N°. 11336 Maanda»: 8 Februari» A°. i8J7 §eze <§ourant wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven. Derde Blad. ïcrdeelingder gemeente in Kiesdistricten. ATJEH. Feuilleton. F E K. lEIDSCH DA&BLAD. PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 3 maanden, j.io Franco per post1.40. Afzonderlek# Nommera 0.O6. PBUS DER ADVERTEWTIJËN: Van 1-6 regels f 1.06. Iedere regel meer 0.17J. Grootert lettere naar plaatsruimte. Yoor het incasseeren bulten de stad wordt 0.05 berekend. Volgens meedeeling in dit blad werd ook door het bestuur onzer gemeente namens den Raad een adres gezonden, waarin tegen het wetsvoorstel tot splitsing der groote gemeen ten in kiesdistricten wordt opgekomen. Andere gemeentebesturen gingen hierin reeds voor; doch naar afdoende argumenten zoekt men in deze stukken tevergeefs. Algemeene termen als: eenheid en ondeelbaarheid der gemeente, oude rechten en gebruiken, moeten hiervoor dienst doen, zoodat het vermoeden niet onge grond is, dat hoofdzakelijk zucht tot zelfbe houd, gepaard aan kortzichtigheid omtrent de gevolgen, drijfveer dezer handeling waren. In elk geval is de zaak van genoegzaam belang om een nader onderzoek te rechtvaardigen, en acht ik het niet ondienstig hiertoe voor eenige oogenblikken de aandacht der getrouwe lezers van dit blad te vragen. Geenszins zal ik mi) opwerpen tot ver dediger van de nieuwe kieswet. Elke kieswet, waarbij bet recht wordt verbonden aan zekere uiterlijke kenmerken is voor my onaannemelijk; slechts die regeling is naar mijne opvatting gerechtvaardigd, waarbij het kiesrecht ten deel valt aan alle meerderjarige ingezetenen, wien dit niet om eene of andere bepaalde reden moet onthouden worden. Moet uit dit oogpunt gezien de kie3wet-Van Houten vol strekt afgekeurd worden, dit neemt niet weg, dat men maatregelen om haar op de beste wijze ten uitvoer te brengen moet toejuichen en bevorderen. Tot deze maatregelen behoort ongetwijfeld het wetsontwerp, waarbij wordt voorgeschreven om voor de gemeenteraads verkiezing de gemeente in kiesdistricten te verdoelen. Hoe zulk eene verdeeling eeüigen waarborg kan opleveren voor eene betere vertegenwoordiging moge uit het volgende blijken. De slechtste wtJze van verkiezing is die, waarbij alle kiezers worden opgeroepen om op all* vertegenwoordigers te stemmen, dus juist de wijze, welke by gemeenteraadsver kiezingen tot hier toe werd gevolgd. Dan vormt zich toch eene meerderheid, die ten slotte de geheele vertegenwoordiging samenstelt en geene plaats laat voor eene minderheid. Zulk eene meerderheid zy het de helft plus één heeft het bestuur in handen en verkiest naar willekeur: slechts by uitzon dering kan het door samenloop van omstan digheden aan de minderheid gelukken enkele zetels te veroveren, maar in den regel bestaat de vertegenwoordiging uit één groep, die over alle zaken van belang de beslissing in handen heeft. Hoe dit dikwijls leidt tot verwaarloo- zing der hooge belangen, tot het volgen van een oude sleur kunnen allen getuigen, die het verslag der Raadszittingen onzer groote gemeenten met aandacht volgen. Vooral het financieel beheer, steeds in handen van de zelfde groep, moet noodzakelijk bieronder lyden. Uitgaven van bedenkeiyken aard worden gevoteerd, omdat zy sinds jaar en dag op de begrooting pryken: klimt de begrooting door toeneming van behoeften, dan moet het even wicht gevonden worden in verzwaring der lasten. Hoe dit geschiedt onder een bestuur, waarvan de eeriykheid en goede trouw boven verdenking staan, hebben de inwoners dezer gemeente kunnen