N°. 11361
Dinsdao: 9 Maart.
A«. 1897
Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van (Zon- en feestdagen, uitgegeven.
Dit nommer bestaat uit TWEE
Bladen.
Eerste Blad.
Leiden, 8 Maart.
euilleton.
Een heldhaftige vrouw.
LEIDSCH
BAfrBLAD.
U
PRIJS DEZER COURANT;
Voor Leiden per 3 maanden. 1.1?.
Franco por post1.40.
Afzonderlijke -Nommers 0.05.
PRIJS DER AD VERTEN TIÉN t
Van 1 6 regels f 1.05. Iedere regel meer f o.i7|. - Grootef?
letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren hulton da stan
wordt f 0.05 berekend.
Ofüciëele Heuuissevingen.
Wij achten het niet overbodig hoofden of be
stuurders van fabrieken of werkplaatsen opmerk
zaam te maken op hunne verplichting ten aanzien
van de sedert 1 Januari j. 1 iu weiking getreden
Veiligheidswet (Wet van 20 Juli 1895, Stsbl. No. 137),
dio echter alléén van toepassing is op die inrich
tingen, waar een krachtwerktuig of oven wordt
gebezigd of waar 10 of meer personen werk
zaam ziin.
Hoofden of bestuurders van dergelijke inrich
tingen zijn verplicht vóór 1 April a. s. aan
den Burgemeester opgave te doen van het bedrijf,
door hen uitgeoefend, de soort van drijfkracht
en het aantal krachtweiktuigen, door hen ge
bezigd, en het aantal personen, in hunne inrich
tingen werkzaam.
Tevens wijzen wij op de verplichting tot het
dien van aangifte binnen 3 rnaal 24 uren, even
eens' aan den Burgemeester, van elk ter zake van
zijn bediijt aan een persoon overkomen ongeval.
Heeft die persoon echter binnen 2 maal 24 uren
zijn gewonen arbeid hervat, dan vervalt de ver
plichting tot aangifte, tenzij de gevolgen van het
ongeval zich eerst later openbaren
L>ezc bepaling kwam vroeger eenigszin9 ge
wijzigd voor in de Arbeidswet.
Overtreding van een dezer bepalingen wordt
gestraft met hechtenis van ten hoogste ééne
maand of geldboete van ten hoogste honderd gulden.
I)o formulieren voor de beide hierboven be
doelde kennisgevingen liggen ter Secretarie dezer
gemeente ter inzage, terwijl aldaar meerdere en
volledige inlichtingen ongetwijfeld zullen worden
verstrekt.
't Is echter van groot belaDg voor hen, die
eenigen tak van fabrieks- of handwerksnijverheid
uitoefenen, zelf een kijkje id de Wet te nemen
en in de onlangs vastgestelde maatregelen ter
bevordering van do veiligheid, de reinheid, de
temperatuur, enz. in fabrieken en werkplaatsen.
Elykens eene uitvoerig© correspondentie
tusschen den arrondissements schoolopziener,
de plaatselijke schoolcommissie en het college
van' b. en Ws., -werden door den arrondisse
ments schoolopziener en de plaatselijke school
commissie verschillende bezwaren geopperd
tegen de bepaling van art. 9 der Verordening
van den llden Januari 1894 (Gemeenteblad
No. 4 van 1894), luidende:
„Aan derde onderwijzers en onderwijze
ressen kan, indien zg niet in het bezit zijn
van den hoofdonderwijzersrang en den leeftijd
van dertig jaren bereikt hebben, zoodra zü
tien jaren in dienst der gemeente of elders
zijn werkzaam geweest, door den Gemeente
raad, op voorstel van Burgemeester en Wet
houders, eene verhooging van 50 worden
toegestaan en andermaal op vijf-en-dertig
jarigen leeftijd en met vijftien dienstjaren
etne gelijke verhooging."
Het facultatieve dezer traktementsverhoo
ging gaf den heer arrondissements school
opziener aanleiding tot de opmerking, dat zij
in strijd zou zijn met de wet op het lager
o.iderwijs, terwijl de Plaatselijke Schoolcom-
m ssie hare bezwaren vooral ontleende aan
üj moeilijkheid der uiUo ring.
Hoezier B. en Ws. het wettelijke bezwaar
in geenen doele als juist kunnen erktnnen,
en hun het practische bezwaar niet onover
komelijk voorkomt, hebben zy na rijpe over
weging bosloten zich neder te leggen bfl de
zienswijze van de Schoolcommissie.
