N°. 11368 Woensdag VY Maart. A». 1897 feze <§ourant wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven; Leiden, 16 Maart. F"e uiileton. LEIISCH DA&BLAP, PHIJS DEZER OOUBAÏTTl Vftor Melon per 8 maanden, .ffB franco per postL40. A&onderlpko Nommera 0.05. PBIJS DER ADVERTERTTËTrr Van 1 8 regels f 1.05. Iedere regel meer f 0.17 J. Grootert letters naar plaatsruimte. Voor het lncasseeren buiten de stad ■wordt f 0.05 berekend. Orfielüele KennisgeTlngen. Oproeping tot den wcrkel((ken dienst. De Burgomoester vaa Leiden, Gezion do ciroulaire van den lieer Commieeam der Koningin in da provinoio Znid-Holland, dd. 9 Januari 11., A. Ne. SS (2do afd.), Provinciaal blad No. 2; Brengt ter kennie van den in deze gemeente goves- tigdon zoemilicien-verlofganger der lichting van 1895, LAMBERTÜS HENDRIK KEEREWEER, dsthij krachtooB KoniDklyk besluit van 19 December 1896, No. 21, tot den workelijken dienut wordt opge roepen, ton einde gêdnrendo don tyd van vyf weken te worden geoefend, zullende bg zioh daartoe op Yrijdagden 2 d e n April aanet., des namid dags te twaalf uren, moeten aanmelden bij den Commandant van Hr. Ma. „Marnix", te Willemsoord, voorzien van zijn bij vertrek mot groot verlof mede genomen muts met lint, zoomede van zgn verlofpas en caLbookje; dat hg zich mitsdien vóór gemelden dag, des voormiddags tueschen 10 en 12 ureD, voorzien van zgn verlofpas, ter plaatselijke Sooretarie alhier be hoort te vervoegen, tot het ontvangen van een ver- voerbewga, alsmede van het hem toekomende daggeld; en dat hg, bijaldien ziekte of andere wettige redenen hem mochten verhinderen aan deze oproeping te voldoen, verplicht is daarvan tijdig ter Secretarie voormeld keDnia te geven, in hot eerste geval onder overlegging van eeno geneeskundige verklaring. Leiden, De Burgemeeet>r voornoemd, 13 Maart 1897. F. WAS. In de gisteravond gehouden algemeene ver gadering van de afdeeling Leiden van den Kederlandachen Schaakbond zijn herkozen de aftredende bestuursleden, de heerenTh EnJerlé, voorzitter, R. F. C. Wilhelmy Damsté, vice-voorzitter, en K. L. Van Schouwenburg, secretaris p nningmeester. Bü de ten raadhuizo alhier gehouden aanbestedingen waren minste inschrijvers voor: a. het vernieuwen van een juk met bovenbedekking van de Riinstraatsbrug, G. Splinter, te Leiden, 1490; b. hot verdekken der leien daken en het herstellen van goten, nokken, enz. op de stadswaag, F. J. Peters, te Amsterdam, 928; c. het maken en stellen van een abri op de algomeene zwemplaats, C. Van Brakri, te Leiden, ƒ533; d. het doen van buiten- en binnen-verfwe-ken aan ge meentegebouwen, in 3 percet-len, 1ste perceel C. Van den Haspel en Zn., te Leiden, 78; 2de perceel dezelfden 753.00; 3de perceel J. Van der Drift, te Leiden, ƒ290; e. het ver richten van timmer- en metselwerken ten dienste van gemeentegebouwen, in 5 perceelen, lste pero. H. Van Leeuwen, te Leiden 629.50 2de perceel P. J. Hnrieveld, te Leiden, ƒ39; 3de perc. J. Verboog, te Leiden, 879; 4de perceel P. J. Harteveld, te Leiden, 145; 5de perceel H. J. Boom, te Leiden, ƒ17181. Voor het leveren van een diepschuit waren geen inschrijvingen ingekomen. Voor hot examen in de nuttige hand werken is geslaagd mt-j. J. J. Mulder, van Leiden. De Nederlandsche mail, met berichten uit Oost Indiö, worot hedenavond alhier ver wacht. Hot elfde internationale Oriëntalisten- Congres zal gehouden worden te Parijs van 5—12 September 1897, president M. Charles Schefer. De president der Republiok heeft bet be schermheerschap aanvaard, terwijl eere-voor zitter zfjn Z. M. Oscar II, koning van Zweden en