N°. 11258.
Donderdag 5 November.
A". 1896
tfeze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van (Zon- en feestdagen, uitgegeven
PERSOVERZICHT.
>uilleton.
IEIDSCH
DA&BLAD.
PRIJS DEZER COURANT:
Toor Lcidon per 3 maanden.f 1.10.
Franco per post1.40.
Afzonderlijke Nommersn r,~
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 1—6 regels f 1.05. Iedere regel meer f 0.17|. Grootere
lettors naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad
Tweede Biad.
De stagende graanmarkt is in
den laatsten tgd een der belangrijkste onder-
V" roen uit de handelswereld.
Veel van wat reeds in de pers over dit
onderwo'p gaschroven werd, vat de Maas en
Merwtbode als volgt samen:
De meeat bekende en meest betrouwbare
stilistiek omtrent den graanvoorraad is
„Beorbohm's lgst voor den graanhandel".
Hij drukt alles uit in k war ter 8, de
Engelscho korenmaat, gelijk aan 217.5 kilo
Volgens bom oogstte Europa 1761/» i
lioen kwarter tarwe in dit jaar 1896.
Het vorige jaar bedroeg de oog3t in Europa
185 millioen kwarter, in 1894 zelfs 192 mil-
lioen en in 1893 nog 180 millioen.
Vergelyk nu eens.
In deze vier genoemde jaren was de oogst
d i t jaar 1896 het allermin s t.
De oogst van 1896 is de slechtste
van de laatste vier jaren in
Europa.
Die achteruitgang is alleen aan Rusland
toe te schrijven.
Het verbruik voor Europa voor 1896/1897
schat men op 206 millioen kwarter.
Beerbohm schat de benoodigde hoeveel
heid voel grooter, daar Europa het vorige
j:ar 230 millioen kwarter verbruikte.
Volgens hem zal in 1896/97 zoowat 45
millioen kwarter tarwe in Europa inge
voerd worden.
Laat ons ever. uitrekenen, hoeveel kilo
dat is: 45000000 X 217.5 kilo 9787.5 mil
lioen kilo.
In al die cgfers zouden wij verward
raken.
In 't kort deolen wg u mede, dat, bere
kend naar tarwe van 80 kilo, er naar
Europa zal moeten gezonden wor
den ruim 122 millioen H. L. tarwe.
Men zg evonwel op zgn hoedel
Uit dit gegeven kan men weinig besluiten
trekken.
Mot- do lage prijzen van het vorige jaar
bedroog het ingevoerde evenveel of 45
millioen kwarter.
Do hoogere prijzen van dit jaar zullen
het verbruik wel iet3 verminderen, zoodat
zulks tegen den schraleren oogst opweegt.
De groot a vraag, waarop het alles aankomt,
is deze:
„Kan de benoodigde hoeveelheid
uit andere werelddeelen tot ons
komen?"
Ziehier:
Noord-Amerika en Canada kunnen hiervoor
hoogstens 16, Rusland hoog&tons 15, Ruraeniè
en Bulgarije 7.5, Argentinië 6, Indië en Perzió
1 on de overige landen ongeveer 2 millioen
kwarter leveren. Dat is 2.5 millioen
kwarter meer dan Europa noodig
heeft, welke echter gaarne genomen zullen
word.n door China en "West-In die,
waar men 3.5 millioen kwarter te kort komt.
Waarschijnlijk zal Engelscb-Indie niet
kunnen uitvoeren, daar er door buitengewone
droogte reeds in het binnenland honger
snood uitbrak.
En toch ligt de beweegreden van de
stijging der graanprijzen ook niet daaiin.
Velen zal dat vreemd in de ooren klinken.
Er moet voor minstens een maand voor
raad aanwezig zgn by de handelaars, mole
naars en bakk?rs, opdat er geen gebrek ontsta.
Deze voorraden zgn, volgens vakmannen,
in 1895 wel 5 millioen kwarter minder
geworden.
In dat minder worden van de voor
raden ligt het wezenlijk motief voor hot
stijgen der graanprijzen.
In de op 12 Aug. 11. geëindigde week werd
te Berlijn voor de tarwe 140 mark betaald,
thans hebben wij reeds 174 mark bereikt en
het schijnt, dat het hierbg niet blyven zal.