B. en Ws. werden tot deze conclusie ten
slotte geleid door deze overwegingen
lo. dat de toekenning van de facultatieve
verhooging in het vervolg tot allorlei bezwa
ren leiden zal, nu de Plaatselijke Schoolcom
missie, wier advies daarover steeds moet
worden ingewonnen, verklaard heeft zich niet
in staat te achten met volkomen zekerheid
over.de aanspraken der onderwijzers en onder
wijzeressen op bedoelde facultatieve verhoo
gingen een billijk oordcol te vellen;
2o. dat de jaarwedden der derde onderwijzers
en onderwijzeressen, niet in het bezit der
hoofdakte, welke voor jongere onderwijzers
alleszins voldoende moeten worden geoordeeld,
voor hen, die op boogeren leeftijd zijn gekomen
en aan de scholen goede diensten bewijzen,
nauwelijks voldoende kunnen geacht worien.
Op deze gronden geven B. en Ws. den
gemeenteraad in overweging vorenstaande
bepaling van art. 9 der Verordening van 11
Januari 1894 aldus te wijzigen
„De derde onderwijzers en onderwijzeressen,
die niet in het bezit zijn van den hoofd
onderwijzersrang en den leeftijd van dertig
jaren bereikt hebben, ontvangen, zoodra zij
tien jaren in dienst der gemeente of elders
zijn werkzaam geweest, eene verhooging van
50, en andermaal op vyf en-dertigjarigen
leeftijd en met vijftien dienstjaren eene gelijke
verbooging".
Bij aanneming van dit voorstel zal eene
verhooging van jaarwedde moeten worden
toegekend aan
J. Den Ouden ad 50, mej. C. F. L9 Clercq
ad 100, J. Van den Briel ad 100, mej.
S. H. Boer ad 50, mej. J. C. C. Van Kempen
ad 100, J. G. F. Van Ewijk ad 50, J. M.
Laban ad 50 en mej. C. P. S. M. Dikshoorn
ad ƒ100, een en ander met ingang van 1
Januari 1897, en voor zoover zij op dien
datum den 30- of 35-jarigen leeftijd hebben
bereikt.
Naar aanleiding van een desbetreffend
verzoek van J. De Lauge en andere bewoners
van buizen, staande aan het gedeelte van
den Witten Singel van den Trekvliet tot aan
de Laatste Straat, om bedoelde strook grond
te doen bestraten en voor oen betere afwatering
te zorgen, deelen B. en Ws., na overleg met
de Commissie van Fabricage, mede, dat er op
dit oogenblik nog geen termen bestaan om
aan het verzoek gunstig gevolg te geven.
Zooals den gemeenteraad toch bekend is, wordt
een onderzoek ingesteld omtrent de vraag,
welke werken en verbeteringen noodig zi)n
in verband met de .grensuitbreiding in de toe
gevoegde gedeelten, zoodat thans de tijd nog
niet is gekomen, om tot zoodanige partiëele
verbeteringen, als door adressanten worden
verlangd, over te gaan.
Overigens bestaat aan de door hon ge
vraagde bestrating, enz. geen dringende be
hoefte, daar reeds een trottoir aanwezig is,
zoodat door voetgangers van de hier bedoelde
strook grond geen gebruik behoeft te worden
gemaakt en in de afwatering van het pad i3
voorzien door eenige kolken, welke door bui
zen het water naar den Singel afvoeren.
Ten slotte kunnen B. en Ws. mededeelen, dat
de kosten van de bestrating en van de ver
betering der rioleering zijn geraamd op on
geveer ƒ6000.
Z(j geven daarom in overweging aan adres
santen to kennen te geven, dat aan hun
verzoek op dit oogenblik geen gunstig gevolg
kan worden gegeven, doch dat daarop zal
worden gelet bij de uitvoering van de werken,
die-ün verband met de grensuitbreiding noodig
zullen worden geacht.
Aan den gemeenteraad leggen B. en Ws.
over een lijst van aangeslagenen op het kohier
der plaatselijke directe belasting van 1896, die
in den loop van dat jaar overleden zijn of de
gemeente hebben veriaten.
Zy stellen voor op de betrekkelijke aanslagen
afschrijving te verleenen.
