Zaterdag 34 October.
feze iCourant wordt dagelijks, met uitzondering
van <§pn- en feestdagen, uitgegeven.
feuilleton.
N°. 11248.
A0.18:6
LEIDSCH
DA&BLA
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leidon per 3 maanden.
Franco por post.a
Afzonderlijke Nommers
I
f 1.10.
1.40.
0.05.
PBIJS DEB ADVERTENTIEN:
Van 1 6 regels f 1.05. Iedere regel meer f 0.17 j. Grootero
letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad
wordt f 0.05 berekend.
Leiden, 23 October.
In de gisternamiddag gehouden gemeente
raadszitting werd door den Voorzitter mede
deling gedaan van de volgende ingekomen
stukken
Bezwaarschriften van verschillende personen
tegen hunnen aanslag in de plaatselijke
directe belasting, dienst 1896.
Begrooting, dienst 1897, van de dienstd.
schutterij.
Verzoek van eigenaren en bewoners van
perceelen in de Prinses-Wiihelmlna-straat tot
overname door de gemeente van die straat.
Verzoeken van E. d'Haene en H. D. N.
Croese, om terugbetaling van plaatselijke
directe belasting, dienst 1896.
Verzoek van J. J. Hakkaart, om terug
betaling van schoolgeld, lager onderwijs.
Verzoek van mevr. de wed. J. Groesbeek,
om vrijstelling of terugbetaling van schoolgeld,
middelbaar onderwijs.
Adres van het hoofdbestuur der Schippers
vereniging „Schuttevaer," houdende verzoek
om wijziging te brengen in de verordening
op het heffen van havengeld voor vaartuigen,
die binnenkomen aan de zijde van Schrijvers-
brug of Galgewater en aanleggen om inkoopen
te doen.
Verzoek van G. J. Van Rheenen, te Voor
hout, om vrijstelling van de betaling van
schoolgeld voor zijn zoon, leerling van de
Hoogere Burgerschool voor Jongens.
Verzoek van de firma J. Van Weizen Jr.
en andere bewoners van de Pieterskerk-
Koorsteeg, tot het doen verplaatsen van den
telephoonpaal in die steeg.
Verzoek van H. J. B'om, tot het doen
rooien van een boom, staande voor het perceel
Stationsweg No. 17.
Door B. en Ws. van Lelden la ten Raad-
huize aanbesteed:
a. het vernieuwen van het val- en land-
hoofd van de ophaalbrug, genaamd „Morsch-
poortsbrug"4 inschrijvers: hoogste J. Schoon
hoven, te Voorburg, voor 2723, en laagste
C. De Ruiter, te Leiden, voor 2183. Het
werk is aan laatstbedoelden inschrijver gegund;
b. het maken van een bouten paalfundee-
ring ten dienste der overkapping van de
varken8markt; 6 inschrijvers: hoogste, C.
Kosters, to Amsterdam, voor 1080, en laagste
J. Schoonhoven, te Voorburg, voor ƒ895. De
gunning werd 8 dagen aangehouden.
Onzen vroegeren stadgenoot den heer
B. H. Vos, thans te Nice, is door de regee
ring der Fransche Republiek geschonken de
„médaille d'honneur de l'assistance publique".
Dj afdeelmg Sassenheim der Algemeene
Veroeniging voor Bloembollencultuur hield
gisteravond een vergadering.
Na voorlezing der notulen der vorige ver
gadering werd overgegaan tot het benoemen
van twee afgevaardigden ter algemeene ver
gadering, te houden op Maandag 2 November
a. s. De heeren Wezelenburg en Warnaar
werden als zoodanig gekozen.
De door het hoofdbestuur voorgestelde ver
anderingen en bepalingen in den beschrijvings
brief werden onveranderd aangenomen.
Daarna kwam in behandeling een voorstel
om het hoofdbestuur te verzoeken stappen te
doen om aansluiting te verkrijgen van de
leden by de Ned. Bell-Telephoon-MaatschappiJ.
Na levendig debat werd dit voorstel aange
nomen.
Het laatste punt der agenda wasHet
verkiezen van candid aten voor de twee af te
treden leden van het hoofdbestuur, de heeren
G. H. Van Waveren en J. H. Kersten, tn
voor vier nieuwe leden. De oude leden werden
weder candidaat gesteld, terwijl als nieuwe
lodon worden verkozen do heeren: M. De
Groot, Noordwük, C. Sogers, Lisse, A. J. E
Baron v. Ittersum, Vogelenzang, en J. v. Zan
ten, Hillegom.
