0 c3 ai 4 ONTVANGEN: katoentjes. MT. m mms, Wasci echt Goederen. Dienslbodenkatocnen, Zondagsrust. 0) 0) A y 0) a tö N cö M A m A Aë Q WITTE Dames-Ondergoederen, Heeren-Artikelen. EHU W. f«3ESOAG, Groote keuze BLAUWE P. Louwerse. tz»l Van af henen belast ik mij ook met het vervaardigen en repareeren van Lampen, Eoper- en Zinkwerk, Nikkelen Artikelen, enz P. VAN ES, Hoogewoerd 16, - St.-Jorissteeg 7a., Bijkantoor: Haarlemmerstraat 91, J. Wijnbeek. j UWK WMKRIZAU, Entrée 10 Cents. Aanvang 8 oren. COMMISSIE voor deVolksbijeenkomsten. Gevraagd, met Februari, as .2 M a ea cS u 0 <D 0 0 rt s XV. BOTERMARKT XV. Steeds ruim gesorteerd in alle soorten Ft UH.FtK.OFEN! in alle soorten en prijzen. Huis met Tuin, Balstoffen, AVONDDOEKEN, CA.F> UCHONS A. SCHNÉBEL, NATUURBOTER, lijn en onvervalscht Fijne versche TAFELBOTER. Uitslnitend Versche Eiereu, J. DL WILDE, Tafelappelen, Goud-Reinetten ƒ3. Feuilleton. IN IJS EN SNEEUW. Men verznime niet Catalogns aan te vragen van Electrischft Apparaten voor de Stadie, eigen liefhebberij en voor Cadoaux. eos 40 54. Haarlemmerstraat. «4. Zondag 2* Januari 189».- GROOT BAL. UITSTEKEND ORKEST. 592 10 VIJFDE BIJEENKOMST des avonds te 8 uren, IN DE STADS GEHOORZAAL. Spreker: Dg Heer M. VAN KLEEFF. Do deuren worden om kwart over achten gesloten. 583 22 In de zaal mag niet worden gerookt. De Commissie behoudt zich het recht voor aan kinderen beneden de 16 jaren den toegang te weigeren. Namens de Commissie vnd., Mr. Cu. M. DOZY, Vo"rzitter. J. WILHELMY DAMSTÉ, Secretaris. in een klein gezin, op een Dorp naby Leiden: een zinnelijke DIENSTBODE, P. G. Brieven No. 609 Bureel v. d. Blad. 6 Van dezen gunstig bekenden schrijver zyn by den uitgever A. W. SIJTHOFF, te Leiden, verschenen de navolgende geschied kundige verhalen voor oud en jong Nederland: Een Delftshavensche Hwajongen, of het leven van Luitenant-Admiraal Piet Hein. 2de druk. De Vaandrig van Fredertk Hendrik, of de Nederlandsche Republiek in 1629.2de druk. VlfMxfngen In 1572, of Oog om oog en tand orn tand. 3de druk. De Nclilppersjongen, of Leiden in strijd en nood. 3«le druk. Vlisalnscr l*llel>lel of Neerlands glorie ter zee. 2de druk. Toch Oranje Boven! of Willem Hendrik, Prins van Oranje-Nassau van 1650 tot 1672. 2de druk. Worstelen en Ontkomen of de eerste iaren van het Stadhouderschap van Willem III, Prins van Oranje. Besicvaer Tromp, 3de druk, lloe Willem Advocaat werd, 2de dr. Mannen van Stavast, 3de druk. Janmaat In de Oost of vestiging van het Nederlandsche gezag op Celebes. Hr(tS'«nan en Hoopman. I Prijs van elk deel met 4 plaatjes 90 Cts. ingenaaid en ƒ1.20 in sierlijken prachtband. Indien Gij voor Zondag nog huis houdelijke benoodigdheden hebt in tc koopen, wilt dit dan nog heden-, Zaterdaz-avond, doen. Waartoe zoudt Gij, geheel noode- loos, de Zondagsrust vau anderen storen By vonnis der Arrondissements Rechtoank te 'i-Gravenhage, van den 19den Januari 1897, is de Heer JOANNE* TllfcODOKU* HOU WEN HO VEN, Boomkweeker en Bloe mist, wonende te Warmondop eigen verzoek wegens zwakheid van vermogens gesteld onder curateele. 595 10 De Officier van Justitie: VAN DER KEMP. '8 Gravbnhagb, 22 Januari 1897. (LAKENHAL.). Morgen, Zondag 24 Januari, en enkele volgende dagen zullen in de Kunetzaal Har- tevelt ter bezichtiging worden gestel 1: het Schilderijtje van Jan Steen („teekenende jongen"), de „Eucalyptus", van Floris Verster, en de beide Teekeningen „Endege st", van a. Van Driesten Jr., die alle errlang In bet Museum zullen worden geplaatst. 