N°. 11368
Woensdag VY Maart.
A». 1897
feze <§ourant wordt dagelijks, met uitzondering
van (Zon- en feestdagen, uitgegeven;
Leiden, 16 Maart.
F"e uiileton.
LEIISCH
DA&BLAP,
PHIJS DEZER OOUBAÏTTl
Vftor Melon per 8 maanden, .ffB
franco per postL40.
A&onderlpko Nommera 0.05.
PBIJS DER ADVERTERTTËTrr
Van 1 8 regels f 1.05. Iedere regel meer f 0.17 J. Grootert
letters naar plaatsruimte. Voor het lncasseeren buiten de stad
■wordt f 0.05 berekend.
Orfielüele KennisgeTlngen.
Oproeping tot den wcrkel((ken dienst.
De Burgomoester vaa Leiden,
Gezion do ciroulaire van den lieer Commieeam
der Koningin in da provinoio Znid-Holland, dd. 9
Januari 11., A. Ne. SS (2do afd.), Provinciaal blad
No. 2;
Brengt ter kennie van den in deze gemeente goves-
tigdon zoemilicien-verlofganger der lichting van 1895,
LAMBERTÜS HENDRIK KEEREWEER,
dsthij krachtooB KoniDklyk besluit van 19 December
1896, No. 21, tot den workelijken dienut wordt opge
roepen, ton einde gêdnrendo don tyd van vyf weken
te worden geoefend, zullende bg zioh daartoe op
Yrijdagden 2 d e n April aanet., des namid
dags te twaalf uren, moeten aanmelden bij den
Commandant van Hr. Ma. „Marnix", te Willemsoord,
voorzien van zijn bij vertrek mot groot verlof mede
genomen muts met lint, zoomede van zgn verlofpas
en caLbookje;
dat hg zich mitsdien vóór gemelden dag, des
voormiddags tueschen 10 en 12 ureD, voorzien van
zgn verlofpas, ter plaatselijke Sooretarie alhier be
hoort te vervoegen, tot het ontvangen van een ver-
voerbewga, alsmede van het hem toekomende daggeld;
en dat hg, bijaldien ziekte of andere wettige redenen
hem mochten verhinderen aan deze oproeping te
voldoen, verplicht is daarvan tijdig ter Secretarie
voormeld keDnia te geven, in hot eerste geval onder
overlegging van eeno geneeskundige verklaring.
Leiden, De Burgemeeet>r voornoemd,
13 Maart 1897. F. WAS.
In de gisteravond gehouden algemeene ver
gadering van de afdeeling Leiden van den
Kederlandachen Schaakbond zijn herkozen de
aftredende bestuursleden, de heerenTh
EnJerlé, voorzitter, R. F. C. Wilhelmy Damsté,
vice-voorzitter, en K. L. Van Schouwenburg,
secretaris p nningmeester.
Bü de ten raadhuizo alhier gehouden
aanbestedingen waren minste inschrijvers
voor: a. het vernieuwen van een juk met
bovenbedekking van de Riinstraatsbrug, G.
Splinter, te Leiden, 1490; b. hot verdekken
der leien daken en het herstellen van goten,
nokken, enz. op de stadswaag, F. J. Peters,
te Amsterdam, 928; c. het maken en stellen
van een abri op de algomeene zwemplaats,
C. Van Brakri, te Leiden, ƒ533; d. het doen
van buiten- en binnen-verfwe-ken aan ge
meentegebouwen, in 3 percet-len, 1ste perceel
C. Van den Haspel en Zn., te Leiden, 78; 2de
perceel dezelfden 753.00; 3de perceel J.
Van der Drift, te Leiden, ƒ290; e. het ver
richten van timmer- en metselwerken ten
dienste van gemeentegebouwen, in 5 perceelen,
lste pero. H. Van Leeuwen, te Leiden 629.50
2de perceel P. J. Hnrieveld, te Leiden, ƒ39;
3de perc. J. Verboog, te Leiden, 879; 4de
perceel P. J. Harteveld, te Leiden, 145;
5de perceel H. J. Boom, te Leiden, ƒ17181.
Voor het leveren van een diepschuit waren
geen inschrijvingen ingekomen.
Voor hot examen in de nuttige hand
werken is geslaagd mt-j. J. J. Mulder, van
Leiden.
De Nederlandsche mail, met berichten
uit Oost Indiö, worot hedenavond alhier ver
wacht.
