die, met het voorkomen en de manieren eens ambassadeure, sedert lang aan het hoofd stond eent-r internationale bende effecten-dieven, en aardig op weg was om een groot vermogen te bezitten. Het is gebleken, dat hy reeds vier jaren geleden by verstek wegens medeplichtig heid aan den di fatal van 117,000 fr. aan het Fransche ministerie van financiön in 1890 tot lien jaar opsluiting veroordeeld is. Te Londen heelt hy een kantoor gehad voor het verhandelen van gestolen effecten onder de firma: „Baron Laterner Co., maatschappy der Siberische goudbergen". Hy is te Ham burg gevangen geweest, maar wist te ont vluchten, heeft in Oostenryk twee jaar „go ztten", enz. Hg is zeer kalm en betwist de bevoegdheid van den Franschen rechter met de wetskennis en scherpzinnigheid van een volleerd advocaat, zonder in het minst het hem te last gelegde te ontkennen. Te Kopenhagen zyn vyf anarch is ten, de hoofdmannen der party, gearresteerd, o. a. Möller, een redacteur van het anarchis tisch blad „Der Pruletar". Möller stond in connectie met Peter Jensen, den secretaris der anarchistenclub, die eenigen tyd geleden was gearresteerd. De ov.-rige worden be achuldigd van medeplichtightid aan den onlaDgs ontdekten diefstal ten nadeele van de spaarbank. Benjamin Franklin Evans en Mary Fros Ormsky, presidente van den inter nationalen vrouwenbond voor don vrede, de twee grootste strydtrs voor een algemeenen vrede, zyn thans met elkander in 't huweiyks- bootje gest ipt. Wat zal dat oen rustig huis houdentje gevenl Een rijtuigfabrikant te Hof was van plan geweest een rytuig in te zenden op de tentoonstelling te Neurenberg, en had zulks aan de administratie doen weten. Later bad hy er evtnwel van afgezi n, maar boe stond by te kyken, toen hy later bekroond werd met een zilveren medaille voor dat niet ingezonden rytuig. En hy nam den prys aan ook. Indische Begrooting. Het antwoord van den minister van kolo piön op h't afdelingsverslag der Tweede Kamer omtrent de Indische begrooting voor 1897 is verschenen. De Minister, wien de ingenomenheid van verscheidene leden met de belangryke zaken, welke by deze begrooting werden ter hand genomen, bijzonder aangenaam is, vertrouwt, dat de daartoe ged.ine voorstellen, als strek kende tot verbetering der economische toe standen in Ned-Indië, de goedkeuring der wetgevende macht zullen mogen verwerven. De cindcyfers der ontwerp begrooting zyn thans: uitgaven in Nederland ƒ27,484,292; in Indië 1^4,942,517; totaal 142,426,809; de middelen: in Nederland 16.833,028; in Indië 110,940,550; totaal 127,773,578 Het geraamde tekort bedraagt alzoo 14,6? 3,231. Omtrent den afval van Toekoe Oemar bezit de Minister geen nieuwe gegevens dan sedert het hieromtrent medegedeelde in het koloniaal verslag. Hy meent, dat, alles byeengenomen, de oorziak van Oemar's handehvyze alleen gezocht moet worden in zyn opzien tegen den tocht naar Lamkrab, waar hy een ern stigon tegenstand verwachtte, die hem met de geestelyke party in volslagen vyandschap zou hebben gebracht. De Minister spreekt tegen, dat tusschen den afval en het bezoek van generaal Vetter aan Atjeh eenig verband zou bestaan. Hoewel de Atjeh politiek voor generaal Votter's vertrek naar Indië veelvuldig met den Minister is besproken geworden in den zin, dat zonder dringende noolzakelykheid in de tot op dat tijdstip gevolgde gedragsiyn geen verandering behoorde te worden gebracht, is van het medegeven eener instructie door den Minister geen sprake geweest. De in structies, die na het vertrek van den regee- ringscommissaris den gang van zaken heb ben beheerscht, zyn uit den aard dc-r zaak niet voor een breede openbaarmaking vat baar; zij schryven