N°. 11330
Maandag X Februari.
A». 1897
(gourant wordt dagelijks, met uitzondering
van (Zon- en feestdagen, uitgegevenw
Dit nommer bestaat uit DELE
Bladen.
Eersle Blad.
Feuilleton.
F ES IC.
LEIDSCI
DAGBLAD.
f SUS DEZES OOUSAHT1
Voor Leiden per 3 maanden. 1.10»
t"ranco per post1.40.
Aftonderlpke Nommers 0.05.
PWT.TR DES ATWKRTKN'I')tëw?
Van 1—6 regels f 1.05. Iedere regel meer f 0.17J. Grootara
letters naar plaatsruimte. Voor hot incaaseeren bulten de stad
'\7ordt f 0.05 berekend.
Officieel® Hennisgevingen.
Burgemeester en Wethouders ran Leidon;
Gezien art. 8, late alinea, der wet van den 3den
Juni 1875 (Staatsblad No. 95), tot regeling van het
toezicht bg het oprichten van innohtingen, welke
gevaar, echade of hinder kunnen veroorzaken, zoo&ls
die ia aaDgevuld eu gewijzigd laatstelijk bij de wet
van 4 September 1896 (Staatsblad No. 152);
Brengen bg deze ter algemeone kennis, dat door
hen op heden vergunning ia verleend aan C. E.
BERNARD en rechtverkrijgenden tot het plaateen
en in-werking-etellen van een gasmotor van 1
paardekracht en tot de opriohting van eene smederij
in het peroeel Middelweg No. 27.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Leiden, F. WAS, Burgemeester.
28 Jan. 1897. E. KIST, Secretaris.
Leiden, 30 Januari.
Omtrent de lezing van Wilhelm Liebknecht
in de kleine zaal van de Stadszaal deelt men
ons, van betrouwbare zijde, het volgende mede:
Een vri) groot, aandachtig gehoor, voor
't meerendeel uit studenten bestaande, woonde
de interessante voordracht by.
De „dagelyksche huisvriend van Karl Marx,"
óók de man, die „door vriend en vijand dient
te worden geëerd voor „een halve eeuw"
van toewijding aan een innige en uiepe over
tuiging" (zooals de heer Tak terecht in „de
jongste Kroniek" rcnr if) stond daar op 't po
dium, als kleine gesulte, met weinig gebaar,
doch met een groote overredingskracht. Een
mooie, interessante kopl
Liebknecht's rede had tot titel: „Die Noth-
wendigkeit des Socialismus". Door de vele
toehoorders, waaronder wü de hoogleeraren
Oort en Oppenheim opmerkten, zal de hoofd
inhoud van de voordracht o. i. wel verder
worden verbreid. Een dagbladverslag kan, door
de kortheid, slechts een verkeerde voorstelling
▼an do lezing geven.
Aan 't einde ontstond eerder een woorden
wisseling dan een geregeld debat. Aangezien
de heer Liebknecht, die heden in Groningen
moet spreken, gisteravond nog per trein naar
Utrecht vertrekken moest, achtte de heer
Wibaut (voorzitter) het wenscheiyk 't debat
te bekorten. Niet èlzoo twee der recalcitrante
tegenwoordigen.
De heer Frans Van der Goes hakte den Gor-
diaanschen knoop manmoedig door, zich bereid
verklarend (omdat by 't in alle punten met
den heer Liebknecht, ééns was) den debater zóó
lang te woord te willen staan, tot zóólang er
anderen naar zouden willen blijven luisteren.
Wellicht, dat er nu nog een tweede vergadering
op volgt. Uit de veeleischendheid van deze jeug
digen, blijkt, dat zi) weinig respect bezitten
voor zulk een jong-ouderen als Liebknecht is,
die „in 1848 den aanloop in Duitschland'1
meemaakte. Men zou geneigd zijn te vragen:
„Waar waren die schetterende jongeren toen
In do Statiszaal alhier zal a. s. Donder
dag een concert gegeven worden door het
beroemde „Böhmischo Streichquartett." Reeds
in andore plaatsen is ait viertal opgetreden
en overal bevatten de bladen de meest gun
stige beoordeelingen. Ten bewijze welk genot
onzen kunstminnenden stadgenooten te wach
ten staat, laten wij hier slechts één dier
beschouwingen, uit de Amsterdamsche pers,
volgen
„Er is één sterk verlangen in ons, terwijl
we wat zeggen willen van dezen avond in
den Kunstkring, een groot verlangen om nög
eens te hooren de heeren Carl Hoffmann,
Josef Suk, Oscar Nedbal en prof. Hanus
Wihan het Boheemsch Stryk-Quar-
tetl Want zulk een uitvoering van werken,
geschreven in den hoogen kunstvorm, te be
leven, is een geluk dat men vastklemmen
zou willen, een genieting waarvan de diepte
en de heerlijkheid eerst ten volle door ons
worden beseft, als ze voorby is.