Noorwegen, de prins van Wales en de aartshertog Reinier van Oostenrijk. Zij, die lid van bovengenoemd Congres wenschen te worden, kunnen kaarten van lidmaatschap bekomen bij de firma E. J. Brill, te Leiden. By koninkiyk besluit is mr. H. Van Dissel, procureur-generaal by het Hooggerechts hof van Nederlandsch-Indië, met ingang van 3 April 1897, benoemd tot president van dat college. Geheel in overeenstemming met het sombere weer was de plechtigheid, welke gisternamiddag te twee uren te Valkenburg plaats had. Onder belangstellend toezien van honderden werd door gemeenteleden, die zich vrywillig hiervoor hadden aangeboden, het stoffeiyk overschot van wyien ds. H. Koops, predikant der Ned.-Herv. gemeente aldaar, grafwaarts gedragen. Vóór evenwel het graf zyn last ontving, werd het zielloos stof in de kerk gebracht, waarin de stem des overledenen gedurende meer dan 5 jaren zoo menigmaal had weer klonken. Na opening der plechtigheid zongen de catechisanten de verzen 8 en 9 van Ps. 103, waarna een gedeelte der Heilige Schrift werd gelezen door ds. Bollee, van Katwyk a/d. Ryn. Daarna vertolkte een der leden wat de ge meente verliest in haren gewaardeenlen leeraar, waarna ds. Ruy3, predikant te Oegst- gee8t en praetor van den Ring Noordwyk, namens dien Ring uiteenzette, wat er gemist wordt, wanneer oen man ons ontvalt als ds. Koops. Nog werd het woord gevoerd door een der bestuurders van de Lukas stichting (eene der stichtingen onder directie van ds. Van Dyk, te Doetinchem), alsmede door een student i .r inrichting, waarvan ds. Koops voorzitter was. Nadat nog door den burgemeester van Valkenburg buide was gebracht aan den over ledene en de heer G. Vosser6, predikant te Sellinge, zyn weldoener had geëerd, werd nog gezongen Gezang 187, vs. 1 en 6, waarna ds. Oorthuys van Katwyk aan Zee de droeve plechtigheid sloot met gebed. De menigte, die de kerk geheel vulde, ver liet daarop het Godshuis, gevolgd door den ïykstoet, welke zich nu naar het kerkhof begaf, Whar de byzetting geschiedde. Te 4 uren was een en ander afgeloopen. Valkenburg mist een braaf burger, de Hervormde Kerk oen wakker dienaar, het gezin van den overledene een echtgenoot en vader, wiens gemis zeer lang en diep zal worden gevoeld. Na een vacature van ruim twee en een half jaar zal de Geref. Kerk te Hazerswoude op Zondag den 21sten Maart weder een eigen leeraar voor haar zien optreden. Na 's morgens bevestigd te zyn door zyn vader, ds. J. Van Goor, te Harlingen, hoopt de beroepen leeraar, ds. N. Y. Van Goor - van Dirksboorn over gekomen des avonds om halfzeven zyn intreerede te houden. In de gemeente Katwyk gaat onder de ingezetenen een adres aan Ged. Stat6n rond, om den aanslag in den hoofdelyken omslag van de leeraren aan het R.-K. Gymnasium te handhaven. Door eene commissie uit den Raad, bygestaan door een deskundige, zal door genoemd college dien aanslag worden bepleit op 20 dezer. Door een lid der Flaatselyke School commissie te Haarlemmermeer is van den heer R., onderwyzer aan school No. 10, rapport gemaakt wegens verr«gaande bruta liteit by de uitoefening zyner function in die school. Bedoelde onderwyzer heeft thans e°rvol ontslag aangevraagd. Of hy dit zal ver krijgen, moet de Raad a. 8. Donderdag be slissen. {Roll.) Het schrifteiyk werk voor de akte als onderwyzer en onderwyzeres lager onderwys zal te 's-Gravenhage 1 April met 450 candi- daten aanvangen. De mondelinge examens beginnen den 9den daaraanvolgende. De heer Snethlage, consul-generaal der Zuid-Afrikaansche Republiek te Amsterdam, is te 's Gravenhage geweest tot het doen van