N°. 11299.
Woensdag 33 December.
A0.1896
<§ourant wordt dagelijks, met uitzondering
van (Zon- en feestdagen, uitgegeven.
Dit iiomincr bestaat uit TWEE
Bladen.
Leiden, 22 December.
L1IISCH
M&BLAD.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 3 maanden.
Franco per post-»
Afzonderlijke Nommers
»_J
f I i J
i'.a i
r 1.10.
1.10.
.l, 0.05.
PRIJS DER ADVERTENTEËN
Van 1—6 regels f 1.05. Iedere regel meer f 0.17}. Grootore
letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad
wordt f 0.05 berekend.
Eerste Blad.
De Kleine Advertentiën
worden deze week niet
op Woensdag-, maar op
londcrdag-avond geplaatst.
Aangezien wegens het
Kerstfeest Vrydag en
Zaterdag het „Leidsch
Dagblad" WIET zal verscbyneo, gelieven HH.
Adveiteerders daarmede rekening te houden.
Advcrtenticn voor het Kerstnummer
worden tijdig ingewacht.
Ol'ficiöol© KennbigeTingen.
Inkomstenbelasting 1896.
Burgemeester on Weihoudera van Leiden brengen
in herinnering, dat n et 31 Deo. a. s. do laatste termijn
vervalt van de Inkomstenbelasting en dat
alzoo op den laten Januari a. l. de geheel» aanslag
meet zrja voldaan.
Zij noodigen mitsdien belanghebbenden nlt, om,
ter voorkoming van ver vol g ingskoaten,
tot de betaling van het versohuldigde ten kantore
van don Gemeento-Ontvanger over te gaan.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Leiden, F. WAS, Burgemeester.
21 Doe. 1896. E. KIST, Secretaris.
De Burgemeester dor gemeente Leiden brengt ter
kennis van helanghebbeDdeD, dat blijkens mededeelirg
van den Minister van Bnitenlandsche Zaken do
Bolgiache grenzen van 16 December jl. slechte
geopend zijn voor runderen en echapen uit Neder
land, welke bestemd zijn voor de slachtbank
en uitfluitend langs de stations Eesohen, Selzaeto,
Achel Vis© en Eamont.
Leiden, De Burgemeester voornoemd,
21 Dec. 1896. F. WA8.
Burgemeester en Wethouders van Leiden;
Gezien art. 6 der Verordening van den 26aten
JaDUari 1891 (Gemeenteblad No. 6 van 1894);
Brengen ter algemeene kennis, dat tot het doen
inschrijven van nieuwe leerlingen voor de open
bare scholen voor voorbereidend en voor meer
uitgebreid lager onderwijs, gelegenheid zal gege
ven worden:
voor die voor voorbereidend meer uitgebreid lager
onderwijs voor jongens en meisjes, in het schoolgebouw
aan de Oude Vest
voor die voor meer uitgebreid lager onderwijs:
der 1ste klasse, voor jongens, in het schoolgebouw
aan do Aalmarkt;
der lste klasse, voor meisjes, in het schoolgebouw
aan de Boommarkt;
der 2do klasse, voor jongens, in het schoolgebouw
aan do Pieterskerkstraat;
der 2de klasse, voor meisjes, in het schoolgebouw
aan de Br eestraat;
en wel van den 14den tot on met den listen
Deo. e. k., dagelijks (den Zondag uitgezonderd),
van des voormiddags halfnegen tot negen uren,
en op Maandag. Dinsdag, Donderdag on Vrijdag boven
dien van halftwoc tot tweo uren des namiddags.
Burgemeester en Wethouder* voornoemd,
Leiden, F. WAS, Burgemeester.
