N\ 11346
"Vrijdag 19 Februari.
A«. 1897
gourant wordt dagelijks, met uitzondering
van <Zon- en feestdagen, uitgegeven.
Dit nommer bestaat uit TWEE
Bladen.
Leiden, 18 Februari.
F euilleton.
Een heldhaftige vrouw.
LIIDSCH
DAGBLAD.
PRIJS DEZER COUBAHTi
Voor Lelden per 3 maanden. f l.lft
franco per post1.40.
JLftonderUjke Nommers 0.05.
PRIJS DER ADVKRTEHTIÜN
Van 1 6 regels ƒ1.05. Iedere rogel meer 0.17GroofeW
letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren bullen de stad
wordt ƒ0.05 berekend.
Eerste Blad.
Officiëele KenuisffeTingei,
Burgemeester en Wethouders tsn Leidon,
Gezien hot adres van P. J. LUGTIGHEID,
houdonde verzoek om vcrgnnning tot het plaatsen
en in-werking-stellen van een gasmotor van S paarde-
kraoht in hot perceel Groenesteeg No. 8;
Gelet op do artt. 6 en 7 der wet van 2 Jnni 1876
(Staatsblad No. 96)gewijzigd en aangevuld bij de
wet van 4 Septsmbor 1896 (Staatsblad No. 152);
Geven bjj deze konnia aan het publiek, dat ge
noemd verzoek met de bplagen op de 8ecretarie
dezer gemeente tor visie gelegd isalsmede, dat op
Woensdag 8 Maart a. e., 'e voormiddags te elf uren,
op hot Raadhuis, gelegenheid zal worden gegeven
om bezwaren tegen dat verzoek in te brengen.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Leiden, F. WA8, Burgemeester.
17 Febr. 1897. E. KI8T, Secretaris.
Wettelijke yerzekering Tan werklieden
tegen de gevolgen van ongevallen
fin bepaalde bedrgven.
Het wetsontwerp, onder bovenstaand op
schrift bi) de Tweede Kamer ingediend, gaat
uit van het hoofdbeginsel, dat de werkman
schadeloos moet worden gesteld voor de ern
stige ongevallen, hem in de uitoefening van
het bedrijf overkomen. Dat recht wordt niet
toegekend, waar hy opzettelijk een ongeval
teweegbrengt, maar waar eigen schuld bestaat,
wordt niet elk recht op schadeloosstelling
ontzegd, dus dat recht wordt toegekend zoo
lang niet van opzet is gebleken. Ongevallen
ten gevolge van dronkenschap geven geon
recht. Daarentegen wordt wel schadevergoe
ding gegeven voor de ongevallen, uit over
macht of uit Diet bekende oorzaken ontstaan.
De verzekering van de werklieden zal ge
schieden ten laste van de bedrijven. De werk
lieden zijn door het in dienst zijn in een be
paald bedrijf verzekerd op kosten van den
werkgever. De Staat behoort de grootst moge
lijke zekerheid te geven, dat de verzekerde en
opeischbare bedragen steeds voldaan zullen
worden; de verzekering moet zoo goedkoop
mogeiyk zjjn en zjj moet zoo werken, dat zy
voor de werkgevers een prikkel is om zoo
veel mog ïyk ongevallen te voorkomen.
De Staat houdt de geheele regeling der
verzekering aan zich en stelt zich aansprake
lijk voor de schadeloosstellingen. Alzoo wette
lijke verzekering, geregeld en uitgevoerd door
den Staat.
Een te groot aantal bedrijven wordt niet
dadelijk in de wet opgenomen; beter wordt
het geacht tot uitbreiding over te gaan na
opgedane ondervinding.
De bedrijven, in art. 1 bedoeld, zijn:
lo. die, waar ter gedeeltelijke of geheele
uitoefeniDg van het bedrijf eenig krachtwerk
tuig wordt gebruikt met uitzondering van die,
uitgeoefend met vaartuigen;
2o. die, waar ontplofbare stoffen vervaar
digd, vervoerd, bewaard of gebruikt worden;
3o. het schipptTsbedrijf met scbepen, welke
in den regel v^n do eene plaats hier te lande
naar eene andere plaats bier te lande varen,
en dat met schepen, welke uitsluitend de
rivieren en binnenwateren bevaren en tevens
geregeld van buitenslands komen of naar
buitenslands bestemd zijn;
4o. het veerschippersbedrjjf; 5o. de via-
schery op rivieren en binnenwateren; 6o. de
spoor- en tramwegondememingen; 7o. de
bouwvakken; 8o. het aard- en grondwerkers-
vak; 9o. het leggen van electrische gelei
dingen; lOo. de mijnen; llo. de glazen-
wa8scherijen; 12o. de slachterijen; 13o. de
werven; 14o. het schoorateenvegersbedrijf;
15o. het laden en lossen van schepen.
