N°. 11263.
<r Woensdag IX November,
AM896
feze ^Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van (Zon- en feestdagen, uitgegeven.
Leiden, 10 November.
Feuilleton.
De Stem vun den Godsdienst
LEIDSCH
DAG-BLAD.
PRIJS DEZER COURAHT:
Voor Leiden per 8 maanden.
Franco per posta
Afzonderlijke Nommers
f 1.10.
1.40.
0.05.
PEIJS DER AD VERTEN TIËN
Van 1 6 regels 1.05. Iedere regel meer 0.17 j. Qrootere
letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad
wordt 0.05 berekend.
Ofüciëele Kennisgevingen*
NATIONALE MILITIE.
Burgemeester en Wethouders van Leidon,
Gezien art. 9 van bet Koninklijk besluit van den
17dou December 1861 (Staateblad No. 127), ge
wijzigd bij Koniolilgk besluit van den 22sten Juli
1892 (Staateblad No. 179);
Brengen bg dc-ze ter algemeen© kennis, dat de
ingezetenen, die verlangen mochten als v r ij w i 1-
11 g e r s bij de nationale militie op te treden, zich
daaitoe vóór d n laten December aanstaande ter
gemeonte-secrotario behooren aan te geveD.
De bepalingen der wet van den 19den Augustus
18G1 (Staatsblad No. 72), betrekkelijk de Na ioDale
Militie, gewijzigd bij de wot van don 4den April
1692 (Staatsblad No. 66 zijn ten aanzien van de
Vrijwilligers de volgendo:
.Art. 11. Om vrijwilliger bij de militio te zijn,
moet men ongehuwd of kinderloos weduwnaar eo
ingezoton wezen, voorts lichamelijk voor den dienst
gesohikt, ten minste 1,66 meter lang, op den lston
Ja; uari van het Jaar der toelatiDg als vrijwilliger
'het 19de jaar ingetreden zijn en het 35ste Jaar niet
Volbracht hebben, tot op het tijdstip der toelating
aan zijne verplichtingen ten aanzien van de militie,
zoover die te vervollen waren, voldaan en een goed
zedelgk gedrag hebben geleid.
Het bezit van die veroisohten, met uitzondering
van de lichamelijke geschiktheid en van de gevorderde
lengte, wordt bewezen door een getuigschrift van
den burgemeester dor' woonplaats.
Art. 12. Hg', die voor de militio is ingeaohreven,
wordt slechts als vrijwilliger toegelaten voor do
gemeente, in welke hij ingeaohreven is, tenzij hg
geeno verpliohtingen ten aanzien van de militie
meer te verruilen hebbo.
Art. 13. Hij, die bij de zeemacht, bij hot legor
hier te lande, of by het krijgsvolk in 's Rijks over
zeeecho bezittingen heeft gediend, wordt Diet als
vrgwilligtr bg de militie toe.elaten, tenzij hg' bij
het verlaten van don dienst, behalve een bewgu van
ontslag, van den bevelhebber, onder wien bij laatatelgk
heeft gediend, een getuigschrift hebbe ontvangen,
inhoudende, dat hij zich gedarende zgn diensttijd
gotd heeft godragen.
Hij kan, heeft hij dit ontvangen, totdat zfin veer
tigste Jaar volbracht ia, als vrijwilliger bg de militie
worden toegelaten."
Wijders wordt ter kennis van de bolanghebbenden
gebit ebt, dat tot het opmaken van het getuigschrift,
bedoeld bij bovenge oewd art. 11 der Wet, dagelijks,
uitgezonderd de Zondag, van deB voormiddags tien
tot des namiddags vier ureu, ter seoretarie dezer
gemeente de gelegenheid bestaat.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Leiden, F. WA8, Burgemeester.
7 Nov. 1896. E. KI8T, Secretaris,
Dat ziet er voor hedenavond mooi uit in
de Stadszaal, waar de „Italiaansche opera van
Milaan" (directeur Angelo Fantuzzi) de eerste
der aangekondigde voorstellingen zal geven
met „Cavalleria Rusticana" en „Pagliacci".
Gisteravond trad hetzelfde gezelschap met
dezelfde werken te Amsterdam op, en het
„Hol." van hedenmorgen schrflft daarover
nu woordelijk het volgende:
„Het Hollandsche spreekwoord, dat één
zwaluw nog geen zomer maakt, heeft de heer
Angelo Fantuzzi zeker nooit geboord,
by zou dan wellicht hebben nagelaten de reis
naar bet noorden te ondernemen, met een opera
gezelschap, dat ternauwernood één zanger
kan aanwyzen.
