N°. 11299. Woensdag 33 December. A0.1896 <§ourant wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven. Dit iiomincr bestaat uit TWEE Bladen. Leiden, 22 December. L1IISCH M&BLAD. PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 3 maanden. Franco per post-» Afzonderlijke Nommers »_J f I i J i'.a i r 1.10. 1.10. .l, 0.05. PRIJS DER ADVERTENTEËN Van 1—6 regels f 1.05. Iedere regel meer f 0.17}. Grootore letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad wordt f 0.05 berekend. Eerste Blad. De Kleine Advertentiën worden deze week niet op Woensdag-, maar op londcrdag-avond geplaatst. Aangezien wegens het Kerstfeest Vrydag en Zaterdag het „Leidsch Dagblad" WIET zal verscbyneo, gelieven HH. Adveiteerders daarmede rekening te houden. Advcrtenticn voor het Kerstnummer worden tijdig ingewacht. Ol'ficiöol© KennbigeTingen. Inkomstenbelasting 1896. Burgemeester on Weihoudera van Leiden brengen in herinnering, dat n et 31 Deo. a. s. do laatste termijn vervalt van de Inkomstenbelasting en dat alzoo op den laten Januari a. l. de geheel» aanslag meet zrja voldaan. Zij noodigen mitsdien belanghebbenden nlt, om, ter voorkoming van ver vol g ingskoaten, tot de betaling van het versohuldigde ten kantore van don Gemeento-Ontvanger over te gaan. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Leiden, F. WAS, Burgemeester. 21 Doe. 1896. E. KIST, Secretaris. De Burgemeester dor gemeente Leiden brengt ter kennis van helanghebbeDdeD, dat blijkens mededeelirg van den Minister van Bnitenlandsche Zaken do Bolgiache grenzen van 16 December jl. slechte geopend zijn voor runderen en echapen uit Neder land, welke bestemd zijn voor de slachtbank en uitfluitend langs de stations Eesohen, Selzaeto, Achel Vis© en Eamont. Leiden, De Burgemeester voornoemd, 21 Dec. 1896. F. WA8. Burgemeester en Wethouders van Leiden; Gezien art. 6 der Verordening van den 26aten JaDUari 1891 (Gemeenteblad No. 6 van 1894); Brengen ter algemeene kennis, dat tot het doen inschrijven van nieuwe leerlingen voor de open bare scholen voor voorbereidend en voor meer uitgebreid lager onderwijs, gelegenheid zal gege ven worden: voor die voor voorbereidend meer uitgebreid lager onderwijs voor jongens en meisjes, in het schoolgebouw aan de Oude Vest voor die voor meer uitgebreid lager onderwijs: der 1ste klasse, voor jongens, in het schoolgebouw aan do Aalmarkt; der lste klasse, voor meisjes, in het schoolgebouw aan de Boommarkt; der 2do klasse, voor jongens, in het schoolgebouw aan do Pieterskerkstraat; der 2de klasse, voor meisjes, in het schoolgebouw aan de Br eestraat; en wel van den 14den tot on met den listen Deo. e. k., dagelijks (den Zondag uitgezonderd), van des voormiddags halfnegen tot negen uren, en op Maandag. Dinsdag, Donderdag on Vrijdag boven dien van halftwoc tot tweo uren des namiddags. Burgemeester en Wethouder* voornoemd, Leiden, F. WAS, Burgemeester. 10 Dec. 1896. E. KIST, Secretarie. In do gcmeent raadszitting van 1 Septem ber jl. werd besloten tot wijziging van de regeling der veo- en vleescbkeuring en be paal J dat behalve den inspecteur der vee- en vleescbkeuring, zullen wordon aangesteld: een eersto keurmeester van vee en vleesch, op eena jaarwedde van 800, en drie keur meesters van veo en vleesch (de tegenwoor dige keurmeester G. Polder daaronder be grepen) elk op eene jaarwedde van 600, met bepaling dat de jaarwedden voor vier en achtjarigen definitieven dien6t tweemalen kunnen worden verhoogd met 100, tot een maximum voor den eersten keurmeester van ƒ1000 en voor de drie keurmeesters van 800. Tevens werd in het betrekkejyk voorstal van B. en "Ws. medegedeeld dat het voornemen bestond de keurmeesters voor den tyd van één j iar te