De sub 7o. bedoelde bouwvakken zijn: het
heiers-, lei- en rietdekkerslooogieters-, zink-
werkers-, metselaars-, schilders-, smids steen-
houwers-, steenzagers-, stukadoors- en timmer
mansvak.
Voor de verzekering wordt aansluiting ge
zocht bi) de posterijen, waar eene Rijksver
zekeringsbank zal worden gevestigd.
De werkman ontvangt eene geregelde uil-
keering zooveel mogelijk op de tijdstippen,
waarop hij anders z|jn loon zou hebben ont
vangen, eene lijfrente voor den duur en voor
de mate zyner ongeschiktheid tot werken.
Tot bepaling van het gemiddelde der rente
wordt bet loon genomen, door den getroffene
genoten gedurende het voorafgaande jaar.
Indien het gemiddelde jaarloon het bedrag
van f 1200 overschrijdt, geldt de verplichts
verzekering niet. By het aangenomen stelsel
zal den werkman eene maximum-rente van
70 pCt. van zyn gemiddeld dagloon kunnen
uitgekeerd worden, en naar verhouding minder
by tydeiyke of gedeelteiyke ongeschiktheid.
Ten opzichte van de nagelaten betrekkingen
wordt de uitkeering Diet uitgesloten by zelf
moord of by de gevolgen van dronkenschap.
Onder nagelaten betrekkingen verstaat de wet
de nagelaten echtgenoote, de kinderen van
den overledene, alsmede diens ouders, groot
ouders of schoonouders. Aan eene weduwe
wordt by volgend huweiyk als afkoopsom
toegekend tweemaal de jaarrente.
By het overlyden van eene vrouw, ten
gevolge van bedryfsongeval, wordt den over
bid venden echtgenoot eene rente als schade
loosstelling toegekend voor den duur zyner
ongeschiktheid tot werken. De kinderen (ook
natuurlyke kinderen) hebben een zelfstandig
recht op rente tot het 16de jaar. Do ouders,
schoonouders, grootouders evenzeerde weduwe
en weduwnaar krygen een rente van 30 pCt.
van het jaarloon.
De maximumrente zal bedragen 60 pCt.,
dan krygt de vrouw 30 pCt. en alle kinderen
te zamen ook 30 pCt. Als de kinderen ouder
loos zyn of worden, krygen zy ieder20pCt.;
voor de ouders, grootouders eD schoonouders
is de rente bepaald op 30 pCt.
Aan de nagelaten betrekkingen wordt tevens
een recht op vergoeding van begrafeniskosten
toegekend.
Een getroffen werkman kan met zyn goed
vinden in een ziekenhuis worden opgenomen.
In dat geval vergoedt de Bank alle kosten
van verpleging. Blykt het, na een observatie-
tyd van 6 weken, dat de verzekerde gedeelte-
ïyk of geheel ongeschikt tot werken is, ten
gevolge van het ongeval, dan heeft hy aan
spraak op eene renteuitkeering van den eersten
dag der zevende week af. Byaldien de werk
man lid is van een fonds, verleent de Bank
hem een schadeloosstelling ten bedrage van
het 26voud der aan het fonds betaalde weke»
ïyksche bydrage, doch alleen voor het geval,
dat hy langer dan zes weken geheel of ge-
deelteiyk ongeschikt was.
De onkosten der verzekering worden niet
door werkgevers en werklieden te zamen
gedragen. De uitgaveD, die voldaan moeten
worden uit de bydragen der werkgevers,
bestaan in de schadeloosstellingen, de admi
nistratiekosten en hetgeen benoodigd is tot
vorming van een reservefonds.
De nyverheid behoort jaarlyks op te brengen
de kapitaalswaarde der uit te keeren renten
en daarvoor is gekozen het stelsel van de
betaling van premiën, volgens een te voren
vastgesteld tarief, waarin de bydrage is uit
gedrukt voor elk genoten percent en per
f 1 loon.
