N°. 11264. Donderdag 13 November. AM896 §eze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven. Feuilleton. De Stem van den Godsdienst. LEIDSCH DAGBLAD. PBUS DEZER COURANT; Voor Leiden per 8 maanden. s f 1.10. Franco per post1.40. Afzonderlijke Nommers i 0.05. PRT.TS DER ADVERTENTEËN: Van 1 6 regels f 1.05. Iedere regel meer f 0.17 Grootor» letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad wordt f 0.05 berekend. Dit nomiuer bestaat uit TWEE Bladen. Eerste Blad. Leiden, 11 November. In de gisteravond gehouden vergadering van de Kamer van Koophandel en Fabrieken alhier, voorgezeten door den heer P. F. L. Driessen en bijgewoond door alle leden, met uitzondering van de heeren Goekoop, De Sturler en Juta, werd, behoudens eenige wijzi gingen, in de eerste plaats vastgesteld een door den secretaris Dieuw ontworpen huis houdelijk reglement, dat ingevolge artt. 21 en 22 van het koninklijk besluit van 4 Mei 1896 zal worden onderworpen aan de goedkeuring van den Raad en aan die van Gedeputeerde Staten. Vervolgens was aan de orde bet voorstel tot oprichting van een bureau van inklaring hier ter stede. Te dien opzichte waren alle vereischte inlichtingen ingewonnen bij indus- triéelen en voorname handelaren, alsmede bij de Staatsspoorweg- en Holl. IJzeren-Spoorweg maatschappij, zoowel omtrent aanvoer per waterweg als per spoor, van goederen ten opzichte van welke 't aanwezig zijn van een bureau van inklaring wenscheiyk wordt geacht. Uit overweging dat in den jare 1890 door de Kamer eveneens pogingen waron aangewend, welke vooral waren afgestuit op de bezwaren, geopperd door de directiën der beide genoemde Spoorwegmaatschappijen, had men zich bij afzonderlijk request andermaal tot de Staats- epoorwegmaatschappij gewend met dringend verzoek dat deze thans hare medewerking zou verleenen. Op dat verzoek is door de Staatsspoorwegmaatscbappij geantwoord dat zij alleen zou kunnen medewerken tot de totstandkoming van een bureau van inklaring, indien de gemeente zich wilde verbinden ge durende 6 achtereenvolgende jaren ƒ1000 ieder jaar bij te dragen als vergoeding voor rente van h:t kapitaal, benoodigd voor oprich ting van een douaneloods, bezoldiging van personeel en kosten van onderhoud. Ongeacht dit weinig bemoedigende ant woord, zal de commissie van praeadvies, uit de Kamer voor deze zaak benoemd, bestaande uit do heeren Goekoop, Verhey van "Wijk, De Koster en den secretaris, mr. J. H. Goud Bmit, in de volgende vergadering uitvoerig rapport uitbrengen omtrent de wijze, waarop naar hare meening pogingen zullen worden aangewend om tot het gewenschte doel te geraken. Alsnu kwam ter tafel een schrijven van de Nederlandsch Indische Maatschappij van Nijverheid en Landbouw, verzoekendo onder steuning van haar aan de Tweede Kimer der Staten Generaal gericht adres tot afschaf fing van den suikeraccijns. Besloten werd dit schrijven aan te nemen voor kennisgeving, uit overweging dat het de Kamer vooralsnog ontbrak aan de noodige gegevens om de gevolgen van dergelijk besluit te berekenen. Verder werd besloten met warmte te onder steunen een request van het bestuur van den Algemeenen Nederlandschen Aannemersbond, gericht aan de Tweede Kamer van de Staten- Generaal, in hoofdzaak strekkende te ver krijgen opheffing van de willekeur uit de voorschriften, voorkomende in de Algemeene Voorwaarden der ryksbestekken, voornamelijk daaruit het beginsel te doen verdwijnen, dat men nimmer mag zijn rechter in eigen zaak en verder stappen te Demen tot benoeming eener commissie van vakmannen, waarin ook de aannemer een plaats zal erlangen om de Algemeene Voorwaarden nauwkeurig te