f t.10.
1.40.
gjeze jouraat wordt dagelijks, met uitzondering
Vjm (Zon- en feestdagen, uitgegeven.
F euilleton.
H\ 11356
Woensdag 3 Maart.
A». 1897
LEIDSCH
fBUS DEZER OOURABTj
Voor Leiden per 3 raaandea
Ifranco por post
Afeondorlyko Nommers t
PRIJS DER ADVEETENTTËN:
Van t-6 regels f 1.05. Iedere regol meer f 0.17$. Grootero
'letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeron buiten de stad
'wordt f 0.05 berekend.
Leiden, 2 Maart.
Hedenmorgen werd op de begraafplaats
aan de voorm. Heerenpoort het stoffelijk
overschot van den brievenbesteller Pieter Yan
der Reyden aan den schoot der aarde toever
trouwd. Zeven en twintig jaar nam hy ge
noemde betrekking waar in den volsten zin
des woords: trouw, eerlijk en met lust. Een
ziekte van slechts vijf dagen maakte een einde
aan zijn werkzaam leven, stortte een gelukkig
gezin in diepen rouw, beroofde aan menigeen
een waar vriend, aan zyne kameraden een
oprecht collega.
Toen aan het sterfhuis in de Boerhave-
etraat de kist in den lijkwagen werd geplaatst,
schaarden zich de bestellers, die geen dienst
hadden, ter weerszijden daarvan, gevolgd door
de familie in volgkoetsen, den weg nemende
langs de Breestraat, om het Postkantoor te
passeeren, waar op dat oogenblik alle daar
aanwezige bestellers voor de hoofddeur zich
geschaard hadden, om hun kameraad de laatste
eer te bewijzen.
Op de begraafplaats had zich een groot
aantal belangstellenden vereenigd en nadat de
kist in de groeve was neergelaten, nam een
der bestellers het woord, die op het verlies
van zoo'n kameraad wees, hetgeen ook ge
schiedde door twee oud-kameraden, die even
eens den overledene als goed vriend en oprecht
kameraad schetsten in woorden, die op menig
een een diepen indruk maakten.
Een „rust in vrede" werd hem ten slotte
toegeroepen, en dat hem die rust gegund
wordt, heeft getoond de groote en innige
deelneming, die op den doodenakker is be
wezen, en waarvoor de oudste zoon namens
de familie bedankte.
Voor het examen in de nuttige hand
werken is geslaagd mej. A. M. Hoek, van
Leiden.
Vrijdag a. s. zal de R -K. kiesvereenigiDg
te Wassenaar een vergadering houden in het
lokaal van den heer A. W. Beyersbergen. In
die vergadering zal het reglement dier Ver-
eeniging worden vastgesteld en zal er ook
een bespreking gehouden worden over de
Centrale Kiesvereeniging in het district Katwijk.
In de gemeente Benthuizen bedraagt
het geheele getal mannelijke inwoners boven
de 25 jaren ongeveer 144. Hiervan zijn op
de voorloopige kiezerslijst geplaatst 82 be
lasting-, 12 loon- en 4 huurkiezers, 1 in
won and zoon en 1 kiezer spaarbankboekje,
.samen alzoo 100 kiezers.
In de namiddag-godsdienstoefening van
laatstleden Zondag werden de diakenen van
de Ned.-Herv gemeente te Benthuizen ver-
bly 1 met een extra-gift van f 50. Den edelen
gever zij hun openlijke dank toegebracht.
Men schiijft ons uit Oude-Wetering:
Uit de beste zangers en zangeressen van de
Chr. Zangvereniging „Hallelujah" en van
de Afd. van den Ned. Protestantenbond alhier,
heeft zich een Geheel Onthouders Zanggezel
schap samengesteld met beperkt aantal leden.
Het stelt zich ten doel de openbare en huis
houdelijke vergaderingen van de „onder-
afdeeling Oude-Wetering" der „Nieuwveensche
Geheel-Onthouder8-Yereeniging" met vier
stemmige en meer bepaaldelijk toepas
selijke liederen op te luisteren.
De Staatsraad mr. HeydsnrtJck geeft heden
een gastmaal, waaraan o. a. de Pauselijke
nuntius, Mgr. Tarnassi, genoodigd is.