10 Dec. 1896. E. KIST, Secretarie.
In do gcmeent raadszitting van 1 Septem
ber jl. werd besloten tot wijziging van de
regeling der veo- en vleescbkeuring en be
paal J dat behalve den inspecteur der vee- en
vleescbkeuring, zullen wordon aangesteld:
een eersto keurmeester van vee en vleesch,
op eena jaarwedde van 800, en drie keur
meesters van veo en vleesch (de tegenwoor
dige keurmeester G. Polder daaronder be
grepen) elk op eene jaarwedde van 600,
met bepaling dat de jaarwedden voor vier
en achtjarigen definitieven dien6t tweemalen
kunnen worden verhoogd met 100, tot een
maximum voor den eersten keurmeester van
ƒ1000 en voor de drie keurmeesters van 800.
Tevens werd in het betrekkejyk voorstal
van B. en "Ws. medegedeeld dat het voornemen
bestond de keurmeesters voor den tyd van
één j iar te benoemen en de benoeming te
doen ingaan één maand vóór het ontslag, aan
de commiezen-rijksambtenaren verloend, ter
voo.koraing van onregelmatigheden in den
dienst. Ten einde tot de uitvoering van dit
besluit te kunnen overgaan, zyn sollicitanten
naar de betrokkingen van keurmeester van
vee en vleesch opgeroepen. Na onderzoek van
de sollicitanten is bet B. en Ws. evenwel, na
overleg met den inspecteur der vee- en vleescb
keuring, toegeschenen, dat op dit oogenblik
geen der sollicitanten voor de betrekking van
eersten keurmeester van vee en vleesch in
alle opzichten geschikt kan worden geacht,
B. cn Ws. achten het daarom gewenscht
thans voorloopig, behalve den keurmeester
G-. Polder voornoemd, drie keurmeesters van
vee en vleesch aan to stellen en de benoeming
van den eersten keurmeester voorloopig te
verdagen. Later kan dan die keurmeester,
welke daarvoor het meest in aanmerking
komt en geacht wordt do betrekking naar
behooren to kunnen vervullen, tot eersten
keurmeester worden benoemd.
Op grond van een en ander geven B. en
Ws. ^den gemeenteraad in overweging het
college de noodige machtigiug te verleenen,
om, met afwijking in zooverre van het boven
aangehaald Raadsbesluit van 1 September jl.,
tot de aanstelling over te gaan van drie
keurmeesters van vee en vleesch, zoodat als
dan voorloopig de dienst zal worden vervuld
door vier keurmeesters, terwijl dan later,
wanneer een eerste keurmeester zal zijn aan
gesteld, het aantal keurmeesters weder zal
worden beperkt tot drie. Het voornemen be
staat die regeling te doen ingaan met 15
Januari 1897 en aan de commiezen-rijksambte
naren ontslag als keurmeester te vorleonen
met 15 Februari daaraanvolgende.
Naar aanleiding van het verzoek van J.
Gk Rietbergen, aannemer van het verstraten
van de Groote Beestenmarkt, hot verplaatsen
en het leveren van palen en eenige andere werk
zaamheden, om kwijtschelding van de hem
opgelegde boete wegens te-late-oplevering,
berichten B. en Ws. den gemeenteraad het
volgende
De gunning van het werk heeft plaats ge
had den lOden Augustus jl. Het werk moest
binnen 8 weken na de gunning opgeleverd
zijn, dat is derhalve 5 October, terwijl het
is opgeleverd den 24sten October, dus 15
werkdagen te laat. Vertraging in het werk
is ontstaan door de feesten op 31 Augustus
wegens het plaatsen van de muziektent, enz.,
hetgeen te zamen op 7 dagen te stellen is.
Op dien grond is bo»to toegepast voor 8
dagen to late-oplevering ad ƒ15 per dag, uit
makende een bedrag van 120.
In overeenstemming met het gevoelen van
de Commissie van Fabricage, daaromtrent door
B. en Ws. gehoord, komt het hun voor, dat
er in dit geval termen bestaan om gunstig
op het verzoek te beschikken.