Hot elfde internationale Oriëntalisten-
Congres zal gehouden worden te Parijs van
5—12 September 1897, president M. Charles
Schefer.
De president der Republiok heeft bet be
schermheerschap aanvaard, terwijl eere-voor
zitter zfjn Z. M. Oscar II, koning van Zweden
en Noorwegen, de prins van Wales en de
aartshertog Reinier van Oostenrijk.
Zij, die lid van bovengenoemd Congres
wenschen te worden, kunnen kaarten van
lidmaatschap bekomen bij de firma E. J.
Brill, te Leiden.
By koninkiyk besluit is mr. H. Van
Dissel, procureur-generaal by het Hooggerechts
hof van Nederlandsch-Indië, met ingang van
3 April 1897, benoemd tot president van dat
college.
Geheel in overeenstemming met het
sombere weer was de plechtigheid, welke
gisternamiddag te twee uren te Valkenburg
plaats had. Onder belangstellend toezien van
honderden werd door gemeenteleden, die zich
vrywillig hiervoor hadden aangeboden, het
stoffeiyk overschot van wyien ds. H. Koops,
predikant der Ned.-Herv. gemeente aldaar,
grafwaarts gedragen.
Vóór evenwel het graf zyn last ontving,
werd het zielloos stof in de kerk gebracht,
waarin de stem des overledenen gedurende
meer dan 5 jaren zoo menigmaal had weer
klonken.
Na opening der plechtigheid zongen de
catechisanten de verzen 8 en 9 van Ps. 103,
waarna een gedeelte der Heilige Schrift werd
gelezen door ds. Bollee, van Katwyk a/d. Ryn.
Daarna vertolkte een der leden wat de ge
meente verliest in haren gewaardeenlen
leeraar, waarna ds. Ruy3, predikant te Oegst-
gee8t en praetor van den Ring Noordwyk,
namens dien Ring uiteenzette, wat er gemist
wordt, wanneer oen man ons ontvalt als
ds. Koops.
Nog werd het woord gevoerd door een der
bestuurders van de Lukas stichting (eene der
stichtingen onder directie van ds. Van Dyk,
te Doetinchem), alsmede door een student i .r
inrichting, waarvan ds. Koops voorzitter was.
Nadat nog door den burgemeester van
Valkenburg buide was gebracht aan den over
ledene en de heer G. Vosser6, predikant te
Sellinge, zyn weldoener had geëerd, werd nog
gezongen Gezang 187, vs. 1 en 6, waarna
ds. Oorthuys van Katwyk aan Zee de droeve
plechtigheid sloot met gebed.
De menigte, die de kerk geheel vulde, ver
liet daarop het Godshuis, gevolgd door den
ïykstoet, welke zich nu naar het kerkhof
begaf, Whar de byzetting geschiedde. Te 4 uren
was een en ander afgeloopen.
Valkenburg mist een braaf burger, de
Hervormde Kerk oen wakker dienaar, het
gezin van den overledene een echtgenoot
en vader, wiens gemis zeer lang en diep zal
worden gevoeld.
Na een vacature van ruim twee en een
half jaar zal de Geref. Kerk te Hazerswoude
op Zondag den 21sten Maart weder een eigen
leeraar voor haar zien optreden. Na 's morgens
bevestigd te zyn door zyn vader, ds. J. Van
Goor, te Harlingen, hoopt de beroepen leeraar,
ds. N. Y. Van Goor - van Dirksboorn over
gekomen des avonds om halfzeven zyn
intreerede te houden.
In de gemeente Katwyk gaat onder de
ingezetenen een adres aan Ged. Stat6n rond,
om den aanslag in den hoofdelyken omslag
van de leeraren aan het R.-K. Gymnasium te
handhaven. Door eene commissie uit den Raad,
bygestaan door een deskundige, zal door
genoemd college dien aanslag worden bepleit
op 20 dezer.
Door een lid der Flaatselyke School
commissie te Haarlemmermeer is van den
heer R., onderwyzer aan school No. 10,
rapport gemaakt wegens verr«gaande bruta
liteit by de uitoefening zyner function in die
school. Bedoelde onderwyzer heeft thans
e°rvol ontslag aangevraagd. Of hy dit zal ver
krijgen, moet de Raad a. 8. Donderdag be
slissen. {Roll.)
Het schrifteiyk werk voor de akte als
onderwyzer en onderwyzeres lager onderwys
zal te 's-Gravenhage 1 April met 450 candi-
daten aanvangen.
