N°. 11336
Maanda»: 8 Februari»
A°. i8J7
§eze <§ourant wordt dagelijks, met uitzondering
van (Zon- en feestdagen, uitgegeven.
Derde Blad.
ïcrdeelingder gemeente in Kiesdistricten.
ATJEH.
Feuilleton.
F E K.
lEIDSCH
DA&BLAD.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 3 maanden, j.io
Franco per post1.40.
Afzonderlek# Nommera 0.O6.
PBUS DER ADVERTEWTIJËN:
Van 1-6 regels f 1.06. Iedere regel meer 0.17J. Grootert
lettere naar plaatsruimte. Yoor het incasseeren bulten de stad
wordt 0.05 berekend.
Volgens meedeeling in dit blad werd ook
door het bestuur onzer gemeente namens den
Raad een adres gezonden, waarin tegen het
wetsvoorstel tot splitsing der groote gemeen
ten in kiesdistricten wordt opgekomen. Andere
gemeentebesturen gingen hierin reeds voor;
doch naar afdoende argumenten zoekt men
in deze stukken tevergeefs. Algemeene termen
als: eenheid en ondeelbaarheid der gemeente,
oude rechten en gebruiken, moeten hiervoor
dienst doen, zoodat het vermoeden niet onge
grond is, dat hoofdzakelijk zucht tot zelfbe
houd, gepaard aan kortzichtigheid omtrent de
gevolgen, drijfveer dezer handeling waren. In
elk geval is de zaak van genoegzaam belang
om een nader onderzoek te rechtvaardigen,
en acht ik het niet ondienstig hiertoe voor
eenige oogenblikken de aandacht der getrouwe
lezers van dit blad te vragen.
Geenszins zal ik mi) opwerpen tot ver
dediger van de nieuwe kieswet. Elke kieswet,
waarbij bet recht wordt verbonden aan zekere
uiterlijke kenmerken is voor my onaannemelijk;
slechts die regeling is naar mijne opvatting
gerechtvaardigd, waarbij het kiesrecht ten
deel valt aan alle meerderjarige ingezetenen,
wien dit niet om eene of andere bepaalde
reden moet onthouden worden. Moet uit dit
oogpunt gezien de kie3wet-Van Houten vol
strekt afgekeurd worden, dit neemt niet weg,
dat men maatregelen om haar op de beste
wijze ten uitvoer te brengen moet toejuichen
en bevorderen. Tot deze maatregelen behoort
ongetwijfeld het wetsontwerp, waarbij wordt
voorgeschreven om voor de gemeenteraads
verkiezing de gemeente in kiesdistricten te
verdoelen. Hoe zulk eene verdeeling eeüigen
waarborg kan opleveren voor eene betere
vertegenwoordiging moge uit het volgende
blijken.
De slechtste wtJze van verkiezing is die,
waarbij alle kiezers worden opgeroepen om
op all* vertegenwoordigers te stemmen, dus
juist de wijze, welke by gemeenteraadsver
kiezingen tot hier toe werd gevolgd. Dan vormt
zich toch eene meerderheid, die ten slotte
de geheele vertegenwoordiging samenstelt
en geene plaats laat voor eene minderheid.
Zulk eene meerderheid zy het de helft plus
één heeft het bestuur in handen en
verkiest naar willekeur: slechts by uitzon
dering kan het door samenloop van omstan
digheden aan de minderheid gelukken enkele
zetels te veroveren, maar in den regel bestaat
de vertegenwoordiging uit één groep, die over
alle zaken van belang de beslissing in handen
heeft. Hoe dit dikwijls leidt tot verwaarloo-
zing der hooge belangen, tot het volgen van
een oude sleur kunnen allen getuigen, die
het verslag der Raadszittingen onzer groote
gemeenten met aandacht volgen. Vooral het
financieel beheer, steeds in handen van de
zelfde groep, moet noodzakelijk bieronder
lyden. Uitgaven van bedenkeiyken aard worden
gevoteerd, omdat zy sinds jaar en dag op de
begrooting pryken: klimt de begrooting door
toeneming van behoeften, dan moet het even
wicht gevonden worden in verzwaring der
lasten. Hoe dit geschiedt onder een bestuur,
waarvan de eeriykheid en goede trouw boven
verdenking staan, hebben de inwoners dezer
gemeente kunnen ondervinden. Tot welke
gevolgen dit leidt, wanneer die goede eigen
schappen ontbreken, kunnen wy vernemen
uit de berichten, die omtrent sommige Ameri
kaansche steden (met name Nieuw-York) tot
ons komen.
