PERSOVERZICHT. Kaart van Nederland. aldaar werd Maandag aangebeld door eene vrouw, die, nadat de deur geopend was, een ongeveer 2-jarig kindje op de vloermat neder- legde en zich verwijderde. Aangifte werd gedaan bi) de politie, doch spoedig bleek, dat óa bewoner dit kind vroeger had toevertrouwd aan de zorgen van de bedoelde vrouw, die rich thans niet langer met de verpleging van bet kind wenschte belast te zien. Men schrijft uit Amsterdam: D Amsterdamsche dieven zijn weer druk bezig. Zoo heeft een diamantslijper bij de politie aangifte gedaan, dat hem vermoedelijk door iemand, die in een logement in de Warmoes straat gelogeerd is, een partijtje diamanten afhandig is gemaakt, ter waarde van duizend galden. Ladenlichters hebben zich van den inhoud van eene toonbanklade in een winkel op het Rapenburg meester gemaakt; de politie heeft se echter weten te arresteeren. Zaterdagnacht is in een kantoor op de Lijn baansgracht ingebroken, waar echter de dieven slechts op eenig geld de hand hebben kunnen loggen Op de Langte van den Kadijk is ook ingebroken en de dieven hebben zich tevreden gesteld met.... een ton haring. Uit het gebouw „Frascati" nam eon man een marmeren pendule mee, die niet zijn eigendom was. Hij zal de gevolgen wel onder vinden, want de politie wist hem op te sporen. Op de Leidsche Gracht is een dief in een WO; ing binnengeslopen. Een pendule en een dames regenmantel werden buitgemaakt. Alles is van de gading der heeren. Zoo hield de politie twee personen aan, die een vlet een soort van vaartuig hadden ont vreemd, om zes zakken oude schoenen te vervoeren, waarvan de herkomst volgens hun beweren zelfs voor hen onbekend was, en last not least heeft een heer Zaterdagnacht hat Weteringplantsoen tot rustplaats verkozen, Toen hy wakker werd, miste hij een porte feuille met f 1200 aan bankpapier Dit was zeker voor onzo dieven een buitenkansje. Gisteren werd voor deo Hoogen Raad behandeld het cassatieberoep van Mar- tinns Albers, daglooner te Velp, die tot levens lange gevangenisstraf is veroordeeld wegens moord op zijne huisvrouw, op Zondag 15 Maart jl. Middelen tot ondersteuning van het beroep waren niet iDgediend. Het Openbaar Ministerie concludeerde tot verwerping. Uitspraak 2 Nov. a. 8. De veroordeelde Beudeker is gisteren door twee rijksveldwachters van Den Haag geboeid naar de strafgevangenis te Leeuwarden overgebracht tot het oddergaan der 12 jaren gevangenisstraf, wegens het dooden van een veld-artillerist. Eergisternacht te ongeveer half één is brand uitgebroken in de woning, be woond door A. Lelie, te Landsmeer. De bewo ners van het verbrande perceel lagen reeds lp diepe rust, toen zij door don verstikkenden /ook gewekt werden en den brand bemerkten. Door den hevigen wind namen de vlammen zóó 6poedig in omvang toe, dat aan redden van den inboedel niet gedacht kon worden; allea is dan ook in vlammen opgegaan. Huis en inboedel waren tegen brandschade verzekerd, doch laag. Vermoedelijk is de brand ontstaan door den bliksem, aangezien zich in den avond een zeer hevige onweersbui boven de gemeente ontlastte. Menigmaal, en terecht, zegt de hofstad briefschrijver in de „Arnh. Ct.," is er gewezen op de scherpzinnigheid, waarmede de postambtenaren onduidelijk geadresseerde brieven weten terecht te brengeD. Het komt echter wel eens voor, dat de scherpzinnigheid wat al te vèr gaat, en dan wordt deze goede eigenschap al licht een gebrek, waarvan anderen schade en nadeel kunnen onder vinden. Zoo werd dezer dagen gewag gemaakt van een brief, aan iemand in de Oranje- Naasau-straat