N\ 11346 "Vrijdag 19 Februari. A«. 1897 gourant wordt dagelijks, met uitzondering van <Zon- en feestdagen, uitgegeven. Dit nommer bestaat uit TWEE Bladen. Leiden, 18 Februari. F euilleton. Een heldhaftige vrouw. LIIDSCH DAGBLAD. PRIJS DEZER COUBAHTi Voor Lelden per 3 maanden. f l.lft franco per post1.40. JLftonderUjke Nommers 0.05. PRIJS DER ADVKRTEHTIÜN Van 1 6 regels ƒ1.05. Iedere rogel meer 0.17GroofeW letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren bullen de stad wordt ƒ0.05 berekend. Eerste Blad. Officiëele KenuisffeTingei, Burgemeester en Wethouders tsn Leidon, Gezien hot adres van P. J. LUGTIGHEID, houdonde verzoek om vcrgnnning tot het plaatsen en in-werking-stellen van een gasmotor van S paarde- kraoht in hot perceel Groenesteeg No. 8; Gelet op do artt. 6 en 7 der wet van 2 Jnni 1876 (Staatsblad No. 96)gewijzigd en aangevuld bij de wet van 4 Septsmbor 1896 (Staatsblad No. 152); Geven bjj deze konnia aan het publiek, dat ge noemd verzoek met de bplagen op de 8ecretarie dezer gemeente tor visie gelegd isalsmede, dat op Woensdag 8 Maart a. e., 'e voormiddags te elf uren, op hot Raadhuis, gelegenheid zal worden gegeven om bezwaren tegen dat verzoek in te brengen. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Leiden, F. WA8, Burgemeester. 17 Febr. 1897. E. KI8T, Secretaris. Wettelijke yerzekering Tan werklieden tegen de gevolgen van ongevallen fin bepaalde bedrgven. Het wetsontwerp, onder bovenstaand op schrift bi) de Tweede Kamer ingediend, gaat uit van het hoofdbeginsel, dat de werkman schadeloos moet worden gesteld voor de ern stige ongevallen, hem in de uitoefening van het bedrijf overkomen. Dat recht wordt niet toegekend, waar hy opzettelijk een ongeval teweegbrengt, maar waar eigen schuld bestaat, wordt niet elk recht op schadeloosstelling ontzegd, dus dat recht wordt toegekend zoo lang niet van opzet is gebleken. Ongevallen ten gevolge van dronkenschap geven geon recht. Daarentegen wordt wel schadevergoe ding gegeven voor de ongevallen, uit over macht of uit Diet bekende oorzaken ontstaan. De verzekering van de werklieden zal ge schieden ten laste van de bedrijven. De werk lieden zijn door het in dienst zijn in een be paald bedrijf verzekerd op kosten van den werkgever. De Staat behoort de grootst moge lijke zekerheid te geven, dat de verzekerde en opeischbare bedragen steeds voldaan zullen worden; de verzekering moet zoo goedkoop mogeiyk zjjn en zjj moet zoo werken, dat zy voor de werkgevers een prikkel is om zoo veel mog ïyk ongevallen te voorkomen. De Staat houdt de geheele regeling der verzekering aan zich en stelt zich aansprake lijk voor de schadeloosstellingen. Alzoo wette lijke verzekering, geregeld en uitgevoerd door den Staat. Een te groot aantal bedrijven wordt niet dadelijk in de wet opgenomen; beter wordt het geacht tot uitbreiding over te gaan na opgedane ondervinding. De bedrijven, in art. 1 bedoeld, zijn: lo. die, waar ter gedeeltelijke of geheele uitoefeniDg van het bedrijf eenig krachtwerk tuig wordt gebruikt met uitzondering van die, uitgeoefend met vaartuigen; 2o. die, waar ontplofbare stoffen vervaar digd, vervoerd, bewaard of gebruikt worden; 3o. het schipptTsbedrijf met scbepen, welke in den regel v^n do eene plaats hier te lande naar eene andere plaats bier te lande varen, en dat met schepen, welke uitsluitend de rivieren en binnenwateren bevaren en tevens geregeld van buitenslands komen of naar buitenslands bestemd zijn; 4o. het veerschippersbedrjjf; 5o. de via- schery op rivieren en binnenwateren; 6o. de spoor- en