N°. f1367
Dinsdag XO Maart.
»-fxm
Dit uommcr bestaat uit TWEE
Bladen.
Leiden, 15 Maart.
Feuilleton.
Ao. 1897
LÏIDSCI
DAG-BI
ÏEXTS DEZER OOUBANT»
Voor Lolden per 3 maanden.
franco per post-
Aftonderlpko Nommers
MO.
0.05.
Qeze jouraat wordt dagelijks, met uitzondering
70s (Zon- en feestdagen, uitgegeven.
PRIJS DER ADVERTETTTTÊN:
Van 1 6 regels f 1.05. Iedere regel meer f 0.17 Grooftvt
letters naar plaatsruimte. -• Yoor het incasseeren buiten do stad
wordt f 0.05 berekend.
Eerste Blad.
Officiëele Kennisgevingen.
Oprreping tot den werkeiyken dienst.
Do liurgemeestor van Leiden,
Gezien de oirculaire van den beer Commisearie
dor Koningin in de provinoie Znid-Holland, dd. 27
Jannari 11., A. No. 215^ (2de afd.), Provinciaal blad
No. 6;
Brengt ter kennis van don in deze gemeente ge-
Vestigden milieion-verlofgangor
MA0H1EL CORNELI8 DORREPAAL,
nummerverwieselaar van do lichting van 1894 uit
de gemeente Alfen (Z-H.), en boboorende tot het
8do regiment Vild-Artillerie,
dat bij krachtens art. 125 der Militiewet, tot den
werkeiyken dienst wordt opgeroepen, ten einde
gednrende het tijdvak van 25 Maart toten
met 15 April aanst. te wordoo geoefend, zul-
lendo bij daartoe op eerstgemelden datum, des
namiddags vóór vier uren, bij zgn corps, in garnizoen
to Breda, tegenwoordig moeten zijn, in uniform ge
kleed en voorz.on van al de voorwerpen van kleediDg
en uitruetiug, door hem bg zgn vertrek met groot
verlof medegenomen, alsmede van zijn verlofpas en
zakboekje
dat hg zich mitsdien vóór 25 Maart aanst., den
Zondag uitgezonderd, des voormiddags tnsschen 10
en 12 nren, voorzien van zgn verlofpas en zak
boekje, ter plaatselijke Seoretarie alhier behoort t e
vervoegen, tot bet ontvangen van een vervoerbewgs
en desverlangd van het hem toekomende daggeld;
en dat hij, bijaldien ziekte of andere wottige redenen
hem mochton verhinderen aan deze oproeping te
voldoen, verplicht is daarvan tgdig ter Secretarie
voormeld kennis te reven, in bet oorsto geval onder
overlegging van eeno geneeskundige verklaring.
Leiden, De Burgemeester voornoomd,
13 Maart 1897. F. WAS.
De Lakenhal werd gisteren bezocht door
1073 personen, waaronder 81 leerlingen van
het Genootschap „Mathesis Scientiarum Ge-
nitrix" en van de Ambachtsschool, die van
10-12 uren toegang verkregen.
De vazen van Colenbrander zün gearriveerd,
en er is ook nog interessant houtsnijwerk
bijgekomen, dat voor een groot deel bü den
concierge ter bezichtiging is en tegen uiterst
billijke prijzen verkrijgbaar is gesteld.
Met aankoop van die voorwerpen wordt
de nationale kunst zeer gesteund. Er ia van
alles, voor huishoudelijk gebruik: stoven,
lepelhangers, kistjes, handschoenendoozen,
messen, lepels en vorken, penhouders, enz.,
en ook aardige klompjes, die echt Holland-
sche producten, welke door Engelschen en Ame*
rikanen zoo worden gekocht.
Men denke er aan, dat de sluiting van de
tentoonstelling op 20 Maart is aangekondigd.
Met ingang van 16 Maart is door den
minister van binnenl. zaken benoemd tot
conservator bij de bibliotheek der Rijks
universiteit te Leiden, dr. P. C. Molhuysen.
Aan den heer J. G. Bethe is, op zijn
verzoek, eervol ontslag verleend als concierge
van het Loge-gebouw, tegen 1 Juni a. s.
De derde lezing vanwege de afdeeling
„Leiden van den Bond van Nederlandsche
Onderwijzers zal a. s. Zaterdag, 20 Maart, in
het Nutsgebouw gehouden worden. Prof. dr.
