N°. 11263. <r Woensdag IX November, AM896 feze ^Courant wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven. Leiden, 10 November. Feuilleton. De Stem vun den Godsdienst LEIDSCH DAG-BLAD. PRIJS DEZER COURAHT: Voor Leiden per 8 maanden. Franco per posta Afzonderlijke Nommers f 1.10. 1.40. 0.05. PEIJS DER AD VERTEN TIËN Van 1 6 regels 1.05. Iedere regel meer 0.17 j. Qrootere letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad wordt 0.05 berekend. Ofüciëele Kennisgevingen* NATIONALE MILITIE. Burgemeester en Wethouders van Leidon, Gezien art. 9 van bet Koninklijk besluit van den 17dou December 1861 (Staateblad No. 127), ge wijzigd bij Koniolilgk besluit van den 22sten Juli 1892 (Staateblad No. 179); Brengen bg dc-ze ter algemeen© kennis, dat de ingezetenen, die verlangen mochten als v r ij w i 1- 11 g e r s bij de nationale militie op te treden, zich daaitoe vóór d n laten December aanstaande ter gemeonte-secrotario behooren aan te geveD. De bepalingen der wet van den 19den Augustus 18G1 (Staatsblad No. 72), betrekkelijk de Na ioDale Militie, gewijzigd bij de wot van don 4den April 1692 (Staatsblad No. 66 zijn ten aanzien van de Vrijwilligers de volgendo: .Art. 11. Om vrijwilliger bij de militio te zijn, moet men ongehuwd of kinderloos weduwnaar eo ingezoton wezen, voorts lichamelijk voor den dienst gesohikt, ten minste 1,66 meter lang, op den lston Ja; uari van het Jaar der toelatiDg als vrijwilliger 'het 19de jaar ingetreden zijn en het 35ste Jaar niet Volbracht hebben, tot op het tijdstip der toelating aan zijne verplichtingen ten aanzien van de militie, zoover die te vervollen waren, voldaan en een goed zedelgk gedrag hebben geleid. Het bezit van die veroisohten, met uitzondering van de lichamelijke geschiktheid en van de gevorderde lengte, wordt bewezen door een getuigschrift van den burgemeester dor' woonplaats. Art. 12. Hg', die voor de militio is ingeaohreven, wordt slechts als vrijwilliger toegelaten voor do gemeente, in welke hij ingeaohreven is, tenzij hg geeno verpliohtingen ten aanzien van de militie meer te verruilen hebbo. Art. 13. Hij, die bij de zeemacht, bij hot legor hier te lande, of by het krijgsvolk in 's Rijks over zeeecho bezittingen heeft gediend, wordt Diet als vrgwilligtr bg de militie toe.elaten, tenzij hg' bij het verlaten van don dienst, behalve een bewgu van ontslag, van den bevelhebber, onder wien bij laatatelgk heeft gediend, een getuigschrift hebbe ontvangen, inhoudende, dat hij zich gedarende zgn diensttijd gotd heeft godragen. Hij kan, heeft hij dit ontvangen, totdat zfin veer tigste Jaar volbracht ia, als vrijwilliger bg de militie worden toegelaten." Wijders wordt ter kennis van de bolanghebbenden gebit ebt, dat tot het opmaken van het getuigschrift, bedoeld bij bovenge oewd art. 11 der Wet, dagelijks, uitgezonderd de Zondag, van deB voormiddags tien tot des namiddags vier ureu, ter seoretarie dezer gemeente de gelegenheid bestaat. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Leiden, F. WA8, Burgemeester. 7 Nov. 1896. E. KI8T, Secretaris, Dat ziet er voor hedenavond mooi uit in de Stadszaal, waar de „Italiaansche opera van Milaan" (directeur Angelo Fantuzzi) de eerste der aangekondigde voorstellingen zal geven met „Cavalleria Rusticana" en „Pagliacci". Gisteravond trad hetzelfde gezelschap met dezelfde werken te Amsterdam op, en het „Hol." van hedenmorgen schrflft daarover nu woordelijk het volgende: „Het Hollandsche spreekwoord, dat één zwaluw nog geen zomer maakt, heeft de heer Angelo Fantuzzi zeker nooit geboord, by zou dan wellicht hebben nagelaten de reis naar bet noorden te ondernemen, met een opera gezelschap, dat ternauwernood één zanger kan