H\ 11355 Dinsdag 2 Maart. A«. 1897 feze dCourant wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven. Leiden. 1 Maart. P1 euLilleton. Een heldhaftige vrouw. LEIDSCH DAG-BLAD. i- fEUS DEZER OOUEAOTl Voor Lolden por 3 maanden. (franco per poet Afzonderlijke Nommers fm 1.40. 0.05. PRIJS DER AD VERTEN TiÊN t Van 1 6 regels f 1.05. Iedere regel meer f 0.17|. Grootet® letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad wordt f 0.05 berekend. De voorloopig vastgestelde kiezerslijst alhier, die gezonden is naar de verschillende instel lingen van weldadigheid, bevat 4886 namen. In de Stadszaal had gisteravond een tweede opvoering plaats van „De Operette- Koningin". Uit het feit, dat dit de 172ste opvoering is door het Amsterdamsch gezel schap van de heeren Van Lier, blijkt wel, dat het in den geest van het publiek valt, want gewoonlijk houden stukken zoo lang geen 6tand. Ook nu verschafte het veel genoegen aan de aanwezigen, die in aanzienlijk grooter getale waren opgekomen dan de vorige maal. Aangezien er zelfs meer personen waren, die het voor de tweede maal bewoonden, blijkt ook daaruit, dat het in den geest was gevallen. Do optredenden werden herhaaldelijk terugge roepen en ook de vertoonde dansen vonden ontzaglijk veel bijval. De Leidsche tooneelvereeniging „1'Union fait la Force" (opgericht 4 November 1894) heeft den moed gehad of, om het nog anders en o. i. beter uit te drukkeD, heeft de ver metelheid gehad, om, ter gelegenheid van haar zevende uitvoering met introductie en tegen entree in het schouwburglokaal „Vondelho ven" alhier, op te voeren. „Frou Frou", het tooneelspel in vijf bedrijven, dat niet ge schreven is met het doel om te worden vertolkt door krachten als waarover de genoemde Ver eeniging kan beschikken. We vreesden dan ook voor haar, ondanks de lauweren, een vorige maal geplukt, het ergste, toen we in ons blad en op aanplakborden op helle kleuren den volke verkondigd zagen wat de Vereeniging voornemens was te gaan besteken. Die vrees is evenwel allengs geweken na het flinke openingswoord van den voorzitter der Vereeniging tot de vele aanwezigen, waarbij hy o. m. den werkenden leden dank 2.L voor hun vele bemoeiingen en hoopte, dat deze avond andermaal zou mogen be- hooren tot de onvergetelijke en dat men zich na de uitvoering weer vergenoegd zou scharen ten dans achter de banier, welke tc-rwyl hy sprak nog rustig te midden van frisch groen stond te pryken. Inderdaad toch hebben, tegen veler ver wachting in, zelfs naar ons bleek tegen de verwachting van enkele ledea des bestuurs, de dilettanten zich flink van hun taak gekweten, vooropgesteld altyd, dat de keuze van het stuk ten eenenmale verkeerd moet genoemd worden. Den dames bovenal alle hulde l Niet één der werkende leden vervulde zyn taak slecht. Er zat gang in het spel, de mise-en scène was goed, de grime heel goed, dank zy vooral den mooien knevels, baarden en pruiken van den heer Kouwenberg, uit de Morschstraat. Er werd duidelyk en beschaafd gesproken, ongelukjes als byv. voor myn ook, veels te ernstig, de bewonderenste vrouw van de wereld, ikzelfs, daargelaten. We vernamen, dat zulke foutjes enkel voortkomen uit zenuwachtigheid. Of we 't gelooven? Het spel maakte diepen indruk. We zagen, rondom ons ziende, by het slot van het vyfde bedryf vele betraande vrouwenoogen. 