In de eerste plaats was h9t weder gedu
rende de geheele uitvoering van h9fc werk
zeer ongunstig en in de tweede plaats is de
gewone wekelijksche veemarkt in geen ealrel
opzicht door de uitvoering van het welft be
lemmerd en heeft de gemeente ten gevolge
van de te late oplevering geen schade geleden.
Het zoude alzoo, huns inziens, eenigszins
hard wezen om adressant d® gevraagde kwijt
schelding van boete ad 120 te onthouden.
O ze onlangs overleden stadgenoot D.
Hartevclt heeft o. a. ook vijfhonderd gulden
vermaakt aan de Christelijke School voor
Fabrieksmeisjes, die nu reeds byna dertig jaren
geleden door mejuffrouw De Vriese alhier
werd opgericht.
Het stoffelijk overschot van wijlen dr.
W. N. Du Rieu zal a. s. Donderdag op de
begraafplaats aan do Groenesteeg worden ter
aarde besteld. De ïykstaatsie zal daartoe om
twaalf uur van het sterfhuis, Hooigracbt,
vertrekken.
Te Noordwijkerhout is overleden de ze r
eerwaarde hser W. F. Van Kampenhout,
pastoor aldaar, in den ouderdom van 72 jaar.
Te Hillegom had de aanbesteding plaats
voor het bouwen van een dubbel woonhuis
aan den Loosterweg aldaar.
Inschrijvers waren de heeren A. Gulde-
mond, F. Goozen, J. Van der Jagt, J. Adriaansz,
P. Menken en G. De Graaf, van Hillegom.
Laagste inschrijver was de heer A. Guide-
mond voor de som van ƒ2796.
De centrale liberale kiesvereeniging voor
het hooflkiesdistrict Loosduinen besloot in
hare gisteren te 's-Gravenhage gehouden ver
gadering uit de „Liberale Unie" te treden.
Het heeft H. M. de Koningin-Regentes
behaagd de opdracht te aanvaanen van de
„Encyclopaedic van Nederlandsch-Indië", onder
redactie van de heeren prof. P. A. Van der
Lith en F. Fokkens.
De 10de aflevering van dit werk zal binnen
enkele dagen verschijnen. Het eerste deel
(A—G) van dit standaardwerk is met deze
aflevering compleet.
De leden van de Tweede Kamer de
heeren Bool en Vos de Wael konden in den
laatsten tyd wegens voortdurende ongesteld
heid geen deel nemen aan de werkzaamheden
en de heer Viruly Verbrugge wordt door zijn
oogenkwaal verhinderd de vergaderingen by
te wonen.
De nieuwbenoemde pauselijke internun
tius, mgr. Tarnassi, is te 's Gravenhago aan
gekomen.
De heer Tarnassi werd in 1848 te Rome
geboren. Als jeugdig priester reeds werd hy
belast met een leerstoel in de k' rkgo3cbiede-
nis aan het college van de propaganda, waar
hy als zoodanig de ambtgenoot was o. a. van
den tegenwoor igen kardinaal Satolli en den
vorigen internuntius, mgr. Lorenzelli, di- res
pectievelijk de moraal en de pbilo-:ophio do
ceer len. Wel'ra tot de pauselijke diplomatie
geroep?n, was mgr. Tarnassi oerst werkzaam
als au iteur te München, daarna te Woenen,
om, in de laatste jaren, als secretaris aan de
congregatie van buitengewone kerkelijke aan
gelegenheden te Rome op te treden.
Z. D. H. do bisschop van Haarlem heeft
Zaterdag 1.1. in de kapel van het seminarie
te Warmond de H. priesterwyding toege
diend aan den eerw. heer H. J. Van der Poel;
het H. diaconaat aan de eerw. heeren H. J. G.
