11313
JLimsdag 1Ü Januari.
<§ourant wordt dagelijks, met uitzondering
van <£pn- en feestdagen, uitgegeven.
F euilleton.
IN IJS EN SNEEUW.
A0. lb97
LEIDSCI
DAGBLAD.
PRIJS DEZER COURAHT:
Voor Leiden per 3 maandenr f 1.10.
Franco per post-i 1.40.
Afzonderlijko Nommers 0.05.
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 1-6 regels f 1.05. Iedere regel meer f 0.17}. Grooters
letters naar plaatsruimte. - Voor het incasseeren buiten do stad
wordt f 0.05 berekend.
Leiden, 11 Januari.
Ten gevolge van de bevordering van den
onderwyzer P. C. Schreu-Jtr tot 2den onder
wijzer aan de openbare school der 3de klasse
No. 1, is aan de school der 3de klasse No. 3
eenö vacature van derden onderwijzer ont
staan, ter vervulling waarvan den gemeente
raad de volgende voordracht wordt aange
boden:
lo. J. T. Rinkoma, onderwijzer te Gouda;
2o. T. Van Kan, adspirant-onderwijzer aan de
Jongensschool 2de klasse, en 3o. V. Van Lissa,
tijdelijk derde onderwijzer aan de school 3de
klasse No. 2.
In verband met het verzoek van den
heer J. P. L. Gelpke, deelen B. en Ws. mede,
dat de zoon van adressant, B. A. Gelpke, op
7 October de Hoogere Burgerschool voor Jon
gens heeft verlaten wegens huiselijke omstan
digheden, zoodat zij in overweging geven aan
adressant terugbetaling of vrijstelling van
schoolgeld te verleenen voor zijn zoon, vroe
ger leerling der Hoogere Burgerschool voor
Jongens, over de laat6te drie kwartalen van
den cursus 1896-97.
Gevolg gevende aan hunne toezegging,
in de gemeenteraadszitting van den 24sten
December 11. geoaan naar aanleiding van de
interpellatie van den heer Drucker, geven B.
en "Ws. in overweging hun voorstel van 7
Nov. 1895, zooals dit blykens de mededeeling
van den voorzitter in de zitting van 21 Nov.
1895 ten aanzien van het bearag der kosten
is gewijzigd, alsnu in behandeling te nemen
en ben te machtigen den gemeente-archjtect
en den inspecteur der vee- en vleeschkeuring
alhier op to dragen eenige abattoirs te bezoeken
in do naburige provinciën van Duitschland
ter voorbereiding van bet rapport omtrent de
oprichting van een abattoir te dezer stede,
door bet College van B. en Ws. aan den ge
meenteraad in te dienen.
De kosten aan dit onderzoek verbonden
worden geraamd op 300.
Den gemeenteraad deelen B. en Ws.
mede dat de woning, gelegen naast het gebouw
aan den Hetrensingel, dat ten gevolge van de
grensverandering aan deze gemeente is ge
komen en vroeger bewoond was door den
veldwachter Oudshoorn, der gemeente Leider
dorp, op 31 December 1896 is ontruimd en
ter beschikking van Leiden gesteld.
Voor do huur van bedoelde woning heeft
•zich een gegadigde opgedaan voor een bedrag
van 2.50 per week.
Vermits B. en Ws. dit bod aannemelijk
voorkomt, geven zy in overweging die woning
onder de hand te verhuren aan J. M. Secreve,
scnrijver by de politie alhier, tegen een
huurprijs van 2.50 per week, ingaande 1
februari 1897.
By gemeenteraadsbesluit van 12 Decem
ber jl. werd het schoolgeld van D. Fortuin,
e Sasaonheim, leerling der Kweekschool voor
Onderwijzers, vastgesteld op 3.75 per kwar-
'aal, voor het bijwonen van one vakken aan
genoemde inrichting, op grond, dat was ge-
I leken, dat de inkomsten ongeveer 700 be-
roegen. In een later door voornoemden For
tuin ingediend adres wordt medegedeeld, dat
zijn salaris slechts f 576 beoraagt, terwijl de
bijverdiensten niet van vasten aard zijn.