rouwbeklag by de familie van den overleden gevolmachtigden minister van de Transvaal, jhr. mr. G. J. Th. Beelaerts van Blokland. De „Neueste Nachrichten," het overiyden berichtende van jhr. Beelaerts, zegt dat de Zuid-Afrikaansche Republiek door dezen dood op een byzonder kritiek oogenblik een staats man verliest, die inzonderheid ook aan het Duitschq Hof en in de ambtelijke kringen te Berlyn ten allen tyde zich verheugen mocht in algemeene sympathie. H. M. de Koningin Regentes was gis teren voornemens $an het Huis van Barm hartigheid aan den Zuid-Binnensingel te 's-Gra venhage, een bezoek te brengen en reed ook daarheen, doch daar juist gisteren een paar ziektegevallen in het gesticht waren voorge komen, vercnoedelyk mazelen, achtte de directie het voorzichtig H. M. beleefdelijk in over weging te geven Haar bezoek uit te stellen, waaraan voldaan werd. De vryzinnigo kiesvereeniging „'s-Graven hage" heeft definitief canóidaat gesteld voor de Prov. Staten van Zuid-Holhnd den heer M. Hymans van Wadenoyen. De toestand van het Kamerlid mr. Do Lange, sedert geruimen tyd lydend, was in de laatste dagen minder bevredigend. Te Cannes is overleden jhr. L. W. De Casembroot. kamerheer i. b. d. van wylen Koning Willem III. De centrale anti-revolutionnaire kiesver eeniging „Nederland en Oranje" voor het hoofdkiesdistrict Breukelen heeft met onge veer twee derden der ruim honderd uitge brachte stemmen candidaat gesteld voor het lidmaatschap der Tweede Kamer (vac.- Royaards van den Ham) den heer J. H. De Waal Malefijt, burgemeester van Westbroek en Acbttienhoven. De overige stemmen waren uitgebracht op den heer mr. J. C. Van Briel Sasse, kantonrechter te Woerden. Tot lid van den gemeenteraad van Uit hoorn is gekozen de heer H. Van Tol, R. Kath., mot 81 van de 127 uitgebrachte stemmen. Beroepen is by de Evangelische ge meente te Goes de heer G. W. Van Leussen, te OudeLeye. De kantonrechter mr. Van Royen te 's-Gravenhage, werd in het laatst der vorigs week door een hevige ongesteldheid verhinderd zyns rechteriyke betrekking te vervullen. De berichten omtrent den zieks luidden gisteren echter gunstig. Op 30 dezer zal te Londen eene confe rentie van afgevaardigden der betrokken spoor- wegmaatschappyen worden gehouden ter be spreking van het levensmiddtlen-verkeer uit Italië naar Engeland, België en Nederland. Ook de Nedtrlandsche spoorwegen zullen aan deze conferentie deelnemen. De minister van binnenlandsche zaken heeft den Commissarissen der Koningin ver zocht, hem jaarlyks te doen toekomen een opgaaf van het getal kiezers in elke gemeente voor de Tweede Kamer, de Prov. Staten en den gemeenteraad, volgens een door hem byge- voegden modelstaat. Deze staat bevat niet minder dan 33 kolommen en doet zien, dat er alleen voor de Tweede Kamer veertien soorten kiezers zyn. Door de heeren D. E. L. Van den Arend en J. A. G. Van der Steur is, in aansluiting aan hunne concessie-aanvrage voor eene lyn HaarlemZandvoort, aan den gemeenteraad van Haarlem gisteren concessie gevraagd voor eene electrische tram Haarlem Bloemendaal. Voorts hebben genoemde heeren zich bereid verklaard eene aansluiting te maken aan de eventueel uit te voeren plannen des heeren Sanders, wanneer de Raad dit wenscht. In do plaats van generaal-majoor H. J. G. Benschop, die den dienst met pensioen zal verlaten, wordt kolonel jhr. H. Laman Trip, commandant van het regiment grenadiers en jagers, bevorderd tot generaal majoor, met bestemming om als commandant der 3de oivisio infanterie, standplaats. Breda, op te treden, terwyi de kolonel J. L. De