeft dan zü verwerken konde gansche
■tof is boven hare krachten. Er wordt dan
ook meer ervaring, meer levens- en wereld
wü»heid gevorderd om dergeiyke vragen te
behandelen, dan waarover de schrijfster be-
«cbikken kan. Een diepgaande karakterstudie
als hier gevorderd wordt, kan men van eene
jonge dame niet verlangen of verwachten. Dat
blökt ook uit het slot. Als de auteur met
hare hoofdpersonen geen raad meer weet,
■chiet zü ze eenvoudig allebei doodl Het is
zeker een oud beproefd en nimmer falend
middel om een einde aan een stuk te maken,
doch bet laat ons met vragen op de lippen
achter, bevredigen doet het ons zeker niet
Er blüft te veel onwaarschy'niyks in het
werk over, dat door de behandeling niet aan-
nemelük werdt gemaakt. Zoo bü'v. al dadelyk
de ontvangst van haar man door Adrïer.ne
in de eerste acte, het bezoek bü Reevers, de
plotselinge ommekeer in Adrienne in de
laatste acte, enz. Want, men is steeds ge
neigd te zeggenZü is wel een lastig schepsel,
een ondoordacht kind, maar geen karakter,
feen type. Zonneklaar blykt uit alles, dat
mej. Banck te veel in ééns gewild heeft, en
dat is altyd eene gevaarlijke onderneming.
Toch kan iemand, die het tooneei in het
tweede bedrüf tusschen Corrie en Reevers
schreef, wel wat goeds leveren en daarom
zü der schrijfster op 't ernstigste aanbe
volen voorloopig hare krachten te wantrou
wen, geen problemen te behandelen en in de
keuze van haar onderwerp wat bescheidener te
wezen. Een zekere kennis van het toonoel
valt haar niet te ontzeggen, doch die kennis
alleen is niet volcoende om goed tooneei
werk te leveren. Het studie en volhardiug
evenwel kan mej. Banck hare gaven nog
wel zóó ontwikkelen, dat eenmaal haar werk
als een aanwinst voor de nationale tooneei-
literatuur kan worden beschouwd.
De opvoering was niet zeer bevredigend.
Aller spol ging, als het ware, gebukt onder
de gebreken van het stuk, het moest kleurloos
blyven. Slechts zeer goed was Clous (De Wild)
hy speelde sympathiek en beschaafd. Mevr.
Yan Ollefen, over het geheel wat huilerig,
was uitstekend in de scène met Royaards,
in het tweede bedrüf (Corrie Verbeek en
Roevers). Royaards kon ditmaal van züne rol
ook al niet veel maken, wat hem niet kwaiyk
te nemen is. Mevrouw Brondgeest was ons,
als Adrienne, zeer onsympathiek. Ouder ge
woonte miste zü do distioctii om een fatsoen-
ïyke vrouw voor te stellen; Adrienne is geen
demi-mondaine of nog erger, en dat maakte
Mevr. Brondgeest er toch weer van. Slechts in
de laatste acte had zü goede oogenbbkken.
Van do kleinere rollen noemen wü alleen
Mej. Rud. Scbeffer, die opnieuw, als Tom,
een aardig staaltje gaf van haar vlug talent,
en den heer Wensma, die een kostelük type
van een oppasser leverde.
Aan het begin van het tweede bedrüf bood de
Studenten-commissie Royaards een krans aar.
Als nastukje ging het mooie „Un caprice"
van De Musset. Dit werd goed gespeeld en
goed gezegd. Mevr. Holtrop vooral was zeer
goed als Matiiilde; Mevr. Brondgeest was on
deugend, doch bleef verder binnen de perken,
terwyi ook Royaards hi9r beter op dreef was.
Het is altyd een genot dat juweeltje van De
Musset weer eens te zien.
De schouwburg was slecht bezet. v. B.
Zeerampen.