597 11 ea.A. as as a o g W> -SPa os as as ■a® as ca o tsD ca M O os a xn .S «s co S wf as S as as s s a^9 •S O osjaj CÖ S* O h 0 c Pu •H ft u H w w Q c (O i-l <L> -a c O oi) ïz; e w w w Q Q .O si w o< 3^ Oi K W O CQ w O cn 1 cd i-t <u T3 <U W -S Q bC <D yfi/ cLSCh—QCllta 602 99 Eene Eerste Kolenfirma a/d. Ruhr zoekt voor den ver koop per schip, tegen provisie, IJVERIGE AGEN TEN, die met de afnemers en het vak bekend zijn. 598 16 Fr. Off Sub H 403, Intern. Annonce-Bureau, Amsterdam Bij A. XV. SIJTHOFF, te Leiden, is verschenen: Tien Etsen naar Schilderijen, benevens 's Meesters Portret met begeleidenden tekst JPH. ZILCKEN. Dit royaal Jetrarto prachtwerlc, dat bovendien is geïllustreerd met 5 groote platen en 26 sch-etscii tusschen den telcst, sal seller door de vele bewonderaars van den grooten Zeeschilder met sym pathie worden ontvangen. Prfjs in prachtband en vergnld op snede ƒ17.90. Alle Boekhandelaars nemen bestellingen aan. 594 40 C 000 60 Oude Singel 180, wordt op aannemelijke voorwaarden TE HUUR aangeboJen. 596 5 GROOTE KEUZE EN 593 18 Botondes. voorheen G. GRÜNERT. ZIE ÉTAI.AKEi BREESTRAAT 140. f 1.5U per I£G. f 1.30 per KG. 4, 4'A, 5 en 6 Cis. 8362 13 HOOGEXVOERD 66. I, A.U11UUUUA, UUUi I A UliUU] afzonderlijk of gemêleerd f 2.50 per mand van 10 KG. br. Franco alle plaatsen langs spoor v.raendfe J. GERRITSEN, te Dodcwaard. 599 10 r ai) „Je moest met een eind hout op je buis hebben. Breng die kist dadelijk naar de boot. Je bent een vervelende grompot 1" De wijsgeer van de expeditie was er geen man naar, om zicb met zoo'n gezegde uit het veld te lateij staan. „Ik geloof, dat ik me toch overal wel zou kunnen schikken, meneer." Daarmede tilde John Want de kist op zijn schouder en ging met slepende treden naar buiten. Toon by all9en was, keek Crayford op zyn horloge en riep een matroos, die aan de deur stond. „Waar zyn de dames?" vroeg hy. „Mevrouw Crayford komt daar juist aan, meneer." „Is juffrouw Burnham niet by haar?" „NeeD, meneer; juffrouw Burnham is op het strand met de auüere passagiers. Straks heeft de jonge dame naar u gevraagd, meneer." „Naar me gevraagd?" herhaalde Crayford nadenkend. „Je kunt juffrouw Burnham wel gaan zeggen, dat je me hier gezien hebt," ging hy voort. man groette en ging naar buiten. Cray ford stapt© in de loods op en neer. Voor een man, die, onverhoopt van den dood gered, zich weer vereenigd ziet met zija schoone en beminde vrouw, zag luitenant Crayford er onverklaarbaar droefgeestig en gedrukt uit. De gedachte aan Clara liet hem geen rust. Den eersten dag, dat de geredden aan biord van „De Amazone" werden opgenomen, bad Clara niet alleen hem, maar alle andere officieren in verlegenheid gebracht met haar vragen naar Francis Aldersley en Richard Wardour. Ze had in 't geheel geen blyk gegeven van aandoening of teleurstelling, toen ze ver nam, dat men niets van de beide vermisten geboord had. Ze had slechts even droevig geglimlacht, toen Crayford, om haar ten minste een weinig moeS in te spreken, haar ver zekerde, dat zyn kameradeD, zoowel als hy, nog volstrekt de hoop niet hadden opgegeven, de verlorenen weer te zien. Opeens, toen de luitenant dacht, dat hy het meisje met zyn verklaring had gerustgesteld en dat er verder niet over dit pynlyk onderwerp zou gesproken worden, had ze de aanwezigen verbaasd en ontsteld met do mededeeling, dat ze iets te zeggen bad omtrent Richard en Frank, waar over tot nog toe niemand had gesproken. En hoewel ze zich zeer voorzichtig uitliet en biykbaar angstig was, te veel te zeggen, lieten haar woorden geen twyfel over aan haar inwendige overtuiging, dat er met Frank iets ver8chrikkelyk8 was gobeurd. Crayford, wiens geest insgelyks door een vaag vermoeden werd gekweld, was er zóó door getroffen en zyn kameraden waren zóó buiten zichzelven van verwondering, dat zo niet in staat waren haar eenig antwoord te geven. De voorboden vaa den storm die iater zou losbreken* waren reeds zichtbaar in zee en lucht en Crayford nam die omstandigheid te baat, om eens klaps de hut te verlaten, waarin het gesprek had plaats gevonden. De aDdere officieren volgden zyn voorbeeld, voorwendende, dat hun