de handhaving van de ge concentreerde stelling voor, nochtans gepaard met actief optreden der troepen daarbuiten, om den vyand te verhinderen zich opnieuw te vereenigen en T. Oemar te beletten zyn in vloed in de IV en VI Moekims te herkrygen. Op do kust moeten onze établissementen en moet de schoepvaart voldoende beveiligd wor den en de oorlogscontrabande worden te keer gegaan. Verstrekking van wapenen en munitie blyft verboden. Alleen aan de hoofden binnen de geconcentreerde linie is het bezit van een by het bestuur bekend aantal tromplaadge- weron tot zelfverdediging toegestaan; daar buiten wordt, wie zich vertoont gowapend met een geweer, als vyand behandeld, evenzoo de hoofden, die niet aan dien last voldoen om de bun vroeger verstrekte wapenen in to leveren. Hoofden en bevolking worden alleen naar hunne handelingen beoordeeld. Gemeenschap tusschen de buiten de linie wonenden en de bevolking in het gebied daarbinnen, staat onder scherpe controle, al wordt zy niet be perkt; het binnenkomen mag alleen langs onze posten plaats hebben en de blanke wa penen, waarvan het dragen geoorloofd is, moeten aldaar worden afgelegd. De Regeering ziet in het gunstig verloop der werving in de eerste helft van dit jaar het verbiydend bewys, dat het niet ontbreekt aan wakkere Noderlandors, die bereid zyn de oer der vlag in Indië te helpen handhaven, en brengt barerzyds hulde aan het Indische leger en de steeds toevloeiende vrywllligers. Dj Minister, thans in het bezit van de voor stellen der Indische Regeering omtrent de in de toekomst te volgen gedra slyn, is gaarne bereid de Volksvertegenwoordiging zooveel mogelyk in te lichten omtrent hetgeen gedaan moet worden, naar de meening van hen, die wegens bekendheid met land en volk en met den toestand gelyk die zich thans teekent, het best tot een oordeel in staat zyn. Een korte uiteenzetting van den actueelen toestand gaat' aan de ontwikkeling van die plannen vooraf en daaruit blykt, dat de gebeurtenissen in Maart van dit jaar ons tot een staat van zaken hebben teruggebracht, die groote punten van overeen komst vertoont met dien by het einde van het bestuur van den luitenant generaal Van der Heyden, maar toch in zoover zich daarvan guns tig onderscheidt, dat, naar den ondervonden tegenstand in de XXTI Moekims te oorleelen, h t weerstandsvermogen der vyandeiyke party geringer is dan to n, en dat wy, terwyi destyds onze troepenmacht over een groot aantal def- n- sieve posten in ge deel Groot-Atjeh was ver deeld, thans een drietal punten met een voor een actief optreden voldoend krachtige troe penmacht bezitten, afgescheid n van onze dientengevolge onaantastbare hoofdstelling. Dit stelsel, dat niet ae verovering van geheel Ati h tot einddoel heeft, maar alleen wil d win-on tot b stendiging van de afgedwongen rust en tot werkelyke eerbiediging van ons gezag, is het stelsel, dat naar de meening van de Indi sche Regeering nog gedurende een niet vooraf te bepalen tyd moet worden volgehouden. Onder herinnering aan de geschriften en rapporten van den adviseur voor Oostersche talen en Mahomedaanscb recht, dr. Snouck Hurgronje, die het bezet houden gedurende geruimen tyd van een aantal behecrscheace punten in Groot-Atjeh onvermijdelijk noemt, meent de Minister, dat de gunstiger toestand in Groot-Atjeh, nadat in 1893 tyaelyke ver sterkingen buiten de geconcentreeroe stellir g waren opgericht, en de loop der gebeurtenissen van den laatsten tyd, de zienswijze van dr. Snouck Hurgronje op zoo verrassende wyze in het gelyk stellen, dat er grond is te ver trouwen, dat ook gunstige resultaten van bly- venden aard verkregen zullen worden wanneer de staat van