A. E. J. Holwerda zal dan spreken over „het
oude Ninive."
Yoor het examen in de nuttige hand
werken is geslaagd mej. H. A. De Bruyn,
van Leiden.
Gedurendt de 2de helft der maand Febr.
zfjn aan het postkantoor alhier bezorgd de
volgende brieven, welke, door onbekendheid der
geadresseerden, niet besteld konden worden:
A. Van Leeuwen, Van Sweden Co., Roozen
boom, B. Jacobs, Wed. Baars, Zeister, Amster
dam; M. d. Bant, M. De Jong, R. F. De
Wijs, 's-Gravenhage; Dr. H. J. Gerlings,
Groningen; Bar. Beelaerta van Blokland,
Leiden; WillemKoche,Uitgeest; J.Hertaworm,
Yianen (2 stuks), B. Pierloo, niet vermeld.
Briefkaart: Sligger, Voorschoten.
Brieven, verzonden geweest naar het buiten
land: E. M. Hazel ton—Black, Hetfordshire;
C. Bettelhem, Port-Said.
De Engelsche mail, met berichten uit
Indië, wordt hedenavond alhier verwacht.
Aan het gebouw van het Provinciaal
Bestuur werd heden aanbesteed het verrich
ten van eenig baggerwerk in den Ryn tusschen
Leiden en de schutsluis te Bodegraven.
Minste inschrijver was de heer J. Prins
van Wijngaarden, te Sliedrecht voor f 2757.
Het .Tijdschrift voor Geneeskunde"
vindt in de tweede lijst van dr. De Loos,
betreffende de oud-leerlingen der Hoogere
Burgerscholen met vijfjarigen cursus (van
1885 tot 1895), aanleiding om te wijzen op
het toenemende aantal gediplomeerden van
de H. B.-S., die voor arts gaan studeeren.
Terwijl het aantal jongelieden, die, van de
H. B.-S. komende, te Delft gaan studeeren
aan de Polytechnische School of de Indische
inrichting, in het tijdvak 188595, 1004
bedroeg, tegen 1238 in het tijdvak 186584,
was het aantal artsen in het tweede tijdvak
652, tegen 260 in het eerste. Van nieuw
aangekomen medici is blijkens een statistiek
in het Geneeskundig Jaarboekje het viervijfde
deel aan de H. B.-S. gekweekt. De redactie
van het „Tijdschrift" wjjst daarom op het
belang, dat de hervorming van het middelbaar
onderwijs ook voor de Nederlandsche genees
kundigen zal hebben.
In de vergadering van den Raad der
gemeente Yalkenburg werd het nieuwbenoemde
lid de heer A. Notenboom geïnstalleerd, ter
wijl tot onderwijzer aan de gemeenteschool
werd benoemd de heer A. Kuyt, thans als
zoodanig werkzaam te Osdorp, gemeente
Sloten (N.-H.).
De Gemeenteraad van Nieuwkoop be
noemde met algemeene stemmen tot onder
wijzeres aan de o. 1. school in het dorp mej.
D. Maats, thans onderwijzeres te Harderwijk
en No. 2 op de voordracht. Met de benoemde
stond onder No. 1 op die voordracht mej.
J. E. W. Brouwers, onderwijzeres te 's-Gra
venhage.
Tot leden van het stembureel, voor de
in 1897 te houden verkiezingen, werden be
noemd de heeren Jb. Yan Leeuwen Lzn. en
B. Kemp en tot leden van de Commissie voor
de Schutterij de heeren G. Vermey Hzn. en
H. Van Niekerk.
Uit 's-Gravenhage wordt het plotseling
overlijden vernomen van jhr. mr. G. J. Bee-
laerts van Blokland, lid der Tweede Kamer
en gezant voor Transvaal, aan de gevolgen
eener beroerte, die hem gisteren in 't kerkge
bouw trof. Op 54 jarigen leeftijd bezweek de
man, van wien hier en in Zuid-Afrika nog
zooveel werd verwacht.
Getrouw aan de tradities van zijn geslacht,
heeft hij zijne groote gaven voor het alge
meen welzijn besteed. Aanvankelijk ambtenaar
by het departement van justitie, onderscheidde
hy zich door groote scherpzinnigheid en tact
herhaaldelük was hü secretaris bü interna
tionale wetenschappelüke congressen, dank zij
zijn rechts- en taalkennis.