De Commissie van Financiën heeft geene
bedenkingen tegen den staat van af en over
schrijving, dienst 1896, van de dd. Schutterij
en stelt mitsdien voor tot goedkeuring daar
van over te gaan.
Meermalen is geklaagd over het schok
ken van de wagens op de wissels van den
paardenspoorweg, waaraan zoude kunnen
worden te gomoet gekomen door verwisseling
van do wisselrails en de wisselstukken in
het paardonspoor.
De directie van de Rotterdamsche Tramweg-
Maatschappij heeft zich bereid verklaard de
bovenbedoelde werken tot stand te brengen,
mits vanwege en voor rekening van de ge
meente de ten gevolge van die werken
noodige herstratingen geschieden.
De herstrating is noodig voor ongeveer
2000 centiaren en de daaraan verbonden kosten
van herstraten, zand en eenige nieuwe keien
worden geraamd op ongeveer 500.
Het komt B. en Ws. bil'ijk voor, dat deze
buitengewone uitgave ten Jaste komt van de
gemeente, terwijl de kosten voor het voort
durend onderhoud van de straat, tot een
halven meter ter weerszijden van de rails,
blijven ten laste van de Rotterdamsche
Tramweg-Maatschappij, overeenkomstig de be
palingen van de concessie.
B. en Ws. geven mitsdien in overwc-ging
hun college te machtigen tot het doen uit
voeren van de bovenbedoelde herstratingen,
zullende te zijner tyd een voorstel tot
verhooging, voor zooveel noodig, van het
artikel der begrooting „Onderhoud van straten
en pleinen" worden ingediend.
Na overleg met de Commissie van Fa
bricage geven B. en Ws. in overweging gun
stig te beschikken op het verzoek van de
Leidsche Katoenmaatschappij, ter bekoming
in eigendom van een strookje grond van het
Waardkerkhofplein achter de Oostorkerk,
nader aangeduid op de overgelegde teekening,
waarvan het bezit voor die industrie van het
grootste belang is.
Zy stellen uit dien hoofde voor:
lo te verklaren, dat niet meer voor den
openbaren dienst bestemd is een strookje
grond van het WaarJkerkhofplein, kadastraal
bekend onder sectie C, ter grootte van onge
veer 54 centiaren;
2o. dij strook grond in eigendom af te
staan aan de Leidsche Katoenmaatschappij,
voorheen De Heyder Co., tegen betaliog
van een koopprijs van 6 per centiare en
van de kosten van overdracht, zoomede van
de kosten van de verplaatsing van het zand-
hok daar ter plaatse.
Bedoeld zandhok kan gemakkelijk naast het
bonhuis aan de andere zijde van de Waard-
kerk worden geplaatst.
Zooals werd medegedeeld, vervalt met
1 Mei a. s. de pacht van do opbrengst van
het buffet in de Gehoorzaal, voor den tyd van
drie jaren gepacht door de Nederlandsche
Buffetmaatschappij te Amsterdam voor 3500
per jaar.
Vermits door den gemeenteraad het ver
langen is te kennen gegeven tot eene open
bare verpachting over te gaan, en wel, even
als in 1894 is geschied, tweeledig, als van de
bediening van de buffetten, zooals thans de
Gehoorzaal is verpacht, en in de tweede plaats
van de geheele exploitatie van de Gehoorzaal
en bloc, hebben B. en Ws. de bestaande voor
waarden van verpachting van de bediening
van de buffetten en de in 1894 opgemaakte
voorwaarden voor eene verpachting en bloc
eenigszins herzien.
Krachtens de bestaande voorwaarden o. a.
geschiedt het witten der plafonds, zoomede het
maandelijks boenen van den parketvloer in den
Foyer voor rekening van den pachter.
Het witten van de plafonds is thans opge
nomen in het onderhoudswerk der gebouwen
dat voor drie jaren is aanbesteed. Bovendien
komt het B. on Ws. voor, dat het brengen
van de kosten van deze wtrken ten laste van
den pachter, de pachtvoorwaarden te zeer
bezwaart, en dat die kosten meer eigenaardig
ten laste van de gemeente moeten kooien.
De tjjd van verpachting wordt thans voor
gesteld op vyf jaren, hetgeen meer gewenscht
wordt geacht dan een drie-jarige verpachting,
mat het oog op de uitgaven van den pachter
ter zake van eene behoorlijke inrichting der
exploitatie.