tegenwoordigheid op het dek noodig was. De storm hield de beide volgende dagen aan en de passagiers konden hun vertrekken niet verlaten. Maar nu het weer was bedaard en het schip voor anker lag, nu officieren en passagiers aan wal waren en ledigen tyd in overvloed hadden, nu zou Clara zeker op de geschiedenis van de beide vermisten terug komen en vragen doen, aan welker beant woording Crayford tevergeefs zou trachten zich te onttrekken. Wat zou hy haar zeggen? Hoe zon by haar de waarheid verborgen houden? Deze overwegingen bielden Crayford bezig; ze stemden hem somber en neerslachtig en verdrongen het gevoel van dankbaarheid en vreugde, dat hem over zyn gelukkige rodding bezielde. Zyn kameraden, dat wiet hy, ver wachtten van hem, dat hy de grootste verant- woordeiykheid voor zich zou nemen in deze netelige zaak. Als hy weigerde, zou hy voedsel geven aan Clara's vreeselyke verdenking. Hy moest de noodzakelykheid onder do oogen zien. Maar hoe? Kon hy het met zyn eer overeenbrengen haar iets anders dan de volle waarheid te vei tellen? Nog was hy verdiept in zyn sombere ge dachten, toen zyn vrouw binnentrad. Op haar gelaat zag hy zyn onzekerheid en onrust afgespiegeld. „Heb je Clara gezien vroeg hy„is ze nog aan het strand?" „Ze volgt me oogenblikkeiyk," antwoordde mevrouw; „ik heb van ochtend met haar gesproken. Z9 is er niet af te brengen; ze wil volstrekt uit jouw mond de geschiedenis hooren van Franks verdwynen. Er biyft je geen uitweg open; je moet haar te woord staan." „Je moet me helpen, Lucy. Yertel me, vóór ze hier is, hoe dit gruwelyke denkbeeld in haar is opgekomen. Toen we Engeland verlieten, wist ze alleen, dat de beide mannen meegingen, maar op verschillende bodems Hoe ia zy er toe gekomen, te veronderstellen, dat ze elkaar ontmoeten zouden?" „Vóór de expeditie uit Engeland vertrok, was ze er al vast van overtuigd, William, dat het lot ze by elkander zou brengen. Altyd las ze boeken over reizen, in de Poolstreken en over menschen, die op marsch door hun kameraden weraen achtergelaten of op ysschot- sen rond dreven. En in de wilde dooreen- dwarrelmg van al die tooneelen voor haar geest heeft ze in een van haar zenuwtoevallen Frank en Wardour gezien. Ik was by haar en hoorde, wat ze zei. Z j waarschuwde Frank, dat Wardour alles ontdekt had. Ze riep hem toe: „Biyf by de anderen, Frank, zoo lang je kunt!" „Groote Hemel!" riep Crayford; „dezelfde woorden, waarmee ik hem gewaarschuwd heb, toen by van m\1 weggiDg." „Pas op, William, dat je er niets van zegt. Ze zou door die bloot toevallige overeenkomst, van wat ze heeft gedroomd en wat er wezeniyk gebeurd is, slechts bevestigd worden in de afschuwelyke bygeloovigheid, waarmee ze behept is Zoolang je niet weet, met zekerheid weet, dat Frank dood is, ti oet je haar tegen» spreken, haar misleiden om haar eigen bestwil; ik heb alles gedaan, om baar redenoeringen to weerleggen; doe jy dat ook. We moeten" een beroep doen op baar beter ik en haar geloof aan een goedertieren Godl" Z9 hield op en keek naar de deur. „Stil," fluisterde ze, „daar is ze. Doe, zooali ik je gezegd heb." XYH. Clara bleef by de deur staan en keek beur telings Daar Crayford en zyn vrouw met wantrouwende blikken. Toen kwam ze binnen, trad op den luitenant toe, nam zyn arm en trok hem mee een paar schreden verder het vertrek in. „Nu is de storm over en je hebt den tyd," sprak ze, terwyl een zachte, droevige glimlach om haar lippen zweefde, die op Crayford de uitwerking had, alsof hy een steek in het hart, kreeg. Je bent de man van Lucy en om harontwil stel je belang in my. Maar om die reden moet je er niet tegen opzien, my verdriet aan te doen; ik ben sterk genoeg om alles te booren, ook het ergste. Beloof je me, me niets te verbergen wat Frank betreft?" (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1897 | | pagina 11