Ten slotte werden besproken eenige be-
zwareD, ten opzichte van de uitgave van
het weekblad, en eenige huishoudelijke aan
gelegenheden, waarna de Voorzitter de ver
gadering sloot.
In de residentie is met verlof aange
komen jhr. Van der Hoeven, Hr. Ms. buiten
gewoon gezant en gevolmachtigd minister by
Z. M. den keizer van Oostenryk-Hongarye te
Weenen.
Het 50 jarig bestaan der studenten
sociëteit „Phoenix", te Delft, zal feestelijk
worden herdacht op 27, 28 en 29 Nov. a. s.
Oud-bestuursleden, oud-commissarissen en
eereleden worden uitgenoodigd tot deelneming
aan een maaltijd op 27 Nov. a. s.
In een te Rotterdam gehouden vergade
ring van het kiesrecht-comité, met het doel
de Rotterdamsche werklieden te wijzen op
het groote belang, dat zij by het kiesrecht
hebben, en hun tevens de bepalingen van de
nieuwe kieswet duideiyk te maken, terwyi
het comité ook werklieden candidaat wil stellen
voor het lidmaatschap van de Tweede Kamer
en van den Gemeenteraad, en voor die can-
didaturea. krachtig propaganda maken, is het
volgende bepaald:
De 'candldaten zullen moeten instemmen
met do punten, die door het comité als voor-
loopig program zyn vastgesteld en aan het
oordeel van de verschillende werkliedenver -
eenigingen aldaar zullen onderworpen worden
a. grondwetsherziening om de beletselen voor
algemeen kiesrecht weg te nemenb. pension-
neering van den ouden werkman door den
Staat, met vrystelling van contributie voor
hen, die minder dan een bepaald voldoend
inkomen hebbenc. vaststelling van een maxi-
mum-arbeidstyd en een loonminimum in de
bestekken van allo jyks-en gemeentewerken
d. Kamers van Arbeid, door de wet gesanc-
tionneerd; e. 1 erplicht, kosteloos onderwy's
voor allen tot den leeftyd van 14 j iren, met
herhalingsonderwyspersoonlyke dienst
plicht; g. afschaffing van de Eerste Kamer.
De vereeniging „Vooruitgang" te Alkmaar
heeft besloten zich by de Liberale Unie aan
te sluiten.
De heer Den Hartog, ontslagen onder-
wyzer te Amsterdam, heeJt thans van den
minister van binnenlandsche zaken de mede-
deeling ontvangen, dat er voor tusschenkomst
der Regeering in zijne zaak geen termen be
staan.
Naar men verneemt, zyn by den Raad
der gemeente Baarn nieuwe aanvragen tot
concessie voor het aanbrengen van electrisch
licht ingekomen, nl. van de maatschappy
„Electra", te Amsterdam, van den heer C.
E. Wolf, te Maarsen, van den heer Geveke,
te Amsterdam, en van den heer Korthals
Altes.
De Koninginnen zyn gisternamiddag te
vyf uren van het Loo in de residentie terugge
keerd. In gesloten rytuigen begaven H.H.
M.M. zich van het station naar het paleis.
Op verzoek waren geen autoriteiten aan het
station aanwezig om de Vorstinnen te be
groeten, doch vele personen stonden geschaard
langs den weg, dien H.H. M.M. aflegden.
Te Utrecht heeft vergaderd de „Vereeni
ging tot instandhouding van het Oud Studenten
fonds" onder voorzitterschap van mr. G. Van
Tienboven. Uit het verslag bleek, dat het
kapitaal der vereeniging bestaat uit 48,700.
Aan giften was o. a. ontvangen ƒ1000 van
een ongenoemde ten bate van het onderwfis
van don sed rt vertrokken hoogleeraar dr. A.
Freiherrr von Eiselsberg, en 1000 van den
voorzitter van het college van curatoren, mr.
H. Royaards van Scherpenzeel. Er waren 10
leden bygekomen en een lid afgegaan, zoodat
het getal leden thans 130 bedraagt. De vaca
ture in het bestuur, ontstaan door den dood
van mr. W. R. Boer, was aangevuld door do
benoeming van jhr. mr. dr. A. D. Van Riems
dijk. Het beschikbaar saldo bedroeg 1438 29.