't Is waar, er werd ook gelachen by de roerendste scènes, maar dat was, en we wenschen het met nadruk te zeggen, niet de schuld der vertolkers, want juist in die scènes waren ze in hun kracht, zonder te overdryven. Het applaus na „Frou-Frou" was dan ook wèl- verdiond. De heer H. J. Van L. maakte zich nog zeer verdienstelyk met zyn voordrachten. Hy oogstte er terecht veel by val mee in. De Vereeniging kan tevreden zyn over haar zevende uitvoering, óók over de kindertjes, die aanwezig waren en die het „Eendracht maakt Macht" wat stemgeluid betreft geluk kig niet in toepassing brachten. Van beginnen om halfnegen was ook nu weer geen sprakede musici, die zich overigens goed van hun taak kweten, zaten toen nog niet eens op hun plaatsendat „sluiting der zaal om negen uren" ook niet was toegepast, bleek telkens na dat uur uit nieuwen aanvoer van belangstellenden, die het was hun aan te zien - onmogeiyk door een sleutelgat kon den gekropen zyn. Een bal besloot de niet onnoodig lang ge rekte, wèlgeslaagde uitvoering. Naar aanleiding van de mededeeling des Ministers, dat een der voordeelen van de be noeming van den heer Waller tot onderdirec teur van het Mauritshuis was, dat deze nu te gelyk kon belast worden met het beheer van het Prentenkabinet te Leiden, dat na Van der Kellen's dood nog steeds geen directeur bad, wordt van bevoegde zyde aan het „Vad." medegedeeld, dat er wel iemand voor deze betrekking beschikbaar was, veel beter op de hoogte dan de heer Waller, te Leiden zelf woonachtig en bereid de betrekking voor een minieme tegemoetkoming waar te nemen. Het „Nieuws- en Advertentieblad voor Epe, Heerde, Wyhe, Olst en omstreken" (ook Oene) geeft een portret van dr. H. J. Van Hengel, die 4 Maart a. s. den dag herdenkt, dat hy 50 jaar geleden te Leiden als doctor in de geneeskunde promoveerde. Men zal er op dien dag zyn geliefden dokter niet vergeten. Men schryft ons uit Noordwyk: De on langs opgerichte R -K. kiesvereeniging „Kies recht is Kiesplicht" telt than3 reeds ongoveer 250 leden. Het bestuur van de toen ontbon den kiesvereeniging „Recht voor Allen" werd, behoudens twee sedert lang bestaande vaca tures en behalve den heer C. J. L. Van der Meer, die, volgens het reglement, als lid van den gemeenteraad geen deel van het bestuur kan uitmaken unaniem herkozen (de heeren J. Prins, W. N. Alkemade Cz., P. De Groot Jacz. en L. J. Homan) en aangevuld met de heeren A. Kervel, C. Van Reysen en P. T. Rietmeyer, met welken laatste Noordwyk aan Zee vertegenwoordigd is. In de j. 1. Vrydag gehouden vergadering werden tot leden van het Centraal Bestuur (hoofdkiesdistrict Katwyk) namens en uit deze afdeoling gekozen de heeren C. J. L. Van der Meer en P. De Groot Jacz. Den lsten Mei dezes jaars zal het 25 jaren geleden zyn, dat de heer F. J. De Groot, onderwyzer te Bennebroek, door den Raad der gemeente Alkemade benoemd werd tot hoofd der school aan De Kaag, welke betrek king hy steeds met veel yver en toewyding vervuld heeft. Naast het nu ongeveer een jaar bestaande fanfarecorps „St.-Jeroen" is dezer dagen te Noordwyk Binnen een harmoniegezolschap op gericht, waarby zich reeds omstreeks 25 leden hebben aangesloten. Aan het postkantoor Warmond werd gedurende de maand Febr. in de Rykspost- spaarbank ingelegd f 4862.40, verdeeld over 53 inlagen; terugbetaald werd er f 1524.68, verdeeld over 28 terugbetalingen. Het laatste. door dat kantoor uitgegeven, boekje draagt het nummer 735. Gedurende die maand werden door het Rykstelephoonkantoor aldaar behandeld 81 telegrammen, t. w. 47 verzonden en 34 ont vangen. De in de afgeloopen week gehouden diaconiecollecfce aan de huizen der leden van de Ned.-Hervormde gemeente te Zoetermeer en Zegwaard heeft opgebracht te Zegwaard de som van f 198 en te Zoetermeer f 198. Ds. A. D. Wempe, Evang.