Iemand van de bemanning eener mailboot,
die zich tydens den storm van 4 Maart,
waarby de „Utrecht" hoogstwaarschynlyk
verloren ging, ook in het Eügelsch kanaal
bevond, schrijft o. a.Wy hebben anders
aardig weertje gehad: een slingerond, stam
pend schip, met hooge zeeëD, die over het
dek sloegen, daarby regen, sneeuw en hagel
zoo groot als duiveneieren. Somwyien was
de helling van het schip zóó erg, dat Let
met het water een hoek van 30° maakte.
Ons koeienhok
werd voor een deel
door de golven weg
geslagen en de stag
fok werd door den
wind vernield.
Ten einde onzen
lezers eenig denk
beeld te geven hoa
de helling van ona
schip in dusdanigen
storm geweest is,
geven wü nevens-
staande afbeelding.
Het stoomschip
„Alfalfa," van But-
nos-Ayres te Liver
pool aangekomen,
rapporteert, dat 2
Maart een hevige
storm werd ondervonden
loopende naar het N.Westen.
In den avond toen men
benoorden Kaap Finisterre
bygedraaid.
Het schip kreeg zware zeeën over, waardoor
een gedeelte der veehokken werd wegge
slagen, de reddingboot en jol werden stuk
geslagen, schade aan de kajuit werd ver
oorzaakt en al de losse boel van de campagne
ging overboord. Omstreeks den middag van
den 3den Maart sloeg de zee over den bak,
waardoor de luchtkokers weg werden geslagen
en groote schade aan dek, verschansingen,
van W.N.W.
zich 150 myi
bevond werd
stutten en veehokken werd veroorzaakt. De
zee was bergenboog. Zeer zware storm met
orkaanvlagen. Dit weder hield 62 uren aan.
Het schip is aan dek van voren tot achteren
zwaar ontzet. De lading omlaag is beschadigd.
De zeeramp, die "Woensdag-middag dicht
bü de Cornwallische kust plaats vood, kostte
aan 3540 zeelieden het leven. Nader wordt
daarover nog gemeld: In den namiddag van
genoemden dag, toen de Noord-westenwind
zoo sterk blies, zag de kustwachter, dat een
schip, hetwelk later bleek de stoomboot
„Syracus" te zün, noodseinen gaf. De reddings
boot werd daarop
uitgezet, maar de
golven rolden zóó
wild, dat zü' het
geheele kleine eiland
onder water zetten,
zoodat de boot weder
omkeeren moest. Op
het land werd onder-
tusschen het raket-
tentoestel in wer
king gebracht, de
Duit8che stoomboot
gaf tot den avond
noodseinen en kwam
voortdurend zoo
dicht by land, dat
men de matrozen op
het dek kon zien
heen en weer gaan.
Tegen den avond zag men den rook uit den
schoorsteen stygen, een bewys, dat, wanneer de
machine al niet in orde was, de vuren nog niet
uitgebluscht waren. Tusschen 10 en 11 uren,
nadat nog kort te voren vier raketten snel na
elkander van de „Syracus" afgevuurd waren,
verdween het schip en vertoonde zich na
eenige uren tegenover de klippen van Mawgan.
De reddingsboot koos nog eenmaal zee, vond
echter niet de stoomboot, maar wel een
visschersboot van Newquay en keerde Donder
dag-morgen om 11 uren terug. By de terug
vaart hadden zü vele wrakken gezien, die
waarschyniyk van de „Syracus" kwamen.
Prins Frederik Hendrik herdacht.
De grafkelder der Oranjes in de Nieuwe
Kerk te Delft, welke nog slechts weinige weken
geleden geopend werd om gelegenheid te
geven aan den vertegenwoordiger van het Prui
sische r giraent, dat den naam draagt van wyien
prins Frederik der Nederlanden, tot het ver
richten van een daad van vrome vereering,
waren Zondag in het middaguur wederom ont
sloten voor een pieuze verrichting ten aanzien
van den Oranje voorzaat.