Verleden jaar om dez9n tyd werd omstreeks
140 mark betaald, zoodat de prgzen belang
ryk gestegen zyn.
Ieder doe er zgn voordeel meel
Dr. H. I. Betz vraagt in Be Volksstem
(radicaal) boe het nu gaan zal met de schei
ding van Kerk er. Staat.
Reids wegens de omslachtigheid deed men
beter daar een eind aan te maken. Het geld
van bet Ryk kemt immers uit don zak der
burgers! Nu zyn do leden dei verschillende
kerkgenootschappen natuuriyk ten volle bereid,
het geld byeen te brengen, waar hun kerk
genootschap behoefte aan beeft. Maar in plaats
var. dit te doen, geven zy hun duiten eerst
aan den minister van financiën, die ze weder
naar hen terugzendt. Hier komt dan allicht
wat geld van anderen by, hetgeen dus eigenlok
een soort van bedeeling is. Iedereen beseft,
dat de kerkgenootschappen, vooral nu de be
deelden gee:i kiesrecht krggen, to fi r zijn
om bedeettng te aanvaarden. Zy zovrderrdaaro ~n
zeker zeiven reeds voor de Staatstoelagen
bedankt hebben, lieten hun geesteiyke be
slommeringen hun den tyd, om aan zulke
stofieïyke dingen te denken.
Laten wg daarom doen wat zy vergeten
hebben. Niet uit afkeer van het liberalisme
begaf dr. Betz zich naar de radicalen, maar
omdat hg dit zoo mooi vond, dat hg het
gaarne radicaal toegepast zag.
Onder het opschrift „Verleiding tot Zwende-
larg" deelt het weekblad Handelsbelangen
van Van der Graaf en Co. een staal tja van
een verleiding tot zwendelarg of lie var een
poging tot verleiding mede. Het blad meent,
dat het tot waarschuwing voor anderen kan
strekken.
Het feit is een sterk sprekend staaltje,
waaruit blgkt hoe de verleider den kiemen
man in zgn nc-tten tracht te vangen en hem
aan zfin streven voordeel te behalen, op
wulke wgze dan ook dienstbaar wil maken.
Men luistere
Een kleine koopman, een fatsoenlgk man,
reist met ellengoederen de markten af. Hg
verdient een redeiyk bestaan, doch moet er
bard voor werken. Zyn goederen koopt hg
voor een deel by een grossier, mot wien hy
reeds jaren zaken dost. Deze roept hem op
een goeden dag terzgde en vraagt hem of
hy geen lust zou hebben in vyf, zes, zeven
duizend gulden goed, waaraan heel wat te
verdienen was. Natuuriyk, maar het geld er
voor had het koopmannetje niot. O, dat was
niets, dat kwam terecht. Als hg er lust in
had, moest hg maar een3 meegaan naar
Amsterdam
Men kan zich voorstellen, wat or by den
koopman in het klein omging: Eenige dui
zenden guldens goed, wat moot daar een
wiR3t op zittenI Zou het 'niet wat al te mooi
zyn? "Waarom wil de grossier die groote
winst zelf niet behouden? Waarom beeft hy
hem, een koopmannetje, noodig?
Gelukkig, dat zyn gedachten dien kant
afdwaalden! Een vertrouwd vriend werd het
geval verteld, deze ried voorzichtigheid am
en stelde zich beschikbaar om de reis naar
Amsterdam mede te maken.
Op het Damrak hoeft men eenige steegjes,
die zich niot alle in een goedon naam ver
heugen. In een daarvan, niet het b9Sto, de
Kipelateeg, zouden de mannon samen komen,
om over de groote zaken to spreken. Een
koffiehuisje was de verzamelplaats.
Men toog er heen, doch trof er slechts
twee Duitschers, die ook een kle'nigheid
voor moeite wenschten, de noodige brieven
zouden schrgven en den koopman wilden
brer.gon by den „heer", die het goed wjst te
krijgen.
Daar gekomen, vroeg do „he9r" of de koop
man „allerhande in manufacturen" kon ge
bruiken. Ja, was 't antwoord, als er maar
iets aan te verdienen is. Of do koopman,
do r.lat hg een groot huishouden had, wel
eens mo'jilijk kon betalen? Ja, dat kwam wel
eens voor. Nu, dan moest hg juist veel goed
inslaan, ried de „heer" hem.
