A®. 1896 r ï.io. geze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven N°. 1IZÖZ. Donderdag SO OctobéiC LEIDSCH DAfrBLAD. PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 3 maanden. Franco per post Afzonderlijke Nommers - 1.40. o o-, PRIJS DER ADVERTENTEËN Van 1 6 regels 1.05. Iedere regel meer 0.17J. Grootere letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad vrn-^ f 0.05 bo*-"1-*-"1. Tweede Blad. De Leidsche Gemeentebegrooting voor 1897. Omtrent do uitgaven ■wordt nog uit het Algemeen Verslag het volgende aangeteekend: Volgn. 104. Kosten van toezicht en van invordering dor plaatselijke bel. 12,499). Een lid betoogde het wenscheiyke, dat de Raadsleden het kohier bij de behandeling in proef voor zich hebben; hy dringt andermaal hierop aan. Aan dezen wensch kan echter niet worden voldaan, omdat het kohier tot dusverre niet van gemeentewege wordt gedrukt. Bovendien kuDnen B. en Ws. het nut van den voor- ge8telden maatregel niet inzien. Zy verklaren zich echter gaarne bereid, naar gelang het kohier wordt opgemaakt, de losse bladen in do Leeskamer ter inzage te leggen. Gevraagd werd ook, wat bedoeld is met de assistentie op de veemarkt en of het schoon houden van de markten en het marktkantoor niet behoort tot de verplichtingen van den pachter volgens de artikelen 1 en 5 der voor waarden van verpachting. De assistentie op de veemarkt, antwoorden B. en Ws. hierop, wordt verleend door stads- werklieden. Dezen zyn belast met de bewaking van de toegangen van de markt, en zyn verder den Algemeenen Marktmeester be hulpzaam by hat innen der marktgelden. Deze assistentie staat dus in geenerlei verband met de werkzaamheden, welke door den pachter van asch en vuilnis moeten worden verricht. Zoude de opdracht der verder bedoelde werkzaamheden aan den pachter wellicht kunnen worden verdedigd met een bero:-p op de artikelen 1 en 5 der voorwaarden van verpachting, toch zouden B. en Ws. haar hoogst onbillyk vinden, waar het nooit de bedoeling geweest is, dat ook deze werk zaamheden door of vanwege den pachter zouden worden verricht. Alleen voor zooveel de veemarkt betreft, wordt by uitdrukkelijk met deze taak belast in art. 16 der Voor waarden, maar de kosten van het schoonhouden der veemarkten zijn dan ook niet onder de uitgetrokken 370 begrepen. Op de opmerking, dat de som der vleesch- keuring zeer hoog wordt geacht, zeggen B. en Ws., dat voor de vleeschkeuring juist zoo veel is uitgetrokken, als deze tak van dienst in 1895 biykt te hebben gekost. Ook is het slechts schynbaar, dat deze kosten thans zooveel hooger zouden zijn geraamd dan daarvoor in de vorige begrooting werd uit getrokken. Dit is een uitvloeisel van een andere meer doelmatige inrichting van dit volgnummer, welke tevens de contróle ge- makkeiyker maakt. Zoo werden in de vorige begrooting aan het slot van dit artikel voor de vleeschkeuring uitgetrokken ƒ300 4-100 -f- f 350, te zamen ƒ750, maar de kosten voor het schoonhouden der lokalen kwamen toen voor onder volgnummer 98, ten bedrage van ƒ125, en de kosten van drukwerk en scbryf behoeften, vroeger te zamen gevat, zyn nu ontleed al naar het aandeel van iederen tak van dienst in dezen post. Volgn. 107. Belooning van de inspecteurs, dienaars en verdere beambten van politie, mitsgaders van de veldwachters, 49,800) Een lid heeft bezwaren tegen het dryven van losloopend vee door de straten. Het komt Burg. en Weths. evenwel voor, dat de wyze, waarop dit krachtens art. 78 der Algemeene Politieverordening moet ge schieden, voldoende waarborgen tegen gevaar oplevert. Volgn. 