Met betrekking tot de wyze van verzekering
is het collectieve stelsel gekozen. De orga
nisatie is geheel gebaseerd op het beginsel
van aansluiting aan de Posteryen. By het
bestuur der Bank berust de uitvoering der
verzekering, onder toezicht van een Raad van
Beroep, met een hoogere voorziening in som
mige gevallen.
Ter uitvoering dezer wet is te Amsterdam
eene Ryksinstelling gevestigd, welke den
naam draagt van Rijksverzekeringsbank. Het
bestuur dezer Bank is opgedragen aan een
directeur en twee leden, die allen bezoldigd
werden. De lUad van Toezicht en Beroep zal
bestaan uit 5 leden.
Aan dezen Raad wordt een bezoldigde
secretaris toegevoegd, terwyi aan de leden
presentiegeld zal worden toegelegd. Het ont
werp goeft aan de werkgevers, die reeds
vrijwillig hunne werklieden verzekerd hadden
vóór het Indienen van dit ontwerp, de be
voegdheid hunne loopendo polissen over te
drageQ aan de Ryksverzekeringsbank.
De slagers-vereeniging „Nut en Vriend
schap" opgericht 7 Augustus 1888 vierde
gisteravond in den foyer dor Stadszaal haar
negende jaarfeest.
Naast het tooneol prykto te midden van
een fraaie plantenversiering het vaandel.
De zaal was flink bezet door de leden met
hunne vrouwen, meisjes of andere betrek
kingen, alsmede door genoodigden.
Hun allen werd door den president, den
heer J. Nysen, een harteiyk welkom toege
roepen en insgelyks den aanwezigen donateurs,
wien hy bovendien in het byzondor dank
zeide voor den weder gedurende het afgeloopen
jaar verleenden geldelyken steun.
By deze Vereeniging is het niet de gewoonte,
dat er op een jaarfeest verslag wordt uitge
bracht, omdat dit geschiedt op een vooraf
gaande huishoudelijke ledenvergadering zelve;
maar toch werd ons verzekerd, dat het ledental
steeds vooruitgaande is en de to .-stand der
Vereeniging alleszins gunstig is te noemen.
Voor het samenstellen van het feestpro
gramma was het bestuur in onderhandeling
getreden met den heer H. D. Nieuwenhuizen,
te Rotterdam, die beloofde met veel te zullen
komen, dat door zyn gezelschap nog niet by
andere vereenigingen was uitgevoerd.
Aan die belofte heeft de directeur voldaan,
en het was aardig nieuws ook, zoodat er
werkelyk veel genoegen mee werd verschaft.
Herhaaldeiyk hoorde men de geheel» zaal,
hetzy wegens de enkele voordrachten, hetzy
wegens de duo's, hetzy W9gens de biyspelen,
schaterlachen, terwyi ook de vertoonde kunsten
en dansen in den geest vielen.
Muziek ontbrak er natuuriyk evenmin. Een
goed voorgedragen solo voor piston vond mede
veel byval.
Het bestuur heeft dus veel voldoening van
zyn bemoeiingen, om den leden, enz. een ge
zellig, aangenaam samenzyn te verschaffen.
Precies op den voorgeschreven tyd, te negen
uren, begonnen, eindigde de voorstelling
precies te twee uren in den nacht, waarna
met de toebereidselen voor het bal een aan
vang werd gemaakt.
De Leidsche hoogleeraren dr. M. J. De
Goeje en dr. C. P. Tiele zullen de Nederlandsche
regeering, buiten bezwaar van 's Ryks schat
kist, vertegenwoordigen op het te Parys te
houden Orientalisten-congres.
Beroepen is by de Ned.-Herv. gem. te
Leersura de heer C. J. Warners, cand. tot
den H. Dienst te Leiden, en by die gemeente
te Alkmaar, dr F. J. Los, te Bruchem.
De heer A. Burger, cand., hoopt in de
Ntd.-Herv. gem. te Dreischor Zondag 21 Febr.
intrede te doen, na bevestigd te zyn door ds.
C. B. Oorthuys, van Katwyk aan Zee.
De bevolking der gemeente Zoeterwoude
bestend op 31 Dec. 1896 uit: M. Y. Tot.
