6 Winterlezingen
Maüame la MaréclialB
BOUWTERREIN
De Gracieuse.
finite mmm t lautetiM.
JOPHA TANDPOEDER
Theatre de Leyde.
LES BAVARDES
N°. 11246.
Donderdag 22 October.
A0.1896
gsze <jCourant wordt dagelijks, met uitzondering
van (Zon- en feestdagen, uitgegeven
PERSOVERZICHT.
Vrijwillige Verkooping,
A. C. HOPPENBROUWER,
JOPHA
DIENSTBODE, P. G.,
in het Nutsgebouw,
LEIDSCH
DAGBLAD
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leidon per 3 maanden. 1.10.
Franco per post 1.40.
Afzonderlijke Nommers00"
PRIJS DER ADVERTENTTËN r
Van 1 6 regels f 1.05. Iedere regel meer f 0.17J. Grootere
letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad
Tweede Blad.
Het volgende artikel 07er „Een algemeen
belang", voorkomende in de Delftsche Courant,
verdient, na hetgeen we reeds daaromtrent
opgenomen hebben, o. i. alsnog deaandacth:
Gestraft te worden voor hetgeen men heeft
miBdaan, moge onaangenaam zjjn voor hem,
wien dit te beurt valt, hy heeft het aan
zichzölven te wijten en medelijden verdient
hy niet.
Geheel iets anders ls het te lijden onder
een valsche beschuldiging. Reeds de school
jongen komt er tegen op, wanneer hem dit
onrecht wordt aangedaan: onrecht kan hij
niet dulden. Als bij later meer ervaring en
levenswijsheid heeft opgedaan, zal hij onder
vinden, dat in onze maatschappij onrecht
zeer vaak en in allerlei vormen voorkomt en,
zot) het met wrevel gedragen wordt door hem,
Wien het treft, de meesten van hen, die er
"niet onder lijden, vri) kalm en onverschillig
er by blijven^ hoogstens bepaalt men zich,
bij het vernemen er van, tot de opmerking,
dat het zeer onaangenaam is voor het slacht
offer, maar dat men er niets aan doen kan
en alsof dit een troost ware dat men
Zelf ook wel eens, ja dlkwyis en heel erg is
verongeiykt.
Nu is het ook wol niet mogelijk alle onrecht
te voorkomen of er een einde aan te maken.
Vaak ligt het in den aard der zaken, by voor
beeld als het belastingen geldt. Daarby kan
'onmogelijk op ieders by zonderen toestand
worden gelet en moeten algemeene regelen
toegepast worden. Zfjn die voor enkelen onbil-
lyk, de goeden moeten het dan maar voor
de kwaden ontgelden, zooals een oude
leer zegt.
In zeer vele speciale gevallen zullen per
sonen onbillijkheden te dragen hebben; zelfs
Jupiter kon het niet allen goed maken. Maar
dit z(jn, zooals wy zeiden, speciale gevallen
en zy gelden niet bepaalde rubrieken van
personen; op zulk een bepaalde rubriek
vestigen wy de aandacht, te meer, omdat
iedereen kans heeft om geheel tegen zyn
zin daarin opgenomen te wordenheden
zy, morgen wy. Wy hebben het oog op hen,
die in preventieve hechtenis worden
genomen en wier onschuld na eenigen tyd aan
het licht komt.
Als er een misdaad gepleegd is, rust op
de justitie de plicht om den dader op te spo
ren. Dat zy daarin altyd even gelukkig is,
kan men niet beweren. Van vele misdaden,
ook van groote, blyven, ondanks alle naspo
ringen der justitie, de daders onbekend. Er
bestaat al een geheel lystje van moorden,
die ongestraft bleven, omdat men demoorde
naars niet heeft kunnen ontdekken.
By die ondervinding is het niet te verwon
deren, dat, wanneer er weder een misdaad
heeft plaats gehad, de justitie tracht er spoe
dig by te zyn en zelfs, op vermoeden, personen
in hechtenis neemt, die later blyken volstrekt
niets met de zaak te maken gehad te hebben.
Zy doet echter haar plicht, want hoe schoon
de stelregel ook zy, dat een rechter iedereen
voor onschuldig moet houden zoolang zyn
schuld niet bewezen is, de officieren van jus
titie en de commissarissen van politie moeten
juist een tegenovergesteld systeem volgen.
Het is hunne taak de schuld aan te nemen
en daarna de bewyzen er van te zoeken.
Moest eerst de schuld bewezen zyn, eer
men iemand in verzekerde bewaring nam,
dan zou het niet zelden voorkomen, dat,
wanneer het onderzoek naar de bewyzen
werd ingesteld, de verdachte al buiten het
bereik van den rechter was. Preventieve hech
tenis is dus soms noodig in het belang der
veiligheid van de maatschappy. Maar rust op
de justitie de plicht den man, die van een
misdaad wordt verdacht, binnen het bereik
van den rechter te houden, zy aanvaardt daar
mede een groote verantwoordelijkheid.