De mondelinge examens beginnen den 9den
daaraanvolgende.
De heer Snethlage, consul-generaal der
Zuid-Afrikaansche Republiek te Amsterdam,
is te 's Gravenhage geweest tot het doen van
rouwbeklag by de familie van den overleden
gevolmachtigden minister van de Transvaal,
jhr. mr. G. J. Th. Beelaerts van Blokland.
De „Neueste Nachrichten," het overiyden
berichtende van jhr. Beelaerts, zegt dat de
Zuid-Afrikaansche Republiek door dezen dood
op een byzonder kritiek oogenblik een staats
man verliest, die inzonderheid ook aan het
Duitschq Hof en in de ambtelijke kringen
te Berlyn ten allen tyde zich verheugen
mocht in algemeene sympathie.
H. M. de Koningin Regentes was gis
teren voornemens $an het Huis van Barm
hartigheid aan den Zuid-Binnensingel te 's-Gra
venhage, een bezoek te brengen en reed ook
daarheen, doch daar juist gisteren een paar
ziektegevallen in het gesticht waren voorge
komen, vercnoedelyk mazelen, achtte de directie
het voorzichtig H. M. beleefdelijk in over
weging te geven Haar bezoek uit te stellen,
waaraan voldaan werd.
De vryzinnigo kiesvereeniging „'s-Graven
hage" heeft definitief canóidaat gesteld voor
de Prov. Staten van Zuid-Holhnd den heer
M. Hymans van Wadenoyen.
De toestand van het Kamerlid mr. Do
Lange, sedert geruimen tyd lydend, was in
de laatste dagen minder bevredigend.
Te Cannes is overleden jhr. L. W. De
Casembroot. kamerheer i. b. d. van wylen
Koning Willem III.
De centrale anti-revolutionnaire kiesver
eeniging „Nederland en Oranje" voor het
hoofdkiesdistrict Breukelen heeft met onge
veer twee derden der ruim honderd uitge
brachte stemmen candidaat gesteld voor het
lidmaatschap der Tweede Kamer (vac.-
Royaards van den Ham) den heer J. H. De
Waal Malefijt, burgemeester van Westbroek
en Acbttienhoven. De overige stemmen waren
uitgebracht op den heer mr. J. C. Van Briel
Sasse, kantonrechter te Woerden.
Tot lid van den gemeenteraad van Uit
hoorn is gekozen de heer H. Van Tol, R. Kath.,
mot 81 van de 127 uitgebrachte stemmen.
Beroepen is by de Evangelische ge
meente te Goes de heer G. W. Van Leussen,
te OudeLeye.
De kantonrechter mr. Van Royen te
's-Gravenhage, werd in het laatst der vorigs
week door een hevige ongesteldheid verhinderd
zyns rechteriyke betrekking te vervullen. De
berichten omtrent den zieks luidden gisteren
echter gunstig.
Op 30 dezer zal te Londen eene confe
rentie van afgevaardigden der betrokken spoor-
wegmaatschappyen worden gehouden ter be
spreking van het levensmiddtlen-verkeer uit
Italië naar Engeland, België en Nederland.
Ook de Nedtrlandsche spoorwegen zullen
aan deze conferentie deelnemen.
De minister van binnenlandsche zaken
heeft den Commissarissen der Koningin ver
zocht, hem jaarlyks te doen toekomen een
opgaaf van het getal kiezers in elke gemeente
voor de Tweede Kamer, de Prov. Staten en
den gemeenteraad, volgens een door hem byge-
voegden modelstaat. Deze staat bevat niet
minder dan 33 kolommen en doet zien, dat er
alleen voor de Tweede Kamer veertien soorten
kiezers zyn.
Door de heeren D. E. L. Van den Arend
en J. A. G. Van der Steur is, in aansluiting
aan hunne concessie-aanvrage voor eene lyn
HaarlemZandvoort, aan den gemeenteraad
van Haarlem gisteren concessie gevraagd voor
eene electrische tram Haarlem Bloemendaal.
Voorts hebben genoemde heeren zich bereid
verklaard eene aansluiting te maken aan de
eventueel uit te voeren plannen des heeren
Sanders, wanneer de Raad dit wenscht.
In do plaats van generaal-majoor H. J.