Bock, commandant van het 7de reg. infanterie te Amsterdam, dan zal worden aangewezen als commandant van het regiment grenadiers en jagers. (Dbl) Baron v. Tuyll v. Serooskerken te Arnhem is benoemd tot ingenieur van h&t waterschap „De Regge." Tot directeur eener stoomzuivelfabriek zyn benoemd: te Tjum de heer A. Ozinga, te Weidum, en te Ried de heer R. E. De Jong, te Aalten. Te Elburg is overleden de heer W. C. M. Snyders, directeur van het post- en telegraaf kantoor aldaar. Ons wordt toegezonden een nommer van „Sta Pal", orgaan van den OraDjebond van Orde. Daarin wordt onder het opschrift: „De Staat als heide-ontginner",-het berichtje be sproken, dat onder Kootwyk, by Barneveld, eenige bonderden hectaren heidegrond zyn aangekocht, om die te ontginnen. Het oordeel van het blad over het aldus aangekondigd voornemen luidt zeer ongunstig. De redactie kende, toen zü haar artikel schreef, blykbaar het inmiddels ingediende regeeringsontwerp nog met. En daar het zeer waarschynljjk is, dat de kennisneming daarvan haar oordeel zal wyzigen, zullen wy voorshands dit artikel, waarop men blykbaar bedoelde onze aandacht te vestigen, laten rusten. D Wy ontvingen het eerste nommer van „Onze Tyd", redacteur dr. J. Van Leeuwen, uit- gever de heer G. Odé, te Schiedam. „Dit blad wil, volgens een „aan den lozer", zijn een blad „voor de jongeren, die in zich voelen he* groote geloof in eene nieuw door hen te vormen toekomst." Het stoomschip „Edam," van Ni9uw« York naar Amsterdam, passeerde 16 Maart Lizard, de „Kanzler," van Hamburg en Am sterdam naar Oost Afrika, arriveerde 15 Maart te Aden. Grevaarlijli Spel. Er wordt in Nederland veel voor het toonee! geschreven, doch zeer weinig bereikt de open baarheid. Wanneer dus een oorspronkelyk tooneelstuk voor het voetlicht komt, geschre ven door eene dame, wier naam niet onbekend is in de tooneelwereld, dan mag dat zeker een min of meer gewichtig feit genoemd wor den. Uit het schaven van dat stuk, uit die daad blykt reeds dadelyk één zeer lofwaardig iets, nl. liefde voor het tooneeJ, en dat is wel het eerste vereischte, om, geholpen door arbeid en volharding, iets goeds te zullen voortbren gen. En het ia waariyk geene kleinigheid in dezen tyd zich aan <Je openbaarheid te wagen, waar men komt te staan tegenover een gril lig, verwend en veeleischond publiek, en daarna tegenover een strenge, vaak onbarmhartig* critiek. Er behoort moed toe en oen vast vertrouwen op eigen krachten, om zyn werk uit handen te geven, terwyi zoovele andere handen klaar staan het aan te vatten, fce keeren, te wenden, om het van alle kanten te besnuffelen en te begluren, het te wegen en te proeven, het tegen het licht te houden en het te beduimelen. Uit eerbied voor dien moed is het voorzeker in de allereerste plaats het werk der critiek het goede uit zulk een stuk op te delven en omhoog te houden, de lichtzyden aan te too- nen en te waardeeren al wat er goeds waar te nemen valt. Alle begin is mosilyk en dat een eersteling een meesterstuk is, behoort tot de hooge zeldzaamheden. Dit is, zoo ik my niet vergis, tocb wel het eersto groote werk van mej. Banck, en wy mogen onze eischen dus niet te hoog stellen. De inhoud is eenvoudig genoeg. Karei De Wild is getrouwd met een veel jongere vrouw Hy houdt niet van uitgaan, zy daarentegen zeer veel. Yan de absolute vryheid, die De Wild haar laat, maakt Adrienne een ruim gebruik om to ryden, te tennissen, enz. Zy wonen by een klein stadje, dat natuuriyk geneigd is tot kwaadspreken en tot „praatjes" rondstrooien. Als dan ook Adrienne zich wat veel in het publiek vertoont