„Er was hier veel verwachting, maar we
kunnen verzekeren dat ze verre is overtroffen.
En zooals Hollanders hun warmte van binnen
laten blijken, door een druk applaus bobben
de leden van den Kring hun opgetogenheid
geuit over het wonder, dat in onze Nutszaal
verschoen met dit.... onovertroffen Strijk
Quartet."
Op Maandag 15 Februari a. s. zal voor
„Patrimonium" te dez r stede optreden ds.
Wagenaar, predikant bij de Ned.-Herv. gemeente
te Leeuwarden, met het onderwerp: „Christus
en de Arbeid." Nader zullen tyd en plaats van
het optreden van dtzen bekenden kampioen
voor „Patrimoniums" beginselen bekend wor
den gemaakt.
Men schrijft ons uit Zoeterwoude: Den
2den Februari a. s. zal het vijftig jaren ge
leden zijn, dat S. Hogeveen als lid van bet
R K. Armbestuur, later het Parochiaal Arm
bestuur, optrad. De nog krasse vijf-en-tachtig
jarige jubilaris neemt nog met lust en toe
wijding zijne bediening als armmeester waar.
Iedere maand kan men hem laDgs de huizen
van vele ingezetenen zien gaan, om voor zijne
armen te collecteeren. De jubilaris heelt ge
meend zijn feest niet beter te kunnen vieren
dan door ook niet alleen al de armen, maar
ook al de arbeiders en werklieden der Parochie,
bij wie het gewoonlijk in dazen tijd des jaara
geen „vetpot" is, met eene zeer ruime gilt in
geld te verrassen.
De goede God zegene den edelen weldoener
der armen 1
Men schrijft ons uit Noord wijkerhout: Don
derdag avond vergaderde in het „Café Brama",
te Noordwykerhout, de Katholieke Kiesver-
eeniging „Recht en Orde" alhier. De verga
dering was zeer druk bezocht. Nadat de no
tulen der vorige vergadering waren gelezen
en goedgekeurd, deed de penningmeester ver
slag van het gehouden beheer in het afge
loopen jaar; hieruit bleek, dat het reserve
fonds met een batig saldo kon worden ver
groot. De heeren Bulten en Van der Zalm,
met het nazien der rekening belast, adviseer
den, na een aanmerking, die op een verschil
van opvatting scheen te berusten, tot goed
keuring. Vervolgens was aan de orde het
stellen van een candidaat voor een lid van
den gemeenteraad. De voorzitter de heer B.
C. Vos zeide, dat hoewel ieder lid volkomen
vrijheid haeft een ander te stellen, het be
stuur de heeren Jan Warmerdam en Hein
Warmerdam voorstelde. Beiden zijn naar de
meening van bet bestuur mannen wien de
zorg der gemeente-belangen gerust kan wor
den toevertrouwd. Wat spreker persoonlijk
aangaat moest hjj den heer Jan Warmerdam
met warmte aanbevelen. Zonder aan de ver
diensten van den beer Hein Warmerdam uit
de Zilk iets te willen afdingen of Iets tegen
hem te hebben, meent hij dat de Zilk vol
doende in den Raad vertegenwoordigd is. Het
gedeelte waar zijn candidaat woont is zulks
niet, wat toch vooral in het houden van toe
zicht op de wegen van zeor veel gewicht is.
Bjj de stemming bleek, dat de vergadering
het gevoelen van haren voorzitter deelde.
Zijn candidaat verkreeg 32 stemmen, de
heeren H. Warmerdam en P. Heemskerk res-
pectievelyk 6 en 2. Alzoo werd de heer Jan
Warmerdam tot candidaat der Kiesvi reeniging
geproclameerd.