108. Kleeding en wapening der politiedienaars en veldwachters, (ƒ6250) De opmerking werd gemaakt, dat de politie agenten slecht3 een dikke jas hebben, e9n dunnere bovendien werd noodig geacht, doch de noodzakelykheid door een ander bestreden. Burg. en Weths. zyn het geheel eens met den bestryder van dize opmerking en geloovoD, dat op alleszins voldoende wijze in de kleeding der politiedienaren wordt voorzien. Volgn. 110. Onderhoud der lantaarns en verdere kosten der verlichting, (ƒ29,800). De vfrbeterde straatverlichting in eenige straten werd door een lid geprezen en ge vraagd of men daarmee zal voortgaan. Naar B. en Ws. vernemen, maakt het by commissarissen der gasfabriek een punt van overweging uit, of uitbreiding van het nieuwe stelsel van verlichting wenscheiyk is. VolgD. 111. Onderhoud der brandspuiten. 2660) Ten gevolge der grensuitbreiding werd door een lid gevraagd of er niet meer brandblusch- middelen moeten aangeschaft worden. Volgens B. en Ws. zal hoogstwaarschyniyk met het aantal bestaande brandspuiten kunnen worden volstaan en slechts de aanschaffing behoeven plaats te hebben van eenige slangen en an Ier materiaal. Volgn. 120. Kosten, voortvloeiende uit het nemen van maatregelen ten behoeve van den openbaren gezondheidstoestand, 2500). Een lid wenscht over te gaan tot geregelde inspectie der woningen, omdat de toestand van vele te wonschen overlaat. Hy vraagt of niet een organisatie kan worden ingesteld of ten minste voorbereid, waardoor zoowel do gezondheids- als do sociale belangen door daarvoor geschikte personen zouden worden behartigd, wyzende op aanhangige voorstellen te Amsterdam. Antw. van B. en Ws.: Hoewel de wonings toestanden in deze gemeente in de laatste jaren belangryk verbeterd zyn, biyft de con tróle der woningen een onderwerp van voorb- durende zorg van Burg. en Weths., al moge dan ook niet alïyd door voorstellen tot onbe- woon^aarverklaring van die zorg aan den Gemeenteraad biyken. Overigeus besta it by hen nog geen plan om voorstellen in den geest van die, welke thans te Amsterdam aanhangig zyn, by den gemeenteraad in te dienen. De noodzakelyk heid van zoodanige organisatie, als daar wordt voorgesteld, voor eon stad als Leiden, meenen zy in twyfel te mogen trekken, terwyi boven dien de kosten van zooJanigen afzonderiyken tak van dienst aanzieniy'k zouden zyn. Volgn. 122. Kosten voor Middelbare scho len. (ƒ47,958) In 2 secties Is aangedrongen op de geiyk- stelling der leeraren in talen met dis van andere vakken en wordt een voorstel in den geest van het ingediend adres verzocht. Door B. en Ws. wordt een onderzoek omtrent deze zaak ingesteld. Mocht het hun biyken, dat de verlangde gelykstelling in het belang van het onderwys wenscheiyk moet worden geacht, zoo zullen zy niet nalaten een voorstel in dien geest by den gemeenteraad in te dienen. Meerdere leden geven in overweging het schoolgeld der Hoogere Burgerschool voor Meisjes met 50 pet te verhoogen. Hoewel door B. eb Ws. reeds by herhaling werd te kennen gegeven, dat by hen twyfel bestaat, of zoodanige maatregel wel in het financieel belang der gemeente zou zyn, ven- klaren zy zich niettemin bereid deze zaak nogmaals te overwegen. De wensch werd uitgesproken in het bezit gesteld t9 worden van een iyst der namen van de ouders