zaken, die thans door den drang der omstandigheden geboren is, gedurende een vol oenden tyd wordt bestendigd. Daartoe zal noodig zyn het bestaande overcompleet by het leger vooralsnog te handhaven. De daaraan verbonden uitgaven, die feitelyk ooknure-ds gedaan worden, zullen onzen krachten niet te boven gaan. Intusschen is de Minister omtrent de bestendiging der boven omschreven gedr gs- lyn nog met den Gouverneur-Generaal in over leg getreden, zoodat hij er zich toe bepaalt op de beide hoofdstukken der begrooting 300,000 meer aan te vragen, ten einae in 1897 tot aanvulling van het leger 600 man meer te kuünen uitzenden dan waarop oor- spronkelyk gerekend werd. Met het oog op de diensten van het corps marechaussee in Atjeh, welke de Minister eveneens in hooge mate waardeert, is de aandacht van den Gouv.-Gcn. nog speciaal gevestigd op de vraag in hoeverre uitbreiding van het corps nuttig zou zyn en tevens mogelyk zonder te veel goede krachten aan de overige deelen van het leger te onttrekken. Wat de kuststiatjes betreft, zijn alle advi seurs in Indiö het or over eens, dat de scheep- vaartrogeling krachtig moet worden gehand haafd. Aangaande overneming der in do kugt- staatjes geheven wordende invoerrechten, acht de Minister den tyd daarvoor nog niet ge komen. Zoo lang ons gezag in Atjeh en Onder - hoorigheden niet op hechter grondslagen rust, dient de schyn van fiscaliteit te worden ver meden. Uit de by het departement van koloniën ingekomen stukken is den Minister niet ge bleken, dat de dood van den generaal-majoor Dumoulin indirect het gevolg is geweest van nalatigheid, van wien ook. Een kaart met duidelyke aanwyzing van de streken en plaatsen, in de officiëele rappor ten vermeld, zou zulk een eerbiedwaardige afmeting mosten bezitten, dat de Minister betwyfelt of de vervaardiging van een derge- ïyke kaart in de bedoeling van de Kamer ligt. Naar luid van de ontvangen rapporten moet aan de woelingen op Lombok politieke beteekenis worden ontzegd. Intusschen wordt zoo krachtig mogelyk opgetreden met behulp van een deel der goedgezinde hoofden en bevolking, gesteund door gewapende politie dienaren en door militaire patrouilles, terwyl er verder naar gestreefd wordt om de benden zooveel mogelyk te isolceren en de pogingen der leiders, om wantrouwen op te wekken en verwarring te stichten, te doen schipbreuk ïyden. Nansen's Reisverhaal. (Vervolg van gisteren.) Het electrisch licht werd door den wind molen voortgebracht en onze goede verwach tingen zyn ook in dit opzicht vervuld, maar er was niet altyd wind genoeg om ons in 6taat te stellen, voortdurend over electrisch licht te kunnen beschikken; dan vergenoogden wy ons met gewone petroleumlampen. Over het geheel ging de tyd zoo prettig voorby als in zulko omstandigheden mogelyk was. Wy allen leefden in de beste harmonie en ieder deed zyn plicht met opgewektheid. Na- tuuriyk werd er voor gezorgd, dat er altyd bezigheid was, maar ook zonder dat zou de tyd ons niet te lang gevallen zyn, want er werd gespeeld, muziek gemaakt, enz., en wy hadden een goede bibliotheek tot onze be schikking. Ik geloof niet, dat een onzer erg beklemd geweest is door de eentonigheid van het leven, waarover in alle poolexpedities zoozeer geklaagd is. Wat onszelf betreft, die het wetenschappelyke werk te bezorgen had den, wy kwamen tyd te kort. De „Fram" was inderdaad een prachtig observatorium voor allerlei wetenschapp-lyke onderzoekingen, en het is dan ook niet te verwonderen, dat wy zoo overvloedig en kostbaar materiaal heb ben medegebracht als weinig expeditiën vóór ons. Luitenant Sigurd Scott Hansen had de meteorologische, magnetische en astrono mische waarnemingen