met óén cavalier, Frans Reevers, luitenant der huzaren, trekt dat de opmerkzaamheid van het publiek. De Wild is op reis geweest en hoort daarvan by zyn terugkomst. Hy is ontstemd en jaloersch. Met zyn broeder, den ritmeester Uit den nood gered. i) Slechts zelden schoot de vriendeiyke zon haar vreugdebrengende stralen tot de bewoners van het kleine steegje van Paiys, waarheen wy do lezer3 van dit feuilleton willen brengen. Maar de maan, een te nieuwsgierige indring ster, verstond beter de kunst, om door de gebroken dakvensters de dikwyls zoo troost- looze en bleeke aangezichten, waarin diepe groeven van ellende en zorg lagen, met haar geheimzinnig licht te beschijnen. Met een koele, dikwyls ongezellige helderheid stond zy dan boven deze treurige woningen, waarin een enkele blik, een vluchtige beschouwing genoeg zeide, hoeveel lyden en smart daar heerschten. In een benedenkamer van een zeer ver vallen huis zat voor een tafel, begraven onder rekeningen en papieren, de bezitter van dat huis. Hy bad een weerzinwekkend gelaat. Een verwaarloosde kleeduig omhulde zyn magere gestalte, die in gebukte houding over de papieren gebogen was. Voortdurend fonkelden zyn oogen. Men kon het zyn gelaat aanzien: hy was een giorigaard. „Wel, Theresia," zoo wendde hy zich met een listigen en boosaardigen blik tot de binnen tredende, weinig vertrouwen inboezemende meid, „wat hebt gy daarboven voor schatten gevonden?" f Jawel, mooie schatten, een tafel met drie pooteD," gaf deze verachtelijk ten antwoord, „die met den vierden hoek op het kozyn rust, en waarvan alles afvalt, zoodra men door de kamer loopt. Verder een strooien hoed, waarmede juffrouw Miron wandelt en de luie uithangt, in plaats van te werken. Want sinds zy het kleed voor hertogin De Loire hseft afgemaakt, waarvoor zy nog niet betaald is, denkt zy niet meer aan werken alsof ons, armen menschen, het geld zoo maar in den zak stroomt 1 Nu, die zal nog wel eens wat ondervinden, dat hoogmoedige nest 1" „Oude zottin," antwoordde de buisbaas knorrig, „op de tafel behoeft ge niet te rekenen; die is van my. Ik wil weten, wat er nog meer in de woning is, iets wat hun toebehoort, hun eigendombegrypt go, domme gans?" „Een olielamp sonder olie zag ik er nog," was haar norsch antwoord. „Wat een dwaasheden! Denkt ge soms, dat ik niets anders te doen heb dan naar zulken onzin te luisteren!" bromde de huisbaas tegen haar. „De lamp is van my. Ik vraag je, wat is er boven nog meer?" „Het bed, waarop de oude ligt, en de ge scheurde matras, waarop juffrouw Margaretha baar fijne ledematen uitstrekt." „Anders niets, Theresia?" riep de woedende huisbaas uit „In den hoek lagen eenige papieren; daar onder zal zich misschien nog een kleinigheid bevindenmaar de hoogmoedige deern plaatste er zich verdedigend vóór en verbood my er aan te komen. Veel zal bet wel niet zyn; het scbenen slechts vodden te wezen. De oude smeekte zachtjes, by haar is do hoogmoed gebroken, maar by die jonge zit de hoogmoeds- duivel nog in het hoofd; zy meent, dat ze ons kan trotsoeren. „Die duivel zal er wel uit gedreven worden," vervolgde de oude meid hoonend. „Morgen zitten zy beiden op straat zonder bed. Hoeveel zou dat wel waard zyn?" „Het linnengoed is dun, maar fijn en heel. Het bovenbed is met roode zyde overtrokken, maar hier en daar versleten. Als men dat alles ziet, moet men werkelyk over de ver vallen pracht van het dakkamertje lachen; daarby het hoogmoedige gelaat van de juffrouw, die niets te eten heeft. Hal hal Ja, ja Theresia, gy hebt geiyk, dat volk kan het nog altyd niet vergeten, dat