Zaterdag 34 October. feze iCourant wordt dagelijks, met uitzondering van <§pn- en feestdagen, uitgegeven. feuilleton. N°. 11248. A0.18:6 LEIDSCH DA&BLA PRIJS DEZER COURANT: Voor Leidon per 3 maanden. Franco por post.a Afzonderlijke Nommers I f 1.10. 1.40. 0.05. PBIJS DEB ADVERTENTIEN: Van 1 6 regels f 1.05. Iedere regel meer f 0.17 j. Grootero letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad wordt f 0.05 berekend. Leiden, 23 October. In de gisternamiddag gehouden gemeente raadszitting werd door den Voorzitter mede deling gedaan van de volgende ingekomen stukken Bezwaarschriften van verschillende personen tegen hunnen aanslag in de plaatselijke directe belasting, dienst 1896. Begrooting, dienst 1897, van de dienstd. schutterij. Verzoek van eigenaren en bewoners van perceelen in de Prinses-Wiihelmlna-straat tot overname door de gemeente van die straat. Verzoeken van E. d'Haene en H. D. N. Croese, om terugbetaling van plaatselijke directe belasting, dienst 1896. Verzoek van J. J. Hakkaart, om terug betaling van schoolgeld, lager onderwijs. Verzoek van mevr. de wed. J. Groesbeek, om vrijstelling of terugbetaling van schoolgeld, middelbaar onderwijs. Adres van het hoofdbestuur der Schippers vereniging „Schuttevaer," houdende verzoek om wijziging te brengen in de verordening op het heffen van havengeld voor vaartuigen, die binnenkomen aan de zijde van Schrijvers- brug of Galgewater en aanleggen om inkoopen te doen. Verzoek van G. J. Van Rheenen, te Voor hout, om vrijstelling van de betaling van schoolgeld voor zijn zoon, leerling van de Hoogere Burgerschool voor Jongens. Verzoek van de firma J. Van Weizen Jr. en andere bewoners van de Pieterskerk- Koorsteeg, tot het doen verplaatsen van den telephoonpaal in die steeg. Verzoek van H. J. B'om, tot het doen rooien van een boom, staande voor het perceel Stationsweg No. 17. Door B. en Ws. van Lelden la ten Raad- huize aanbesteed: a. het vernieuwen van het val- en land- hoofd van de ophaalbrug, genaamd „Morsch- poortsbrug"4 inschrijvers: hoogste J. Schoon hoven, te Voorburg, voor 2723, en laagste C. De Ruiter, te Leiden, voor 2183. Het werk is aan laatstbedoelden inschrijver gegund; b. het maken van een bouten paalfundee- ring ten dienste der overkapping van de varken8markt; 6 inschrijvers: hoogste, C. Kosters, to Amsterdam, voor 1080, en laagste J. Schoonhoven, te Voorburg, voor ƒ895. De gunning werd 8 dagen aangehouden. Onzen vroegeren stadgenoot den heer B. H. Vos, thans te Nice, is door de regee ring der Fransche Republiek geschonken de „médaille d'honneur de l'assistance publique". Dj afdeelmg Sassenheim der Algemeene Veroeniging voor Bloembollencultuur hield gisteravond een vergadering. Na voorlezing der notulen der vorige ver gadering werd overgegaan tot het benoemen van twee afgevaardigden ter algemeene ver gadering, te houden op Maandag 2 November a. s. De heeren Wezelenburg en Warnaar werden als zoodanig gekozen. De door het hoofdbestuur voorgestelde ver anderingen en bepalingen in den beschrijvings brief werden onveranderd aangenomen. Daarna kwam in behandeling een voorstel om het hoofdbestuur te verzoeken stappen te doen om aansluiting te verkrijgen van de leden by de Ned. Bell-Telephoon-MaatschappiJ. Na levendig debat werd dit voorstel aange nomen. Het laatste punt der agenda wasHet verkiezen van candid aten voor de twee af te treden leden van het hoofdbestuur, de heeren G. H. Van Waveren en J. H. Kersten, tn voor vier nieuwe leden. De oude leden werden weder candidaat gesteld, terwijl als nieuwe lodon worden verkozen do heeren: M. De Groot, Noordwük, C. Sogers, Lisse, A. J. E Baron v. Ittersum, Vogelenzang, en J. v. Zan ten, Hillegom. Ten slotte werden besproken eenige be- zwareD, ten opzichte van de uitgave van het weekblad, en eenige huishoudelijke aan gelegenheden, waarna de Voorzitter de ver gadering sloot. In de residentie is met verlof aange komen jhr. Van der Hoeven, Hr. Ms. buiten gewoon gezant en gevolmachtigd minister by Z. M. den keizer van Oostenryk-Hongarye te Weenen. Het 50 jarig bestaan der studenten sociëteit „Phoenix", te Delft, zal feestelijk worden herdacht op 27, 28 en 29 Nov. a. s. Oud-bestuursleden, oud-commissarissen en eereleden worden uitgenoodigd tot deelneming aan een maaltijd op 27 Nov. a. s. In een te Rotterdam gehouden vergade ring van het kiesrecht-comité, met het doel de Rotterdamsche werklieden te wijzen op het groote belang, dat zij by het kiesrecht hebben, en hun tevens de bepalingen van de nieuwe kieswet duideiyk te maken, terwyi het comité ook werklieden candidaat wil stellen voor het lidmaatschap van de Tweede Kamer en van den Gemeenteraad, en voor die can- didaturea. krachtig propaganda maken, is het volgende bepaald: De 'candldaten zullen moeten instemmen met do punten, die door het comité als voor- loopig program zyn vastgesteld en aan het oordeel van de verschillende werkliedenver - eenigingen aldaar zullen onderworpen worden a. grondwetsherziening om de beletselen voor algemeen kiesrecht weg te nemenb. pension- neering van den ouden werkman door den Staat, met vrystelling van contributie voor hen, die minder dan een bepaald voldoend inkomen hebbenc. vaststelling van een maxi- mum-arbeidstyd en een loonminimum in de bestekken van allo jyks-en gemeentewerken d. Kamers van Arbeid, door de wet gesanc- tionneerd; e. 1 erplicht, kosteloos onderwy's voor allen tot den leeftyd van 14 j iren, met herhalingsonderwyspersoonlyke dienst plicht; g. afschaffing van de Eerste Kamer. De vereeniging „Vooruitgang" te Alkmaar heeft besloten zich by de Liberale Unie aan te sluiten. De heer Den Hartog, ontslagen onder- wyzer te Amsterdam, heeJt thans van den minister van binnenlandsche zaken de mede- deeling ontvangen, dat er voor tusschenkomst der Regeering in zijne zaak geen termen be staan. Naar men verneemt, zyn by den Raad der gemeente Baarn nieuwe aanvragen tot concessie voor het aanbrengen van electrisch licht ingekomen, nl. van de maatschappy „Electra", te Amsterdam, van den heer C. E. Wolf, te Maarsen, van den heer Geveke, te Amsterdam, en van den heer Korthals Altes. De Koninginnen zyn gisternamiddag te vyf uren van het Loo in de residentie terugge keerd. In gesloten rytuigen begaven H.H. M.M. zich van het station naar het paleis. Op verzoek waren geen autoriteiten aan het station aanwezig om de Vorstinnen te be groeten, doch vele personen stonden geschaard langs den weg, dien H.H. M.M. aflegden. Te Utrecht heeft vergaderd de „Vereeni ging tot instandhouding van het Oud Studenten fonds" onder voorzitterschap van mr. G. Van Tienboven. Uit het verslag bleek, dat het kapitaal der vereeniging bestaat uit 48,700. Aan giften was o. a. ontvangen ƒ1000 van een ongenoemde ten bate van het onderwfis van don sed rt vertrokken hoogleeraar dr. A. Freiherrr von Eiselsberg, en 1000 van den voorzitter van het college van curatoren, mr. H. Royaards van Scherpenzeel. Er waren 10 leden bygekomen en een lid afgegaan, zoodat het getal leden thans 130 bedraagt. De vaca ture in het bestuur, ontstaan door den dood van mr. W. R. Boer, was aangevuld door do benoeming van jhr. mr. dr. A. D. Van Riems dijk. Het