benoemen en de benoeming te doen ingaan één maand vóór het ontslag, aan de commiezen-rijksambtenaren verloend, ter voo.koraing van onregelmatigheden in den dienst. Ten einde tot de uitvoering van dit besluit te kunnen overgaan, zyn sollicitanten naar de betrokkingen van keurmeester van vee en vleesch opgeroepen. Na onderzoek van de sollicitanten is bet B. en Ws. evenwel, na overleg met den inspecteur der vee- en vleescb keuring, toegeschenen, dat op dit oogenblik geen der sollicitanten voor de betrekking van eersten keurmeester van vee en vleesch in alle opzichten geschikt kan worden geacht, B. cn Ws. achten het daarom gewenscht thans voorloopig, behalve den keurmeester G-. Polder voornoemd, drie keurmeesters van vee en vleesch aan to stellen en de benoeming van den eersten keurmeester voorloopig te verdagen. Later kan dan die keurmeester, welke daarvoor het meest in aanmerking komt en geacht wordt do betrekking naar behooren to kunnen vervullen, tot eersten keurmeester worden benoemd. Op grond van een en ander geven B. en Ws. ^den gemeenteraad in overweging het college de noodige machtigiug te verleenen, om, met afwijking in zooverre van het boven aangehaald Raadsbesluit van 1 September jl., tot de aanstelling over te gaan van drie keurmeesters van vee en vleesch, zoodat als dan voorloopig de dienst zal worden vervuld door vier keurmeesters, terwijl dan later, wanneer een eerste keurmeester zal zijn aan gesteld, het aantal keurmeesters weder zal worden beperkt tot drie. Het voornemen be staat die regeling te doen ingaan met 15 Januari 1897 en aan de commiezen-rijksambte naren ontslag als keurmeester te vorleonen met 15 Februari daaraanvolgende. Naar aanleiding van het verzoek van J. Gk Rietbergen, aannemer van het verstraten van de Groote Beestenmarkt, hot verplaatsen en het leveren van palen en eenige andere werk zaamheden, om kwijtschelding van de hem opgelegde boete wegens te-late-oplevering, berichten B. en Ws. den gemeenteraad het volgende De gunning van het werk heeft plaats ge had den lOden Augustus jl. Het werk moest binnen 8 weken na de gunning opgeleverd zijn, dat is derhalve 5 October, terwijl het is opgeleverd den 24sten October, dus 15 werkdagen te laat. Vertraging in het werk is ontstaan door de feesten op 31 Augustus wegens het plaatsen van de muziektent, enz., hetgeen te zamen op 7 dagen te stellen is. Op dien grond is bo»to toegepast voor 8 dagen to late-oplevering ad ƒ15 per dag, uit makende een bedrag van 120. In overeenstemming met het gevoelen van de Commissie van Fabricage, daaromtrent door B. en Ws. gehoord, komt het hun voor, dat er in dit geval termen bestaan om gunstig op het verzoek te beschikken. In de eerste plaats was h9t weder gedu rende de geheele uitvoering van h9fc werk zeer ongunstig en in de tweede plaats is de gewone wekelijksche veemarkt in geen ealrel opzicht door de uitvoering van het welft be lemmerd en heeft de gemeente ten gevolge van de te late oplevering geen schade geleden. Het zoude alzoo, huns inziens, eenigszins hard wezen om adressant d® gevraagde kwijt schelding van boete ad 120 te onthouden. O ze onlangs overleden stadgenoot D. Hartevclt heeft o. a. ook vijfhonderd gulden vermaakt aan de Christelijke School voor Fabrieksmeisjes, die nu reeds byna dertig jaren geleden door mejuffrouw De Vriese alhier werd opgericht. Het stoffelijk overschot van wijlen dr. W. N. Du Rieu zal a. s. Donderdag op de begraafplaats aan do Groenesteeg worden ter aarde besteld. De ïykstaatsie zal daartoe om twaalf uur van het sterfhuis, Hooigracbt, vertrekken. Te Noordwijkerhout is overleden de ze r eerwaarde hser W. F. Van Kampenhout, pastoor aldaar, in den ouderdom van 72 jaar. Te Hillegom