N°. 11308
Woensdag 6 Januari.
A0. 1897
gourant wordt dagelijks, met uitzondering
van Zon- «u feestdagen, uitgegeven.
3F" euilleton.
EHRENTRAUT.
LEIDSCH
DAGBLAD.
raus DEZER OOTOAHT»
Voor Leiden per S maanden. f 1.1
franco per post1.10.
Afzonderlijke Hommers 0.05.
PEUS DER AD VERTEN TiÜN
Van 1 6 regels 1.05. Iedere regel meer f 0.17). Grootera
letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren bulten de stad
wordt f 0.05 berekend.
Officiëele Kennisgevingen.
Burgemeester en Wethouders tad Woxibrugge
brengen ter kennis van de ingezetenen, dat dejaar-
lijksohe Sohoorstoonsohouw zal gehouden worden op
Maandag 11 Januari a, s., en een ieder gehouden
zal zijn, zijne schoorsteenon of rookgeleidingen vóór
dien tfid te ve^en of te reinigen.
Leiden, 5 Januari.
De tweede winterlezing vanwege de afdee-
ling „Leiden" van den Bond van Nederlandsche
Onderwijzers zal a. 8. Zaterdag-avond gehouden
worden in het Nutsgebouw. Prof. dr. J. Ten
Brink zal dan optreden met het onderwerp
„Middeleeuwsche Liefdesgeschiedenissen."
Gisteravond had de algemeene ledenver
gadering plaats der nieuw opgerichte dames
zang vereeniging; sty ontving den naam
„Renata".
Het reglement werd vastgesteld en het
bestuur gekozen, dat nu bestaat uit de dames:
C. Mac Gillavry, F. Weber, E. Ter Meer, J.
Matthes en D. C. Meerburg.
In den boekhandel van den heer R.
Fuik, aan den Nieuwen Ryn 87, is geétaleerd
een studie van J. P. Ter Maten: „Het oude
buitengasthuis."
Gedurende het jaar 1896 is te Warmond
in do Ryks postspaarbank ingelegd 53,675.21,
verdeeld over 1468 inlagen.
Er werd 28,741.65 terugbetaald, verdeeld
over 271 terugbetalingen.
Het aantal nieuw uitgegeven boekjes bedroeg
138, zoodat er thans te Warmond 776 spaar
bankboekjes in omloop zijn.
Gedurende hetzelfde jaar werden aan het
Rijk8telephoonkantoor aldaar behandeld 1058
gewone telegrammen en circa 200 dienst-
telegrammen.
Aan het postkantoor Noordwyk en de
daaronder ressorteerende hulpkantoren werd
gedurende het 4de kwartaal 1896 ingelegd
ƒ7165.861/!terugbetaald f 2824.50.
Het laatste door dat kantoor uitgegeven
boekje draagt het nummer 465.
De nieuwe Kieswet beeft in de gemeente
's Gravenhage reeds uitvoering gekregen. De
burgemeester brengt den inhoud der voor
naamste bepalingen ter kennis van de inge
zetenen, met uitnoodiging van de manneliike
inwoners, om vóór 16 Februari ter gemeente
secretarie aangi te te doen ter bekoming van
het kiesrecht, dat ingevolge de wet moet
worden aangevraagd.
De modtllen voor de aangifte worden ter
secretarie kosteloos verkrijgbaar gesteld.
Tevens wordt in herinnering gebracht, dat
voor deze gemeente of deel dezer gemeente
bedragen: huurprijs 2.25minimum-inkomen
500; vrije woning of inwoning 100; vrye
kost en inwoning ƒ325.
Het bestuur van den Bond van „Vereeni-
gingen tot bevordering van het vreemdelingen
verkeer in Nederland" heeft benoemd tot
voorzitter mr. H. J. Dop, te Utrecht, tot
secretaris P. De Graaff, te Groningen, en tot
penningmeester mr. P. J. F. H. Van de Ri-
vière, te Dordrecht.
De gratificatie, die de behoeftige oud-
strijders vanwege de Vereeniging „Trouw aan
Koning en Vaderland" ontvingen, is van 1
Jan. af verhoogd. Die van f 78 per jaar wordt
f 2 in de week, en die van 20 per jaar
wordt 50 per jaar. (U. D.)