De vereeniging „die Haghe" zag haar voor
nemen, om op den 250sten gedenkdag van den
dood van prins Frederik Hendrik, broeder van
prins Maurits, aan de nagedachtenis van dezen
roemruchtïgen veldheer eon hullo te brengen,
bokroond door do aanwezigheid van een hon
derdtal dames en heeren, die zich vereenigden
in bet oude koor der kerk en zich, onder de
tonen van het orgel, dat Psalm 65 door het
kerkruim deed ruischen, schaarden om den
voorzitter van „die Haghe", den Haagscben
gemeente-archivaris den heer A. J. Servaas
van RooyeD, die zich plaatste vóór het schoono
praalgraf van den Vader des Vaderlands, vóór
hetwelk ook het stoffelijk overschot van den
Prins rust.
In dien breeden kring van leden merkte men
op den burgemeester van Delft, den heer De
Vries van Heyst, commissaris van den konink
lijken grafkelder, de wethouders van Delft, het
college van kerkvoogden, den voorzitter en
secretaris van den kerkeraad van Delft, den
kamerheer van H. M. de Koningin, baron Taets
van Amerongen, en het lid der Tweede Kamer
mr. W. H. De Beaufort.
Het bestuur van „die Haghe" werd büge-
staan door eene commissie van regeling, ge
vormd uit de heeren G. en C. Gysberti Hoden-
pyi en "W. baron Snouckaert van Schauburg.
Nadat de laatste tonen van het orgelspel,
dat welwillend was aangeboden door den orga
nist, den heer Joh. Kethel, waren weggestor
ven, nam de heer Servaas van Rooyen het
woord, om allereerst in herinnering te bren
gen, dat de vereeniging „die Hage", welke
zich ten doel stelt de geschiedenis van 's-Gra-
venhage uit de bronnen te leeren kennen, dat
doel ook meende te bevorderen door de her
innering aan de groote mannen van h«t ver
leden, die in 's Gravenhage geboren werden,
of er leefden en werkten, levendig te houden.
In een met aandacht gevolgde toespraak
herdacht de spr. daarna den Prins.
Plechtig klonk hierna het oude Wilhelmus
door het ruim, terwyi het geheels bestuur af
daalde in den grafkelder en de Voorzitter aan
den wand van het oude keldergedeelte, ter
plaatse ongeveer, waar het stoffelyk overschot
rust, een zilveren lauwerkrans bevestigde,
welke, op een banderolle de woorden „Hulda
aan prins Frederik Hendrik" en de jaartallen
1647 14 Maart 1897 draagt.
Toen de Commissie haar taak verricht had,
nam de voorzitter nogmaals het woord. Hy
bracht allereerst eerbiedigen dank aan Hare
Majesteit de Koningin-Regentes, waar H. M.
bereid werd gevonden om aan de vereeniging
„die Haghe" toestemming te geven tot deze
huldiging van den Oranjevorst. Ook Delfts
burgemeester, den kerkvoogden en den kerke
raad en vooral ook den heer Kethel, den orga
nist, wien, namens het bestuur, een lauwer
krans werd aangeboden, werd dank betuigd.
Terwyl nu het orgel programma werd voort
gezet met het nummer „Bergen-op-Zoom",
dat een der schitterendste dalen van den
Prins in herinnering houdt, werden de aanwe
zigen in de gelegenheid gesteld by kleine groep
jes af te dalen in den grafkelder der Oranjes
(nieuwe gedeelte). Slechts een uit den aard
der zaak zeer vluchtig bezoek werd gebracht
aan de kolders, die stemmig verlicht waren
door waskaarsen op hooge standaards geplaatst
en waarin men afdaalde langs een breede
trap, bedekt door zwart laken met zilveren
randen afgezet. De frissche krans van het
Westfaal8che regimant aan den voet van de
kist met het stoffelyk hulsel van Prins Frederik
trok zeer de aandacht, evenals het kleine
kistje, bevattende de uit Padua overgebrachte
overblijfselen van prins Willem George Frederik
van Oranje.
By het stoffelyk hulsel van Zyne Majesteit
Koning Willem III zün tal van zilveren kran
sen nedergelegd door de hand van H. M. de
Koningin-Regentes.