Het is geen zaak van geringe beteekenis
iemand van zyn vryheid te berooven en hem
tot zekere hoogte als misdadiger te behandelen,
zonder zeker te zyD, dat hy misdadiger is.
In den laatsten tyd zyn verscheidene gevallen
voorgekomen, dat personen in preventieve
hechte ni3 gehouden werden, terwyi na verloop
van eenige maanden bleek, dat de justitie
zichvergist had.
Vergissen is menscheiyk en ook de rech
terlijke ambtenaren zyn menschen. Iedereen
vergist zich wel eens. Als een journalist by
abuis een fout begaat in een artikel, schryft
hy in het volgende nummer een erratum en
de zaak is weer in orde. Als een koopman
zich vergist, dan volgt er een correspondentie
of conferentie, die in den regel tot een bevre
digend einde leidt en de vergissing is uitge-
wischt. Als een werktuigkundige zich vergist,
dan werkt zyn instrument niet goed en hy
verbetert het. Als een geneesheer zich vergist,
dan betert de patiënt niet, tenzy hy toch
betert; sterft hy, dan kan niemand bewyzen,
dat de dokter hem gedood heeft, en de ver
gissing blijft zonder redres. Als een leger
aanvoerder zich vergist, dan worden de sol
daten er het slachtoffer van, maar vóór des
kundigen hebben uitgemaakt of van de
nederlaag de vergissing oorzaak was, dan wel
een samenloop van omstandigheden, behoort
de heele geschiedenis tot het verleden, waaraan
niets meer is te veranderen. Als een spoorweg
beambte zich vergist en de trein bootst of ont
spoort, dan kost die vergissing aan velen
het leven.
Er zyn dus herstelbare en onherstelbare
vergissingen. Behoort een rechteriyke ver
gissing tot de eerste of tot de tweede categorie?
Men meent tot de eerste, wanneer althans
de vergissing niet zóó lang duurt tot de man,
die er de dupe van is, ter dood gebracht is.
Maar in ons land is die tot nog to9 niet
hersteld en er bestaat niet veel gevaar, dat
zy ooit weder in onze wetgeving zal worden
opgenomen. Dus alles i3 weer goed te maken,
als de vergissing aan het licht is gekomen.
Dit schynt zoozeker, de gevangene, ook de
preventief gevangene kan weder worden vryge-
laten, als zyn onschuld gebleken is. Men heefc
dit kunnen zien by den boerenzoon, ten
onrechte beschuldigd van den moord, te
Meliskerke gepleegd; by Yan Berkel, die
gezegd werd zijn neefje Hoogsteeden te hebben
omgebrachtby Vos, die daarna als de moorde
naar van den zelfden knaap werd beschouwd,
en bij vele anderen, die allen, na eenige
maanden of weken in hechtenis te zijn ge
houden, aan de hunnen en aan de maatschappy
werden weergegeven.
Die ten onrechte verdachten zyn dus weder
uit hun preventieve hechtenis ontslagen. Voor
de maatschappy is de zaak daarmede uit,
maar voor hen zeiven? Is nu goedgemaakt
het ïyden naar lichaam en ziel gedurende
hun gevangenschap; het zielelyden vooral;
by het besef, dat zy ten onrechte van hunne
vryheid werden beroofd? Het nadeel, soms
onherstelbaar, aan hun zaken toegebracht, nu
zy gedurende langen tyd die niet zelf meer
kunnen waarnemen? Maar vooral: is goedge
maakt en kon goedgemaakt worden de schade,
die hun goeden naam heeft geleden? Men
meene niet, dat die in eere is hersteld, zoodra
zy weder in vryheid worden gelaten. Het
lasterlyke spreekwoord, dat geen koe bont
wordt genoemd, of er is een vlekje aan,
geldt vooral van hen, die door de justitie ter
verantwoording werden geroepen. Ja, zy
werden weder losgelaten, maar de justitie
zou hen toch geen weken vastgehouden
hebben, als er zoo heelemaal niets van aan
was: zoo vergist zich de justitie nietl
Toch heeft zich de justitie vergist, maar
zy maakt zelfs geen schijn van excuus en,
wat het ergste is, er wordt door haar noch
door de overheid, aan wie zy haar gezag
ontleent, iets gedaan om het misverstand
goed te maken. De vrygelatene wordt naar
huis gezonden zonder een zweem van ver
goeding voor hetgeen by zedelijk en stoffelyk
heeft geleden. En dat onrecht, dat de preventief
in hechtenis genomene dulden^jroe", wordt
ook door de geheele natie geduld, niettegen
staande aan ieder burger morgen hetzelfde
kan overkomen.