-Luthersch predikant te Alkmaar, heeft het op hem uitgebrachte beroep naar Haarlem nog niet aangenomen, al werd dit reeds gemeld. Onder toevloed van vele belangstellen den Is Zaterdag te 's-Gravenhage het stoffe lyk overschot van generaal Booms ter aarde besteld. Onder de aanwezigen op het kerkhof noemen wy slechts den minister van oorlog, generaal Schneider, den oud minister Seyffardt, oene deputatie van officieren van den generalen staf, bestaande uit generaal Kool, kolonel Snyders en kapitein Pop; eene deputatie van het 4de reg. infanterie (waarvan de over ledene chef is geweest), bestaande uit kolonel Langguth, majoor Koolemans Beynen en kapt. Moerbeek; eene deputatie van de Vereeniging tot Beoefening der Krygsw6-.enscbap, bestaande uit generaal Netscher en de majoors Rouveroy en Vmkhuizen, eene deputatie van de ver eeniging van gepensionneerde officieren, be staande uit kolonel Stoop, generaal Holtius en kapt. Hissink; een deputatie van de ver eeniging van oud-onderofficieren, waarvan de overledene eere-voorzitter was, met hunnen algemeenen voorzitter, den heer Zeiler, aan het hoofd. Officieel waren verder vertegen woordigd de verschillende wapens van het garnizoen door hunne chefs, zoomede de onder scbeidene dienstvakken, terwyl verder een zeer groot getal opper- en subalterne officieren, vrienden ol kameraden van den ontslapene hem hun militairen groet bracht. Aan de groeve werd het woord gevoerd door generaal Netscher namens de Vereeniging voor Krygswetenschap, door generaal Kool namens de officieren van den generalen staf en door generaal Van Bel als vriend. Generaal Van Hasselt dankte namens de familie. Aan de groeve spraken generaal Netscher, die namens de officieren van den generalen staf herinnerde wat Booms gedaan heeft tot aanvulling van in 1870 gebleken leemten van het krygswezen, generaal Van Bel als vriend en generaal Kool, die namens de Vereeniging voor Krygswetenschap een krans nederlegde. Generaal Van Hasselt bedankte namens de familie voor de laatste hulde, den overledene bewezen. Vele kransen dekten de ïykbaar. Door Hare Majesteiten de Koningin en de Koningin Regentes is aan het voorloopig bestuur der Protestantsche Vereeniging tot verpleging van lepra-iyders in de kolonie Suriname eene gift geschonken ten bedrage van 500 gulden als bydrage. ten behoeve van de stichtingskosten van de door genoemde vereeniging gewenschte inrichtingen. In den ouderdom van btfna 88 jaar is to Andyk overleden de oud-Burgemeester R Kooyman; de overledene had nog zitting in de Provinciale Staten van Noord-Holland en heeft ook tal van jaren gewichtige ambten bekleed in waterschapsbesturen. De Minister van Buitenl. Zaken brengt ter kennis van belanghebbenden, dat de beer E Th. Van Delden, benoemd consul te Djeddah, aan zyn Departement te spreken zal zyn op Woensdag 3 Maart e. k., van half drie tot vier uren des namiddags. By het toezicht op de spoorwegdiensten en het stoomwezen in Nederlandsch Indiê is vacant de betrekking van inspecteur der derde klasse, waaraan i3 verbonden eene bezoldiging van f 3900 's jaars. Aanmelding vóór 1 April 1897, by geze geld adres, by het departement van koloniën. Belanghebbenden verwyzen wy voor nadere byzonüerheden naar de St.