tramwegondememingen; 7o. de bouwvakken; 8o. het aard- en grondwerkers- vak; 9o. het leggen van electrische gelei dingen; lOo. de mijnen; llo. de glazen- wa8scherijen; 12o. de slachterijen; 13o. de werven; 14o. het schoorateenvegersbedrijf; 15o. het laden en lossen van schepen. De sub 7o. bedoelde bouwvakken zijn: het heiers-, lei- en rietdekkerslooogieters-, zink- werkers-, metselaars-, schilders-, smids steen- houwers-, steenzagers-, stukadoors- en timmer mansvak. Voor de verzekering wordt aansluiting ge zocht bi) de posterijen, waar eene Rijksver zekeringsbank zal worden gevestigd. De werkman ontvangt eene geregelde uil- keering zooveel mogelijk op de tijdstippen, waarop hij anders z|jn loon zou hebben ont vangen, eene lijfrente voor den duur en voor de mate zyner ongeschiktheid tot werken. Tot bepaling van het gemiddelde der rente wordt bet loon genomen, door den getroffene genoten gedurende het voorafgaande jaar. Indien het gemiddelde jaarloon het bedrag van f 1200 overschrijdt, geldt de verplichts verzekering niet. By het aangenomen stelsel zal den werkman eene maximum-rente van 70 pCt. van zyn gemiddeld dagloon kunnen uitgekeerd worden, en naar verhouding minder by tydeiyke of gedeelteiyke ongeschiktheid. Ten opzichte van de nagelaten betrekkingen wordt de uitkeering Diet uitgesloten by zelf moord of by de gevolgen van dronkenschap. Onder nagelaten betrekkingen verstaat de wet de nagelaten echtgenoote, de kinderen van den overledene, alsmede diens ouders, groot ouders of schoonouders. Aan eene weduwe wordt by volgend huweiyk als afkoopsom toegekend tweemaal de jaarrente. By het overlyden van eene vrouw, ten gevolge van bedryfsongeval, wordt den over bid venden echtgenoot eene rente als schade loosstelling toegekend voor den duur zyner ongeschiktheid tot werken. De kinderen (ook natuurlyke kinderen) hebben een zelfstandig recht op rente tot het 16de jaar. Do ouders, schoonouders, grootouders evenzeerde weduwe en weduwnaar krygen een rente van 30 pCt. van het jaarloon. De maximumrente zal bedragen 60 pCt., dan krygt de vrouw 30 pCt. en alle kinderen te zamen ook 30 pCt. Als de kinderen ouder loos zyn of worden, krygen zy ieder20pCt.; voor de ouders, grootouders eD schoonouders is de rente bepaald op 30 pCt. Aan de nagelaten betrekkingen wordt tevens een recht op vergoeding van begrafeniskosten toegekend. Een getroffen werkman kan met zyn goed vinden in een ziekenhuis worden opgenomen. In dat geval vergoedt de Bank alle kosten van verpleging. Blykt het, na een observatie- tyd van 6 weken, dat de verzekerde gedeelte- ïyk of geheel ongeschikt tot werken is, ten gevolge van het ongeval, dan heeft hy aan spraak op eene renteuitkeering van den eersten dag der zevende week af. Byaldien de werk man lid is van een fonds, verleent de Bank hem een schadeloosstelling ten bedrage van het 26voud der aan het fonds betaalde weke» ïyksche bydrage, doch alleen voor het geval, dat hy langer dan zes weken geheel of ge- deelteiyk ongeschikt was. De onkosten der verzekering worden niet door werkgevers en werklieden te zamen gedragen. De uitgaveD, die voldaan moeten worden uit de bydragen der werkgevers, bestaan in de schadeloosstellingen, de admi nistratiekosten en hetgeen benoodigd is tot vorming van een reservefonds. De nyverheid behoort jaarlyks op te brengen de kapitaalswaarde der uit te keeren renten en daarvoor is gekozen het stelsel van de betaling van premiën, volgens een te voren vastgesteld tarief, waarin de bydrage is uit gedrukt voor elk genoten percent en per f 1 loon. Met betrekking tot