N°. 112£1.
Maamdag; 14 December.
A®. 1896
(Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van <Zon- en feestdagen, uitgegeven
feuilleton.
„Weesliuismanieren."
LEID
PRIJS DEZES COURANT:
Voor Leiden per 3 maanden. f 1.10.
Franco per post. 1.40.
Afzonderlijke Nommers -» 0.05.
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 1 6 regels f 1.05. Iedere regel meer f 0.17£. Grootere
letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad
wordt f 0.05 berekend*
Financiëele Kroniek-
De stemming ter Beurze was nogal ver
do?ld. Aan den eenen kant oene gunstige stroo
ming voor industriëele en tabaks waarden,
en eene opgaande markt voor een deel der
buitenlandsche StaatsfondB6n aan den anderen
kant een gedrukte en beklemde geest op de
Amerikaansche Spooiwegmarkt. De oorzaak
voor de opgewekte houding der industriëele
waarden moet voornamelijk wel worden ge
zocht in den levendigen handel inPetroleum-
aandeelen, in verband met de kapitaal-ver
grooting der Maatschappij v. Petroleum-
bronnen in Indiê. De vraag zoowel naar
de aandeelen als naar de bewijzen van inschry-
vingsrecht was zeer uitgebreid en bleef onver
zwakt aanhouden. Het buitenkansje voor de
oude aandeelhouders is dan ook niet ge
ring, wanneer men nagaat, dat zij het recht
tot inschrijving hebben op een beperkt aantal
nieuwe aandeelen, tegen een koers van 370
pet., welke feitelijk e9ne waarde van 850 a
900 pet. vertegenwoordigen. "Wel moet een
bedrag van 440 pet. worden opgebracht, doch
daaronder i3 70 pet. dividend begrepen over
het jaar 1896, hetgeen dus in het begin van
1897 weer wordt terugontvangen. De aan
deelen der Neder 1. Petroleum-maat-
8 c h a p p y, en de Maatschappij der bronnen
in G a 1 i c i liepen ook meer of minder be
langrijk omhoog, hoewol de opgewonden be
richten omtrent de boring in Galicië tegen
woordig voor wat meer gelouterde hebben
plaats gemaakt. Aandeelen Steenkolen-Maat
schappij Oost-Bornoo maakten in het
begin der week een belangrijken sprong, om
daarop echter te blijven dobberen. Deze ver
betering stond in verband met het afsluiten
van een extract met het Indische gouverne
ment, voor de levering van steenkolen gedu
rende een tijdvak van 6 jaren.
Voor de aandeelen in diverse tabaksonder-
nemingon begint de horizon op te klaren,
daar toch op de veilingen, in den laatsten
tijd gehouden, steeds betere prijzen voor de
aanvoeren werden gemaakt. Op een der laatste
inschrijvingen werdtu prijzen boven die van
het vorige jaar behaald en het ontbreekt
tavons niet aan zeer groote belangstelling en
kooplust. De meeste soorten konden eene
belangrijke verbetering behalen; K er rings
blijven echter voortdurend veronachtzaamd,
wellicht in verband met de lage prijzen, voor
de oogsten dezer onderneming besteed. Echter
moet ook op de kost n een9 aanmerkelijke
verlaging zijn verkregen, zoodat een verlies-
saldo op cie exploitatie nog niet zoo zeker
wordt geacht. Aandeelen Langkat-Tabak-
Maatschappü vervolgden hunne stijgende
.beweging, hoewel ten slotte door winstver
koopen eenige reactie ontstond.
Pandbrieven Northwestem-Hypo-
theekbank blijven zonder eenige aanlei
cing op en neer dobberen. De verschillende
comités trachten nog steeds, ieder voor zich,
de controle over het pandbrieven-kapitaal
meester te worden, en het is slechts te be
treuren, dat voor eene tegemoetkoming aan
beide zijden en één gemeenschappelijk samen
werken nog weinig vooruitzicht bestaat. Daar
over blijken alle beschouwingen eenstemmig:
dat met geduld en zonder bijzondere gebeur
tenissen in Amerika, nog zeer veel van de
geleden verliezen kunnen worden ingehaald.