Buiten de grafkelders werden nog de ver
schillende praalgraven der Oranjes en van het
monument van Canora belangstellend in oogen-
schouw genomen onder de tonen van het
Wilhelmus, waarmede deze plechtigheid, die
veel indruk maakte, en voor't initiatief waar
van het bestuur van „die Haghe" werkeiyk
hulde verdient, eindigde.
AC1DEI1IENIEVW8.
Leiden: Heden is alhier bevorderd tot
doctor in de rechtswetenschap, na verdediging
van „Stellingen", de heer C. E. Stolk, geboren
te Zutfen.
Harktberlohtea»
Bodegraven, 16 Mrt. Kaar. Aangeroerd SC wagene;
te zameu 1909 etuke, wegende 8297 K#. Prijs
late aoort Goudeche 21 Vs zwaardar
2de aoort f 16 a ƒ18l/s; Derbykaaa, pr§« late
aoort fa f2de aoor. a f
Edammer Kaas, prija late aoort 23l/s a f
2de aoort fa wag«n Leidaek» Kaae:
het aohippond. Handel flaaw.
Rotterdam, 16 Maart. Boter. Aanvoer 66/8,
on 104/16 ton en 694 stukken van V, kilo. De prijzen
waren ala volgt: late qual. ƒ54, 2do qual. 50,
Sdo qual. 46. Voor atukken van l/j kilo werd 65
a 55 cents betaald.
Vee. Aanvoer 60 Paarden, Voulen, 658 magere,
646 vette Runderen, 166 vette- en graakalveren, 697
nuohtere Kalveren, 2 8chapon of Lammeren,
Varken, 184 Biggen,Bok of Geiten, Ezel,
Men noteert: Runderen late qual. 65 a 2de
qual. 60 a Sde qual. 57 a cents. Kalveren
late qnal. 95, 2de qual. 85 a 82 oenta, Sde qual.
cents, Stieren late qual. 60, 2de qual 58, 3de
qual. 52 oenta, Oasen late qual. 65, 2do 60, 3de 57
centa, allea per KG.
Graakalveren fa Melkkoeien 240 a 140,
Kalf koeien ƒ200 a ƒ150, Stieren ƒ170 a 70,
Vaarzen 160 a 70, Paarden 150 a ƒ40, Pinken
a fper etuk. Handel vlug.
Rotterdam, 15 Maart. Weder toonde do markt
een flioken aanvoer, maar er waa niet zooveel be
hoefte, zoodat de koopere flauw gestemd werdeD.
INLANDSOHE GRANEN.
Witte Tarwe. Ala gewoonlijk werd het pmkate eerst
uitgezocht on daarvoor iets bovou de noteenag be
taald. Verder toonde men weinig koopluat. Eeret toen
men 10 a 20 centa lager ging afgoven en daarop
voor het buitenland gekocht werd, ging de handel
wat levendiger en kon het grootste deel van den
aanvoer opgeruimd worden.
Canada kwam bijna niet voor.
Vlaam. en Zeeuw., ƒ6.10 tot ƒ6.85
dito dito middelb. a 6.80 6.
Flakk. eu Overm., de beate 6. a 6.20
dito dito middelb. 6.70 a 5.90
Mindere soorten5.40 6.60
Canada5.10 5.50
Voorts werd verkooht per 100 Kilo.
Eerste qualiteit Witte7.90 tot ƒ8.
Goede ditoa 7.70 7.85
Mindere dito 7.25 7.60
Roode Tarwe kwam weder weinig voor on waa
maar weinig lager te koopen.
Rogge vond weinig kooplnet; 10 cents lager.
Zeeuwache en VI., naar qual. 3.76, 8.90 tot 4.
Overm. en N.-Brab., 8.40, 3.50 3.70
In Gerat kwam goen verandering; de kooplust waa
maar beperkt.
VI. en Zeeuwaohe Winter- van 4.20 tot ƒ4.70
Overm. en Flakk. 4.4.80
Afw. en mind, aoort. 8 50 „8.80
VI., Zeeuw, en Flakk. Zomer- 3.80 4.10
Mindere qualitoit 3-20 3.60
Chevalier 4.30 5.30
Per 100 Kilo werd verkooht:
Zeeuwache Winter-5.50 tot ƒ6.75
a Zomer- 6.25 6.85
Chevalier 7.76
Haver werd nu te ruim aangeboden waardoor het
meeste 10 centa lager moest afgegeven wordoD.