Door eene uitbreiding van het kiesrecht
wordt het gevaar grooter. Weldra zal volgens
matige berekening onze gemeente na de
uitbreiding harer grenzen een 4000-tal kiezers
voor den Raad tellen. Daargelaten het bezwaar,
dat zy allen voor elke verkiezing ook voor
die, welke tusschentyds plaats hebben
moeten opgeroepen worden, dreigt het gevaar,
dat uit deze kiezers zich eene meerderheid
ontwikkelt, waarvan niemand vooruit het
karakter kan voorspellen. Of zy clericaal,
radicaal of conservatief gekleurd zal zyn, wie
zal het zeggen? Eerst de uitkomst kan het
ons leeren. Onafhankelyk daarvan echter
dreigt het gevaar, dat langs dien weg het
bestuur der gemeente uitsluitend komt in
handen van óéne party onafhankelyk van
de kleur dezer party kan dit niet anders dan
verderfolyk op het beheer dor gemeente werken.
Slechts zulk een bestuur kan als oene behoor -
ïyke vertegenwoordiging wordea beschouwd,
waarin alle part yen en richtingen zich kunnen
laten booten en invloed uitoefenen in reden
van hare kracht. Dit nu wordt voorgoed
uitgesloten door de verkiezing by gewone
meerderheid. Dan treedt slechts óéne party
op den voorgrond, zy overheerscht en onder
drukt alle anderen; ontmoedigd treden deze
terug en nemen geen deel meer aan de
stemmingen, waarby zy toch geen invloed
kuDnen uitoefenen. Hierby kunnen de kerke-
ïyke verkiezingen tot afschrikkend voorbeeld
strekken.
Het bestuur, op die wyze in óéne richting
gedreven, kan niet anders dan naar eenzijdig
standpunt handelen; reeds de zucht tot zelf
behoud moet het noodzakoiyk daarheen voe
ren. Want do bovendryvende party heerscht
oppermachtig; hy, die zich hieraan niet wil
onderwerpen, wordt uitgestooten. Dan zal het
niet baten of het kiezerscorps is uitgebreid;
moedoloosheid doet de tegenstanders berusten,
slechts die kiezers zullen by de stemming
opkomen, welke tot de overheorschende party
behooren en om het heft in handen te hou
den worden opgezweept door de leiders.
Tegen dit kwaad bestaat slechts één afdoend
middel: de invoering van een proportioneel
kiesstelsel. Doch zoover zyn wy nog niet:
het opsporen van een stelsel, waarby de ver
schillende partyen behooriyk worden verte
genwoordigd en willekeur buiten spel biyft,
is tot hiertoe een onopgelost vraagstuk. Reeds
heeft zich in ons land eene vereenigicg ge
vormd met het doel zulk een stelsel op te
bouwen en tot uitvoering te brengen, doch
tot welke uitkomsten het onderzoek haar
heeft geleid, is nog niet bekend. Zy is trou
wens nog te jong, om in zulk een zaak te
kunnen voorlichten. In afwachting daarvan
moeten andere maatregelen worden genomen
om het dreigend gevaar te keeren; dit nu
kan alleen geschieden door kunstmatige ver
deeling der kiezers in groepen. Want de
theorie heeft boven bedenking vastgesteld,
dat de kans der minderheden toeneemt met
het aantal groepen, waarin het kiezerscorps
wordt verdeeld.
Trouwens, dit beginsel heeft reeds zyne
toepassing gevonden en is dus als juist erkend
by de verkiezingen voor de Volksvertegen
woordiging. Vroeger had men nog dubbele
en veelvoudige kiesdistricten; by de nieuwe
kieswet zyn zy opgeheven, en worden de
kiezers in evenveel groepen verdeeld als het
aantal te kiezen vertegenwoordigers bedraagt,
zoodat geen kiezer op meer dan één pereoon
tegelyk kan stemmeD. Men heeft zelfs niet
geaarzeld om hiervoor do grootste gemeenten
van het Ryk te splitsen. Aanvankelyk onder
vond deze maatregel grooten tegenstand; daar
tegen werden dezelfde bezwaren ingebracht als
thans m de adressen dor gemeentebesturen
zyn neergelegd. Doch het goede beginsel heeit
overdeze bezwaren gezegevierd en ten slotte is
het zonder verzet in de nieuwe kieswet op
genomen.