Om de zaak te bespoedigen, verklaarde de
koopman te begrgpen, dat hier over flesscben-
trekkerg' gesproken werd. Juist, zoo was 't
ook. De „hoer" wist wel voor veertig of
vgftig duizend gulden goed te krijgen. Hij
wist de adressen, de Duitschers konden de
brieven schryven en de koopman moest zo
teekenen. Werd 't goed ontvangen, dan moest
onmiddellijk een dorde gedeelte naar Amster
dam aan den „heer" worden gezonden, do
grossier was met f 200 tevreden en de Duit
schers zouden dan ook wol wat voor hun
moeite ontvangen. Het eenige, wat de koop
man nu kon doen, wa3 een fiink pakhuis
huren; de rest zou vanzelf volgen.
Ja, maar de gevolgen! Och wat, zoo iets
kwam wel meer voor en als er een klacht
bg de politie of justitie word ingediend,
omdat de koopman niet betaalde, kon by
immors altgd zeggen, dat hy niet betalen
kon, omdat hg gespeculeerd had in c-ffecten
of iets dergelgk8l Trouwens, dit kon gerust
aan „meneer" worden overgelaten, by hielp
hem aan 't goed en zou hem, als de nood
aan den man kwam, ook wel verder helpen
De kleine koopman beloofde er over te
zullen nadenken en na een paar dagen be
richt te zendon. Hy gaf de zaak bij do politie
aan en was zeer verwonderd daar te yer
nemen, dat aan zoo iets niets kon worden
gedaan; slechts moest by het geval aan
Handelsbelangen vertellen, misschien kon dit
blad dan waarschuwen.
Zoo deed de man. Op aanraden van de
redactie schreef bg den Amsterdamse' e i
„heer", dat hy op de zaak inging en over
zending der brieven verzocht. Hij ontving
echter niets, zoodat men vermoedt, dat de
lieden lont hebben geroken.
Cr emengd IV i e u w s.
Het paard van den voerman F.
Varkovisser, te Katwgk aan Zee, zakte gister
morgen, door eene reroorto getroffen, by de
ijzer n ophaalbrug te Katwgk aan den Ryn
plotseling neder, waarn.i het is gebracht in
den stal van het logement „De Roskam". Tot
op heden zgn alle levensgee sten r.og wel niet
ver j wenen, marr toch staat het te vreezen,
dat do voerman zyn paard zal moeten missen.
Gisteren werd door de arrondisse-
rnents-rechtbank te 's Gravenhago wederom
uitspraak gedaan in zake de onteigening Laak-
kanaal.
Het gold de ptr.:eelen, toebehoorënde aan
Koorn, Van Bri--nr,n en Key, waarvoor respec
tievelyk de schadeloos t- Hing werd gesteld op
f 29,808, f 47,457 en f 23.20.
Voor het eerste perceel (Koorn) werd bet
aanbod der gemeente van f 0.75 door de
rechtbank op f 0 80 gebracht, zoodat de ge
meente in do kosten werd veroordeeld.
In de beido andere perceelen werd door de
rechtbank het bedrag toegewezen naar den
maatstaf zooals door de gemeenfo was aan
geboden, namelyk f 0.80 (eigenaar Van Biiznen)
en ƒ0.10 (eigenaar Key) en verder de ont
eigen ion in de kosten verwezen.
Op deRotterdamsche tentoon
stelling voor brandblusch- en reddings
middelen is een der inzenders hekroond met
de zilveren medaille, die hy zelf had uitgeloofd.
De gemeenteraad van 's-Hertogen-
bosch heelt besloten de oude stationsgebouwen,
enz. beschikbaar te stellet) voor een in 1897
te houden prov. tentoonstelling van ng verheid,
die tevens met f 10,000 in het waarborg Ton Js
gesteund zal worden.
Te Zwolle is mond- en klauwzeer
uitgebroken onder zeven koeien van E. D.,
loopende in een weiland buiten de Diezerpoort.