„Italiaansche opera is eigeniyk ook wat
veel gezegd. Polyglottische opera ware wel
licht beter. Want naast de Italiaanscbe solis
ten hoorden wy een koor, dat uit een doel
van het koorpersoneel der Nederlandsche Opera
was samengesteld en dat op het Leidscheplein
zc-ker nooit zoo slecht gezongen heeft als
gisteren in de Amstelstraat. Het mooie num
mer uit de eerste acte van Pagliacci werd
ten minstedoodgemarteld is het eenigo
woord, dat ongeveer den indruk weergeeft.
Van de solisten ia de heer S e r r a, die de
rol van Tonio vervulde, de eenige, die over
voldoende etemmiddelen beschikt en die ©eniger
mate in zyn rol bleek te zyn. S i g n o r a
V a n o 1 i, de Neddascheen een enkele maal
op den goeden weg, maar zy had zoo hard
de hulp van den souffleur noodig, dat men
den goeden man in het Panopticum heeft
kunnen hooren.
„De reat was pover; met Constanter zou
men kunnen zoggen: „Die schrick'lickst van
my swyght heeft aldermeest geseit". Het
was zóó, dat wy den moed misten ook nog
de Cavalleria aan te hooren.
„Het orkest, dat volgens de aankondiging
uit 35 professori d'Orchestra zou bestaan,
telde misschien wel 34 executanten, maar of het
niet voor 't meerendeel oude bekenden waren?
Het maakte zoo den indruk, dat de kapel van
Zaagmans, met enkele „virtuozen" versterkt,
aan den gang was.
„De voorstelling werd voorafgegaan door de
uitvoering dor volksliederen van Italië en
Nederland."
In tegenwoordigheid van correspondenten
van het leger werd gisteravond door het
bestuur der afdeeling Leiden van de „Vereeni-
ging van gepensionneerde onderofficieren en
minderen van het Nederlandsche leger" aan
behoeftige leden en weduwen een bedrag van
375 uitgekeerd. Drie leden, die ouder zyn
dan 76 jaren, ontvingen leder ƒ27.60, vyf
leden ieder f 22.50; drie weduwen, die ge
huwd zyn, toen hare echtgenooten zich nog
in militairen dienst bevonden, ieder f 22.50
en vyf weduwen, die daarna gehuwd zyn,
ieder ƒ15, terwyi één lid, dat wegens zyn
leeftyd Diet in de termen verkeert om perio
diek ondersteund te worden, eene buiten
gewone gratificatie ontving van ƒ15.
De heer C. J. Warners, cand. tot den
H. Dienst te Leiden, wenscht nog Diet beroe
pen te worden.
Do tweemaandeiyksche vergadering der
afdeeling „Leiden en Omstreken" van de
VereeniglDg van Chr. ODderwyzers en onder-
wyzoressen zal gehouden worden op a. s.
Zaterdag in de school aan de Pieterskerkgracht
te Leiden en om halltien aanvangen.
Do minister van oorlog heeft, krachtens
het kon. besluit van 30 Oct. jlbenoemd de
militairs leden van de militieraden in de
onderscheidene provinciën, en hunne plaatsver
vangers, voor de lichting van 1397, voor Zuid-
Holland: l6te district 's-Gravenhage, lid maj.
Francke, plaatsverv. maj. L9 Jolle; 2do id.
Rotterdam, lid luit.-kol. De Wys, plaatsverv.
kapt. Yan 't Lindenhout; 3de id. Leiden,
lid maj. Calkosn, plaatsverv. maj. Koolemans
Beynen; 4de id. Dordrecht, lid maj. Naeff,
plaatsverv. kapt. baron Van Wassenaer van
St.-Pancras.
Te Valkenburg is gisteren zeer plotse
ling overleden de heer Johs. Van der Nagel,
lid van den gemeenteraad aldaar en ouderling
der Ned.-Herv. Gemeente.
Door het bestuur der Veroeniging van
Nederlandsche Steenfabrikanten is aan de
Tweede Kamer der Staten-Generaal een adres
gericht, waarin het zyne volle adhmsie betuigt
aan het onlangs aan de Kamer toegezonden
adres van het bestuur van den Nederland-
schen Aannemersbond in zake de algemeene
voorwaarden der departementen van binnen-
landsche zaken, waterstaat, justitie en oorlog.