Alleen in de provincie Zuid Holland zfin
de volmachten tot verkrijging van pensioen
voor de weduwen en weezen van openbare
onderwijzers geteekend door niet minder dan
1920 onderwijzers. Het getal dergenen, die
hunne handteekening onthielden, was zeer
gering.
Teyler's Tweede Genootschap te Haarlem
heeft voor het jaar 1897 besloten de volgende
prijsvraag uit te schrijven: „Een uitvoerige
geschiedenis van ons land onder het Fransche
keizerrijk, opgesteld, onder anderen, met behulp
van de overvloedige bescheiden, die in de
Archives Nationales te Parijs berusten."
De^ prijs voor het beet en voldoend gekeurd
antwoord op deze vraag bestaat ln een gouden
eerepenning, op den stempel des Genootschaps
geslagen, ter waarde van f 400. De ver
handelingen moeten in het Nederlandsch,
Fransch, Engelsch of Hoogduitsch met eene
Latynsche letter geschreven zijn door eene
andere hand dan die van den opsteller. Ook
moeten zjj vóór den bepaalden tijd in haar ge
heel worden ingezonden; geene antwoorden,
waaraan eenig gedeelte bij de inlevering ont
breekt, zullen tot het dingen naar den gemel-
den eerepriJs worden toegelaten. De tijd der
inzending van de antwoorden op de vraag is
vóór of op den lsten April 1898, opdat zij
vóór den lsten Mei 1899 kunnen beoordeeld
worden.
Uit Rome wordt aan de Fransche bladen
gemeld, dat, aangezien de belanghebbenden
van alle beroep tegen het arrest van het
prfisgerecht aangaande de in-beslag-neming van
de „Doelwyk" hebben afgezien, het ministerie
aan de autoriteiten te Massowah telegraphisch
de onmiddellijke teruggeving van schip en
lading aan de rechthebbenden gelast heeft.
Met de nu verschenen 29ste, 30ste en
3l8te aflevering is „La Róvolution Frangaise"
compleet. Met de laatste aflevering zijn ook do
titel, een „note finale" van den bewerker,
den heer Armand Dayot, en een register van
persoonsnamen verzonden. Het werk geeft
nu in 2000 afbeeldingen een zeer sprekende
geschiedenis van de Fransche revolutie, tot
en met het directoire. De uitgever, de heer
Ernest Flammarion, te Parijs, heeft weer een
werk meer de wereld ingezonden, dat succes
zal hebben.
Mgr. Wulfingh, apostolisch vicaris van
Suriname, die sedert eenigen tijd in ons land
vertoefi, zal den 11 den Februari naar de
kolonie terugkeeren. Een zestal Fraters, voor
de missie op Curasao bestemd, zullen mede
de reis aanvaarden.
Waarschijnlijk op Zondag 24 Jan. zal mgr.
Wulfingh een bezoek brengen aan den R.-K.
Volksbond in het Paleis voor Volks vlyt te
Amsterdam, tot welke vergadering ook de
vrouwen der leden zullen toegang hebben.
Naar men verneemt, zal de heer J. T.
Cremer benoemd worden tot Nederlandsch
regeeringscommissari8 bij de Parjjsche ten
toonstelling.
Ook ds. Karres, te 's-Gravenhage, heeft
voor het beroep naar Rotterdam bedankt.
Naar men verneemt, zullen ook dit jaar
weder dames optreden als deskundigen by
examens voor de akte als hoofdonderwijzer
of hoofdonderwijzeres.
De openbare school te Oudover, gem.
Loosdrecht, is met het oog op het heerschen
van mazelen tijdelijk gesloten.
Namens de levensverzekeringmaatschappij
„Dordrecht" werd gistoren te Dordrecht aan
besteed höt bouwen van 34 hoerenhuizen en
7 dubbele arbeiderswoningen, op het terrein
van „Rozenhof" aldaar. Van de 16 inschrijvers
was de minste D. J. Van Riemsdijk, te Dor
drecht, voor 1,510,000, de hoogste inschrijver
voor f 1,913,600 de firma Reiuders Van 't
Ende, te Amsterdam.
Hr. Ms. pantserdekschip „Koningin Wil-
helmina der Nederlanden", onder bevel van
den kapt. ter zee W. J. Derx, is 8 dezer te
Hoisow (China) aangekomen.