In 1883 werd hü door Tiel afgevaardigd
naar de Tweede Kamer, waar hy zich aansloot
bü de anti-revolutionnaire partü en weldra
een harer woordvoerders werd. Later vertegen
woordigde hü Delft. Gedurende eenige jaren,
tijdens het ministerie Mackay, was hü zelfs
voorzitter der Tweede Kacner.
Aan een zeer besliste politieke overtuiging
paarde hy groote rechtskennis en diep rechts
gevoel. Yaak nam hü een onathankelük stand
punt in. Als voorzitter was hü energiek in
houding en handelingen.
Door afkomst aan Zuid-Afrika gehecht,
vond bü gelegenheid daaraan züne krachten
te wyden na consolidatie van Transvaal. De
moeilüke taak viel hem ten deel de jonge
Republiek te vertegenwoordigen, in Nederland
zoowel als te Parüs, Berlün en Lissabon.
Het volle vertrouwen genietende van züne
Regeering, was hü voor de Republiek niet
enkel een uitstekend afgezant, maar tevens
een oprecht en warm vriend. H(j geloofde
aan de toekomst der Republiek en in züne
daden en gesprekken verloochende hü dat
geloof nooit. Welke zware taak hü nog ver
leden jaar te vervullen heeft gehad, toen de
inval in Transvaal ook hem verraste, is ge
noegzaam bekend. Yooral legde hü or zich op
toe, de banden tusschen Nederland en Trans
vaal waar het kon te versterken. Raadsman
van de vele Nederlanders, die in het nieuwe
rük zich wilden vestigen, en van de Trans-
valers, die in Europa belangen hadden, streefde
hü er naar zoo eenigszins mogelyk der
Nederlandsche industrie aldaar vasten voet te
geven en in dit opzicht hoopte hy nog zooveel.
Al die hoop en die verwachtingen zgn op
eenmaal vervlogen.
Zelf verhinderd Zuid-Afrika te bezoeken,
had hy nog kort geleden een zyner zonen
daarheen gezonden, om met de stamverwante
broeders te leven.
Aan strengen godsdienstzin paarde hü op
rechte verdraagzaamheid en btfzonderen een
voud van zeden.
Tot züne betrekkingen buiten de staatkunde
behoorde ook die van rentmeester van het
burgerweeshuis van Renswoude.
Onder de vele ridderorden, hem geschonken,
behoorde die van commandeur van den Neder-
landschen Leeuw.
In de kapel van het seminarie „Hage-
veld" werd Zaterdagochtend de plechtige uit
vaart gehouden van wyiqn den hoogeerw.
heer Jacobus Augustinus De Rijk, kanunnik
van het kathedraal kapittel van Haarlem en
oud professor in de wysbegeerte. Verscheidene
priesters van het Haarlemsche bisdom ook
de bisschop van Haarlem, de vicaris-generaal
en de president van het seminarie te Warmond,
verder oud-ambtgenooten, vrienden en leerlin
gen van den overledene woonden de plechtig
heid by.
Den deken Smeulders, een studievriend van
den overledene, wydde een woord van her
innering aan de nagedachtenis van den over
leden priester.
Heden heeft de ter-aarde bestelling plaats,
volgens de beschikking van den overledene op
het Kerkhof der eerw. zusters Ursuhnen te
Venraai.
Koningin Wilhelmina maakte Zaterdag
ochtend, na eenigen tyd op „Zorgvliet" te
hebben vertoefd, in amazone-kostuum een
rytoertje te paard naar Scheveningen. H. M.,
die vergezeld werd door een adjudant, reed
langs het noorderslag na&r den strandmuur,
welk werk zü in oogenschouw nam.
De Koringinnen maakten gisteren met
prinses Elisabeth een rijtoer in open landauer.
Men schrijft uit Delft aan het „Vad.":
In het vorig jaar werd in een corpsver-
gadering van het Delftsche S.-C. goedgekeurd
een voorstel van de commissie tot behartiging
van de studiebelangen, om het 19de lustrum
van het D. S.-C. in 1898 op to luisteren
door het houden eener tentoonstelling van
teekeningen van uitgevoerde werken en ont
werpen, alsmede van do vruchten van tech-
nischeu arbeid op het gebied der verschillende
ingenieurs, architecten en technologen, door
oud-leerlingen der K. A. en P. S. vervaardigd.
