N°. 11342
Maandag; 15 Februari,
A0.1897.
fgeze jouraat wordt dagelijks, met uitzondering
van §pn- en feestdagen, uitgegeven.
Vierde Blad.
F euilleton.
FEE.
LEIDSCH
DAGBLAD.
PBUS DEZER COUBAJIT:
Voor Leiden per 3 maanden. 1.10.
Franco per postt 1.40.
Afzonderlijke Nommergo.05.
PBUS DEB ADVEEtTKN 'l'IÜN
Van 1-6 regels f 1.05. Iedere regel meer f 0.17J. Grootora
letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren bulten de stad
Trordt f 0.05 berekend.
JPinanciëele Kronieli.
Europa is een weinig van streek en de
voornaamste markten zijn meer of minder
koortsig. Zuiver i8 de toestand dus niet en
dat is ook niet te verwonderen, want in het
Oosten van Europa gebeuren in de laatste
dagen vreemde dingen, die vrU gevoelige en
gevaarlijke schokken veroorzaken. Geheel on
verwacht heeft Griekenland stelling genomen
tegenover Turkse, door het besluit te nemen
zelf de handen uit te steken en aan de moor
den op het eiland Creta een einde te maken,
daar het duidelijk blijkt, dat de Turksche
regeering onmachtig is (of niet toü), om aan
den verschrikkeiyken toestand aldaar een
einde te maken.
Volgens de tijdingen der laatste dagen wordt
het algemeen erkend, dat het optreden van
Griekenland eene zeer ernstige handeling is,
waarvan het onmogelijk is de gevolgen te
kunnen berekenen. Het bericht, dat prins
George van Griekenland zich met een torpedo-
vloot naar Canea heeft begeven, laat daar
omtrent geen twijfel meer over, want de
groote vraag is nu: Wat zullen de groote
mogendheden doen? Dit optreden stilzwijgend
toelaten kunnen zjj niet, er moet dus de een
of andere gewichtige stap geschieden. Het is
echter ook weer de vraag of Griekenland
wellicht op den steun der gezamenlijke mo
gendheden zou kunnen rekenen, of dat Enge
land in stilte dit vuurtje heeft aangeblazen,
of ook welHeeft Griekenland misschien niet
vooraf de groote heeren gepolst? Mocht oit
zoo zijn, dan zal misschien wel niet zoo
spoedig een duidelijke erkenning daaromtrent
worden vernomen, doch dan is de kans voor
algemeene verwikkeling niet zoo erg te vree
zen. Het zou niet zoo heel vreemd zijn, inaien
bleek dat de mogendheden waren overeenge
komen om Griekenland de kastanjes uit het
vuur te laten halen, doch al deze beschou
wing n, in de voorname persorganen neerge
legd, waren toch niet in staat om eenige
helderheid over de markt te laten komen,
zoodat de buitenlandsche marktberichten zonder
onderscheid zeer gedrukt waren. Weenen gaf
daartoe het eerste gevoelige sein en werd
onmiddellijk daarna gevolgd door Parijs, alwaar
de noteeringen buitengewoon terugliepen, het
geen niet te verwonderen is in verband met
de kolossale t el.ifrgen, welke Frankrijk in het
algemeen bij Turksche waarden heeft
De gedrukte houding te Parijs strekte zich
natuurlijk ook uit over Italianen, Span
jaarden en Portug6ezen, waarvan ook
de laatsten in het bijzonder een paar moei
lijke dagen te doorstaan hadden. Dat de
financiën van Portugal in den laatsten tijd
een minder gunstigen weg uitgingen, was
reeds genoegzaam bekend, doch het schijnt
nu bij het aftreden van het ministerie duide-
lyk aan den dag te zijn getreden, dat de
financieels toestand werkelijk slecht is, zoo
dat reeds geruchten liepeD, waarin van staking
der rentebetaling werd gesproken. Gelukkig
is het zoover dog niet gekomen, doch de
financiële nalatenschap van ministers Ribeiro
is werkeiyk treurig en verontrustend. In
weerwil der stijgende inkomsten van het land
nam het bedrag der vlottende schuld nog
meer toe en heeft de crisis nu reeds zulk een
beteekenis gekregen, dat het goud-agio tot 43
pet. is gestegen, een stand nog nooit te
voren bereikt. Het land is geheel verarmd,
zonder geld en met een groote schuld. En
dit alles niettegenstaande de gunstige beschou
wingen en balansen, telkenmale door den
minister van financiën uitgebracht.