De heer J. Van Scbie vroeg of hst bestuur
ook bekend is dat de gekozene de candidatuur
zal aanvaarden, waarop de voorzitter bevesti
gend antwoordde.
Daartoe de gelegenheid gegeven, vroeg de
heer Van der Zalm of het waar is, dat in
plaats van de eertijds door de Vereeniging
benoemde gedelegeerden naar de vergadering
der Centrale Kiesvereeniging, twee andtre
heeren zijn gezonden, waarop de voorzitter
antwoordde, dat dit wel zoo schijnt, maar
niet zoo i6 en ook na de inlichting n van den
heer H. Oostdam bleek dat er geen sprake
mag zijn van een terzijdestelling van de ge
delegeerden der Vereeniging.
Bij de verloting, die by vergaderingen even
traditioneel schijnt te worden als de diners,
waren de gelukkige winnaars de heeren P.
Van Eeden, L. v. d. Burg, P. Warmerdam,
J. Busman en P. Hedders.
Na rondvraag sloot do voorzitter de verga
dering na au leden te hebben bedankt voor
bun trouwe opkomst.
Men SLhrylt ons uit Bodegraven: Deze
week trad alhier vanwege de R. K. Centrale
KiesvereenUi g „Recht voor Allen" op ue
zeereerwaarde hooggeleerde heer H. Ermann,
met het onderwerp: „De nieuwe Kieswet."
Zew. oelende geen critiek uit op deze wet,
doch gaf aan, wie er al zoo kiezer zou zyo,
en wekte krachtig op tot aaneensluiting en
tot trouwe opkomst ter stembus.
In de op 28 Januari gehouden Nuts
vergadering werd met algemeene stemmen
afwijzend beschikt op een verzoek van den
heer Spelberg, hoofd der openbare school te
Nieuwvec-u, om in oone vergadering der af
deeling te mogen spreken over: De Geheel
onthouding.
Verder werd goedgekeurd de overgelegde
rekening over het jaar 1896 van de bewaar
school, welke rekening sluit met f 1250.695
io ontvangst en f 1196.625 iu uitgaaf, batig
saldo f 54.07. De begrooting voor 1897 be
draagt f 1252 15. Tot leden van de commissi -
voor het nazien der rekening van de Spaar
bank werden benoemd de heeren Van Lith r.e
Jeude en dr. Dekker. Als commissarissen voor
de Spaarbank werden herbenoemd de heeren
D. Eikelenboom en L. Boer, als idem voor de
bewaarschool de heeren ds. De Meijere en
H. Goebelals idem voor de volksbibliotheek
de heeren Van Ramshorst en Gheesel Groothe.
Uitgeloot werden 2 aandeelen, Nos. 39 en 40,
van de geldleening ten behoeve der bewaar
school.
Dinsdag 2 Februari, 's avonds te 7 uren,
zal in Hotel Van Haaf ten vanwege de liberale
kiesvereeniging alhier optreden de heer dr.
Roessingh, van Leiden, met het onderwerp
„de nieuwe Kieswet."
In het afgeloopen najaar werd door de
afdeeling Leiden van de „Nederlandsche Maat
schappij 7oor Tuinbouw en Plantkunde" aan
de algemeene vergadering voorgesteld, by
de Regeering stappen te doen tot herziening
en verscherping van de wet ter bescherming
van diersoorten, nuttig voor landbouw en
houtteelt. Nadat die vergadering zich met
dat voorstel had vereenigd, werd de afdeeling
gemachtigd zelve daartoe de noodige stappen
te doen en werd de steun van het hoofd
bestuur verzekerd.
Thans wordt gemeld, dat genoemde afdeeling
gisteren aan den minister van waterstaat een
desbetreffend verzoek met voorstel en memorie
van toelichting heeft gezonden.
Men schryft ons uit Oude-"Wetering: Iq
het aangenaam verwarmde en goed verlichte
kerkgebouw der Remonstrantsche gemeente
te O.-Wetering werd Donderdagavond eene
vergadering gehouden van de Nieuwveensch9
Vereeniging tot drankbestrijding, onder voor
zitterschap van ds. A. De Koe. Een honderd
tal belangstellenden volgde met onverdeelde
aandacht de uiteenzetting van het doel, de
verklariog van het beginsel, en de argumen
tatie voor de noodzakelijkheid der drankbe-
stry dog, welke achtereenvolgens door een
vyftal sprekers meer df minder welsprekend
werden ten beste gegeven. Vooral de heeren
W. L. Schram, van Haarlem, en N. C. Srher-
merhorn, pred. te N.-Niedorp, hielden boeiende
voordrachten, vol gloed en overtuiging.