Eén er van werd door den districts-veearts
verklaard daaraan lydende te zyn, de overige
6 stuks, zoomede nog 6 van den landbouwer
H., die in een aangrenzende weide liepen,
werden mede verdacht verklaard. Da deriien
koeien zgn gesl cht, liet vleosch zal over een
paar dagen v orden vtrkocht. Gisteren werd
nog een geval geconstateerd op den stal van
A., buiten de Diezo poort. Ter voorkoming
van uitbreidingen werden alle noodige voorzorgs
maatregel n genomen.
Te Alkmaar word Maandag de
groote riajaarsveemarkt gehouden. Van welke
betoekenis deze is, blgkt uit het overgroote
aantal, 6591, dat was aangevoerd. De handel
wa; stil en gedrukt. Bg gebrek aan stalleu
stonden reoJs Zondag do beesten op de pleinen
en in de straten van het centrum der geme ente.
Daar het dien geheelen dag reger.d^, v as
passage bflna niet mogdgk, en kon men zich
geen denkbeeld van bot aanzien dm govt s
maken. De bewoners hebben het spatten
trachten te voorkomen, door k!ee len en zakken
er aan to bevestigen, docb deze pogingen
waren merendeels tevergeefs, daar tot aan
de lys'goten de mest wa3 aangehecht. Eene
rnimu gelegenheid voor do markt buiten de
stad is voorzeker geen weelde.
Het 8 1 o t van een redevoering:
over den mest en zgn beteckenis voor den
landbouw
„Ja, mgne beeren, men kan veilig zeggen
do mest is bet yzeren fondament van alle
physieche en daarom ook van alle ge3Stelgko
cultuur. Hg is de eigenlgke prondsl tg, waarop
de menschheid de loenryke tempeLn barer
wet-nschap en kunst heeft gebouwd. Hg
verdient derhalve niot alleen uk landbouw
kundig, maar ook uit een aestheti3ch oogpunt
ons aller belangstelling in de hoogste mate.
Waarlgk, myne heerenik kan u don mest niet
genoeg met warmte op het hart drukk n!"
De „Carm agnole". - De Garni ag
nolo heeft naar aanleiding van het feit, dat
de afgevaardigde J<iurö3 to Al i dit rcpub i-
keinen lied heeft aangeheven, opeens z< c-r
do a ndacht getiokken en er worden overal
tgzondprhaden over vert 11. 13t merkwaar
digste is wel, wat do „Figaro" meeie It. Da
muziek van de C rmaguole is oorspronkelijk
een wysja, dat aan het hof gezongen werd,
en er wordt zelfs in gedenkschriften uit den
tyd van Lodewyk XVI verteld, dat zg ge
componeerd is door Mario Antoinette zelve
met behulp van do ongelukkige prinses Da
Laui: alle. Van Trianon is die muzi k over
gewaaid naar de P. ryscho voorsteden en loen
Marie Antoinette naar het schavot ging, zong
het volk, natuuriyk met andere woorden,
baar eigen muziek 1
VolgGns opgave van „Bureau
Veritas" zyn in de maand September ver
ongelukt 82 zeilschepen, als: 3 Duits.he, 4
Amenkaansche, 22 Engolsche, 3 Chilfcentche,
5 Deensche, 9 Fransch*, 1 Ned rl.in sch, 6
ltaliaansche, 15 Noorsche, 5 Russische eri 9
Zweedsche, alsmede 18 stoomschepen, als:
1 Duitsch, 1 Araerikaansch, 11 Engelsche,
1 Oostenrgkscb, 1 Fransch, 1 Noorsch en 2
Zweedsche.
Het spoorwegongeluk by Heilbronn
was te wgt n aan het losraken van goederen
wagens bg het rangeeren, 18 wagens gleden
een hellend baanvak af, bet station Willsbath
voorbij, en kwamen in volle vaart tegen don
personentrein aan, waar twee locomotievtn
voor stonden. De eerste locomotief werd gehoel
vernield, de tweede zwaar beschadigd, maar
bleef met al de wagens op de rails staan.
Tieo goederenwagens werden vernield. Een
machinist een stoker en een remmer zgn gooi,
verscheidene leden van het treinpersoneel
err.stig gekwetst, andere personen hebben
slechts lichte kwetsuren bekomen.
Een voorname oplichter is te
Parijs gevat, zekere Pool Laterner Noëll Cail,
jï?
DE WAANZINNIGE.