In de Zaterdag t£ Klaaswaal gehouden
Raadsvergadering wera aangeboden de rekening
der gemeente over 1896.
Daarna had de beöediging plaats van den
heer Lommelaars, als secretaris der gemeente.
Alvorens daartoe over te gaan, richtte de
Voorzitter, de heer D. Kluifhoofd, een hartelijk
woord van dank en afscheid tot den aftredenden
waarnemenden secretaris, den heer Van Bochore
wion op verzoek eervol ontslag was verleend.
Na de beëediging van den heer Lommelaars
sprak de Voorzitter aldus:
„Mijnheer de Secretaris I Ik moet u myne
verwondering doen kennen over uwe gedrags
lijn jegens mjj als Burgemeester na uwe be
noeming aangenomen. Reeds vóór uwe be
noeming op 10 December, had ik den
benoemingsbrief aan u gereed, omdat ik meende
den loop, dien de zaak zou nemen, te kunnen
doorzien. Die brief is denzelfden dag per post
verzonden, gevolgd door eene briefkaart. Toen
ik daarop geen antwoord ontving, heb ik u 18
December nogmaals aangeschreven per aange-
teekenden brief. Ik ontving echter geen afdoend
antwoord. Uit uwe gansche houding bleek uw
opzettelijke toeleg my als burgemeester te
negeeren. Ik noem dat eene manier van han
delen, die hoogst laakbaar is; die getuigt, dat
gij uwe roeping als eerste ambtenaar der ge
meente slecht begrijpt; die bewijst, dat gij nog
niet hebt geleerd hoe gij u tegenover een
burgemeester hebt te gedragendie teekent min
achting voor den burgemeestersstand. Ik mag
over een en ander niet zwijgen, geoachtig aan
het schoone woord, kort geleden uitgesproken
tot de burgemeesters in Zuid Holland door den
heer Commissaris der Koningin op zijn zilveren
ambtsfeest: „Houdt uw gezag hoogl"
„En als gjj meenen moogt, met zoo te
handelen als gy deedt, welbehaaglijk te zfin
in de oogen van raadsleden, voor wie gij my,
doch tevergeefs, als briefbesteller hebt willen
gebruiken, dan kan dit voor u allerminst
eene verscbooning heeten en durf ik u voor
spellen, dat gy, zoo voortgaande, daarmede
bedrogen zult uitkomen.
„Tegenover al die miskenning uwerzyds,
kan ik, na hetgeen ik reeds zeide, gloeiende
kolen over uw hoofd uitstorten. De waar
nemende secretaris en ikzelf, wy hebben
ons beyverd om den nieuw optredenden
secretaris, wie hy ook zyn zoude, hoewel dit
voor ons geen geheim was, zyn intrede zoo
gemakkeiyk en aangenaam mogeiyk te maken.
Ik kan u verzekeren, dat, voor zooveel dit
binnen ons bereik lag, het periodiek werk
voor de gansche maand Januari, en dat is
nogal wat, reeds heden is verzonden; zelfs
de gemeente-rekening over 1896 is heden den
Raad aangeboden. Qy dient te weten, dat een
en ander onvorplicht geschiedde, doch voor u
opent het de gelegenheid u, met behulp van
een voorhanden degeiyken inventaris, in de
gemeentezaken van Klaaswaal kalm en goed
in te werken. Waarlyk, ik heb uwe misken
ning niet verdiend. U schynt nog veel te
moeten loeren. Ik wensch u, in uw eigen
belaDg, van harte beterschap I"
De secretaris der Britsche logatie, de
heer Bland, bood gisteravond verschillenden
leden van het corps diplomatique met hunne
dames oen diner aan in de bovenzalen van
de sociëteit „de Groote Club" in het Lange
Voorhout in Den Haag.
De hoeren Moiyn, te Gouda, en Heinsius,
te Wyk by-Duurstede, hebben zich tot den
Raad van laatstgenoemde gemeente gewend
met verzoek, hun eene voorloopige, maar uit
sluitende concessie tot het fabriceeren van
gas te verleenen.
De heer Van Ravenswaay, resident van
Soerabaia, die ernstig ongesteld was, is vol
gens te Amsterdam ontvangen telegraphisch
bericht van zyne ziekte hersteld.