Van Baaren, H. A. Th. Van Dam, J. Van
den Dries, C. A. J. Ten Hagen, J. Nieuwen-
dyk, J. M. C. Nuyen, J. G. Onel, A. G. Rhee,
J. B. Van Rooy, A. D. C. Schollart, J. J. M.
Van Vastenhoven en H. J. I. Wentzel; en
de wjjding van het sub diaconaat aan de
eerw. heeren P. J. Bonnet, G. Van den
Boogaard, J. C. Slavan, L. Dolle, H. J. Ch.
Haver, P. J. De Kok, Th. Kwakman, M. A.
Pieper en L. J. C. Spoorman.
Z. D. H. de bisschop van Haarlem heeft
benoemd tot kapelaan te Sassenheim den
weleerw. heer J. H. M. Peeperkorntot kapel,
te Rotterdam (H. Laurentius) den weleerw.
heer W. J. J. Van Straelentot kapelaan
te Gouda (O. L. Vr. Hemelv.) den weleerw.
heer C. B. L. Devoghel; tot kapelaan te Kralin
gen den weleerw. heer G. A. M. Waterreus
en tot kapelaan te Haarlemmermeer (H. Joan
nes de Dooper) den weleerw. heer H. J. Van
der Poel, Zaterdag 1.1. priester gewyd.
Naar wy uit de beste bron vernemen,
berust het bericht, dat de lste luit. der jagers
J. P. A. Van Weenen met ingang van 16 Sept.
1897 zal optreden als leeraar aan de Kon.
Mil. Acad., op een misverstand. {Tel.)
Uit goede bron verneemt het „Hbl.", dat
generaal Karei Van der Heijden, commandant
van „Bronbeek", zich verloofd heeft met eene
damo uit Dordrecht.
De „Staats Ct." behelst een Kon. besluit,
bepalende, dat in bet jaar 1897 in de provin
ciën Groningen, Drente on Noord-Brabant eene
keuring zal plaats hebben van voor den krijgs
dienst geschikte paarden.
De lste luit. kwartm. G. G. De Elauw,
van het 4de reg. inf., is overgeplaatst van
Gouda naar Delft, in verband waarmede de
by het 4de reg. inf. overgeplaatste 2de luit.
J. M. S. Hogerland nader ingedeeld is by het
5de bataljon te Gouda.
In verband met de invoering van de
nieuw model manteljas voor het wapen der
cavalerie en veld-artillerie, is door den minister
van oorlog bepaald, dat de thans nog in ge
bruik zynde overjassen door de officieren tot
1 Juni 1898 mogen worden gedragen.
Uit den verschenen staat van het Fonds
voor noodlydende kerken en personen, behoo-
rende tot de Ned.-Herv. Kerk over 1895, blijkt
o. a. het volgende:
De ontvangsten bedroegen ƒ64,382.04, waar
onder 19727.OS5, welke de collecte opbracht,
die in verschillende gemeenten gehouden
werd; voorts ƒ6151.06 aan renten, ƒ2000
van H. M. de Koningin en 1800 bydrage
uit de baten van den vervolgbundel der Evang.
gezangen.
De uitgaven bedroegen 63,491.02. Aan
kleine toelagen aan gemeenten en personen
werd ƒ10,270 geschonken en 19,346 56 aan
groote toelagen.
Er is dus een batig slot van ƒ891.02.
De beschikbare middelen zyn niet toereikende
om aan de biliykste aanvragen te voldoen.
Daarom hoopt de Synode, dat de offervaar
digheid der gemeenten grooter worde. Vele
gemeenten toch houden de collecte voor dit
fonds in 't geheel niet.
Op 19 dezer is door H. M. de Koningin-
Weduwe, Regentes, in byzonder gehoor ont
vangen de heer C. A. De Gerbaix, graaf D9
Sonnaz, ter overhandiging zyner terugroepings-
brieven als buitengewoon gezant en gevol
machtigd minister van den koning van Italië
by het Nederlandsche Hof. {Sls.-Ct.)
Hr. Ms. instructieschip „Nautilus", onder
bevel van den kapitein luitenant ter zee L.