-Ct No. 50. Naar wy vernemen, wordt te Utrecht door cie vereeniging „Voor de Kunst" eene tentoonstelling voorbereid van Oud Nederland- sche Prentkunst vóór anno 1600. Deze zal bevatten zeer voornaam werk van de oudste plaatsnyders, die de Nederlanden hebben voort gebracht. Hiertoe worden gerekend de makers van xylograpbische drukken en de verluchters van incunabelen, zoowel als degenen, die door afzonderiyke prenton de gunst van het publiek wisten te verwerven. Vooral Lucas van Leiden, de ovenknie van Albrecht Dürer, en Hendrik Goltzius, de veelzy-iigste kunstenaar der 16de eeuw, zullen hier met hunne meester werken op den voorgrond treden. De tentoon stelling zal worden gehouden gedurende de maand Maart en komt tot stand door de welwillende medewerking, welke sommige eigenaars van belangryke prentenverzamelio- gen en eenige beheerders van openbare biblio theken aan net bestuur der vereeniging hebben verleend. In een kamer, zwaar vol van antiqui teiten, staat de heer Jan Striening, te Rot terdam, te schilderen Een kamer, met iets van een museum door de veelheid van voor werpen, maar een atelier van een artist door de fijngevoelde schikking van al die oude kunst: aardewerk, gedreven koper, wapenen, schilden, harnassen, stijgbeugels, snywerk in hout en in ivoor, antieke meubelen, brokken ornament in steen en in hout, smeedwerk, glaswerk, boekbanden, spiegels, sloten, aarden pypennoem maar op een tak van oude kuDstnyverheid, en Striening zal er u dingen van te voorschyn halen, ze teer houdend in de handen als ©an bloem, u wijzend op de mooie vormpjes, op 'n kleine onvastheid in de lyn, een onbeduidende incorrectheid in do symmetrie; streelend met zyn vingers en met zyn kyken langs die ornamentjes, die innige versierinkjes, zal er op zyn gelaat en in zyn stem zyn van de liefde, die de artisans in vorige eeuwen hadden voor het vak, voor de stof, voor den vorm. In die kamer is een stemming van rustige voornaamheid, niettegenstaande de onnoeme- lyke variëteit van gewrochten, van tinten, en lynen, niettegenstaande het gestoei van glaasjes en glimlachjes, het gewirwar van schaduwen; dat komt door h«t stemmige fond, door het donkergroen langs de muren, het gedempte m kleur van gordynen en draperieën en tapyt en tafelkleed, door het egale bovenlicht uit het Noorden; maar ook; omdat de mooie dingen, die onze voorvaderen maakten, zoo stil ernstig zyn. Daar werkt Striening in alle uren, die hy vry heeft. Te midden van die ware oude kunst voelt hy zich veilig thuis voor het drukke gedoe van een moderne handelsstad. Hy, een der meest in het oog vallende persoonlykheden van Rotterdam, de schilder, tevens sedert 29 Januari 1881 hoofdleeraar aan de Academie van beeldende kunsten en technische wetenschappen, vierde gisteren zyn 70sten verjaardag. Te zynereer wapperde van het gebouw de driekleur en de velen, die als leerling of anderszins met Striening ia aan raking zyn geweest, hebben er voor gezorgd, dat deze feestdag voor den nog zoo jeugdig uitzienden man niet onopgemerkt voorby ging. Regende het den ganschen dag als 't ware kaartjes en bloemen, tegen 2 uren was de heer Striening in de gemelde Academie aan deCoolvest genoodigd, waarin de groototeeken zaal leerlingen, autoriteiten, collega's en vrien den zich vureenigd hadden. De heer J. Hudig, voorzitter van de com missie, welke hem deze ontvangst bereid had, heette hem en zyn gade hartelyk welkom en bood hem namens de academie twee etsen aan van Mauve en israëls. Toen sprak de heer A Nolen, directeur der inrichting, om den leeraar Striening geluk te wenschen. Hoewel nog slechts kort aan het hoofd der academie staande, had hy toch de werkzaamheid van den jubilaris reeds weten te waardeeren. Namens de leeraren schonk hy hem een oud Perzisch kleed, zyn liefde voor oude kunst kennende. Vervolgens nam de heer Alex Van Maasdyk het woord namens oud leerlingen, vrienden en schilders Allen, namens wie