Naar wy vernemen, heeft prof. dr. Molen-
graaff, te Amsterdam, thans definitief het
ambt van staatsgeo.oog der Z. A. Republiek
aangenomen en zal hy eerlang daarheen ver
trekken. {Tel.)
De minister van oorlog brengt in ver
band met het bepaalde by art. 6 der wet van
21 Juli 1890 (Stsbl. 126) tot regeling van het
militair onderwys by de landmacht, enz.
"ter kennis! van belanghebbenden, dat dit jaar
voor toekting tot de Hoogere Krygsschool
worden opengesteld:
voor het leger hier te lande: 13 plaatsen,
en voor dat in Nederlandsch Indië: 9plaatson;
welke plaatsen als volgt worden verdeeld:
A. Leger hier te lande: a. Krygskundige
studiën6 voor officieren van het wapen der
infanterie; 1 voor id. der cavalerie; 2 voor
id. der artillerie, en 1 voor id. der genie. b.
Studiën voor den intendancedienst: 3 plaatsen.
B. Leger in Nederlandsch Indiëa. Krygs
kundige studiën: 3 voor officieren van het
wapen der infanterie; 1 voor id. der cavalerie;
1 voor id. der artillerie, en 1 voor id. der
genie. b. Studiën voor den intendancedienst:
3 plaatsen.
Te Arnhem is, 58 jaren oud, overleden
de heer M. J. Mulder, gepens. luit.-kol. der
genie van het O.I. leger.
Het stoomschip „Edam", van Amsterdam
naar Nieuw-York, passeerde 4 Januari Lizard;
de „Prins Alexander", van Amsterdam naar
Batavia, passeerde 3 Jan. Point de Galle.
60-jarig bestaan van de vereeniging
„Uit Liefde".
Ter herdenking van het bovenstaande feit
werd eene algemeene vergadering gehouden
in een der zalen van het gebouw „Tot Nut
van 't Algemeen".
Op verzoek van den voorzitter leidde de
lste pl. voorzitter, de heer A. I. Witmans Azn.,
de vergadering, die baar opende met een
harteiyken nieuwjaarswensch voor de leden
in 't algemeen en voor de Vereeniging in 't
bijzonder.
Nadat de notulen van de vorige algemeene
vergadering waren gelezen en onder dank
zegging aan den eersten secretaris, den heer
L. J. Cohen, waren goedgekeurd, nam de
heer "Witmans het woord en zeide ongeveer
het volgende:
„Medeleden! De werkzaamheden voor deze
vergadering zyn niet veel, maar toch beeft
het bestuur gemeend op dezen dag, waarop
het juist 50 jaar is geleden, dat de vereeniging
„Uit Liefde" is opgericht, dat het goed
zoude zyn als zich de leden, die zich daartoe
opgewekt zouden gevoelen, in eene vergadering
vereenigden.
Was ik een redenaar, ik zou hier staande
misschien een lange rede houden over de
Vereeniging, die thans haar 50sten verjaar
dag viert, haar doel, haar streven, haar nut
tige werkzaamheid pryzen; maar van my
moet u dit met verwachtenik zou het niet
kunnen en ben zelf daarover nadenkende tot
de meening gekomen, dat het ook niet goed
zoude zyn.
Immers, wy verkondigden dan onsen eigen
lof en het zou allen scbyn hebben alsof wy
wilden uitro-pen„Menschen, hoort en zegt
het voort hoe goed wy zynl
En wat zou er dan van het schoone devies
onzer Vereeniging overbiyven: „Uit Liefde!'
Ja, „Uit Liefae" moet het zyn in allen
eenvoud, uit liefde om onze arme natuur-
genooten te steunen.
Zoo vergaderen wy. Wy komen by elkaar
zonder politieke bedoelingen en vragen ook
Diet naar de gezindheid van de leden, evenmin
als wy vragen naar de gezindheid van de armen.
„Weldoen aan de armen" staat er in art. 1
van ons reglement. Vérstrekkend woord!
En dat heeft de vereeniging „Uit Liefde"
kunnen doen 50 jaar lang. Laat dat nog
jaren zoo blyven en wy dankbaar zyn, dat wy
daaraan kunnen arbeiden en dat wy zooveel
liefde ontvangen hebben, dat wy aan onze
minderbedeelde natuurgenooten nog wat
kunnen afstaan.
