N°. 11308 Woensdag 6 Januari. A0. 1897 gourant wordt dagelijks, met uitzondering van Zon- «u feestdagen, uitgegeven. 3F" euilleton. EHRENTRAUT. LEIDSCH DAGBLAD. raus DEZER OOTOAHT» Voor Leiden per S maanden. f 1.1 franco per post1.10. Afzonderlijke Hommers 0.05. PEUS DER AD VERTEN TiÜN Van 1 6 regels 1.05. Iedere regel meer f 0.17). Grootera letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren bulten de stad wordt f 0.05 berekend. Officiëele Kennisgevingen. Burgemeester en Wethouders tad Woxibrugge brengen ter kennis van de ingezetenen, dat dejaar- lijksohe Sohoorstoonsohouw zal gehouden worden op Maandag 11 Januari a, s., en een ieder gehouden zal zijn, zijne schoorsteenon of rookgeleidingen vóór dien tfid te ve^en of te reinigen. Leiden, 5 Januari. De tweede winterlezing vanwege de afdee- ling „Leiden" van den Bond van Nederlandsche Onderwijzers zal a. 8. Zaterdag-avond gehouden worden in het Nutsgebouw. Prof. dr. J. Ten Brink zal dan optreden met het onderwerp „Middeleeuwsche Liefdesgeschiedenissen." Gisteravond had de algemeene ledenver gadering plaats der nieuw opgerichte dames zang vereeniging; sty ontving den naam „Renata". Het reglement werd vastgesteld en het bestuur gekozen, dat nu bestaat uit de dames: C. Mac Gillavry, F. Weber, E. Ter Meer, J. Matthes en D. C. Meerburg. In den boekhandel van den heer R. Fuik, aan den Nieuwen Ryn 87, is geétaleerd een studie van J. P. Ter Maten: „Het oude buitengasthuis." Gedurende het jaar 1896 is te Warmond in do Ryks postspaarbank ingelegd 53,675.21, verdeeld over 1468 inlagen. Er werd 28,741.65 terugbetaald, verdeeld over 271 terugbetalingen. Het aantal nieuw uitgegeven boekjes bedroeg 138, zoodat er thans te Warmond 776 spaar bankboekjes in omloop zijn. Gedurende hetzelfde jaar werden aan het Rijk8telephoonkantoor aldaar behandeld 1058 gewone telegrammen en circa 200 dienst- telegrammen. Aan het postkantoor Noordwyk en de daaronder ressorteerende hulpkantoren werd gedurende het 4de kwartaal 1896 ingelegd ƒ7165.861/!terugbetaald f 2824.50. Het laatste door dat kantoor uitgegeven boekje draagt het nummer 465. De nieuwe Kieswet beeft in de gemeente 's Gravenhage reeds uitvoering gekregen. De burgemeester brengt den inhoud der voor naamste bepalingen ter kennis van de inge zetenen, met uitnoodiging van de manneliike inwoners, om vóór 16 Februari ter gemeente secretarie aangi te te doen ter bekoming van het kiesrecht, dat ingevolge de wet moet worden aangevraagd. De modtllen voor de aangifte worden ter secretarie kosteloos verkrijgbaar gesteld. Tevens wordt in herinnering gebracht, dat voor deze gemeente of deel dezer gemeente bedragen: huurprijs 2.25minimum-inkomen 500; vrije woning of inwoning 100; vrye kost en inwoning ƒ325. Het bestuur van den Bond van „Vereeni- gingen tot bevordering van het vreemdelingen verkeer in Nederland" heeft benoemd tot voorzitter mr. H. J. Dop, te Utrecht, tot secretaris P. De Graaff, te Groningen, en tot penningmeester mr. P. J. F. H. Van de Ri- vière, te Dordrecht. De gratificatie, die de behoeftige oud- strijders vanwege de Vereeniging „Trouw aan Koning en Vaderland" ontvingen, is van 1 Jan. af verhoogd. Die van f 78 per jaar wordt f 2 in de week, en die van 20 per jaar wordt 50 per jaar. (U. D.) Alleen in de provincie Zuid Holland zfin de volmachten tot verkrijging van pensioen voor de weduwen en weezen van openbare onderwijzers geteekend door niet minder dan 1920 onderwijzers. Het getal dergenen, die