Het is van gevoelen, dat het in genoemd
adres gevraagde beginsel van arbitrage ook
van toepassing dient gemaakt te worden op
de levering van alle materialen, welke in do
verschillende Ryksbestebkon worden voorge
schreven.
Het bestuur der vereeniging wyst er op,
dat dit beginsel reeds sinds jaren in het bui
tenland wordt toegepast en hoe het ook vol
komen gehuldigd wordt in art. 21 der alge
meene voorwaarden van aanbesteding van
goederen en materialen ton behoeve van 's Ryks
marine, vastgesteld den 26sten October 1893.
Voor zoover adressant bekend is, hebben
deze bepalingen tot geen moeiiykheden in de
practyk aanleiding gegeven en zouden zy dus
zonder bezwaar ook in de A. V. der overige
departementen kunnen worden opgenomen.
Het bestuur verzoekt derhalve de Kamer
die maatregelen te nemen, welke zy nuttig of
noodig acht om speciaal in de A. V. van
bovengenoemde departementen die wyzigingen
aan te brengen, welke er toe kunnen leiden
om eene goede en gelyke rechtsbedoeling aan
alle leveranciers ten dienste van het Ryk te
verzekeren.
Er zyn thans drie hoogleeraarsbetrek-
kingen aan de universiteit te Amsterdam te
vervullen: de vacatures-Oudemans, Van Haren
Noman en Julius.
Wat de vacature-Julius betreft, is door de
studenten der wis- en natuurkundige facul
teit een adres tot curatoren gericht, waarin
ze hun leedwezen betuigen over het nog on
bezet zyn van die plaats, waardoor thans bet
onderwys in de natuurkunde aan de Amster-
damsche universiteit geheel rust op de
schouders van een enkelen hoogleeraar (prof.
v. d. Waals).
Adressanten zeggen, dat 't huns inziens
niet aangaat, misbruik te maken van de
buitengewone bekwaamheden en den yver
van dien ambtenaar, daar dit voor hem en
dus ook voor 't onderwys in de phytica de
grootste onheilen ten gevolge kan hebben,
en zy dringen er by het college op aan, dat
maatregelen worden getroffen, die aan genoem
den onhoudbaren toestand ten spoedigste een
einde maken,
Benoemd is tot hoofd der school te
Diemen de heer J. A. Doesburg Lannooy, te
Amsterdam.
De minister van buitenlandsche zaken
heeft aan de Tweede Kamer ingezonden een
afdruk van hot op 19 Mei 1894 te Lissabon
tusschen Nederland en Portugal gesloten ver
drag tot regeling der wedsrzydsche uitleve
ring van misdadigers.
De heer J. Rovers, hoofd eener open
bare lagere school te Delft, herdacht dezer
dagen zyn 25-jarigen werkkring als leeraar
in de wiskunde aan de Burgeravondschool
aldaar.
De jubilaris werd 's avonds in de bestuurs
kamer ontvangen door den wethouder van
onderwys, den heer A. J. Kipp, en alle
leeraren, waarby hem na eene haiteiyke toe
spraak van den directeur der school, den
heer H. Hulshof, een fraai souvenir werd
aangeboden.
Ook hot overige personeel der school ver
eerde den jubilaris een geschenk.
De minister van financiën heeft aan de
Tweede Kamer doen toekomen de door de
hoogleeraren dr. P. Van Geer en dr. A. J.
Van Pesch en den oud-hoogleeraar A. E.
Rahusen opgemaakte wetenscbappeiyke balans
van bet Pensioenfonds voor weduwen en
weezen van burgeriyke ambtenaren, bedoeld
in het slot der memorie van toelichting van
het by koninkiyke boodschap van 18 Sept.
1896 aangeboden wetsontwerp tot regeling
der ontvangsten en uitgaven over 1897.
Die balans met de daarby behoorende stuk
ken zyn, ter inzage van de leden, op de griffie
nedergelegd.
Deze stukken, waaronder een rapport der
genoemde deskundigen, dd. 31 October jl.,
zullen door de zorg van het bestuur van het
fonds worden gedrukt.
De Minister stelt zich voor, om, zoodra dit
geschied zal zyn, afdrukken aan de leden van
de Tweede Kamer toe te zenden.
Ook het „Vad." weet mede te deelen, dat
de wetenschappelyke balans van het pensioen
fonds voor weduwen en weezen, waarvan
sprake is in art. 20 der wet van 9 Mei 1890
(St8bl. No. 79), een batig saldo aanwy?t, en
wel van circa negen millioen gulden. Daardoor
vermeerdert, zegt het blad, de kans voor de
onderwyzers om op gunstige voorwaarden in
het fonds opgenomen to worden.