Thans stelt de minister van binnenlandsche
zaken voor om hetzelfde beginsel op de ver
kiezing voor den gemeenteraad toe te passen
en begint dezelfde tegenstand ophieuw te
werken. Om by onze gemeente te blyven,
wordt voorgesteld haar voor de gemeenteraad
verkiezing in drie districten te splitsen, heigeen
te minder moeilykheid oplevert, omdat reeas
nu de stemming aan drie verschillende bureaux
plaats heeft. Voor de uitvoering bestaat der
halve niet het minste bezwaar. De voordeelen
zyn vooreerst: dat niet alle kiezers voor elre
verkiezing behoeven opgeroopen te worden,
hetgeen stellig een trouwe opkomst zal be-
voi deren. Doch het voornaamste voordeel is,
dat de minderheden meer kans veikiygenop
behoorlijke vertegenwoordiging, weike kans
tot nul daalt, wanneer geene verdeidi-g plaats
vindt. Ongetwyteld gaat het wetavuorstol niet
ver genoeg en zou uit dit oogpunt eene ver
deeling in meer groepen te verkiezen zyn
Doch dit schynt op practieche bezwaren af
te stuiten en zoo kan het voorstel van den
minister slechts beschouwd worden als een
bescheiden stap in eene goede richting. Of
het hem mag gelukken dit voorstel evenals
zyne kieswet in veilige haven binnen te
loodsen, zal de toekomst weldra leeren.
Myn doel met deze regelen was om h<t
juiste standpunt, waarop de minister zich
hierby heeft geplaatst, te handhaven tegenover
de bezwaren van gemeentebesturen, welke
bezwaren op geen redeiyken grond berusieu.
Moge het niet baten om dien inerteü tegen
stand te overwinnen, ik hoop altuans dit doel
te hebben bereikt, dat de zaak in beter licht
is geplaatst, dan door de genoemde adressen
ia te verkrygen.
Leiden, 4 Febr. 1897. P. Van Geer.
Leiden, 6 Febrnari.
De minister van blnnenl. zaken brengt
ter algemeene kennis, dat de afdeelingen van
's Ryks Etbnogr-phisch Museum te Leiden,
welke g-plaatst zyn in de gebouwen aan het
Rapenburg en de Hoogewoerd, te beginnen
met 15 Febr. a. 8., kosteloos voor het punliek
geopend zullen zyn op alle werkdagen van
12 tot 4 uren.
In de nieuwe wyken onzer gemeente
werd vanwege de „Vryzinnige Kiesvereeni-
ging" alhier verspreid de volgende waar
schuwing:
„H«t Bestuur der „Vryzinnige Kiesvereeni-
ging" brengt met nadruk onder de aandacht
van de ingezetenen der gemeente L iden,
gevestigd op het grondgebied, dat vroeger
behoord heeft tot de gemeenten Leiderdorp,
0egstgee8t of Zoeterwoude, en dat thans tot
de gemeente Leiden is overgegaan, dat zy,
om onder de nieuwe, thans geldende, kieswet
op de kiezerslysten geplaatst te worden, in
elk gevalen ook zoo zij hunne bevoegdheid
ontleenen aan aanslag en betaling in de Rijks
directe belastingenvóór 15 Februari van hun
aanspraak op kiesrecht moeten doen blijken bij
den burgemeesterom de redenen en op de
wyze, die zy mondeling kunnen vernemen
by een commissie uit het bestuur der Ki»s-
vereeniging, die daartoe nog zitting zal houden
op Woensdag 10 Februari, tusschen 12 en 2
uren, in het Nutsgebouw."
Onder de passagiers van het uit Zuid-
Af-ika aangekomen stoomschip „Scott", van
de .Union Line", bevonden zich twee Trans-
▼4 ra.
De een is de heer D. E Erasmus, zoon
van het weibeken - li 1 van den E reten Volks
raad den heer S. P. Erasmus, en komt hier
om zyn studiön te Leiden voort te ZJltea.
De ander is de h er A. Kuipers, inspec
teur van invoerrechten en accynzen. Deze
laatste beeft zich bereid verklaard aan belang
stel! nden alle mogtlyke inlichtingen over
Transv talsche toestanden, betreffende handel
tn nijverheid, te verstrekken. Hy logeert tyde-
lyk in het „Hötel de l'Europe" te 's-Hage.