de heer Van Maas dyk sprak, hadden een schets gemaakt, die, in een portefeuille byeengebracht, den meester werd aangeboden. Nog een aantal toespraken volgden, alle vergezeld van bewyzen van achting en eerbied. Namens oud-leerlingen een tapytje, van enkele jonge dames een beeld van reflet métallique, van de boetseerklasse een beeld, van vrienden Perzische vazen, van oud leerlingen een porte feuille met teekeningen, etsen en pastelwerk, van zyn vriend Gabriel een teekening enz. enz. Nadat de toesprakeö en aanbieding oer r~ 17) Ja, kapitein," hoorde hy haar zeggen, „hy is myn gevangene. Hy is een dapper officier; dat verzeker ik u. Hy beschermde my tegen de roovers. Ik ben graaf Mnizek, van Poniatowski's lanciers. Stel hem als een persoonlyke gunst in vryh6id." Maar juist terwyl ze sprak, werd Pahlen door de wacht omringd en hy gaf zyn w»pen3 af. Hy kon 2yn antwoord van den officier hooren. Het zou my zeer aangenaam zyn, graaf, aan uw verzoek te voldoen, maar het is helaas onmogelyk." Toen hy weggebracht werd, zag hy in het maanlicht, dat ze erg bleek was. U zult vele landgenooten ontmoeten," merkte de kapitein op, nadat hy gevraagd had, hoe Pahlen heette. „We hebben de Russen den geheelen dag achterna gezeten." Dit be richt was geheel overbodig; Pahlen gaf geen antwoord; zyn houding was afgemeten en kalm. Maar in zyn binnenste was het alles behalve kalm; hy voelde, dat hy met het meisje moest spreken. De wacht reed terug naar den voorpost, waar Halka en hy aan de zorg van een sergeant werden toevertrouwd, die hun den weg wees naar het kamp. Daar worden zy ontvangen door een officier, die aan Halka vertelde, dat het corps uit drie duizend man paardenvolk bestond, die onder Murat van den vroegen morgen af de Russen vervolgd had, en dat de keizer, die persoonlijk de voorhoede aan voerde, zich voor den volgenden avond met een groote massa troepen by hen zou voegen. Ik wensch met de gevangenen te spre ken", zeide ze met een matte stem, ze was flauw van den hoDger en door vermoeienis geheel uitgeput. Hoe kon zoo'n jonge man als u een van de officieren van de lyfwacht van den Czaar gevangennemen?" vroeg de officier. Myn soldaten brachten hem een wond toe", antwoordde zytoen zy van haar paard steeg, waggelde ze, zoodat ze zich even aan het zadel moest vasthouden. Pahlen had het bevel ontvangen om af to stygen. Hy was benieuwd, wat ze zou zeggen. Dadelyk ging ze dichter naar hem toe en zeide snel in het Russisch: „Het spyt my, dat u gevangengenomen zyt. U beschermde my tegen de roovers. Voor een lafaard zyt gy zeer dapper. Goeden dag". Voordat u weggaat", zeide Pahlen, „zou ik u willen zeggen"Hy hield stil. Het tooneel in de kapel kwam hem weer voor den geest. Zy stonden alweer tegenover elkaar, maar de omstandigheden waren geheel ver anderd. Hy veroordeelde nu en niet zy. Zy was op het punt van weg te gaan, omdat hy nog altyd zweeg, maar zy werd toen door zyn stem teruggehouden. Het spelletje is nu uit", zeide hy, „ten minste wat my betreft. Weet u wat uw lot zal zyn?" Wat?" Als er vrouwelyk bloed door uw aderen stroomt, zult u sterven of krankzinnig wor den dat is te zeggen, als onze manschappen u niet vóór dien tyd vermoorden." Qy zag, dat ze schrikte en diep adem haalde. Het geraas van het kamp scheen zich in éón geluid op te lossen gedurendo het zwygen, dat op zyn woorden volgde. O, dan weet u het!" zeide zy verschrikt; maar vóór hy antwoord kon geven, voegde de Fransche officier zich by hen. Het was een fatterige, jonge huzaar, die zyn met bont gevoerdeD mantel zwierig over zyn schouders had