te Loosduinen geadresseerd, die coor de heeren van 't Haagsche postkantoor naar Zuid-Afrika, naar den Oranje-Vrijstaat gezonden werd. Als tegenhanger kan ik een brief vermelden, ergens uit het Noorden ver zonden naar Borne in Overijsel, waarop de schrijver, om alle verwarring met een plaatsje van denzelfden naam (in Limburg, meen ik) te voorkomen, op zijn Amerikaansch achter den plaatsnaam O. had gezet. De brief werd naar de Oost gezonden en bereikte na een paar maanden zijn adres via Borneo 1 Den 19den Sept. 1826 werd voor het eerst in Berlijn eene gaslantaarn aange stoken en wel Unter den Linden. Te Londen was namens koning Friedrich "Wilhelm III met de aldaar gevestigde Imperial Continental Gas-Association eon contract gemaakt, waarna deze maatschappij onder den naam: „Gaser- leuchtungs-Compagnie" een filiaal te Berlijn oprichtte. Voor 40 duizend thalers kreeg deze firma vergunning om geheel Berlijn van gas te mogen voorzien, onder voorbehoud echter, dat zij ook de straten moest verzorgen, waar nog olie werd gebrand, waarbij zij tevens do bezoldiging der lantaarn-opstekers op zich nam. Na 21 jaar zouden de inschrijvers op ge noemd kapitaal hun geld terugkrijgen. De Engelsche civiel-inganieur Perkins, die reeds vele fabrieken had gebouwd, bouwde ook de eerste Berlijnscho gasfabriek. Den 19den Sopt. 1826 was een feestdag voor Berlijn, 's Avonds vergaderde geheel Berlijn zich op de promenade Unter den Linden, om de eerste gaslantaarns te zien branden. Een verslaggever uit dio dagen verhaalt, dat eene week achtereen op deze plaats eene drukte heerschte alsof er een volksfeest werd gevierd. Afoeeldingen der nieuwe straatverlichting werden met de beschrijving er van druk ver kocht, en men sprak van niets dan gas. Thans, na 70 jaren, is de roem van het gaslicht merkbaar aan het verminderen. Te Freiburg, in Baden, stond dezer dagen een jonge man terecht, die zijn oudtante had vermoord uit bijgeloof. Wernttt zoo heette het jongo monsch hield zich voor behekst. Hij ging eerst naar den wonder dokter Birklin, die hem een middel aan de hand deed, dat niet baatte. Eens op een dag verklaarde Birklin, dat het misschien wel eens goed zou zijn, als men de heks met een stok sloeg. Wernett nam daarop het besluit de heks, die naar zijn meening niemand anders dan zijn oudtante kon zijn, te ver moorden. Hy ging des nachts naar de woning der oude vrouw, klom door het venster haar slaapkamer binnen, pakte haar bij den hals, sleurde haar uit het bed en worgde haar. Na den moord ging Wernett kalm naar huis en legde zich te slapen. Op de vraag van den president, of hij van zijn daad geen berouw had, antwoordde hjj, „dat het maar een heks was!" De rechter veroordeelde hem tot 10 jaren tuchthuisstraf. Onder het hoofdje „Rechtvaardig"? geeft De Standaard het volgende te lezen: LeideQ8 Gemeenteraad moest het reglement voor het gesticht op „Endegeest" vaststellen, ook in zake de geestelijke verzorging. Daaromtrent nu hield het voorstel in, dat voor de Roomschen de aanwijzing van den geestelijke zou plaats hebben door de Room- sche geestelijkheid, maar voor de Protestan ten door een commissie, die de Raad benoemde. Zeer terecht kwam de heer Yan Kempen tegen dit meten met twee maten op, en stelde voor, de gezamenlijke Protestantsche kerkeraden met gelyk recht als de Roomsche geestelijkheid te laten optreden. Toch kon dit voorstel slechts drie stem men halen, en de Raad besloot, wel aan de R^omsche geestelijkheid vrije beschikking geven, maar de Protestanten onder curatoele te stellen. 