Gedurende de maand Januari werd in
de Rykspostspaarbank te Eodegraven ingelegd
ƒ1983.25, terugbetaald ƒ2256.06, terwyi het
laatst uitgegeven boekje het nummer 488
oraagt.
Do lyst der stemgerechtigde ingelanden
voor 1897 van den Oudendykscben Polder te
Woubruggs bevat de namen van 17 stemge-
r chtk'den, 344 stemmen kunnende uitbrengen.
Het hoogste stemmental is 42, het laagste 2.
Voor den Veender-Polder aldaar bedragen deze
cyf*T8 30 en 1, over 12 ingelanden, met 177
uit te brengen stemmen.
In de aaD 't Boschhek te "Wassenaar
gehouden vergadering van R.-K. kiezers uit
de andere deelen der gemeente traden na de
rede van den WelEerw. heer C. A. Sny.jers,
kapelaan aldaar, 50 nieuwe leden tot de kies-
veieei lgmg toe.
Aan de gehuwde officieren, gedetacheerd
by bet Remonte-depot in de legerplaats by
Milligen, wordt, gedurende dpn tya oer deta-
cheering, boven en behalve de toelage een
by slag op het traktement toegekend van 1
per dag.
De correspondent van de „N. R. C." te
Batavia seinde gi-teren:
„Zes compagnieën onder aanvoering van
Van Heutsz hebben Indrapoeri bezet".
Hierby teekent het blad het volgende aan
Uit cit telegram vernemen wy, dat nu
In trapoeri als legerplaats voor de colonne in
de XXIr Moekims betrokken is in plaats van
het 6 kilometer dichter by Kotta-Ra ja gelo
gen Samahani. Wy wenschen onzen Inoi chtn
soldaten geluk met die verandering.
Begrypeiyk is het, dat het Indisch opper
bestuur zyn derde colonne niet zoo dadtlyk
op grooten afstand van Kotta-Radja in de
XXII Moekims durfde vooruitscbuiv-n n
haar voor oopig liever hield op dezelfde hoogte,
als waarop de tweede colonne te Tjot Mant-
jang in de XXVI Moekims gelegerd was.
E-rat tydens den tocht van Van Heutsz
naar Selimoen en Reung Reung, linta lecta
ongeveer 17 KM. vereer dan Indrapoeri, tle-.k
bet, hoe groot de indruk was, oien onz*
krygsverrichtingen in de bovenlanden der
Atjeb rivier vallei hadden teweeggebracht, en
kun mea er aan gaan denken, iu dat terrein
verder voorwaarts positie te nem n. Het on
gezonde, te midjen van lage en natte ry^t-
velden gelegen Samahani kon dus vervangen
worden aoor den heuvelrug, wa rop de breede
steenen fondamenten van den grooten Missigit
van Idrapoeri aan den rechteroever der
Atjeh-rivier zyn opgetrokken.
Op dit punt vount het heuvelterrein zich
tot een naiuurlyke grons tusscb. u'.et reeue,
lage. moerassige, ongezonde g- ^elte e-i het
smalle, golvende, koelere en gezon e' oven-
gedeelte der vallei. Een enkel bezet punt - n
daar natuurlijk geen invallen van kwaadwil
lige benden verhinderen, m ar een goede
mobiele colonne met een man als Van Heutsz
aan het hoofd, kan zeker op afao nue wyze
de achterwaarts gelegen landschappen egen
hen beveiligen.
Voorloopig zullen or.ze transporten naar
Indrapoeri nog wel gedekt moeten worden
door uitgezwermde marechaussees, oi- d »n
dyk, door generaal Van der Heyien i oertyd
aangelegd en verbeterd, beter kunn n bevei
ligen dan de étappe posten, oie neze oy gebrek
aan zulk een keurcorps er op hau geëche-
loneerd.
Wy hopen echter, dat er spoeuig een tram-
lyn op z.il worden aangeoracht en zi. n wy
eenmaal zoover, dan zou b< t ons ni t ver
wonderen, als van In irapo n uit een d-ta-
chem< nt naar Selimoen werd vooruitgeschoven
en zoo langzaam rh <nd de geheele XXII Moe
kims onder onz - macht werden cet>r<u ht
De jeugdige Panglima Polim, hoof v n dat
terrein, zal dan wGiicht geno d-s kf worden
zyn vy nd-ge houding ie laten ar n en, docr
onze bajonetten genokt tegen een t krachtige
pressie zyner vienoen uit het Pe irscbe, zich
aan ons onderwerpen en on ;er ons toezicht
zyn ge'-ied besturen.