Hoewel nu eene staking der rentebetaling
vooralsnog niet behoeft te worden gevreesd,
zou toch eene nieuwe conversie der schuld
niet tot de onmogelijkheden behooren, daar
het is aan te nemen, dat zoowel de lasten
der rentebetaling als die'der vlottende schuld
in verhouding tot de staatsinkomsten een
veel te hoog bedrag omvatten. Het nieuwe
ministerie zal bovendien een ruim veld vinden
om den handelstoestand van Portugal geheel
te hervormen, maar het nemen van zeer
ingrijpende maatregelen schijnt wel onver
mijdelijk. Spaanse he fondsen ondervonden
ook eenen vry belangrijken teruggang, na in
de vorige weken eene kunstmatige rijzing,
door speculatie posities veroorzaakt, te hebben
ondergaan. De door Spanje toegezegde her
vormingen op Cuba hebben veel van hun
belangrijkheid verloren, nu het blijkt, dat de
Cubanen er niet van gediend zijn, en daar
mede is ook de grootste aanleiding voor de
jongste verbetering verdwenen. Dat de Turk
sche waarden een buitengewonen v<:l hadden
te doorstaan, was niet anders te verwachten.
De regttering komt door den toestand op Creta
in de moeilijkste positie, doch is zoo banaig
den hernieuwden opstand toe te schrijven aan
de eischen tot hervorming, door de mogend
heden ingediend. Hierdoor meent zfi voor het
oogenblikook eene aanlei ring te kunnen vinden
om de financiöele hervormingen, voornameliik
het instellen der financiöele commissie van
contröle, voorloopig weer een eind terug te
zetten. Men begint echter het gewicht dezer
contróle-commissie al minder en minder te
schatten, en daarbij te overwegen, dat de
geheele inrichting dezer van den Sul an geheel
afhankelijke commissie van weinig waarborg
kan zijn voor een beter beheer. Het wordt
daarenboven duidelijker, dat eene nieuwe
leeoing van 3 millioen T. ponden voldoende
zou z\jn om gedurende een jaar aan de drin
gendste moeilijkheden het hoofd te bieoen,
doch de financiën zouden in werkelijkheid
weinig of ge- n verbetering ondervinden. Daarom
is ook de toegezegde hulp voor de nieuwe
leening aan het verflauwen, zoodat ook in
dit opzicht nog geen lichtstraal voor Turkse
te bespeuren valt.
Oostenryksche waarden ondervonden
natuurlijk den terugslag van den schrik der
Weener Beurs, en gaven iets van hunne
hooge noteering terug. Dj ongekend hooge koers
dezer waarden staat in verband met de uit
gifte eener nieuwe Oostenryksche 3^-pcta.-
leening, waaromtrent in de laatste dagen
voortdurend is onderhandeld. Het tijdstip,
waarop de nieuwe leenin. aan de markt zal
komen, is nog niet vastgesteld, doch zal van
den toestand der Beurs worden afhankelijk
gesteld.
Geen enkele der Europeesche Staatsfondsen
kon aan den algemeenen druk ontkomen,
zooiat voor alle soorten eenig verlies is aan
te wijzen, doch op de inheemsche markt was
meer dan gewoonlijk vraag naar de verschil
lende Hollandsche fondsbrieven op te
merken, welke daardoor een gunstige uit
zondering konden maken. De koloniale afdee-
ling was zoo goed als geheel verlaten, doch
levendige handel had plaats in de verschil
lende t a b a k-aandeelen, waarbij do prezen
echter geen belangrijke wijziging ondervon
den. In Petroleu m-waarden was in enkele
soorten veel levendigheid, vooral in de
E1 7. a s 8 e r-aandeelen, welke tegen de stij
gende koersen flink van de markt werden
genomen. Voor de rijzing dezer waarden is
geen bijzondere aanleiding bekend, doch wel
bekend was het voornemen, om ze tot een
150 pet. „op te zetten", waarin men aardig
schijnt te slagen.
De B o x t e 1-W e z e 1-waarden bleven ge
vraagd in verband met de vri) gunstige ont
vangstee fers.