ondervinden. Tot welke gevolgen dit leidt, wanneer die goede eigen schappen ontbreken, kunnen wy vernemen uit de berichten, die omtrent sommige Ameri kaansche steden (met name Nieuw-York) tot ons komen. Door eene uitbreiding van het kiesrecht wordt het gevaar grooter. Weldra zal volgens matige berekening onze gemeente na de uitbreiding harer grenzen een 4000-tal kiezers voor den Raad tellen. Daargelaten het bezwaar, dat zy allen voor elke verkiezing ook voor die, welke tusschentyds plaats hebben moeten opgeroepen worden, dreigt het gevaar, dat uit deze kiezers zich eene meerderheid ontwikkelt, waarvan niemand vooruit het karakter kan voorspellen. Of zy clericaal, radicaal of conservatief gekleurd zal zyn, wie zal het zeggen? Eerst de uitkomst kan het ons leeren. Onafhankelyk daarvan echter dreigt het gevaar, dat langs dien weg het bestuur der gemeente uitsluitend komt in handen van óéne party onafhankelyk van de kleur dezer party kan dit niet anders dan verderfolyk op het beheer dor gemeente werken. Slechts zulk een bestuur kan als oene behoor - ïyke vertegenwoordiging wordea beschouwd, waarin alle part yen en richtingen zich kunnen laten booten en invloed uitoefenen in reden van hare kracht. Dit nu wordt voorgoed uitgesloten door de verkiezing by gewone meerderheid. Dan treedt slechts óéne party op den voorgrond, zy overheerscht en onder drukt alle anderen; ontmoedigd treden deze terug en nemen geen deel meer aan de stemmingen, waarby zy toch geen invloed kuDnen uitoefenen. Hierby kunnen de kerke- ïyke verkiezingen tot afschrikkend voorbeeld strekken. Het bestuur, op die wyze in óéne richting gedreven, kan niet anders dan naar eenzijdig standpunt handelen; reeds de zucht tot zelf behoud moet het noodzakoiyk daarheen voe ren. Want do bovendryvende party heerscht oppermachtig; hy, die zich hieraan niet wil onderwerpen, wordt uitgestooten. Dan zal het niet baten of het kiezerscorps is uitgebreid; moedoloosheid doet de tegenstanders berusten, slechts die kiezers zullen by de stemming opkomen, welke tot de overheorschende party behooren en om het heft in handen te hou den worden opgezweept door de leiders. Tegen dit kwaad bestaat slechts één afdoend middel: de invoering van een proportioneel kiesstelsel. Doch zoover zyn wy nog niet: het opsporen van een stelsel, waarby de ver schillende partyen behooriyk worden verte genwoordigd en willekeur buiten spel biyft, is tot hiertoe een onopgelost vraagstuk. Reeds heeft zich in ons land eene vereenigicg ge vormd met het doel zulk een stelsel op te bouwen en tot uitvoering te brengen, doch tot welke uitkomsten het onderzoek haar heeft geleid, is nog niet bekend. Zy is trou wens nog te jong, om in zulk een zaak te kunnen voorlichten. In afwachting daarvan moeten andere maatregelen worden genomen om het dreigend gevaar te keeren; dit nu kan alleen geschieden door kunstmatige ver deeling der kiezers in groepen. Want de theorie heeft boven bedenking vastgesteld, dat de kans der minderheden toeneemt met het aantal groepen, waarin het kiezerscorps wordt verdeeld. Trouwens, dit beginsel heeft reeds zyne toepassing gevonden en is dus als juist erkend by de verkiezingen voor de Volksvertegen woordiging. Vroeger had men nog dubbele en veelvoudige kiesdistricten; by de nieuwe kieswet zyn zy opgeheven, en worden de kiezers in evenveel groepen verdeeld als het aantal te kiezen vertegenwoordigers bedraagt, zoodat geen kiezer op meer dan één pereoon tegelyk kan stemmeD. Men heeft zelfs niet geaarzeld om hiervoor do grootste gemeenten van het Ryk te splitsen. Aanvankelyk