Er waren drie aanvragen ingekomen ten
opzichte van het beschikbaar bedrag, name
lyka. tot het verstrekken van een renteloos
voorschot tot dadelijke voorziening in het
bestaande tekort der Rykssubsidie, aan de ge
neeskundige faculteit verleend, met name tot
aankoop van dringend noodige werken ten
behoeve der universiteitsbibliotheek; b. tot
aankoop van een micrephotographisch toestel
ten bate van het anatomisch instituut; c. tot
het steunen der pogingen tot toelating van
een privaatdocent in de Frieschetaal- en letter
kunde aan de Utrechtsche Universiteit. Na
eenige discussie besloot de vergadering 600
te bestommen voor sub b en 200 (voor
een half jaar) voor sub c, terwyi ƒ138.29
by het kapitaal gevoegd zullen worden.
Van betrouwbare zyde is aan „De Tyd"
medegedeeld, dat het vertrek uit ons land
van mgr. Lorenzelli, benoemd nuntius te
Münchon, aanvankelyk op half November be
paald, reeds in de eerste dagen oer volgende
maand zal plaats hebben. Hy heeft nameiyk
do opiracht ontvangen, om als vertegenwoor
diger van den Paus aanwezig te zyn by de
opening van den nieuwen cursus aan de
Katholieke Universiteit van Freiburg, terwyi
hy op weg daarheen zyn afscheidsbezoek zal
maken aan het groothertogdom Luxemburg.
Reeds in het begin dozer week bezocht by
met eon zelfde doel o. a. mgr. Rinaldini te
Brussel en mgr. Bottemanne te Haarlem.
Gisteren herdacht ds. D. P. M. Gras-
winckel den dag, waarop hy vóór 25 jaren
als predikant by de Hervormde gemeente te
Amersfoort optrad, nadat hy van 1861 tot'67
te Zalk en daarna tot'71 te Zieriksee gestaan
had. Velen gaven den waardigen predikant
biyk van hun belangstelling.
De aartsbisschop en de bisschoppen van
Nederland waren tot het houden hunner jaar-
lyksche conferentie gisteren vergaderd in de
bisschoppeiyke woning te Haarlem.
De voor Kaapland, Transvaal en den
Oranje-Vrystaat bestemde brieven en andere
stukken, welke des Vrydags aanwezig zyn
by het vertrek van den trein van 7.20 m.
uit Amsterdam naar Vlissingen, zullen voor
't vervolg worden opgenomen in eene vóór-
verzending aan de kantoren van uitwisseling
in die landen, te verzanden per dagdienst
VlissingenQueensborough.
Volgens het „H. Dagbl." wordt het als
zeker beschouwd, dat do generaal-majoor A.
Kool, chef van den generalen staf, die reeds
geruimen tyd wegens ziekte in het buiten
land vertoeft, binnenkort op zyn verzoek
wegens ziekte den militairen dienst met
pensioen zal verlaten, en dat alsdan in zyn
plaats wordt benoemd de kolonel W. Roose
boom, sous-chef van dien staf, en voorts tot
sous-chef de kolonel W. G. F. Snyders, van
den generalen staf, thans toegevoegd aan den
chef van den 6taf.v
Het stoomschip „Prins van Oranje,"
van Amsterdam naar Batavia, vertrok 21 Oct.
van Suez; de „Prinses Marie," van Amsterdam
naar Batavia, vertrok 22 Oct. van Suez; de
„Spaarndam,"van Rotterdam naar Nieuw-York,
passeerde 22 Oct. "Wight; de „Sumatra," van
Batavia naar Amsterdam, vertrok 22 Oct. van
Port-Said; de „Lawoe," van Rotterdam naar
Batavia, vertrok 22 Oct. van Marseille; de
„Smeroe," van Batavia nasr Rotterdam, ver
trok 22 Oct. van Perim.
De Leidsche Gemeentebegrooting
voor 1897.
Thans is verschenen het Algemeen Verslag
van het verhandelde in do Sectiën van den
Gemeenteraad, by het onderzoek van de
ontwerp begrooting der gemeente Leiden, voor
1897, met de Memorie van Antwoord van
Burgemeester en Wethouders.