de wyze van verzekering is het collectieve stelsel gekozen. De orga nisatie is geheel gebaseerd op het beginsel van aansluiting aan de Posteryen. By het bestuur der Bank berust de uitvoering der verzekering, onder toezicht van een Raad van Beroep, met een hoogere voorziening in som mige gevallen. Ter uitvoering dezer wet is te Amsterdam eene Ryksinstelling gevestigd, welke den naam draagt van Rijksverzekeringsbank. Het bestuur dezer Bank is opgedragen aan een directeur en twee leden, die allen bezoldigd werden. De lUad van Toezicht en Beroep zal bestaan uit 5 leden. Aan dezen Raad wordt een bezoldigde secretaris toegevoegd, terwyi aan de leden presentiegeld zal worden toegelegd. Het ont werp goeft aan de werkgevers, die reeds vrijwillig hunne werklieden verzekerd hadden vóór het Indienen van dit ontwerp, de be voegdheid hunne loopendo polissen over te drageQ aan de Ryksverzekeringsbank. De slagers-vereeniging „Nut en Vriend schap" opgericht 7 Augustus 1888 vierde gisteravond in den foyer dor Stadszaal haar negende jaarfeest. Naast het tooneol prykto te midden van een fraaie plantenversiering het vaandel. De zaal was flink bezet door de leden met hunne vrouwen, meisjes of andere betrek kingen, alsmede door genoodigden. Hun allen werd door den president, den heer J. Nysen, een harteiyk welkom toege roepen en insgelyks den aanwezigen donateurs, wien hy bovendien in het byzondor dank zeide voor den weder gedurende het afgeloopen jaar verleenden geldelyken steun. By deze Vereeniging is het niet de gewoonte, dat er op een jaarfeest verslag wordt uitge bracht, omdat dit geschiedt op een vooraf gaande huishoudelijke ledenvergadering zelve; maar toch werd ons verzekerd, dat het ledental steeds vooruitgaande is en de to .-stand der Vereeniging alleszins gunstig is te noemen. Voor het samenstellen van het feestpro gramma was het bestuur in onderhandeling getreden met den heer H. D. Nieuwenhuizen, te Rotterdam, die beloofde met veel te zullen komen, dat door zyn gezelschap nog niet by andere vereenigingen was uitgevoerd. Aan die belofte heeft de directeur voldaan, en het was aardig nieuws ook, zoodat er werkelyk veel genoegen mee werd verschaft. Herhaaldeiyk hoorde men de geheel» zaal, hetzy wegens de enkele voordrachten, hetzy wegens de duo's, hetzy W9gens de biyspelen, schaterlachen, terwyi ook de vertoonde kunsten en dansen in den geest vielen. Muziek ontbrak er natuuriyk evenmin. Een goed voorgedragen solo voor piston vond mede veel byval. Het bestuur heeft dus veel voldoening van zyn bemoeiingen, om den leden, enz. een ge zellig, aangenaam samenzyn te verschaffen. Precies op den voorgeschreven tyd, te negen uren, begonnen, eindigde de voorstelling precies te twee uren in den nacht, waarna met de toebereidselen voor het bal een aan vang werd gemaakt. De Leidsche hoogleeraren dr. M. J. De Goeje en dr. C. P. Tiele zullen de Nederlandsche regeering, buiten bezwaar van 's Ryks schat kist, vertegenwoordigen op het te Parys te houden Orientalisten-congres. Beroepen is by de Ned.-Herv. gem. te Leersura de heer C. J. Warners, cand. tot den H. Dienst te Leiden, en by die gemeente te Alkmaar, dr F. J. Los, te Bruchem. De heer A. Burger, cand., hoopt in de Ntd.-Herv. gem. te Dreischor Zondag 21 Febr. intrede te doen, na bevestigd te zyn door ds. C. B. Oorthuys, van Katwyk aan Zee. De bevolking der gemeente Zoeterwoude bestend op 31 Dec. 1896 uit: M. Y. Tot. 3007 3512 6519 Term. door geb. in 1896 78 84 162 3085 3596 6681 vest. t JU7 471 788 3402 4067 7469 Yermln.orerl. 9 44 51 96 3358 4016 7374 vertr. 