Vermits het volgens B. en Ws. niet ter
zake dienende is of de meerdere inkomsten
dan het vaste traktement al of niet van biy-
venden aard zijn, most adressant geacht wor
den een gemiddeld jaarlyksch inkomen te
bheben van meer dan 600, zoodat hy krach
tens het Raadsbesluit op de heffing van school
geld voor de Kweekschool van Onderwyzers
niet valt in de termen van geheele vrijstelling.
B, en Ws. geven mitsdien in overweging
om afwijzend op dit nader verzoek te be
schikken.
De Commissie van Financiën heeft geene
bedenkingen tegen de begrooting voor 1897
van Vrouwen Kraammoeders.
Zy adviseert mitsdien toe goedkeuring, in
ontvangst en uitgaaf tot een bedrag van
2225 83.
Naar aanleiding van een desbetreffend
verzoek van dr. P. L. Muller, deelen B. en
Ws. mede, dat de zoon van adressant, F. P.
Muller, op 16 December jl. tot de eerste klasse
van het gymnasium is toegelaten en op 4
Januari jl. begonnen is de lessen te volgen.
Zy geven mitsdien in overweging aan
adressant vrijstelling of terugbetaling te ver
leenen van schoolgeld voor zijn zoon, leerling
van bet gymnasium, over het eerste kwartaal
van den cursus 1896/97.
Naar aanleiding van een zelfde verzoek van
den heer A. W. Alsdorf, deelen B. en Ws.
mede, dat de zoon van adressant, W. Alsdorf,
de Hoogere Burgerschool voor Jongens reeds
in September heeft verlaten, ten einde zich
aan de Handelssc ooi te bekwamen voor zyn
aanstaanden werkkring.
Zy geven mitsuien in overweging aan
adressant vrijstelling of terugbetaling te ver
leenen van schoolgeld, voor zyn zoon, vroeg r
leerling der Hoogere Burgerschool voor Jongens
over de laatste drie kwartalen van den cursus
1896/97.
Ter vervulling der vacature van tweede
onderwijzeres aan de Meisjesschool 1ste klasse,
ontstaan door het ovbrlyjen van mejuffrouw
Kühlman,is de volgende vooruracht opgemaakt:
lo. mej. H. M. Poelman, thans tijdelijk met
de waain ming der betrekking belast;
2o mej. L. M. Kievit, 2de onderwijzeres
aan de Leerschool, en
3o. m^j. J. J. De Haas, derde onderwijzeres
aan de Openbare Jo gensscbool 1ste klasse.
Op het drietal, tot het stellen van een
candidaat voor het lidmaatschap van den
gemeenteraad, ter vervulling van de vacature,
ontstaan door het overlijden van dr. W. N.
Du Rieu, zyn door de groepvergadering van
de „Vrijzinnige Kiesvereeniging" alhier ge
plaatst ue beeren J. A. Endtz, S. A. De Graaff
en J. Korevaar P.Az. Daaruit zal in de alge-
meene vergadering van a. s. Vrijdag de
definitieve keuze worden gedaan.
By koninklijk besluit zyn ue statuten van
de vereeniging „Industrieschool voor jongens
en meisjes", gevestigd te Leiden, goedgekeurd
en is deze vereeniging mitsuien erkend.
De officier van gezondheid der 2de klasse
C. C. Vermaes, te Deventer, wordt met 15
Januari gedetacheerd te Leiden.
Dr. P. H. Roessingh, te Lüden, lid der
Tweede Kamer, zal den 18 len dezer te Borger
voor de kiezers optreden, ten einde eene lezing
te houden over de nieuwe kieswet.
Naar men ons meldt, zal op de binnenkort
te houden gezellige bijeenkomst van de
Leidsche tooneelvereeniging „Jacob Cats" de
installatie van den nieuwbenoemden voorzitter,
den heer A J. Don Hollander, plaats hebben.
Namens H. M de KoDingin heeft H. M.
de Koningin-Regentes oen 'gift van duizend
gulden aan het hoofdbestuur der Nederl.
Gustaaf-Adolf-Vereeniging doen toekomen.