hunne handteekening onthielden, was zeer gering. Teyler's Tweede Genootschap te Haarlem heeft voor het jaar 1897 besloten de volgende prijsvraag uit te schrijven: „Een uitvoerige geschiedenis van ons land onder het Fransche keizerrijk, opgesteld, onder anderen, met behulp van de overvloedige bescheiden, die in de Archives Nationales te Parijs berusten." De^ prijs voor het beet en voldoend gekeurd antwoord op deze vraag bestaat ln een gouden eerepenning, op den stempel des Genootschaps geslagen, ter waarde van f 400. De ver handelingen moeten in het Nederlandsch, Fransch, Engelsch of Hoogduitsch met eene Latynsche letter geschreven zijn door eene andere hand dan die van den opsteller. Ook moeten zjj vóór den bepaalden tijd in haar ge heel worden ingezonden; geene antwoorden, waaraan eenig gedeelte bij de inlevering ont breekt, zullen tot het dingen naar den gemel- den eerepriJs worden toegelaten. De tijd der inzending van de antwoorden op de vraag is vóór of op den lsten April 1898, opdat zij vóór den lsten Mei 1899 kunnen beoordeeld worden. Uit Rome wordt aan de Fransche bladen gemeld, dat, aangezien de belanghebbenden van alle beroep tegen het arrest van het prfisgerecht aangaande de in-beslag-neming van de „Doelwyk" hebben afgezien, het ministerie aan de autoriteiten te Massowah telegraphisch de onmiddellijke teruggeving van schip en lading aan de rechthebbenden gelast heeft. Met de nu verschenen 29ste, 30ste en 3l8te aflevering is „La Róvolution Frangaise" compleet. Met de laatste aflevering zijn ook do titel, een „note finale" van den bewerker, den heer Armand Dayot, en een register van persoonsnamen verzonden. Het werk geeft nu in 2000 afbeeldingen een zeer sprekende geschiedenis van de Fransche revolutie, tot en met het directoire. De uitgever, de heer Ernest Flammarion, te Parijs, heeft weer een werk meer de wereld ingezonden, dat succes zal hebben. Mgr. Wulfingh, apostolisch vicaris van Suriname, die sedert eenigen tijd in ons land vertoefi, zal den 11 den Februari naar de kolonie terugkeeren. Een zestal Fraters, voor de missie op Curasao bestemd, zullen mede de reis aanvaarden. Waarschijnlijk op Zondag 24 Jan. zal mgr. Wulfingh een bezoek brengen aan den R.-K. Volksbond in het Paleis voor Volks vlyt te Amsterdam, tot welke vergadering ook de vrouwen der leden zullen toegang hebben. Naar men verneemt, zal de heer J. T. Cremer benoemd worden tot Nederlandsch regeeringscommissari8 bij de Parjjsche ten toonstelling. Ook ds. Karres, te 's-Gravenhage, heeft voor het beroep naar Rotterdam bedankt. Naar men verneemt, zullen ook dit jaar weder dames optreden als deskundigen by examens voor de akte als hoofdonderwijzer of hoofdonderwijzeres. De openbare school te Oudover, gem. Loosdrecht, is met het oog op het heerschen van mazelen tijdelijk gesloten. Namens de levensverzekeringmaatschappij „Dordrecht" werd gistoren te Dordrecht aan besteed höt bouwen van 34 hoerenhuizen en 7 dubbele arbeiderswoningen, op het terrein van „Rozenhof" aldaar. Van de 16 inschrijvers was de minste D. J. Van Riemsdijk, te Dor drecht, voor 1,510,000, de hoogste inschrijver voor f 1,913,600 de firma Reiuders Van 't Ende, te Amsterdam. Hr. Ms. pantserdekschip „Koningin Wil- helmina der Nederlanden", onder bevel van den kapt. ter zee W. J. Derx, is 8 dezer te Hoisow (China) aangekomen. In de Zaterdag t£ Klaaswaal gehouden Raadsvergadering wera aangeboden de rekening der gemeente over 1896. Daarna had de