te doen, die, durf ik zeggen, zeldzaam volledig zyn. Dr. Blessing nam de botanische waarnemingen, die van het noorderlicht, en natuuriyk ook de physiolo gische en medische, grootendeels voor zyne rekening; ook deze laatste waren allerminst onoelarigryk. Daarenboven werden aan boord zoölogische onderzoekingen ingesteld, peilingen gedaan, de temperatuur en het zoutgehalte van het zeewater opgenomen, waarnemingen, gedaan voor de atmosferische electriciteit, enz., enz. De snelheid, waarmede wy door de poolzeo dreven, veranderde elk oogenblik. Onze koers lyn had niets van een rechte lyn, en als ik die op een kaart aanteekende, zou het een niet te ontwarren kluwen worden van knoopen en krommingen. Maar 's winters drev n wy meest in noordwestelijke richting, ook in het voorjaar, terwyl wy des zomtrs veel door noordelyk» winden werden opgehouden. Den lSden Juni hadden wy op deze wyze 81° 52' bereikt, maar toen ging het weer zuidwaarts en dien geheel n zomer van 1894 kwamen wy r,i -t veel verder, zoodat wy eerst op 21 October den 82sten brtedtegraad over trokken, op 114 9'. De SSsto gr .ad werd bereikt op Kerstavond (ongeveor 105° O.L.), en een paar dagen later waren wy op 83° 24' NB. dichter by de pool reeds dan ooit iemand vóór ons. De allersterkste y sper sin gen had de „Fram" tfl verduren op den 41en en 5den Janu.-iri 1895. Vóór wy onze expeoitie ten uitvoer 1 gden, gaf de gezaghebbende poolreiziger Sir Leopold M'Cliutock te kennen, dat de „Fram" naar zyne mcening des zomers wel weer- st <nd zou kunnen bieden aan den druk van h t ys; maar werd zy er 's winters aan blootgesteld, dan achtte hy de waarschynlyk- heid, dat zy den druk zou kunnen weerstaan, of in de boogto gelicht zou worden, zeer gering. Andere deskundigen drukten zich nog sterker uit en verzekerden, dat het een onmogelyk- heid was, voor welk schip dan ook, aan de yspersingen van 's winters weerstand te bieden. - En toch, de „Fram" werd niet enkel bloot gesteld aan den druk van het winterys, maar toen dat gebeurde, was zy in ys van 30 voc-t dik vast ingevrorenik had dit door vooraf gaando boringen gevonden. Over deze laag kwamen nu ontzaglyke massa's ys met onweerstaanbare kracht tegen de zyde van ons schip gly Jen. De druk was dan ook ont zettend. De ysscbotsen stapelden zich op boven de geschutpoorten en tegen het want aan en het scheen alsof het ys, het schip niet kunnende verpletteren, h^t zou begraven. Wy dachten geen van allen, dat zy het houden zou. De noodige provision, de kajaks, kook- stellen, brandstoffen, tenten, sleden en ski werden in veiligheid gebracht op het ys. Ieder was gereed op het eerste sein het schip te verlaten, en wu sliepan geheel gekleed. Maar de „Fram" bleek sterker te zyn dan ons geloof in haar. Toen de persingen op 't sterkst waren en wy voor de eerste maal het houtwerk hoorden kraken, brak zy uit de yslaag los en het schip werd langzaam in de hoogte geschoven. Het was een triomf. Een samenloop van de hachelykste omstandigheden, die ik be denken kon, had niet meer van ons schip kunnen eischen, en nu het deze beproeving zoo glansryk doorstaan had, achtte ik de „Framtot alles in staat Hoewel wy het schip op 't nauwkeurigst onderzocht h3bben, is het ons nog niet gelukt, een enkele scheur te ontdekken; geen houtsplinter was van zyn plaats. Hierna werden de persingen vergelyken- derwys veel minder, en wy begonnen tamelyk snel in noordelyke en noord-oostelyke richting voort te dry ven. RECLAMES, a 25 Cents per regel. Aguilar's Abafado Tinto isdewynom met de Kina de Vrij te vermengen. Eiscbt den naam der firma op de kurken. Verkrygbaar: Brecstraat 64. 