onder vond deze maatregel grooten tegenstand; daar tegen werden dezelfde bezwaren ingebracht als thans m de adressen dor gemeentebesturen zyn neergelegd. Doch het goede beginsel heeit overdeze bezwaren gezegevierd en ten slotte is het zonder verzet in de nieuwe kieswet op genomen. Thans stelt de minister van binnenlandsche zaken voor om hetzelfde beginsel op de ver kiezing voor den gemeenteraad toe te passen en begint dezelfde tegenstand ophieuw te werken. Om by onze gemeente te blyven, wordt voorgesteld haar voor de gemeenteraad verkiezing in drie districten te splitsen, heigeen te minder moeilykheid oplevert, omdat reeas nu de stemming aan drie verschillende bureaux plaats heeft. Voor de uitvoering bestaat der halve niet het minste bezwaar. De voordeelen zyn vooreerst: dat niet alle kiezers voor elre verkiezing behoeven opgeroopen te worden, hetgeen stellig een trouwe opkomst zal be- voi deren. Doch het voornaamste voordeel is, dat de minderheden meer kans veikiygenop behoorlijke vertegenwoordiging, weike kans tot nul daalt, wanneer geene verdeidi-g plaats vindt. Ongetwyteld gaat het wetavuorstol niet ver genoeg en zou uit dit oogpunt eene ver deeling in meer groepen te verkiezen zyn Doch dit schynt op practieche bezwaren af te stuiten en zoo kan het voorstel van den minister slechts beschouwd worden als een bescheiden stap in eene goede richting. Of het hem mag gelukken dit voorstel evenals zyne kieswet in veilige haven binnen te loodsen, zal de toekomst weldra leeren. Myn doel met deze regelen was om h<t juiste standpunt, waarop de minister zich hierby heeft geplaatst, te handhaven tegenover de bezwaren van gemeentebesturen, welke bezwaren op geen redeiyken grond berusieu. Moge het niet baten om dien inerteü tegen stand te overwinnen, ik hoop altuans dit doel te hebben bereikt, dat de zaak in beter licht is geplaatst, dan door de genoemde adressen ia te verkrygen. Leiden, 4 Febr. 1897. P. Van Geer. Leiden, 6 Febrnari. De minister van blnnenl. zaken brengt ter algemeene kennis, dat de afdeelingen van 's Ryks Etbnogr-phisch Museum te Leiden, welke g-plaatst zyn in de gebouwen aan het Rapenburg en de Hoogewoerd, te beginnen met 15 Febr. a. 8., kosteloos voor het punliek geopend zullen zyn op alle werkdagen van 12 tot 4 uren. In de nieuwe wyken onzer gemeente werd vanwege de „Vryzinnige Kiesvereeni- ging" alhier verspreid de volgende waar schuwing: „H«t Bestuur der „Vryzinnige Kiesvereeni- ging" brengt met nadruk onder de aandacht van de ingezetenen der gemeente L iden, gevestigd op het grondgebied, dat vroeger behoord heeft tot de gemeenten Leiderdorp, 0egstgee8t of Zoeterwoude, en dat thans tot de gemeente Leiden is overgegaan, dat zy, om onder de nieuwe, thans geldende, kieswet op de kiezerslysten geplaatst te worden, in elk gevalen ook zoo zij hunne bevoegdheid ontleenen aan aanslag en betaling in de Rijks directe belastingenvóór 15 Februari van hun aanspraak op kiesrecht moeten doen blijken bij den burgemeesterom de redenen en op de wyze, die zy mondeling kunnen vernemen by een commissie uit het bestuur der Ki»s- vereeniging, die daartoe nog zitting zal houden op Woensdag 10 Februari, tusschen 12 en 2 uren, in het Nutsgebouw." Onder de passagiers van het uit Zuid- Af-ika aangekomen stoomschip „Scott", van de .Union Line", bevonden zich twee Trans- ▼4 ra. De een is de heer D. E Erasmus, zoon van het weibeken - li 1 van den E reten Volks raad den heer S. P. Erasmus, en komt hier om zyn studiön te Leiden voort te ZJltea. De ander is de h er A. Kuipers, inspec teur