G. Benschop, die den dienst met pensioen
zal verlaten, wordt kolonel jhr. H. Laman
Trip, commandant van het regiment grenadiers
en jagers, bevorderd tot generaal majoor, met
bestemming om als commandant der 3de
oivisio infanterie, standplaats. Breda, op te
treden, terwyi de kolonel J. L. De Bock,
commandant van het 7de reg. infanterie te
Amsterdam, dan zal worden aangewezen als
commandant van het regiment grenadiers
en jagers. (Dbl)
Baron v. Tuyll v. Serooskerken te Arnhem
is benoemd tot ingenieur van h&t waterschap
„De Regge."
Tot directeur eener stoomzuivelfabriek
zyn benoemd: te Tjum de heer A. Ozinga, te
Weidum, en te Ried de heer R. E. De Jong,
te Aalten.
Te Elburg is overleden de heer W. C. M.
Snyders, directeur van het post- en telegraaf
kantoor aldaar.
Ons wordt toegezonden een nommer van
„Sta Pal", orgaan van den OraDjebond van
Orde. Daarin wordt onder het opschrift: „De
Staat als heide-ontginner",-het berichtje be
sproken, dat onder Kootwyk, by Barneveld,
eenige bonderden hectaren heidegrond zyn
aangekocht, om die te ontginnen. Het oordeel
van het blad over het aldus aangekondigd
voornemen luidt zeer ongunstig. De redactie
kende, toen zü haar artikel schreef, blykbaar
het inmiddels ingediende regeeringsontwerp
nog met. En daar het zeer waarschynljjk is,
dat de kennisneming daarvan haar oordeel zal
wyzigen, zullen wy voorshands dit artikel,
waarop men blykbaar bedoelde onze aandacht
te vestigen, laten rusten. D
Wy ontvingen het eerste nommer van
„Onze Tyd", redacteur dr. J. Van Leeuwen, uit-
gever de heer G. Odé, te Schiedam. „Dit blad
wil, volgens een „aan den lozer", zijn een blad
„voor de jongeren, die in zich voelen he*
groote geloof in eene nieuw door hen te vormen
toekomst."
Het stoomschip „Edam," van Ni9uw«
York naar Amsterdam, passeerde 16 Maart
Lizard, de „Kanzler," van Hamburg en Am
sterdam naar Oost Afrika, arriveerde 15 Maart
te Aden.
Grevaarlijli Spel.
Er wordt in Nederland veel voor het toonee!
geschreven, doch zeer weinig bereikt de open
baarheid. Wanneer dus een oorspronkelyk
tooneelstuk voor het voetlicht komt, geschre
ven door eene dame, wier naam niet onbekend
is in de tooneelwereld, dan mag dat zeker
een min of meer gewichtig feit genoemd wor
den. Uit het schaven van dat stuk, uit die
daad blykt reeds dadelyk één zeer lofwaardig
iets, nl. liefde voor het tooneeJ, en dat is wel
het eerste vereischte, om, geholpen door arbeid
en volharding, iets goeds te zullen voortbren
gen. En het ia waariyk geene kleinigheid in
dezen tyd zich aan <Je openbaarheid te wagen,
waar men komt te staan tegenover een gril
lig, verwend en veeleischond publiek, en daarna
tegenover een strenge, vaak onbarmhartig*
critiek. Er behoort moed toe en oen vast
vertrouwen op eigen krachten, om zyn werk
uit handen te geven, terwyi zoovele andere
handen klaar staan het aan te vatten, fce
keeren, te wenden, om het van alle kanten
te besnuffelen en te begluren, het te wegen
en te proeven, het tegen het licht te houden
en het te beduimelen.
Uit eerbied voor dien moed is het voorzeker
in de allereerste plaats het werk der critiek
het goede uit zulk een stuk op te delven en
omhoog te houden, de lichtzyden aan te too-
nen en te waardeeren al wat er goeds waar
te nemen valt. Alle begin is mosilyk en dat
een eersteling een meesterstuk is, behoort
tot de hooge zeldzaamheden. Dit is, zoo ik
my niet vergis, tocb wel het eersto groote
werk van mej. Banck, en wy mogen onze
eischen dus niet te hoog stellen. De inhoud
is eenvoudig genoeg.
Karei De Wild is getrouwd met een veel
jongere vrouw Hy houdt niet van uitgaan,
zy daarentegen zeer veel. Yan de absolute
vryheid, die De Wild haar laat, maakt Adrienne
een ruim gebruik om to ryden, te tennissen, enz.