der aldaar schoolgaande meisjes. Ter voldoening aan dezen wensch zal een ïyet van de namen van de ouders der leer lingen in de Leeskamer ter visie worden gelegd. Verder werd gevraagd of de overgenomen school aan de Heerenstraat voldoeüde is. Ten gevolge van de grensuitbreiding, zeggen B. en Ws. hierop, blykt de schoolbevolking dermate te zyn toegenomen, dat in genoemde school by verre na niet de nooJige ruimte beschikbaar is, om alle kinderen, waarvoor plaatsing gezocht wordt, te kunnen opnemen. Nog is ingevolge de Verordening van 25 Januari 1894 de jaarwedde van den leeraar in het bandteekenen aan de Hoogere Burger school voor Jongens, van ƒ1000, op ƒ1200 gebracht, terwyl uithoofde van c-en besluit van den Raad van 24 September 1896 de kosten voor de parallelklassen in plaats van 1700, 2200 zulbn bedragen. Het artikel zal dientengevolge moeten wor den verhoogd met 200 -f- 500, dat is 700. Volgn. 3 26. Toelagen en bydragen tot oplei ding van onderwyzers (ƒ4740). Dit artikel kan met 50 worden verlaagd, nu de heer Kosters, ingevolge het Raadsbe sluit van 24 September 1896, in plaats" van 4, slechts 3 lesuren zal geven, en zyn salaris dus in plaats vau op 200 op 150 moet worden uitgetrokken. Volgn. 127. Kosten voor herhalingsonder- wys (ƒ1850). Een lid wenscht dat onderwys meer prac- tisch, byv. ook het herstellen van kleeren on onderwys in koken, netheid in de huishouding. Hoezeer cok B. en Ws. zelf van het groote nut van onderwys in het koken en andere huishoudelyke bemoeiingan overtuigd zyn, komt het hun echter voor, dat juist de aard van het onderwys, dat aan herhalingsscholen wordt gegeven, zich tegen zoodanige uitbrei ding van dat onderwys verzet. Voorts zyn zy van meening, dat het geven van onderwys, als hier bedoeld wordt, beter aan het particulier initiatief kan worden over gelaten, desnoods met steun vanwege de ge meente. Volgn. 133. Kosten van het plaatseiyk schooltoezicht (ƒ200). Een lid zou h6t goedvinden als ook dames zitting hadden in de schoolcommissie. B. en Ws. echter zijn tot dusverre nog niet overtuigd van het wenschelijke daarvan. Volgn. 138. Kosten der bewaarscholen 16,897). De vraag werd gedaan, nu de Kweekschool voor Bewaarschoolhouderessen een belangryke Staatssubsidie ontvangt, of de post van 2200 voor onierwys aan de hulponderwyzeressen en kweekelingen niet tot hst vroegere bedrag teruggebracht kan worden. B. en Ws. nochtans kunnen niet inzien, waarom de toekenning eener Staatssubsidie aan de Kweekschool een reden zou zyn om de van gemeentewege verstrekte uitkeering te verminderen, nu de verhooging van die uitkeering indertyd juist heeft plaats gehad, niet, geiyk men uit de vraag zou afleiden, om de bewaarscholen te subsidiëeren, maar in werkelykheii om een billyke vergoeding t9 geven voor in het belang der gemeente aan do hulponderwyzeressen en kweekelingen verstrekt onderwijs En nu mag het feit, dat eene instelling eenerzyds op de eene of andere wyzo b-voordeeld wordt, toch zeker geen reden zijn om haar anderzyds te onthouden, wat haar rechtmatig toekomt. Volgn. 144. Kosten van verpleging van arme krankzinnigen 25,000). In twee secties is de vraag gedaan, wan neer het krankzinnigengesticht door patiënten zal betrokken worden, waarop B. en Ws. antwoorden, dat vermoedeiyk in den loop der maand Januari met een gedeeltelyke exploita tie van het gesticht een aanvang zal kunnen worden gemaakt. Volgn. 