had de aanbesteding plaats voor het bouwen van een dubbel woonhuis aan den Loosterweg aldaar. Inschrijvers waren de heeren A. Gulde- mond, F. Goozen, J. Van der Jagt, J. Adriaansz, P. Menken en G. De Graaf, van Hillegom. Laagste inschrijver was de heer A. Guide- mond voor de som van ƒ2796. De centrale liberale kiesvereeniging voor het hooflkiesdistrict Loosduinen besloot in hare gisteren te 's-Gravenhage gehouden ver gadering uit de „Liberale Unie" te treden. Het heeft H. M. de Koningin-Regentes behaagd de opdracht te aanvaanen van de „Encyclopaedic van Nederlandsch-Indië", onder redactie van de heeren prof. P. A. Van der Lith en F. Fokkens. De 10de aflevering van dit werk zal binnen enkele dagen verschijnen. Het eerste deel (A—G) van dit standaardwerk is met deze aflevering compleet. De leden van de Tweede Kamer de heeren Bool en Vos de Wael konden in den laatsten tyd wegens voortdurende ongesteld heid geen deel nemen aan de werkzaamheden en de heer Viruly Verbrugge wordt door zijn oogenkwaal verhinderd de vergaderingen by te wonen. De nieuwbenoemde pauselijke internun tius, mgr. Tarnassi, is te 's Gravenhago aan gekomen. De heer Tarnassi werd in 1848 te Rome geboren. Als jeugdig priester reeds werd hy belast met een leerstoel in de k' rkgo3cbiede- nis aan het college van de propaganda, waar hy als zoodanig de ambtgenoot was o. a. van den tegenwoor igen kardinaal Satolli en den vorigen internuntius, mgr. Lorenzelli, di- res pectievelijk de moraal en de pbilo-:ophio do ceer len. Wel'ra tot de pauselijke diplomatie geroep?n, was mgr. Tarnassi oerst werkzaam als au iteur te München, daarna te Woenen, om, in de laatste jaren, als secretaris aan de congregatie van buitengewone kerkelijke aan gelegenheden te Rome op te treden. Z. D. H. do bisschop van Haarlem heeft Zaterdag 1.1. in de kapel van het seminarie te Warmond de H. priesterwyding toege diend aan den eerw. heer H. J. Van der Poel; het H. diaconaat aan de eerw. heeren H. J. G. Van Baaren, H. A. Th. Van Dam, J. Van den Dries, C. A. J. Ten Hagen, J. Nieuwen- dyk, J. M. C. Nuyen, J. G. Onel, A. G. Rhee, J. B. Van Rooy, A. D. C. Schollart, J. J. M. Van Vastenhoven en H. J. I. Wentzel; en de wjjding van het sub diaconaat aan de eerw. heeren P. J. Bonnet, G. Van den Boogaard, J. C. Slavan, L. Dolle, H. J. Ch. Haver, P. J. De Kok, Th. Kwakman, M. A. Pieper en L. J. C. Spoorman. Z. D. H. de bisschop van Haarlem heeft benoemd tot kapelaan te Sassenheim den weleerw. heer J. H. M. Peeperkorntot kapel, te Rotterdam (H. Laurentius) den weleerw. heer W. J. J. Van Straelentot kapelaan te Gouda (O. L. Vr. Hemelv.) den weleerw. heer C. B. L. Devoghel; tot kapelaan te Kralin gen den weleerw. heer G. A. M. Waterreus en tot kapelaan te Haarlemmermeer (H. Joan nes de Dooper) den weleerw. heer H. J. Van der Poel, Zaterdag 1.1. priester gewyd. Naar wy uit de beste bron vernemen, berust het bericht, dat de lste luit. der jagers J. P. A. Van Weenen met ingang van 16 Sept. 1897 zal optreden als leeraar aan de Kon. Mil. Acad., op een misverstand. {Tel.) Uit goede bron verneemt het „Hbl.", dat generaal Karei Van der Heijden, commandant van „Bronbeek", zich verloofd heeft met eene damo uit Dordrecht. De „Staats Ct." behelst een Kon. besluit, bepalende, dat in bet jaar 1897 in de provin ciën Groningen, Drente on Noord-Brabant eene keuring zal plaats hebben van voor den krijgs dienst geschikte paarden. De lste luit. kwartm. G. G. De Elauw, van het 4de reg. inf., is overgeplaatst van Gouda naar Delft, in verband waarmede de by het 4de reg. inf. overgeplaatste 2de luit. J. M. S. Hogerland nader ingedeeld is by het 5de bataljon te Gouda. In verband met de invoering van de nieuw model manteljas voor het wapen der cavalerie en veld-artillerie, is door den minister van oorlog bepaald, dat de thans nog in ge bruik zynde overjassen door de officieren tot 1 Juni 1898 mogen worden gedragen. Uit den verschenen staat van het Fonds voor noodlydende kerken en personen, behoo- rende tot de Ned.