Ook in de tarieven zijn eenige veranderingen
aangebracht.
Voore rst in het gewoonlijk toegepast of
het lage tarief, op grond, dat de huur van de
bovenzaal en van de receptiekamers voor ver
gaderingen en andere bijeenkomsten, in ver
houding tot de buur van andere lokalen in
de gemeente, nog te hoog moet worden geacht.
De huur van de bovenzaal, zonder foyer,
tot 's namiddags 5 uren, is gesteld van 3
op 2.50.
Van 's namiddags 5 uur van ƒ5 op 3,
den geheeleü dag van 6 op ƒ5.
De huur vati de beide receptiekamers is
verlaagd tot 5 uron van ƒ2.50 op ƒ2; van
's namiddags bl/2 uur van 4 op ƒ3, den
geheel jn dag van ƒ5 op ƒ4.
De huur van een van de receptiekamers is
verlaagd tot 's namiddags 5 uren van ƒ1.50
op f 1.
Van 's namiddags bx/2 uur van 2'op 1 50
en den goheelen dag van 3 op ƒ2.
De bevoegdheid van abonnement, voor min
stens 20 dagen of avonden te nemen, met eene
reductie van 25 percent, is, met het oog op
bovengenoemde verlaging, vervallen, met uit
zondering voor den pachter, wat betreft voor
stellingen of uitvooringen, voor zijne rekening
te geven.
Tot dusverre werd, behalve door den pachter,
alleen een abonnement voor het gebruik van
de bovenzaal genomen voor de repetitiën van
de Zangvereeniging van de Maatschappij tot
bevordering der Toonkunst.
Verder is weggelaten do bepaling, dat do
receptiekamers niet worden verhuurd voor
partijen of diners, van welke verbodsbepaling
de noolzjkeiykheid niet wordt ingezien. Voor
kleinere partyen toch kan de foyer somwijlen
te groot worden geacht.
Den gemeenteraad wordt overgelegd een
verzoek van den heer J. A. Van Hamel,
notaris, waarbij namens den heer J. Th. L.
Withof en mede-eigenaren van het buitengoed
„Groenhoven" asn den Witten Singel een
plan voor stratenaanleg wordt ingedisnd ter
goedkeuring, met bepaliDg van de hoogte dier
straten en vaststelling van do rooilijnen,
ten einde reeds bij den aanstaanden verkoop
kunne worden aangegeven welke terreiaen
bestemd zullen zijn voor straat.
De Commissie van Fabricage, omtrent hel
ingediend plan door B. en Ws. gehoord, heeft
bericht, dat tegen het plan bij baar geen be
zwaar bestaat, terwijl zij zich met de aan de
straten te geven breedte goed kan vereenigen,
en de hoogte der straten zoude moeten worden
bepaald op 25 a 30 cM. boven de kruin Yam
den Singel.
Zich vereenigenöe met het advies dier Com
missie, geven Burg. en Weths. den Raad
in overweging het plan goed te keuren, en
dus de bree-te der aan te leggen straten to
bepalen op 14 meters, met inbegrip van do
trottoirs, en de hoogte op 25 a 30 cM. boven
de kruin van den Singel, overeenkomende met
gemiddeld 1 meter N. A. P, zullende de rooi
lijn later kunnen worden aangegeven.
In een uitvoerig rapport aan den Raad
blijven B. en Ws. hun voorstel voor den bouw
oener nieuwe lagere school 3de klasse aan
de Heerenstraat handhaven, en stellen zjj duo
voor te besluiten tot de oprichting eoner
school aldaar, volgens het overgelegde plan.
Later zal alsdan een voorstel worden inge
diend tot aanwijzing der noodige gelden.
Gisteren werd de Lakenhal letterlijk be
stormd. De ijverige cocciorge, de heer Leget,
bad tusschen 12 en 4 uren zijn handen vol om
de bezoekers te „turven", en by bet sluitings
uur bleek, dat er niet minder dan 974 be
zoekers waren geweest. Over belangstelling
hebben de inrichters en de exposanten du»
waarlijk niet te klagen. Door een Haagsch
ingezetene werd een Deventer tapyt besteld,
naar een in de zaal aanwezig staal, torwjjl
ook eenige faïjnce vazen van de fabriek
„Holland", te Utrecht, door verschillende par
ticulieren hier ter stedo werden aangekocht
Bijzondere aandacht trekken vooral dotapyten
(van de Doventersche en Amersfoortsche fa
brieken), de meubelen van de firma Haag Zn.,
28)
We hebben hem bedorven," merkte de
oudste stafofficier op. „Chastanié en jy hebben
dat althans gedaan. Zend hem terug naar de
lanciers van Poniatowskil De discipline is daar
niet groot."