Dr. Ruysch, geneeskundig adviseur by
het ministerie van binnenlandsche zaken, en
mede-afgevaardigde der Regeering by het
medisch congres te Venetië, is uit Italië in
Den Haag teruggekeerd.
In eene vergadering, Zondag te Delft
gehouden van verschillende leden van loges
van vrijmetselaren, werd met groote waar
deering voor den overleden Prins de honderdste
geboortedag van wijlen hun Grootmeester-
Nationaal, Prins Frederik der Nederlanden,
herdacht.
In de „Louisa-Stichting" te 's-Gravenhage
gaf de directeur aan de pleegkinderen een
levensbeschryviog van Prins Frederik en wees
hun op hetgeen de Prins, als Grootmeester-
Nationaal van de Vrymetselary, voor de
Stichting heeft gedaan.
De „Haagsche Ct." heeft het over de
kwade betalers, te weten over degenen, die
hunne belastingen niet betalen. „De kies
wet heeft", zoo zegt zy o. a., „nu de oogen
voor dat althans in de steden algemeen ver
breide Lwaad geopend.
„Zy heeft den omvang leeren kennen van
de kwaal der belasting ontduiking, die tot dus
ver met lydelyke medewerking der ambtenaren
op groote schaal plaats had.
„En al hielden de kiesgerechtigde wanbe
talers zich nog zoo stillekens achteraf, hopende
of meenende, dat men hen niet zou opmerken
en blyven vergeten, dat is misgerekend, want
men heeft nu den toestand overzien, en niemand,
die er onopgemerkt aan ontsnapt.
„Laten wy dan hopen, dat het gevoel van
eerlijkheid, van fierheid en eigenwaarde tevens
zal ontwaken by die duizenden, die wel aan
spraak zouden willen maken op rechten als
staatsburger, maar tot dusver hun plicht ver
gaten.
„De nieuwe personeele belasting vermindert
dien last voor den man met een klein inkomen
nog weer belangryk. De aanslagen over 1897
en volgende jaren zullen nog aanmerkeiyk
kleiner worden. Ook dat was een billijke
maatregel, al komt hy voor een goed deel
ten laste van den middenstand, die 't, naar
verhouding, ook al niet best dragen kan. Maar
laat dan nu ten minste hy het opmaken van
de kiezerslysten in 1898 van het Nederland-
sche volk gezegd kunnen worden, dat het
geleerd heeft, eeriyk en fatsoeniyk „den keizer
te geven wat des keizers is".
Door de directie van do Zuid Afrikaansche
Spoorwegmaatschappy is aan de Nederlandsche
fabriek van werktuigen en spoorwegmateriaal
te Amsterdam de levering op langen termyn
opgedragen van veertig locomotieven.
Het is een bestelling van ongeveer een
millioen gulden.
Gisternacht overleed op het eiland Marken,
in den ouderdom van 81 jiar, de heer C. De
Groot, gedurende 53 jaar burgemeester aldaar.
Niet lang geleden werd hy benoemd tot ridder
in de Oranje-Nassau-orde.
Yrydagarond, den 5den dezer, heeft weder
een soirée plaats ten huize van baron Yan
Hardenbroek van Bergambacht, opperkamer
heer van H. M. de Koningin.
Aan den Raad van Toezicht op de
spoorwegdiensten is door de commissie uit
de burgerij van Amersfoort een adres gezon
den, waarin het instemming betuigt met het
door den gemeenteraad aldaar vastgestelde
bezwaarschrift tegen het ontwerp van den
bouw van het nieuwe station.
Zooals men zich berinneren zal, had de
Nederlandsche gedelegeerde in het permanente
comité van den Internationalen Journalisten-
bond op de laatste vergadering te Parijs ior
overweging gegeven het aanstaande journa
listencongres te Stokholm uit te stellen tot
na de Kamerverkiezingen hier te lande.
Men verneemt, dat het Zweedscbe comité,
dat zich voor dit congres had georganiseerd,
overwegend bezwaar heeft tegen uitstel van
het congres en de opening hiervan bepaald
blijft op 25 Juni a. 8.
Gedep. Staten van Zuid-Holland hebben
ongegrond verklaard de reclame van J. J. De
Grauw, te Gouda, tegen de aanwyzing van-
zyn zoon Jan Johannes voor den dienst der
Dationale militie en hem voor den dienst
aangewezen.