Toen de Vereeniging vóór 50 jaar werd
opgericht, bezat ze niets en heden bezit zy
nog niets. Op geen enkele bezittiDg van de
Vereeniging zou ik u kunnen wyzen en dat
behoeft ook niet.
Wy geven van wat wy hebben en ontvangen.
Van de oprichters dezer Vereeniging is er,
zoover wy weten, nog slechts één in leven,
n.l. de heer H. Valk, in het Loridansbof op
de Varkenmarkt, alhier. Ware hy niet ziek,
wy zouden hem uitgenoodigd hebben hier te
zyn; maar sta my thans toe, dat ik hem van
35)
„Dat had ik niet vermoed l" zeide hy
eindelyk. „Niet kunnen vermoeden maar
ik zie niet af van myn wraak. De dochter
van Wedding myn meesteres? Ho, hoi" Hy
lachte hardop.
Prins Allain zat reeds een geruime poos
op de marmeren bank.
„M(j dunkt, dat geeft nog een zwaren
fctryd,- groote moeilykheden," sprak hy by
zichzelven. Een kommervolle rimpel lag op
zyn voorhoofd. „Waar dat rampzalige gerucht
toch wel vandaan mag komen? Zou ik zelf
de eerste aanleiding er toe gegeven hebben?
En wanneer het Ehrentraut ter ooron kwam?"
Hy richtte zich haastig op. In de tegenover
liggende laan vertoonde zich Ehrentraut.
De prins liep naar Ehrentraut toe en
voerde haar voorzichtig naar de bank.
„Spreek, geliefde l" drong Allain aan. „Ge
ziet er zoo treurig uit; ik vrees byna, dat
gü iets noodlottigs besloten hebt."
„Ik zal u alles zeggen, Allain, opdat ge
mij begrypen ",,lL Wilt ge alles hooren?"
Hy greep onl te spreken haar handen
on zag haar ag .id aan.
nZie, Allain, er was een tyd, dat ik een
uitgelaten, eigenzinnig kind was, dat onbe
kommerd van den eenen dag in den anderen
leefde en zelfs het verlies van myn vader
niet erg vond, ofschoon ik onuitsprekeiyk
veel van hem hield. Trots myn onbekom
merd gemoed, was het my toch niet ontgaan,
dat wy in bekrompen omstandigheden leef
den; bittere nood omringde ons en harde
ontberingen deden zich gevoelen. Gy, myn
Allain, herinnert u nog wel den dag, dat ik
hier op deze plaats stond en naar u opkeek
met myn dwaze en vermetele wenschenl
Toen ik daarop in het huis kwam, zag ik
geld, onmeteiyk veel geld en blinkend goud.
Ik kan er niet zonder afschuw aan denken, er
gaat my een koude rilling door de leden;
want ik zag myn moeder over dat geld ge
bogen, gloeiend en met waanzinnige vreugde
in de oogen; ik zag haar handen in dat geld
woelen, hetwelk een erfenis of weet ik wat
in ons huis had gebracht; ik voelde twee
koude handen om myn hals, die my onbarm
hartig wurgden, die my omklemden, tot de
adem my ontbrak. Allain, myn geliefde,
ondersteun my, want afschuw en ontzetting
maken zich van my meester, als ik er aan
terugdenk! Zie, er rust geen zegen op dat
geld, het strekt ons ten ongeluk. De bloeiende
Weddingspruiten zyn in bet graf gedaald,
myn moeder wordt verteerd door smart en
kommer; ik alleen ben overgebleven, mis
schien om nog iets zwaarders te dragen.
Begrypt ge nu, waarom ik dat geld niet
wil?"
De prins hief zyn hoofd op, het scheen
geen bloed meer te bezitten en was wit geiyk
pas gevallen sneeuw.
„Ik begryp u - en alles l Ik smeek u,
spreek verder."
„Ik dacht aan een scheiding."
„Nimmer I" kwam het somber en vast
beraden over Carolaths lippen.
„Ook ik had die slechts .zwaar, misschien
in het geheel niet kunnen dragen, maar dan
baat er nog maar één zaak doe afstand
van uw recht van eerstgeborene en laat uw
broeder in uw plaats treden."
Prins Allain zweeg een poos.
„En wy beiden dan?" vroeg hy.