De vergadering in de lste sectie werd
bygewoond door de heerenA. L. Do Sturler,
wethouder-voorzitter, fabricage; W. F. Verhey
van Wyk, finanoiën; F. A. Verster van Wul-
verhorst, A. E. Van Kempen, mr. S. J. Fookema
Andre©, dr. A. W. Kroon, J. A. Van Hamel
en P. Zillesen, rapporteur.
De vergadering in de 2de sectio door de
heeren: Dr. M. C. Dekhuyztn, wethouder-
voorzitter; mr. H. L. Drucker, financiën; N.
Stadhouder, fabricage; dr. E. F. Van Dissel,
dr. P. J. Kaiser, dr. A. Van Rhyn, dr. T. W.
Van Lidth de Joude en W. Pera, rapporteur.
De vergadering in de 3de sectie door de
heeren: H. C. Juta, wethouder-voorzitter; P.
L. C. Driess6n, financiën; J. J. Hasselbach,
fabricage; Gr. M. J. De Goeje, dr. T. Zaayer,
dr. D. E. Siegenbeek van Heukelom en dr. W.
N. Du Rieu, rapporteur.
By de algemeene beschouwingen
zeide een lid overtuigd te zyn, dat vele in
deze gemeente gevestigde personen een veel
te laag bedrag als hun inkomen opgeven;
hy vroeg of er geen afdoend middel tege
deze afkeurenswaardige handelwyze is aar
te wenden.
B. en Ws. kunnen slechts verklaren, dat
de opmaking van het kohier der plaatseiyke
directe belasting met de meeste zorg geschiedt.
Mochten caaraan echter gebreken kleven, wrtt
ook by de meest nauwgezette behandeling
wel niet anders mogelyk is, zoo zouden zy het
ten zeerste waardeeren, indien ieder Raaislid,
dat eenige fout mocht bemerken, hen doo:
zyne inlichtingen wilde in staat stellen deze
zoo spoedig mogelyk te h ratellen.
Met het oog op de uitbreiding der gemeente
viel het aan een ander lid op, dat by de
begrooting niet biykt van meerdere behoefte
aan ambtenaren of verhooging van sal irissen,
in het byzonder van de bouwkundigen en do
buurt-commissarissenhy vroeg op welk
standpunt 2ich B. en Ws. g-plaatst bebb6n r
B. en Ws. kunnen niet inzien, waarom de
grensuitbreiding op zichzeloe e n reden zou
zyn om de bezoldiging der ambtenaren te
verhoogen. Alleen het feit, dat aan eene be
trekking om de een of andere reden eenige
meerdere werkzaamheden worden verbonden
kan, naar hunne meening, zoodanige verhoo
ging niet voldoende rechtvaardigen. In iedei
geval zou het voorbarig zyn cit reeds than»
te willen beoordeelen. Daartoe behoort toch
zeker eerst te worden afgewacht, welke de
duurzame gevolgen der grensuitbreiding mtt
betrekking tot de werkzaamheden der vtr-
schillende ambtenaren zullen zyn. En mocht
hun dan biyken, dat verhooging der j-ar-
wedden of uitbreiding van het personeel inder
daad wenscheiyk is, zoo zullen zy niet nalaten
voorstellen in die richting by den Gemeente
raad in te dienen.
Verder werd gevraag! of de by suppletoir»
bogrooting toe te stane gelden all9 uit leeninj
zullen gevonden worden, waarop B. en Ws
antwoordden, dat het voor de hand ligt, dat
het vóór alles van den aard der uitgaven
welke nog zullen gevorderd worden, za
afhangen in hoeverre de daarvoor benoooig-H
gelden uit geldleening dan wel uit de gewon*
middelen zullen moeten worden gevonden.
Een ander lid had met de vermeerderin-
der bevolking met de begrooting ook V
hoogtr gewacht; de juistheid der verwachting
werd evenwol door anderen betwfifeld.
De wensch werd uitgesproken niet te ge
wagen van 't oude en nieuwe gedeelte vat
de gemeente, ter bevordering van de eenheii
van het geheel.
Burg. en Weths. zyn zich echter niet be
wust, dat ergens in hunne toelichting tot d-
begroot ing van een oud en een nieuw Leidei
wordt gewaagd. Mocht echter de uitgespi oker
wensch betrekking hebben op die volgnummer
der begrooting, waar'oy door ben werd aange
geven, welke verhooging de betrokken poster
ten gevolge der grensuitbreiding moesten
ondergaan, zoo meenden zy, dat zoodanig'
afzonderlyke vermelding by de indiening dezei
eerste begrooting, nadat de grensuitbreiding
is tot stand gekomen, den Raadsleden niet
I anders dan welgevallig had kunnen zyn.
