N°. 11342 Maandag; 15 Februari, A0.1897. fgeze jouraat wordt dagelijks, met uitzondering van §pn- en feestdagen, uitgegeven. Vierde Blad. F euilleton. FEE. LEIDSCH DAGBLAD. PBUS DEZER COUBAJIT: Voor Leiden per 3 maanden. 1.10. Franco per postt 1.40. Afzonderlijke Nommergo.05. PBUS DEB ADVEEtTKN 'l'IÜN Van 1-6 regels f 1.05. Iedere regel meer f 0.17J. Grootora letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren bulten de stad Trordt f 0.05 berekend. JPinanciëele Kronieli. Europa is een weinig van streek en de voornaamste markten zijn meer of minder koortsig. Zuiver i8 de toestand dus niet en dat is ook niet te verwonderen, want in het Oosten van Europa gebeuren in de laatste dagen vreemde dingen, die vrU gevoelige en gevaarlijke schokken veroorzaken. Geheel on verwacht heeft Griekenland stelling genomen tegenover Turkse, door het besluit te nemen zelf de handen uit te steken en aan de moor den op het eiland Creta een einde te maken, daar het duidelijk blijkt, dat de Turksche regeering onmachtig is (of niet toü), om aan den verschrikkeiyken toestand aldaar een einde te maken. Volgens de tijdingen der laatste dagen wordt het algemeen erkend, dat het optreden van Griekenland eene zeer ernstige handeling is, waarvan het onmogelijk is de gevolgen te kunnen berekenen. Het bericht, dat prins George van Griekenland zich met een torpedo- vloot naar Canea heeft begeven, laat daar omtrent geen twijfel meer over, want de groote vraag is nu: Wat zullen de groote mogendheden doen? Dit optreden stilzwijgend toelaten kunnen zjj niet, er moet dus de een of andere gewichtige stap geschieden. Het is echter ook weer de vraag of Griekenland wellicht op den steun der gezamenlijke mo gendheden zou kunnen rekenen, of dat Enge land in stilte dit vuurtje heeft aangeblazen, of ook welHeeft Griekenland misschien niet vooraf de groote heeren gepolst? Mocht oit zoo zijn, dan zal misschien wel niet zoo spoedig een duidelijke erkenning daaromtrent worden vernomen, doch dan is de kans voor algemeene verwikkeling niet zoo erg te vree zen. Het zou niet zoo heel vreemd zijn, inaien bleek dat de mogendheden waren overeenge komen om Griekenland de kastanjes uit het vuur te laten halen, doch al deze beschou wing n, in de voorname persorganen neerge legd, waren toch niet in staat om eenige helderheid over de markt te laten komen, zoodat de buitenlandsche marktberichten zonder onderscheid zeer gedrukt waren. Weenen gaf daartoe het eerste gevoelige sein en werd onmiddellijk daarna gevolgd door Parijs, alwaar de noteeringen buitengewoon terugliepen, het geen niet te verwonderen is in verband met de kolossale t el.ifrgen, welke Frankrijk in het algemeen bij Turksche waarden heeft De gedrukte houding te Parijs strekte zich natuurlijk ook uit over Italianen, Span jaarden en Portug6ezen, waarvan ook de laatsten in het bijzonder een paar moei lijke dagen te doorstaan hadden. Dat de financiën van Portugal in den laatsten tijd een minder gunstigen weg uitgingen, was reeds genoegzaam bekend, doch het schijnt nu bij het aftreden van het ministerie duide- lyk aan den dag te zijn getreden, dat de financieels toestand werkelijk slecht is, zoo dat reeds geruchten liepeD, waarin van staking der rentebetaling werd gesproken. Gelukkig is het zoover dog niet gekomen, doch de financiële nalatenschap van ministers Ribeiro is werkeiyk treurig en verontrustend. In weerwil der stijgende inkomsten van het land nam het bedrag der vlottende schuld nog meer toe en heeft de crisis nu reeds zulk een beteekenis gekregen, dat het goud-agio tot 43 pet. is gestegen, een stand nog nooit te voren bereikt. Het land