Blanke en wichtige qualiteit. van 3.50 tot 3.76
Zeeuwache en andere ml. Voera.. a a 3.„3.30
Liohtere dito dito 2.40 2.80
Voorts word gedaan per 100 Kilo.
Goede qualiteit Voer van 6.75 tot ƒ6.90
Gewone dito 6.30 6 60
Paardenboonon traag en de mindere soorten onver
kocht gebleven.
Vlaamache en Zeeuwache 5.20 tot 5.35
Overmaascbe5.5.25
Geringere soorten a 4.60 4.85
Duivenbooneu 5.3D tot 5.80.
Bobaponboonon ƒ5.tot 5.30.
Bruineboonon gingen tot de prijzen van vorigo
week laugzaam van de hand. Werkelijk beate quali
teit kwam met voor.
WalcherBolievan 8.— tot 8.25
Vlaamache en Zeeuwache 7.7.50
Ordinaire dito en dito 6.76 6 25
Geringere en wakke 4.a 5.
Voor Witteboonen soheen geen behoefte, meeat
alles bleef over. Puike qualitoit waa er met.
Waloherachevan 9.25 tot 9.50
Vlaam. eu Zeeuw8.60 9.
Dito dito ordinaire 7.50 8.—
Mindere en geringe toorten 6.50 6.50
Blauwe Erwten lieten zich onveranderd verkoopea
er waa maar kleine aanvoer.
Walcherachevan f 7.— tot ƒ7.60
De beate Zeeuw, en Vlaam. a 6.6.25
Middelb. qual. dito en Flakk. 5.80 6.—
Voeraoprten5.5.40
Hennepzaad ƒ5.76 tot 6.50.
Kanariezaad bracht vorige prgzan op.
Het beate /6.25 tot 6.75, middel-qualitait ƒ5.50
tot ƒ6.75 en geringere soorten ƒ5.tot 5.25.
BUITENLANDSOHE GRANEN.
Tarwe werd over de markt weinig of niet aan
geboden en dat weinige is Dog van inferieure qua
liteit. Er ia ook maar weinig op hier stoomende.
De prijzen daarvan en ook die op aflaiing blijren
voor deze markt te hoog om tot zaken te kunnen
leiden, vooral nu de meelprijzen zoo buiten verhou
ding laag zijd.
Rogge. In de laatste dagon ging er nogal wat
omheden onveranderd, maar stiller.
Helena naar qualiteit.f 118 a ƒ121
dito stoomende„115 a „117
Donau Boaearabiache „116 „„116
Bulgaaracho122
110 112
Taganrog„111 „112
Poteraburgor. 110 B 112
Gerat onveranderd.
Odessa97 98
dito uit 8.3. 96 96
dito atoomonde93 96
Nicolajef atoomende 94 ao95
Donau 106 a 108
Haver blijft nog oven aohaare.
DoDau. ƒ6.16
Liban- 6.26
Reval uit S.B6.40
Boekweit in vaete stemming.
dito atoomendeH3 n 116
Boekweitgrutten lusteloos.
Grove Revala 187
St,-Feteraburger 195
Voer-erwten van 4.65 tot ƒ5.
Maïa onveranderd gebleveü.
Bonte Amerikaanecho4 78
dito uit stoomBohip a 74 76
dito atoomende 74
n n 102
Cinq&ntine119
dito atoomende 108
Schiedam, 15 Maart. Noteoring van de Make
laars. Moutwijn ƒ7.Jenever ƒ11.—, idem Ams'.
proef ƒ12.25 per Ned. vat sa zonder (nat, r.ondei
de belasting. Sposling-comnüs.i» ƒ1.20 per keteU
Noteering van den Brandarebond. Moutwijn 63/4
a per heet. ct., zonder feat on zonder b<U eti»a.