3007 3512 6519
Term. door geb. in 1896 78 84 162
3085 3596 6681
vest. t JU7 471 788
3402 4067 7469
Yermln.orerl. 9 44 51 96
3358 4016 7374
vertr. 1896 2242 4138
dus bevolk, op 31 Dec. 1896 1462 1774 3236
Te W-ssenaar werd in het lokaal van
den heer Beyer3bergen een vergadering gehou
den van bloembolltrnkweekers uit die gemeente.
Deze vergadering, welke jaarlyks door den
heer J. Ruygrok wordt belegd, had ten doel
te bepalen, of er dit jaar een genoegzaam
aantal deelnemers zou zyn om 6en veiling te
houden. Er was sprake geweest, dat de no
taris alleen zou willen veilen, als de betaling
geschiedde vóór 't opnemen der bollen. De
heer Ruygrok deelde mede, dat hy informa-
tiön ingewonnen had by de directeuren en oy
den notaris en dat beiden verklaard hadden,
dit jaar te zullen veilen op dezelfde voorwaar
den van voorgaande jaren. Een der leden
deelde mede, dat een andere directeur zich
ook bereid verklaard had, in deze gemeente
te willen veilen. De vergadering besloot echter
de heeren Hermann en Alkemade alleen als
directeuren te zullen behouden. Na rondvraag
bleek, dat er reeds 796 nommers voor de
veiling waren. Besloten word volgende week
Donderdag nogmaals een vergadering te hou
den, om te besluiten, of er ééu of twee veilingen
gehouden zullen worden.
De Raad der gemeente Benthuizen heeft
benoemd tot onderwyzores aan de openbar®
lagere school mej. M. C. H. Köhler, uit 's-Gra-
venhago, terwyi mej. M. Dil als zoodanig eer
vol ontslagen werd.
Te Bodegraven bedraagt het aantal mm-
nelyke pereonen boven de 25 jaar 957. Hier
van zyn 611 belastingkiezer, terwijl zich aan
gegeven hebben 104 personen, nl. 5 wegens
onverdeeld goed, 13 huur-, 3 vaartuig-, 44
loon-, 2 grootboek-, 2 spaarbank-, 3 examen
kiezers en 32 inwonende zonen.
Wanneer deze aangiften alle goed bevonden
zijn, zal dus het getal kiezers 615 bedragen.
Daar het vroegere cyfer 442 was, een zeer
hoog cyfer voor eene gemeente van nog geen
4000 inwoners is de aanwinst niet groot te
noemen. Niet minder dan 161 personen hadden
over het laatst verloopen dienstjaar hunne
belastiag niet voldaan.
In de gisteren gehouden algemeene ver
gadering van aandeelhouders van de nmL
venn. Straatweg Goud a-Bodegraven is het
dividend over 1896 bepaald op f 6.80 per
aandeel.
Van 25 tot 29 Mei a. s. zal te Amster
dam eene nationale bakkery tentoonstelling
gehouden worden, die de volgende groepen
omvatten zal:
Groep I. Brood, beschuit en roggebrood in
afzonderiyke klassen verdeeld als voedings
middelen.
Groep II. Weeldebrood, waaronder worden
verstaan alle fijnere broodsoorten, groot of
klein.
Groep III. Kunstwerken, van levend of dood
deeg of van brood vervaardigd.
Groep IY. Productie der banketbakkerij.
De inschrijving wordt opengesteld tot 15
Maart.
De bekroningen zullen bestaan in: eere-
diploma's, zoo mogeiyk eere-pryzen, diplom;'.'®
voor gouden, zilveren en bronzen medailles
en eervolle vermeldingen.
Door den minister van financiën is vast
gesteld het model-aanslagbiljet voor de perso
neels belasting naar de nieuwe wet.
Daaruit blykt, dat de aanslagen ook in het
vervolg in 10 termynen betaalbaar zyn.
Die termynen vervallen op den laatsten dag
der maanden Februari tot en met November
van het belastingjaar.
De belastingkantoren zullen gesloten zyn op
den laatst n werkdag der maand, den Nieuw
jaarsdag en de algemeen erkende chrisFlyk®
feestdagen. (N. R. Ct.)