is geheel verarmd, zonder geld en met een groote schuld. En dit alles niettegenstaande de gunstige beschou wingen en balansen, telkenmale door den minister van financiën uitgebracht. Hoewel nu eene staking der rentebetaling vooralsnog niet behoeft te worden gevreesd, zou toch eene nieuwe conversie der schuld niet tot de onmogelijkheden behooren, daar het is aan te nemen, dat zoowel de lasten der rentebetaling als die'der vlottende schuld in verhouding tot de staatsinkomsten een veel te hoog bedrag omvatten. Het nieuwe ministerie zal bovendien een ruim veld vinden om den handelstoestand van Portugal geheel te hervormen, maar het nemen van zeer ingrijpende maatregelen schijnt wel onver mijdelijk. Spaanse he fondsen ondervonden ook eenen vry belangrijken teruggang, na in de vorige weken eene kunstmatige rijzing, door speculatie posities veroorzaakt, te hebben ondergaan. De door Spanje toegezegde her vormingen op Cuba hebben veel van hun belangrijkheid verloren, nu het blijkt, dat de Cubanen er niet van gediend zijn, en daar mede is ook de grootste aanleiding voor de jongste verbetering verdwenen. Dat de Turk sche waarden een buitengewonen v<:l hadden te doorstaan, was niet anders te verwachten. De regttering komt door den toestand op Creta in de moeilijkste positie, doch is zoo banaig den hernieuwden opstand toe te schrijven aan de eischen tot hervorming, door de mogend heden ingediend. Hierdoor meent zfi voor het oogenblikook eene aanlei ring te kunnen vinden om de financiöele hervormingen, voornameliik het instellen der financiöele commissie van contröle, voorloopig weer een eind terug te zetten. Men begint echter het gewicht dezer contróle-commissie al minder en minder te schatten, en daarbij te overwegen, dat de geheele inrichting dezer van den Sul an geheel afhankelijke commissie van weinig waarborg kan zijn voor een beter beheer. Het wordt daarenboven duidelijker, dat eene nieuwe leeoing van 3 millioen T. ponden voldoende zou z\jn om gedurende een jaar aan de drin gendste moeilijkheden het hoofd te bieoen, doch de financiën zouden in werkelijkheid weinig of ge- n verbetering ondervinden. Daarom is ook de toegezegde hulp voor de nieuwe leening aan het verflauwen, zoodat ook in dit opzicht nog geen lichtstraal voor Turkse te bespeuren valt. Oostenryksche waarden ondervonden natuurlijk den terugslag van den schrik der Weener Beurs, en gaven iets van hunne hooge noteering terug. Dj ongekend hooge koers dezer waarden staat in verband met de uit gifte eener nieuwe Oostenryksche 3^-pcta.- leening, waaromtrent in de laatste dagen voortdurend is onderhandeld. Het tijdstip, waarop de nieuwe leenin. aan de markt zal komen, is nog niet vastgesteld, doch zal van den toestand der Beurs worden afhankelijk gesteld. Geen enkele der Europeesche Staatsfondsen kon aan den algemeenen druk ontkomen, zooiat voor alle soorten eenig verlies is aan te wijzen, doch op de inheemsche markt was meer dan gewoonlijk vraag naar de verschil lende Hollandsche fondsbrieven op te merken, welke daardoor een gunstige uit zondering konden maken. De koloniale afdee- ling was zoo goed als geheel verlaten, doch levendige handel had plaats in de verschil lende t a b a k-aandeelen, waarbij do prezen echter geen belangrijke wijziging ondervon den. In Petroleu m-waarden was in enkele soorten veel levendigheid, vooral in de E1 7. a s 8 e r-aandeelen, welke tegen de stij gende koersen flink van de markt werden genomen. Voor de rijzing dezer waarden is geen bijzondere aanleiding bekend, doch wel bekend was het voornemen, om ze tot een 150 pet. „op te zetten", waarin men aardig schijnt te slagen. De