J. VAN DER STOK,
1
M tour ia Psïis-l'iiiiisilfj
SPOOR's Landbouwkantoor,
ieiolijkt liisloiieljjle ei luxe-Ariikelen,
Orooie Poppenverloting.
POPPENVERLOTING.
Wegens
H. F.
L. MEIJBOOM,
Buitengewone Koopjes voor SL-Nicoiaas-Cadeaux.
De Gracieuse.
Haarlemmerstraat 130.
HAARLEMMERSTRAAT 46. sois 40 A. DE LEEUW.
11280,
Dinsdag 1 December.
A0.1896
(§eze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van §on- en feestdagen, uitgegeven
Kantoor: Burgsteeg 2 a, 2 b, LEIDEN, Depot: Vischmarkt 19. 8239 30
La Lampe Beige.
1 J. L. CREYGHTON.
1
H Aalmarkt 25,
Goud
Zilver,
Koper,
Messing,
Globe-Poets-Extrakt.
Fritz Schulz Jun., Leipzig.
Hoogevroerd 55, Leiden.
Openiug Vrijdag 4 Dec. a.s. van SPÖOR's Landbouwkantoor,
Verkoopers van alle Artikelen, Machinerieën en Gereedschappen op Landbouwgebied.
Lonkersteeg 14.
Groote sortwii üplit liMililte ei Lras-ArtlMa.
Bijzonder voordeelige aanbieding daarvan.
Van af heden tot en met 5 December ontvangt
elke kooper voor de waarde van twee
gulden gratis een nummer, deel-
GROOTE SORTEERING
bijzonder voordeelige aanbieding daarvan.
nemende aan de groote
plaatsgebrek: finale OPRUI
MING van alle SPEELGOE
DEREN, tegen ongekend
lage prijzen. Uitsluitend
a contant, bij
H. C. MIS, Meuwe tiijn 55.
Bridespeldjes.
Amstel 149, Amsterdam,
Zijden Flokken met flanel gevoerd, Laken Ftokken, Bonten Kragen,
Moffen, Veeren Cols, Cols met Kopjes, Lames- en Kinder-Boezelaars,
Kinderjurken, Blouses, enz.
F euilleton.
LEIDSCH
DA&BLAB.
J
PRIJS DEZER COURANT
Voor Leiden per 3 maanden. f 1.10.
Franco por post"1.40.
Afzonderlijke Nommers0 On
Van
PRIJS DER ADVERTENTIËN
1 6 regels f 1.05. Iedere regel meer f 0.17J. Grooter#
letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad
werft f 0.05 brvr-,"~~
HERMAN F. A. DAMEN *fc ZOON, AVijiiliaiiclelai-eii-SIolle verajiciei-s.
Sterk Liclitgerend Vermogen.
Eenvoudige Constructie.
Volkomen Veiligheid.
Door deze voordeelen is deze Lamp
de meest practische aller Petroleum
lampen, terwijl dit door een bijna
ga 10 jarig georuik voldoende be
ul wezen is.
Eene groote verscheidenheid Hang-
fren Staande lampen van dit Systeem
is in ons Magazijn geëtaleerd en
vestigen wij vooral de aandacht op
de fi|nerc Hanglampen, die geheel
van massief, fijn gepolijst Koper
gemaakt zijn. 8455 25
Inlmnrl t LEIDEN.
FS3
Zij, die lijden aan
l?S\llfilialA Vallende Ziekten, Krampen
en andere Zenuwachtige aan
doeningen, vragen Brochure hierovtr. Ver
krijgbaar gratis en franco l\j de Schwancn-
Apoilickc, Frankfurt a/JI. 5637 6
/POETS;.,;.
rvTRSKT-'^v V "*1
&23J ssasÉü-l
■v.V >"A;lsen echt
.„,5c1ir'liiUi!> firma El
eipzig. 'i'
I aedeggS
kortom alle ynetalen
bereiken den 7661 32
moolsten glans
door gebruik van
Elke proef heeft
voortgezet gebruik ten gevolge.
Alleen echt met het gedeponeerd merk
Een rootle Streep met Globe.
met daaraan verbonden DOORLOOPENDE TENTOONSTELLING
van LANDB0U W-ARTIKELEN, LANDBOUW-MACHINERIEËN;
ZUIVELBEREIDINGSWERKTUIGEN, en verder al dalgeuc wat
door den Landbouwer, Veehouder en Warmoezenier wordt gebruikt.
Inlichtingsbureau gratis voor Begunstigers, zoowel over Boler-
als Kaasbereiding, als over Zieklen van het Vee, alsmede over Bemes
ting der landen en verder oyer al datgene, wat in nauw verband slaat
tot de belangen en de welvaart van den Landbouwer en Veehouder.