168. Toelage aan de eigenaars van den Schouwburg 1500). Men vroeg naar den uitslag van het heffen van verhoogde prijzen in den Schouwburg. B. en Ws. antwoorden hierop aldus: Volgens het verslag van Commissarissen van den Lcidschon Schouwburg hoeft de in het afgeloopen seizozn genomen proef niet aan de daarvan gekoesterde verwachtingen beantwoord. Ten gevolge van do verhoogde to gangspryzen is het aantal bezoekers dermate afgenomen, dat het verre bleef beneden het gemiddelde van de laatste tien jaren. De financiöele uitkomst wyst dan ook op geen noemenswaardige verbetering. Eanige leden in een sectie verlangen ge leidelijke opheffing der subsidie, waarop B. en Ws. echter in het Algemeen Verslag niet antwoorden. Volgn. 175. Kosten der Bank-van-Leening. Op de door' Commissarissen der Bank-van- Leening ingediende tegrooting voor 1897 wordt het deficit geraamd op 30. Dit artikel zal dus, zeggen B. en Ws., mede op 30 moeten worden uitgetrokken. Ten slotte word door een lid de wensch geuit als Memoriepost uit te trekken do rento der gelden aan de verschillende schoolgebouwen besteed, ten einde een overzicht to hebben van de geheele kosten van het onderwys bier ter stede. Burg. on Weths. begrypen niet recht, hoo op eenigszins bevredigende wyze aan dezen wensch zou kunnen worden voldaan. Gemengd Nieuws. Zondag werden door drie elftal len van „Ajax" voetbalwedstryden gehouden. Daar „H. G. V." niet een voltallig elftal had, speelde „Ajax I" in Den Haag tegen een ge combineerd Haagsch elftal en werd van den voetbalwedstryd dus een vriendschappeiyk spel gemaakt. „Ajax I" was niet geheel voltallig; vooral de voorhoede, waarvan de moesten afwezig waren, was zeer verzwakt en knoeide boven dien erbarmelijk. De verdediging door de achterhoede was uitnemend, terwyl de middenspelers slechts middelmatig hun best deden. Hierdoor kwam het dat, hoewel de Hagenaars er niet in mochten slagen veel te maken, de Leidenaars in 't geheel geen puüt verkregen, zoodat zy met 30 verloren. „Ajax II" speelde eveneons een vriend schappeiyk spel, daar de adspiranten der „H. C.-C." niet wilden spelen, zoodat^zy dezen wedstryd wonnen met 5—0. Voor hen werd nu eveneens een elftal byeengebracht en na een zeer spaünenden wedstryd wisten zy met 302 te overwinnen. „Ajax II" maakte evonals de Hagenaars voor rusttyd ieder een punt, terwyl „Ajax II" na rusttyd dadelijk 2 punten maakte. E*en voor tyd maakten de Hagenaars nog een punt. Te Leiden speelde „Ajax III" tegen haar zusterclub „Be Quick" en won zy met 61. Gisteren werd voor de arrondisse mentsrechtbank te 's-Gravenhage wederom conclusie genomen door het Openbaar Minis terie in zake de onteigeningen voor het Latk- kanaal, terwyl daaromtrent voor het laatst de pleidooien geroerd werden. Uitspraak werd gedaan omtrent land, ge legen tegenover de Zwammerdamstraat aldaar, waarvan het aanbod van de gemeente bedroeg f 5, de taxatie 10. De rechtbank kendo toe hetzelfde, dus 10 (door party was gevraagd f 13). Verder werd uitspraak gedaan voor een perceel water: aanbod gemeente f 2.50. De interveniente in deze procedure had verklaard het aan te nemen. De rechtbank verklaarde het aanbod be slissend voor eischer, die getracht had op het aanbod van de gemeente terug te komen. Ten slotte nog een uitspraak, gedaan in een perceel weiland, beweerd bouwterrein. Hierin werd 't aanbod der gemeente voldoende verklaard op grond wederom, dat de grond nog geen bouwterrein is en de waarde