„De Goede Raadgever", Almanak van de
Nederlandsche VereenigiDg tot Afschaffing van
Sterken Drank voor het jaar 1897, heeft het
licht gezien.
Behalve het gewone „voorwerk," kalender,
enz, enz, bevat de Almanak een Naamiyst
van (zoovoel mogelyk alle) drankbestryders-
vereenigmgtn in Nederland, met namen van
bestuursleden, enz. Verder: mengelwerk.
Door Gedeputeerde Staten van Noord-
Holland is het bedrag van het presentiegeld
voor de leden van den Raad der gemeente
Nieuwer Amstel nader bepaald op ƒ110 per
jaar. Doze regeling wordt gerekend te zyn
ingegaan op den lsten Mei van dit jaar.
Het Moderamen van den Schoolraad
deelt mede, aat er een Hulpfonds is opgericht
voor gewe;g> rde ryksbydrage aan scholen met
den bybel Meer dan 100 scholen zyn toege
treden, terwyl er nog tot 31 Dec. a. 8. daartoe
gelegenheid gegeven wordt, daar op dien
datum de deelneming over het jaar 1897
gesloten wordt.
Genoemd Hulpfonds treedt den lsten
Januari 1897 in werking.
Uit Groningen meldt men, dat de
Christen Studeuten-Vereeniging aldaar zeer in
leden aantal is toegenomen. Zy telt thans
18 leden.
De kerkeraad der Ned.-Israël. gemeente
te Enschedee heeft op voorstel van den heer
M. Cats besloten een marmeren gedenkplaat
met inscriptie in de synagoge te plaatsen op
den dag der troonsbestyging van H. M.
KoniDgln Wilhelmina.
Den 5den Dec. e. k. zal van Rotterdam
vertrekken met de „Smeroe" een detachement
suppletietroepen, ter sterkte van 3 onder
officieren, benevens 80 korporaals en man
schappen. Voor het bevel over dat transport
ia aangewezen de met verlof h. 1.1. aanwezige
kapt. der infanterie van het Ind. leger W. P.
Van Haasbergen en als medegeleider de voor
dat leger bestemde 2de luits. van dat wapen
H. A. Stork en W. A. Van Aken.
Hr. Ms. fregat „Van Speyk", onder beveb
van den kapitein ter zee H. Van den Pauvert, is
in den namiddag van 8 dezer van Sint-Vincent
vertrokken.
Door het hoofdbestuur der Hollandsche
Maatschappy van Landbouw zyn ten behoevo
van de binnen de gemeente Naaldwyk te
openen Rykstuinbouwwinterschool geschonken
28 verschillende modellen van bloemen ia
papier maché, modellen van het gehoororgaan,
van het oog, van de hersenen en van het hart,
in papier machó, en 24 flesschen met ver
schillende zadeo. Aan den schenker is daarvoor
de dank der Regeering betuigd.
Door mevrouw de wed. C. Van Lennep,
geb. Sillem, te Amsterdam, is aan de afdeeling
Tuinbouwschool der Rykslandbouwschool te
Wageningen geschonken eene fraaie verza
meling van in was nagebootste appelen en
peren. Aan de schenkster is daarvoor de dank
der RegeeriDg betuigd.
Volgens het „Vad." komt het meest la
aanmerking voor h6t lidmaatschap derEjrste
Kamer, vacature-Cremers, mr. C. J. Sickesz,
oud lid dier Kamer.
Het rapport van den Raad van Stato
over het voorstel tot ongelukken-verzekering
is by de Regeering ingekomen.
Door de arrondissements rechtbank fca
's Hertogenbosch is, ter vervulling van do
vacature van kantonrechter te Eindhoven, op
gemaakt de navolgende alphabetische lyst van
aanbeveling: mr. D. H. Van den Acker,
advocaat en districts-schoolopziener te Eind
hoven; mr. W. H. J. Th. Van Basten Baten
burg, ambtenaar by het openbaar ministerie
by de kantongerechten te Oss, Heuaden, Waal-
wyk en Oirschot, te 's-Hertogenbosch, en mr.