Onder de buitenlandsche staatsfondsen is
in de positie der Spanjaarden wel eenige
verbetering gekomen, hoewel deze meer op
de buitenlandsche Beurzen viel waar te nemen
dan op de Amsterdamsche markt, waar slechts
eene matige koersverhooging tot stand kwam.
Het bericht van het sneuvelen der beide hoofden
van den opstand schijnt ditmaal waarheid
te bevatten. Wat hiervan de gevolgen zullen
zjjn, is nog niet te voorzien, doch spoedig
zal daaromtrent wel eenige aanduiding ge
schieden, waarbij veel zal afhangen van de
uitwerking, welke deze gebeurtenis op de
opstandelingen op Cuba heeft uitgeoefend.
Voor Spanje is het natuurlijk van het aller
grootste gewicht om te weten of de hande
ling van Maceo was een laatste wanhoops
poging, dan wel een driester optreden tegen
over generaal Weyler, wiens positie deeriyk
aan het wankelen was. In het eerste geval
zal eene onderwerping vermoedeiyk niet lang
meer uitblyven, in het laatste geval zal deze
gebeurtenis wellicht niet meer zyn dan een
episode in de Cubaansche lydensgeschiedenis.
In het verkrygon van meer kapitaal is
Spanje overigens nog niet geslaagd. Aange
moedigd door het succes, hetwelk de nieuwe
leening onlangs heeft gehad, heeft de regeering
opnieuw getracht met het huis Rothschild in
onderhandeling te treden over het sluiten ecner
leening mot het kwikzilvermonópolie tot onder
pand. Ook ditmaal heeft men voor de eer
bedankt en zal Spanje naar andere middelen
moeten omzien om de benoodigde middelen
machtig te worden. Wellicht, dat ook hierin
door de gebeurtenissen op Cuba eenige wyziging
wordt geschapen.
Portugeesche fondsen zyn in den
laatsten tyd aan bet afbrokkelen, waartoe de
toestand der financiën wel eenige aanleiding
geeft. Zoowel voor de gewone Staatsfondsen
als voor de tabak-obligatiön stelt zich de
toestand ongunstiger. Wat deze laatsten
betreft, maakt het een ongunstigen indruk,
dat door den hoogen wisselkoers de middelen,
door het tabak-monopolie opgebracht, niet
voldoende zyn om den geheelen dienst der
nieuwe tabaks-leening 2de serie te dekken,
en evengoed als de regeering onrechtmatig
is overgegaan tot het toelaten van een tweede
verband op de eenmaal afgestane inkomsten
van het monopolie, evengoed acht men de
mogelijkheid niet buitengesloten, dat de regee
ring de beide serieën als één enkele schuld zal
gaan beschouwen. Wat de overige Portugeesche
schuld aangaat, daarvoor is het van belang
na te gaan hoe de douane ontvangsten sedert
1 Juli aanvankeiyk zyn teruggegaan, zoodat
wel eenigszins te vreezen staat, dat de extra-
uitkeeriog van rente in het volgend jaar wel
iets minder zal bedragen.
Onder de Zuid-Amerikaansche papieren
muntten vooral Brazilianen door zeer
willige houding uit. Yoornameiyk was hier
voor de houding der Parysche Beurs van
gewicht, alwaar de verkoopen voor een bekend
lid der financiëele wereld, dat zich ia eenige
moeiiykheden bevond, hebben opgehouden,
waardoor de markt van een zwaren druk
word ontheven. Tevens worden de nieuwe
plannen der regeering, om door het sluiten
eener nieuwe leening den omloop van het
papieren geld te dekken, zeer toegejuicht,
waardoor men verbetering van den wissel
koers en daardoor tevens verbetering van den
handelstoestand hoopt te verkrygen. Dit laatste
laat zich duidelijk verklaren, wanneer men
nagaat, dat het papieren geli sterk in waarde
is gedaald en de effectieve waarde niet veel
meer bedraagt dan een derde der nominale
waarde.
De Amerikaansche Spoorweg-
markt bleef voortdurend in onzeker geslinger.
De inhoud der met zooveel spanning ver
wachte boodschap, door den President der
Yereenigde Staten tot het Congres gericht,
is bekend geworden en heeft in Amerika
minder storm en beweging teweeggebracht
dan aanvankeiyk werd gevreesd. De alge
meens verwachting was eene vry scherpe
houding tegenover Spanje aangenomen te
zien, doch president Cleveland heeft zich te
dien opzichte niet van zyn stuk laten brengen
en zyn bedaarde neutrale houding weten te
handhaven.