B o x t e 1-W e z e 1-waarden bleven ge vraagd in verband met de vri) gunstige ont vangstee fers. Do Zuid-Amerik. markt behield een rustige stemming. De Mexicaansche leeningen liepen iets terug naar aanleiding van de bekend ge worden ontvangsten der inkomende rechten in Januari, welke ©enige vermindering aan- toonen tegenover de ontvangsten in Januari van het vorige jaar. De inkomsten over December toonden echter eene buitengewone vermeerdering aan, zoo Jat daaruit wellicht mag worden afgeleid, dat de douane-ontvangsten niet zoo angstvallig maand tegenover maand vergeleken kunnen woraen, ten minste, dat daaraan niet zoo dadeiyk eenige invloed mag worden toegekend. Dat de Columbiaan.sche schuldregeling, zooals zü onlangs in de Londensche vergade ring is aangenomen, toch nog niet als perfect is te beschouweD, blykt nu uit eene poging, door eene Londensche firma ingesteld, om een betere regeling te verkregen met mede werking der Noaerlandsche obligaiiehouders, die over eene aanzienlijke meerderheid heeten te beachikkon. Dat de houding der Londensche council in deze alweer weinig sympathie verdient, is reeds op andere plaatsen luid genoeg verkondigd. By algemeene samen werking zou het misschien niet onmogelijk zijn, indien de Nederlandsche houders beter voorwaaruen konden bedingen. Peruanen bleven ln tamelijk vaste houding op het bericht dat de onderhande lingen omtrent de nieuwe leening goede vor deringen maken en spoedig ten einde gebracht zullen zfin. De instelling van een financiêelen raad van administratie is toegezegd en de rentebetaling der 6-pcts.-Peruvian-obligatiën zal worden verzekerd, doch omtrent dit laatste, gewichtige punt, worden nog nadere mede- deelingen afgewacht. Intusschen zyn deze berichten voldoende, om voor de verschillende Peruvian waarden eene gunstige stemming levendig te houden. Amerikaan8che Spoorweg waarden blijven in onzekere houding slingeren. De 8troomiog der Niauw-Yorker Beurs beweegt zich in twee richtingen, namelijk eene, waarbij de kooplust voor prima beleggingswaarden (vooral van de jongste gereorganiseerde maat schappijen) te voor6chyn treedt, en eene, welke alle speculatieve bewegingen tegen houdt. Het bericht, dat de algemeene vrachten combinatie in Amerika uit elkaar zou gaan, werkte zeer drukkend op de markt, aan gezien dit onherroepelijk tot een uitgebreiden tariefoorlog zou moeten leiden. Gelukkig echter bljjkt dit bericht geheel on al onwaar te zfin. De handel was in de laatste dagen beperkt, ook al onder den invloed der onzekere politieke toestanden in Europa. Alleen voor Atchisons en Dieuwe Oregon-Short- waarden bestond werkelijk groote belang stelling; overigens was deze afdeeling, evenals do rest, lusteloos en terughoudend. Rijnlandsche Bank. Gemengd Nieuws. Opgave van het vervoer en de opbrengst van den Rynlandschen Stoomtram weg gedurende de maand Nov 1896: reizigers aantal 23,796; opbrengst 3059.53goederen ©n diversen 347.38. Totaal ƒ3406.91. Van 1 Jan. tot ultimo Nov. 1896reizigers aantal 340,456; opbrengst ƒ48,715.89; goede ren en diversen ƒ5320.185. Totaal 54,036.075. Per dagkilometer bedraagt dit 17.92. Men schrijft ons uit Noord w ij kerhout: Eindelijk durft men de voeten weer eens ferm neerzetten. Wat was het som tijds gladl Maar we erkennen gaarne, dat we er hier, vooral in de kom der gemeente, weinig hinder van gehad hebben. Telkens weer werd er flink zand gestrooid. Ja we moeten de volharding bewonderen, waarmede de pogingen, die de natuur aanwendde om on8 van de been te krijgen, door de sneeuw- opruimers werden verijdeld. Toch bleef natuurlijk hier en daar nog wel een verraderlijk