herzien of daaromtrent voorstellen te doen. Na afdoening van nog eenige onderwerpen van meer huishoudeiyken aard, werd de ver gadering door den voorzitter gesloten., Naar wij vernemen, zijn, voor de Vrijzin nige Kiesvereeniging alhier, als afgevaardigden ter algomeene vergadering der Liberale Unie verkozen de heeren prof. mr. S. J. Fockema Andreae, prof. m. J. Oppenheim, notaris J. A. VaD Hamel en mr. M. P. Von Baumhauer. Als tot hiertoe steeds met uitvoeringen der Leidsche Dubbel-Kwartet-Vereeniging (directeur de heer C. B. Duyster Jr.) het geval is geweest, 6laagde ook hare huis houdelijke uitvoering van gisteravond uit stekend. Ze was de eerste van het vijfde bestaansjaar der VereeDiging, had plaats in „Zomerzorg", het voorrecht de welwillende medewerking van een dameskoor en een dubbel- strykkwartet te ondervinden en smaakte het genoegen op zooveel belangstelling te mogen bogen, dat ce zaal geheel gevuld was. Men weet het: de leden dezer Veroenjging zijn erkend goede zangers, wien reeds mei ig- maal hulde kon gebracht worden. Ook gisteravond weer handhaafden ze hun goeden naam en daardoor tevens dien hunner Vereeniging; vooral in „Miserere" en „Tibi soli peccavi" van Orl. Lasso spreidden ze hunne talenten als goede zangers ten toonterwfil in Mendelssohn8 Recitatief en Aria uit „Elias" do tenor, do heer Van U., andermaal kon doen hooren over wolk een schoon orgaan en beschaafde, fijne voordracht hij beschikt. Ook het vrouwenkoor hulde! Het „Ave Maria" van Mendelssohn bfiv., om slechts een enkel voorbeeld te noemen, klonk allerschoonst. De jonge solisten maakten evenzeer aan spraak op aller tevredenheid; in 't bijzonder de mezzo-sopraan met „Le beau rêve" van Flégier en „Stances" van denzelfden deed heel wat voor de toekomst belovennaast vele andere deugden toonde zij veel vrijmoedigheid, iets, dat ontegenzeglijk heelwat waard is. Alles samengevat: de talrijk opgekomenen hadden alle reden tot tevredenheid, óók over de orgel-, piano- en andere begeleiding; ze gaven daarvan dan ook trouwens herhaaldelijk blijk, zóó, dat zelfs een nummer door de zangers herhaald moest worden, 't "Was inderdaad, zooala we het een der toehoorders na de uitvoering hoorden uitspreken „een rein genot", dat gesmaakt was. In het Invalidenhuis alhier is, in den ouderdom van 84 jaren, overleden N. C. Brands, gerechtigd tot het dragen van het Metalen Kruis en de Zilveren Medaille. Een geacht stadgenoot, dr. W.P. Woebers, herdenkt op 21 Nov. a. 8. den dag, waarop bij vóór 40 jaar aan de Leidsche hoogeschool tot doctor in de geneeskunde werd bevorderd. H(j was te voren door de toenmalige genees kundige commissie te Dordrecht op 31 Aug. 1853 als plattelandsheelmeester en op 30 Aug. 1854 als vroedmeester toegelaten. Te Oegstgeest zal de loting tusschen de gezamenlijke geschikt bevonden paarden voor den krijgsdienst plaats hebben op Maandag 16 Nov. a. 8., des voormiddags te twaalf uren, ter gemeente-secretarie. Vrijdag-avond a.s., 13 November, zal voor de leden van het Departement Alfen/ Oudshoorn der Maatschappij tot Nut van 't Algemeen optreden dr. H. Meursinge, te Oudshoorn. De eerste bijeenkomst in dit winterseizoen van de afdeeling Alfen en Omstreken van den Nederl. Protestantenbond zal gehouden worden in het hotel „de Vergulde Wagen", te Alfen, op Maandag-avond 16 November a.s. In die bijeenkomst zal als spreker optreden de heer M. Van Kleef, predikant te Leiden. Vrijdag 13 November zal te Bodegraven te 11 uren op het Raadhuis in het openbaar worden gehouden de loting ter bepaling der volgorde, waarin de in die gemeente voor den krijgsdienst geschikt bevonden paarden eventueel ter