dus als speculatief was aangegeven, met veroor deeling van den gedaagde m de kosten. Een groothandelaar in oliën, wonende aan de A. Veerkade te 's-Graven hage, heeft by de politie aangifte gedaan, dat uit een petroleum-tank, per Hollandsche Spoor naar Den Haag vervoerd, eene hoeveelheid van 2800 liters olie ontvreemd is, althane vermist wordt. By een bewoner van de Nieuwe Haven W* euilleton. Eeu geschuwd huis. 6) „De politie?" klonk Louvains stem stame lend. „Ha, ha, de politie pakt niemand, tenzy gy haar zelf tegen het ïyf loopt." „Dat komt ten slotte op hetzelfde neer. Gepakt is gepaktI" zeide weer een ander. „Onzin 1" kletste Louvain. „Ik wil een millioen stelen en niemand zal my pakken." Eenigen lachten, tapten slechte aardig heden, en vroegen, waarom hy het millioen flan nog niet gestolen had, enzoovoort. „En al ging alles ook goed," meende nog een ander, „dan zou ik zoo'n millioen niet ■willon hebben. De voortdurende vrees voor ontdekking, deze gejaagdheid, deze inwendige onrust is geen leven. Ik dank er voor. Myn rust is my meer waard dan een millioeD." „"Wat?" schreeuwde Louvain opgewonden, „dat weet jy? Jy weet niets. Hou je mond. Het is onzin, wat je praat 1" Daarmede dronk hy zyn glas leeg en etrompelde voort Ook de heer De Maujourg betaalde haastig het glas cognac, dat hy besteld had, en volgde Louvain. Daarby hoorde hy nog, hoe de kellner zeide: „Louvain wordt nu ook zeurig. Hy zal het niet lang meer maken." „Het wordt ook tyd," meende een ander droog, „het geld is op." .Heeft hy dan ooit geld gehad vroeg een. „O, zeker! Hy had vroeger geld. Hy beeft my zelf eenmaal verteld, dat hy vyf duizend franken in Monaco gewonnen had." Meer hoorde Gaston niet van het gesprek der stamgasten op den hoek der rue de Provence. Hy had nog graag wat geluisterd, maar eensdeels was hy baDg, de attentie te trekken, anderdeels, Louvain uit het oog te verliezen. Toen hy op de straat kwam, zag hy juist nog, hoe Louvain op eenigen afstand een huisdeur binnentrad en verdween. De heer De Maupourg zette den kraag op en naderde het huis. Het had nummer 47. Beneden was een bakkery. Door de huisgang zag men op een donkere binnenplaats met achtergebouwen, alles in tamelyk armoedigen, bouwvalligen toestand. In de uitstalkast der bakkery stond een bordje, waarop to lezen was: „Kamers te huur." Het ging tegen den avond. De heer De Maupourg ging de straat nog een eind op, keerde terug en trad binnen. „Hebt gy kamers te buur?" vroeg hy een corpulente, bejaarde vrouw, die hem in het portaal tegen kwam. „Ja, maar op 't oogenblik heb ik er slechts twee vry. En of zy u bevallen, weet ik niet. Maar binnen eenige dagen kunt gy betere krygen." „Kan ik de kamers zien?" „Jawel, meneer. Mag ik u voorgaan?" De vrouw ging naar het achterhuis. De heer De Maupourg, den hoed diep in het gezicht gedrukt, volgde. Hy zou het erg onaangenaam gevonden hebben, Louvain hier te ontmoeten en misschien wel door hem herkend te worden. Het buis maakte een zeer onaangenamen indruk. Hoopen vuil lagen op de binnenplaats, kleine kinderen schreeuw den in het huis, vensters, trappen en gangen waren vuil, de vensterruiten voor een deel stuk en met papier dicht geplakt. „"Wie woont hier?' vroeg de heer De Maupourg. „Rechts woont een badmeester, Yerron gebeeten, die echter nu geen werk heeft, en liüks een naaister, die voor een groote zaak workt. Zy heet Lucy Sambouette." „A! En dit is de kamer, die gy