Eveneens is ongegrond verklaard de reclame
van O. M. F. Leyden, te Rotterdam, tegen de
uitspraak van den Militieraad, waarby zyn
pupil H. J. M. Kuymans, loteling voor Rot
terdam, voor den dienst der nationale militie
werd aangewezen.
De Koninginnen hebben twee zilveren
medailles geschonken, om als pryzen te
dienen voor de internationale hondententoon
stelling, van 19-21 Maart te Rotterdam te
houden.
Het bestuur van de Christelijke ver-
eeniging voor de verpleging van ïyders aan
vallende zi9kte te Haarlem en Heemstede
heeft voor het bouwfonds een gift van ƒ6000
ontvangen.
De gemeenteraad van Groningen beeft
besloten aan mej. C. Donker, als directrice der
H. B. S. voor meisjes, op haar verzoek, eervol
ontslag te verleenen en haar een jaarlyksch
pensioen toe te kennen van-1000.
Afwyzend werd beschikt op het verzoek van
de afd. Groningen van den Bond van Nederl.
Onderwyzers, dat by bet verktygen van de
hoofdakte direct eene verhooging van bezoldi
ging wordt toegekend.
Eervol ontslag werd verleend aan den 82-
jarigen directeur der bank-van-leening, den
heer C. Peters, en benoemd als zooJanig de
heer J. Greben, 1ste klerk aldaar.
Hr. Ms. fregat „Johan Willem Friso",
onder bevel van den kapitein ter zee A. P.
Tadema, is 1 dezer te Lourengo-Marquez aan
gekomen.
De officier van gezondheid lste klasse
Nooröyk, van het mil. hospitaal te Bergen op-
Zoora, wordt, op zyn verzoek, éón jaar op
non activiteit gesteld.
Wegens het kleine kaliber van het ge
weer M. 95 is het bezwaariyk, om, zonder
hulpmiddelen (als een stukje wit papier of
glimmend blik in den bak by de kamer te
houden) het inwendige van den loop nauw
keurig te kunnen inspecteeren. De lste luit.
K. A. Van Herk, van het 8ste reg. inf., heeft
nu een spiegeltje vervaardigd, waardoor een
zeer nauwkeurig onderzoek van het inwendige
van den loop mogeiyk is. Door generaal Hen-
nus, inspect, der inf., is bepaald, dat genoemd
spiegeltje, tegen den laagst mogelyken prys,
in de verschillende cantines zal verkrygbaar
worden gesteld.
Eenige jaren geleden weigerde een can-
didaat-arts, die door de geneeskundige staats
commissie te Amsterdam tot arts zou bevorderd
worden, den by de wet voorgeschreven ambts
eed af te leggen, op grond van gemoedsbe
zwaren. De toenmalige voorzitter der staats
commissie, prof. Stokvis, achtte zich niet
gerechtigd den jongen arts het diploma uit
te reiken, alvorens den minister geraadpleegd
te hebben. De zitting werd toen geschorst,
en eerst nadat de minister geadviseerd had
„in dit geval den candidaat dispensatie te
verleenen, en dat hy met eene belofte kon
volstaan", werd hem het diploma uitgereikt.
In de Zaterdag gehouden zitting van de
geneeskundige staatscommissie, belast met het
afnemen der arts-examens te Amsterdam,
deed zich eèn dergeiyk geval voor. De can
didaat, de heer Hk. Th. Herman, die aan de
eischen van het staatsexamen voor arts had
voldaan, weigerde eveneens den eed af te
leggen, op grond, dat by „atheïst" was. De
voorzitter, prof. dr. J. A. Korteweg, achtte
zich, evenals prof. Stokvis destyds, onbevoegd
het diploma uit te reiken. Ook deze hoog
leeraar heeft den minister van binnenlandsche
zaken om advies gevraagd.
Te rekenen van 5 Maart a. s. zullen, tot
nadere aankondiging, met elke postgelegenheid
naar Batavia en Padang brieven en andere
stukken wordeu verzonden, resp. voor het
oorlogsschip „Mataram", te Batavia, en het oor
logsschip „Johan Willem Friso", te Paang.