Zyn bewoordingen tegenover Spanje waren
zelfs van eenigen sympathioken aard.
Toch heeft hy aan het slot zyner be
schouwing even de tanden getoond en er op
gewezen, dat de Cubaansche opstand wel eens
te lang zou kunnen duren en dan de Ameri
kaansche belangen zou kunnen benadeelen.
In dat geval zou Amerika echter genoodzaakt
zyn om de vriendschappelyke gezindheid op
te offeren en uitsluitend de eigen belangen
voor oogen te houden, op welke wyze dit
ook zou moeten geschieden. Hoewel dit laatste
eene duideiyke waarschuwing is, heeft toch
de boodschap, door den vriendschappelyken
toon, waarin zy is gesteld, over het algemeen
eene gunstige beoordeeling uitgelokt, en hoewel
de markt aanvankeiyk terughoudend was,
werd zy later, by meer kalme beschouwing,
iets gunstiger.
Wat echter door den President met veel
tact was behouden, werd door diens staats
secretaris Olney bedorven. Wel beweegt hy
zich in het spoor van Cleveland wat betreft
het buiten de zaken blyven tusschen Spanje
en Cuba, doch levert een veel krasser betoog
over het ernstige en tevens onhoudbare van
den toestand, zoodat alweer wordt gevraagd
welke uitwerking deze nota zal hebben. De
eerste gevolgen doen zich wellicht reeds voor.
Zoowel by het Congres als den Senaat zyn
reeds verschillende interpellaties aangekondigd,
waaronder een voorstel van den bekenden
senator Hill, om Cuba door Amerika te doen
bezetten. Het zal in beide Huizen voorloopig
wel tot storm en geloei blyven, doch dergelyke
houdingen zyn zeker niet bevorderlyk om de
markt gerust te stellen. In Spanje is dan
ook een vreeseiyke woede en verontwaardiging
losgebroken, doch eenige werking naar buiten
valt daarvan gelukkig niet te bespeuren.
Een ander tec-r punt is door president Cle
veland aangeroerd, nameiyk de spoedige ter
hand-neming eener schuldregeling voor de
Pacific-spoorwegen, in de eerste plaats
voor den Union-Pacific. De regeering acht
een handelend ingrypen dringend noodig, daar,
volgens de boodschap van den President, het
voornemen schynt te bestaan om den gerech-
telyken verkoop ten behoeve der eerste-hypo-
thekeD, op die gedeelten van het net toe te
passen, waarop de regeering het recht van
tweede-hypotheek uitoefent. Ten einde nu de
regeering voor dringende verliezen te bewaren,
wil zy zoo spoedig mogeiyk (op 1 Januari
1897) voor de bescherming harer belangen
handelend optreden. Hoewel het nu niet geheel
onmogeiyk zou zyn, dat het reorganisatieplan
der Union-Pacific er toe zou kunnen leiden, dat
een verkoop uitsluitend ten gunste der eerste-
hypotheek-houders werd verricht, zonder be
kommering om de regeeringsbelangen, is toch
in het reorganisatieplan met de regeerings-
schuld rekeniDg gehouden, en hoewel de daar
voor aangewezen 4 pets. goud-obligatiën be
neden het nominaalbedrag der regeeringsvor-
deringon blyft, vertegenwoordigen zy echter
eene grootere werkelyke waarde dan de tweede
hypotheek vordering der regeering. Daarom
zal het met deze inmenging door de regeering,
wel evenzoo gaan als met de tallooze vroe
gere pogingen, om door tusschenkomst van
het Huis eene regeling der „Pacific"-schulden
tot stand te brengen. Ryjnlanclsche Bank.
TWEEDE KAMER.
Yoortzetting der behandeling van het Hoofd
stuk Justitie der Staatsbegrooting voor 1897.