2)
Het onderste gedeelte vertoonde niets dan
k Ie wanden van ruw gohouwen steenenin
den hoek bevond zich een oude en bouwvallige
trap, die naar de boven gelegen ruimte voerde.
Do treden zuchtten onder mijn voeteD, maar
zy schenen toch nog sterk genoeg voor mgn
gewicht, en ik betrad de eerste verdiejiog
van dt-n toren. Een vrg groote hoop verdord
gras, stroo en loof viel mg op. Het scheen,
alsof hier een soort hooischuur was. Een
tweede, eveneens zeer bouwvallige trap,
noodigde wederom tot klautoren en zij
voer Je naar het platform, waarvoor mon een
z^i-r loonend vergezicht had.
R..eds toen ik, voor den toren staande, de
r.aa-te omgeving beschouwde, had het my
toegeschenen, als hoorde ik in de nabyheid
een onderdrukt grinniken.
Ik had het voor een bedrog mgner levendige
fantasie gehouden, die, belust op avonturen,
kon hooien en zien, wat geheel niet met do
woikeiykheid in verband stond; nu echter
vernam ik het ge-luid wedtr, het klonk als
een boenend, half z-cht lachen. Ik zag over
do ongeveer drie vost hooge borstwering naar
b.neden, maar geen mensch kon mgn oog
ontdekken. Daarentegen zag ik op ongeveer
oen uur afstands de zee en de eerste huizen
van de badplaits. Het scheen my geheel
onmogelijk van den weg te dwalen, en daaiom
ging ik de trap weer af om spoedig naar
huis te komen.
Toen ik de trap betrad, die naar de onderste
verdieping voerde, viel het my op, dat daar
schier volslagen duisternis heerschte, terwgl
bg mijn komst in den toren de kale ruimte
vrij helder verlicht was. Langzaam ging ik
naar benedendaar overkwam mg een gevoel,
gelijk aan dat, hetwelk in den berg Senifi
de gevangen broeder van den arme kan hebben
ondervonden, toen hg do poort van den toover-
berg gesloten vond en tevergeefs naar het
magische woord zocht, dat zgn gevangenis
moest openen. Hoe ik ook om mg heen zag,
mgn oog bespeurde in de dichte duisternis
geen enkelen uitgang. Ik greep naar mgn
hoofd. Droomde ik niet? Ik was toch hier
binnengekomen 1 Tastend streken mgn handen
langs koude, vochtige muren, maar zg voelden
slechts harde, ruwe steenen. "Wat zal ik
loochenen? Het werd my juist niet aan
genaam te moede.
Daarl weerklonk daar niet weder dat
door mij reeds tweemaal gehoorde hoonende
lachen? Inderdaad, zóó luid en gillend, al3
stond degene, uit wiens mond het kwam,
aan myn zgde Dat was nauwelgks een men
schelijk lachen, zoo scherp, zoo snydend! On
willekeurig deinsde ik terug en hield de han
den als afwerend tegen het oDzichtbaro gevaar,
dat my scheen te bedreigen. Middelerwyi
waren myn oogen meer aan de duisternis
gewend, en ik bemerkte, dat ik vlak voor
een deur stond, waarachter het lachen in
hetzelfde oogenblik weder weerklonk.
Ik moest bekennen, dat die deur daar niet
pas kon zgn gekomen; het werd my echter
helder, dat zy, by myn binnentredon wgd
geopend, door mg Diet was bemerkt, en nu
iemand ze heimelgk gesloten had. Mgn hand
scheen wel min of meer te beven, toen zy
langs het dikko hout hoen en weder strec-k,
om het slot te vinden.
N i hield ik hot koude gzer in de hand, maar
bemerkte tot myn schrik, dat oen zware
yzeren grendel met iedere mogelykbeid spotte,
om het slot te openen. Hoe yverig ik ook
zocht, nergens ontdekte ik een handvatsel,
om de deur vast te houden. Ik duwde met
de schouders er togen, maar alle pogingen
bleven zonder gevolg. En wederom weerklonk
het griezelige gegrinnik.