Voorts zal, te beginnen met gemeld tijdstip
tot nadere opgave, eiken Yrjjdag, met den
trein van 4.20 's av. van Amsterdam naar
Emmerik, eene rechtstreeksche verzending
van brieven en andere stukken plaats hebben
voor het oorlogsschip „Yan Speyk," te Aden.
De brieven en andere stukken, welke men
in die rechtstreeksche zendingen wenscht te
zien opgenomen, behooren te zyn voorzien
van twee zich kruisende strepen over het
geheele adres, loopende van den eenen hoek
niar den anderen.
De gemeentèraad van Deventer heeft
aangenomen het voorstel van B. en Ws. tot
in-gebruik-stelling van muntgasmeters. Eervol
ontslag werd verleend aan prof. dr. L. A. J.
Burgersdyk als leeraar aan de scholen voor
M. en H. onderwy3.
Op de voordracht voor leeraar in de wis
en natuurkunde aan de H. B. S voor meisjes
te Deventer zyn geplaatst de beeren B. H. J.
Ter Braake, cand. in de wis- en natuurk. te
Utrecht, en J. Van der Breggen, adj.-ingen.
van den waterstaat te 's-Gravenhage.
By koniukiyk besluit van 1 dezer is
bepaald, dat by afzonderiyke dagorders, zoo
in Indië als in Nederland, eervol zal worden
vermeld de korporaal der artillerie van het
leger in Nederlandsch-Indië H. De Nooyer,
en zulks ter zake zyner verrichtingen in den
nacht van 29 op 30 Juli 1884 te Blang Tjoet
(Atjeh). {Sis. Cl.)
Pension Scholier.
Philipp Klapproth ie naar Beriyn gekomen,
deels om zaken te doen, deels om eens uit
te gaan. Voor galante avonturen is hy de
man niet, neen, hy wil eene andere richting
uit. Uit de courant heeft hy geleerd, dat tegen
woordig de krankzinnigen heel anders behan
deld worden dan vroeger; ze genieten meer
vryheid en worden in zoogenaamde particu
liere inrichtingen byna ais gewone men6chen
behandeld. Daar arrangeeren zj of worden
voor hen gearrangeerdmuziekavondjes, „Un-
terhaltungsabende", enz. En nu behoort het
tot de vurigste wenschen van den „biederen"
Klapproth eens in zoo'n gesticht, op zulk een
avond te kunnen doordringen, om de krank
zinnigen van naby in hun doen en laten te
bespieden Daartoe is hy eigenlyk naar Ber
iyn gekomen en zien zal hy het. Een neef
moet hem daartoe den weg banen. Neef Alfred
en zyn vriend Kissling besluiten oomlief zani
in de oogen te strooien en quasi aan zyn
verlangen te voldoen. Zy brengen hom dus
naar Pension Schöller, een gewoon, fatsoeniyk
pension, op den avond, waarop de verschil
lende gasten elkander plegen te ontmoeten
en ook enkele vrienden van buiten genoodigd
worden.
Hieruit ontspinnen zich nu natuurlyk de
meest dwaze tooneelen. Klapproth ziet alle
menschen in Schöller's huis voor gekken aan,
amuseert zich kostelyk en vindt alles erg
interessant. Nu is op dat bewuste oogeriblik
eene keurbende in Pension Schöller verzameld.
Eene mama, die een man zoekt voor ha?r
dochter, een kortaangebonden gepensionneerd
majoor, een jongeling met een spraakgebrek,
die zich aan het tooneel wil wycen, eeD
schryfster, die gegevens verzamelt, en een
leeuwenj^ger of hartstochtelijk reiziger.
Om allen tevreden te stellen, die by ont
moet, geeft hy steeds geiyk, „anders worden
ze dol", en gaat aldus enkele bedenkelyks
verbintenissen aan. Met den reiziger, die hem
twee jonge luipaarden, een zeldzamen vos en
een paar panters ten geschenke aanbiedt, zal
hy naar verre landen vertrekken; met don
majoor duelleeren; met de bewuste dochter
trouwen, terwyi hy aan de schryfster het
eerste deel zyner levensgeschiedenis vertelt,
meer fantastisch dan waar. Met dit alles
worden de twee eerste bedryven gevuld.
In het derde en laatste is hy, Klapproth,
weer in zyn eigen huis, en herdenkt met
veel genoegen, tot schrik en ongerustheid
van zyne huisgenooten, zyn avontuur onder
de gekken in het gesticht van dr. Schöller.