hoogtetje of laagtetje, dat oorzaak werd van een mal figuur. Rang noch stand wordt dit bespaard. Stel u voor de deftigste persoon uit uwe omgeving. Zie, daar gaat bi). Hoe voorzichtig 1 Zie hoe zijne def tigheid gevaar loopt 1 D&ar maakt hy eens klapB de potsierlyk6te bewegingen en flapt allebei de beentjes in de lacht. Weg, deftig heid I By den verstoktsten stolcyn ontspannen zich de streDge gelaatstrekken, mits hy het niet is die valt. En vraag aan zoo'n geval lene dan eens uit loutere goedheid heel mee warig: „Hebt u zich ook bezeerdBrrr, wat een gezicbtl Maar ook het ys spaart niemand, dat is dezer dagen weer proefondervindeiyk gebleken. Byna had het een onzer achtbaren gekost. Kopje onder, hoor. Het gebeurt gelukkig niet dikwyl8, dat onze vroede mannen over één nacht ys gaan. Maar tegenwoordig is men letterlijk van niets zeker meer. Mannen van behoud ziet men eensklaps veranderen in verbrekers van gewoonten en gebruiken. Ja, zoo was het hier steeds de gewoonte dat ingelanden by het betalen hunner polderlasten, waarvoor penningmeesters dan expres een dag zitting houden, een borrel en een sigaar ontvangen» Nu, als dat niet trekt, trekt niemendal, on het trok degelyk. Maar nu borrel en sigaar zyn afgeschaft, hebben de penningmeesters by de boekdrukkers kolossale bestellingen in waarschuwingen moeten doen. Neen, dan heeft de ontvanger der directe belastingen, toen hy hier jl. Woensdag zitting hield, een beteren dag gemaakt. Betalen scheen eensklaps een tot heden ongekend genot geworden. Zóó groot was do toeloop dat er queue werd go- maakt voor het huis, waar de ontvanger zittinf houdt en hy vertrok vèr over den gewonen tyd. Ja, die kieswet bereidt allerlei verrassingen, soms heel onaangename en het is er mee als met het paard, dat een slimme- eigenaar al& eeriyk verkocht door heel luid te zeggen: „er mankeert niets aan'', maar er zachtjes achtor te voegen: „zelfs de gebreken niet." Bjj een kieswet schynt het fatsoeniyker te spreken van leemte. Nu zoo'n leemte heeft de paa opgerichte Kiesvereeniging al een kool ge stoofd. Den penningmeester met wiens positio menig kiezer graag zou willen ruilen, is bot geluk dit te zyn niet beschoren on zoo zal hy moeten bedanken of het reglement worden herzien. En daar de secretaris maar net door de mazen is heen gekropen, is men geneigd te vragenhad het by hunne verkiezing ook maar één nacht gevroren? Men meldt ons uit Hillogom, Een arbeider, dia eergisteren m<=t zyn zoon bezig was een boom om te hakken, had, op een oogenblik, dat de jongen to dicht er by kwam, het ongeluk, den jongen op het hoofd te raken, met het nooalottig gevolg, dat dezo een wonde bekwam van 4 a 5 centimeter oiep. Geneeskundige hulp werd ingeroepen, welke constateerde, dat de wond levensgevaar- ïyk was. Dat het ys lang niet vertrouw- baar meer is, bleek dezer dagen op het Brasemermeer, toen zekere J. v. V., te Roelof- Arend8vcen, geiyk dat door velen aldaar wordt gedaan, in een byt ging hengelen. Hy zakU weldra door de broze korst heen en werd eerst na een geruimen tyd spartelens uit zyn benarden toestand gered. De oudstryder in de gemeente Ter-Aar H. Dod Braver ïydt sedert Maandag jl. aan slaapziekte. Alle pogingen, om hem wakker te krygen, blyven vruchteloos. In de 8toomkuipery van den heer W. Ockhor8t, te Bodegraven, verwondde deze week een werkman zich zoodanig aan de hand, dat hy vermoedeiyk eenige weken niet zil kunnen werken. Gelukkig zyn de werklienen van den heer W. tegen ongelukken verzekerd, waarvoor zy, naar wy vernemen, slecnts l°/« van hun loon behoeven af te staan. Toen de vrouw van J. S., wonende aan de Zuidzyde onder dezelfde gemeente, gi6termorg< n de lamp wilde opsteken, geraakten hare kleederen in brand. De vrouw liep naar buiten en sprong in het water, doch zy had zulke ernstige brandwonden bekomen, dat genees kundige hulp werd ingeroepen. 