Aan genoemde commissie werd opgedragen
de plannen voor deze tentoonstelling te ont
werpen en aan het D. S.-C. ter goedkeuring
toe te zenden.
Alvorens echter deze plannen te maken,
wilde de commissie zich vergewissen of deze
tentoonstelling kans van slagen had.
Yan den raad van bestuur der P. S. mocht
zü reeds biyken van instemming met het plan
ontvangen, een onderzoek naar de mogeiykheid
van beschikbaarstelling van lokalen der P. S.
zal worden ingesteld, ten einde bü gunstigen
uitslag een voorstel aan den minister van
binnenlandsche zaken ter goedkeuring te
onderwerpen.
Een niet beschikbaar-stellen van deze lokalen
zou aan de tentoonstelling een groot deel
harer actualiteit doen verliezen en misschien
leiden tot bezwaren van anderen aard, waar
door de plannen niet uitvoerbaar zouden
biyken.
Een oproep tot steun en advies wordt door
de commissie tot behartiging der studie-
belangen gericht tot alle gepromoveerde oud-
leerlingen der K. A. on P. S.
Een semie arts aan de universiteit to
Amsterdam werd dezer dagen tot arts bevor
derd. Hy maakte echter, geiyk men weet,
bezwaar den eed af te leggen en daarom
werd zün diploma ingeboudon totdat da
minister hieromtrent een beslissing zou hebben
genomen. Deze heeft beslist, dat de betrokkene
met een belofte zou kunnen volstaan. Na het
afleggen daarvan is hem Zaterdag het diploma
uitgereikt.
De Hollandsche Maatschappy van Land
bouw zal in de door den minister van water
staat, op voordracht der hoofdcommissie, te
benoemen commissiën voor de wereldtentoon
stelling te Parüs vertegenwoordigd worden
door haren president, den heer D. F. A.
Bauduin, en haren secretaris, den heer P. F.
L. Waldeck. Yan het Nedërlandsch Land-
bouwcomité zullen geen vertegenwoordigers
in de commissie zitting hebben.
Voor eenigen tüd werd te Alkmaar door
de vereeniging „Koniokl. Handboogschutterü
St. Sebastiaansdoelen" een uitnoodigiog ge
richt tot alle andere bekende vereenigingen
in de stad, om het initiatief te nemen tot
schitterende viering der kroningsfeesten in
1898. Vier en veertig vereemgingen betuigden
adhaesie met dit plan. Uit bun afgevaardigden
werd een feestcommissie samengesteld, waar
uit een bestuur van 36 leden is gekozen. Dit
bestuur hield Yrüdag avond haar eerste ver
gadering tot verkiezing van titularissen en
verdeeling der werkzaamheden.
Tot algemeen voorzitter werd gekozen mr.
A. M. De Lange, advocaat; tot secretaris H.
P. Ibink Medembrink. Reeds was in de vorige
vergadering besloten, het eere-voorzitterschap
aan te bieden aan den burgemeester, den
majoor-directeur der Cadettenschool, den presi
dent der rechtbank en den majoor der dienst
doende schutterü.
Yan ieder dezer heeren was een schryvsa
ingekomen, waarbg die functie werd aanvaard.
Het bestuur heeft zich gesplitst in eene hoofd
commissie en 4 commissies, respectievelijk
voor den optocht, het vuurwerk en de avond
feesten, volksfeesten en kinderfeesten.
Het Centraal-Comité der anti revolution-
naire partü is opgeroepen tegen a. 8. Zaterdag
den 20sten Maart, tot eene vergadering, te
Amsterdam te houden, waarin het ontwerp
voor het Program van Actie met de toelich
ting definitief zal worden vastgesteld.
Binnenkort zullen van Rozendaal weder
8 zusters naar Suriname vertrekken, om ondtf
de melaatschen haar liefdewerk te voltooien.
Reeds 52 zusters van het klooster te Rozendaal
zgn te Suriname werkzaam.
Bü (len vüand.
Slot.)
De wolken joegen in zware, grauwe massa's
voorbü de volle maan. MoDigmaal was de
straat helder verlicht. Na eenige minuten
hoorde ik in de stilte van den nacht van
verre reeds bet getrappel van galoppeerende
paarden, vervolgens het „werdal" der schild
wachts. Een patrouille van ons kwam weldra
nader.
„Wat is er te doen?" riep ik den ruiters toe.