Zooals te verwachten was, komen nu succes-
sievelyk alle „patiënten" hem bezoeken: de
mama om het huweiyk to doen doorgaan,
de majoor om te vechten, de reiziger om den
trein van 8.30 naar Hamburg nog te halen,
Een heldhaftige vrouw.
18)
Zy kende den naam van de andere vrouw
niet en die andere vrouw zou liegen, alsof
het gedrukt stond, om haar eigen positie te
redden. Dan had zy dagelyks de gevaren
van den oorlog te braveeren. Als zy leven
"bïïföf en een grooten slag bywoonde, zou het
mogeiyk zyn, dat zy voor het vallen van den
avond sneuvelde en dat haar lichaam een
prooi van de wolven werd. Die gedachte
mocht geen post vatten in zyn ziel; hy
mocht er niet meer aan denken; hy voelde
een hel in zyn binnenste. Hy werd aan
gegrepen door een gevoel van schaamte; hy
bekommerde zich niet meer om zyn eigen
lot, hy zag haar oogen weer op hem geveatigd
met dezelfde uitdrukking, als toen hy den
roover had vermoord.
Deze gedachten gingen voorby; het was
alsof hy de dingen rondom zich minder
duidelyk waarnam en alsof al wat hy zag
en hoorde zich in eindelooze ruimten verloor.
Nu werd hy gekweld door de vraag, of hy
aan de Franschen zou vertellen, dat Halka
een vrouw was. Haar toestand was even
verschrikkeiyk als ongemeen. De schalen,
"waarin haar leven gewogen werd, werden op
verschrikkelyke wyze in evenwicht gehouden.
Als hy sprak en als zy door de Franschen
weggestuurd werd, zou ze gevangengenomen
worden door de Russenzy zou dan zulk een
vreeselyk, wreed lot hebben, erger dan hy
het zich zou kunnen denken 1 Zy zou aan den
dood ontsnappen, maar zou in een vochtigen
kerker van St.-Peter of St.-Paul gestopt
worden, of zou de verschrikkingen van
Siberië moeten verduren. „Ik moet nu zwygen"
dacht hy eindeiyk; „maar als ik biyf leven,
zal ik haar redden."
De figuren van de gevangenen en de wach
ters schenen weg te doezelen in de duisternis
hy zag in zyn verbeelding allerlei gedaanten
rondzweven; hy was in een toestand, die
vaak aan den dood voorafgaat. Er bewoog
zich niets anders en er leefde niets dan de
ver8cbyningen, die door de koorts by hem
ontstonden; maar het plan, om het meisje
te redden, werd krachtiger en sterker, en
toen hy by zyn bewustzyn kwam, hield deze
gedachte zyn geest geheel bezig.
Zoo lag hy daar gedurende den nacht,
terwyi er nu en dan diepe schaduwen over
hem heen geworpen werden. Dan kwam er
weer leven in zyn aderen en, hy zag duizeling
wekkend ver en hy hoorde zóó fijo, dat het
gefluister van de dooden op ver verwyderde
eilanden en in verwyderde werelden hem in
de ooren klonk.
Opeens bewogen zich de wolken achter
waarts en namen zy de vlucht voor een
groote gedaante, die met vlammende vleugels
naar boven steeg en den dierenriem over
trok. Ze nam een vurige ster uit de ruimte
en brandde daarmee een teeken op de voor
hoofden van de slapende soldaten. Hy kon
het geheele kamp overzien en de ster bewoog
zicb boven twee duizend man; en iedereen,
die geteekend was, moest sterven op de
vlakten of in de bosschen van het door den
oorlog geteisterde land. Toen zag hy het
voorteeken flauwer worden, terwyi het langs
den zwarten, van goud schitterenden hemel
in het land der Rassen kwam, en zyn hand
tastte naar zyn eigen voorhoofd, om het
teeken aan te raken, maar zyn vingers gingen
over het gebrande vleesch, zonder te weten,
of het brandmerk er al of niet was.
Toen de trompetten door het kamp klonken,
stond hy op en staarde het aanbreken van
den dag aan, als iemand zou doen, die meent,
dat de dag des oordeels is gekomen. De
gevangenen zaten by den muur geschaard
en de wachten deelden eenige koude aard
appelen met hen. Een der Franschen bood
hem twee half bevroren, witachtig-blauwe
stukjes aardappel aan.