Men schrijft ons uit Leiderdorp: Onze
gemeente heeft met die van Hazerswoude
eene regeling getroffen omtrent de toelating
van kinderen uit eerstvermelde gemeente op
de scholen der laatstgenoemde. En in zijne
zitting van 27 December jl. beschikte de Raad
afwyzend op het verzoekschrift van twee
ingezetenen der gemeente Warmond, in het
welk dezen verzochten hunne kinderen op de
openbare lagere school toe te laten. Het aoel
dezer handelingen waste trachten het aantal
kinderen, die de openbare lagere school bezoe
ken, kunstmatig te beperken, opdat met 15 Jan.
a. 8. dit verminderd zoude zyn tot 90 of
daar beneden. Gelukte dit, dan zoude men
één onderwyzer kunnen missen en hiermede
de gemeente-financién baten. Maar de
poeing is mislukt. Thans worat de school
bezocht door 98 kinderen en daar nu niet te
voorzien is, dat in de eerste vier dagen 8
hunner de school zullen verlaten, vei keert
de gemeente daardoor in het volgende droe
vige gevalBehalve, dat zy het volle onoer-
wyzerstraktement beeft uit te betalen, moet
zy aan de gemeente Hazerswoude alwaar
sinds 1 Januari jl. klnoeren uit Achthoven
de openbare lagere scholen bezoeken den
kostenden prys van het daar genoten onder-
wys vei goeden en mist z\j ten slotte bet
schoolgeld der kinderen uit andere gemeenten,
die de school alhier bezochten, maar sinds
1 Januari 1897 geweerd werden.
Door den Raad der gemeente Zegwaard
is tot gemeente-geneesheer benoemd or. Vries
man te Ouuewater.
Door het college van notabelen der
Ned. Hervormde gemeente te Zo termeer en
Zegwaard zyn met algemeene stemmen tot
kerkvoogden herkozen do heeren J. Sentel,
voor Zoetermeer, en P. Van Beek, voor Zeg
waard.
In de vergadering van de leden der
afd. Roelof-Arendsveen van de Algemeene
Vereeniging voor Bloemboll ncultuur, gebou
den op Zaterdag 9 Januari, werd door den
penningmeester rekening en verantwoording
gedaan over het atgoloopen jaar. Tot voldoe
ning van alle aanwezige leden slooc de reke
ning met een batig saldo van ƒ30.16, wat
gunstig afsteekt by het voiige jaar, toen er
eon nadetlig slot van ruim 1 moest worden
geconstateerd.
Door den directeur van den 's-Graven-
baag8cben stoombootuienst tot vervoer van
passagiers en goederen is by adres verzocht
in eigèndom of huur te mogen hebben een
stukje grond, gelegen naby de Spanjaardsbrug,
aan den Zylweg.
Na ingesteld ODderzoek is B. en Ws. ge
bleken, dat er geen bezwaar bestaat tegen
verhuring van een stukje grond aldaar, ten
einde adressant in de gelegenheid te stellen
een houten wachthuisje te plaatsen.
Zy geven mitsdien in overweging aan
genoemden stoombootdienst tot vervoer van
passagiers en goederen te 's-Gravenhage te
verhuren een strook groDd, groot ongeveer
50 centiaren, uitmakende het zuideiyk deel
van het perceel No. 3105 van Sectie C der
gemeente Leiderdorp, gelegen aan den Zylweg,
op de overgelegde kadastrale kaart aangeduid
met een groene tint, met uitzondering van
de strook grond, gelegen tusschen do op de
kaart aangegeven lynen a en 6 en het hek,
voor den tyd van drie jaren, tegen betaling
vaD een huurprys van 25 per jaar, onder
bepaling dal oo verhuurders en de huurders
bevoegd zyn de buur tusschentyds te coen
eindigen, mits daarvan zes maanden te voren
aan de wederparty schrlfteiyk wordt kennis
gegeven, en verder onder bepaling, dat het
terrein moet worden afgescheiden door een
hek voor rekening van de huurders en dat,
wanneer voor vernieuwingen of herstellingen
aan het Tolhuis het door de huurders te
plaatsen wachthuisje moet worden wegge
nomen, de wegneming en wederplaatsing
moet geschieden voor rekening van de
huurders.
Heden werd te Rotterdam ter aarde
besteld het stoffeiyk overschot van den heer
A. A. Van Bemmelen, directeur van de Dier
gaarae aldaar, welke in hem een uitstekend
directeur verliest Op welk een doortastende
en toch weer zoo gemoecelyko en huiielyke
wyze was hy in ^yn drukke en veelomvat
tende taak werkzaam! Onder zyn bestuur is
de Diergaarde met reuzenschreden vooruit
gegaan.