Treffend was de bekeDtenis van een spreker,
J. Daniels te Nieuwveen, dat hy van een
hartstochtelyken dronkaard in een geheel
onthouder was veranderd, en de ellende, die
hy vroeger over zich en de zynen gebracht
had, thans in rust, vrede en geluk was
omgezet.
In het debat, waarvoor de voorzitter na
het einde der verschillende redevoeringen ge
legenheid gaf, bestreed de heer Ny bakker, van
Hillegom, handelaar in wynen en gedistilleerd
en gewezen geheel-onthouder, op sarcastische
wyze en met veel radheid van tong het nut
der geheel-onthouding.
De heer De Jong, pred. der Rem. Gemeente,
metnde by al zyne waardeering voor het
doel en Het pogen der Vereeniging, in haar
streven overdriving te bespeur n. ZEw. vond
o. a. alcohol niet zulk een vreeseiyk vergift
als door de geheel onthouders steeds werd
beweerd.
De beer Kimmel, geneesheer, bestreed op
dit punt oen heer De Jong, en beweerde op
medisch gezag, dat de alcohol op den duur
•Je beste organen van den mensch zoo niet
geheel, dan toch wel voor drie vierden verwoest
en ze alzoo buiten functie stelt.
Nadat de verschillende debattanten door de
heeren Schram en Schermerhom beantwoord
waren en de discussiën zich nog eene wyi
ook van den kant van den Voorzitter
hadden voortgezet, sprak deze laatste een
kort en kernachtig slotwoord over de ellende,
die de drank in de maatscbappy brengt, en
spoorde met alle kracht de vergaderden aan,
om tot de Vereeniging toe te treden, hoewel
hy zich niet in een oogenblikkelyk succes
mocht verheugen; niemand toch bleek voor
alsnog geneigd zyn naam te teekenen op de
lyst der drankbestryders.
Omstreeks 11 uren werd de vergadering
gesloten.
A. 8. Donderdag zal te Noordwykerhout
in het café „Het Wapen van Noordwykerhout"
eene vergadering plaats hebben van Roomsch-
Katholieke kiezers, waarin, naar wy ver
nemen, de zeereerwaarde heer Van Halen,
pastoor aldaar, als spreker zal optreden.
De zang- en tooneelvereeniging „Door
oefening beter", te Rypwetering, gaf Donder
dagavond in het goed bezette lokaal van den
heer Zoetemelk eene openbare uitvoering.
Gezongen werd door het zangkoor „Hollands
Glorie" van R. Hol. Opgevoerd werden het
blyspel „Eene Raadsvergadering te Koekamp"
van P. Fransen Jz. en het kluchtspel „Een
nacht op straat" van H. A. M. Van Hoogheem.
Men amuseerde zich, er werd goed gespeeld;
alles liep geregeld en reeds vóór middernacht
van stapel.
Het aantal verrichte vaccinatiën in de
gemeente Lisse bedroeg in het afgeloopen jaar
103, verdeeld als volgt: beneden het jaar 3,
van 1—3 jaar 36; van 3—6 jaar 47; var
6—12 jaar 16; boven de 12 jaar 1.
In 1895 bedroeg uit aantal 99.
In ae gemeente Lisse zyn voor de nationale
militie, lichting 1898, ingeschreven 36 jonge
lingen, die, met uitzondering van één, allen
lezen en schrijven kunnen.
To Warmond bedraagt het aantal inge
schrevenen voor de Nationale Militie 1898 12.
De heer H. I. Schapes, van Delft, zal
Dinsdag-avond te halfzeven, in het koffiehuis
„De Zwaan" te Benthuizen, eene openbare
uitvo.ring geven van luimige voordrachten.
Deze zullen echter worden afgewisseld met
piano muziek, uit te voeron door den he9
Hoek, pianist te Delft.
Het aantal ingeschrevenen voor de national
militie, lichting 1898, bedraagt te Alkemade
52, wat, vorgeloken by het vorige jaar, zeer
veel is.
Voor de nationale militie, lichting 1898,
zyn voor de gemeente Stompwyk 27 lotelingen
ingeschreven, waarvan 7 vry6telling wegens
broederdbnst of als zynde eenige wettigo zoon
kunnen doen gelden.