G. J. Van Heyst, kantonrechter te Druten.
Het stoomschip „Cyclops", van Amster
dam en Liverpool naar Java, arriveerde 8 Nov.
te Port Slid; de „Prins Hendrik", van Amster
dam naar Batavia, vertrok 9 Nov. van Aden;
de „Prins Willem I" vertrok 7 Nov. van
Nieuw-York naar West Indiè; de „Soembing",
van Rotterdam naar Batavia, arriveerde 8 Nov.
te Southampton; do „Spaarndam" vertrok 7
Nov. van Nieuw-York naar Rotterdam; de
„Oorigaran", van Batavia naar Rott rdam,
vertrok 9 Nov. van Port-Said; de „Prinses
Marie", van Amsterdam naar Batavia, arri
veerde 9 Nov. te Padang.
2)
Nadat men nog eens zorgvuldig alle hoe
ken had doorzocht en toch niets gevonden,
dat eenig blyk van diefstal of ander misdadig
voornemen opleverde, besloot men het onder
zoek tot den morgen te staken en zich weder
ter rust te begeven, terwyl de huisknecht
intusschen de wacht zou biy ven houden, om,
wanneer or al eens iets naders voorviel, dade-
lyk by de hand te zyn.
Geen der huisgeDooten echter kon na de
ontydige verstoring van zyn nachtrust weder
in slaap komen; de vrees, dat alles nog zoo
goed niet zou zyn afgeloopen, hield hun den
slaap uit de oogen. Niet zoodra was de mor
genstond aangebrokeö, of allon spoedden zich
ten bedde uit om het doen der ronde by dag
licht te hervatten. Het bleek echter, toen al
de vertrekken nog eens nauwkeurig werden
doorzocht, dat men by het nachtelyk onder
zoek niets over het hoofd gezien had, daar
alles in de beste orde bevonden en niet de
geringste kleinigheid vermist werd.
Welk oogmerk mocht de vreemde nacht-
zwerver dan toch gehad hebben? Uit het
gevonden papier met tabak en de tondeldoos
bleek althans genoegzaam, dat de vreemde
een manspersoon moest zyn geweest; want
een vrouw droeg zulke voorwerpen niet by
zich. Wat had hem bewogen, zich uit de
voeten te maken zonder iets mede te nemen
Had de vrees van betrapt te zullen worden
hem verjaagd, of had by, uit vrees, dat by
mogeiyke verrassing het gestolene by hem
zou gevonden worden, zyn opzet tot diefstal
laten varen en het hazenpad gekozen? Zon
der misdadig opzet was hy toch wel niet in
huis geslopeD. Het minste, wat men van hem
kon vermoedeD, was, dat by plan tot stelen
had gehad. En nu, daar hy, na onbemerkt
in huis te zyn geslopen, zyn plan reeds ten
halve gelukt zag en slechts de hand naar de
hem omringende kostbaarheden had uit te
steken, maakte hy zich in alleryl uit de voeten
en zyn plan bleef onuitgevoerd. Voorwaar,
een zonderlinge dief, die, na eerst stoutmoedig
de hachelyke kans van het binnensluipen te
hebben gewaagd, aan hot einde van zyn doel
gekomen, door een weinig geruchts vervaard,
zyn opzet in den steek laat en bloode de
vlucht neemt l
Zoowel de jaren als het onbesproken gedrag
der vrouwelyke dienstboden, die in huis
woonden, stelden dezen buiten de verdenking,
dat zy zich in een bedekten minnehandel
zouden wikkelen of des nachts vreemd volk
tot zich toelaten; ook de huisknecht, een
man van beproefde trouw, was daartoe te
eeriyk en te braaf.
Men begreep dus niet, welk oogmerk de
vreemde kon gehad hebben, daar hy geen
het minste blyk van eenig al of niet misdadig
opzet had achtergelaten. Evenmin kon men
zich verklaren, hoe hy, zonder door iemand
te zyn opgemerkt, in huis was gekomen.
Hy kon nochtans niet anders dan door de
huisdeur aan de straat zyn binnengekomen,
daar met het ruwe herfstweder de deur aan
den tuin ook overdag gesloten en er derhalve
aan dien kant geen ingang was, evenmin als
aan den kant van den zol er, welks toegang
zelden openkwam. Het was voorts uitgemaakt,
dat hy reeds by het vallen van den avond
in huis moest zyn geweest, daar ^ewooniyk,
zoodra het avond werd, de deur zorgvuldig
gesloten werd gehouden.