Geopend van 's morgens 9 tot 's avonds 5 uren.
BEZICHTIGING GRATIS, 8757 52
Yan af heden tot en met 5 December ontvangt elke kooper voor
de waarde van twee gulden gratis een nummer,
deelnemende aan de 8874 50
8873 50
8359 15
Breestraat 103.
EN 8659 10
Tandarts,
BLOBMMARKT 5.
Spreekuren: lO tot 3.
7820 10 Kosteloos Tan 9 tot lO aren.
Uitgezonderd Zon- en Feestdagen.
A. BOAS,
Kon. Chir. Pedicure,
Opvolger van Prof. A. YAN ORE VELD,
Hof-Pédicure, Breda,
zal a. s. Woensdag 2 December de
Abonnés komen bezoeken. Te consal-
teeren of te ontbieden van ÏO tot 1
uur, in het Hotel „Lcvcdag." 323 14
ANTISEPTISCHE BEHANDELING
van Nagels en Likdoorns pijnloos.
SlV Vervolgens om den anderen Woensdag.
Het Indische Vergift.
3)
Voel wonderlijke dingen had hij haar daar
getoond en ze herinnerde zich nu, dat hij een
kastje van Indische bewerking had open
gedaan en, op allerlei fleschjes van zonder
lingen vorm wijzend, met een balven glimlach
gezrgd had: „Dat is een verzameling van
zeldzame, aan de meeste Europeanen onbe
kende vergiften."
Ze bad het hoofd omgewend en een
afwerend gebaar gemaakt; dat kastje bad
ze rechtaf griezelig gevonden. Niets ter wereld
kon tosn haar gedachten en wenschen verder
z\jn dan de dood. En de oude man had ge
knikt en met zijn ernstigen glimlach gezegd,
dat dit zeker dingen waren, die haar, jong,
mooi en gelukkig, geen belang konden
inboezemen. Toen had hjj het gesloten, den
sleutel er af genomen en haar Chineesch
snijwerk van ivoor laten zien, dat ze met
veel genoegen had bewonderd.
Of die oude man met het witte haar en de
zachte, treurige oogen haar zou begrijpen, als
ze hom zeide, dat ze sterven wilde? Of hy
zou begrijpen, zen ier nadere verklaring be
grijpen, haar helpen en zwfjgen?
Ze geloofde het.
Er bestond eenige verwantschap tusschen
hen, iets. dat hem in staat zou stellen haar
zonder veel woorden te verstaan; dat voelde
ze. Die oude man zou weten, dat, als een
vrouw als Agnes Berner sterven wilde, verder
loven haar werkelijk onmogelijk moest zijn.
Ja, dat zou ze doen! Ze haalde diep adem.
Wat voorbij is, kan men niet terugverlangen,
maar rust, rust, die kan men zich verschaffen,
een langen slaap en vergetelheid van alles.
Snel sloeg ze een mantel om en drukte
een eenvoudig kastoren hoedje op het mooie
blonde haar. Toen ze in de gang kwam, stond
ze voor de meid, met de brandende lamp in
de hand.
„Gaat u uit, mevrouw?" zeide het meisje
verwonderd, 't Is verschrikkelijk weer."
„Dat hindert niet, Marie; ik ben in een
half uur terug."
Het meisje keek haar hoofdschuddend na,
toen ze de straat opging. „Met dat weer!"
mompelde ze, „en op die dunne schoentjes!
Mevrouw is toch anders zoo bang voor natte
voeten."
Do fijne, kille Novemberregen woei Agnes
in 't gezicht en hechtte zich in duizend kleine
droppeltjes op beur haar. De wind rukte aan
haar parapluie en aan haar wijden mantel,
de dunne schoentjes, die ze vergeten had uit
te doen, waren by de eerste honderd passen
doorweekt. Zy lette er niet op, althans het
hinderde haar niet. Integendeel, het deed haar
veeleer goed tegen weer en wind te moeten
stryden. Zy was nu heel kalm. Haar besluit
had haar tranen gedroogd en haar opgewon
denheid doen bedaren.
Maar toen ze voor het huis stond, dat ze
zocht, aarzelde ze toch even. Hoe zou ze den
ouden man zeggen wat ze wenschte? Tot
dusver had ze er niet over gedacht in weikon
vorm ze zulk een ongewoon zeldzaam ver
zoek kon doen.
„Op 't oogenblik zelf zal 't wel gaaD,"
zei ze, na even te hebben nagedacht, en
schelde aan.