Londen, 15 Febr. Ter veemarkt zijm aangevserd:
runderen 1800, schapen en lammeren 9060, kalvarsa
10, varkens 75. Prgzon: beate runderen 2/6 a 4/8,
schapen en lammeren 4/4 a 6/1 ah., Kalveren -/- a -/-,
Varkens 2/9 a 4/4.
Londen, 15 Mrt. Frieache Botar 82 a 86 ah.
D« correspondent te Batavia van de „N.
R. C." seint onder dagteekening van gis
teren:
„Luitenant-kolonel Yan Htutsz is mot 800
man van Indrapoeri uit tegen don vüand
opgetrokken. De vyand werd verdreven. Zes
minderen werden gewond.'*
INGEZONDEN.
Mijnheer de Redacteur
In Uwe vestibule is thans ter bezichtiging
gesteld een zorgvulcig iu watten verpakt
eitje, gevonden in het eiwit van een ander.
Hoewel zeldzaam, komt zulks meermalen
voor.
In den laten jaargang van het tydschrift
„Onze gevederde vrienden" en wel in do
aflevering van 21 Juli 1882 wordt onder het
opschrift „Een zonderling ei", het volgends
vermeld:
„Een lezer van hetzelfde Engelscho tyd
schrift (Live Stock Journal) schryft, dat h(j
dit jaar van een Cochinchina hen een wit
achtig ei heeft gehad, dat 5 ons (Engl.) woog
en een zeer zonderlingen inhoud had. Het
bevatte eene groote hoeveelheid eiwit en een
gewonen dooier en bovendien daarin nog een
goed gevormd ei, dat een donkere kleur had.
Gelukkiglyk, zegt de schryver, had ik slechts
aan beide zyden van het eerste ei en ook
aan het tweede, dat er in zat, openingen ge
maakt, zoodat ik uit beide het wit en den
dooier kon uitblazOD. Er bevindt zich dus in
het eerste ei een tweede, goei gevormd, dat
eveneens is uitgeblazen."
De heer N. ziet dus, dat er ook in deze
niets uieuws gevonden wordt onder de zon.
Leiden, Achtend, Uw Dr.
16 Maart 1897. L.
KOLONIËN.
BATAVIA, 10 en 11 Febr.
(Engelsche Mail.)
De vice-president van het Hooggerechtshof,
de heer mr. H. A. Yan de Poel, heeft eervol
ontslag uit 's lands dienst gevraagd met
ingang van 2 Juni a. s.
De resident van Palembang, de heer I.
R. Da Vrie8, verlaat in April a. 8. 's lands
dienst met pensioen. Hy zal worden vervangen
door den gewezen resident van Banka en
onderhoongheden H. J. Monod de Froidevill9,
tbans met verlof in Europa, doch wiens
verloftyd met het begin van Mei a. s. expireert.
De assistent-resident Blaauw, van Kr. ram
ganjer (Bagelen) zal, naar myn zegt, worden
vervangen door den heer P. J. F. Yan Heutsz,
laatst assistent van "Wonogiri, onlangs van.
verlof uit Nederland teruggekeerd.
De controleur 2de kl. in Pasoeroean J.
L. H. "Wattendorff, heeft wegens langdurigeh
dienst een jaar verlof naar Europa aangevraagd
met ingang van 5 Maart.
De heer mr. J. Duparc, 1ste subat.-griffier
by het hoogger chtshof, en mr. "W. DeVe.r,
lste subet.-griffier by den R <ad van Justilie ta
Batavia, zullen onderling van betrekking ver
wisselen.
Aan den off. van gez. 2do kl. G. Van
Dorssan is een geneeskunnig certificaat uitge
reikt vojr eeu 1-j rig verlof naar Europa
wegens ziekte.
Door den gouverneur-geDoraal van Ned.-IndiS
zijn de volgende beschikkingen genomen:
CIVIEL DEPARTEMENT. Verleend: Met
ingang respectievelijk van 5 en 10 Apil 1897 wegens
ïangdurigen dienst een jaar verlof naar Europa aan
het tijdelijk lid der Algemeene Rekenkamer G. P.