18 dit rechtvaardig? Ja, zegt men, want de Protestanten zijn te verdeeld. Ons dunkt, dit zou hoogstens de conclusie rechtvaardigen, om, nadat die verdeeldheid bleek bezwaar op te leveren, tot andere maatregelen over te gaan. Vooraf is moeilijk in te zien, welke die bezwaren zyn zouden, indien elke kerkeraad voor de Protestantsche verpleegden van zijn eigen kerkverband een „geestelijk verzorger" aanwees. ,Fidelio" geeft in Haarlems Dagblad een schets van de wijze, waarop hier te lande de verkiezingen plaats hebben. Wij, Hollanders, zijn koud, zegt hij, blijven koud en zullen nooit anders dan koud worden, als de kikkers in onze slooten. Er moet heelwat gebeuren, wanneer wij uit de plooi raken. De wereld draait en wij schikken ons er in; in Konstantioopel worden Armeniërs doodgeslagen, wij kunnen bet niet helpen; er zijn verkiezingen in onze eigen stad, nou goed, er zijn verkiezingen l Als deze niet overleden was, dan zouden er geen verkie zingen voor de Kamer wezen en als gene niet bedankt had, voor den gemeenteraad ook niet. Maar de oen is wèl overleden en de ander heeft wèl bedankt, dus waren er nu wèl verkiezingen! Ook goed. Wanneer een vreemdeling bij een verkiezing op het stadhuis kwam kijken en hij vroeg: Wat doen toch al dio zwijgende menschen, die daar ernstig en somber een kamer binnen stappen, om er een oogenblik later even zwijgend, ernstig en somber weer uit te komen, en zoo haastig mogelijk weer te verdwijnen, dan zou het antwoord„Er is verkiezing", hem denkelijk met verbazing vervullen. By ons lijkt niets zoozeer op een begra fenis als een verkiezing. Deftig en stommig komen de kiezers, mannetje voor mannetje het stadhuis in, sommigen voor de gelegenheid mot den hoogen hoed op deftig en stemmig komen ze de kamer binnen en naderen het stembureau. Stemmig leest de voorzitter den naam en het nummer van den kiezer, van het couvert af met oen hoogst ernstig gezicht werpt de kiezer zijn biljet in de bus en deftig en stemmig maakt hij rechtsom keert. Als hij de stadhuisdeur uit is, kan hy zich er op beroemen, goen woord te veel te hebben gezegd, want hy heeft heelemaal niets gezegd l Nu komt de volgende morgen, oogenblik van het dépouilleeren der stembriefjes. Nu zal de kiesgerechtigde bevolking dan toch eens warm worden l Ja waariyk, de groote zaal is vol menschen. Vergis u niet, dat zyn trouwlustigen, bruiden en bruidegoms met vaders, moeders, getuigen, ooms, tantes, neven en nichten, broers en zusters, vrienden en kennissen, de meesten niet kiezers en ik maak me sterk, dat menig hunner niet eens weet wat die heeren daar aan die groote tafel in de tweede klasse-trouwkamer uit voeren. De eenige, die er ronddwaalt, is een verslaggever, die op de hoogte moet biyven, van tyd tot tyd een ambtenaar van de secre tarie, die komt kyken hoe 't er mee staat, en de bode, die wel eens weten wil, wien hy voortaan in de Raadszittingen een glas water en de presentieiyst zal hebben aan te bieden, met en benevens twee man publiek ziedaar de geheele belangstelling, die uitgaat van de vele menschen, die gestemd hebben. Wy, Hollanders, worden niet gauw warm. Velen biyven zelfs zóó koud, dat ze in 't geheel niet komen steramen en we zyn daar zóó aan gewoon, dat we, van een be- trekkelyk klein aantal uitgebrachte stemmen gewagende, nog durven spreken van een „mooie opkomst". Is het niet of, in weerwil van kie8vereenigingen, van strooibiljetten en luidruchtige advertentiön, de quaestie of meneer A of moneer B gekozen wordt, ons an fond zoo koud laat als.ja, 't hooge woord moet er maar uit.zoo koud