De kansen van liet spel.
8)
„O jal Ge bedoelt met uw „Ophelia tus-
schen de bloemen?".... Of ik het mij herin
ner? Nog zie ik dien krans van theerozen,
tusschen de blonde baren gevlochten, die
tengere, bleekroode rozen en, dan die donker
roods op den boezem, alsof het bloedvlekken
warenWie is op 't oogenblik de geluk
kige bezitter dezer schildery?'
„Een bankier te Nieuw-York," gaf de
schilder zuchtende ten antwoord, „die er
veertig duizend franken voor betaald heeft,
terwyi ik ze kortte voren voor vyftienhonderd
verkocht had. Ziet go, ik was toentertyd
nog niet de gelukkige kunstenaar, dien uw
oude leermeester Claude Larcher zoo schalks
doet zeggen: „Gelukkige Mirantl zyn eenige
werk is, om den geheelen dag naar een
Amerikaan uit te zien, die hem vyftien duizend
franken moet thuis sturen." Onder ons ge
zegd, ware het beter geweest dergelyke zin
spelingen op anderen te maken, die niet tot
zyn oude vrienden behoorden. Het zy zoo,
God zy zyn ziel genadig I Maar zoo ik in
vertrouwen tot u spreek," vervolgde hy, my
den arm gevende, omdat hy bemerkte, dat
ik plan had al sprekende het voor myn ouden
vriend Larcher op te nemen, hoop ik, dat
ge overtuigd zyt, dat het my niet te doen is,
met myn handelszaken te bluffen. Neen. Het
jö alleen, omdat deze vyftienhonderd franken
een rol in myn avontuur spelen. Verbeeld
u, dat ik myn geheele leven zulk een som nog
niet by elkander had gezien! Mijn studenten
tyd had ray veel geld gekost. Ik moest in
Parys leven van een beurs vaD duizend franken,
my door het gemeentebestuur myner geboorte
plaats verleend, en ik heb niet langer dan
zes jaren hiervan gebruik willen maken of
byna
„Ik heb die zuinige jaren ook doorworsteld,"
sprak ik, „maar ze duurden niet lang. Gingt
ge ook, evenals wy, eten by Polydore in de
Prinsenstraat, waar men voor achttien stui
vers een vry goed ontbyt had? Als ge eens
by gelegenheid met Jacques Molan in aanra
king komt en hy u mocht vervelen met zyn
beruchte vrouwen en de kuischheid van zyn
eerstdaags uit te geven roman, spreek hem
dan eens over dien zoeten invalik wil wed
den, dat ge binnen vyf minuten van hem
ontslagen zyt."
„Het vraagstuk om goed en goedkoop te
leven, hadden wy opgelost door gebruikma
king van het kunstenaarsgilde," hernam de
schilder; „met eenige kameraden hielden wy
er een eigen huishouding op na. Een goede
kennis van een onzer, van beroep keuken
meid, dat waren nu onze modepopjes,
zorgde voor onze warme maaltyden, tegen
vergoeding van 45 franken per hoofd in de
maand. Vyftien franken kamerhuur met be
diening, doch onder voorwaarde zelf zyn bed
op te maken, dat maakt dus zestig franken
in 't geheel. Wat kleeding betreft, zag ik er
uit als een sjouwer, doch ik was toch niet
by machte om een omnibus te pakken. Myn
vrienden leefden op dezelfde wyze en wy
hebben er ons best by bevondentot ons ge
zelschap behoorde Tardif, de beeldhouwer,
Sudre, de dierenschilder, Rivals, de graveur,
en eindelyk de meest begaafde van ons, de
huisvriend onzer „cantinière", zooais wy haar
noemden, Ladrat.
„Ladrat? Ladrat?" herhaalde ik, myn ge
heugen opfri8Schende, „dien naam heb ik
meer gehoord."
„Ge zult dien naam in de dagbladen gele
zen hebben," vervolgde Mirant, zyn wenk
brauwen fronsende. „Ladrat, aan wien alle
eerste pryzen der schildersacademie werden
toegekend, was toentertyd de slaaf van een
verschrikkelyken hartstocht. Hy was bepaald
aan den drank. Wat zal ik er van zeggen?