levering zullen moeten worden aangeboden. Het te leveren contingent is voor die gemeente bepaald op 3. In het laatst dezer week worden in Den Haag verwacht de gedelegeerden van de mogendheden op de vroeger aldaar gehouden conferentie voor internationaal privaatrecht, welke z\jn toegetreden tot de regeling bij tractaat van verschillende onderwerpen van privaatrecht, als daar zijn: 't failliethet huwe lijks- en procesrecht. Hun komst staat in verband met de ondertekening van het tractaat. Gisteravond was er in de Tweede Kamer vergadering der rapporteurs tot vaststelling van het voorloopig verslag over de begrooting van financiën. Bi) de behandeling der gemeentebegroo ting in den gemeenteraad te Haarlem werd geweigerd subsidie voor de avondvakteeken- school te verleenen aan de ambachtsschool. Het bestuur hoeft nu den Raad verzocht op dat besluit terug te komen, daar anders ook de subsidies van rijk en provincie vervallen. Bfi de verkiezing voor een lid van het hoofdbestuur van het Nederlandsch Onderwij zersgenootschap verkreeg geen der candidaten de meerderheid Er moet horstemming plaats hebben tusschen de heeren A. J. Straatman en C. F. A. Zernike, beiden te Amsterdam, op wie onderscheidenlijk 1204 en 1138 van 2842 geldige stemmen waren uitgebracht. Te Uirecht is gistermorgen ter aarde besteld het stoffelijk overschot van den heer J. W. Stous Sloot, hoofdingenieur werktuig kundige by de Maatschappü tot Exploi tatie van Staatsspoorwegen. Het bureel van het Staatsspoor was gisteren by deze gelegenheid gesloten. Een groote menigte ambtenaren en belang stellenden waren op de begraafplaats tegen woordig. Het woord werd gevoerd door den direc teur-generaal van het Staatsspoor, den heer J. L. Cluysenaer, den hoofdingenieur Roes- singh Van Iterson der H. S.-M., den ingenieur van den chef der werkplaatsen van het Staats spoor Oberstadt en door den chef de bureau van het Staatsspoor Kooien. Vele kransen dekten de ïykbaar. Te Baarland is plotsèling overleden de heer J. Middel, pred. der geref. kerk aldaar. Van de 20 studenten, die aan de theol. school van Groningen en Friesland tot predikant werden opgeleid, nog vóór die te Kampen was opgericht, was ds. Middel de laatst over geblevene. Geboren te Amsterdam in 1827, werd hy in 1852 proponent en den 18den Juni 1853 bevestigd als predikant te Vlaar- dingen. Later was hy werkzaam te Zutfen, Hattem, Velp en van 1867 tot 1882 te Gouda, van waar by in Mei naar Baarland vertrok. Te Groningen is aan dr. E. Wiersma tegen 1 Jan. oervol ontslag verleend als gemeente-geneesheer. Hr. Ms. instiuctieschip „Nautilus", onder bevel van den kapitein-luitenant ter zee L. A. H. Lamie, is in den namiddag van 9 dezer van Sant-Cruz-de-Teneriffe vertrokken tot voortzetting van den oefeningstocht in don At- lantischen Oceaan. Aan tal van Rijksnormaallessen moeten in den laatsten tyd parallelklassen worden opgericht, wegens den grooten toevloed van leerlingen. Daar er kans bestaat voor moge- ïyken overvloed van onderwüskrachten, stelt de minister van binnerilandsche zaken een onderzoek in, of het ook noodig zal zyn met 1 April een maximum vast te stellen van het tot iedere normaalinrichting toe te laten getal kweekelmgen, en tevens of het wenschelyk is, de toelatings-examen8 vergelykend te doen zyn. Naar gemeld wordt, is by koninkiyk besluit goedgekeurd de verordening, regelende de heffing van schoolgelden voor het onderwys op de openbare lagere scholen in de gemeente Harlingen, in den geest van heffing naar het vermogen. Als maatstaf voor het verschil geldt alleen het verschil in aanslag van de ouders of verzorgers der kinderen of, indien