15)
De hofraad grimlachte. .Zoover ik weet,
zyn de twee sterkste hefboomen van elke
vrouweiyke handelwyze eerzucht en ydelheid,
en waar beide, zooals in dit geval, hun doel
vereen igd zien
„Hoe afschuwelyk van u, Pergast!" riep
de vorstin lachend, doch met hooge gelaats
kleur, „en gy durft dat in myn tegenwoordig
heid beweren?"
De hofraad had een ivoren vouwbeen van
de schryftafel genomen, waaraan hy zat, en
liet het spelend door de vingers giyden.
„Zeker," antwoordde hy koelbloedig, „durf
ik dat, want ik weet, dat Uw Hooghoid niet
in staat is my te weerleggen."
„Gy wilt mij dus daardoor te verstaan
geven, dat gy geen uitzonderingen laat
gelden?"
„Geene!" Hy zag de vorstin daarby kalm
tn de oogen.
De in zelf beheersching zoo geoefende vrouw
was niet in staat een liebte ontroering te
onderdrukken; het was slechts in de tegen
woordigheid van dezen man, dat haar dit
overkwam. „Gy oorde9lt valscb," sprak zy
met sterken nadruk, „of gy hebt een echt
vrouwenhart nooit gekend noch begrepen."
De hofraad boog voorover en zeide veel-
beteekenend: „Leg uw hand op het uwe,
vorstin, en zeg my eeriyk, of ik in onzen
veeljarigen, vertrouwelyken omgang geen
gelegenheid had het te leeren kennen? Of ik
my een oordeel daarover mag aanmatigen?"
Zyn zoo koele toon, alsof hy van een
geheel objectief standpunt de een of andere
wiskunstige stelliDg behandelde, prikkelde de
vorstin meer dan zy zeggen kon; zoo het
anders ware, zou zy geen vrouw geweest zyn.
„Ik had het toch nooit mogeiyk geacht,
dat gy, juist gy, myn handelingen ooit zulk
een onedele beweegreden als de ydelheid,
kondet verwytenl" hernam zy.
„Van onedele beweegredenen spreek ik, ten
opzichte van u, volstrekt niet," antwoordde
de hofraad; hy kende zyn macht, „maar mag
ik niet, juist ik, van de eerzucht in uw natuur
spreken, aan welke gy misschien uw eigen
geluk ten offer brengt, zoo niet dat van een
ander?"
Ook by wae ontroerd of trachtte het te
schynen.
Thans was het de voretiu, die haar vol
komen zelf beheersching terug had gekregen.
„Ik heb my altyd als het offer myner
positie beschouwd," zeide zy, „in myn kiods-
heid reeds, toen ik alle vriendelykheid, die
men my bewees, op rekening myner vorsfceiyke
geboorte schoof; in myn uit staatkunde en
overeenkomst gesloten echt, en ook thans;
het is steeds zoo myn bestemming."
„Men kan ook zyn bestemming miskennen,"
hernam de hofraad opstaande.
De vorstin had eveneens haar zetel ver
laten en reikte hem de hand. „Laten wy
daarover niet meer spreken 1" sprak zy, half
verzoekend, half bevelend, „wanneer gy echter
de beslissende, voornaamste aandoeningen
van een vrouwenhart opsomt," ook zy wist,
waarin haar macht lag, „voeg dan die der
dankbaarheid daarby. Op de myne hebt gy,
zoolang ik leef, het eerste recht."
Toen de deur zich achter den heer Von
Pergast gesloten had en de vorstin naar
haar plaats terugkeerde, zag zy het vouw
been, waarmee hy had gespeeld, in twee
stukken gebroken op den grond liggen.
„Welke hevige hartstochten verbergt hy
toch onder deze uitwendige kalmte?" dacht
zy. „Ik geloof, dat wy op 't punt van zelf-
beheerecbing elkaar vrywel gelyk zyn, en
gelyk zooals in vele dingen! Ja, indien bet
had kunnen zyn maar het is oDmogoiykl"
En een zucht onderdrukkeud, sloot de
vorstin haar schryflessenaar open en begon
een brief aan haar jongsten zoon.