laat als een hondenneus? Van warme belangstel ling geen spoor, noch van spanning over den vermoedelyken afloop, behalve denkeiyk by de candidateD, die afwachten wat al deze koele kiezers over hen hebben beschikt. Ik ontmoette op een dag van den uitslag te halfdrie iemand, die nogal doorgaat voor iemand, die veel belang stelt in de publieke zaak, en die my kalmpjes vroeg: „O ja, hoe is 't afgeloopen met de verkiezing?" En dat terwyi alles al sinds een paar uur was afge loopen en de uitslag even lang voor de ramen van de sigarenwinkels hingl Op de plaats in het Venloosch Weekblad, zoovele jaren voor de opstellen van wylen mr. Haffmans bestemd, wordt thans het woord gegeven aan den heor Jan Truyen, die een betoog levert van het mislukken der drankwet. Uit financiéel oogpunt beschouwd, acht by het resultaat niet zco ongunstig. De jaar- lyksche opbrengst van het vergunningsrecht bedraagt byna één millioen. Maar dat is z. i. dan ook het eenige voor deel, dat onze drankwet oplevert. Het verwondert den heer T., dat de ministers, die het wetsontwerp tot regeling der gemeente- financiën hebben ingediend, in dit ontwerp niet hebben opgenomen een uitbreiding van het bestaande debietrecht voor drankverkoop. E9n matig vergunningsrecht op alle drank huizen of cafe's zou wellicht nog een tweede millioen in de kassen der gemeenten doen vloeien, en daarmede zouden bedoelde minis ters z. i. tevens eon dienst bewyzen aan hun collega van justitie, die nog steeds met de buiten krediet geraakte drankwet zit opge scheept. Sinds de afschaffing van het patentrecht zyn de drankhuizen in bedenkelyke mate toe genomen; en de clandestiene verkoop breidt zich uit zeer ten nadeele van hen die ver gunningsrechten betalen. Dit ware, meent de heer T., te verhelpen door het bedoelde heffingsrecht aan de gemeenten te verleenen; dan zou, naast het financieel, ook het moreel voordeel van dezen maatregel niet uitblyven; beperking van den clandestienen verkoop en van de aanleiding tot dronkenschap, met haar heilloozen nasleep. Door de benoeming van overste Van Vliet tot gouwornour van At j eb is zegt het Haagsche Dagblad een einde gemaakt aan de schaeve positie, die de tegenwoordige waarnemende titularis, kolonel Stemfoort, daar inneemt; en in de tweede plaats spreekt uit deze beslissing de bedoeling der Regeoring om te breken met het agressief optreden in de laatste maanden, dat men met den naam van het systeem- Vetter heeft betiteld. Immers, het is van algemeene bekendheid, dat overste Van Vliet niet medegewerkt heeft tot deze tactiek van links en rechts uitrukken zonder plan of stelsel. Voor het oogenblik mag deze handelwyze goede resultaten op leveren, in de toekomst zeker niet. Indien iemand, dan zal overste Van Vliet dit onder vinden. In verschillende kringen zal de benoemiDg van dien overste tot gouverneur teleurstelling verwekt hebben, daar men algemeen gerekend had overste Van Heutz als gouverneur van Atjeh te zien optreden. Gedurende de jongste operatiön op Atjoh was deze hoofdofficier de eigenlyke leider der bewegingen, "hem werden de moeilykste op drachten gedaan, en steeds voerde hy die met succes uit. Bovendien was hy misschien meer nog dan Van Vliet op de hoogte van Atjehzaken, populair by den troep en de officieren en, wat niet van lederen militair gezegd kan worden, iemand, dié den tact bezit ook met de civiele ambtenaren te kunnen omgaan. Hopen wy echter, dat overste Van Vliet zyn moeilyke taak tot tevredenheid der Regeeriüg en tot heil van het vaderland zal volvoeren I De Haagsche Kouter der