laatstge noemden zelf zyn aangeslagen, van de kinde ren op het kohier van den hoofdelyken om slag. Volgens het „Vad." worden de kapts. L. M. J. Wenniger, van het reg. gren. en jagers, en A. J. Vetter, adj. van den comm. der stelling van Amsterdam, binnenkort bevorderd tot majoor. De kapts. der art. op non-act. C. Boellaard en G. J. Neiszen worden eerstdaags in activiteit hersteld; de kapt. E. F. W. C. Westerbaan Schmidt, van het 4de reg. inf. te Delft, wordt wegens ziekte op non activiteit gesteld; de off. van gez. 2de kl. A. N. Dinger, gedetacheerd by het mil. hospitaal te Utrecht, wordt 1 Dec. geplaatst by dat te Dordrecht. De schietoefeningen op de heide by Laren zyn thans, op last van den minister van oorlog, voorloopig gestaakt. (N. v. d. D.) De Raad der gemeente Enschedee heeft aan de heeren A. Kooy, te Amsterdam, en E. Koeken, te Arnhem, concessie verleend tot het leveren van electrische dryfkracht. De minister van binneolandsche zaken brengt ter kennis van belanghebbenden, dat in den loop der maand Dec. e. k. gelegenheid zal worden gegeven tot het afleggen der examens, vermeld in art. 16 der wet van 25 Dec. 1878 (Stsbl. 222) en art. 12 van het koninkiyk besluit van 12 Februari 1879 (Stsbl 36), ter verkryging van een getuigschrift al vroedvrouw. Zy zullen worden afgenomen ti Rotterdam. Zy, die tot die examens wenschon te worden toegelaten, worden uitgenooaigd daarvan vóór 15 November e. k. schrifteiyk opgave te doen aan deD Inspecteur voor het» Geneeskundig Staatstoezicht voor Zuid-Hollana. den heer J. Menno Huizinga, te 's Gravenhage, en by het verzoek om toelating een extract uit de registers van den burgerl. stand over te leggen, waaruit blykt, dat zy den leeftyd van achttien jaren hebben bereikt en het bewys, dat zy als leerlingen-vroed vrouw by een geneeskundigen inspecteur zyn ingeschre ven, onder de voorwaarden, vastgesteld by; art. 11 van voormeld Koninkiyk besluit en minstens tien gewone verlossingen in tegen woordigheid van een bevoegd verloskundige hier te lande hebben verricht. (Sfs.-C£.) De gewone audiëntie van den minister van koloniën zal op Vrydag 13 November 1896 niet plaats hebben. By Kon. besluit is bepaald, dat de Stoom- wet (wet van 15 April 1896, Staatsbl. No. 69) den lsten Dec. in werking zal treden Indertyd hebben wy do verschymn? aangekondigd van „De Geschiedenis der Zuid- Afrikaanscho Republiek", aan het volk verteld door C. J. "Van der Loo (uitgevers de heeren Van der Vegt Mehler, te Zwolle). Thans, nu het compleet is, vestigen wy nogmaals de aandacht op dit belangwekkend werk, de eerste aaneengeschakelde geschiedenis der Transvaal bevattende, die in het Nederlandsch verschynt. De zesde en laatste aflevering bevat de geschiedenis van de jongste tyden, van de regeering van Paul Kruger en het verhaal van Jameson's inval. De uitgevers hebben in deze aflevering aan bet slot opgenomen een naamlyst der inteekenaren, waaruit blykt, dat dit werk reeds een goed onthaal heeft gevonden by het Nederlandsche publiek. Het telt thans by de 200 bladzyden en bevat een 29-tal afbeeldingen, benevens een kaartje der Republiek met haar omgeving. Het stoomschip „Borneo", van Rotter dam naar Java, ven rok 10 Nov. van Suez; de „Bundesrath", van Hamburg en Amsterdam naar O.-Afrika, passeerde 9 Nov. Ouessant; de „Edam", van Nieuw-York naar Amster dam, passeerde 10 Nov. Prawlepoint; de „Ko ningin "Wilhelmina", van Batavia naar Am sterdam, passeerde 10 Nov Monte Argentario; de „Maasdam", van Nieuw-York naar Rotter dam, passeerde 10 Nov. Wightde „Soembing", van Rotterdam naar Batavia, vertrok 10 Nov. van Southampton; de „Telamon" vertrok 7 Nov. van Batavia naar Amsterdam. 