De Hemel weet, wanneer we weer iets
te eten zullen krijgen," merkte de man op.
„Wanneer men er een beetje gesmolten
sneeuw by neemt, is het nog niet zoo kwaad."
Pahlen schudde het hoofd; hy had geen
honger meer; maar hy nam een flmken slok
uit een emmer met water.
Kunt ge me zeggen, waar graaf Mnizek
is?" vroeg hy angstig.
Wie? Graaf Mnizek? Ik heb nooit van
hem gehoord. Meent u een van die schurk
achtige Polen, die de onbetamelykheid hebben
om slik velden hun vaderland te noemen?"
Och, meneer bedoelt dien Poolschen
jongen, die gisteravond een officier van de
ïyfwacht van den Czaar als gevangene
meebracht," merkte de sergeant op.
Ja," antwoordde Pahlen haastig. „Wat
is er van hem geworden?"
De prins liet hem halen. Zyn Hoogheid
heeft op het oogenblik veel met de Polen op.
Hy wil, dat ze hem tot koning zullen uit
roepen. Goede Hemel, ik benyd hem deze
slikvelden niet."
En de graaf?"
Ia buiten de formatie by den staf van
den prins. Die jongen is een groot edelman
met duizenden van lyfeigenen. Wat zyn jelui
Russen en Polen toch slavenwe zullen jelui
eens mores leeren. Yive la libertél Wel, onze
lieveling, onze afgod, onze gouden adelaar,
onze Murat denkt, dat die jongen hem een
duwtje naar den Poolschen troon kan geven;
daarom moet hy een poosje by den staf
blyven lummelen."
Pablen schrikte en rilde. Kwam dit van de
koorts? Zou er iets zoo vreeselijks kunnen
gebeuren
Durf je zweren, dat je waarheid spreekt?"
zeide hy, terwyl hy den man als duizelig
aankeek.
Ik durf. Was u zyn gevangene, luite
nant?"
Pahlens blik streek langs hem heen, hy
was niet in staat om te spreken. Het
geen die man daar vertelde, was ongelooflyk.
Zouden Murat en die scherpziende menschen,
die den staf uitmaakten, zoo dwaas zyn om
Halka inderdaad voor een jongen aan te zien
De staf van den prins stond in een eigen-
aardigen roep by 't Fransche leger en Pablen
kende die reputatie. De officieren waren de
grootste losbollen en de meest gewetenlooze
mannen van al de verschillende stafofficiert n
van den maarschalk. Zy hadden elk oogen
blik, dat zy op hun dienst-doen konden uit
sparen, kaarten en dobbelsteenen in hun hand.
Hoe zou iemand hoe zou zy zich te midden
van die menschen kunnen bewegen, zonder
dat zy ontdekten, dat zy een vrouw was. Wat
een schande 1 Hoe vreeselyk, om zich met die
mannen te moeten afgeven; haar onschuld
moest bezoedeld wordenhoe zou ze zich ver
nederd voelen l Hy werd plotseling woedend
en voelde de schande zoo hevig en zoo ditp,
alsof ze werkolyk zyn naam had gedragen.
Dit ging weer voorby en by bleef liggen
in een soort van bewusteloosheid, die door
de koorts werd veroorzaakt. Eenige minuten
later kwam de bevelvoerende officier, die de
gevangenen moest bewaken, op het erf, om
zyn bevelen te geven. De Russische officieren
bleven by elkaar, de gevangenen moestem
den weg op gaan. Pahlen dacht, dat ze op
marsch moesten, maar toen kwam er juist
een officier van den staf aan galoppeerm
en al de gevangenen werden teruggeduwd,
terwyl de wachten zich naast elkaar moesten
opstellen. De kapitein van de Kozakken maakte
hem opmerkzaam op de vlakte, waar zich
opeengepakte menscbenmassa's bewogen. Hy
vertelde hem, dat de keizer in aantocht was.
Plotseling hoorde hy het gekletter van hoeven
en het volgende oogenblik kwam Murat,
door een grooten staf gevolgd, voorby galop-
peeren.
(Wordt vervolgd.)