De heer Goeman Borgesius gelooft, dat,
wanneer deze minister van financiën straks
zyn portefeuille aan een ander zal overdragen
(gelach), zyn persoon by zyne ambtenaren,
ook by de mindere ambtenaren, in gezegend
aandenken zal blyven. Verschillende gunstige
beschikkingen werden door hem genomen,
zoo o. a. om aan ambtenaren met een trakte
ment beneden f 1200 dit per maand in plaats
van per 3 maanden uit te betalen. Spreker
zou echter verder willen gaan en by hoopt,
dat, als dit door de ambtenaren gewenscht
wordt, de Minister daartoe zal medewerken.
De ministers met f 12,000 traktement worden
per maand betaald en eveneens de Kamer
leden.
Hulde brengt spreker ook aan 's Ministers
werklust, al was by niet altyd met zyn werk
ingenomen. Met genoegen nam spreker kennis
V3n de betere regeling der borgstelling van
comptabele ambtenaren.
Een enkel woord ovor de vermogens- en
bedryfsbelasting. Met don heer Willinge is spr.
het eens, dat er te weinig gelegenheid wordt
gegeven om inlichtingen te verstrekken by
aanslag in de vermogensbelasting, afwykende
van eigen aangifte. Tegen streng optreden
by ontduiking heeft spreker, en zeker de ge
heeld Kamer, geen bezwaar. Nu nog een
enkel woord over den accyns op het gedistil
leerd, die 26 millioen per jaar opbrengt. Met
klem drong spreker er op aan, dat de Minister
met kracht optrede tegen clande3t;enen drank',
verkoop, tegen fraude in de branderyen en
tegen smokkelary, die in de laatste jaren even
wel al veel verminderd is.
De heer Fan Borselen drong aan op ver
laging van grondbelasting.
De Minster van financiën (de heer Sprenger
van Eyk) wees er in de eerste plaats op, dat
men by belastingbetalen helaas de les ver
geet: „Geeft den keizer wat des keizers is."
Helaas, want daardoor worden de ambtenaren
gedwongen tot maatregelen, die ook voor hen
minder aangenaam zyn. Het is waar, er be
staat ten aanzien van de vermogens-en bedryfs
belasting een plicht tot geheimhouding, maar
wanneer de ambtenaren kennis krygen van
ontduiken, moeten zy daarvan kennis nemen,
ook al noemt men hen dan ook lastig. Alle
bezwaren tegen de vermogens- en bedryfs-
belastnig zyn natuurlyk nog niet overwonnen.
Op de vraag om verruiming van de procedure
voor de Raden van Beroep kan de Minister
op dit oogenblik geen antwoord geven, want
het is heden voor het eerst, dat de Mit ister
de noodzakelykheid daarvan hoorde beweren.
Gevraagd werd om den geslachts-accyns
zoo maar eens eventjes af te schaffen. De
Minister heeft geen sympathie voor dien
accyns. Maar zoo ineens 3 millioen op te
offeren, dat gaat niet. Ei iemand, di9 zegt:
„Och, deze Minister weet wel 3 millioen als
aequivalent te vinden", moet de Minister
tegenvallen (gelach). Hy ziet er geen kans voor.
De heer Zyp, die heden niet zoo gunstig
gestemd was als anders (algemeen gelach)
zeide, dat de Minister niets gedaan had, dat
hy heeft stilgezeten.
En daarvoor heeft de Minister nogal zoo hard
gewerkt (gelach). Hy heeft niet stil gezeten,
maar de zaken, waarover de heer Zyp sprak,
zeer nauwkeurig overwogen, maar het oogen
blik is zeer ongeschikt, om daarmeie thans
aan toord te komen.
Yoor vrystelling van grondbezitters van de
vermogensbelasting bestaat gesn reden. Daar
over is hier lang en broed gesproken.
Voor verhooging van den drank-accyns, om
dat de kroeghouders profiteeren by de be
dryfsbelasting, bestaat ook geen reden. De
Minister dankte den heer Goeman Borgen.us
voor zyn woorden van orkenteiykheiJ. Hy
zeide, dat de naam van dezen Minister by zyn
ambtenaren in gezegend aandenken zou bly
ven. „Welnu, de Minister hoopt dat" (gelach).
Wanneer den Minister blykt, dat een aantal
ambtenaren uitbetaling per maand vorlangen,
is hy bereid daaraan te gemoet te komen.
De Minister zal gaarne medewerken om
drankgebruik te beperken. Aan hetverlmgen
van den heer Tydeman omtrent de uitvoiring
van de bedryfsbelasting voor personen, die
in den loop van 't jaar gepensionneerd
werden, kan de Minister op dit oogenblik niet
voldoen.