Do Zuid-Amerik. markt behield een rustige
stemming. De Mexicaansche leeningen liepen
iets terug naar aanleiding van de bekend ge
worden ontvangsten der inkomende rechten
in Januari, welke ©enige vermindering aan-
toonen tegenover de ontvangsten in Januari
van het vorige jaar.
De inkomsten over December toonden echter
eene buitengewone vermeerdering aan, zoo Jat
daaruit wellicht mag worden afgeleid, dat de
douane-ontvangsten niet zoo angstvallig maand
tegenover maand vergeleken kunnen woraen,
ten minste, dat daaraan niet zoo dadeiyk
eenige invloed mag worden toegekend. Dat
de Columbiaan.sche schuldregeling,
zooals zü onlangs in de Londensche vergade
ring is aangenomen, toch nog niet als perfect
is te beschouweD, blykt nu uit eene poging,
door eene Londensche firma ingesteld, om
een betere regeling te verkregen met mede
werking der Noaerlandsche obligaiiehouders,
die over eene aanzienlijke meerderheid heeten
te beachikkon. Dat de houding der Londensche
council in deze alweer weinig sympathie
verdient, is reeds op andere plaatsen luid
genoeg verkondigd. By algemeene samen
werking zou het misschien niet onmogelijk
zijn, indien de Nederlandsche houders beter
voorwaaruen konden bedingen.
Peruanen bleven ln tamelijk vaste
houding op het bericht dat de onderhande
lingen omtrent de nieuwe leening goede vor
deringen maken en spoedig ten einde gebracht
zullen zfin. De instelling van een financiêelen
raad van administratie is toegezegd en de
rentebetaling der 6-pcts.-Peruvian-obligatiën
zal worden verzekerd, doch omtrent dit laatste,
gewichtige punt, worden nog nadere mede-
deelingen afgewacht. Intusschen zyn deze
berichten voldoende, om voor de verschillende
Peruvian waarden eene gunstige stemming
levendig te houden.
Amerikaan8che Spoorweg waarden
blijven in onzekere houding slingeren. De
8troomiog der Niauw-Yorker Beurs beweegt
zich in twee richtingen, namelijk eene, waarbij
de kooplust voor prima beleggingswaarden
(vooral van de jongste gereorganiseerde maat
schappijen) te voor6chyn treedt, en eene,
welke alle speculatieve bewegingen tegen
houdt. Het bericht, dat de algemeene vrachten
combinatie in Amerika uit elkaar zou gaan,
werkte zeer drukkend op de markt, aan
gezien dit onherroepelijk tot een uitgebreiden
tariefoorlog zou moeten leiden. Gelukkig
echter bljjkt dit bericht geheel on al onwaar
te zfin. De handel was in de laatste dagen
beperkt, ook al onder den invloed der onzekere
politieke toestanden in Europa. Alleen voor
Atchisons en Dieuwe Oregon-Short-
waarden bestond werkelijk groote belang
stelling; overigens was deze afdeeling, evenals
do rest, lusteloos en terughoudend.
Rijnlandsche Bank.
Gemengd Nieuws.
Opgave van het vervoer en de
opbrengst van den Rynlandschen Stoomtram
weg gedurende de maand Nov 1896: reizigers
aantal 23,796; opbrengst 3059.53goederen
©n diversen 347.38. Totaal ƒ3406.91.
Van 1 Jan. tot ultimo Nov. 1896reizigers
aantal 340,456; opbrengst ƒ48,715.89; goede
ren en diversen ƒ5320.185. Totaal 54,036.075.
Per dagkilometer bedraagt dit 17.92.
Men schrijft ons uit Noord w ij
kerhout: Eindelijk durft men de voeten weer
eens ferm neerzetten. Wat was het som
tijds gladl Maar we erkennen gaarne, dat we
er hier, vooral in de kom der gemeente,
weinig hinder van gehad hebben. Telkens
weer werd er flink zand gestrooid. Ja we
moeten de volharding bewonderen, waarmede
de pogingen, die de natuur aanwendde om
on8 van de been te krijgen, door de sneeuw-
opruimers werden verijdeld.