beöediging plaats van den heer Lommelaars, als secretaris der gemeente. Alvorens daartoe over te gaan, richtte de Voorzitter, de heer D. Kluifhoofd, een hartelijk woord van dank en afscheid tot den aftredenden waarnemenden secretaris, den heer Van Bochore wion op verzoek eervol ontslag was verleend. Na de beëediging van den heer Lommelaars sprak de Voorzitter aldus: „Mijnheer de Secretaris I Ik moet u myne verwondering doen kennen over uwe gedrags lijn jegens mjj als Burgemeester na uwe be noeming aangenomen. Reeds vóór uwe be noeming op 10 December, had ik den benoemingsbrief aan u gereed, omdat ik meende den loop, dien de zaak zou nemen, te kunnen doorzien. Die brief is denzelfden dag per post verzonden, gevolgd door eene briefkaart. Toen ik daarop geen antwoord ontving, heb ik u 18 December nogmaals aangeschreven per aange- teekenden brief. Ik ontving echter geen afdoend antwoord. Uit uwe gansche houding bleek uw opzettelijke toeleg my als burgemeester te negeeren. Ik noem dat eene manier van han delen, die hoogst laakbaar is; die getuigt, dat gij uwe roeping als eerste ambtenaar der ge meente slecht begrijpt; die bewijst, dat gij nog niet hebt geleerd hoe gij u tegenover een burgemeester hebt te gedragendie teekent min achting voor den burgemeestersstand. Ik mag over een en ander niet zwijgen, geoachtig aan het schoone woord, kort geleden uitgesproken tot de burgemeesters in Zuid Holland door den heer Commissaris der Koningin op zijn zilveren ambtsfeest: „Houdt uw gezag hoogl" „En als gjj meenen moogt, met zoo te handelen als gy deedt, welbehaaglijk te zfin in de oogen van raadsleden, voor wie gij my, doch tevergeefs, als briefbesteller hebt willen gebruiken, dan kan dit voor u allerminst eene verscbooning heeten en durf ik u voor spellen, dat gy, zoo voortgaande, daarmede bedrogen zult uitkomen. „Tegenover al die miskenning uwerzyds, kan ik, na hetgeen ik reeds zeide, gloeiende kolen over uw hoofd uitstorten. De waar nemende secretaris en ikzelf, wy hebben ons beyverd om den nieuw optredenden secretaris, wie hy ook zyn zoude, hoewel dit voor ons geen geheim was, zyn intrede zoo gemakkeiyk en aangenaam mogeiyk te maken. Ik kan u verzekeren, dat, voor zooveel dit binnen ons bereik lag, het periodiek werk voor de gansche maand Januari, en dat is nogal wat, reeds heden is verzonden; zelfs de gemeente-rekening over 1896 is heden den Raad aangeboden. Qy dient te weten, dat een en ander onvorplicht geschiedde, doch voor u opent het de gelegenheid u, met behulp van een voorhanden degeiyken inventaris, in de gemeentezaken van Klaaswaal kalm en goed in te werken. Waarlyk, ik heb uwe misken ning niet verdiend. U schynt nog veel te moeten loeren. Ik wensch u, in uw eigen belaDg, van harte beterschap I" De secretaris der Britsche logatie, de heer Bland, bood gisteravond verschillenden leden van het corps diplomatique met hunne dames oen diner aan in de bovenzalen van de sociëteit „de Groote Club" in het Lange Voorhout in Den Haag. De hoeren Moiyn, te Gouda, en Heinsius, te Wyk by-Duurstede, hebben zich tot den Raad van laatstgenoemde gemeente gewend met verzoek, hun eene voorloopige, maar uit sluitende concessie tot het fabriceeren van gas te verleenen. De heer Van Ravenswaay, resident van Soerabaia, die ernstig ongesteld was, is vol gens te Amsterdam ontvangen telegraphisch bericht van zyne ziekte hersteld. Naar wy vernemen, heeft prof. dr. Molen- graaff, te Amsterdam, thans definitief het ambt van staatsgeo.oog der Z. A. Republiek aangenomen en zal hy eerlang daarheen ver trekken. {Tel.) De minister van oorlog brengt in ver band met het bepaalde by art. 6 der wet van 21 Juli 1890 (Stsbl. 