Het wetsontwerp tot verzekering van de
bedryfsbelasting voor vennootschappen, die in
Indië werken en hier hun zetel hebben, is
gereed.
Na repliek van de heeren Willinge en
Sl.ot.)
Hy liefkoosde het getal als 't ware met
zyn blik. Daarop sloeg hy hot boekje weer
dicht 6n stak het in den zak. Hy stond op,
om by de halte de tram te verlaten. Een
paar zy straten en hy was thuis l
D) deur was gesloten. Het was al halfelf,
en t9 Weenen worden de huisdeuren om tien
uur '8 avon is gesloten. De oude portiers-
vrouw die op zyn schellen open deed, maakte
ee.i diepe buiging, toen zy by het licht harer
handlantaren den soliden jongen man van
de tweede verdieping herkende. Gstattner
wisselde een paar vriendelijke woorden met
haar en drukte haar een twintig-kreuxer-stuk
in de hand, welke vrygevigheid zyn onraid-
deliyke verheffing in den adelstand ten
gevolge had.
„Dank u zeer, meneer Yon Gstattnerl"
„Een kwartier later lag de heer Gstattner
op één oor en sliep den slaap des recht
vaardigen. Hy sliep altyd uitstekend.
Den volgenden morgen, tom zyn hospita
hem het ontbyt bracht, nam de goede vrouw
op een stoel plaats, om hem een weinig
gezelschap te houden, opdat de brave man
het niet zoo eenzaam zou hebben. Terwyi
hij do heeriyke koffie met welgevallen slurpte,
vertelde zy hom, dat er al weer een groote
inbraak in do courant «tond.
•Wat - al weer?" vroeg hy met die belang
stelling, welke de eerlyko staatsburger voor
zulke euveldaden aan den dag legt; maar
dat is verschrikkelykMag ik de courant even
inzien, juffrouw Himmelbauer?"
De vrouw haalde de courant en bracht het
theegoed weer weg, om den commensaal by
het lezen niet te storen. Gstattner las het
drie kolommen lange bericht met groote
attentie.
Toen hy las, dat het aan de barones R.
ontstolen kistje een waarde van meer dan
acht duizend gulden bevatte, glimlachte hy
vergenoegd. Daarentegen schrikte hy, toen
by las, dat de inbraak reeds om halfvierdes
middags ontdekt was, op welk uur de barones
uit Baden onverwachts terugkeerdo. Het slot
van het bericht stemde hem echter weer
vroolyk. Daar heette het: „De opgewonden
heid in de stad is groot. De misdaad wordt
overal druk besproken en de meeningen
daarover zyn verdeeld. Sommigen meenen
nameiyk, dat men te doen heeft met een
nieuw levensteeken van het gevaariyk individu,
dat reeds sedert verscheidene jaren zyn bedryf
uitoefent en in de woningen van menschen,
die in de badplaats vertoeven, inbreekt.
Anderen daarentegen meenen, dat in dit geval
iemand, die zeer goed met de plaatseiyke
gesteldheid op de hoogte was, de misdaad
gepleegd heeft. Tot deze laatste opvatting,
die vooral steunt op het feit, dat de onbe
kende inbreker alleen de linnenkast, die het
kostbare kistje bevatte, geopend heeft, helt
ook de politie over, en van dat standpunt
heeft zy een omvattend onderzoek ingesteld.
Het is te hopen, dat het geluk haar ditmaal
gunstiger is dan in de talryke onopgehelderd
gebleven dergelyke gevallen der laatste
jaren."
„Die arme politie 1" spotte Gstattner, terwyi
hy de courant netjes dichtvouwde jen voor
zich neer legde. „Ik vrees, dat zy ook ditmaal
niet3 zal vinden. Zy is al op een spoor. Nu
worden waarachyulyk alle personen, die in
het huis portier waren of het hadden kunnen
worden, onder toezicht gestold. Ik heb er
niets op tegen. Als ik myn kistje maar had I"
Als door dezen wensch te voorschyn ga-
tooverd, trad, na ferm geklopt te hebben, de
postbode de kamer binnen. Hy bracht het
kistje, dat Gstattner, nadat de beambte zich
verwyderd had, ongeopend in een vak van
zyn schryftafel sloot. Het zegel was onge
schonden.