25) „Ik bevond my in een doodelyken inwen- digen tweestryd. Van den eenen kant was de gedachte, myn kind op te geveD, my onverdraaglyk, en ik geloofde liever te willen sterven dan er van te scheiden; van den anderen kant was het toch myn wettige echtgenoot, die naar my verlangde, en was hy ook al niet altyd zoo voor my geweest als hy had moeten z\jn, waarvan ik gedeelteiyk misschien zelve de schuld droeg, zoo was het toch myn plicht, nu hy beterschap be loofde, aan zyn verzoek gevolg te geven. Uw moeder, wie ik myn overwegingen toever trouwde en die deze oplossing zeker met vreugde; welkom heette, om my van zich af te scbuiveD, styfde my uit alle macht in myn wankelende voornemens. Zy hield my voor oogen, dat het, nu ik eenmaal afstand gedaan bad van mjjn zoon, toch zeker voor beide partyen beter was, zoo de scheiding thans geschiedde dan later, wanneer ik my al meer en meer aan hem gewend zou hebben en het my duizendvoudigen siryd zou kosten als een vreemde vóór hem te staan. „Ik moest haar gelyk gevenik had immers zelve over myn lot beslist en moest nu de gevolgen dragen! Wanneer ik echter het oogenblik gedenk, toen ik voor de laatste maal myn kind, myn eerstgeborene, in myn armen nam, voor de laatste maal zyn ge zichtje togen myn gelaat drukte, dan geloof ik wel, lady, dat er een oordeel over de zonde is, hetwelk reeds op deze aarde begint, en dat de worm, die nimmer sterft, destyds reeds aan myn ziel begon te knagen 1" Door haar gevoel overstelpt, zweeg Madeion, en haar hoofd in de handen nemend, schom melde zy heen en weer. Feodora was diep bewogen. „Wie in Hem gelooft, wordt niet geoordeeld," sprak zy zacht. De Zwitsersche sloeg de rustelooze, ver moeide oogen tot haar op. „Gelooft gy dat werkeiyk?" vroeg zy, „en zou dat ook voor my gelden?" „Het geldt voor allen," antwoordde het meisje teeder: „Komt allen tot My, die vermoeid en belast zyt!" „Als het waar was, zoo ik het gelooven kon", vervolgde Madeion, in gepeins verzon ken; „misschien kunt gy het my leeren, hoor my echter eerst ten einde toe aan, en gy zult zien, dat God een vergelder is, een vergelder en wreker. „By myn eerste zonde moest ik nu een tweede voegen en myn man zeggen, dat ons kind gestorven was. Waarschyniyk verklaarde hy zich hieruit myn veranderden aard en de schier aan waanzin grenzende zwaarmoedig heid, die zich van my meester maakte. Hyzelf werd daardoor toegevender, verdraagzamer jegens my; toen voortaan evenwel onze echt kinderloos bleef, keerde zyn hart zich allengs weder van my af, en hoewel wy uiteriyk geen nood ledeD, voerden wij toch een treurig leven naast elkaar. „Zoo verstreken vyf jaren, toen een brief, op verlangen dier bewuste bloedverwante ge schreven, my tot haar riep; zy lag op sterven, heette het, en wenschte my by zich te zien. „Ik kon my zoo voorstellen, dat het om het kind was, en zorg en aDgst vervulden my, wat ik daarmee nu moest aanvangen. Ik haalde myn man over, my deze reis naar myn geboorteplaats te veroorloven, terwyi ik hem de mogelykheid voor oogen stelde, van de oude vrouw te erven, en zoo liet hy me gaan. „Toen ik aankwam, leefde de oude nog, maar toen ik naar het kind vroeg, bekende by my, dat zy reeds sinds twee jaren niet wist, wat er van geworden was. De vergoe ding, die ik gezonden had, was, volgens haar bewering, door den tyd ontoereikend geweest, daarby had het haar geërgerd, dat men haar steeds over het kind