H. H. Gonggrijp en den stationschef der 2de klasse
bij de exploitatie der Staatsspoorwegen op Java
J. G. N. Willemsen, wordende eerstgenoemde
geacht daardoor te zijn ontheven van de betrek
king van tijdelijk lid der Algemeene Rekenkamer
Tijdelijk: Gesteld ter beschikking van den
resident an Batavia, ten einde onder den ass.-reg.
voor de politie der afdeeling Stad en Voorsleden
van Batavia met zoodanige werkzaamheden te
worden belast als hem door dat hoofd van plaat
selijk bestuur in het belang der politie zullen
■worden opgedragen, de controleur der lste klasse
bij het binnenlandsch bestuur op de bezittingen
buiten Java en Madoera J. F. H. Van Raads-
hooven. thans reeds tijdelijk als controleur voor
de politie te Batavia werkzaam; met bepaling,
dat hij bij zijn corps gevoerd blijft la §uite.
O n 18 1 a g e nMet ingang van 2 April 1897,
op verzoek, eervol uit 's lanas dienst, de officier
van justitie bij den raad van justitie te Padang,
mr. A. Dull.
Bepaald: Dat de controleurs lste klasse bij
het binnenlandsch bestuur op Java en Madoera
F. Cb. N. Van der Moore en E. Thomas, thans
a la suite van hun kader gevoegd en tijdelijk
werkzaam gesteld als controleur voor de politie
respectievelijk te Semarang en Soerabaia, worden
teruggevoerd bij hun kader.
Ontheven: eervol van den hem tijdolijk
opgedragen dienst bij de protestantsche gemeente
te Bandjermaain (Zuider- en Ooster-afdeehug van
Borneo1, de zendelingleeraar aldaar F. E. Braches.
Benoemd Tot predikant bn de protestant
sche gemeente te Bandjermaam de predikant bij
de protestantsche gemeente te Banda 1Bilon.
Bij het Bosch wezen op Java en Madoera:
tot hoofdinspecteur, chef van den dienst, de
inspecteur vau bet boschwezen op genoemde
eilanden W. Buurman van Vreeden;
tot inspecteur, de houtvester lste klasse a la
suite bij het boschwezen op genoemde eilanden,
belast met de leiding van en hot toezicht over
do in de verschillende boschdistricten op die eilan
den te verlichten wetkzaamheden voorde boschin
richting A. E. J. Bruinsma en de houtvester lste
klasse bi| het boschwezen op genoemde eilanden
N. J Kollewijn, toegevoegd aan den inspecteur
van dien dienst, ten einde dien hoofdambtenaar
behulpzaam te zijn in de controle van het werk
en al zulke werkzaamheden te verrichten ala
deze hem zal opdragen;
tot eersten commies op het bnreau van den
hoofdinspecteur, chef van den dienst vau bet
bost h wezen op Java en Madoera, de tweede
commies bij het Departement van Binnenlandsch
Bestuur. J A Va„ der Kamp.
DEPARTc.ME IT VAN OORLOG. Verleend:
Twee maanden verlof naar Malang en losarie tot
herstel v; n gezondheid aan den lsten luit. der
art. v. n telebes, Menado en Timor te Makaaser,
J. 8. Timu er.
O verg. plaatst: Bij den plaats, geniedionst
te Willem I de lste luit. der genie te SalatigaJ.
De Knyper.
Verleend.: Wegens ziekte een jaar verlof
naar Eitopa aan den lsten luit. der art. J. C.
Stuffken.
Verleend: Een maand verlof naar r ort-de-
Kock, (Padangscho bovenlanden) wegens ziekte
aan den laten luit. der inf. bij het corps mare
chaussee J. M. J. B. H. Campioni;
naar Poespo, Tosari en Ngadiwana (Pasoeroean)
wegens ziekte aan den 1 sten luit., onder-construo-
teur bij den ait.-constructiewinkol te Soerabaia, J,
A. Van Hoogstraten-