1896 2242 4138 dus bevolk, op 31 Dec. 1896 1462 1774 3236 Te W-ssenaar werd in het lokaal van den heer Beyer3bergen een vergadering gehou den van bloembolltrnkweekers uit die gemeente. Deze vergadering, welke jaarlyks door den heer J. Ruygrok wordt belegd, had ten doel te bepalen, of er dit jaar een genoegzaam aantal deelnemers zou zyn om 6en veiling te houden. Er was sprake geweest, dat de no taris alleen zou willen veilen, als de betaling geschiedde vóór 't opnemen der bollen. De heer Ruygrok deelde mede, dat hy informa- tiön ingewonnen had by de directeuren en oy den notaris en dat beiden verklaard hadden, dit jaar te zullen veilen op dezelfde voorwaar den van voorgaande jaren. Een der leden deelde mede, dat een andere directeur zich ook bereid verklaard had, in deze gemeente te willen veilen. De vergadering besloot echter de heeren Hermann en Alkemade alleen als directeuren te zullen behouden. Na rondvraag bleek, dat er reeds 796 nommers voor de veiling waren. Besloten word volgende week Donderdag nogmaals een vergadering te hou den, om te besluiten, of er ééu of twee veilingen gehouden zullen worden. De Raad der gemeente Benthuizen heeft benoemd tot onderwyzores aan de openbar® lagere school mej. M. C. H. Köhler, uit 's-Gra- venhago, terwyi mej. M. Dil als zoodanig eer vol ontslagen werd. Te Bodegraven bedraagt het aantal mm- nelyke pereonen boven de 25 jaar 957. Hier van zyn 611 belastingkiezer, terwijl zich aan gegeven hebben 104 personen, nl. 5 wegens onverdeeld goed, 13 huur-, 3 vaartuig-, 44 loon-, 2 grootboek-, 2 spaarbank-, 3 examen kiezers en 32 inwonende zonen. Wanneer deze aangiften alle goed bevonden zijn, zal dus het getal kiezers 615 bedragen. Daar het vroegere cyfer 442 was, een zeer hoog cyfer voor eene gemeente van nog geen 4000 inwoners is de aanwinst niet groot te noemen. Niet minder dan 161 personen hadden over het laatst verloopen dienstjaar hunne belastiag niet voldaan. In de gisteren gehouden algemeene ver gadering van aandeelhouders van de nmL venn. Straatweg Goud a-Bodegraven is het dividend over 1896 bepaald op f 6.80 per aandeel. Van 25 tot 29 Mei a. s. zal te Amster dam eene nationale bakkery tentoonstelling gehouden worden, die de volgende groepen omvatten zal: Groep I. Brood, beschuit en roggebrood in afzonderiyke klassen verdeeld als voedings middelen. Groep II. Weeldebrood, waaronder worden verstaan alle fijnere broodsoorten, groot of klein. Groep III. Kunstwerken, van levend of dood deeg of van brood vervaardigd. Groep IY. Productie der banketbakkerij. De inschrijving wordt opengesteld tot 15 Maart. De bekroningen zullen bestaan in: eere- diploma's, zoo mogeiyk eere-pryzen, diplom;'.'® voor gouden, zilveren en bronzen medailles en eervolle vermeldingen. Door den minister van financiën is vast gesteld het model-aanslagbiljet voor de perso neels belasting naar de nieuwe wet. Daaruit blykt, dat de aanslagen ook in het vervolg in 10 termynen betaalbaar zyn. Die termynen vervallen op den laatsten dag der maanden Februari tot en met November van het belastingjaar. De belastingkantoren zullen gesloten zyn op den laatst n werkdag der maand, den Nieuw jaarsdag en de algemeen erkende chrisFlyk® feestdagen. (N. R. Ct.) Tot het programma der muziekieesten, die gedurende de aanstaande tentoonstelling te Brussel zullen plaats vinden, behooren: een concert, te geven door het orkest van het Concertgebouw te Amsterdam, onder leiding van Mengelberg; een concert door het Stedeiyk Orkest uit Utrecht, onder leiding van Wouter Hutschenruyter, een concert