„Men hoeft op ons gevuurd, inhetboschl"
was het antwoord. Zü waren nog maar met
zün tweeën; één moest er alzoo gebleven
zün
Op -de hofsteden aan de overzüde werd het
nu eveneens levendig. Eenige ruiters wag
gelden slaapdronken naar de stallen. In de
schaduw van een huis stonden twee boeren,
die met gedempte stem een levendig gesprek
voerden.
„Ja, ja," zei de een, „ik zeg je, het eene
bataljon na het andero trok door de stad,
toen ik daar onlangs wasZü defileerden
voor den generaalnu zün zü er, en wij
zullen ze nu gauw kwüt zijn, die Zün
woorden gingen in half onderdrukte scheld
namen verloren.
Ik trad verder op de nu juist helder ver
lichte straat. Langzaam, met eenigszins gebukt
hoofd, gingen de twee boeren ieder huns
weegs, zonder verder een woord te zeggen.
De spreker van zoooven keek schuin naar
den kant, waar ik mü bevond.
Weldra kwam het bevel om te zadelen.
Wy slenterden het overige van den nacht in
den stal en op de straat rond, allen ln c'e
grootste spanning. Men vormde kleine groepeD,
die de mogelgkheid van een aanval bespraken.
De patrouille was in het bosch, een kleine myi
van ons kwartier, met een hevig geweervuur
begroet. Van een der dragonders was het
paard doodgeschoten en hyzolf waarschyniyk
gevangengenomen. Langzaam naderde de
morgen. Met het daglicht verdwenen onrust
en bezorgdheid. Wy schudden den paarden
voeder voor en wierpen ons toen in den stal
op het 8troo, om nog wat te rusten. Na
eenigen tyd stond ik op, om naar een ontbyt
om te zien.
Toen ik de keuken binnentrad, zat daar
een jongmensch van ongeveer vyf en twintig
jaar in een druk gesprek met Claire, de
dochter der gastvrouw, gewikkeld, een knap
man met een echt Fransch gezicht. Ik groette,
hy dankte vriendeiyk. Nadat ik mün verlangen
naar een ontbgt had te kennen gegeven, ging
ik by het raam zitten en stak een sigaar op.
Toen brak die püniyke stilte aan, welke op
een gestoord gesprek pleegt te volgen. Ik
sloeg het paar scherp gade en spoedig kwam
het vermoeden by mü op, dat de jongeling
de verloofde der schoone Francais© was. To
geiyk echter ontwaakte by my eenig wan
trouwen tegen hem, dat ik maar niet ver-
dryven kon. Ik wist zelf niet juist, waarom.
„Hy behoort by genen daar, in het bosch I"
sprak ik by müzelf. Dat het my te voren,
toen ik binnenkwam, had toegeschenen, alsof
het meisje verschrokken was, kon toch geen
geldige reden zgn. Ik besloot echter myn
waarnemingen voort te zetten.
Na een korte poos vroeg ik plotseling naar
het bosch, zgn uitgestrektheid en de wegen
daarin. Hy gaf my korte antwoorden. Zy
stemden overeen met hetgeen ik reeds door
mgn kaarten wist. Daarop begon hy met het
meisje weer een binnensmonds gevoerd ge
sprek, dat ik onmogeiyk kon volgen. Kort
daarop werd het signaal „voeder-halen" ge
blazen, en ik ging met mgn kameraad heen.
Toen wü terugkwamen, was de Franschman
verdwenen.
„Heeft uw bezoeker afscheid genomen,
juffrouw Claire?" vroeg ik het meisje.
„Jawel, mgnheer," antwoordde zü, doch
wierp mü tevens een blik toe, dien ik nimmer
zal vergeten; het was een blik, vol van den
grimmig8ten haat.
Eenigen tüd daarna marcheerde een com
pagnie voetvolk het dorp in; men had ze op
het bericht van onzen ritmeester, dat onze
patrouilles op den vyand gestooten waren,
uit het naburige stadje gezonden, om het dorp
togen een mogsiyken overval te beveiligen.
De musketiers plaatsten hun geweren in rotten
en drentelden schertsend met de bewoners
van het derp op 4e straat rond.