aanwyzen. „Italiaansche opera is eigeniyk ook wat veel gezegd. Polyglottische opera ware wel licht beter. Want naast de Italiaanscbe solis ten hoorden wy een koor, dat uit een doel van het koorpersoneel der Nederlandsche Opera was samengesteld en dat op het Leidscheplein zc-ker nooit zoo slecht gezongen heeft als gisteren in de Amstelstraat. Het mooie num mer uit de eerste acte van Pagliacci werd ten minstedoodgemarteld is het eenigo woord, dat ongeveer den indruk weergeeft. Van de solisten ia de heer S e r r a, die de rol van Tonio vervulde, de eenige, die over voldoende etemmiddelen beschikt en die ©eniger mate in zyn rol bleek te zyn. S i g n o r a V a n o 1 i, de Neddascheen een enkele maal op den goeden weg, maar zy had zoo hard de hulp van den souffleur noodig, dat men den goeden man in het Panopticum heeft kunnen hooren. „De reat was pover; met Constanter zou men kunnen zoggen: „Die schrick'lickst van my swyght heeft aldermeest geseit". Het was zóó, dat wy den moed misten ook nog de Cavalleria aan te hooren. „Het orkest, dat volgens de aankondiging uit 35 professori d'Orchestra zou bestaan, telde misschien wel 34 executanten, maar of het niet voor 't meerendeel oude bekenden waren? Het maakte zoo den indruk, dat de kapel van Zaagmans, met enkele „virtuozen" versterkt, aan den gang was. „De voorstelling werd voorafgegaan door de uitvoering dor volksliederen van Italië en Nederland." In tegenwoordigheid van correspondenten van het leger werd gisteravond door het bestuur der afdeeling Leiden van de „Vereeni- ging van gepensionneerde onderofficieren en minderen van het Nederlandsche leger" aan behoeftige leden en weduwen een bedrag van 375 uitgekeerd. Drie leden, die ouder zyn dan 76 jaren, ontvingen leder ƒ27.60, vyf leden ieder f 22.50; drie weduwen, die ge huwd zyn, toen hare echtgenooten zich nog in militairen dienst bevonden, ieder f 22.50 en vyf weduwen, die daarna gehuwd zyn, ieder ƒ15, terwyi één lid, dat wegens zyn leeftyd Diet in de termen verkeert om perio diek ondersteund te worden, eene buiten gewone gratificatie ontving van ƒ15. De heer C. J. Warners, cand. tot den H. Dienst te Leiden, wenscht nog Diet beroe pen te worden. Do tweemaandeiyksche vergadering der afdeeling „Leiden en Omstreken" van de VereeniglDg van Chr. ODderwyzers en onder- wyzoressen zal gehouden worden op a. s. Zaterdag in de school aan de Pieterskerkgracht te Leiden en om halltien aanvangen. Do minister van oorlog heeft, krachtens het kon. besluit van 30 Oct. jlbenoemd de militairs leden van de militieraden in de onderscheidene provinciën, en hunne plaatsver vangers, voor de lichting van 1397, voor Zuid- Holland: l6te district 's-Gravenhage, lid maj. Francke, plaatsverv. maj. L9 Jolle; 2do id. Rotterdam, lid luit.-kol. De Wys, plaatsverv. kapt. Yan 't Lindenhout; 3de id. Leiden, lid maj. Calkosn, plaatsverv. maj. Koolemans Beynen; 4de id. Dordrecht, lid maj. Naeff, plaatsverv. kapt. baron Van Wassenaer van St.-Pancras. Te Valkenburg is gisteren zeer plotse ling overleden de heer Johs. Van der Nagel, lid van den gemeenteraad aldaar en ouderling der Ned.-Herv. Gemeente. Door het bestuur der Veroeniging van Nederlandsche Steenfabrikanten is aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal een adres gericht, waarin het zyne volle adhmsie betuigt aan het onlangs aan de Kamer toegezonden adres van het bestuur van den Nederland- schen Aannemersbond in zake de algemeene voorwaarden der departementen van binnen- landsche zaken, waterstaat, justitie en oorlog. Het is van gevoelen, dat het in genoemd adres gevraagde beginsel van arbitrage ook van toepassing dient gemaakt te worden op de levering van alle materialen, welke in do