beschikbaar saldo bedroeg 1438 29. Er waren drie aanvragen ingekomen ten opzichte van het beschikbaar bedrag, name lyka. tot het verstrekken van een renteloos voorschot tot dadelijke voorziening in het bestaande tekort der Rykssubsidie, aan de ge neeskundige faculteit verleend, met name tot aankoop van dringend noodige werken ten behoeve der universiteitsbibliotheek; b. tot aankoop van een micrephotographisch toestel ten bate van het anatomisch instituut; c. tot het steunen der pogingen tot toelating van een privaatdocent in de Frieschetaal- en letter kunde aan de Utrechtsche Universiteit. Na eenige discussie besloot de vergadering 600 te bestommen voor sub b en 200 (voor een half jaar) voor sub c, terwyi ƒ138.29 by het kapitaal gevoegd zullen worden. Van betrouwbare zyde is aan „De Tyd" medegedeeld, dat het vertrek uit ons land van mgr. Lorenzelli, benoemd nuntius te Münchon, aanvankelyk op half November be paald, reeds in de eerste dagen oer volgende maand zal plaats hebben. Hy heeft nameiyk do opiracht ontvangen, om als vertegenwoor diger van den Paus aanwezig te zyn by de opening van den nieuwen cursus aan de Katholieke Universiteit van Freiburg, terwyi hy op weg daarheen zyn afscheidsbezoek zal maken aan het groothertogdom Luxemburg. Reeds in het begin dozer week bezocht by met eon zelfde doel o. a. mgr. Rinaldini te Brussel en mgr. Bottemanne te Haarlem. Gisteren herdacht ds. D. P. M. Gras- winckel den dag, waarop hy vóór 25 jaren als predikant by de Hervormde gemeente te Amersfoort optrad, nadat hy van 1861 tot'67 te Zalk en daarna tot'71 te Zieriksee gestaan had. Velen gaven den waardigen predikant biyk van hun belangstelling. De aartsbisschop en de bisschoppen van Nederland waren tot het houden hunner jaar- lyksche conferentie gisteren vergaderd in de bisschoppeiyke woning te Haarlem. De voor Kaapland, Transvaal en den Oranje-Vrystaat bestemde brieven en andere stukken, welke des Vrydags aanwezig zyn by het vertrek van den trein van 7.20 m. uit Amsterdam naar Vlissingen, zullen voor 't vervolg worden opgenomen in eene vóór- verzending aan de kantoren van uitwisseling in die landen, te verzanden per dagdienst VlissingenQueensborough. Volgens het „H. Dagbl." wordt het als zeker beschouwd, dat do generaal-majoor A. Kool, chef van den generalen staf, die reeds geruimen tyd wegens ziekte in het buiten land vertoeft, binnenkort op zyn verzoek wegens ziekte den militairen dienst met pensioen zal verlaten, en dat alsdan in zyn plaats wordt benoemd de kolonel W. Roose boom, sous-chef van dien staf, en voorts tot sous-chef de kolonel W. G. F. Snyders, van den generalen staf, thans toegevoegd aan den chef van den 6taf.v Het stoomschip „Prins van Oranje," van Amsterdam naar Batavia, vertrok 21 Oct. van Suez; de „Prinses Marie," van Amsterdam naar Batavia, vertrok 22 Oct. van Suez; de „Spaarndam,"van Rotterdam naar Nieuw-York, passeerde 22 Oct. "Wight; de „Sumatra," van Batavia naar Amsterdam, vertrok 22 Oct. van Port-Said; de „Lawoe," van Rotterdam naar Batavia, vertrok 22 Oct. van Marseille; de „Smeroe," van Batavia nasr Rotterdam, ver trok 22 Oct. van Perim. De Leidsche Gemeentebegrooting voor 1897. Thans is verschenen het Algemeen Verslag van het verhandelde in do Sectiën van den Gemeenteraad, by het onderzoek van de ontwerp begrooting der gemeente Leiden, voor 1897, met de Memorie van Antwoord van Burgemeester en Wethouders. De vergadering in de lste sectie werd bygewoond door de heerenA. L. Do Sturler, wethouder-voorzitter, fabricage; W. F. Verhey van Wyk, finanoiën; F. A. Verster van