hangen. Ga mee, graaf," zeide hy beleefd. „Myn oppasser heeft een eendvogel en een flesch wyn voor ons gehaald." Basil Va8siliévitch," zeide Halka op denzelfden angatigen toon in het Russisch, „zyt ge van plan om het aan die mannen te vertellen?" Terwyl hy sprak, beval de Bergeant hem voort te loopen, Neen," antwoordde hy, zonder naar haar te kykeD„en ik zal nu moeten boeten voor myn zwygen." Sergeant, deze officier is gewond," bracht ze met moeite uit. „Stuur onmiddeliyk om den chirurgyn." Pahlen keek om, maar zy had zich zoo spoedig omgedraaid, dat zyn oogen haar niet meer konden vinden te midden van de zich voortbewegende figuren. Welja, nog een heelmeester ook!" bromde de sergeant, die naa3t hem liep. „Ergere wonden dan de uwe hebben moeten wachten. We hebben zóó snel gemarcheerd, dat er aan geen heelmeesters te denken viel. Morgen zal ik er voor zorgen. Wat heeft die Pool een drukte op zyn lyfl" Hy bracht hem naar een boerenerf in het dorp, waar do militairen, die dien dag ge vangengenomen waren, opgesloten werden. Er was geen andere beschutting dan een kleimuur. De wachten hadden een groot vuur gemaakt, waaromheen de Russen door elkaar gelegerd waren. Velen van hen waren gewond, maar er was niemand, die hen verzorgde. Eenige Russische officieren vormden een afzonderiyke groepzy groetten Pahlen, die hen geen van allen kende. Deze gevangenen zouden den vol gendon dag de achterhoede vormen, maar het was zeer waarschyniyk, dat velen van hen door het zich ophouden onder den blooten hemel en aan hun ernstige wonden zouden sterven, voordat zy Warschau bereikt hadden. De weinige hutten van het dorp waren door Murat en diens staf ingenomen, alle anderen moesten in de open lucht kampeeren. Pahlen stond eenige oogenblikken by de officieren; hy hoorde hen spreken, maar luisterde niet naar hetgeen zy zeiden. Zyn gedachten waren by Haika. Soms had hy gewén8cht, dat ze dood mocht zyn, en nu had hy zyn leven voor haar in de waagschaal gesteld en zyn vryheid voor haar opgeofferd l Hy legde zich na eenige oogenblikken ter ruste en lag toen op de vuile, vertrapte sneeuw. Boven hem waren de zilveren sterren en groote, zwarte, voortdry vende wolken. Op een ander erf dan dat, waar hy lag, dansten regens van gele vonken over de sneeuw, waartusschen de rook zich als guirlande heenkronkelde. By de flikkerlichten waren de gezichten van de gevangenen te onder scheiden het waren voor het meerendeel volwassen mannen, die hun lot met geduld droegen, maar hier od daar zag men een jongen man, die ongeduldig de groep rond keek. Over den muur kwam bet leven en het geraas van het kamp, hoorde men het gehinnik van do vastgebonden paarden, het geklink van wapenen, waar de manschappen bezig waren hun geweren schoon te maken, en het geluid vaD stemmen, gevloek en gezang. Terwyl hy zoo lag te staren en te luisteren, terwyl zyn wond hem hevige pyn deed en het bloed als een gloeiende stroom door zyn aderen bruiste, voedde hy opnieuw de zwartste gedachten. Hy was er nu zeker van, dat het met zjjn zielsrust gedaan zou zyn, als ze mocht sterven, of als men haar ongelukkig maakte. Het Damocles-zwaard, dat boven zyn hoofd had gehangen, was weggenomen. Het was gemakkeiyk genoeg om haar ten gronde te richten. Als het bekend werd, dat zy wapenen had gedragen, dat zy in het Fransche leger kamp vertoefd had, zou hy scheiding kunnen aanvragen. Als zy wat zy zonder twyfel zou doen zyn levensgeschiedenis zou ver tellen, zou niemand haar gelooven. (Wordt vervolgd

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1897 | | pagina 1