Toch bleef natuurlijk hier en daar nog wel
een verraderlijk hoogtetje of laagtetje, dat
oorzaak werd van een mal figuur. Rang noch
stand wordt dit bespaard. Stel u voor de
deftigste persoon uit uwe omgeving. Zie, daar
gaat bi). Hoe voorzichtig 1 Zie hoe zijne def
tigheid gevaar loopt 1 D&ar maakt hy eens
klapB de potsierlyk6te bewegingen en flapt
allebei de beentjes in de lacht. Weg, deftig
heid I By den verstoktsten stolcyn ontspannen
zich de streDge gelaatstrekken, mits hy het
niet is die valt. En vraag aan zoo'n geval
lene dan eens uit loutere goedheid heel mee
warig: „Hebt u zich ook bezeerdBrrr, wat
een gezicbtl
Maar ook het ys spaart niemand, dat is
dezer dagen weer proefondervindeiyk gebleken.
Byna had het een onzer achtbaren gekost.
Kopje onder, hoor. Het gebeurt gelukkig niet
dikwyl8, dat onze vroede mannen over één
nacht ys gaan.
Maar tegenwoordig is men letterlijk van
niets zeker meer. Mannen van behoud ziet
men eensklaps veranderen in verbrekers van
gewoonten en gebruiken. Ja, zoo was het
hier steeds de gewoonte dat ingelanden by
het betalen hunner polderlasten, waarvoor
penningmeesters dan expres een dag zitting
houden, een borrel en een sigaar ontvangen»
Nu, als dat niet trekt, trekt niemendal, on
het trok degelyk. Maar nu borrel en sigaar
zyn afgeschaft, hebben de penningmeesters
by de boekdrukkers kolossale bestellingen in
waarschuwingen moeten doen. Neen, dan
heeft de ontvanger der directe belastingen,
toen hy hier jl. Woensdag zitting hield, een
beteren dag gemaakt. Betalen scheen eensklaps
een tot heden ongekend genot geworden. Zóó
groot was do toeloop dat er queue werd go-
maakt voor het huis, waar de ontvanger zittinf
houdt en hy vertrok vèr over den gewonen tyd.
Ja, die kieswet bereidt allerlei verrassingen,
soms heel onaangename en het is er mee als
met het paard, dat een slimme- eigenaar al&
eeriyk verkocht door heel luid te zeggen: „er
mankeert niets aan'', maar er zachtjes achtor
te voegen: „zelfs de gebreken niet." Bjj een
kieswet schynt het fatsoeniyker te spreken
van leemte. Nu zoo'n leemte heeft de paa
opgerichte Kiesvereeniging al een kool ge
stoofd. Den penningmeester met wiens positio
menig kiezer graag zou willen ruilen, is bot
geluk dit te zyn niet beschoren on zoo zal
hy moeten bedanken of het reglement worden
herzien. En daar de secretaris maar net door
de mazen is heen gekropen, is men geneigd
te vragenhad het by hunne verkiezing ook
maar één nacht gevroren?
Men meldt ons uit Hillogom,
Een arbeider, dia eergisteren m<=t zyn zoon
bezig was een boom om te hakken, had, op
een oogenblik, dat de jongen to dicht er by
kwam, het ongeluk, den jongen op het hoofd
te raken, met het nooalottig gevolg, dat dezo
een wonde bekwam van 4 a 5 centimeter oiep.
Geneeskundige hulp werd ingeroepen, welke
constateerde, dat de wond levensgevaar-
ïyk was.
Dat het ys lang niet vertrouw-
baar meer is, bleek dezer dagen op het
Brasemermeer, toen zekere J. v. V., te Roelof-
Arend8vcen, geiyk dat door velen aldaar wordt
gedaan, in een byt ging hengelen. Hy zakU
weldra door de broze korst heen en werd
eerst na een geruimen tyd spartelens uit zyn
benarden toestand gered.
De oudstryder in de gemeente
Ter-Aar H. Dod Braver ïydt sedert Maandag
jl. aan slaapziekte. Alle pogingen, om hem
wakker te krygen, blyven vruchteloos.
In de 8toomkuipery van den heer
W. Ockhor8t, te Bodegraven, verwondde deze
week een werkman zich zoodanig aan de hand,
dat hy vermoedeiyk eenige weken niet zil
kunnen werken. Gelukkig zyn de werklienen
van den heer W. tegen ongelukken verzekerd,
waarvoor zy, naar wy vernemen, slecnts l°/«
van hun loon behoeven af te staan.