Wul- verhorst, A. E. Van Kempen, mr. S. J. Fookema Andre©, dr. A. W. Kroon, J. A. Van Hamel en P. Zillesen, rapporteur. De vergadering in de 2de sectio door de heeren: Dr. M. C. Dekhuyztn, wethouder- voorzitter; mr. H. L. Drucker, financiën; N. Stadhouder, fabricage; dr. E. F. Van Dissel, dr. P. J. Kaiser, dr. A. Van Rhyn, dr. T. W. Van Lidth de Joude en W. Pera, rapporteur. De vergadering in de 3de sectie door de heeren: H. C. Juta, wethouder-voorzitter; P. L. C. Driess6n, financiën; J. J. Hasselbach, fabricage; Gr. M. J. De Goeje, dr. T. Zaayer, dr. D. E. Siegenbeek van Heukelom en dr. W. N. Du Rieu, rapporteur. By de algemeene beschouwingen zeide een lid overtuigd te zyn, dat vele in deze gemeente gevestigde personen een veel te laag bedrag als hun inkomen opgeven; hy vroeg of er geen afdoend middel tege deze afkeurenswaardige handelwyze is aar te wenden. B. en Ws. kunnen slechts verklaren, dat de opmaking van het kohier der plaatseiyke directe belasting met de meeste zorg geschiedt. Mochten caaraan echter gebreken kleven, wrtt ook by de meest nauwgezette behandeling wel niet anders mogelyk is, zoo zouden zy het ten zeerste waardeeren, indien ieder Raaislid, dat eenige fout mocht bemerken, hen doo: zyne inlichtingen wilde in staat stellen deze zoo spoedig mogelyk te h ratellen. Met het oog op de uitbreiding der gemeente viel het aan een ander lid op, dat by de begrooting niet biykt van meerdere behoefte aan ambtenaren of verhooging van sal irissen, in het byzonder van de bouwkundigen en do buurt-commissarissenhy vroeg op welk standpunt 2ich B. en Ws. g-plaatst bebb6n r B. en Ws. kunnen niet inzien, waarom de grensuitbreiding op zichzeloe e n reden zou zyn om de bezoldiging der ambtenaren te verhoogen. Alleen het feit, dat aan eene be trekking om de een of andere reden eenige meerdere werkzaamheden worden verbonden kan, naar hunne meening, zoodanige verhoo ging niet voldoende rechtvaardigen. In iedei geval zou het voorbarig zyn cit reeds than» te willen beoordeelen. Daartoe behoort toch zeker eerst te worden afgewacht, welke de duurzame gevolgen der grensuitbreiding mtt betrekking tot de werkzaamheden der vtr- schillende ambtenaren zullen zyn. En mocht hun dan biyken, dat verhooging der j-ar- wedden of uitbreiding van het personeel inder daad wenscheiyk is, zoo zullen zy niet nalaten voorstellen in die richting by den Gemeente raad in te dienen. Verder werd gevraag! of de by suppletoir» bogrooting toe te stane gelden all9 uit leeninj zullen gevonden worden, waarop B. en Ws antwoordden, dat het voor de hand ligt, dat het vóór alles van den aard der uitgaven welke nog zullen gevorderd worden, za afhangen in hoeverre de daarvoor benoooig-H gelden uit geldleening dan wel uit de gewon* middelen zullen moeten worden gevonden. Een ander lid had met de vermeerderin- der bevolking met de begrooting ook V hoogtr gewacht; de juistheid der verwachting werd evenwol door anderen betwfifeld. De wensch werd uitgesproken niet te ge wagen van 't oude en nieuwe gedeelte vat de gemeente, ter bevordering van de eenheii van het geheel. Burg. en Weths. zyn zich echter niet be wust, dat ergens in hunne toelichting tot d- begroot ing van een oud en een nieuw Leidei wordt gewaagd. Mocht echter de uitgespi oker wensch betrekking hebben op die volgnummer der begrooting, waar'oy door ben werd aange geven, welke verhooging de betrokken poster ten gevolge der grensuitbreiding moesten ondergaan, zoo meenden zy, dat zoodanig' afzonderlyke vermelding by de indiening dezei eerste begrooting, nadat de grensuitbreiding is tot