Tot het programma der muziekieesten,
die gedurende de aanstaande tentoonstelling
te Brussel zullen plaats vinden, behooren:
een concert, te geven door het orkest van
het Concertgebouw te Amsterdam, onder
leiding van Mengelberg; een concert door het
Stedeiyk Orkest uit Utrecht, onder leiding van
Wouter Hutschenruyter, een concert onder
Hans Richter met medewerking van Yan Djjk
en een orgel-concert door Saint-Saèns.
i)
In den herfst van het jaar 1806 vertrok
kapitein Basil Pahlen, die deel uitmaakte van
de Russische keizeriyke ïyfwacht te paard,
uit het kantonnement van generaal Ben-
lingsen, om in het huweiyk te treden met
gravin Halka Muizek. Hy ging met tegenzin
en treurde over zyn lot, omdat hy zich als
het slachtoffer van onaangename levens
omstandigheden beschouwde en omdat hy te
ljjden had van de grillen van anderen. Hy
was het vorige jaar, vóór den Oostenrykschen
veldiocüt, in tegenwoordigneid van den keizer
met haar verloofd. Zyn meisje was een Pool-
ache dame, die hy vóór dat bewuste oogen-
blik nooit had gezien. Hy had, wat zyn
persoon betrof, ernstige redenen om de
huweiyk8plechtigheid niet te doen plaats
hebben. Terwyi hy langs een moerassig pad,
dat een weg moest heeten, voortreed, schenen
die redenen als 't ware gestalten en vormen
aan te nemen en rond den kop van zyn paard
heen te dwarrelen, terwyl zy waarschuwend
het oog op hem gericht hielden.
De zon was juist aan 't ondergaan en de
naalden aan de toppen van de pyoboomen
werden nog door het laatste zonlicht beschenen.
Het skelet van een paard, dat op den weg lag,
was eveneens rossig getint. Er zat een kraai
op den schedel, die zyn snavel in een van
de ooeholten stak. Wolven en roofvogels
hadden geholpen, om de beenderen van 't dier
schoon te maken, en by had eeD gryze gedaante
zien wegsluipen tusschen de pynboomen, ter
wyl hy kwam aanryden.
Hy nam een brief, die aan het gevest van
zyn sabel gehecht was, en las dien langzaam
door. Op het adres stond: „Aan den Hoog
geboren Heer Graaf Pahlen", met roode letters
het slecht geschreven schrift was hier en daar
allesbehalve leesbaar.
De brief luidde: „Basil Yassilióvitch. Zyn
Majesteit de Czaar heeft bevolen, dat u zult
huwen met gravin Halka MDizek en heeft my
verlof gegeven om het huweiyk te doen plaats
hebben, als ik dit noodzakelyk vind. Ik heb
op dit oogenblik verschillende dringende rede
nen, die my zeggen, dat de tyd tot voltrekking
van het huweiyk is gekomen. Ik beveel u
daarom dadeiyk thuis te komen, opdat de wil
van allen, die m deze zaak betrokken zyn, vol
voerd moge worden. Er is een keizeriyk bevel
schrift naar generaal Benningsen gezonden, die
u moet toestaan te vertrekken. Kom onmid-
dellyk, het kan geen uitstel lyden.
Graaf Adam Mnizek."
De woorden schenen met bloed geschreven,
toen de laatste zonnestralen op den rooden inkt
vielen. Een rilling ging door zyn leden. Hy
sprong van zyn paard en wikkelde den brief
om een steeD, dien hy in 't water, aan den kant
van den weg, wierp. Hy viel tusschen het ster-
renkruid en een kikvorsch sprong uit het stil
staande water op 't riet aan den oever. Hy had
een gevoel, alsof hy door deze daad iets zeer
onaangenaams, iets, wat zyn vrQheid bedreigde.
had verdronken en uit zyn gezicnt had ver-
wyderd.
Hy wierp zich weer op zyn paard en reed
door de schemering, met oen sombere, vast
beraden uitdrukking in zjjn oogen. Hy was
vyf en twintig jaar en had tot nu toe met
graagte uit den levenskelk gedronken; er was
nu echter gal in gekomen en hyzelf had zyn
ondergang bewerkt.
De weg, waarover hy reed, ging door velden
met vertrapte haver, of door dichte bosschen.
Als het weer veranderde en de regen begon
te vallen, zou de weg even modderig en
onbegaanbaar worden als de velden het reeds
waren. Wagensporen zoo diep als ravynen
doorsneden den weg en deze waren opgevuld
met afgevallen bladeren. Toen hy zyn paard
langs een diepen kuil leidde, zag hy een troep
menschen aan den kant van het bosch staan.