Toen de vrouw van J. S., wonende aan de
Zuidzyde onder dezelfde gemeente, gi6termorg< n
de lamp wilde opsteken, geraakten hare
kleederen in brand. De vrouw liep naar buiten
en sprong in het water, doch zy had zulke
ernstige brandwonden bekomen, dat genees
kundige hulp werd ingeroepen.
25)
„Ik bevond my in een doodelyken inwen-
digen tweestryd. Van den eenen kant was
de gedachte, myn kind op te geveD, my
onverdraaglyk, en ik geloofde liever te willen
sterven dan er van te scheiden; van den
anderen kant was het toch myn wettige
echtgenoot, die naar my verlangde, en was
hy ook al niet altyd zoo voor my geweest
als hy had moeten z\jn, waarvan ik gedeelteiyk
misschien zelve de schuld droeg, zoo was
het toch myn plicht, nu hy beterschap be
loofde, aan zyn verzoek gevolg te geven. Uw
moeder, wie ik myn overwegingen toever
trouwde en die deze oplossing zeker met
vreugde; welkom heette, om my van zich af
te scbuiveD, styfde my uit alle macht in myn
wankelende voornemens. Zy hield my voor
oogen, dat het, nu ik eenmaal afstand gedaan
bad van mjjn zoon, toch zeker voor beide
partyen beter was, zoo de scheiding thans
geschiedde dan later, wanneer ik my al meer
en meer aan hem gewend zou hebben en het
my duizendvoudigen siryd zou kosten als een
vreemde vóór hem te staan.
„Ik moest haar gelyk gevenik had immers
zelve over myn lot beslist en moest nu de
gevolgen dragen! Wanneer ik echter het
oogenblik gedenk, toen ik voor de laatste
maal myn kind, myn eerstgeborene, in myn
armen nam, voor de laatste maal zyn ge
zichtje togen myn gelaat drukte, dan geloof
ik wel, lady, dat er een oordeel over de zonde
is, hetwelk reeds op deze aarde begint, en dat
de worm, die nimmer sterft, destyds reeds aan
myn ziel begon te knagen 1"
Door haar gevoel overstelpt, zweeg Madeion,
en haar hoofd in de handen nemend, schom
melde zy heen en weer.
Feodora was diep bewogen. „Wie in Hem
gelooft, wordt niet geoordeeld," sprak zy zacht.
De Zwitsersche sloeg de rustelooze, ver
moeide oogen tot haar op. „Gelooft gy dat
werkeiyk?" vroeg zy, „en zou dat ook voor
my gelden?"
„Het geldt voor allen," antwoordde het
meisje teeder: „Komt allen tot My, die
vermoeid en belast zyt!"
„Als het waar was, zoo ik het gelooven
kon", vervolgde Madeion, in gepeins verzon
ken; „misschien kunt gy het my leeren, hoor
my echter eerst ten einde toe aan, en gy zult
zien, dat God een vergelder is, een vergelder
en wreker.
„By myn eerste zonde moest ik nu een
tweede voegen en myn man zeggen, dat ons
kind gestorven was. Waarschyniyk verklaarde
hy zich hieruit myn veranderden aard en de
schier aan waanzin grenzende zwaarmoedig
heid, die zich van my meester maakte. Hyzelf
werd daardoor toegevender, verdraagzamer
jegens my; toen voortaan evenwel onze echt
kinderloos bleef, keerde zyn hart zich allengs
weder van my af, en hoewel wy uiteriyk
geen nood ledeD, voerden wij toch een treurig
leven naast elkaar.
„Zoo verstreken vyf jaren, toen een brief,
op verlangen dier bewuste bloedverwante ge
schreven, my tot haar riep; zy lag op sterven,
heette het, en wenschte my by zich te zien.
„Ik kon my zoo voorstellen, dat het om
het kind was, en zorg en aDgst vervulden
my, wat ik daarmee nu moest aanvangen.
Ik haalde myn man over, my deze reis naar
myn geboorteplaats te veroorloven, terwyi ik
hem de mogelykheid voor oogen stelde, van
de oude vrouw te erven, en zoo liet hy me
gaan.