De volkomen vryheid, die wy genoten, half
tot don burgerstand behoorende, onze voort
durende omgang met allerlei menschen, als
model dienende, of met werklieden, stonden
wy aan veel verleiding bloot, maar vooral
aan den drankduivel. Ladrat was er aan ver
slaafd. Deze omstandigheid dient myn ver
haal vooraf te gaan, opdat ge voor 't vervolg
my niet al te streng zult beoordeelen. Deze
treurige gewoonte was de reden, dat hem de
eereprys van Rome onthouden werd. Hy ge
raakte zoodanig onder den invloed van den
sterken drank, dat hy in zyn werkplaats een
ontwerp, dat den grootsten meester eer zou
aangedaan hebbeD, op allerzotste wyze bedierf.
Om kort te gaan, reeds in 1872 was hy de
eenige onder ons, die totaal op de flesch was
en zijn heil onder de laagste klasse der
maatschappy zocht. Hy was, om een onzer
eigenaardige uitdrukkingen te bezigen, in een
„tapeur" ontaard, een man, gaande van den
eenen collega naar den anderen, hier honderd
franken, elders meer leeDende, met hel stellige
voornemen ze nimmer terug te geven. Zoo'n
levenswyze kon men jaren lang volhouden."
„Als hy dan nog maar in zulke oogen-
blikken een minder vleiend woord ten beste
gaf," hernam ik, „evenals een myner beken
den, zekere Legrimaudet, die nooit by Mareuil
binnen kwam, zonder iets voor zyn „kluis"
te vrageD, dat was zoo zyn stopwoordje,
maar wel zorg dragende, niets aan zyn
waardigheid te kort te doen. Op zekeren dag
vindt hy hem bezig met het nazien der druk
proeven van een hoofdartikel voor oen eerst-
verscbynend blad. Hy begint te bedelen, André
geeft hem wat. „Mynheor," merkte hy op,
het zilveren muntstuk in zyn zak stekende,
„zyt gij niet met my van gevoelen, dat er
alleen aanleg toe noodig is, om verzekerd te
wezen, zyn handschrift in een dagblad ge
plaatst te zien? Stuurt men het u terug, dan
is het zeker, dat men niet voor „vol" wordt
aangezien. Vaarwel„Dat is me eerst een
origineele bedelaar."
II.
„Neen," zeide Miraut, „in dien geest handelde
Ladrat niet. Hy bedankte netjes, was tot
tranen toe bewogeD, zwoer by alle heiligen
te zullen gaan werken en verdween om in
de eerste kroeg de beste te loopen en zich
aan absinth te goed te doen; daarna kreeg
BeaDh&M.
schaamtegevoel do overhand on hy liet zich
in de eerste dagen niet zien. Hij leende steedr
kleine sommen, de tien franken niet te bover
gaande; daarom steeg, op een goeden achter
middag thuiskomende, mfin verbazing terr
top, een grooten brief van hem te vinden,
waarin hy my niet minder dan tweehonderd
franken ter leen vroeg. Er waren zeker ze*
maanden verloopen, sedert ik hem het laatst
gezien had, en hy deelde my schrifteiyk mede
dat hy gedurende het laatste half jaar zicb
geheel van drank onthouden, niet zonder
moeite zyn ondeugd beteugeld had, zelfs niet
meer dronken was geweest, met het stellige
voornemen om te gaan werkendat hem de
middelen ontbraken, en dat zyn vrouw hy
was met de cantinière getrouwd ziek was,
om kort te gaan, een van die hartroerende
bedelbrieven, die een mensch onder het lezen
pynlyk treffen."
„Wanneer men er geloof aan slaat," bracht
ik in het midden, „want als men tien jaar
te Parys woont, heeft men meer brieven van
dien aard ontvangen en is het mooi, indien er
twee volkomen waarheidlievend zyn
„Het is verkieslyker by alle valscho brieven
het kind van de rekening te wezen, dan die
twee laatsteD mis te loopen," hernam do
schilder. Bovendien twyfelde ik op dat oogen
blik volstrekt niet aan de geloofwaardigheid
van Ladrat. Het toeval wilde, dat my juis*
op dienzelfden dag de vyftienhonderd franken
voor „Ophelia" werden ter haDd gesteld.
(SM volgt.)