8042 4 INGEZONDEN. Mijnheer de Redacteurl In uw blad van heden stond weer, dat er een brief op de post was bezorgd met een bankbiljet van 25 gulden en dat deze niet in handen van geadresseerde gekomen was. Zulks is voor de hoogere zoowel als voor de lagere postbeambten zeer onaangenaam, daar die van oneerlykbeid worden verdacht. Als het dan waar is (het is ook wel eens meer malen gebleken, dat het een leugen was en er wel een brief, maar geen geld er in was verzonden); als het clan waar is, dat men 25 gulden heeft verzonden, waarom dan niet per aangeteekenden brief? Voor een luttel bedrag was men dan gewaarborgd. En daar men geen geld mag verzenden zonder aan- teekenen, mo?st men degenen kunnen beboe ten, die kwamen klagen, dat brieven met geld zoek waren geraakt. Dan zou men er niet meer zoo van hooren. U, Mynheer de Redacteur, dankend voor de plaatsing dezer regelen, teeken ik my: Leiden, 3 Nov. Een lagere beambte. Roepstem tot de Volken. Het zevende algemeene Vredecongres, van 17 tot 22 September 1896 te Buda-Pesth gehouden, waaraan de afgevaardigden van meer dan honderd vredevereenigingen uit alle deelen van Europa en Amerika hebben deel genomen, wendt zich vol vertrouwen tot de volken en roept hun toe: Er is een tyd geweest, dat men oorlog voerde zonder voorafgaande waarschuwing, alleen met bet doel om te rooven, zich meester te maken van de goederen van zyn nabuur en zich slaven te verschaffen. Plundering was regel en het recht van den sterkste gold on beperkt. De verzachting der zeden heeft dezen toestand van volslagen barbaarschheid eene andere gedaante doen aannemenmen ver spreidde voortaan dood en verderf volgens vaste regelen, welke men het oorlogsrecht noemde. Het lyden der volken, der huisgezinnen en der individuen is zonder twyfel vermin derd evenals de benauwde vrees voor den dag van morgen, maar het is meer algemeen geworden, naarmate de getalsterkte der legers toenam. Altyd was het de oorlog, welke dreigde, dat wil zeggen eene zekere ver woesting en een gewisse dood, alhoewel met Steeds langere tusschenpoozen. Thans wordt tegen het beginsel van den oorlog opgekomen door het menschelyk ge voel, gelouterd door de nieuwe vorderingen der beschaving en steeds meer eischend door nieuwe levensomstandigheden. Deze ontwik keling ligt in de rede, is logisch en onver mydelyk; en nu oude gewoonten, minder barbaarsch dan die van den oorlog, hebben moeten wyktn voor den gestadigen vooruit gang der menschheid naar bare ideale be stemming, is het plicht van ieder denkend wezon zich af te vragen, of dit bloedig spoor van onherroepelijk vervlogen tijden ook niet moet verdwynen in de naaste toekomst. Andere middelen dan ruw geweld zyn uit gedacht om de twisten tusschen individuen te beslechten, en reeds hebben, in meer dan honderd vyftig gevallen, ook de Staten scheids rechterlijke uitspraak ingeroepen om aan hunne geschillen langs vreedzamen weg een einde te maken. Thans nog éóne poging gewaagd op het menschelyk gevoel, en de oorlog zal zyn laatste woord gesproken hebben, terwyl het beroep op de kracht der wapenen zal worden verbannen naar de categorie der oude gebrui ken, welke men zich zou schamen thans nog te volgen. Wel zullen er altyd misverstand en srryd tusschen de volken onderling blyven bestaan, maar men zal ze weten uit den weg te ruimen zonder bloedvergieten, dank zy de verzachting der zeden en het noodwendig gevolg daarvan, namelyk het meer en meer volmaken der jnternationalo instellingen. Den dag, waarop die overtuiging by de menigte zal zyn door gedrongen, zal het ook gedaan zyn met den oorlog, met zyne toebereidselen tot verwoes ting, met zyne bedreigingen. Aan dien arbeid werken, wel is waar lang zaam, maar