-Herv. Kerk over 1895, blijkt o. a. het volgende: De ontvangsten bedroegen ƒ64,382.04, waar onder 19727.OS5, welke de collecte opbracht, die in verschillende gemeenten gehouden werd; voorts ƒ6151.06 aan renten, ƒ2000 van H. M. de Koningin en 1800 bydrage uit de baten van den vervolgbundel der Evang. gezangen. De uitgaven bedroegen 63,491.02. Aan kleine toelagen aan gemeenten en personen werd ƒ10,270 geschonken en 19,346 56 aan groote toelagen. Er is dus een batig slot van ƒ891.02. De beschikbare middelen zyn niet toereikende om aan de biliykste aanvragen te voldoen. Daarom hoopt de Synode, dat de offervaar digheid der gemeenten grooter worde. Vele gemeenten toch houden de collecte voor dit fonds in 't geheel niet. Op 19 dezer is door H. M. de Koningin- Weduwe, Regentes, in byzonder gehoor ont vangen de heer C. A. De Gerbaix, graaf D9 Sonnaz, ter overhandiging zyner terugroepings- brieven als buitengewoon gezant en gevol machtigd minister van den koning van Italië by het Nederlandsche Hof. {Sls.-Ct.) Hr. Ms. instructieschip „Nautilus", onder bevel van den kapitein luitenant ter zee L. A. H. Lamie, is den 20sten dezer van Cadix vertrokken ter voortzetting van den oefenings- tocht in den Noord Atlantiscben Oceaan; Hr. Ms. schcner „Zeehond", onder bevel van den kapitein-luitenant ter zee J. Van den Bosch, is dienzelfden datum te Smyrna aan gekomen. Aan de Kamers van Koophandel en Fabrieken te Amsterdam, Rotterdam, Arnhem, 's Gravenhage, 's-Her!ogmbosch, Leeuwarden, Maastricht, Middelburg, Groningen, Dordrecht en Zwolle is door den minister van w., h. en n. gezonden een exemplaar van bet Algemeen Overzicht van den handel van België met vreemde landen gedurende 1895. (Sts.-Ct.) Het stoomschip „Kanzier" vertrok 19 Dec. van Delagoa-Baai naar Vlissingen en Hamburg; de „Prins Willem IV" vertrok 19 Dec. van Nieuw York naar Westlndie; de „Titan", van Amsterdam en Liverpool naar Java, arriveerde 19 Dec. to Port-Said; de „General," van Hamburg en Amsterdam naar Oost Afrika, passeerde 19 Dec. Dover; de „Koningin-Regentes" arriveerde 21 Dec. van Amsterdam te Batavia; de „Sumatra," van Amsterdam naar Batavia, passeerde 21 Dec. Ouessant. Twee knappe Dochters. Op het affiche staat vermeld: Tooneelspel, doch dat is eene vergissing. Het is eenvoudig eene „Posse", een klucht van het zuiverste water. Een solide Duifesche klucht met al den aankleve van dien. Alles, wat wy gewoon zyn daarin aan te treffen, was hier present: een komische papa; twee dochters, die hun gebreken hebben, maar niettemin door dege- ïyke en recommandabele jongelui tot echtge noot begeerd wordendeze jongelingen, deels ernstig, deels dwaas; een typische knecht; nog een solied echtpaar en daarmede zyn de ingrediënten voor het recept compleet. Neem nu van dat alles telkens een handvol, maak het met dri9 theekopjes gemoedeiykheid en één liter banaliteit tot oen flinke pap en laat die onder gestadig roeren met den lepel der karakterloosheid op een zacht vuur van afge zaagdheid goed gaar worden. Neem dan zoo veel uien als ge krygen kunt, snyd die goed fijn en strooi ze er zorgvuldig over heen. Kunt ge eenig Attisch zout machtig worden, meng dit er dan voorzichtig in en laat het geheel langzaam afkoelen. (Wees met dit laatste toevoegsel zeer voorzichtig; neem vooral niet to veel, want voor velen bederft dat juist den smaak). Dien het zonder preten- sies op en vraag een niet veeleischend