126) tot regeling van het militair onderwys by de landmacht, enz. "ter kennis! van belanghebbenden, dat dit jaar voor toekting tot de Hoogere Krygsschool worden opengesteld: voor het leger hier te lande: 13 plaatsen, en voor dat in Nederlandsch Indië: 9plaatson; welke plaatsen als volgt worden verdeeld: A. Leger hier te lande: a. Krygskundige studiën6 voor officieren van het wapen der infanterie; 1 voor id. der cavalerie; 2 voor id. der artillerie, en 1 voor id. der genie. b. Studiën voor den intendancedienst: 3 plaatsen. B. Leger in Nederlandsch Indiëa. Krygs kundige studiën: 3 voor officieren van het wapen der infanterie; 1 voor id. der cavalerie; 1 voor id. der artillerie, en 1 voor id. der genie. b. Studiën voor den intendancedienst: 3 plaatsen. Te Arnhem is, 58 jaren oud, overleden de heer M. J. Mulder, gepens. luit.-kol. der genie van het O.I. leger. Het stoomschip „Edam", van Amsterdam naar Nieuw-York, passeerde 4 Januari Lizard; de „Prins Alexander", van Amsterdam naar Batavia, passeerde 3 Jan. Point de Galle. 60-jarig bestaan van de vereeniging „Uit Liefde". Ter herdenking van het bovenstaande feit werd eene algemeene vergadering gehouden in een der zalen van het gebouw „Tot Nut van 't Algemeen". Op verzoek van den voorzitter leidde de lste pl. voorzitter, de heer A. I. Witmans Azn., de vergadering, die baar opende met een harteiyken nieuwjaarswensch voor de leden in 't algemeen en voor de Vereeniging in 't bijzonder. Nadat de notulen van de vorige algemeene vergadering waren gelezen en onder dank zegging aan den eersten secretaris, den heer L. J. Cohen, waren goedgekeurd, nam de heer "Witmans het woord en zeide ongeveer het volgende: „Medeleden! De werkzaamheden voor deze vergadering zyn niet veel, maar toch beeft het bestuur gemeend op dezen dag, waarop het juist 50 jaar is geleden, dat de vereeniging „Uit Liefde" is opgericht, dat het goed zoude zyn als zich de leden, die zich daartoe opgewekt zouden gevoelen, in eene vergadering vereenigden. Was ik een redenaar, ik zou hier staande misschien een lange rede houden over de Vereeniging, die thans haar 50sten verjaar dag viert, haar doel, haar streven, haar nut tige werkzaamheid pryzen; maar van my moet u dit met verwachtenik zou het niet kunnen en ben zelf daarover nadenkende tot de meening gekomen, dat het ook niet goed zoude zyn. Immers, wy verkondigden dan onsen eigen lof en het zou allen scbyn hebben alsof wy wilden uitro-pen„Menschen, hoort en zegt het voort hoe goed wy zynl En wat zou er dan van het schoone devies onzer Vereeniging overbiyven: „Uit Liefde!' Ja, „Uit Liefae" moet het zyn in allen eenvoud, uit liefde om onze arme natuur- genooten te steunen. Zoo vergaderen wy. Wy komen by elkaar zonder politieke bedoelingen en vragen ook Diet naar de gezindheid van de leden, evenmin als wy vragen naar de gezindheid van de armen. „Weldoen aan de armen" staat er in art. 1 van ons reglement. Vérstrekkend woord! En dat heeft de vereeniging „Uit Liefde" kunnen doen 50 jaar lang. Laat dat nog jaren zoo blyven en wy dankbaar zyn, dat wy daaraan kunnen arbeiden en dat wy zooveel liefde ontvangen hebben, dat wy aan onze minderbedeelde natuurgenooten nog wat kunnen afstaan. Toen de Vereeniging vóór 50 jaar werd opgericht, bezat ze niets