4) Om echter te voorkomen, dat deze aan duidingen op een ander worden toegepast, en een onschuldige verkeerdelyk voor den dader worde aangezien, acht ik my gewetens halve verplicht, u met ronde woorden te Terklaren, dat gy bloot op deze opgave, zonder nadere ophelderingen my, den waren schuldige, niet licht zult ontdekkeD, hoeveel moeite gy u daartoe ook geven mocht. Zelfs twyfel ik of gy, zoo ik u al myn naam noemde, u dien wel op het eerste oogenblik zoudt kunnen herinneren. Ik ken u echter van naderby dan gy wel vermoeden zult, en kan bygevolg alles van uw vergevende edelmoedigheid hopen. Myn omstandigheden brachten eenmaal mede, dat ik op een vertrouwelyken voet toegang tot uw huis had. Ik was echter hetgeen gy soms vermoeden mocht geen uwer dienstboden, noch stond ooit in eenige vriend schapsbetrekking tot u. „Ik zeide boven, dat ik ten uwen huize tot inkeer van myn wangedrag kwam. Ja, deze voor my immer onvergeteiyke gebeur tenis, waaraan ik nooit dan met ontroering denken kan had in uw huis plaats. „Had nypende behoefde my tot don diefstal der oor8peld gebracht, het welgelukken van deze misdaad had my tevens stouter gemaakt. Toen ik my daarna eens opnieuw in dringen- dtu nood bevond, was ik reeds zóó diep ge zonken, dat lk andermaal naar een zoo gunstige gelegenheid wenschte. Deze opwel lende snoode begeerte deed zich allengs aan- lokkeiyker aan my voor, zoodat ik reeds aan de uitvoering van een ontwerp begon te denken, dat myn booze neiging my had ingegeven. My was nameiyk bekend, dat gy op zekere plaats een aanzienlyke som in goud geld bewaardet. „Gy moet geholpen worden," dacht ik, „en met dat geld waart gy ervoor altyd boven oj>." Om kort te gaanik kon myzelven zoo ver vergeten, dat ik tot de uitvoering van myn eerloos waagstuk besloot. „Men wordt echter niet op eenmaal een zoo vermetel booswicht. Zwaar was de stryd tusschen den dringenden nood en myn ge weten. Eindeiykeindeiyk gelukte het my, dat geweten in slaap te wiegen. De akelige voorstelling van myn toestand, het streelende vooruitzicht, dien verbeterd te zien, de misleidende gedachte, dat toch altyd de misdaad in betere omstandigheden kon worden hersteld eindeiyk, wat behoef ik meer te zeggen?.... dat alles gaf myn stervende deugd den beslissenden doodsteek. „Op zekeren avond, tegen dat het begon te schemeren, vatte ik post op de gracht naby uw woning. Met arendsoogen nam ik alles op, wat omtrent de huisdeur omging; my ontglipte op den afstand, op welken ik my geplaatst had, niets van hetgeen slechts de stoep van uw huis naby kwam. „Is het de gunstige beschikking van een boos aardig noodlot, dat den booswicht gelukkig slagen doet, of heeft myn kwade geest my ter goeder ure hier gebracht?" dat had ik op dat oogenblik gevoeglyk myzelven kunnen vragen, toed ik, na lang daar gestaan te hebben, iemand uw stoep zag opkomen. De man schelde aan en werd door den ouden buisknecht, die to dien tyde by u diende, binnengelaten, terwyi de huisdeur bleef aan staan. Met boosaardige vreugde over het toe val, dat myn ontwerp zoo goed in de hand werkte, ging ik insgelyks de stoep op, de deur naderende om te luisteren, of ook iemand der huisgenooten den man in de gang sprak. Toen ik my verzekerd had, dat dit niet zoo was, begreep ik dra, dat hy, terwyi men hem binnen aanmeldde, zoolang stond te wachten en dus voorzeker alleen in de gang zou zyn. Nu was de hachelyke kans daar; niet minder dan myn eer, myn veiligheid en wat my persooniyk dierbaar was, stond hier op het spel. Nog aarzelde ik; maar de inval, dat ik, door een der huisgenooten gezien wor dende, kwanswys een of andere