de vader een afstammeling van een oude adeliyke familie uit Engeland is en de moeder een voorname emigrantendochter. Ik heb het nog niet ver geten, dat hy eens weigerde my de ontbrekende duizend franken te leenen, om het schoonste hotel van de Chaussée d'Autin te koopen. Hy was ryk en nam aan het Hof een hoogen rang in. Toen kwamen de onlusten van '48 en '49, waarin hy byna geheel zyn vermogen verloor, vluchten moest en zyn familie in Parya achterliet. „De zoon, een verwende jongen, moet naar Indië gegaan zyn. Zy meenen, dat ik dwaas genoeg ben, om hun geld te leenen, met het oog op den toekomstigen rykdom van dien zoon. Men zegt anders, dat men hem te Brussel in het tuchthuis gezien heeft. Nu, die zal hen dan ook niet voorthelpen I Voor my is de dag van wraak gekomeD, en de wraak is zoet!" Tbérè8e luisterde, voor haar was alles belangwekkend, wat hy vertelde, omdat zy dan meende in zyn gunst te zullen komen, in de gunst van dien weerzinwekkenden man. a Dus dan waren die lieden niets meer dan wy?" sprak zy spottend. „Wis 6D zeker niet beter, dat kunt ge gelooven, Theresia I Zy gingen hoe langer hoe meer achteruit, totdat het toeval de-door de jicht verlamde vrouw met haar schoone doch ter in het huis van Jacques Gordillière voerde, die baar morgen met plezier buiten do deur zet. Zoo veranderen de tyden, vroeger zag het kind er aardig uit, wanneer het in eeu roodzyden kleedje in de Tuileneën den veder bal wierp. Het geluksrad wentelt, begryp dat, Tbéróse, maak je dat ten nutte, zoolang je leeft." Daarby vertrok hy zyn gelaat tot een afschu- weiyken grijnslach. De dag neigde ten einde; alles snakte naar lucht, want de menschen en planten waren afgemat door de drukkende zon van een Julidag. Daarboven in het eenzame dakkamertje van genosmd huis stond, tegen het venster geleund, de slanke gestalte van Margaretha. Als een gebroken witte lelie boog zy het schoone en opvallend edel gevormde gelaat voorover, dat omiyst was door lichtblonde lokken, waarmede een windtochtje speelde. Heete zweetdruppels parelden op haar mar merbleek voorhoofd, dat, niettegenstaande de warmte, koud was. De diep-blauwe oogen hadden zulk een weemoedige uitdrukking aan genomen; acbl zy spraken slechts van smart en harteleed, zoodat het onbegrypeiyk moest heeten, wanneer men dit beminneiyk wezen wreed, zonder deelneming en medelyden kon behandelen. Eens smukte een ryke vlecht het gelaat, dat vol uitdrukking was; zy was de afgunst, de bewondering van anderen geweest, maar dat haar viel als offer aan de schaar van den haarsnyder in trouwe, zorgzame kinderliefde, om voedsel voor de moeder te verschaffen. Van dien vroegeren rykdom bleef haar nu nog slechts een kort kroeshaar over, dat de regelmatige gelaatstrekken nog wat meer deed uikomen. De groote wereldstad, met haar woelig leven, haar tallooze menscben en hun bedry vigtaeid, bestond voor haar niet, bood haar geen aan- trekkeiykheid aan. Zy had slechts één ge dachte, en in die eene gedachte lag voor haar een gansche wereld. Het was de liefde en de zorg voor haar arme, zieke moeder. Slechte hy, die ooit een beminde moeder zag lyden, kan begrypen, welke smart het voor een kind is, het liefste op aarde zoo hulpeloos tezteo. Dag en nacht had Margaretha onvermoeid gearbeid, maar de toestand werd hoe langer hoe hachelijker, het leven was te duur en de arbeid, acht hoe werd die betaald? Dikwyls slecht of in het geheel niet. Met een smarteiyken blik keek zy naar haar moeder; deze scheen te slapen. (Wordt vervolgd^

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1897 | | pagina 1