en heden bezit zy nog niets. Op geen enkele bezittiDg van de Vereeniging zou ik u kunnen wyzen en dat behoeft ook niet. Wy geven van wat wy hebben en ontvangen. Van de oprichters dezer Vereeniging is er, zoover wy weten, nog slechts één in leven, n.l. de heer H. Valk, in het Loridansbof op de Varkenmarkt, alhier. Ware hy niet ziek, wy zouden hem uitgenoodigd hebben hier te zyn; maar sta my thans toe, dat ik hem van 35) „Dat had ik niet vermoed l" zeide hy eindelyk. „Niet kunnen vermoeden maar ik zie niet af van myn wraak. De dochter van Wedding myn meesteres? Ho, hoi" Hy lachte hardop. Prins Allain zat reeds een geruime poos op de marmeren bank. „M(j dunkt, dat geeft nog een zwaren fctryd,- groote moeilykheden," sprak hy by zichzelven. Een kommervolle rimpel lag op zyn voorhoofd. „Waar dat rampzalige gerucht toch wel vandaan mag komen? Zou ik zelf de eerste aanleiding er toe gegeven hebben? En wanneer het Ehrentraut ter ooron kwam?" Hy richtte zich haastig op. In de tegenover liggende laan vertoonde zich Ehrentraut. De prins liep naar Ehrentraut toe en voerde haar voorzichtig naar de bank. „Spreek, geliefde l" drong Allain aan. „Ge ziet er zoo treurig uit; ik vrees byna, dat gü iets noodlottigs besloten hebt." „Ik zal u alles zeggen, Allain, opdat ge mij begrypen ",,lL Wilt ge alles hooren?" Hy greep onl te spreken haar handen on zag haar ag .id aan. nZie, Allain, er was een tyd, dat ik een uitgelaten, eigenzinnig kind was, dat onbe kommerd van den eenen dag in den anderen leefde en zelfs het verlies van myn vader niet erg vond, ofschoon ik onuitsprekeiyk veel van hem hield. Trots myn onbekom merd gemoed, was het my toch niet ontgaan, dat wy in bekrompen omstandigheden leef den; bittere nood omringde ons en harde ontberingen deden zich gevoelen. Gy, myn Allain, herinnert u nog wel den dag, dat ik hier op deze plaats stond en naar u opkeek met myn dwaze en vermetele wenschenl Toen ik daarop in het huis kwam, zag ik geld, onmeteiyk veel geld en blinkend goud. Ik kan er niet zonder afschuw aan denken, er gaat my een koude rilling door de leden; want ik zag myn moeder over dat geld ge bogen, gloeiend en met waanzinnige vreugde in de oogen; ik zag haar handen in dat geld woelen, hetwelk een erfenis of weet ik wat in ons huis had gebracht; ik voelde twee koude handen om myn hals, die my onbarm hartig wurgden, die my omklemden, tot de adem my ontbrak. Allain, myn geliefde, ondersteun my, want afschuw en ontzetting maken zich van my meester, als ik er aan terugdenk! Zie, er rust geen zegen op dat geld, het strekt ons ten ongeluk. De bloeiende Weddingspruiten zyn in bet graf gedaald, myn moeder wordt verteerd door smart en kommer; ik alleen ben overgebleven, mis schien om nog iets zwaarders te dragen. Begrypt ge nu, waarom ik dat geld niet wil?" De prins hief zyn hoofd op, het scheen geen bloed meer te bezitten en was wit geiyk pas gevallen sneeuw. „Ik begryp u - en alles l Ik smeek u, spreek verder." „Ik dacht aan een scheiding." „Nimmer I" kwam het somber en vast beraden over Carolaths lippen. „Ook ik had die slechts .zwaar, misschien in het geheel niet kunnen dragen, maar dan baat er nog maar één zaak doe afstand van uw recht van eerstgeborene en laat uw broeder in uw plaats treden." Prins Allain zweeg een poos. „En wy beiden dan?" vroeg hy. „Laat u verplaatsen naar de kleinste plaats onder de bekrompenste omstandigheden ik zal u volgen en een goede huisvrouw voor u worden. Ach, ik weet het