Prov. Groninger Grtover rookers sprekende, zegt o. a. Voor zoover ik hartstochteiyke, eeuwige, ver slaafde rookers ken, moeten dezen zelfs onge zind zyn, eenig gebouw, zy het ook een tem pel des Heeren, binnen te treden, waar zy hunne rook-passie niet kunnen voldoen. Is er eenig land ter wereld, waar dit misbruik zoo algemeen heerscht? Ik geloof het niet. Jongens van vyf en zes jaar loopen hier op straat met een sigaar in hun kindermond, en een oppasser of loopknecht, die onze woning binnenstapt, heeft de onbeschaamdheid zyn kwalyk riekend eind sigaar of pyp in den vuilen mond te houden. Nog erger wordt het misbruik, dat er in openbare vergaderingen, byeenkomsten en kantoren van het rooken gemaakt wordt. Zoo betaal ik dezer dagen, met weerzin en een zuur gezicht natuuriyk, een deel myner bedrijfsbelasting. In het nu eindeiyk ruime kantoor, in de groote Halstraat (Den Haag), moet ik queue maken en meer dan twintig personen staan hier voor en achter my om het hardst en drukst te dampen. Dat moest eenvoudig verboden z(jn. In het postkantoor te Frankfort staat met groote letters aange plakt, dat het rooken verboden is, en iedereen houdt zich stipt aan die bepaling. Hier daaren tegen rookt het gansche publiek, en de be nauwde tabakslucht is voor de vrouwen vooral hoogst kwellend. Van het belastingkantoor begaf ik my naar een kykdag In het Verkoophuis, en ook hier deed zich hetzelfde verschynsel voor. Het geheele publiek rookte, vendu knechts incluis, en voor de talryke dames was de prikkelende rook dier onbescheiden sigaren hoogst onplei- zierig. Is het denkbaar, dat in het buitenland het rooken in dergelyke openbare lokalen toegestaan is? Kan men zich voorstellen, dat er in de groote opera te Berlyn, Dresden of Frankfort een gelegenheid is, om heel gauw eens een paar trekjes aan een sigaar te doen Daar is geen sprake van! De verslaafde, onverbeterlyke dampers weten zich voor die weinige uren te bedwingen en hun rookharts- tocht te beteugelen. Niemand denkt er aan een tabagie. Maar hier is de tabak de tiran, de universeele indringer, die geene deur of lokaal voor zich gesloten vindt, als kerk, rechtbank en hooge colleges van staat. Er is eenige kentering merkbaar, nu tal van doctoren op de nadeelige gevolgen van het vele rooken wjjzen, en daarby het jonge geslacht, dat te veel aan sport moet doen, het eene voor het andere min of meer verwaarloost. Fietsen en rooken schynen nog niet samen te gaan, en dat spyt my zoo voor de sigarenwin kels, want dat is een leelyke streep door hun rekening. Hardloopen en worstelen eveneens een paar gezochte lichaamsoefeningen kun nen evenmin met een lekker brandende sigaar gebeuren. Van daar reeds allerlei beletselen om eiken dag „doorgerookt" te zyn. Daarby komt, zooals ik daareven zeido, de vermaning der faculteit, om toch die nicotine-vergiftiging te matigen. Een en ander is van goeden invloed op het tegenwoordige jonge geslacht, dat met een fiets opstaat en met een voetbal spel eindigt. Voor onze jonge loopers, ryders en vliegers is de Zondagsrust niet geschreven; eiken Zondag kan men hier in onze eenige Malie baan, een torrein zonder weergade, daarvan de bewyzon zien. Daar krioelen alle Haagscho clubs en vereenigingen in do bontste en schreeuwendste Uitmonsteringen, met felle kleuren on alsof zy in hun onderbroek uit bed gesprongen waren, door elkaar, en sprin gen en vliegen er rond. Een ding treft u by al deze kleurige exem plaren onzer spes patriae: hun ontbreekt een breode, kloeke borst; het voorovergebogen hoofd en de ingevallen borst herinneren