A. H. Lamie, is den 20sten dezer van Cadix
vertrokken ter voortzetting van den oefenings-
tocht in den Noord Atlantiscben Oceaan;
Hr. Ms. schcner „Zeehond", onder bevel
van den kapitein-luitenant ter zee J. Van den
Bosch, is dienzelfden datum te Smyrna aan
gekomen.
Aan de Kamers van Koophandel en
Fabrieken te Amsterdam, Rotterdam, Arnhem,
's Gravenhage, 's-Her!ogmbosch, Leeuwarden,
Maastricht, Middelburg, Groningen, Dordrecht
en Zwolle is door den minister van w., h. en n.
gezonden een exemplaar van bet Algemeen
Overzicht van den handel van België met
vreemde landen gedurende 1895. (Sts.-Ct.)
Het stoomschip „Kanzier" vertrok 19
Dec. van Delagoa-Baai naar Vlissingen en
Hamburg; de „Prins Willem IV" vertrok 19
Dec. van Nieuw York naar Westlndie; de
„Titan", van Amsterdam en Liverpool naar
Java, arriveerde 19 Dec. to Port-Said; de
„General," van Hamburg en Amsterdam naar
Oost Afrika, passeerde 19 Dec. Dover; de
„Koningin-Regentes" arriveerde 21 Dec. van
Amsterdam te Batavia; de „Sumatra," van
Amsterdam naar Batavia, passeerde 21 Dec.
Ouessant.
Twee knappe Dochters.
Op het affiche staat vermeld: Tooneelspel,
doch dat is eene vergissing. Het is eenvoudig
eene „Posse", een klucht van het zuiverste
water. Een solide Duifesche klucht met al den
aankleve van dien. Alles, wat wy gewoon
zyn daarin aan te treffen, was hier present:
een komische papa; twee dochters, die hun
gebreken hebben, maar niettemin door dege-
ïyke en recommandabele jongelui tot echtge
noot begeerd wordendeze jongelingen, deels
ernstig, deels dwaas; een typische knecht;
nog een solied echtpaar en daarmede zyn de
ingrediënten voor het recept compleet. Neem
nu van dat alles telkens een handvol, maak
het met dri9 theekopjes gemoedeiykheid en
één liter banaliteit tot oen flinke pap en laat
die onder gestadig roeren met den lepel der
karakterloosheid op een zacht vuur van afge
zaagdheid goed gaar worden. Neem dan zoo
veel uien als ge krygen kunt, snyd die goed
fijn en strooi ze er zorgvuldig over heen.
Kunt ge eenig Attisch zout machtig worden,
meng dit er dan voorzichtig in en laat het
geheel langzaam afkoelen. (Wees met dit
laatste toevoegsel zeer voorzichtig; neem
vooral niet to veel, want voor velen bederft
dat juist den smaak). Dien het zonder preten-
sies op en vraag een niet veeleischend gezel
schap.
Als wy nu dat recept goed voor oogen
houden, dan kunnen wy tegenover „Twee
knappe dochters" zeer welwillend gezind
blyven, dan is het zelfs wel vermakeiyk om
aan te zien hoe de papa met en door zyn
veelbelovende spruiten sukkelt. En je kunt
er mee sukkelen, met zoo'n tweetalDe eene
is advocaat, „summa cum laude" gepromo
veerd in het vrye Zürich, de andere pianiste,
nog op het conservatorium te Beriyn. Op
beiden is de vader, Wilhelm Dittricb, genaamd
„De Zeepmajoor", niet weinig trotscb, doch
beiden zullen hem radicaal van die trotsch-
heid genezen. De doctor juris, door zyn procos te
verliezen, de pianiste door in de tram rendez
vous te geven aan den man harer keuze,
Fred. Winkl r, sportsman en toevallig ook
een verstandig man er by.