Is het geen tyd, dat regeering en volksver
tegenwoordiging zich deze zaak aantrekken
en er eindelyk eens eene wet tot stand kome,
waarby aan hen, die het slachtoffer zyn van
rechteriyke dwalingen, vergoeding wordt toe
gekend
Slechts het toekennen van die vergoeding
zou zeer strekken om het slachtoffer der
rechteriyke dwaling in de oogen van het alge
meen te rehabiliteeren, wat zeker in hooge
mate zou medewerken tot zyn stoffeiyke
rehabilitatie.
Personeele belasting. Zal de
nieuwe regeling der personeele belas
ting, die al een half jaar geleden in het
Staatsblad is afgekondigd, met 1 Januari 1897
worden ingevoerd?
Ds Regeering heeft het voorgedragen, maar
het afdeelingsvorslag der Tweede Kamer, dat
thans is vastgesteld, maakt het onzeker of
het ontwerp zal worden aangenomen. Men
vindt in dat stuk de redenon vóór en tegen
opgenomen, maar niets vermeld omtrent de
getalsterkte der richtingen.
Toch gelooven wy zegt het Handelsblad
dat de meerderheid met het voorstel der
Regeering wel zal meegaan.
Zy heeft in 't voorjaar door de aanneming
van de nieuwe regeling te kennen gegeven,
dat zy deze rechtvaardiger acht dan de bi-
staande. Zy is nu ook zedelijk verplicht de
toepassing der billyker geachte heffing niet
langer te verdagen dan dringend noodig is.
Het is waar, dat destyds, in stryd met de
bedoeling der Regeering, by amendement werd
besloten het-tydstip der invoering Jater in een
afzonderlyke wet te bepalen. De voornaamste
grond daarvoor was hierin gelegen, dat nog
geen beslissing was genomen over de kieswet.
Die reden is nu vervallen: de nieuwe kies
wet is er.
Als tweede reden was door de voorstellers
van het amendement, de heeren Vermeulen
en Kolkman, opgegeven, dat eerst de nadere
regeling der gemeentelyke financiën moest
hebben plaats gehad, welke thans wel voor
gedragen, doch nog niet afgedaan is. Deze
voorwaardewerd uitdrukkelyk genoemd in
het oorspronkeiyk amendement. Zy werd er
echter uitgelaten, toen de voorstellers bemerk
ten, dat de meerderheid niet geneigd was zulk
een band goed te keuren. Daarom gaat het
nu niet aan geiyk in het voorloopig ver
slag geschiedt zich op het oorspronkeiyk
amendement te beroepen, al ware het onver
anderd aangenomen.
Evenmin mag een ander bezwaar gelden,
nl. dat het nieuwe kiezerscorps in 1898 anders
zal zyn samengesteld dan in 1897, omdat
voor de eerste kiezerslysten nog het oude
personeel in aanmerking komt. Dat heeft
men immers by de behandeling der kieswet
geweten en toen die moeiiykheid niet over
wegend geacht.
Hetzelfde geldt voor de vrees, dat de admi
nistratie door de schattingen der huurpryzen
te veel invloed zal erlangen op het kiesrecht.
Al die bedenkingen zyn reeds vroeger te
berde gebracht, maar hebben de meerderheid
in belde Kamers niet weerhouden de kieswet
haar beslag te doen krygen. Hierby moet men
zich nu dan ook nederleggen, uit „eerbied
voor de gevallen beslissing", zooals in het
verslag elders gezegd wordt.
Diezelfde eerbied voor de gevallen beslissing
eischt, dat de nieuwe belastingwet zoo spoedig
mogeiyk worde ingevoerd en niet langer een
doode letter blyve.
Wy herhalendoor de aanneming heeft de
wetgevende macht verklaard, dat zij hot nieuwe
personeel billyker acht dan het oude, en de
minister van financiën heeft een nuttig werk
verricht door in de toelichting der invoerings
wet nog eens op te sommen, waarom de
ingrypende wyzigingen de voorkeur verdienen
boven h6t bestaande. Dat is geen „misplaat
ste lofrede", geen nutteloos heropenen van
een gesloten debat, maar een zeer geoorloofde
en noodzakeiyke toelichting van den aandrang
tot spoedige invoering.
De Regeering zal wel door een spoedige
beantwoording van het verslag het mogeiyk
maken, dat de Kamer, terstond na het her
vatten der vergaderingen, een beslissing neemt.
Ook de Eerste Kamer heeft dan nog haar
oordeel uit te spreken.