Te Veur werden 14 lotelingen ingeschreven,
waarvan 2 met vrystelling.
Mevrouw de wed. Van ArkGeelkerken,
dezer dagen t9 Utrecht overleden, hoeft ver
maakt aan de Vrye Universiteit te Amster
dam f 3000 en aan de armen der geref. kerk
te Utrecht f 1000.
a»
De heer Grube was niet thuis; de vorstin
moest dus in het onbeduidend gesprek der
twee dames deelen. De vrouw van den
handelsraad, met haar gewonen hoogdravenden
styl, wist zoowel aan het prachtige bouwwerk
van het huis, dat de vorstin roemde, aan de
sierlyke inrichting van binnen, de nieuwe,
heerlyko broeikassen, als over 't geheel aan
alles, wat haar omgaf, tot de kleinste gebreken
te berispen, en juffrouw Bertha trachtte door
geveinsde onverschilligheid op de vorstin
indruk to maken. Doch dit gelukte haar
slecht. Een paar flinke, hoewel glimlachend toe
gebrachte zedelyke zweepslagen der geestige
vrouw deden de overmoedige jonge dame
weldra verstommen, in het vernederende ge
voel, ondank3 haar ruiscbende zyden japon
naast deze vrouw in het eenvoudige zwarte
morgengowaad, geen zeer gelukkige rol te
spelen.
„Zult gy uw pleegdochter hier eveneens
in de gezelschappen binnenleiden?" vroeg de
vorstin aan de vrouw van den handelsraad,
terwyl zy opstond.
„Uw Hoogheid meent Fee? O neen, dat
zou toch slöcht gaan!" antwoordde de andere.
„Dat zou papa toch niet van my kunnen
vergen 1" flapte Bertha uit, alle terecht-
wyzingen vergeten!
pFee is ook nog zoo jong en verlangt zelve
volstrekt niet in de wereld te komen," ging
mevrouw Grube voort, „en ofschoon zy wel
dezelfde opvoeding als Bertha heelt genoten,
is toch haar afkomstUw Hoogheid weet
immers, dat
„Papa haar op den grooten weg gevonden
heeft," voltooide Bertha weer.
„Ik weet in 't geheel niets, juffrouw Grube,
en wil ook verder niets weten," hernam de
vorstin met nadruk, ik kan alleen maar zeggen,
dat ik zelden een bekoorlyker schepsel heb
aangetroffen. Uw man en u geef ik echter
gelyk, lieve Hermine," ging zy voort, zich
tot deze wendend; „het meisje is veel te jong
en te schoon, om haar aan de gevaren der
groote wereld bloot te stellen."
En daarmee eindigde het bezoek.
Het verkeer tusschen het slot en de naubrige
familie was voorshands niet druk. De handels
raad, een eenvoudig, eenzaam, hoewel een-
züdig gevormd man, had zich, om zoo te
zeggen van meet af, zyn thans zoo schit
terend bestaan zelf geschapen. Er werd zelfs
verteld, dat hy, de zoon van arme ouders,
in de groote fabrieksstad, waar dezen nood
druftig hun brood verdienden, in zyn jeugd
blootsvoets geloopen en zyn latere opkomst
te daüken had aan de weldadigheid van een
ryken koopman, die den vooruitstrevenden
knaap de middelen had verschaft, zich naar
Amerika den weg te banen.
Of dit de ware toedracht der zaken was
of een uitstrooisel der vindingryke wereld,
voor wie het wonderbare nog altyd niet
wonderbaar genoeg is, zullen wo onbeslist
laten. Men ontzag zich zelfs niet, het eeriyk
verkregen bezit van den algemeen geachten
man met den menscbonteerenden slavenhandel
in verband te brengen, tot dit van invloedryke
zyde de belasterde zelf verwierp de gedachte
aan eigen rechtvaardiging verontwaardigd
weerlegd werd.
Terwyl hy zich aan het hoofd plaatste van
groote gelaeiyke ondernemingen in zyn vader
land on de regeering in moeilyke omstandig
heden met wyze raadgevingen en aanzien-
lyke geldmiddelen ter zyde 6tond, werd de
positie van den handelsraad weldra zeer
aanzieniyk, en uit dien tyd dagteekende
ook zyn kennismaking met den over
leden vorst.