Nu stond ze in de flauw verlichte gang en
nu werd de kamerdeur voor haar geopend.
De oude heer legde het boek, waarin hy
gelezen had, neer, stond op en nam het
scherm van de lamp. Het heldere licht vial
op zyn sneeuwwit haar en zyn goedig, ver
standig gelaat.
„Agnes 1" zeide hy, haar met een vriendeiyk
verwonderd lacbje de hand toestekend. Ze
had hem verlof gegeven haar zoo te noemen
hy hield van dien naam.
„Agnes in dat weer?"
„Ach, het weer," zeide de jonge vrouw
onverschillig, maar tegelyk trok ze onwille
keurig haar zwaren, natten mantel dicht.
„Je bent dóór en dóór nat en koud!" zeide
de oude man, deed haar den mantel af en
schoof een ouderwetschen leuningstoel voor
haar aan, en toen nu het volle licht op haar
bleek gezichtje viel, voegde hy er lang
zaam by: „Je bent meer dan dat, je bent
ziek."
„Ziek - och neenl" Zy schudde het
hoofd.
„Of je hebt myn hulp noodig," zeide hy
vragend, en blikte haar nog altyd in 't bleeke
gelaat.
„Ja.
„En die hulp kan je man je niet geven?"
„Neen hy niet." Haar gezicht werd hard.
En plotseling kwamen zo weer te voorschyn,
de tranen, die ze reeds alle meende te hebben
uitgeweend; ze legde de ellebogen op tafel en
verborg het hoofd in de handen.
Hy liet haar stil uitschreien en na een poos
hief ze vanzelf het hoofd weer op.
„Ik ben niet ziek," zeide ze bedaard, „enkel
heel. héél ongelukkig."
„En je gelooft, dat ik je helpen kan?" zeide
de oude man, haar opmerkzaam en deel
nemend aanziende.
„Ja!' Toen werd het weer stil.
„Kan je me zeggen wat je zoo ongelukkig
maakt?"
„Neen, neen 1" zeide de jonge vrouw haastig,
„dat kan ik niet. 't Is iets ik zou iemand
moeten beschuldigen - noen, ik kan het niet
zeggen. Kan u niet zonder dat begrypen, dat
iemand het leven zóó tot last kan worden,
dat ze geen anderen wensch meer heeft dan
de dood?"
De oude man bleef een oogenblik zwygen.
„Kind," zeide hy toen, zyn rimpelige hand
op haar smal, blank handje leggend, „kind,
je bent nog zoo jong en gezond, mooi en
begaafd. Sterven is zoo gemakkeiyk niet als
je wel denkt."
„O, jawel, 't is heel gemakkeiyk," zeide
ze vast. „Kan u niet begrypen, dat het iemand
zoo te moede kan zyn?"
Hy knikte langzaam en zyn zachte oogen
namen een zonderlinge uitdrukking aan. „O
ja, maar dat gaat voorby, men leert wachten
- en dat was het toch ook immers niet,
waaraan ik je helpen moest?"
„Ja, dat was het." Nu was het er uit.
„Ik zou...." De oude man rees half van
zyn 3toel op. „Je bent ziek, Agnes. Ik, ik
zou je moeten helpen, om
„Ja.
Ze zagen elkander aan, oog in oog; het
werd weer heelemaal stil.
De oude heer haalde diep adem.
„Ik weet, dat u me helpen kan," zeide de
jonge vrouw, het stilzwegen verbrekend, tot
haar ouden, gryzen vriend, „en als n het me
weigert, kan u me toch niet beletten te doen,
wat ik me heb voorgenomen. Alleen moet
het dan op een andere manier gebeuren;
alleen moet ik dan myn ongeluk openbaar
maken, dat ik voor de nieuwsgierigen zou
willen verborgen houden - ach, niet om
mynentwil! Alleen zal dan de wereld op mij
en iemand anders den steen werpen, terwyi
ik zoo graag stil weg zou gaan, zonder dat
iemand eenig vermoeden heeft. Daarom enkel
zou u me moeten helpen. Er zyn stoffen
ik weet, u hebt zeldzame, onmerkbaar
werkende vergiften, waarvan geen spoor
achterbiyft. Uzelf hebt ze me eens laten zien.
Een paar druppels zouden misschien genoeg
zyn, om me do foltering van een langen stryd
en nog veel, véél meer te hesparen."
„Kind," zeide de oude man, zyn hand los
makend, die Agnes vast hield omkneld, „weet
je wel, wat je van me verlangt?
„Ja, een daad van barmhartigheid."
„Neen, een moord."
Wordt vervolgd.)