verschillende Ryksbestebkon worden voorge schreven. Het bestuur der vereeniging wyst er op, dat dit beginsel reeds sinds jaren in het bui tenland wordt toegepast en hoe het ook vol komen gehuldigd wordt in art. 21 der alge meene voorwaarden van aanbesteding van goederen en materialen ton behoeve van 's Ryks marine, vastgesteld den 26sten October 1893. Voor zoover adressant bekend is, hebben deze bepalingen tot geen moeiiykheden in de practyk aanleiding gegeven en zouden zy dus zonder bezwaar ook in de A. V. der overige departementen kunnen worden opgenomen. Het bestuur verzoekt derhalve de Kamer die maatregelen te nemen, welke zy nuttig of noodig acht om speciaal in de A. V. van bovengenoemde departementen die wyzigingen aan te brengen, welke er toe kunnen leiden om eene goede en gelyke rechtsbedoeling aan alle leveranciers ten dienste van het Ryk te verzekeren. Er zyn thans drie hoogleeraarsbetrek- kingen aan de universiteit te Amsterdam te vervullen: de vacatures-Oudemans, Van Haren Noman en Julius. Wat de vacature-Julius betreft, is door de studenten der wis- en natuurkundige facul teit een adres tot curatoren gericht, waarin ze hun leedwezen betuigen over het nog on bezet zyn van die plaats, waardoor thans bet onderwys in de natuurkunde aan de Amster- damsche universiteit geheel rust op de schouders van een enkelen hoogleeraar (prof. v. d. Waals). Adressanten zeggen, dat 't huns inziens niet aangaat, misbruik te maken van de buitengewone bekwaamheden en den yver van dien ambtenaar, daar dit voor hem en dus ook voor 't onderwys in de phytica de grootste onheilen ten gevolge kan hebben, en zy dringen er by het college op aan, dat maatregelen worden getroffen, die aan genoem den onhoudbaren toestand ten spoedigste een einde maken, Benoemd is tot hoofd der school te Diemen de heer J. A. Doesburg Lannooy, te Amsterdam. De minister van buitenlandsche zaken heeft aan de Tweede Kamer ingezonden een afdruk van hot op 19 Mei 1894 te Lissabon tusschen Nederland en Portugal gesloten ver drag tot regeling der wedsrzydsche uitleve ring van misdadigers. De heer J. Rovers, hoofd eener open bare lagere school te Delft, herdacht dezer dagen zyn 25-jarigen werkkring als leeraar in de wiskunde aan de Burgeravondschool aldaar. De jubilaris werd 's avonds in de bestuurs kamer ontvangen door den wethouder van onderwys, den heer A. J. Kipp, en alle leeraren, waarby hem na eene haiteiyke toe spraak van den directeur der school, den heer H. Hulshof, een fraai souvenir werd aangeboden. Ook hot overige personeel der school ver eerde den jubilaris een geschenk. De minister van financiën heeft aan de Tweede Kamer doen toekomen de door de hoogleeraren dr. P. Van Geer en dr. A. J. Van Pesch en den oud-hoogleeraar A. E. Rahusen opgemaakte wetenscbappeiyke balans van bet Pensioenfonds voor weduwen en weezen van burgeriyke ambtenaren, bedoeld in het slot der memorie van toelichting van het by koninkiyke boodschap van 18 Sept. 1896 aangeboden wetsontwerp tot regeling der ontvangsten en uitgaven over 1897. Die balans met de daarby behoorende stuk ken zyn, ter inzage van de leden, op de griffie nedergelegd. Deze stukken, waaronder een rapport der genoemde deskundigen, dd. 31 October jl., zullen door de zorg van het bestuur van het fonds worden gedrukt. De Minister stelt zich voor, om, zoodra dit geschied zal zyn, afdrukken aan de leden van de Tweede Kamer toe te zenden. Ook het „Vad." weet mede te deelen, dat de wetenschappelyke balans van het pensioen fonds voor weduwen en weezen, waarvan sprake is in art. 20 der wet van 9 Mei 1890 (St8bl. No. 79), een batig saldo aanwy?t, en wel van circa negen millioen gulden. Daardoor vermeerdert, zegt het