van invoerrechten en accynzen. Deze laatste beeft zich bereid verklaard aan belang stel! nden alle mogtlyke inlichtingen over Transv talsche toestanden, betreffende handel tn nijverheid, te verstrekken. Hy logeert tyde- lyk in het „Hötel de l'Europe" te 's-Hage. Gedurende de maand Januari werd in de Rykspostspaarbank te Eodegraven ingelegd ƒ1983.25, terugbetaald ƒ2256.06, terwyi het laatst uitgegeven boekje het nummer 488 oraagt. Do lyst der stemgerechtigde ingelanden voor 1897 van den Oudendykscben Polder te Woubruggs bevat de namen van 17 stemge- r chtk'den, 344 stemmen kunnende uitbrengen. Het hoogste stemmental is 42, het laagste 2. Voor den Veender-Polder aldaar bedragen deze cyf*T8 30 en 1, over 12 ingelanden, met 177 uit te brengen stemmen. In de aaD 't Boschhek te "Wassenaar gehouden vergadering van R.-K. kiezers uit de andere deelen der gemeente traden na de rede van den WelEerw. heer C. A. Sny.jers, kapelaan aldaar, 50 nieuwe leden tot de kies- veieei lgmg toe. Aan de gehuwde officieren, gedetacheerd by bet Remonte-depot in de legerplaats by Milligen, wordt, gedurende dpn tya oer deta- cheering, boven en behalve de toelage een by slag op het traktement toegekend van 1 per dag. De correspondent van de „N. R. C." te Batavia seinde gi-teren: „Zes compagnieën onder aanvoering van Van Heutsz hebben Indrapoeri bezet". Hierby teekent het blad het volgende aan Uit cit telegram vernemen wy, dat nu In trapoeri als legerplaats voor de colonne in de XXIr Moekims betrokken is in plaats van het 6 kilometer dichter by Kotta-Ra ja gelo gen Samahani. Wy wenschen onzen Inoi chtn soldaten geluk met die verandering. Begrypeiyk is het, dat het Indisch opper bestuur zyn derde colonne niet zoo dadtlyk op grooten afstand van Kotta-Radja in de XXII Moekims durfde vooruitscbuiv-n n haar voor oopig liever hield op dezelfde hoogte, als waarop de tweede colonne te Tjot Mant- jang in de XXVI Moekims gelegerd was. E-rat tydens den tocht van Van Heutsz naar Selimoen en Reung Reung, linta lecta ongeveer 17 KM. vereer dan Indrapoeri, tle-.k bet, hoe groot de indruk was, oien onz* krygsverrichtingen in de bovenlanden der Atjeb rivier vallei hadden teweeggebracht, en kun mea er aan gaan denken, iu dat terrein verder voorwaarts positie te nem n. Het on gezonde, te midjen van lage en natte ry^t- velden gelegen Samahani kon dus vervangen worden aoor den heuvelrug, wa rop de breede steenen fondamenten van den grooten Missigit van Idrapoeri aan den rechteroever der Atjeh-rivier zyn opgetrokken. Op dit punt vount het heuvelterrein zich tot een naiuurlyke grons tusscb. u'.et reeue, lage. moerassige, ongezonde g- ^elte e-i het smalle, golvende, koelere en gezon e' oven- gedeelte der vallei. Een enkel bezet punt - n daar natuurlijk geen invallen van kwaadwil lige benden verhinderen, m ar een goede mobiele colonne met een man als Van Heutsz aan het hoofd, kan zeker op afao nue wyze de achterwaarts gelegen landschappen egen hen beveiligen. Voorloopig zullen or.ze transporten naar Indrapoeri nog wel gedekt moeten worden door uitgezwermde marechaussees, oi- d »n dyk, door generaal Van der Heyien i oertyd aangelegd en verbeterd, beter kunn n bevei ligen dan de étappe posten, oie neze oy gebrek aan zulk een keurcorps er op hau geëche- loneerd. Wy hopen echter, dat er spoeuig een tram- lyn op z.il worden aangeoracht en zi. n wy eenmaal zoover, dan zou b< t ons ni t ver wonderen, als van In irapo n uit een d-ta- chem< nt naar Selimoen werd vooruitgeschoven en zoo langzaam rh <nd de geheele XXII Moe kims onder onz - macht werden cet>r<u ht De jeugdige Panglima Polim, hoof v n dat terrein, zal dan wGiicht geno d-s kf worden zyn vy nd-ge houding ie laten ar n en, docr onze bajonetten genokt tegen een t krachtige pressie zyner vienoen uit het Pe irscbe, zich aan ons onderwerpen en on ;er ons toezicht zyn ge'-ied besturen. 