Als simpel vakman, een kind uit het volk
en trotsch er op dit te zyn, had hy toch,
gelyk alle mannen, in den omgang met de
vorstin zich niet tegen de betoovering kunnen
verzetten, welke zy op allen, die haar naderden,
uitoefende. onf
Onder baar gelyken in stand de vorstelykste
der vorstinnen, indruk makend door ver-
schynmg en werkelykbeid, in de kringen van
kunstenaars en geletterden zich met ieder vak
vertrouwd toonend, door mannen der weten
schap als evenknie begroet, jegens armen en
geringen minzaam en voorkomend, steeds
volkomen datgene, wat zy scheen, had zy
ook in het verkeer met den handelsraad zulk
een helderheid van begrip in zakelyko aan
gelegenheden, zooveel scherpte van blik en
speculatiegeest aan den dag gelegd, dat deze,
die tot dusverre het vrouwelijk geslacht als
een tamelyk onbruikbaar weelde artikel bad
beschouwd, verbaasd verklaarde, dat in deze
vrouw een groot man van zaken verloren
was gegaan.
Dat hy zelf deze waardeering met een
belangryk zedelyk fiasco boette en aan het
eind der onderhandelingen als de minst ge
slepens in de val liep en tegen zyn beter
inzicht in uit de handen der hooge vrouw
de tot overlast geworden hofdame aannam,
dat was een dier fouten, welke verstandiger
manDen nog dan hy. vóór en na hem, begaan
hebben.
Het feit, te laat ingezien en betreurd,
bevestigde wel is waar slechts zyn meening
betreffende do vorstelyke speculante, gelyk
de overwonnen strydor de meerderheid zyns
tegenstanders erkent, maar vergeten kon hy
het toch niet, dat hy misleid was geworden.
Toen hy nu by de nadering van den ouden
dag er hoe langer hoe meer behoefte aan
gevoelde om zich uit de zaken terug te trek
ken en aan zy'n liefde voor het landleveD,
die hy van zyn jeugd af als een lang heim
wee met zich had omgedragen, te voldoen,
kon hy eerst lang niet tot den aankoop van
dat grooto samenstel van landeryen besluiten,
die overigens in alle opzichten met zyn
eischen overeenkwamen, juist wegen3 de naby-
heid der vorstelyke residentie. Andere plannen
vielon in duigen; het was nu eenmaal, alsof
het zóó moest zyn, en de handelsraad troostte
zich met de overweging, dat de terugkeer in
de oude omgevifig voor zyn vrouw een aan
gename opvrooiyking, ja misschien een aflei
ding voor haar onophoudelyke ontevredenheid
wezen zou, terwyl hy zelf, buiten het aller
noodzakelijkste vormelyke verkeer, zich door
zijn leeftyd en met het oog op zyn gezond
heid van allen naderen omgang met het kleine
hof ontslagen mocht achten.
De vorstin zelve scheen dit zeer begrypelyk
te vinden en niet anders te wenschen. Ook
ging zy dezen zomer met haar dochter voor
geruimen tjjd op reis, zoodat van herhaaldo
bezoeken geen sprake kon zyn.
Het was reeds herfstachtig, toen de vorste
lyke reizigsters terugkeerden, te gelyk met
den vorst en zyn broeder, die een gedeelte
der vacantie in het vaderiyk huis wildt-n
doorbrengen, alvorens de eerste tot het vol
brengen van zyn dienstplicht naar Beriyn
vertrekken, de laatste voor de voltooiing
zyner studiën naar de hoogeschool terug-
keeren zou.
Tegen haar gewoonte bleef prinses Ulrike
dezen avond langer aui de theetafel. Zy deed
dit meermalen, wanneer haar lieveling, prins
Ernst, tegenwoordig was; by een gelegenheid
als deze, na een lange scheiding van alle
bloedverwanten, was het des te begrjjpeiyker.
„Zyt ge workeiyk den geheelen zomer
hier gebleven, lieve tante?" vroeg prins Ernst.
„Is de tyd u niet zeer eenzaam en vervelend
voorgekomen
„Zooals go weet, houd ik van de een
zaamheid," was het antwoord, „en het i
eigeniyk een slecht compliment, dat ge my
daar maakt, zoo ge meent, dat ik mijn eigen
gezelschap vervelend zou vinden."
(Wordt vervolgd.)