Met luider stemme en op zoo 'oarschen en
dreigenden toon mogelgk riep ik, wat dit
gekkenspel beduiden moest. Ik beval, dadelgk
te oponen en dreigde met de politie. Het
eenige antwoord was een hoonend lachen,
dat schijnbaar een uitdrukking van vreugde
en triumf zgn moest. Nadat herhaalde be
dreigingen niet schenen te helpen, nam ik
mgn toevlucht tot smeekingen. Maar de per
soon daarbuiten, of wie bet ook zgn kon,
verwaardigde my niet eens te antwoorden. Ik
bood losgeld; tevergeefs! Wat ik ook riep,
steeds klonk dat huiveringwekkende lachen
als antwoord terug.
Zoo snel mogeiyk glde ik naar het plat
form, zoowel om te zien, wie myn kerker
meester was, alsook om uit te kyken of geen
hulp naderde. Luid gillend gelach beneden
toonde my dadeiyk, toen ik de borstwering
naderde, myn onbekende vyand. Een vrouw
van ongeveer vyftig jaren sprong in uitgela
ten vreugde voor den iDgang van den toren
rond. Het gryze haar was van onder den
rooden doek, die haar hoofd bedekte, te voor-
scbyn gekomen en hing verward om de
dLpgegroefde trekken. In de magere rechter
hand droeg zg triumfeerend een grooten sleu
tel ik wist slechts al te wel, by welk slot
deze behoorde. Ik schreeuwde naar beneden,
dreigde, smeekte, schold tevergeefs! Ik
nam myn portemonnaie en toonde geld de
oude grgnsde, als wilde zg zeggen: „Wocht
maar, vogeltje, uw geld krggen wg toch wel!"
En toch kon ik niet denken, dat men oen be-
rooving met mg voor had; veel meer deed
het uitzicht der oude in mg do gedachte op-
stggen, dat zg waanzinnig was. Kort en goed:
ik was en bleef gevaDgen.
De oude scheen zich in den aanblik van
baar offer te willen verlustigen. Zg zette zich
op een der verspreid liggende rotsblokken en
zag met onafgewenden blik naar my op.
Haar gelach was verstomd, daarentegen be
gon zy nu luid te spreken. Ik kon den zin
der woorden niet begrijpen. Immer heftiger
werd de woordenvloed, steeds werden haar
gebaren hartstochtelgker, tot zg eindelgk op
sprong, de magere armen ui'strekte en, drei
gend de vuist schuddend, schreeuwde: „Male
dotto briganteAs9asainoII aiavolo si chiama
Garibaldi!" (Vervloekte rooverl Moordenaarl
De duivelskerel heet Garibaldi!) Dat was toch,
om uit zgn vel te springen! Nu bestonden
juist myn dagelgksche ltaliaansche spraak-
oefeniDgen met den anders heel geschikten
professor Alessandro Antonio Polmaccbio
steeds weder hierin, dat ik over den moder
nen vrijbuiter en benden aanvoerder uitvoer,
wanneer de geostdiiftigo professor d n rus-
teloozon vredeverstoorder tot in den hemel
verhief en hem boven allo vorsten en heer-
s<_hers der aarde stelde. Dat was werkeiyk
te veel, om niet eindelgk het geduld te ver
liezen
„Non sono il maiodetto Garibaldi! (Ik bon
de vervloekte Garibaldi met!) Ik haat hem
zooals gy, moeder! Het is een kerel!"
schreeuwde ik naar beneden. Maar ook deze
speculatie op het vgandelyk gevoel der oude
jegens „den held van tweo werelddeelen"
had geen gevolg. Zg koek grynzend naar
boven, als wilde zij zeggen: „Gg maakt my
niets wgs; ik weet, wie gy zyt." Dan schudde
zy nog eens dreigend haar perkamentgele
vuist tegen my en glde hben.
"Ware mgn toestand niet zoo wanhopig
geweest ik had kunnen lachen. Doch nergens
in het rond was oen levend wezen, dat mijn
stem ter hulp zou kunnen roepen. Wel
schreeuwde ik zoo luiJ ik kon; maar slechts
do echo van het oly ven woud klonk spottend
terug. Op het oogenblik viel mg in, dat
schreeuwen honger veroorzaakt en vergroot,
wanneer die reeds aanwezig is.
Trots de opgewondenheid, waarin ik my
bevond, bespeurde ik rted dit onder zulke
omstandigheden hoogst onaangename gevoel.
Wordt vervolgd.)