„Toen ik aankwam, leefde de oude nog,
maar toen ik naar het kind vroeg, bekende
by my, dat zy reeds sinds twee jaren niet
wist, wat er van geworden was. De vergoe
ding, die ik gezonden had, was, volgens haar
bewering, door den tyd ontoereikend geweest,
daarby had het haar geërgerd, dat men haar
steeds over het kind uitvroeg, welks groote
schoonheid de menschen argwaan deed koes
teren, maar wier nieuwsgierigheid zy op geen
enkele wyze wist te bevredigen. Tegeiyk had
de gedachte aan de mogelykheid van haar
eigen dood haar in heur eenzamen toestand
gekweld en wat er dan van de kleine worden
zou? Toen was een gedachte by haar opge
komen; zy had veel van het voortdurend
vreemdelingenverkeer beneden aan het meer
gehoord; zou daar niet iemand te vinden zyn,
die gaarne zulk een schoon, lieftallig kind
tot zich zou willen nemen? Zy besloot een
poging daartoe te doen, en, voor de eerste
maal in haar leven van de bergen neder
dalend, nam zy het kind mede.
„Beneden aangekomen, en op het punt
haar plan uit te voeren, had zy er weer
berouw over, en zy besloot het kind weer
mee terug te nemen.
„Nog in het onzekere omtrent haar be
sluiten en overwegingen, was zy, om wat
uit te rusten, niet ver van Clarens, aan den
rand van eenig kreupelhout, waar de groote
weg langs liep, gaan zitten; het vermoeide
kind was naast haar op een met mos
begroeide plek ingeslapen. Door den dorst
gekweld, giüg zy hot boschje in om bessen
te zoeken, terwyl het kind rustig doorsliep.
„Opeens hoorde zy naderenae schreden, en
uit het kreupelhout glurend, bemerkte zy,
dat een voornaam gekleed heer over den weg
kwam. Hy bleef vóór het kind staan; dit
gil, lady, moest de oogjes geopend hebben,
want zy hoorde, hoe hy u toesprak en
vriendelyk groette.
„Dit beschouwde zy als een wenk des
hemels, als een ongezochte vervulling harer
voornemens. Zy verborg zich dieper la de
struiken en ontkwam zoo de mogelykheid
door den vreemdeling ontdekt te worden.
Toch liet het haar geen rust, voor zy het
lot van het haar toevertrouwde kind ver
nomen had; zy zwierf dus nog eenige dagen
in de streken rond, waar men de door
vreemdelingen uit alle landen bewoonde hotels
vindt, en vernam dan ook zeer spoedig, dat
het in den omtrek geen gering opzien baarde,
hoe een vreemde heer een arm, verlaten kind
had gevonden en allerwegen, ook door de
openbare bladen, pogingen deed om de familie
betrekkingen der kleine op te sporen. Toen
sloeg zy weer den weg naar haar dorp in,
waar zy den nieuwsgierigen buren mede
deelde, dat zy het kind, hetwelk een bloed
verwante toebehoorde en by haar slechte ter
verzorging geweest was, weer by de zynen
had teruggebracht. De couranten en do zonder
linge ge8cbiedeni8 van het gevonden kind
drongen niet door tot de weinige hutten daar
boven in de bergen.
„Dat was alles, wat de oude my zeggen
kon, en kort daarop overleed zy.
„Ik was in 't eerst geheel buiten myzelve
van schrik en ontsteltenis by de gedachte,
dat uw moeder van my inlichting mocht
begeeren nopens het verbiyf van het kind,
terwyl ik haar die niet kon verschaffen; doch
ik stelde my gerust, overwegende, dat zy dit
nog nooit gedaan had, en ikzelf was immer*
door de vordwyning van het kind van het
groote bezwaar ontheven, wat er nu mee
aangevangen moest worden.
„Zoo keerde ik naar myn man terug, die
evenwel nog in hetzelfde jaar by de instortiDg
eener myn den dood vond. Wat moest ik,
onbekend en verlaten, in dat vreemde land
beginnen? Ik besloot daarom naar myn
geboorteplaats terug te gaan, waar ik oen
bescheiden woning huurde. De som, dio uw
moeder my jaarlyks zond, was voor mjjn
geringe benoodigdheden voldoende; daarby
verdiende ik nog iets met handwerken, zoodat
het my aan niets ontbrak en ik door velon
benyd werdmaar in het diepste myner ziel
was ik hoogst ongelukkig, de vrede ontweek
my, en door bestendige wroeging geptfnigd,
leidde ik een treurig leven.
{Wordt vervolgd A