Het is jammer en heel hard voor je,
Pallisseaux, dat weet ik," zeide Chastanié,
terwijl hy onder zyn blonde snor glimlachte.
„Maar wat i3 er aan te doen? Het geld hebben
we eerlijk gewonnen. Het is jouw schuld
geweest, dat de jongen niemand een zoen
heeft gegeven."
Heel goed," zeide Pallisseaux koeltjes,
terwijl z\jn scherpe oogen weer naar het kamp
koken. „Dat geld is voor jelui. Ik heb je
immer3 al betaald l Maar ik ben van plan,
om, als we tyd hebben, den jongen Mnizek
eens de eer3te begrippen van eerbied in te
prenten. Ik zal hem eens een lesje geven.
Daar kan je zeker van z(jn; dat zal ik doen."
Zyn heldere stem veranderde niet van toon,
terwijl hy sprak, maar zyn oogen kregen een
zeer onaangename uitdrukking, toen hy zweeg.
Ik zal by de los tegenwoordig zyn,"
zeide Li Bourdonnaye. „Mignon hoeft my
geamuseerd en zfin streken zya aardig. Er
zal wel een man uit hem groeien; daarvoor
behoof jj niet bang to zyn. Er zit veerkracht
in dtn jongen en hy houdt van werken."
Hy heeft het maar eons knapjes gedaan,"
grinnikte een andere stafofficier, „'t Is me
een vlugge jongen; 't is jammer, dat hy geen
Franschman is. In een wip had hy dien
mantel over je hoofd gegooid. Je was dronken,
Pallisseaux, en dat was in zyn voordeel. Maar
we zullen het hem wel betaald zetten, als we
te Osterode komenPallisseaux bracht de eene
hand naar zyn punt-snor.
Ja, dat heeft hy heel knap, heel handig
gedaan," zeide hy. „Maar ik zal dien kleinen
duivel eens een ander kunstje leeren."
Terwyi hy sprak, vestigden zich zfin oogen
opnieuw op het kamp. Een kleine troop sol
daten kwam van daar, dwars over het veld
heen. Die soldaten brachten een gevangene
naar het heuveltje. De oogen van Pallisseaux
gingen voor een oogenblik, koud en onver
schillig, langs hen heen.
De spion," merkte Chastanié op, die in
dezelfde richting keek. „De man werd gister
avond binnen de voorposten gegrepen."
De prins wenscht hem te ondervragen,"
zeide La Bourdonnaye. „Ik geloof, dat het
een Russische Jood is."
Niemand stelde belang in den spioD. De
meeste stafofficieren keken naar hun aan
voerder en spraken over het keizerlyk bevel.
Ir. tusschen kwamen de wachten en hun
gevangene naderby.
De banden van Pahlen waren geboeid en
hy liep tusschen twee soldaten in. De kleur-
looze dag en het gezicht van die massa
menschen, die op den heuvel by elkaar
waren, vervulden hem met een vreemd
gevoel, alsof men hem geleid had naar een
plaats, waar iets te zien was, dat niets met
zyn leven te maken had en dat hem in geen
enkel opzicht aanging.
Hy had eon ellendigen nacht doorge
bracht. De overtuiging, dat hy zyn leven
gewaagd en verloren had voor een vrouw,
die met voorbedachten rade besloten had om
zichzelf ten gronde te richten, was een
treurige gedachte. Wat hij eens zoozeer had
gevreesd, was nu gebeurd; zy had hem in
het verderf gestort, ofschoon het ongeluk in
een anderen, verschrikkelykeren vorm tot hem
was gekomen dan hy zich had voorgesteld.
Het was een vreeseiyke dood, als spion te
sterven. Door haar dwarsdryvêry had zy dit
-ongeluk over hem gebracht. Den geheelen
nacht had hy over haar en zyn eigen dol
zinnige daden nagedacht.