nog maar al te veel aan de nabootsing van den „Gigerl", den fin-de siècle-fat, die het jonge Nederland nog een ideaal toeschijnt. Als dit overdryft, komt er misschien nog een flinke jongen van Jan De Wit voor den dag, dien "Wo in allo opzichten als oen veelbolovend NederJandsch product kunnen toejuichen. Wy zyn in de gelegenheid onzen abonnó's een goedkoope en toch zeer goede kaart van Nederland aan te bieden, zeer geschikt zoowel voor kantoor en school als voor de huishouding. De prijs is cents. In de vestibule is zy ter bezichtiging opge hangen; de afgifte zal in de volgende week plaats hebben. INGEZONDEN. Mijnheer de Redacteur Wilt U zoo goed zyn onderstaande in Uw veelgelezen blad op te nemen. Menigen Zyisingel-bewoner zal onwillekeurig de verzuchting ontsnappen: „Was het maar 10 uur." Zulk een leven is niet uit te houden, dagelyks geen rust van 's morgens 6 uur tot menigmaal 9 en 10 uur. Dat noemen de stadsbewoners heeriyk, „om buiten te wonen." Maar wat ik U bidden mag, indien ge soms het „wotlige" stadsleven met het „rustige" buitenleven wilt verwisselen, en Uw plan mocht wezen den Zylsingel uit te kiezen, ga dan eerst even daarheen, om te „hooren", zien kunt ge naderhand wel. En dan is de uitslag reeds zeker, dat ge het „rustige" stads leven voor dit „woelige" buitenleven niet wilt omwisselen. Mynheer de Redacteur, zou er werkelyk niets aan te doen zyn, om de bewoners, waarvan er sommigen nogal tameiyk be lasting betalen, van dien vreeselyken over last te bevryden? Ik hoorde iemand zeggen: Gelukkig, dat ge „geannexeerd" zyt, want nu zult ge eens ondervinden, hoe men in Leiden voor zyne burgeren zorgt. Tot dusverre heb ik daarvan evenwel niets kunnen bemerken, zoodat ik vermoed, dat de vreeselyke hamerslagen der Kon. Ned. Grofsmedery, de ooren der bevoegde autoriteiten nog niet hebben bereikt. Laat ons hopen, dat dit spoedig gebeurt, dan krijgen de Zyisingelbewoners ook spoedig verademing. Ontvang, Mynheer de Redacteur, myn be leefden dank, terwyl ik met de meeste hoog achting verblyf, UEd. Dw. Dnr. K. [Het ïydt geen twyfel of na dit schryven wordt de Grofsmedery binnen veertien dagen gesloten en geamoveerd. Red.] 't luisterend publiek worden verminkt tot een allerellendigst gegalm van in elkaar loopendo klanken, dat pyniyk is om aan te hooren en 't vry wel onmogeiyk maakt den zaüger of de zangeres te waardeeren en juist te beoordee* len. Zoo hoorde ik eens een samenzang van Messchaert, Rogmans, Pia Von Sicherer en nog een dame, welke op de plaat3, waar ik zat, achter in de zaal, eenvoudig afschuwelyk klonk en werkelyk veel had van hondenge- huil 1 Als de zaal niet precies stampvol is en men heeft geen plaats vooraan en eenigszins naar 't midden der zaal, dan ondervindt men dergelyke teleurstellingen, 't Publiek scb(jnt dit echter met gelatenheid te ondergaan, als iets onvermydelyks, en zoover ik weet heeft men zich 't hoofd nog niet gebroken met de vraag of hierin misschien ook verbetering zon zyn te brengen, of wellicht de slechte werking dier hooge, kale muren ook zou kunnen wor den verminderd. Zou dan werkelyk 't ant woord op die vraag zoo beslist ontkennend moeten zyn? Ik weet wel, dat er voor de acou8tique nog geen vaste regelen bekend zyn, maar men tou toch, dunkt my, wel eens de proef kunnen nemen met 't een of ander, 't hangen van gordynen byv. of 't spannen van draden, zooals men in 't Gebouw voor Kunsten en Wetenschappen heeft gedaan. Of vergis ik my en zyn er inderdaad proeven genomen? In de onderstelling, dat dit niet 't geval is, meende ik, dat 't