my kunt verhuren „Ja, maar er is nog een andere, op de derde verdieping." „Mag ik die eens zien?" Zy gingen naar boven. De lucht belette den baron byna te ademen, maar toch vroeg hy overal, waar zy voorbygingen, wie daar woonde. Het waren allemaal lui uit de lagere klassen, of twyfelachtige individuen. Onder andere omstandigheden zou de heer De Mau pourg het geen twee minuten in het huis uitgehouden hebben; nu echter bedwong hy zyn weerzin. „En wie woont hier?" vroeg hy weer. „Een arme meubelmaker, die nu ook zonder werk is, een arme duivel, meneer, maar een doodgoeie man." „Hoe heet hy?" „Louvain." „Woont hy al lang hier?" „Sedert den vorigen zomer. Hy is huur achter stallig. Och ja, als men zoo arm is als hy „En de kamer, die gy my wilt verhuren „Is er direct naast. Maar ik moet u er attent op maken, dat het er zeer donker is, omdat het eenige venster direct op den brand muur van het huis hiernaast uitziet." „Dat zou niets schaden, juffrouw. Ik ben photograaf en wensch de kamer alleen als donkere kamer te gebruiken, om myn platen te ontwikkelen." „O, daar is zy uitstekend geschikt voor. Wilt gy naar binnen gaan?" Het was boog tyd. Juist op dit oogenblik kwam Louvain uit zyn kamer, waarschynlyk, omdat hy had hooren spreken en zien wilde, wat er gaande was. De heer De Maupourg maakte de deur achter zich dicht. „Ik zie al, dat de kamer geschikt is. Ik wil haar huren." „Dat doet my plezier, meneer." „De kamer is dus van vandaag af tot myn beschikking. Ik betaal u onmiddeliyk den prys voor een maand vooruit en verzoek u, my de noodige sleutels te geven." "Van nu af begon de heer De Maupourg den meubelmaker stelselmatig te bespieden. Het detectivespelen interesseerde hem onge meen. Het was een bezigheid, die een emotie en dag en nacht werk gaf. Langen tyd waren zyn bemoeiingen geheel vruchteloos. Hy hoorde en zag niets van Louvain. Eerst toen hy diens gewoonten wat bestudeerd had, gelukte het hem op zekeren avond, een stap verder te komeD. Naar zyn berekening moest do eenzaamheid Louvain een gruwel zyn. Alle misdadigers zyn bang voor de eenzaam heid. En by Gaston was langzamerhand de onderstelling, dat Louvain de dader van of althans medeplichtige by den moord in het roode huis was, oen idéé fixe goworden. Het was op een Dinsdagavond. Gaston kwam ongeveer vyf minuten na tienen in zyn kamer en begaf zich naar zyn verkennings- post by het venstor, waar by het best kon hooren, wat in Louvains kamer gebeurde. Hy zat natuuriyk in het donker, om zyn aanwezigheid niet te verraden, want dat Louvain niet zoo dom was, -zich uit onnaden kendheid in gevaar te brengen, dat had Gaston al meermalen opgemerkt. Ruw van aard, als hy was, overwon hy ook allo gewetons- wroeging, zoover zyn kracht reikte. Maar nu en dan moest hy in het verzet tegen de inwendige stemmen toch onderdoen. Dat was menscheiyk. Het kwam er op aan, dit oogen blik af te wachten, getuige te zyn van zyn nederlaag in den stryd tegen zyn geweten. Ongeveer een kwartier na Gaston kwam ook Louvain thuis. Gaston hoorde, boe hy aan tafel ging zitten; vermoeid liet hy zich op don stoel vallen en zuchtte. Zoo bleef hy langen tyd stom zitten. "Wat zou er in hem omgaan Eensklaps hoorde Gaston, hoe Louvain woedend met de vuist op de tafel sloeg en vloekte. Daarop rinkelde hy met eenige koperen munten, die hy waarschynlyk telde. (Slot vofjt)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1896 | | pagina 5