„Laat u verplaatsen naar de kleinste plaats
onder de bekrompenste omstandigheden
ik zal u volgen en een goede huisvrouw voor
u worden. Ach, ik weet het wel, ik vraag
iets zwaars, maar wy dragen het te zamen;
zou de last dan niet licht zyn?"
„Inkrimping, ontbering en zorg zullen voort
aan ons lot zyn. Toch zal geschieden, zooals
gy gezegd hebt; ik weet, dat ook gy moedig
zyt, gy zult met my lyden, met my ontberen,
als het niet anders zyn kan. Nu heb lk het
recht op uw belofte, dat gy onder alle omstan
digheden myn echtgenoote zult worden."
„Dat is te begrypen, Allain."
„Het komt er Diet op aan; beloof het my 1"
„Hier is myn hand, zy behoort ui"
„Zweer het by uw zaligheid, by het aan
denken aan uw dooden."
„Hoe vreemd zyt gy, Allain, hoe zou het
nu kunnen gebeuren, dat ik myn geloften
vergat
„Het is de vrees u te verliezenI"
Een licht lachje zweefde om Ehrentrauts
mond.
„Allain, ik ben om uw liefde te benyden.
Ik zweer u, dat er my niets toe zal brengen,
I uw vrouw Diet te worden."
„Zweer het by het aandenken aan Richard
en George."
„Ik zweer het."
„Goddank I" kwam het van de lippen van
den prins; hy scheen geruster te ademen.
„De gevolmachtigde van den prins, Herz-
berg, wenscht de juffrouw te spreken," diende
de bediende aan, het salon binnentredende,
waarin Ehrentraut alleen vertoefde.
„Laat hem binnenkomen!" gebood zy,
eenigszin8 verwonderd.
Met een ironisch lachje en een geheim
zinnige uitdrukking op het gelaat boog de
genoemde voor Ehrentraut, die langzaam van
haar stoel opstond.
„U weet misschien, waarom ik tot u ben
gekomen," zoo begon hy, zonder op haar
toespraak te wachten.
Hoe zou ik dat weten Ik ken u nauweiyks."
„Ik kom, om over Willy Darliüg te spreken."
Ehrentraut begreep klaarblykeiyk niet, wie
daarmede bedoeld werd.
„Jawel, beste juffrouw, over Willy Darling,
die by den ouden Christoffel woont."
„Nu?" Ehrentraut hief haar lokkig hoofd
fier op.
„Ah, zoo, u vermoedt reeds, wat ik u
te zeggen heb. U weet reeds, dat hy Darlings
zoon is, die op den begrafenisdag uws vaders
hier aankwam uit het verre Indië en zoo
spoedig stierf, dat hy niets over het toe
komstig lot zyns zoons kon zeggen, en dat
aldus zyn vermogen in het bezit der Wed
dings bleef?" Na een poos, waarin hy tever
geefs op een antwoord van Ehrentraut ge
wacht had, ging hy voort: „De kleine is de
zoon van StephaD Von Darling, de jui6te
legitimatiebewyzen zyn in myn hand; ik heb
door list de kleeding van den knaap van den
ouden Christoffel weten te bekomen en de
papieren, tusschen de voering genaaid, ge
vonden. Uw moeder kan niet loochenen, dat
zy het geld onderschept en niet aan den
rechtmatigen eigenaar gegeven heeft. Ik heb
my ten doel gesteld, de zaak op te helderen
en de verwanten van den knaap er mede in
kennis te stellen. De schande der Weddings
moet openbaar gemaakt en het schild aan
de poort naar beneden gehaald worden. Dat
hadt u voor jaren niet gedacht, dat dis
„beweegbare pop," zooals u my beliefdet te
noemen, eens de eer der Weddings zou ver
nietigen, niet waar?"
Een gillende, door merg en heendringende
schreeuw klonk uit de zy kamer. Mevrouw
Wedding stond bleek als een geest en mager
als een geraamte met biddeüd opgeheven
handen op den drempel en keek ontsteld en
verschrikt naar haar dochter.
„Het gerecht door myn kinderen! Do
straf door myn kinderen l Het oordeel
door Godl" klaagde zy vol wee. „Genade,
genade!" kermde zy tranonloos en met ver
droogde oogen.
„Is het waar, mama, o, zeg het, is het
waar, wat deze mensch zegt?" Ehrentraut
was by het zien. harer moeder teruggeweken.
{Wordt vervolgd.)