In December 1866 werd do heer Van Bem
melen benoemd tot directeur van den toen
nog betrekkeiyk bep-rkten tuin, als opvolger
van den eersten directeur den stout oedigen
heer P. H. Martin, die naar aanleiding van
een verschil van gevoelen met het bestuur
zyn ontslag had gevmagd. Op 15 Januari
1867 had de installatie plaats en met veel
lust en met grooten y7er begon de heer Van
Bemmelen aan wat voorlaan zyn levensdoel
wez.m zoude ontwikkeling van ae Diergaarde.
Hy was toen nog jong, den 3den November
1850 te Almeloo geboren, en tot dusver conser
vator aan het Museum van Natuurlyke His
torie te Leiden geweest. Beschikkonde over
een groote mate kennis en een enormen werk
lust, was by de man by uitnemendheid om
de jonge inrichting vooruit te brengen.
En hy beeft dit gedaan, hy heeft de Dier
gaarde gebracht, met een y verig bestuur naast
zich, tot den hoogen bloei van dit oogenblik.
Zyn naam zal verbomen blyvon aan de
geschiedenis der ontwikkeling van de Rotter-
damsche Diergaarde.
Hy was een zeer beminnelijk mensch,
altyd gereed staande voor wie inlichti ige
wenschten.
In den tuin kenden al de dieren hem, vaa>
nog beter dan hun eigen oppassers; hy va?
een warm dierenvriend 'en onder zyn invloed
liet de behandeling der dieren nooit iets tr
wen8chen over.
De heer Van Bemmelen was in weten
scbappelyke kringen een gezien man. Hy was
zeventien jaren lang president van de Neder-
landscho Dierkundige Vereenigine en in h
laatste jaren vice president; hy wa3 eerelid
van het Genootscnap Natura Artis Magistra
te Amsterdam; eerelid van het Koninkiyk
Zoölogisch Botanisch Genootschap te 's-Gra
venhage; lid van het Bataafsch Genootschap
te Rotterdam; correspondeerend lid van de
KoninklykeZoölogische Vereeniging te Londen.
En by het 25 jarig bestaan van zyn amots-
vervulling benoemde het bestuur hem to'
eerelid der Diergaarde.
Na een nuttig eo werkzaam leven is hy ver
scheiden zyn gemis zal zwaar gevoeld worden
Ds. Van Gheel Gildemeester, te 's Gra-
venhage, ontving in de afgeloopen week een
gift van 200 en een van 600 voor het
Militair Tehuis in Atjeh. Er is nu 9700
byeen; nog ƒ2300 en met den touw kan
begonnen worden.
Naar wy vernemen, zou hot in de be
doeling liggen de thans vacante betrekking
van hoofdinspecteur der posteryen voorloopig
niet te vervullen. NR C)
Namens H. M. de Koningin hoeft H. M.
de Koningin lteg-ntes, evenals vorige jaren,
aan de Synode der Nederl. Herv. Kerk ten
beboevo van het fonds voor noodly ende
kerken en personen de aanzienlyke gift van
2000 doen to -komen en een aDdere van
f 700 ten behoeve van het fonds voor de
geestelyke behoeften der gemeenten, die niet
in staat zyn daarin uit eigen middelen te
voorzien.
Door den Minister van KoloViiön zyn de
heeren C. H. T. J. Eybergen en H. P. Kott-
mann gesteld ter beschikking van den Gou
verneur Generaal van Ned. Indiö, om te wor
den benoemd tot onderwyzer der derde klasse
by hot openbaar lager onderwys daar te lande.
Het stoffeiyk overschot van den te Zaad-
voort overleden vice-admiraal Uhlenbeck wordt
heden in het familiegraf te Tiel bygezet.
To Leeuwarden zal 25 dezer door de
plaatseiyke afd. der Nederlandsche Toonkun-
stenaars-Vereeniging een muziek-uitvoering
worden gegeven, waarby o. a. zullen optredon:
mej. Bet6y Hol, sopraan, te Leiden; alsmede
de heeren Gerard Zalsman, baryton, te Haar
lem, en H. Van Breemen, pianist, te Haarlem.