Zy bezat naast de gave der welsprekend
heid ook de niet altyd naast gene bestaande
eigenschap, zich schrifteiyk vloeiend en ge-
makkeiyk uit te drukken, hoewel haar brieven
nooit zonder zelfbewustzyn waren. Die aan
haar kinderen waren de bescheidenste.
„Ik ben moede, myn zoon," schreef zy
op de laatste bladzyde, „ofschoon hot eerst
middag is; daarom moet ge heden geen
lang epistel van my verwachten. Ik ben
nameiyk reeds sinds vyf uren op, heb vóór
het ontbyt vier brieven geschreven, vervolgens
met Olga en mevrouw Bolst over zaken be
treffende den bruidskorf gesproken, met de
directrice de statuten der soepvereeniging
doorgezien en verbeterd, daar tusschen door
telegrammen ontvangen en beantwoord, en
nu is dit sedert uien tyd reads weer myn
tweede brief. Toch moet ik je, als eenig
nieuws uit onze nabuurschap, nog vluchtig
m dedeelen, dat de jonge Grube wel degeiyk
mot de pleegdochter zyüs vaders gaat trouwen
ge herinnert u zeker het mooie jonge meisje,
dat tante Ulrike zich zoo vriondeiyk heeft
aangetrokken? Ik vind het zeer verstandig
van den handelsraad, dat hy heeft toegestemd,
en begryp van myn standpunt over 't geheel
volstrekt niets van de weeklachten der goede
Hermine; my komt het als een zeer pas
sende verbintenis voor. Hy moet een uit
muntend jongmensch zyn, en dat hy zich in
zyn keus noch door stand, noch door ryk-
dom liet beheerschoD, gelyk dat in zyn
kringen zoo veelvuldig voorkomt, moet, dunkt
my, ten zeerste op prys worden gesteld. Daar
komt men my juist een bezoeker aankon
digen, dien ik niet goed weer kan wegzenden
ik moet dus naar beneden in hst gele salon,
dat ik tegenwoordig ais receptiekamer ge
bruik. Het blauwe is, wanneer wy alleen
zyn, zooveel gezelliger. Voor heden dusvaar
wel, lieve zoonl"
V.
Familieaangelegenheden noopten den erf
prins zyn huwelyk meer te verhaasten dan
dit van beide kanten eerst het voornemen
geweest was; doch zyn bruid opperde geene
bezwaren, en het sprak dus vanzelf, dat
niemand anders bet deed.
In alleryi werden de toebereidselen ge
maakt; bloedverwanten eo gasten kwamen
van alie zijden aan. Het organiseerend talent
der vorstin-moeder, haar bedachtzaamheid en
tegenwoordigheid van geest kwamen by deze
gelegenheid tot hun volle waarde. Wanneer
het den werklieden onmogeiyk toescheen
vóór den bepaalden tyd gereed te komen,
wanneer de hofdames het hoofd verloren en
alles in de war dreigde te geraken, bleef de
vorstin altyd kalm, altyd opgewekt, gaf zy
haar aanwyzingen met steeds golykbiyvende
zekerheid en liet allen gevoelen, dat zy nauw
keurig wist, wat zy van ieder mocht vergen.
Zy ontzag zich daarby niet, waar het noodig
was, zelve de handen aan 't werk te slaan,
en het voorbeeld harer onvermobide volhar
ding en energie werkte bemoedigend en aan
sporend op allen.
Do hofraad, wel ia waar, was in alles haar
rechterhand en haar stöun by de uitvoering
van al baar plannen. Zyn koel, practisch
verstand voltooide haar genialiteit, en w-»t
beiden vereenigd ondernamen, droeg meestal
d n stempel van de hoogst mogelyke vol
komenheid.
Alzoo werden ook ditmaal door alle aan
wezigen de feestelykheden als ten volste
geslaagd erkend.
Vorst Alexander had tot de eerst aan-
gekomenen behoord, prins Ernst daarentegen
tot de allerlaatsten. Hy kwam slechts weinig
uren vóór de trouwplechtigheid aan. Zyn
meer dan gewooniyk ernstig, bepaald gedrukt
vooikomen moest, vooral by zulke gelegen
heid, algemeen in 't oog vallen.
(Wordt vervolgd.)