stand gekomen, den Raadsleden niet I anders dan welgevallig had kunnen zyn. De kansen van liet spel. 8) „O jal Ge bedoelt met uw „Ophelia tus- schen de bloemen?".... Of ik het mij herin ner? Nog zie ik dien krans van theerozen, tusschen de blonde baren gevlochten, die tengere, bleekroode rozen en, dan die donker roods op den boezem, alsof het bloedvlekken warenWie is op 't oogenblik de geluk kige bezitter dezer schildery?' „Een bankier te Nieuw-York," gaf de schilder zuchtende ten antwoord, „die er veertig duizend franken voor betaald heeft, terwyi ik ze kortte voren voor vyftienhonderd verkocht had. Ziet go, ik was toentertyd nog niet de gelukkige kunstenaar, dien uw oude leermeester Claude Larcher zoo schalks doet zeggen: „Gelukkige Mirantl zyn eenige werk is, om den geheelen dag naar een Amerikaan uit te zien, die hem vyftien duizend franken moet thuis sturen." Onder ons ge zegd, ware het beter geweest dergelyke zin spelingen op anderen te maken, die niet tot zyn oude vrienden behoorden. Het zy zoo, God zy zyn ziel genadig I Maar zoo ik in vertrouwen tot u spreek," vervolgde hy, my den arm gevende, omdat hy bemerkte, dat ik plan had al sprekende het voor myn ouden vriend Larcher op te nemen, hoop ik, dat ge overtuigd zyt, dat het my niet te doen is, met myn handelszaken te bluffen. Neen. Het jö alleen, omdat deze vyftienhonderd franken een rol in myn avontuur spelen. Verbeeld u, dat ik myn geheele leven zulk een som nog niet by elkander had gezien! Mijn studenten tyd had ray veel geld gekost. Ik moest in Parys leven van een beurs vaD duizend franken, my door het gemeentebestuur myner geboorte plaats verleend, en ik heb niet langer dan zes jaren hiervan gebruik willen maken of byna „Ik heb die zuinige jaren ook doorworsteld," sprak ik, „maar ze duurden niet lang. Gingt ge ook, evenals wy, eten by Polydore in de Prinsenstraat, waar men voor achttien stui vers een vry goed ontbyt had? Als ge eens by gelegenheid met Jacques Molan in aanra king komt en hy u mocht vervelen met zyn beruchte vrouwen en de kuischheid van zyn eerstdaags uit te geven roman, spreek hem dan eens over dien zoeten invalik wil wed den, dat ge binnen vyf minuten van hem ontslagen zyt." „Het vraagstuk om goed en goedkoop te leven, hadden wy opgelost door gebruikma king van het kunstenaarsgilde," hernam de schilder; „met eenige kameraden hielden wy er een eigen huishouding op na. Een goede kennis van een onzer, van beroep keuken meid, dat waren nu onze modepopjes, zorgde voor onze warme maaltyden, tegen vergoeding van 45 franken per hoofd in de maand. Vyftien franken kamerhuur met be diening, doch onder voorwaarde zelf zyn bed op te maken, dat maakt dus zestig franken in 't geheel. Wat kleeding betreft, zag ik er uit als een sjouwer, doch ik was toch niet by machte om een omnibus te pakken. Myn vrienden leefden op dezelfde wyze en wy hebben er ons best by bevondentot ons ge zelschap behoorde Tardif, de beeldhouwer, Sudre, de dierenschilder, Rivals, de graveur, en eindelyk de meest begaafde van ons, de huisvriend onzer „cantinière", zooais wy haar noemden, Ladrat. „Ladrat? Ladrat?" herhaalde ik, myn ge heugen opfri8Schende, „dien naam heb ik meer gehoord." „Ge zult dien naam in de dagbladen gele zen hebben," vervolgde Mirant, zyn wenk brauwen fronsende. „Ladrat, aan wien alle eerste pryzen der schildersacademie werden toegekend, was toentertyd de slaaf van een verschrikkelyken hartstocht. Hy was bepaald aan den drank. Wat zal ik er van zeggen? De volkomen vryheid, die wy genoten, half tot don burgerstand behoorende, onze