Beide dochters ontloopen het ouderlyk huis
en nemen hun toevlucht tot hun zwager, een
eerzaam, bierminnend meubelmaker,- die met
den advocaat Ri hard Normann de schoone
taak deelt het gezond verstand te vertegen
woordigen, voor zooverre de mannen betreft.
Voor de vrouwen doen dat Mevrouw Dittrich
en de echtgonoote des meubelmakers, Clara.
In vroolyke luim, zeer laag by den grond,
worden nu vier bedryven gebruikt om eerst
den boel in de war te sturen en daarna ten
huizo van Henneberg, den meubelmaker, alles
weer in hot reine te brengen, en in die vier
acte8 zien en hooren wy zeer veel dols en
vermakeiyks en hier en daar ook wel iets
aardigs.
Onder al het verbazend flauwe en bas-
comique mogen wy als aardig niet vergeten
te vermelden de geheele figuur, uit de laatste
acte, „die in een bedienrol komt." De knecht,
die zoo dol op de comedie is en zoo dweept
met Ibsen, maar hem toch een bedrieger vindt,
omdat in „Spoken" „geen aasje van een spook
te merken is", is inderdaad in hooge mate
kluchtig. '8 Mans opmerkingen over, vergeiy-
kingen met en gevolgtrekking n uit Ibsen
zyn nog het beste van het heelo stuk.
Maar wy willen op al het overige daarom
niet laag neerzien. Het is zoo goed bedoeld
en zoo eerlyk en eenvoudig gedaan. De
schryver3 Oscar Walther en Leo Stein zyn
bepaald goedige menschen, die nu ook eens
een aardigheidje wilden hebben en zonder
verwaandheid of grooto verwachtingen samen
gezelligjes aan het morsen togen. Ze wilden
niet iets moois maken, iets goeds of iets
artistieks, wel neen, het was alleen om de
pret te doen, en daarom ploeterden ze maar
voort, net als een paar jongens, die eerst
bellen hebben geblazen, maar eindigen met
elkaar met de zeepsop om de ooren te gooien
en dan een pleizier hebben van belang. Ze
hadden wat zeep genomen van Moser, l'Ar-
ronge, Schöntban, Kadelburg en van wie weet
hoeveel andere Duitsche fabrikanten, en toen
alles op en klaar was, riepen ze de vriendjes
er by en zeiden: „Nou moet jullie eens komen
kyken, dan zul je lachen." En de vriendjes
kwamen en lachten, dat ze schudden.
Die moreele verplichting is ook hot Leid-
scho publiek gisteravond nagekomen. Heel
talryk was het niet, maar gelachen heeft het
des te meer. Kermisstukken moeten er immprs
ook wezen en als ze dan maar naar eisch
gespeeld worden, dan hebben cia toch ook
al weer hun eigenaardige aantrekkeiykheden.
Over het algemeen zal men er geen mooi,
fijn, gevoeld spel in zoeken of verwachten,
maar dat behoeft dan ook niet. Als het stuk
maar vlug en vlot over het tooneel gaat,
dan is al aan een voornamen eisch voldaan.
En in dat opzicht hadden wy niet te klagen.
Aan opgewektheid, aan levendig, opgeruimd
spel was in het algemeen (ik herhaal die
woorden met nadruk) g9en gebrek.
Jacques De Boer, de eeuwige clown, waa
maller dan ooit; Tourniaire en Yerenet wed
ijverden met hem in dwaasheid en gaven
goed, los spel te zien. Clous is byna altyd
een zeer sympathieke figuur, het was een ge
noegen hem, na zoo lange afwezigheid, weer
een3 in Leiden te zien. A. Van Zuylen, die
„in de bedienrol" kwam, was uitstekend.