Zy wonen by een klein stadje, dat natuuriyk
geneigd is tot kwaadspreken en tot „praatjes"
rondstrooien. Als dan ook Adrienne zich wat
veel in het publiek vertoont met óén cavalier,
Frans Reevers, luitenant der huzaren, trekt
dat de opmerkzaamheid van het publiek. De
Wild is op reis geweest en hoort daarvan
by zyn terugkomst. Hy is ontstemd en
jaloersch. Met zyn broeder, den ritmeester
Uit den nood gered.
i)
Slechts zelden schoot de vriendeiyke zon
haar vreugdebrengende stralen tot de bewoners
van het kleine steegje van Paiys, waarheen
wy do lezer3 van dit feuilleton willen brengen.
Maar de maan, een te nieuwsgierige indring
ster, verstond beter de kunst, om door de
gebroken dakvensters de dikwyls zoo troost-
looze en bleeke aangezichten, waarin diepe
groeven van ellende en zorg lagen, met haar
geheimzinnig licht te beschijnen. Met een
koele, dikwyls ongezellige helderheid stond
zy dan boven deze treurige woningen, waarin
een enkele blik, een vluchtige beschouwing
genoeg zeide, hoeveel lyden en smart daar
heerschten.
In een benedenkamer van een zeer ver
vallen huis zat voor een tafel, begraven
onder rekeningen en papieren, de bezitter
van dat huis. Hy bad een weerzinwekkend
gelaat. Een verwaarloosde kleeduig omhulde
zyn magere gestalte, die in gebukte houding
over de papieren gebogen was. Voortdurend
fonkelden zyn oogen. Men kon het zyn
gelaat aanzien: hy was een giorigaard.
„Wel, Theresia," zoo wendde hy zich met
een listigen en boosaardigen blik tot de binnen
tredende, weinig vertrouwen inboezemende
meid, „wat hebt gy daarboven voor schatten
gevonden?"
f Jawel, mooie schatten, een tafel met drie
pooteD," gaf deze verachtelijk ten antwoord,
„die met den vierden hoek op het kozyn
rust, en waarvan alles afvalt, zoodra men
door de kamer loopt. Verder een strooien
hoed, waarmede juffrouw Miron wandelt en
de luie uithangt, in plaats van te werken.
Want sinds zy het kleed voor hertogin De
Loire hseft afgemaakt, waarvoor zy nog niet
betaald is, denkt zy niet meer aan werken
alsof ons, armen menschen, het geld zoo
maar in den zak stroomt 1 Nu, die zal nog
wel eens wat ondervinden, dat hoogmoedige
nest 1"
„Oude zottin," antwoordde de buisbaas
knorrig, „op de tafel behoeft ge niet te
rekenen; die is van my. Ik wil weten, wat
er nog meer in de woning is, iets wat hun
toebehoort, hun eigendombegrypt go, domme
gans?"
„Een olielamp sonder olie zag ik er nog,"
was haar norsch antwoord.
„Wat een dwaasheden! Denkt ge soms,
dat ik niets anders te doen heb dan naar
zulken onzin te luisteren!" bromde de huisbaas
tegen haar. „De lamp is van my. Ik vraag
je, wat is er boven nog meer?"
„Het bed, waarop de oude ligt, en de ge
scheurde matras, waarop juffrouw Margaretha
baar fijne ledematen uitstrekt."
„Anders niets, Theresia?" riep de woedende
huisbaas uit
„In den hoek lagen eenige papieren; daar
onder zal zich misschien nog een kleinigheid
bevindenmaar de hoogmoedige deern plaatste
er zich verdedigend vóór en verbood my er
aan te komen. Veel zal bet wel niet zyn;
het scbenen slechts vodden te wezen. De
oude smeekte zachtjes, by haar is do hoogmoed
gebroken, maar by die jonge zit de hoogmoeds-
duivel nog in het hoofd; zy meent, dat ze
ons kan trotsoeren.
„Die duivel zal er wel uit gedreven worden,"
vervolgde de oude meid hoonend. „Morgen
zitten zy beiden op straat zonder bed. Hoeveel
zou dat wel waard zyn?"
„Het linnengoed is dun, maar fijn en heel.