blad, de kans voor de onderwyzers om op gunstige voorwaarden in het fonds opgenomen to worden. „De Goede Raadgever", Almanak van de Nederlandsche VereenigiDg tot Afschaffing van Sterken Drank voor het jaar 1897, heeft het licht gezien. Behalve het gewone „voorwerk," kalender, enz, enz, bevat de Almanak een Naamiyst van (zoovoel mogelyk alle) drankbestryders- vereenigmgtn in Nederland, met namen van bestuursleden, enz. Verder: mengelwerk. Door Gedeputeerde Staten van Noord- Holland is het bedrag van het presentiegeld voor de leden van den Raad der gemeente Nieuwer Amstel nader bepaald op ƒ110 per jaar. Doze regeling wordt gerekend te zyn ingegaan op den lsten Mei van dit jaar. Het Moderamen van den Schoolraad deelt mede, aat er een Hulpfonds is opgericht voor gewe;g> rde ryksbydrage aan scholen met den bybel Meer dan 100 scholen zyn toege treden, terwyl er nog tot 31 Dec. a. 8. daartoe gelegenheid gegeven wordt, daar op dien datum de deelneming over het jaar 1897 gesloten wordt. Genoemd Hulpfonds treedt den lsten Januari 1897 in werking. Uit Groningen meldt men, dat de Christen Studeuten-Vereeniging aldaar zeer in leden aantal is toegenomen. Zy telt thans 18 leden. De kerkeraad der Ned.-Israël. gemeente te Enschedee heeft op voorstel van den heer M. Cats besloten een marmeren gedenkplaat met inscriptie in de synagoge te plaatsen op den dag der troonsbestyging van H. M. KoniDgln Wilhelmina. Den 5den Dec. e. k. zal van Rotterdam vertrekken met de „Smeroe" een detachement suppletietroepen, ter sterkte van 3 onder officieren, benevens 80 korporaals en man schappen. Voor het bevel over dat transport ia aangewezen de met verlof h. 1.1. aanwezige kapt. der infanterie van het Ind. leger W. P. Van Haasbergen en als medegeleider de voor dat leger bestemde 2de luits. van dat wapen H. A. Stork en W. A. Van Aken. Hr. Ms. fregat „Van Speyk", onder beveb van den kapitein ter zee H. Van den Pauvert, is in den namiddag van 8 dezer van Sint-Vincent vertrokken. Door het hoofdbestuur der Hollandsche Maatschappy van Landbouw zyn ten behoevo van de binnen de gemeente Naaldwyk te openen Rykstuinbouwwinterschool geschonken 28 verschillende modellen van bloemen ia papier maché, modellen van het gehoororgaan, van het oog, van de hersenen en van het hart, in papier machó, en 24 flesschen met ver schillende zadeo. Aan den schenker is daarvoor de dank der Regeering betuigd. Door mevrouw de wed. C. Van Lennep, geb. Sillem, te Amsterdam, is aan de afdeeling Tuinbouwschool der Rykslandbouwschool te Wageningen geschonken eene fraaie verza meling van in was nagebootste appelen en peren. Aan de schenkster is daarvoor de dank der RegeeriDg betuigd. Volgens het „Vad." komt het meest la aanmerking voor h6t lidmaatschap derEjrste Kamer, vacature-Cremers, mr. C. J. Sickesz, oud lid dier Kamer. Het rapport van den Raad van Stato over het voorstel tot ongelukken-verzekering is by de Regeering ingekomen. Door de arrondissements rechtbank fca 's Hertogenbosch is, ter vervulling van do vacature van kantonrechter te Eindhoven, op gemaakt de navolgende alphabetische lyst van aanbeveling: mr. D. H. Van den Acker, advocaat en districts-schoolopziener te Eind hoven; mr. W. H. J. Th. Van Basten Baten burg, ambtenaar by het openbaar ministerie by de kantongerechten te Oss, Heuaden, Waal- wyk en Oirschot, te 's-Hertogenbosch, en mr. G. J. Van Heyst, kantonrechter te Druten. Het stoomschip „Cyclops", van Amster dam en Liverpool naar Java, arriveerde 8 Nov. te Port Slid; de „Prins Hendrik", van Amster dam naar Batavia, vertrok 9 Nov. van Aden; de „Prins Willem I" vertrok 7 Nov. van Nieuw-York naar West Indiè; de „Soembing", van Rotterdam naar Batavia, arriveerde 8 Nov. te Southampton; do „Spaarndam" vertrok 7 Nov. van Nieuw-York naar Rotterdam; de „Oorigaran", van Batavia naar Rott rdam, vertrok 9 Nov. van Port-Said; de „Prinses Marie", van Amsterdam naar Batavia, arri veerde 9 Nov. te Padang. 