uitvroeg, welks groote schoonheid de menschen argwaan deed koes teren, maar wier nieuwsgierigheid zy op geen enkele wyze wist te bevredigen. Tegeiyk had de gedachte aan de mogelykheid van haar eigen dood haar in heur eenzamen toestand gekweld en wat er dan van de kleine worden zou? Toen was een gedachte by haar opge komen; zy had veel van het voortdurend vreemdelingenverkeer beneden aan het meer gehoord; zou daar niet iemand te vinden zyn, die gaarne zulk een schoon, lieftallig kind tot zich zou willen nemen? Zy besloot een poging daartoe te doen, en, voor de eerste maal in haar leven van de bergen neder dalend, nam zy het kind mede. „Beneden aangekomen, en op het punt haar plan uit te voeren, had zy er weer berouw over, en zy besloot het kind weer mee terug te nemen. „Nog in het onzekere omtrent haar be sluiten en overwegingen, was zy, om wat uit te rusten, niet ver van Clarens, aan den rand van eenig kreupelhout, waar de groote weg langs liep, gaan zitten; het vermoeide kind was naast haar op een met mos begroeide plek ingeslapen. Door den dorst gekweld, giüg zy hot boschje in om bessen te zoeken, terwyl het kind rustig doorsliep. „Opeens hoorde zy naderenae schreden, en uit het kreupelhout glurend, bemerkte zy, dat een voornaam gekleed heer over den weg kwam. Hy bleef vóór het kind staan; dit gil, lady, moest de oogjes geopend hebben, want zy hoorde, hoe hy u toesprak en vriendelyk groette. „Dit beschouwde zy als een wenk des hemels, als een ongezochte vervulling harer voornemens. Zy verborg zich dieper la de struiken en ontkwam zoo de mogelykheid door den vreemdeling ontdekt te worden. Toch liet het haar geen rust, voor zy het lot van het haar toevertrouwde kind ver nomen had; zy zwierf dus nog eenige dagen in de streken rond, waar men de door vreemdelingen uit alle landen bewoonde hotels vindt, en vernam dan ook zeer spoedig, dat het in den omtrek geen gering opzien baarde, hoe een vreemde heer een arm, verlaten kind had gevonden en allerwegen, ook door de openbare bladen, pogingen deed om de familie betrekkingen der kleine op te sporen. Toen sloeg zy weer den weg naar haar dorp in, waar zy den nieuwsgierigen buren mede deelde, dat zy het kind, hetwelk een bloed verwante toebehoorde en by haar slechte ter verzorging geweest was, weer by de zynen had teruggebracht. De couranten en do zonder linge ge8cbiedeni8 van het gevonden kind drongen niet door tot de weinige hutten daar boven in de bergen. „Dat was alles, wat de oude my zeggen kon, en kort daarop overleed zy. „Ik was in 't eerst geheel buiten myzelve van schrik en ontsteltenis by de gedachte, dat uw moeder van my inlichting mocht begeeren nopens het verbiyf van het kind, terwyl ik haar die niet kon verschaffen; doch ik stelde my gerust, overwegende, dat zy dit nog nooit gedaan had, en ikzelf was immer* door de vordwyning van het kind van het groote bezwaar ontheven, wat er nu mee aangevangen moest worden. „Zoo keerde ik naar myn man terug, die evenwel nog in hetzelfde jaar by de instortiDg eener myn den dood vond. Wat moest ik, onbekend en verlaten, in dat vreemde land beginnen? Ik besloot daarom naar myn geboorteplaats terug te gaan, waar ik oen bescheiden woning huurde. De som, dio uw moeder my jaarlyks zond, was voor mjjn geringe benoodigdheden voldoende; daarby verdiende ik nog iets met handwerken, zoodat het my aan niets ontbrak en ik door velon benyd werdmaar in het diepste myner ziel was ik hoogst ongelukkig, de vrede ontweek my, en door bestendige wroeging geptfnigd, leidde ik een treurig leven. {Wordt vervolgd A

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1897 | | pagina 11