gezel schap. Als wy nu dat recept goed voor oogen houden, dan kunnen wy tegenover „Twee knappe dochters" zeer welwillend gezind blyven, dan is het zelfs wel vermakeiyk om aan te zien hoe de papa met en door zyn veelbelovende spruiten sukkelt. En je kunt er mee sukkelen, met zoo'n tweetalDe eene is advocaat, „summa cum laude" gepromo veerd in het vrye Zürich, de andere pianiste, nog op het conservatorium te Beriyn. Op beiden is de vader, Wilhelm Dittricb, genaamd „De Zeepmajoor", niet weinig trotscb, doch beiden zullen hem radicaal van die trotsch- heid genezen. De doctor juris, door zyn procos te verliezen, de pianiste door in de tram rendez vous te geven aan den man harer keuze, Fred. Winkl r, sportsman en toevallig ook een verstandig man er by. Beide dochters ontloopen het ouderlyk huis en nemen hun toevlucht tot hun zwager, een eerzaam, bierminnend meubelmaker,- die met den advocaat Ri hard Normann de schoone taak deelt het gezond verstand te vertegen woordigen, voor zooverre de mannen betreft. Voor de vrouwen doen dat Mevrouw Dittrich en de echtgonoote des meubelmakers, Clara. In vroolyke luim, zeer laag by den grond, worden nu vier bedryven gebruikt om eerst den boel in de war te sturen en daarna ten huizo van Henneberg, den meubelmaker, alles weer in hot reine te brengen, en in die vier acte8 zien en hooren wy zeer veel dols en vermakeiyks en hier en daar ook wel iets aardigs. Onder al het verbazend flauwe en bas- comique mogen wy als aardig niet vergeten te vermelden de geheele figuur, uit de laatste acte, „die in een bedienrol komt." De knecht, die zoo dol op de comedie is en zoo dweept met Ibsen, maar hem toch een bedrieger vindt, omdat in „Spoken" „geen aasje van een spook te merken is", is inderdaad in hooge mate kluchtig. '8 Mans opmerkingen over, vergeiy- kingen met en gevolgtrekking n uit Ibsen zyn nog het beste van het heelo stuk. Maar wy willen op al het overige daarom niet laag neerzien. Het is zoo goed bedoeld en zoo eerlyk en eenvoudig gedaan. De schryver3 Oscar Walther en Leo Stein zyn bepaald goedige menschen, die nu ook eens een aardigheidje wilden hebben en zonder verwaandheid of grooto verwachtingen samen gezelligjes aan het morsen togen. Ze wilden niet iets moois maken, iets goeds of iets artistieks, wel neen, het was alleen om de pret te doen, en daarom ploeterden ze maar voort, net als een paar jongens, die eerst bellen hebben geblazen, maar eindigen met elkaar met de zeepsop om de ooren te gooien en dan een pleizier hebben van belang. Ze hadden wat zeep genomen van Moser, l'Ar- ronge, Schöntban, Kadelburg en van wie weet hoeveel andere Duitsche fabrikanten, en toen alles op en klaar was, riepen ze de vriendjes er by en zeiden: „Nou moet jullie eens komen kyken, dan zul je lachen." En de vriendjes kwamen en lachten, dat ze schudden. Die moreele verplichting is ook hot Leid- scho publiek gisteravond nagekomen. Heel talryk was het niet, maar gelachen heeft het des te meer. Kermisstukken moeten er immprs ook wezen en als ze dan maar naar eisch gespeeld worden, dan hebben cia toch ook al weer hun eigenaardige aantrekkeiykheden. Over het algemeen zal men er geen mooi, fijn, gevoeld spel in zoeken of verwachten, maar dat behoeft dan ook niet. Als het stuk maar vlug en vlot over het tooneel gaat, dan is al aan een voornamen eisch voldaan. En in dat opzicht hadden wy niet te klagen. Aan opgewektheid, aan levendig, opgeruimd spel was in het algemeen (ik herhaal die woorden met nadruk) g9en gebrek. Jacques De Boer, de eeuwige clown, waa maller dan ooit; Tourniaire en Yerenet wed ijverden met hem in dwaasheid en gaven goed, los spel te zien. Clous is byna altyd een zeer sympathieke figuur, het