Allen schenen boeren te zyn, met uitzondering
van één man, die te paard zat, die gewapend
was en onder wiens mantel goudborduursel
schitterde. Hy sprak met verheffing van stem
en schold de ïyfeigenen uit.
Pahlen ving het antwoord van één van
de boeren op, toen hy dichter langs de
hoornen reed.
Ja, Uw Hoogheid," zei de man norsch,
„we hebben een besluit genomen. Niemand
in de geheele provincie wil ten stryde trekkeD,
tenzy een Mnizek onze aanvoerder is. Als
Zyn Excellentie ten oorlog gaat, zullen wy
hem volgen."
Lafaards, honden!" schreeuwde de man
te paard. „Denkt je, dat de halfgekke,
oude man, wiens ïyfeigenen jelui zyt,
je aanvoerder in den stryd zal wezen?"
Wy zullen niet gaan, als Zyn Excellentie
het niet beveelt I Aan zjjn bevelen om ons leven
in de waagschaal te stellen, zullen we ge
hoorzamen," antwoordde de boer zonder
nadenken.
Dan zal een Mnizek je aanvoerder zyn,
honden I Als je over drie dagen niet op 't aan
gewezen punt bent, dan zal ik je laten ophan
gen en wy zullen de huizen boven de hoofden
van je vrouwen en kinderen in brand steken,
als we je moeten komen halen."
Wy hooren, wat Uw Hoogheid zegt,"
antwoordde de ïyfeigene, op een toon, waaruit
minachting sprak, „en als een Mnizek onze
aanvoerder ia, dan zullen we hem volgen,
zooals wy verplicht zyn."
De man te paard draaide plotseling om,
toen hy het geluid van hoeven hoorde, en
bevond zich toen tegenover Pahlen. Zyn
metgezellen keken verschrikt op en gingen
diebter by elkaar staan. Toen zjj een Russische
uniform zagen, stolde het bloed in hun aderen
en één voor één slopen zy langzamerhand
het bosch in. Pahlen reed zachtjes verder,
nadat hy den man ook eens strak aangekeken
had, zooals deze hem had gedaan. Hy 'ver
moedde dadeiyk, dat het een van de spionnen
van prins Poniatowski was, die sedert het
naderen van de Franschen beproefd had om
legers onder zyn landgenooten te vormen, ten
einde Napoleon te hulp te komen.
Toen Pahlen hem beval stil te houden, reed
hy achteruit het bosch in en verdween tus
schen de boomen, nadat hy een sierlyko, uit
dagende beweging met zyn hand had gemaakt.
Het was stikdonker geworden en daar 't bosch
zeer uitgestrekt was, begreep de officier, dat
het nutteloos zou zyn om hem te volgen.
Dit voorval gaf een andere wènding aan zyn
gedachten. Het meisje, waarmee hy dien avond
zou huwen, droeg den naam, die alleen de
macht bezat om de ïyfeigenen uit hun onver
schilligheid te rukken. Als een Mnizek zich aan
de zyde der Franschen schaarde, dan zou de
geheele familie in ongenade vallen, en als
het huweiyk uitgesteld kon worden, zou zy
niet gedwongen worden hem te huwen. Hoe
zou het huweiyk uitgesteld kunnen worden?
Het noodlot ging snel en over twee uur zou
zy reeds als zyn vrouw worden beschouwd.
Twintig minuten later stond hy voor d®
opryiaan naar het buis vau graaf Mnizek eo
reed hy stapvoota de zeer donkere laan in.
Alweer verwensebte hy de noodzakelykbeid,
die hem dwong tot het „ondergaan" van de
huwelyksplechtigheid. Hy wist wel, dat er
een gaatje was, waardoor hy zou kunnen
ontsnappen, maar, wanneer hy er gebruik
van maakte, dan zou hy de woede van zyn
meester te verduren eo zyn eigen schande
te dragen hebben.
Hy trachtte zyn geweten tot zwygen te
brengen door het besluit, dat by genomen
had, weer te niet te doen. Daar was gevaar
aan verbonden, waardoor zyn geheele leven
iets onzekers kreeg, want zyn toekomst zoa
afhank-v: m de luim van een meisje.
Try.,ti rfolgd