Toen hy in de nabyheid van den prins
kwam, veranderde zijn gemoedsstemming. Hy
had zich onmogeiyk ia zyn treurigen toestand
kunnen indenken. Daardoor had hy het gevoel
gehad, alsof al hotgeen er gebeurde hem
volstrekt niet aanging, maar nu was het,
alsof al zyn vermogens plotseling in kracht
toenamen. Hy werd het zich helder bewust,
dat bet meest gewichtige oogenblik van zjjn
leven zou aanbreken.
Hy begon te denken aan zyn dood. Hy
trachtte zich duideiyk te maken, dat hy en de
tyd en al, wat op de wereld ia, voorbygaat.
Maar hy voelde met afschuw, dat hy zich
daar niet kon indenkendat een lichaam, dat
gezond en sterk is en vry ademhaalt, dat het
leven nog met kracht door zyn aderen voelt
tintelen, zich geen denkbeeld van eon eeuwig
heid kan maken. Zyn oogen dwaalden van
den troep officieren naar d9 velden en den
weg en de hutten, die tegen den zoom van het
berkenbosch stonden, en richtten zich toen
weer verder naar don matblauwen horizon.
Iodere zenuw was strak gespannen; by wist,
dat hy binnen een uur waarschyniyk dood
zou zyn. Hy was verbaasd, nu hy voelde,
dat de dood hem vrees aanjoeg. Of hy was
een lafaard, öf de moed, die hem menig gevaar
had doen opzoekeü, had hom nu verlaten.
Toen dacht hy, dat het kwam door de levens
kracht, die zyn lichaam nog bezat, dat het
leveD, hetwelk zoo frisch en krachtig door zyn
aderen stroomde, hem den dood deed vreezen.
Ho3 zou het zyn, als hy zoo plotseliDg gedood
werd? Zieke menschen gingen naar een ander
oord, nadat elke band, die hen am het
leven bond, zwakker en losser geworden was;
maar hier zou alles in een ondeelbaar oogen
blik gedaan zynby zou alleen rillen en een
gil doen hooren. Het was het verwisselen van
het bekende met het onbekende, dat hem deed
huiveren en deed terugdeinzen voor don dood,
waarnaar hy niet gewenscht had. En toch had
hy afgezien, zonder een oogenblik te aarzelen,
van het eenige middol, dat zyn leven had
kunnen redden.
Als by verklaarde, dat hy het kamp was
binnengedrongen om zyn vrouw op te eischen
en aan Murat vertelde tot welke kunne Halka
behoorde, dan zou er mogelijkheid zyn, dat
hy gelooid en niet doodgeschoten werd. Maar
de macht, die hem gedwongen had om die
vrouw byna tegen zyn wil te beschermen,
zeide hem thans, dat hy haar moöst beschermen,
zelfs ton ko3te van zyn leven. De ironie van
het geval was, dat, ofschoon hy zyn ljven ge
waagd had om haar te bewegen het kamp
te verlaten, hy niet ter wille van zyn eer haar
aan Murat durfde verraden, ofschoon dat verraad
hem datgene zou geven, waarnaar hy zoo
vurig verlangde!
Hy scheen vry kalm en geen spier in zyn
gezicht verried wat er in zyn ziel omging,
toen zyn oogen weer onder de mannen rondom
en achter den prius zochten, wier uniformen,
afgezet met kostbaar bont en met astrakan,
glinsterden, met de massieve gouden knoopon
en de decoraties. De officieren van den staf
waren bekend als bon-vivants en als verharde
dobbelaars. Toen hy elk gezicht afzonderiyk ga»
desloeg, was hy by zichzelf stom van verbaziDg,
dat Halka drie weken in hun gezelschap had
kunnen doorbrengeu zonder ontdekt te worden.
De woorden van den koopman kwamen weer
by hem op en zijn gedachten werden bitterde^
toen hy ze by zichzelf herhaalde. Het was hem
een oogenblik, alsof hy aangegrepen werd door
een gevoel van schaamte, dat zij had moeten
kennen.
Die gemoedsbeweging ging zóó snel voorbQ,
dat hy onmiddeliyk daarop meende, dat het
een mal, dwaas denkbeeld was. Zyn gedachten
Bchen' n elkaar te kruisen en nog eens to
kruisende eene was ic tegenspraak met de
andere en alle waren byzonder verward. Zy
stondon hem toch zoo helder voor den geest,
alsof hy ze op een ver verv?yderd tooneei te
aanschouwen kreeg.
Wordt vervolgd