De „Stand." verneemt, dat mr. Van
Buttingha "Wichcrs, substituut officier van
justitie te 's-Gravenhage, wegens gezondheids
redenen bedankt heeft voor zyn benoeming
tot officier van justitie by de arrondissements-
rechtoank to Heorenveen.
Te Haarlem is de zilveren medaille voor
24 jarigen trouwen dienst uitgerikt aan den
adj.-onderofficier A. M Kools. Door officieren
en onderofficieren werden hem geschenken
aangeboden.
6)
„Neen, neen, ik ga mee. Ik weet zeker,
dat by er is in die drukte en die beweging
en dat by Frank er zal weten te vinden. Ik
zou krankzinnig wordop, als ik hier bleef.
Ik heb geen oogenblik rust vóór ik met
eigen oogen Frank in de boot zie stappen,
die hem naar zyn schip brengt. Je bent klaar?
Waarom wachten wy dan nog? Kom nu,
anders ga ik alleen. Kyk maar op de klok;
't is hoog tyd."
Mevrouw Crayford moest wel toegevenzo
gingen samen op weg.
By de aanlegplaats was het, zooals mevrouw
Crayford vooruit gezegd had, vol belangstel
lenden en nieuwsgierigen. Vrienden en ken
nissen van de Noordpoolreizigers werden er
verdroügen door menschen, dio in grooten
getale waren opgekomen, alleen maar om
«de schepen te zien uitzeilen. Clara blikte
ingstig langs al die vreemde gezichten. Ze
'.ocht slechts één gelaat, en ze was bang,
dat ze het zou ontdekken. Ze was zóó
'.enuwachtig, dat ze een kreet van schrik
uitstiet, toen ze opeens de stem van Frank
achter zich hoorde.
„De sloepen van „De Zeemeeuw" wachteD,"
zeide hynhet is tydwat ben je bleek,
Clara! Ben je niet wèl?"
Ze gaf hem geen antwoord. Met een wilde
schittering in haar oogen en met bevende
•ippen vroeg ze:
Is er je niet iets byzonders bejegend,
Frank? Iets buitengewoons?"
Frank lachte over deze vreemde vraag.
„Iets buitengewoons? Neen, dat kan ik my
niet herinneren, of het moest zyo, dat we naar
de Noordpool gaan. Dat is wel iets buiten
gewoons, is het niet?"
„Heeft er niet iemand je aangesproken, of
heb je niet gemerkt, dat er soms een in de
straat achter je liep?"
Frank haalde de schouders op en keek
mevrouw Crayford aan.
„Ik weet het, wat je bedoelt."
Mevrouw Crayford riep haar verbeeldings
kracht te hulp en had oogenblikkeiyk het
antwoord gevonden.
„Geloof je aan droomen, Frank? Neen, is
't wel Clara heeft van je gedroomd, en ze is
dwaas genoeg, om er geloof aan te hechten.
Dat is nu de heele zaak. 't Is de moeite niet
waard er over te praten. Hoor, ze roepen
je naam. Neem nu afscheid, anders kom je
te laat."
Frank gaf Clara de hand. Langen tyd
daarna gedurende de donkere dagen in het
Noorden en de akelige nachten, die hy er
elkander zag afwisselen, dacht i.„ er aan,
hoe koud en gevoelloos die handdruk beant
woord werd.
„Moed houden, Clara!" zei hy opgewekt.
„Het meisje van een zeeman moet niet tegen
scheiden opzien. De tyd zal spoedig omgaan.
Vaarwel, lieveling. God zegen je, vrouwtje!"
Hy kuste baar hand. Voor het laatst blikte
hy nog eens op het bleeke, schoone gezichtje,
dat hy misschien in lange jaren niet terug
zou zien. „"Wat houdt ze veel van my," dacht
hy; „wat is ze bedroefd, dat ik wegga." By
kon haar band niet loslaten.
Mevrouw Crayford moest hem er aan her
inneren, dat hy niet langer dralen mocht;
zonder plichtplegingen droug zy bem vooruit
en nam Clara's arm, om hem te volgen. De
beide vrouwen zagen hem in de boot stappen.
Frank wuifde met zyn pet en een minuut
daarna was hy achter een voor anker liggend
schip aan haar oogen onttrokken. Dat was
het laatste, wat ze van hem zagen op zyn
tocht naar het yzige Noorden.