onder Hans Richter met medewerking van Yan Djjk en een orgel-concert door Saint-Saèns. i) In den herfst van het jaar 1806 vertrok kapitein Basil Pahlen, die deel uitmaakte van de Russische keizeriyke ïyfwacht te paard, uit het kantonnement van generaal Ben- lingsen, om in het huweiyk te treden met gravin Halka Muizek. Hy ging met tegenzin en treurde over zyn lot, omdat hy zich als het slachtoffer van onaangename levens omstandigheden beschouwde en omdat hy te ljjden had van de grillen van anderen. Hy was het vorige jaar, vóór den Oostenrykschen veldiocüt, in tegenwoordigneid van den keizer met haar verloofd. Zyn meisje was een Pool- ache dame, die hy vóór dat bewuste oogen- blik nooit had gezien. Hy had, wat zyn persoon betrof, ernstige redenen om de huweiyk8plechtigheid niet te doen plaats hebben. Terwyi hy langs een moerassig pad, dat een weg moest heeten, voortreed, schenen die redenen als 't ware gestalten en vormen aan te nemen en rond den kop van zyn paard heen te dwarrelen, terwyl zy waarschuwend het oog op hem gericht hielden. De zon was juist aan 't ondergaan en de naalden aan de toppen van de pyoboomen werden nog door het laatste zonlicht beschenen. Het skelet van een paard, dat op den weg lag, was eveneens rossig getint. Er zat een kraai op den schedel, die zyn snavel in een van de ooeholten stak. Wolven en roofvogels hadden geholpen, om de beenderen van 't dier schoon te maken, en by had eeD gryze gedaante zien wegsluipen tusschen de pynboomen, ter wyl hy kwam aanryden. Hy nam een brief, die aan het gevest van zyn sabel gehecht was, en las dien langzaam door. Op het adres stond: „Aan den Hoog geboren Heer Graaf Pahlen", met roode letters het slecht geschreven schrift was hier en daar allesbehalve leesbaar. De brief luidde: „Basil Yassilióvitch. Zyn Majesteit de Czaar heeft bevolen, dat u zult huwen met gravin Halka MDizek en heeft my verlof gegeven om het huweiyk te doen plaats hebben, als ik dit noodzakelyk vind. Ik heb op dit oogenblik verschillende dringende rede nen, die my zeggen, dat de tyd tot voltrekking van het huweiyk is gekomen. Ik beveel u daarom dadeiyk thuis te komen, opdat de wil van allen, die m deze zaak betrokken zyn, vol voerd moge worden. Er is een keizeriyk bevel schrift naar generaal Benningsen gezonden, die u moet toestaan te vertrekken. Kom onmid- dellyk, het kan geen uitstel lyden. Graaf Adam Mnizek." De woorden schenen met bloed geschreven, toen de laatste zonnestralen op den rooden inkt vielen. Een rilling ging door zyn leden. Hy sprong van zyn paard en wikkelde den brief om een steeD, dien hy in 't water, aan den kant van den weg, wierp. Hy viel tusschen het ster- renkruid en een kikvorsch sprong uit het stil staande water op 't riet aan den oever. Hy had een gevoel, alsof hy door deze daad iets zeer onaangenaams, iets, wat zyn vrQheid bedreigde. had verdronken en uit zyn gezicnt had ver- wyderd. Hy wierp zich weer op zyn paard en reed door de schemering, met oen sombere, vast beraden uitdrukking in zjjn oogen. Hy was vyf en twintig jaar en had tot nu toe met graagte uit den levenskelk gedronken; er was nu echter gal in gekomen en hyzelf had zyn ondergang bewerkt. De weg, waarover hy reed, ging door velden met vertrapte haver, of door dichte bosschen. Als het weer veranderde en de regen begon te vallen, zou de weg even modderig en onbegaanbaar worden als de velden het reeds waren. Wagensporen zoo diep als ravynen doorsneden den weg en deze waren opgevuld met afgevallen bladeren. Toen hy zyn paard langs een diepen kuil leidde, zag hy een