2) Nadat men nog eens zorgvuldig alle hoe ken had doorzocht en toch niets gevonden, dat eenig blyk van diefstal of ander misdadig voornemen opleverde, besloot men het onder zoek tot den morgen te staken en zich weder ter rust te begeven, terwyl de huisknecht intusschen de wacht zou biy ven houden, om, wanneer or al eens iets naders voorviel, dade- lyk by de hand te zyn. Geen der huisgeDooten echter kon na de ontydige verstoring van zyn nachtrust weder in slaap komen; de vrees, dat alles nog zoo goed niet zou zyn afgeloopen, hield hun den slaap uit de oogen. Niet zoodra was de mor genstond aangebrokeö, of allon spoedden zich ten bedde uit om het doen der ronde by dag licht te hervatten. Het bleek echter, toen al de vertrekken nog eens nauwkeurig werden doorzocht, dat men by het nachtelyk onder zoek niets over het hoofd gezien had, daar alles in de beste orde bevonden en niet de geringste kleinigheid vermist werd. Welk oogmerk mocht de vreemde nacht- zwerver dan toch gehad hebben? Uit het gevonden papier met tabak en de tondeldoos bleek althans genoegzaam, dat de vreemde een manspersoon moest zyn geweest; want een vrouw droeg zulke voorwerpen niet by zich. Wat had hem bewogen, zich uit de voeten te maken zonder iets mede te nemen Had de vrees van betrapt te zullen worden hem verjaagd, of had by, uit vrees, dat by mogeiyke verrassing het gestolene by hem zou gevonden worden, zyn opzet tot diefstal laten varen en het hazenpad gekozen? Zon der misdadig opzet was hy toch wel niet in huis geslopeD. Het minste, wat men van hem kon vermoedeD, was, dat by plan tot stelen had gehad. En nu, daar hy, na onbemerkt in huis te zyn geslopen, zyn plan reeds ten halve gelukt zag en slechts de hand naar de hem omringende kostbaarheden had uit te steken, maakte hy zich in alleryl uit de voeten en zyn plan bleef onuitgevoerd. Voorwaar, een zonderlinge dief, die, na eerst stoutmoedig de hachelyke kans van het binnensluipen te hebben gewaagd, aan hot einde van zyn doel gekomen, door een weinig geruchts vervaard, zyn opzet in den steek laat en bloode de vlucht neemt l Zoowel de jaren als het onbesproken gedrag der vrouwelyke dienstboden, die in huis woonden, stelden dezen buiten de verdenking, dat zy zich in een bedekten minnehandel zouden wikkelen of des nachts vreemd volk tot zich toelaten; ook de huisknecht, een man van beproefde trouw, was daartoe te eeriyk en te braaf. Men begreep dus niet, welk oogmerk de vreemde kon gehad hebben, daar hy geen het minste blyk van eenig al of niet misdadig opzet had achtergelaten. Evenmin kon men zich verklaren, hoe hy, zonder door iemand te zyn opgemerkt, in huis was gekomen. Hy kon nochtans niet anders dan door de huisdeur aan de straat zyn binnengekomen, daar met het ruwe herfstweder de deur aan den tuin ook overdag gesloten en er derhalve aan dien kant geen ingang was, evenmin als aan den kant van den zol er, welks toegang zelden openkwam. Het was voorts uitgemaakt, dat hy reeds by het vallen van den avond in huis moest zyn geweest, daar ^ewooniyk, zoodra het avond werd, de deur zorgvuldig gesloten werd gehouden. Men herinnerde zich daarby, dat er even vóór schemeravond iemand was geweest om een boodschap to brengen, die eenige oogon- blikken vooraan in ae gang op antwoord had staan wachten, by welke gelegenheid, dewyi de deur toen zoolang had aangestaan, het den vreemde voorzeker moeBt zyu gelukt, zyn kans waar te nemen. Om zich daarvan te vergewissen, ging de heer