boodschap kon voorwenden, deed myn besluiteloosheid verdwynen. Met koelbloedige stoutheid waagde ik het binnen te sluipenof liever, opende ik de deur, die aanstond, trad onverschrokken binnen, den man, die in de gang stond te wachten, onbeschaamd in het aangezicht ziende, en ging evenals iemand, die in huis behoorde, regelrecht door. Bliksemsnel was ik do trap op, die naar boven leiddeHoe angstig werd het my op dat oogenblik om het hartl"Waar nu heen? Ik sloop als een schim in het kabinet, waarin ik wist, dat de schat geborgen lag. De poging van het binnensluipen was thans gelukt j maar het waagstuk begon my alras te berouwen by den inval: „Als eens de man, die aan de deur staat, den knecht verwittigt, dat er iemand onaangemeld naar binnen is gegaan l" Aan terugkeeren was echter niet te denken. Klappertandend van vrees, wachtte ik de onzekere uitkomst hiervan af en vatte toen eerst weder moed, nadat ik had bemerkt, dat die persoon reeds een geruimen tyd ver trokken was. „De eenzaamheid nochtans is der vrees niet gunstig. In den beginne wenschte ik wel myzelven geluk met het slagen van myn ontwerp, maar het word my evenwel niet lichter om het hart. De plaats, waar ik my verscholen had, was boven het vertrek, waar gy in stille huiselyke tevredenheid met uw gade en kinderen gezeten waart. Ik hoorde de gesprekken, welke er gevoerd werden; ik hoorde u vervolgens iets overluid uit een courant voorlezen; my ontglipte geen woord daarvan. Datzelfde courantennieuws ik kan u deze byzonderheden niet onthouden, hoe weinig merkwaardig anders, is my sinds altyd by gebleven en is door myn geheugen getrouw bewaard; het behelsde zóó klaar staat het my nog voor het sterf bericht van een ver- dien8teiyk man in zeker oord van Frankryk, die in den hloei zyns levens aan de maat- schappy word ontrukt. Of het waariyk zoo treffend was, weet ik niet, maar het trof my toenmaals ongemeen. „Gy," zeide my die stem, die ook by den verhardsten boos wicht niet ten eenenmale zwygt, „werdt gy ook eens in den bloei uwe levens afgesneden Nog zoo jong, en nu reeds een pest dor maatschappij 1 een verachtelijke sluipdiel en op weinige schreden na een moor denaar 1 Ga maar zoo voort, dan leest men van u nog eens in de nieuwspapieren, da gy door beulshanden omgekomen zyt, er meldt uw dood als een geluk voor de samen leving." Ik trachtte wel die stem, welk" allengs luider begon te spreken, te ondor drukken; doch het wilde my niet gelukken Dit was nog niet alles. „In het kabinet, waar ik my bevond, stond op een secretaire een uurwerk. Dit is in stille oogöDblikken en in het duister een vreeseiyk stuk huisraad voor oen ontrust en beangstigd geweten. Telkenmale als de secondenslinger aansloeg, was het my, alsof een stem my toeriep: „Alweder een schrede nader aan de eeuwigheid 1" Hier kwam nog by myn reik halzend verlangen naar den nacht, dat eindeiyk myn plan mocht zyn volvoerd. Hoe bitter loont zich de ondeugd tochWist gy, hoe ik in myn omstandigheden onder dit alles te moede wasl" „In martelende onzekerheid telde ik de zich langzaam voortslepende uren. Eiodeiyk naakte hot oogenblik, dat my aan myzelven atn de deugd teruggaf. Had ik, toen ik met een zoo zwart voornemen uw huis verraderiyk binnensloop, kunnen denken, dat ik met een berouwvol hart er uit zou terugkeeren I Hot is heden dertien jaren geleden, maar nog vloeien heete tranen langs myn aangezicht, terwyi ik dit scbryf. Gy zat aan den avond- maaltyd; eensklaps kwam er stilte; bet maal scheen geëindigd; gy noodigdet uw huis j f —oten tot het avondgebed» j {Slot voty

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1896 | | pagina 1