„Zie je nu wel, dat er nergens iets van
Richard Wardour is te bespeuren?" zei
mevrouw Crayford; „laat je dat eeu les zyn,
Claralief, en geloof Dimmermeer aan voor
gevoelens of dergeiyke dingen."
Clara'8 oogen dwaalden onrustig rond in de
dringende menigte.
„Ben je nog niet zeker?" vroeg mevrouw
Crayford.
„NeeD," antwoordde Clara, „ik ben er nog
niet zeker van."
„Maar dat is nu toch een beetje bespottelyk.
Daar komt myn man aanl Hy zal wel even
een rytuig roepen, dan kun je naar huis gaan."
Het meisje trad een paar schreden terug.
„Ik zal je niet in den weg zyn, Lucy," zeide
ze, „als je afscheid neemt van je man. Ik
zal hier wachten."
„Maar denk je dan nog wat te zien of to
hooren?"
„Misschien wel."
„Over Richard Wardour?"
„Ja, over Richard Wardour."
Mevrouw Crayford wendde zich tot haar
man, zonder iets meer te zeggen. Tegen zoo'n
eigenzinnigheid kon zy niet optornen.
De booten van „De Zwerver" logden aan,
op de plaats, die zooeven door de sloepen van
„De Zeemeeuw" verlaten was.
De voorste ryen van de saamgestroomde
menigte lieten een hoezee hooren by de
nadering van den commandant der expeditie.
Kapitein Helding was zooeven aangekomen
en koek overal rond naar zyn eersten luitenant.
Toen hy Crayford in gezelschap van diens
vrouw in het oog kreeg, trad hy op beiden
toe en maakte, zoo beleefd als hy kon, zyn
verontschuldiging over de stoornis, die hy
veroorzaakte.
„Een oogenblikje voor dienstzaken, mevrouw,
en dan heeft uw man een half uur vry om u
vaarwel te zeggen. De expeditie, mevrouw,
niet de kapitein is er de schuld van, dat twee
minnende echtgenooten gescheiden worden.
Als ik in Crayfords plaats was, zou ik
het aan de vrygezellen overgelaten hebben,
de Noordwe8teiyke doorvaart op te sporeD,
en rustig by myn vrouw zyn thuis gebleven."
Zoo op zyn ronde, min of meer ruwe zee
mansmanier zich verontschuldigende, ginghy
met den luitenant een eindje ter zyde, toe
vallig in de richting, waar Clara stond te
wachten. Beiden, zoowel de kapitein als
meneer Crayford, waren te zeer in hun gesprek
verdiept, om acht op haar te slaaD. En zoo
kwam het, dat haar geen woord ontging van
hetgeen ze met elkaar bespraken.
„U hebt van morgen myn briefje ontvan
gen?" dus begon de kapitein.
„Zeker, kapitein, anders was ik reeds lang
aan boord geweest."
„Ik ga zelf oogenblikkeiyk aan wal," ging
de ander voort. „Maar u zult wel zoo goed
zyn met uw boot nog oen halfuur te wachten.
U kunt dus op uw gemak afscheid nemen."
„Ik ben u zeer verplicht, kapitein Helding.
Ik veronderstel echter, dat er eea byzondero
reden moet zyn, waarom we van de ge
woonte afwijken en do kapitein voor zyn
luitenant aan boord gaat."
„Zoo is het ook. „U zult bier moeten
wachten op een vry williger, die zich nog op het
laatste oogenblik by ons heeft aangesloten."
„Een vrywilliger?"
„Ja, hy moet nog inderhaast zijn uitrusting
klaar maken, en dus zal hy wel een half
uur to laat zyn."
„Die komt wel een beetje onverwachts,
dunkt me."
„Heel onverwachts, daar hebt u gelijk in."
„En, vergeef me de opmerking, 't is nogal
veel, in de gegeven omstandigheid, de schepen
te laten wachten omderwille van één enkel
man."
„Daar hebt u alweer geiyk in! Maar in
dit geval is dat wachten verantwoord. Do
bewuste persoon is zyn gewicht in goud
waard op een expeditie als de onze. Hy is
gehard tegen elke vermoeienis, bestand togen
elk klimaat, sterk, moedig en knap in zyn
vak; in één woord: een uitmunteod officier.
(Wordt vervolgd.)