Hy ging nu een poosjo, zacht fluitend, in
de kamer op en neer en bouwde zich trotsche
luchtkasteelen. Daarop begon hy zich te
kleeden voor zyn officiéél huweiyksaanzook,
met opgewektheid en liefde, als een respec
tabel jongmen8ch. dat een meisje ton huweiyk
gaat vragen en geen blauwtje te duchten
heeft.
Juist had hy zyn rok aangetrokken, toen
eensklaps de deur opengerukt werd en twee
heeren binnentraden.
De witte das in de neerhangende rechter
hand, stond Gstattner als versteend en staarde
met wyd opengesperde oogen den heer aan,
die zyn jas opende, zoodat het ambtsteeken
van den politie-commissaris zichtbaar werd.
„Yincentius Gstattner, ik arresteer u in
naam der wet."
Juffrouw Leopoldine Yon Urban had een
onaangenamen Zondag, want de huwelyks-
candidaat was niet gekomen, en haar moeder
raasde. Wie anders kon de oorzaak zyn, dat
de jonge man zonder excuus te vragen weg
bleef, dan Tini, die uit louter overspanning
heur ouders niet wilde verlaten? Zy had
hem gisteravond in de voorkamer bepaald
beleedigd, doodeiyk beleodigd. Wat baatte het
haar, dat zy weende en haar onschuld be
zwoer? De scheldwoorden hagelden slechts
des te dichter op haar neer.
De oude heer Yon Urban vroeg, of hy
niet zou vragen, wat er aan haperde. Maar
de oude vrouw verbood hot hem uitdrukkeiyk.
„We kunnen den man niet naloopen. Hy
zal geschreven hebben, en do brief zal morgen
wel komen; dan zullen wy lezen, wat de
domme gans weer uitgehaald heeft."
Daarmede had zy voor dezen dag haar
laatste woord gesproken. Zy zat op haar
stoel voor het venster, als een doofstomme
furie, en breide, zóó, dat de naalden warm
werden. Man en dochter slopen met bange
gezichten door de woning en durfden geen
woord zeggen. Men ging vroeg naar bed op
dezen akeligen Zondag.
Den volgendon morgen bracht de courant
de schitterende rechtvaardiging van Leopol
dine. Gstattner was door zyn oude manchetten,
die in de kachel in de woning van barones
R. gevonden waren, verraden. Een detective
had het loopende nummer der wascbinrichting,
dat op do binnenzyde te lezen was, opge
schreven en op eigen gezag dit spoor gevolgd.
Zyn bemoeiingen leidden spoediger tot het
doel dan hy vermoedde. In de eerste wasch-
inrichting, waar hy navraag deed, hoorde hy
nameiyk, dat slechts één waschinrichting te
Weenen zulke hoog loopende nummers ge
bruikte, de Wahringer Stoomwaschinrichting,
die alleen voor „kleine luyden" werkte. Daar
liet hy zich het klantenboek openslaan en
kreeg het adres van den heer Yincentius
Gstattner, den voortreffeiyken jongen man
met de uitstekende getuigschriften.
De misdadiger had voor 't overige direct
by het eerste verhoor alles onomwonden
bekend en verklaard, dat hy het oogmerk
gehad had, een vermogen by elkaar te stelen,
dat hem in staat stelde, te trouweu en in
den staatsdienst te treden.
Toen de misdadiger na deze bekentenis
weggevoerd was, had hy met een kracht, die
niemand in den zwak uitzienden man ver
moed had, de politie-agenten rechts en links
tegen den muur geslingerd en was van een
zeer hoogen trap gesprongen. Hy bleef op do,
plaats dood.
Yoor de familie Yon Urban was de ont
maskering van den soliden jongen man
onaangenaam en aangenaam tevens. Onaan*
genaam, omdat de heer Yon Urban pensioen^
moest aanvragen, om aan de spottende blikkei^
der collega's te ontkomen; aangenaam, omdat
met mevrouw Von Urban een volledig
omkeer plaats had. Zy laat sedert den mar
zyn recht en is heel lief tegen haar dochter.
Deze trouwde later nog met een jongeren
collega van haar vader.