vol vertrouwen op het bereiken van het einddoel, de Vredevereenigingen, over de geheele wereld verspreid, hare krachten vermeerderend door eendrachtig samenwerken op h?,re congressen, en tusschentyds door bemiddeling van baar permanent internatio naal Bureau te Bern. Het zevende Congres beeft de belangryke uitkomsten geboekstaafd, welke sinds twee jaren verkregen zyn door vredelievende pro paganda, uitgaande van vereenigingen, welke hoe langer hoe meer zyn toegenomen, zoowel wat betreft haar aantal als de toewyding barer leien. Het heeft kennis genomen van de aanmoediging aan het gemeenschappelyk werk betoond door invloedryke Staatslieden, door Volksvertegenwoordigingen en door belangstellende Vereenigingen. Een en ander heeft het Congres venrouwen ingeboezemd in de toekomst, en al zyne besluiten zijn genomen met het doel om zooveel mogelyk dj publieke opinie te doordringen van den vurigen wenscb, om door vreedzame op'ossing de geschillen tusschen volken te beslechten en van den afschuw van oplossing op geweld dadige wyze, waarvan de oorlog de meest onrechtvaardige en wreede uiting is. Als gevolg hiervan heeft het Congres zijne afkeuring uitgesproken over het beroep op het geweld in de betrekkingen tusschen de volken onderling, welke ook het voorwendsel hiertoe mocht zyn, en het heeft zich o. m. den tolk gemaakt van den afschuw, welken do moorden in Turkyo inboezemen, door tot de Europeesche mogendheden de dringende bede te richten om zonder verwyl de noodige maatregelen te nemen, hieraan een einde te maken. Steunt dan, door een krachtig samenwerken, de Vredevereenigingen, gy allen, die de onvermydelyke noodzakeiykheid inziet om eindelijk de rechtvaardigheid en het recht tusschen de volken te doen zegevieren! Het is niet voldoende, dat de publieke opinie de oorlogen doet uitstellen; het is nooJig, dat zy, onweerstaanbaar en machtig, den Vrede aan de wereld voorscbryft. Eerst d&n zullen de huisgezinnen de vruchten kunnen plukken van den arbeid hunner indivi- dueele loden en de volken op hun beurt de weldaden genieten, welke de rechtszekerheid hun verschaffen zal. Vit naam van het 7de Algemeene Vredecongres Generaal ETIENNE TüRR, President. ELIE DUCOMMUN, FRANCOIS KEMËNY, Secretarissen. BUITENEAND. Frankrijk. Het „Journal des Chambres de Commerce" wyst er op, dat de uitvoer van Frankrijk naar Rusland bedroevend gering is. Terwyl cJit land zelf in de eerste 8 maanden van dit jaar voor 117 millioen franken uit Rusland trok, en zoo enorme sommen in Russische leeningon heeft belegd, bedroeg de uitvoer van Fransche goederen naar Rusland nog geen 14 millioen franken, tegen 667 millioen, die naar Engeland gingen. Ofschoon St. Petersburg, Moskou en andere groote Russische steden zeker veel zyde gebruiken, bedroeg de waarde der zydon goederen, uit Frankryk naar Rusland ge zonden, slechts 274,000 franken. De vriend schap van Rusland heeft dus aan den Franschen handel en ny verheid nog geene voordeelen gebracht. Dultsohlandi Naar de „Berliner Neuest. Nachr." verneemt, is reeds thans in de kringen der Duitsche nyverheid zoo groote sympathie kenbaar g - worden voor de deelneming aan de Paryscho wereldtentoonstelling in 1900, dat de vraag of de plaats, die voor Duitschlan i beschikbaar zal zyn, zal worden bezet, geen vraag meer is. Het geldt veeleer reeds nu enk' 1 te over wegen, hoe de plaats kan worden gebruikt ten meesten nutte van de Duitsche nyverh-id. Het kan niet het do--l zijn, dat Duitschland van alle.?, wat het voortbrengt, stalen ter be zichtiging stelt op de Paryscbe Wrrel ten toonstelling; veeleer moet het in elk m tak van bedrijf zoolanig vertegenwoordigd zyn, dat duidelyk te