De G. in per soon dien man, den knecht van een winkelier, hieromtrent ondervragen, blykende het als- toen, dat men zich in deze meening geenszins vergist had. Werkeiyk verklaarde die mao, dat, terwyl hy in de gang voor aan do deur had staan wachten, er iemand de stoep op en in huis gekomen was, die regelrecht, half de gang ten einde, de trap op naar boven was gegaan als Iemand, die volstrekt niet vreemd in het huis, maar daarmee zeer bekend was, waarom hy had gedacht, die persoon zou daar in huis behooren of ten minste noodig hebben, dat hy zoo onbeschroomd naar binnen stapte, dewyi hy ook niet op het vermoeden had kunnen komen, dat een onbekende, laat staan een kerel, die iets slechts in den zin had, zoo stoutmoedig in eeos anders huis gekomen, zonder schroom recht toe recht aan zou doorgaan. Hoe gewichtig deze opheldering by den eersten oogopslag ook scheen, nochtans deed zy inderdaad weinig af, daar de man ver klaarde, niet met juistheid te kunnen zeggen, hoe de vreemde er had uitgezien, dewyl hy in het voorbygaan en by de schemering niet nauwkeurig acht op hem geslagen hadvoor zooveel by zich echter meende te herinneren, was de vreemde goed en ordeiyk in de kleeren. De kerel moest dus, naar het bleek, niet geheel onbekend in het huis zyn geweest. Behalve, dat hy, voor zoover de toegang hem had opengestaan, juist die plaats tot zyn schuilhoek had gekozen, waar hy het veiligst verborgen zat, liet zich dit nader opmaken uit den spoed en de zekerheid, waarmede hy don sleutel van de huisdeur had weten te vinden, welke des avonds, als er werd ge sloten, gewooniyk uit het slot genomen en aan een haakje achter de deur opgehangen werd. Wie hy echter mocht zyn geweest, kon geen der huisgenooten met mogeiykheid gissen. Vreemd werkvolk was er in Jangen tyd niet overhuis geweest; niemand wist derhalve een bekende te noemen, op wien men zelfs van ter zyde maar eenig ver moeden kon hebben. Hoewel men dus geen de minste aandui ding nopens den verdachten persoon had, en er ook geen blyk van eenig misdryf aanwezig was, oordeelde men zich toch verplicht de zaak by den hoofdschout aan te geven. Men legde ten overvloede de gevonden kleinig heden daarby over. Wat kon men echter met dezo onbeduidende voorwerpen uitvoer Op do buitenzydo van het papieren zakje oi peperhuis, waarin de tabak gevonden werd, stonden wel naar gewoonte het wapen er de naam van den bekenden tabakshandelaai uitgedrukt, maar dit eeDig onderscheidend merk was te algemeen en kon toch wel iD geen aanmerking komen als het middel tot opsporing van dengene, die het papier ver loren had. Of echter by een meer belangryk feit, wan neer het gerecht aan de ontdekking van den dader meer gelegen was geweest, de go- noemde ambtenaar bet by deze oppervlakkig© meening zou hebben laten berusten, dan wei een spoor trachten te vinden door middel vaD het papier en de zich daarin bevindende tabak, welke laatste altoos van een bo paalde soort moest zyn, waarvan de tabakj- verkooper zich do klanten kon herinneren, die ze in zyn winkel kwamen halen, ondoi welke dan toch indien men de zaak ernstig aanvatte, licht iemand ware op te sporen geweest, op wien men vermoeden zou kunnen hebben, dit zal wel niemand, die niet in de gbheime ontdekkingsmiddelen der justitie is ingewyd, voldoende kunnen beslissen. Zooveel is zeker, dat het eigeniyke van dit voorval vooreerst een raadsel bleef, en men er niet achter kwam, wat de vreemde insluiper mocht hebben in zyn schild gevoerd. En daar den dienstboden voortaan een dubbele omzich tigheid met de sluiting werd aanbevoltn, vor- nam men sedert in het huis geen onraad meer. {Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1896 | | pagina 1