Het bovenbed is met roode zyde overtrokken,
maar hier en daar versleten. Als men dat
alles ziet, moet men werkelyk over de ver
vallen pracht van het dakkamertje lachen;
daarby het hoogmoedige gelaat van de juffrouw,
die niets te eten heeft. Hal hal Ja, ja
Theresia, gy hebt geiyk, dat volk kan het
nog altyd niet vergeten, dat de vader een
afstammeling van een oude adeliyke familie
uit Engeland is en de moeder een voorname
emigrantendochter. Ik heb het nog niet ver
geten, dat hy eens weigerde my de ontbrekende
duizend franken te leenen, om het schoonste
hotel van de Chaussée d'Autin te koopen. Hy
was ryk en nam aan het Hof een hoogen rang
in. Toen kwamen de onlusten van '48 en '49,
waarin hy byna geheel zyn vermogen verloor,
vluchten moest en zyn familie in Parya
achterliet.
„De zoon, een verwende jongen, moet naar
Indië gegaan zyn. Zy meenen, dat ik dwaas
genoeg ben, om hun geld te leenen, met het
oog op den toekomstigen rykdom van dien
zoon. Men zegt anders, dat men hem te Brussel
in het tuchthuis gezien heeft. Nu, die zal hen
dan ook niet voorthelpen I Voor my is de dag
van wraak gekomeD, en de wraak is zoet!"
Tbérè8e luisterde, voor haar was alles
belangwekkend, wat hy vertelde, omdat zy
dan meende in zyn gunst te zullen komen,
in de gunst van dien weerzinwekkenden man.
a Dus dan waren die lieden niets meer dan
wy?" sprak zy spottend.
„Wis 6D zeker niet beter, dat kunt ge
gelooven, Theresia I Zy gingen hoe langer hoe
meer achteruit, totdat het toeval de-door de
jicht verlamde vrouw met haar schoone doch
ter in het huis van Jacques Gordillière voerde,
die baar morgen met plezier buiten do deur
zet. Zoo veranderen de tyden, vroeger zag
het kind er aardig uit, wanneer het in eeu
roodzyden kleedje in de Tuileneën den veder
bal wierp. Het geluksrad wentelt, begryp dat,
Tbéróse, maak je dat ten nutte, zoolang je
leeft."
Daarby vertrok hy zyn gelaat tot een afschu-
weiyken grijnslach.
De dag neigde ten einde; alles snakte naar
lucht, want de menschen en planten waren
afgemat door de drukkende zon van een
Julidag.
Daarboven in het eenzame dakkamertje van
genosmd huis stond, tegen het venster geleund,
de slanke gestalte van Margaretha.
Als een gebroken witte lelie boog zy het
schoone en opvallend edel gevormde gelaat
voorover, dat omiyst was door lichtblonde
lokken, waarmede een windtochtje speelde.
Heete zweetdruppels parelden op haar mar
merbleek voorhoofd, dat, niettegenstaande de
warmte, koud was. De diep-blauwe oogen
hadden zulk een weemoedige uitdrukking aan
genomen; acbl zy spraken slechts van smart
en harteleed, zoodat het onbegrypeiyk moest
heeten, wanneer men dit beminneiyk wezen
wreed, zonder deelneming en medelyden kon
behandelen.
Eens smukte een ryke vlecht het gelaat,
dat vol uitdrukking was; zy was de afgunst,
de bewondering van anderen geweest, maar
dat haar viel als offer aan de schaar van den
haarsnyder in trouwe, zorgzame kinderliefde,
om voedsel voor de moeder te verschaffen.
Van dien vroegeren rykdom bleef haar nu
nog slechts een kort kroeshaar over, dat de
regelmatige gelaatstrekken nog wat meer deed
uikomen.
De groote wereldstad, met haar woelig leven,
haar tallooze menscben en hun bedry vigtaeid,
bestond voor haar niet, bood haar geen aan-
trekkeiykheid aan. Zy had slechts één ge
dachte, en in die eene gedachte lag voor haar
een gansche wereld. Het was de liefde en de
zorg voor haar arme, zieke moeder. Slechte
hy, die ooit een beminde moeder zag lyden,
kan begrypen, welke smart het voor een kind
is, het liefste op aarde zoo hulpeloos tezteo.
Dag en nacht had Margaretha onvermoeid
gearbeid, maar de toestand werd hoe langer
hoe hachelijker, het leven was te duur en de
arbeid, acht hoe werd die betaald? Dikwyls
slecht of in het geheel niet.
Met een smarteiyken blik keek zy naar haar
moeder; deze scheen te slapen.
(Wordt vervolgd^