misschien zyn nut kon hebben op deze zaak nog eens de aandacht te vestigen. L. Mijnheer de Redacteur l Mag ik eens door deze de aandacht van het Bestuur dezer gemeente vestigen op den toestand, waarin de Zoeterwoudsche Singel verkeert? Deze toch is onhoudbaar en de weg zou eer goed voor kruipende dieren dan voor menschen geschikt zyn. UEd. Dienaar, C. v. L Men heeft zich Vrydag-avond weer eens kunnen ergeren over de inderdaad bedroevende acoustique der Gehoorzaal. E»n mensch wordt werkelyk baloorig, als hy bemerkt hoe daar de mooiste stemmen voor een groot deel van Reservekader. Evenals ten vorigen jare zyn ook thans weer in tal van gemeenten de noodige voor bereidingen getroffen tot het houden van militaire cursussen. Die cursussen vinden in den regel plaats van 't laatst van October tot ongeveer half April, wekelyks gedurende ten hoogste 3 uren. Zy hebben ten doel de vrywilligers voor het Reservekader theoretisch voor een hoogeren graad te bekwamen tegen het tydstip, waarop zy in het zomertydperk van het volgende jaar voor hunne practische vorming eenigen tyd onder de wapenen komen. Tot welke gunstige uitkomsten dat oplei dingssysteem leiden kan, mag uit het vol gende biyken: By hot eindo van den vorigen wintercursus, den lsten Mei jl., bedroeg de sterkte: 1 Vaandrig, 13 Reserve Onderofficieren, 88 Reserve Korporaals, 111 Adspiranten-Vaandrigs. Na afloop der practische opleiding gedurende de zomervacantie was die sterkte geklommen tot: 4 Vaandrigs, 60 Reserve Onderofficieren, 137 Reserve Korporaals, 73 Adspiranten-Vaancrig8. Ook is hier en daar reeds oen aanvang gemaakt met de practische oefening van hen, die tot het Reservekader wenschen toe te treden. Geiyk toch bekend is, moet men, om tot eene verbintenis voor dat Kader te kunnen worden toegelaten, in het bezit zyn van een Getuigschrift model A, waaruit blykt, dat men voldoende bedreven is in de behandeling van het geweer. Dit laatste wordt, om teleurstelling te voor komen, byzonder onder de aandacht gebracht van jongelieden, die in Januari 1897 voor de militie moeten worden ingeschreven, ondef mededeeling, dat aan den dienst by bet Reser vekader slechts dan het recht op vrysteiling van militiedien8t kan worden ontleend, wan neer de verbintenis voor dat kader is gesloten vóór den lsten Januari vajx het jaarwaarin do belanghebbende voor de militie wordt ingeschreven. Mochten in eenige gemeente, waar geen vrywillige oefeningen in den wapenhandel worden gehouden, 5 of meer jongelieden, tus- schen 16 en 24 jaren, aanwezig zyn, die alsnog zouden wenschea in de behandeling van het geweer te worden geoefend met het doel het bovenbedoeld Getuigschrift A te verwerven, dan kunnen zy in de gelegenheid worden gesteld het noodige onderricht te ontvangen, indien zy hun verlangen schrifte lijk ter kennis brengen van den hoofdofficier voor het Reservekader te Leiden, Vischmarkt No. 6. UCBT8TEKKTE. Resultaten der waarnemingen aan de Gasfabriek. WEEK van 11 tot en met 17 Oct. Datum. Uur Aantal. Gom. Eng. Standk. 11 Oct. 12 13 14 16 16 17 6.45 8.S0 6.45 8.45 6.45 8.45 6.45 8.30 6.45 8.45 6.45 8.46 6.45 8.45 7 8 7 8 7 8 8 16.6 16.6 H 16.4 16.6 16.8 16.6 16.6 Dit beteekent: Wanneer men 6 cnbio feet =141.i 11 tere per uur van zulk gas verbrandt in een Sagg'a London-Argand-Btandard burner No. 1, met 24 gaatjes, wordt een licht verkregen, dat in sterkte gelijk staat met 16.6 16.6 enz. Standaardkaaraen, waarvan elk# kaars 20 grains 7,8 grammen Spermaceti per uo* verbrandt.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1896 | | pagina 6