zien is tot welk een graad van ontwikkeling men 't daarin heeft gebracht. Zal Duitschland op de tentoonstelling niet onvoordeelig afsteken tegen ander n tiën, dan moet het zich vooral toeleggen op zorg vuldige schifting van de voor de tentoon stelling aangegeven voorwerpen. Zaterdag zyn prjns Hohenlobe, Duitsch rijkskanselier, en Von Marschall, staatssecre taris voor buitenlan jsche zaken, onverwachts naar Potsdam geroepen. Ofschoon do broeder des kans liers onlangs overleden is, heeft prins Hohenlohe niettemin onmiddellijk gevolg gegeven aan de oproeping. Men maakt daaruit de gevolgtrekking, dat tusschen den keizer en zyn beide raadsleden ernstige aangelegen heden besproken zyn. Italië. In Italië heeft de Bismarcksche bom d9 poppen al aan het dansen gebracht. De „Opinione," die als Rudini's orgaan geldt, begint met een lofpryzing van Bismarck. Deze heelt, zonder den Dn'bond te schaden, door Q6Q afzonderlyk tractaat met Rusland den vrede verz-kerd. Bismarcks optre ien bewyst, dat de triplo alliantie des te zekerder haar doel vervullen kan, naarmate de alliantie mogendheden hartelijker betrekkingen met andere mogend heden onderhouden. Daaruit kent men de wysheid van Rudini's politiek, dat deze steeds in denzelfden zin gearbeid heeft. Evenals Bismarck heeft deze den Driebond gesteund, door onderhandelingen met Gier6 te houden in 1891. Ook nu heeft Rudini door voorbereiding van betere betrek kingen met Rusland en vooral met Frankryk net doel der triple alliantie, het behoud van den Europeeschen vrede, bevorderd. De tegen standers van Rudini zullen moeten toegeven, dat Rudini volkomen terecht handelt, wanneer hy eene verzoening met Frankryk en toe nadering tot Rusland tracht te bereiken. Dit artikel heeft in den Italiaanschen ministerraad de grootste opwinding veroor zaakt. Er wordt gezegd, dat de regeering openlyk verklaren zal, dat het artikel de inzichten van Rudini en Visconti-Venosta volstrekt niet weergeeft. Voorrechten militieplichtigen 1897. De militieplichtigeu voor de lichting van 1897, die er prys op stellen om ingevolge het kon. besluit van 3 Oct. jl. in het garnizoen en by wapens hunner keuze te worden ge plaatst, kunnen dit voordeel verkrygen als zy in de maand Januari a. s. aan een examen voldoen, waarvan het programma door den minister van oorlog is vastgesteld als volgt; I. Het scbryven van een go3de leesbare hand. II. De kennis van de gronden der spelling van de Nederlandsche taal, welke biyken moet uit een te vervaardigen opstel. III. De vier hoofdbewerkingen der reken kunde met geheele getallen. IV. De kennis van het Nederlandsche stelsel van maten en gewichten. V. Eenige bekendheid met de Vaderlan ische Geschiedenis. VI. Voldoende kennis der aardrijkskunde van Nederland. De militieplichtigen, die met voldoenden uitslag aan dit examen hebben deelgenomen, worden, voor zooveel dit met de belangen van den dienst strookt, by elkander gehuis vest en kunnen desverkiezende, zoo daartoe gelegenheid bestaat, met elkander afzonderlyk spyzen. UITLOTINGEN. 6-pCte. OosteDr. aaDdeelon van 1800 a fl. 500, premietrtkking van 2 November 1896, betaalbaar 1 Fobruan 1897. F). 300,000 o. 933-1/14, fl 50 000, 8. 628/1, fl. 25,000, e. 17753/9, elk fl. 10.100 e" 1321/12. e. 2135/7, olk fl. 5000 e. 11^/13, 8. 118/18, 8 221<75, 8. 3131/9. e. 3217/5, e. 3563/20, 8. 7635/8, 8. 8700/1, e. 14720/13, e. 14773/17, e. 17870/3, s. 17892/12, a. 18139/9, e. 18514/2, e. 19042/18. CORRESPONDENTIE. Ingezonden stuk ken of mededeelingen, waarvan de inzonders hun naam niet aan de Redactie bekend maken, worden ongeplaatst ter zyde gelegd.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1896 | | pagina 6