15) De hofraad grimlachte. .Zoover ik weet, zyn de twee sterkste hefboomen van elke vrouweiyke handelwyze eerzucht en ydelheid, en waar beide, zooals in dit geval, hun doel vereen igd zien „Hoe afschuwelyk van u, Pergast!" riep de vorstin lachend, doch met hooge gelaats kleur, „en gy durft dat in myn tegenwoordig heid beweren?" De hofraad had een ivoren vouwbeen van de schryftafel genomen, waaraan hy zat, en liet het spelend door de vingers giyden. „Zeker," antwoordde hy koelbloedig, „durf ik dat, want ik weet, dat Uw Hooghoid niet in staat is my te weerleggen." „Gy wilt mij dus daardoor te verstaan geven, dat gy geen uitzonderingen laat gelden?" „Geene!" Hy zag de vorstin daarby kalm tn de oogen. De in zelf beheersching zoo geoefende vrouw was niet in staat een liebte ontroering te onderdrukken; het was slechts in de tegen woordigheid van dezen man, dat haar dit overkwam. „Gy oorde9lt valscb," sprak zy met sterken nadruk, „of gy hebt een echt vrouwenhart nooit gekend noch begrepen." De hofraad boog voorover en zeide veel- beteekenend: „Leg uw hand op het uwe, vorstin, en zeg my eeriyk, of ik in onzen veeljarigen, vertrouwelyken omgang geen gelegenheid had het te leeren kennen? Of ik my een oordeel daarover mag aanmatigen?" Zyn zoo koele toon, alsof hy van een geheel objectief standpunt de een of andere wiskunstige stelliDg behandelde, prikkelde de vorstin meer dan zy zeggen kon; zoo het anders ware, zou zy geen vrouw geweest zyn. „Ik had het toch nooit mogeiyk geacht, dat gy, juist gy, myn handelingen ooit zulk een onedele beweegreden als de ydelheid, kondet verwytenl" hernam zy. „Van onedele beweegredenen spreek ik, ten opzichte van u, volstrekt niet," antwoordde de hofraad; hy kende zyn macht, „maar mag ik niet, juist ik, van de eerzucht in uw natuur spreken, aan welke gy misschien uw eigen geluk ten offer brengt, zoo niet dat van een ander?" Ook by wae ontroerd of trachtte het te schynen. Thans was het de voretiu, die haar vol komen zelf beheersching terug had gekregen. „Ik heb my altyd als het offer myner positie beschouwd," zeide zy, „in myn kiods- heid reeds, toen ik alle vriendelykheid, die men my bewees, op rekening myner vorsfceiyke geboorte schoof; in myn uit staatkunde en overeenkomst gesloten echt, en ook thans; het is steeds zoo myn bestemming." „Men kan ook zyn bestemming miskennen," hernam de hofraad opstaande. De vorstin had eveneens haar zetel ver laten en reikte hem de hand. „Laten wy daarover niet meer spreken 1" sprak zy, half verzoekend, half bevelend, „wanneer gy echter de beslissende, voornaamste aandoeningen van een vrouwenhart opsomt," ook zy wist, waarin haar macht lag, „voeg dan die der dankbaarheid daarby. Op de myne hebt gy, zoolang ik leef, het eerste recht." Toen de deur zich achter den heer Von Pergast gesloten had en de vorstin naar haar plaats terugkeerde, zag zy het vouw been, waarmee hy had gespeeld, in twee stukken gebroken op den grond liggen. „Welke hevige hartstochten verbergt hy toch onder deze uitwendige kalmte?" dacht zy. „Ik geloof, dat wy op 't punt van zelf- beheerecbing elkaar vrywel gelyk zyn, en gelyk zooals in vele dingen! Ja, indien bet had kunnen zyn maar het is oDmogoiykl" En een zucht onderdrukkeud, sloot de vorstin haar