Mevrouw Róssing was de vrouweiyke doctor
juris en haar zouden we enkele oogenblikken
wat anders gewenscht hebben. Soms viel zy
uit den toon en werd melodramatisch, andero
momenten was za styf of ruw. Zy moet wel
bedenken dat de eigenaardigheden op Johanna's
karakter maar kleven als een zeer dun laagje
vernis, anders zou Normann met eene boven-
menschelyke scherpzinnigheid begaafd moeten
wezen om dadelyk by de eerste kennismaking
al te merken, dat dat alles maar lo3se, zuivere
aanstellerij is, een kinderachtig, aangeleerd
comediespel. Dat moet biy ven doorschemeren,
en dat deed het niet.
Doch het beste hebben wy voor het laatst
bewaard, datgene, wat ondanks al het gewone,
toch voor ons deze uitvoering belangryk
maakte. Dat was de verschijning van mej.
Rud. Scheffer, een nieuwe aanwinst voor het
Nederlandsch Tooneel. Sinds September, na de
Tooneelschool verlaten te hebben, is zy aan
de Kon. Vereeniging verbonden en de rol van
Frieda was de eerste rol van gewicht, die
haar werd toevertrouwd. Deze rol is een ware
triumf voor de jeugdige actrice; stormender
hand heeft zy hierin bet publiek ingepakt en
zyn gunst veroverd. In het stuk heeft zy
het uit de courant voorgelezen: „Na een zóó
verdienstelyk debuut durven wy der jeugdige
kunstenares gerust een schitterende toekomst
voorspellen", en, met geringo wyziging, kunnen
wy deze woorden op de echte actrico toe
passen. Haar verschynen belooft inderdaad
zeer veel. Ze is jong, innemend van uiteriyk,
los, ongedwongen, sierlyk in bare bewegingen
zy toont te begrypen en te voelen, te kunnen
spreken, handelen en zwygen. Met byzondera
belangstelling en waardeering hebben wy
voortdurend haar geheele zyn op het tooneel
gadegeslagen, om tot de overtuiging te komen,
dat d&ar iemand vóór ons stond, in wie een
niet te miskennen kracht schuilt, eene kracht,
die in de toekomst, by voortgezette ernstigs
studie en degelyk streven, nog veel goeds on
schoons zal tot stand kunnen brengen. De
eerste, moeilijke schrede op het oneffen pad
der kunst is gedaan, zy staat nu reeds op
vaste voeten, en van harte wenschen wy
haar toe, dat succes on waardeering haar op
haar kunstenaarsloopbaan steeds mogen biy ven
vergezellen. v. B.
TWEEDE HAMER*
In de Tweede Kamer werd gisternamiddag
de behandeling voortgezet van het wetsont
werp, houdende bepalingen omtrent den accyns
op suiker.
De heer Hintzen constateerde, dat tegen
over de voordeelen van dit ontwerp ook
nadoelen zyn. Een nadeel is de band, waarin de
industrie bekneld biyft, en den invloed, dien het
zal hebbon op den invoer van onze koloniale
suiker. Doch ook de voordeelen van 't ontwerp
worden door spr. niet voorbygezien; ook hy
zag gaarne, evenals de heer Bastert, verlaging
van den suiker-accyns. Dit wetsontwerp is
een gevolg van de treurige misslagen, dio
in de laatste jaren zyn begaan op het ge
bied van suikerwetgeving en waarin meer
stabiliteit had moeten bestaan. Van dat
gemis aan stabiliteit hebben wy niets dan
teleurstelling gehad, en al de misslagen, die
zyn begaan in onze suikerwetgeving, zyn voor
een groot deel het gevolg geweest van voor
stellingen van de fabrikanten, waarvan defiscus
de dupe is geweest. Daarom juichte spr. dit
ontwerp toe, want bet groo'e kwaad is, dat de
buitenlandsche mogendheden tegen elkander
concurreeren in het verleenen van bescher
ming aan de industrie. Te wachten op het
buitenland met afschaffing of vermindering
van de protectie ware gevaarlyk. Met
's Ministers cyfors ging spr. intusechen niet
geheel mede.