Men herinnerde zich daarby, dat er even
vóór schemeravond iemand was geweest om
een boodschap to brengen, die eenige oogon-
blikken vooraan in ae gang op antwoord
had staan wachten, by welke gelegenheid,
dewyi de deur toen zoolang had aangestaan,
het den vreemde voorzeker moeBt zyu gelukt,
zyn kans waar te nemen. Om zich daarvan
te vergewissen, ging de heer De G. in per
soon dien man, den knecht van een winkelier,
hieromtrent ondervragen, blykende het als-
toen, dat men zich in deze meening geenszins
vergist had.
Werkeiyk verklaarde die mao, dat, terwyl
hy in de gang voor aan do deur had staan
wachten, er iemand de stoep op en in huis
gekomen was, die regelrecht, half de gang
ten einde, de trap op naar boven was gegaan
als Iemand, die volstrekt niet vreemd in het
huis, maar daarmee zeer bekend was, waarom
hy had gedacht, die persoon zou daar in
huis behooren of ten minste noodig hebben,
dat hy zoo onbeschroomd naar binnen stapte,
dewyi hy ook niet op het vermoeden had
kunnen komen, dat een onbekende, laat staan
een kerel, die iets slechts in den zin had,
zoo stoutmoedig in eeos anders huis gekomen,
zonder schroom recht toe recht aan zou
doorgaan.
Hoe gewichtig deze opheldering by den
eersten oogopslag ook scheen, nochtans deed
zy inderdaad weinig af, daar de man ver
klaarde, niet met juistheid te kunnen zeggen,
hoe de vreemde er had uitgezien, dewyl hy
in het voorbygaan en by de schemering niet
nauwkeurig acht op hem geslagen hadvoor
zooveel by zich echter meende te herinneren,
was de vreemde goed en ordeiyk in de kleeren.
De kerel moest dus, naar het bleek, niet
geheel onbekend in het huis zyn geweest.
Behalve, dat hy, voor zoover de toegang hem
had opengestaan, juist die plaats tot zyn
schuilhoek had gekozen, waar hy het veiligst
verborgen zat, liet zich dit nader opmaken
uit den spoed en de zekerheid, waarmede hy
don sleutel van de huisdeur had weten te
vinden, welke des avonds, als er werd ge
sloten, gewooniyk uit het slot genomen en
aan een haakje achter de deur opgehangen
werd. Wie hy echter mocht zyn geweest,
kon geen der huisgenooten met mogeiykheid
gissen. Vreemd werkvolk was er in Jangen
tyd niet overhuis geweest; niemand wist
derhalve een bekende te noemen, op wien
men zelfs van ter zyde maar eenig ver
moeden kon hebben.
Hoewel men dus geen de minste aandui
ding nopens den verdachten persoon had, en
er ook geen blyk van eenig misdryf aanwezig
was, oordeelde men zich toch verplicht de
zaak by den hoofdschout aan te geven. Men
legde ten overvloede de gevonden kleinig
heden daarby over. Wat kon men echter met
dezo onbeduidende voorwerpen uitvoer
Op do buitenzydo van het papieren zakje oi
peperhuis, waarin de tabak gevonden werd,
stonden wel naar gewoonte het wapen er
de naam van den bekenden tabakshandelaai
uitgedrukt, maar dit eeDig onderscheidend
merk was te algemeen en kon toch wel iD
geen aanmerking komen als het middel tot
opsporing van dengene, die het papier ver
loren had.
Of echter by een meer belangryk feit, wan
neer het gerecht aan de ontdekking van den
dader meer gelegen was geweest, de go-
noemde ambtenaar bet by deze oppervlakkig©
meening zou hebben laten berusten, dan wei
een spoor trachten te vinden door middel vaD
het papier en de zich daarin bevindende
tabak, welke laatste altoos van een bo
paalde soort moest zyn, waarvan de tabakj-
verkooper zich do klanten kon herinneren,
die ze in zyn winkel kwamen halen, ondoi
welke dan toch indien men de zaak ernstig
aanvatte, licht iemand ware op te sporen
geweest, op wien men vermoeden zou kunnen
hebben, dit zal wel niemand, die niet in
de gbheime ontdekkingsmiddelen der justitie
is ingewyd, voldoende kunnen beslissen.
Zooveel is zeker, dat het eigeniyke van dit
voorval vooreerst een raadsel bleef, en men
er niet achter kwam, wat de vreemde insluiper
mocht hebben in zyn schild gevoerd. En daar
den dienstboden voortaan een dubbele omzich
tigheid met de sluiting werd aanbevoltn, vor-
nam men sedert in het huis geen onraad meer.
{Wordt vervolgd.)