schryflessenaar open en begon een brief aan haar jongsten zoon. Zy bezat naast de gave der welsprekend heid ook de niet altyd naast gene bestaande eigenschap, zich schrifteiyk vloeiend en ge- makkeiyk uit te drukken, hoewel haar brieven nooit zonder zelfbewustzyn waren. Die aan haar kinderen waren de bescheidenste. „Ik ben moede, myn zoon," schreef zy op de laatste bladzyde, „ofschoon hot eerst middag is; daarom moet ge heden geen lang epistel van my verwachten. Ik ben nameiyk reeds sinds vyf uren op, heb vóór het ontbyt vier brieven geschreven, vervolgens met Olga en mevrouw Bolst over zaken be treffende den bruidskorf gesproken, met de directrice de statuten der soepvereeniging doorgezien en verbeterd, daar tusschen door telegrammen ontvangen en beantwoord, en nu is dit sedert uien tyd reads weer myn tweede brief. Toch moet ik je, als eenig nieuws uit onze nabuurschap, nog vluchtig m dedeelen, dat de jonge Grube wel degeiyk mot de pleegdochter zyüs vaders gaat trouwen ge herinnert u zeker het mooie jonge meisje, dat tante Ulrike zich zoo vriondeiyk heeft aangetrokken? Ik vind het zeer verstandig van den handelsraad, dat hy heeft toegestemd, en begryp van myn standpunt over 't geheel volstrekt niets van de weeklachten der goede Hermine; my komt het als een zeer pas sende verbintenis voor. Hy moet een uit muntend jongmensch zyn, en dat hy zich in zyn keus noch door stand, noch door ryk- dom liet beheerschoD, gelyk dat in zyn kringen zoo veelvuldig voorkomt, moet, dunkt my, ten zeerste op prys worden gesteld. Daar komt men my juist een bezoeker aankon digen, dien ik niet goed weer kan wegzenden ik moet dus naar beneden in hst gele salon, dat ik tegenwoordig ais receptiekamer ge bruik. Het blauwe is, wanneer wy alleen zyn, zooveel gezelliger. Voor heden dusvaar wel, lieve zoonl" V. Familieaangelegenheden noopten den erf prins zyn huwelyk meer te verhaasten dan dit van beide kanten eerst het voornemen geweest was; doch zyn bruid opperde geene bezwaren, en het sprak dus vanzelf, dat niemand anders bet deed. In alleryi werden de toebereidselen ge maakt; bloedverwanten eo gasten kwamen van alie zijden aan. Het organiseerend talent der vorstin-moeder, haar bedachtzaamheid en tegenwoordigheid van geest kwamen by deze gelegenheid tot hun volle waarde. Wanneer het den werklieden onmogeiyk toescheen vóór den bepaalden tyd gereed te komen, wanneer de hofdames het hoofd verloren en alles in de war dreigde te geraken, bleef de vorstin altyd kalm, altyd opgewekt, gaf zy haar aanwyzingen met steeds golykbiyvende zekerheid en liet allen gevoelen, dat zy nauw keurig wist, wat zy van ieder mocht vergen. Zy ontzag zich daarby niet, waar het noodig was, zelve de handen aan 't werk te slaan, en het voorbeeld harer onvermobide volhar ding en energie werkte bemoedigend en aan sporend op allen. Do hofraad, wel ia waar, was in alles haar rechterhand en haar stöun by de uitvoering van al baar plannen. Zyn koel, practisch verstand voltooide haar genialiteit, en w-»t beiden vereenigd ondernamen, droeg meestal d n stempel van de hoogst mogelyke vol komenheid. Alzoo werden ook ditmaal door alle aan wezigen de feestelykheden als ten volste geslaagd erkend. Vorst Alexander had tot de eerst aan- gekomenen behoord, prins Ernst daarentegen tot de allerlaatsten. Hy kwam slechts weinig uren vóór de trouwplechtigheid aan. Zyn meer dan gewooniyk ernstig, bepaald gedrukt vooikomen moest, vooral by zulke gelegen heid, algemeen in 't oog vallen. (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1897 | | pagina 9