was een ge noegen hem, na zoo lange afwezigheid, weer een3 in Leiden te zien. A. Van Zuylen, die „in de bedienrol" kwam, was uitstekend. Mevrouw Róssing was de vrouweiyke doctor juris en haar zouden we enkele oogenblikken wat anders gewenscht hebben. Soms viel zy uit den toon en werd melodramatisch, andero momenten was za styf of ruw. Zy moet wel bedenken dat de eigenaardigheden op Johanna's karakter maar kleven als een zeer dun laagje vernis, anders zou Normann met eene boven- menschelyke scherpzinnigheid begaafd moeten wezen om dadelyk by de eerste kennismaking al te merken, dat dat alles maar lo3se, zuivere aanstellerij is, een kinderachtig, aangeleerd comediespel. Dat moet biy ven doorschemeren, en dat deed het niet. Doch het beste hebben wy voor het laatst bewaard, datgene, wat ondanks al het gewone, toch voor ons deze uitvoering belangryk maakte. Dat was de verschijning van mej. Rud. Scheffer, een nieuwe aanwinst voor het Nederlandsch Tooneel. Sinds September, na de Tooneelschool verlaten te hebben, is zy aan de Kon. Vereeniging verbonden en de rol van Frieda was de eerste rol van gewicht, die haar werd toevertrouwd. Deze rol is een ware triumf voor de jeugdige actrice; stormender hand heeft zy hierin bet publiek ingepakt en zyn gunst veroverd. In het stuk heeft zy het uit de courant voorgelezen: „Na een zóó verdienstelyk debuut durven wy der jeugdige kunstenares gerust een schitterende toekomst voorspellen", en, met geringo wyziging, kunnen wy deze woorden op de echte actrico toe passen. Haar verschynen belooft inderdaad zeer veel. Ze is jong, innemend van uiteriyk, los, ongedwongen, sierlyk in bare bewegingen zy toont te begrypen en te voelen, te kunnen spreken, handelen en zwygen. Met byzondera belangstelling en waardeering hebben wy voortdurend haar geheele zyn op het tooneel gadegeslagen, om tot de overtuiging te komen, dat d&ar iemand vóór ons stond, in wie een niet te miskennen kracht schuilt, eene kracht, die in de toekomst, by voortgezette ernstigs studie en degelyk streven, nog veel goeds on schoons zal tot stand kunnen brengen. De eerste, moeilijke schrede op het oneffen pad der kunst is gedaan, zy staat nu reeds op vaste voeten, en van harte wenschen wy haar toe, dat succes on waardeering haar op haar kunstenaarsloopbaan steeds mogen biy ven vergezellen. v. B. TWEEDE HAMER* In de Tweede Kamer werd gisternamiddag de behandeling voortgezet van het wetsont werp, houdende bepalingen omtrent den accyns op suiker. De heer Hintzen constateerde, dat tegen over de voordeelen van dit ontwerp ook nadoelen zyn. Een nadeel is de band, waarin de industrie bekneld biyft, en den invloed, dien het zal hebbon op den invoer van onze koloniale suiker. Doch ook de voordeelen van 't ontwerp worden door spr. niet voorbygezien; ook hy zag gaarne, evenals de heer Bastert, verlaging van den suiker-accyns. Dit wetsontwerp is een gevolg van de treurige misslagen, dio in de laatste jaren zyn begaan op het ge bied van suikerwetgeving en waarin meer stabiliteit had moeten bestaan. Van dat gemis aan stabiliteit hebben wy niets dan teleurstelling gehad, en al de misslagen, die zyn begaan in onze suikerwetgeving, zyn voor een groot deel het gevolg geweest van voor stellingen van de fabrikanten, waarvan defiscus de dupe is geweest. Daarom juichte spr. dit ontwerp toe, want bet groo'e kwaad is, dat de buitenlandsche mogendheden tegen elkander concurreeren in het verleenen van bescher ming aan de industrie. Te wachten op het buitenland met afschaffing of vermindering van de protectie ware gevaarlyk. Met 's Ministers cyfors ging spr. intusechen niet geheel mede.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1896 | | pagina 1