voort durende omgang met allerlei menschen, als model dienende, of met werklieden, stonden wy aan veel verleiding bloot, maar vooral aan den drankduivel. Ladrat was er aan ver slaafd. Deze omstandigheid dient myn ver haal vooraf te gaan, opdat ge voor 't vervolg my niet al te streng zult beoordeelen. Deze treurige gewoonte was de reden, dat hem de eereprys van Rome onthouden werd. Hy ge raakte zoodanig onder den invloed van den sterken drank, dat hy in zyn werkplaats een ontwerp, dat den grootsten meester eer zou aangedaan hebbeD, op allerzotste wyze bedierf. Om kort te gaan, reeds in 1872 was hy de eenige onder ons, die totaal op de flesch was en zijn heil onder de laagste klasse der maatschappy zocht. Hy was, om een onzer eigenaardige uitdrukkingen te bezigen, in een „tapeur" ontaard, een man, gaande van den eenen collega naar den anderen, hier honderd franken, elders meer leeDende, met hel stellige voornemen ze nimmer terug te geven. Zoo'n levenswyze kon men jaren lang volhouden." „Als hy dan nog maar in zulke oogen- blikken een minder vleiend woord ten beste gaf," hernam ik, „evenals een myner beken den, zekere Legrimaudet, die nooit by Mareuil binnen kwam, zonder iets voor zyn „kluis" te vrageD, dat was zoo zyn stopwoordje, maar wel zorg dragende, niets aan zyn waardigheid te kort te doen. Op zekeren dag vindt hy hem bezig met het nazien der druk proeven van een hoofdartikel voor oen eerst- verscbynend blad. Hy begint te bedelen, André geeft hem wat. „Mynheor," merkte hy op, het zilveren muntstuk in zyn zak stekende, „zyt gij niet met my van gevoelen, dat er alleen aanleg toe noodig is, om verzekerd te wezen, zyn handschrift in een dagblad ge plaatst te zien? Stuurt men het u terug, dan is het zeker, dat men niet voor „vol" wordt aangezien. Vaarwel„Dat is me eerst een origineele bedelaar." II. „Neen," zeide Miraut, „in dien geest handelde Ladrat niet. Hy bedankte netjes, was tot tranen toe bewogeD, zwoer by alle heiligen te zullen gaan werken en verdween om in de eerste kroeg de beste te loopen en zich aan absinth te goed te doen; daarna kreeg BeaDh&M. schaamtegevoel do overhand on hy liet zich in de eerste dagen niet zien. Hij leende steedr kleine sommen, de tien franken niet te bover gaande; daarom steeg, op een goeden achter middag thuiskomende, mfin verbazing terr top, een grooten brief van hem te vinden, waarin hy my niet minder dan tweehonderd franken ter leen vroeg. Er waren zeker ze* maanden verloopen, sedert ik hem het laatst gezien had, en hy deelde my schrifteiyk mede dat hy gedurende het laatste half jaar zicb geheel van drank onthouden, niet zonder moeite zyn ondeugd beteugeld had, zelfs niet meer dronken was geweest, met het stellige voornemen om te gaan werkendat hem de middelen ontbraken, en dat zyn vrouw hy was met de cantinière getrouwd ziek was, om kort te gaan, een van die hartroerende bedelbrieven, die een mensch onder het lezen pynlyk treffen." „Wanneer men er geloof aan slaat," bracht ik in het midden, „want als men tien jaar te Parys woont, heeft men meer brieven van dien aard ontvangen en is het mooi, indien er twee volkomen waarheidlievend zyn „Het is verkieslyker by alle valscho brieven het kind van de rekening te wezen, dan die twee laatsteD mis te loopen," hernam do schilder. Bovendien twyfelde ik op dat oogen blik volstrekt niet aan de geloofwaardigheid van Ladrat. Het toeval wilde, dat my juis* op dienzelfden dag de vyftienhonderd franken voor „Ophelia" werden ter haDd gesteld. (SM volgt.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1896 | | pagina 1