troep menschen aan den kant van het bosch staan. Allen schenen boeren te zyn, met uitzondering van één man, die te paard zat, die gewapend was en onder wiens mantel goudborduursel schitterde. Hy sprak met verheffing van stem en schold de ïyfeigenen uit. Pahlen ving het antwoord van één van de boeren op, toen hy dichter langs de hoornen reed. Ja, Uw Hoogheid," zei de man norsch, „we hebben een besluit genomen. Niemand in de geheele provincie wil ten stryde trekkeD, tenzy een Mnizek onze aanvoerder is. Als Zyn Excellentie ten oorlog gaat, zullen wy hem volgen." Lafaards, honden!" schreeuwde de man te paard. „Denkt je, dat de halfgekke, oude man, wiens ïyfeigenen jelui zyt, je aanvoerder in den stryd zal wezen?" Wy zullen niet gaan, als Zyn Excellentie het niet beveelt I Aan zjjn bevelen om ons leven in de waagschaal te stellen, zullen we ge hoorzamen," antwoordde de boer zonder nadenken. Dan zal een Mnizek je aanvoerder zyn, honden I Als je over drie dagen niet op 't aan gewezen punt bent, dan zal ik je laten ophan gen en wy zullen de huizen boven de hoofden van je vrouwen en kinderen in brand steken, als we je moeten komen halen." Wy hooren, wat Uw Hoogheid zegt," antwoordde de ïyfeigene, op een toon, waaruit minachting sprak, „en als een Mnizek onze aanvoerder ia, dan zullen we hem volgen, zooals wy verplicht zyn." De man te paard draaide plotseling om, toen hy het geluid van hoeven hoorde, en bevond zich toen tegenover Pahlen. Zyn metgezellen keken verschrikt op en gingen diebter by elkaar staan. Toen zjj een Russische uniform zagen, stolde het bloed in hun aderen en één voor één slopen zy langzamerhand het bosch in. Pahlen reed zachtjes verder, nadat hy den man ook eens strak aangekeken had, zooals deze hem had gedaan. Hy 'ver moedde dadeiyk, dat het een van de spionnen van prins Poniatowski was, die sedert het naderen van de Franschen beproefd had om legers onder zyn landgenooten te vormen, ten einde Napoleon te hulp te komen. Toen Pahlen hem beval stil te houden, reed hy achteruit het bosch in en verdween tus schen de boomen, nadat hy een sierlyko, uit dagende beweging met zyn hand had gemaakt. Het was stikdonker geworden en daar 't bosch zeer uitgestrekt was, begreep de officier, dat het nutteloos zou zyn om hem te volgen. Dit voorval gaf een andere wènding aan zyn gedachten. Het meisje, waarmee hy dien avond zou huwen, droeg den naam, die alleen de macht bezat om de ïyfeigenen uit hun onver schilligheid te rukken. Als een Mnizek zich aan de zyde der Franschen schaarde, dan zou de geheele familie in ongenade vallen, en als het huweiyk uitgesteld kon worden, zou zy niet gedwongen worden hem te huwen. Hoe zou het huweiyk uitgesteld kunnen worden? Het noodlot ging snel en over twee uur zou zy reeds als zyn vrouw worden beschouwd. Twintig minuten later stond hy voor d® opryiaan naar het buis vau graaf Mnizek eo reed hy stapvoota de zeer donkere laan in. Alweer verwensebte hy de noodzakelykbeid, die hem dwong tot het „ondergaan" van de huwelyksplechtigheid. Hy wist wel, dat er een gaatje was, waardoor hy zou kunnen ontsnappen, maar, wanneer hy er gebruik van maakte, dan zou hy de woede van zyn meester te verduren eo zyn eigen schande te dragen hebben. Hy trachtte zyn geweten tot zwygen te brengen door het besluit, dat by genomen had, weer te niet te doen. Daar was gevaar aan verbonden, waardoor zyn geheele leven iets onzekers kreeg, want zyn toekomst zoa afhank-v: m de luim van een meisje. Try.,ti rfolgd

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1897 | | pagina 1