Ik bleef intusschen in huis en hield my
met myn wapens bezig, die door het slechte
wedor erg geleden hadden. Toen ik
myn sabel wilde trekkeD, om de kling te
bezichtigen, kon ik haar niet uit do scheede
krijgen. Zóó hard verroest kon zy toch in
één nacht niet zijn! Ik nam die van myn
kameraad; deze zat eveneens in de scheede
vast. Toen ik opkeek, bemerkte ik Juist nog
een vluchtigen blik van het meisje, dien het
op my had geworpen. Dat was hoonl Ik
wist, waaraan ik my te houden had. De
schroef, die het leer der scheede vasthoudt,
was sterk aangedraaid, en daarmee de kling
ingeschreefd. Nu wist ik ook, dat het bezoek
in huis uit het hosch gekomen was. Nadat
ik de schroeven weder losgedraaid bad, legde
ik de beide uitgetrokken sabels op de tafel,
alsof ik de klingen wilde poetsen. Hot meisje
ging 8Del de kamer uit.
Kort daarop kwam een patrouille van de
buitenposten fluks het dorp binnendraven.
Naar zü berichtte, begon de vüand het bosch
te verlaten en togen de buitenposten op te
rukken. Er werd geblazen; bü de infanterie
klonk het bevel: „Aan de geweren!" Ginds
aan den boschkant knetterden reeds de eerste
schoten. Weinig minuten later zaten wü in
den zadel en reden weg, zonder afscheid te
nemen. Niemand had zich in het huis laten
zien.
Terwyi het eskadron onder de bescherming
van een alleenstaande hoeve opmarcheerde,
had zich rechts vóór ons het gevecht ont
wikkeld. Onze infanterie, aan den rand van
een met Btruikgewas begroeide sloot als
tirailleurs uitgestrekt, trachtte het voortdrin-
gen dos vüands met een goedgemikt vuur te
beletten, hoewel deze in belangrük sterker
aantal uit het bosch te voorschün kwam. Het
konden wel zeshonderd man zgn, die daar
langzaam voorwaarts rukten, allengs de sloot
naderby komend. Het scheeD, alsof de onzen
ze moesten opgeven; hot vuur zweeg eensklaps,
de vyand drong levendig vooruit. Daar barstte
hem eensklaps een salvo tegen, snelvuur,
sebot op schot, donderend het eene na het
andere. H\j talmde wankolde week.
Ieder oog onzsr ruiters hing aan 't gevecht.
Opeens verhief zich onze ritmeester in den
zadel. Ik zal nimmer den blik vergeten, die
langzaam over de eskadrons heenzweefde.
„Eskadron, sabel opl Ten aanval marschl"
commandeerde hü. De klingen vlogen uit de
scheeden. Onwillekeurig moest ik lachen, toen
ik de sabel trek. Voorwaarts ging het. Juichend
draafden wg onzen musketiers voorbü. Nog
één geweersalvo barstte teg9n ons los, te
hoog, om schade toe te brengen, en in het
volgende oogenblik braken wü door den vüand
heen, die in de grootste verwarring naar het
bosch vluchtte, zich aan den woudrand onder
een hevig vuur tot nieuwen tegenstand ver
zamelde.
Een signaal om ons weer by elkaar te
voegen riepen de ruiters van een nutteloos©
nadering der gevaariyko vuurlinie terug. Het
eskadron bracht een aantal gevangenen mede;
een ander gedeelte der vyanden was door hon
verderflyken aanval omgekomen.
Wy hielden ons een tgdlang op het tooneal
van het gevecht op. Toen kwam het bevel,
met de inmiddels aangekomen versterkingen
de vervolging van den vüand door het bosch
voort te zetten.
Ik werd nog eens naar het dorp terug
gezonden, om onze bagagewagens te laten
volgen. Snel reed ik de voorplaats van ons
kwartier op, ten einde het vroeger verzuimde
afscheid thans te nemen. De oude vrouw stond
weenend bü de deur en veegde met haar
voorschoot de tranen af, die langs haar wangen
liepen. Achter haar leunde Claire tegen den
muur en hield snikkend beur handen vóór
het gezicht. Een oogenblik keek zy op, toen
ze my hoorde spreken.
„Gg hebt hem gedood, afschuweiykeP
riep zg.
Ik had in de vreugde dor zegepraal den
Franschman geheel en al vergeten. Zwygend
en in gedachten verzonken, reed ik weg.
Of hü werkeiyk gesneuveld was?... Ik wee
het niet. Toen ik echter acht dagen later
toevallig weer door het dorp reed, stond Clalre
aan het venster bleek ah een lyk en is
't zwart gekleed