wel, ik vraag iets zwaars, maar wy dragen het te zamen; zou de last dan niet licht zyn?" „Inkrimping, ontbering en zorg zullen voort aan ons lot zyn. Toch zal geschieden, zooals gy gezegd hebt; ik weet, dat ook gy moedig zyt, gy zult met my lyden, met my ontberen, als het niet anders zyn kan. Nu heb lk het recht op uw belofte, dat gy onder alle omstan digheden myn echtgenoote zult worden." „Dat is te begrypen, Allain." „Het komt er Diet op aan; beloof het my 1" „Hier is myn hand, zy behoort ui" „Zweer het by uw zaligheid, by het aan denken aan uw dooden." „Hoe vreemd zyt gy, Allain, hoe zou het nu kunnen gebeuren, dat ik myn geloften vergat „Het is de vrees u te verliezenI" Een licht lachje zweefde om Ehrentrauts mond. „Allain, ik ben om uw liefde te benyden. Ik zweer u, dat er my niets toe zal brengen, I uw vrouw Diet te worden." „Zweer het by het aandenken aan Richard en George." „Ik zweer het." „Goddank I" kwam het van de lippen van den prins; hy scheen geruster te ademen. „De gevolmachtigde van den prins, Herz- berg, wenscht de juffrouw te spreken," diende de bediende aan, het salon binnentredende, waarin Ehrentraut alleen vertoefde. „Laat hem binnenkomen!" gebood zy, eenigszin8 verwonderd. Met een ironisch lachje en een geheim zinnige uitdrukking op het gelaat boog de genoemde voor Ehrentraut, die langzaam van haar stoel opstond. „U weet misschien, waarom ik tot u ben gekomen," zoo begon hy, zonder op haar toespraak te wachten. Hoe zou ik dat weten Ik ken u nauweiyks." „Ik kom, om over Willy Darliüg te spreken." Ehrentraut begreep klaarblykeiyk niet, wie daarmede bedoeld werd. „Jawel, beste juffrouw, over Willy Darling, die by den ouden Christoffel woont." „Nu?" Ehrentraut hief haar lokkig hoofd fier op. „Ah, zoo, u vermoedt reeds, wat ik u te zeggen heb. U weet reeds, dat hy Darlings zoon is, die op den begrafenisdag uws vaders hier aankwam uit het verre Indië en zoo spoedig stierf, dat hy niets over het toe komstig lot zyns zoons kon zeggen, en dat aldus zyn vermogen in het bezit der Wed dings bleef?" Na een poos, waarin hy tever geefs op een antwoord van Ehrentraut ge wacht had, ging hy voort: „De kleine is de zoon van StephaD Von Darling, de jui6te legitimatiebewyzen zyn in myn hand; ik heb door list de kleeding van den knaap van den ouden Christoffel weten te bekomen en de papieren, tusschen de voering genaaid, ge vonden. Uw moeder kan niet loochenen, dat zy het geld onderschept en niet aan den rechtmatigen eigenaar gegeven heeft. Ik heb my ten doel gesteld, de zaak op te helderen en de verwanten van den knaap er mede in kennis te stellen. De schande der Weddings moet openbaar gemaakt en het schild aan de poort naar beneden gehaald worden. Dat hadt u voor jaren niet gedacht, dat dis „beweegbare pop," zooals u my beliefdet te noemen, eens de eer der Weddings zou ver nietigen, niet waar?" Een gillende, door merg en heendringende schreeuw klonk uit de zy kamer. Mevrouw Wedding stond bleek als een geest en mager als een geraamte met biddeüd opgeheven handen op den drempel en keek ontsteld en verschrikt naar haar dochter. „Het gerecht door myn kinderen! Do straf door myn kinderen l Het oordeel door Godl" klaagde zy vol wee. „Genade, genade!" kermde zy tranonloos en met ver droogde oogen. „Is het waar, mama, o, zeg het, is het waar, wat deze mensch zegt?" Ehrentraut was by het zien. harer moeder teruggeweken. {Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1897 | | pagina 1