Hoe eer over de invoering zekerheid is ver
kregen, des te spoediger zullen de omvangryke
maatregelen van voorbereiding kunnen afloopen
en des te spoediger zullen de burgers in hun
aanslagbiljetten de werking van het nieuwe
personeel kunnen nagaan.
Bevatte onlangs De Standaard een be
schouwing over de positie van het
Kabinet, nu is de K a m e r aan de beurt.
Krachtens de abnormale beteekenis, die de
stembus van '94 droeg, verkreeg zoo meent
genoemd blad niet alleen het Kabinet, dat
ten gevolge van die stembus-actie optrad, maar
ook de Kamer, die er uit voortvloeide, een
ongewoon stempel.
Er was by de stembus in '94 niet ge
streden over het algemeene Staatsbeleid, maar
over het Staatsbeleid op óén bepaald
punt. Kabinet en Kamer verkregen daardoor
een politiek karakter ad hoe.
En naar eisch ware het dan alleen geloopen,
indien het Kabinet zich, onder het loopend
houden der zaken, tot de aangewezen taak,
en tot wat er rechtstreeks mee samenhing,
bepaald had, en indien de Kamer de groepen,
die by de stembus de actie, waaruit het
Kabinet opkwam, gesteund hadden, constant
als ministeriëel waren opgetreden, en indien
omgekeerd die andere groepen, die by de stem
bus het onderspit dolven, tegenover het
Kabinet hadden gestaan als oppositie.
Zoo is het echter met gegaan. Het Kabinet
week er van af door verhooging van enkele
onderwysposten te doen naleven; door mede
t9 werken ar.n een beslissing in de eeds-
quaestie en door te trachten het vraagstuk
der Kamers van Arbeid op te lossen.
Miar ook de Kamer bleef niet, wat zy was.
Van de liberalen der oppositie draaide een
smaldeel by en schaarde zich ten slotte aan
de zyde van het kabinet. Ook dr. Schaepman
maakte gelyke zwenking. Daarentegen voegden
de heeren Bastert c. s. zich by de oppositie
en ook deelde de Roomsche club zich in
twee doelen, waarvan het eene het kabiDet
in den steek liet.
De vaste lynen der parlementaire verhou
dingen werden uitgewischt en de positie van
het Parlement tegenover het Kabinet werd
verzwakt. En de heer Van Houten maakte
daarvan gebruik om de politiek op eigen
hand als autoritair bewindvoerder door te
zetten.
„Vooral dit laatste jaar is" zoo schryft
De Standaard verder „de positie van de
Kamer dientengevolge uiterst zwak geworden.
Ze heefc haar tyd willen uitzitten en hierin
i3 het Kabinet haar ter wille geweest.
Men heeft ook nu weer de behandeling
van zaken gerekt.
Dit maakt, dat niemand thans aan ontbin
ding met het oog op de nieuwe Kieswet,
vóór het einde der gewone Kamerperiode
denkt. De Kamer moet dus nog tot in bet
voorjaar byeen blyven, ook nadat ze aan h9t
raison d'etre, dat ze aan de stembus van '94
ontleende, door de afdoening der electorale
quaestie verloor.
Alleen kan van de Gem e en te financiën
tot op zekere hoogte gezegd worden, dat zo nog
binnc-n den door de stembus getrokken kring
valllen; niet voor de oppositie, die integendeel
alle koppeling van kiesrecht aan belasting
veroordeelt; maar wel voor de Kamermeer
derheid, die het Kabinet in hec nogmaals
saamkoppelen van die beide heterogene vraag
stukken ter wille was.
Doch licht~ge dit óéne wetsontwerp er uit,
dan is er volstrekt niets meer, dat zelfs naar
streng parlementairen eisch de groepen der
meerderheid nog saambindt; en vooral na de
verbrokkeling der meerderheid, die reeds achter
ons ligt, mag zonder vrees voor tegenspraak
gezegd, dat we voor dit nieuwingetreden
zittingsjaar met een Kamer hebben voort te
sukkelen, waarin letterlyk allo stuur en rich
ting ontbreken.
Vooral na de openbare oorlogsverklaring
aan de Roomsche club, by monde van mr.
Van Houten, zou zelfs de vereenigde macht
van de Club-Beaufort, van de Club-Pyttersen
en van de Club Lobman niet meer in staat
zyn 51 stemmen byeen te brengen, om het
Kabinet in de ure des gevaars te redden.
En toch, zelfs by deze voor het Kabinet
zoo ongunstige constellatie, verkeert de Kamer,
als logisch gevolg van haar spelen met de
strenge eischen van het constitutioneele staats
leven, in zoo ver gevorderden staat van ont
binding, dat ze feiteiyk tot elk betoon van
veerkracht onbekwaam is en het lydelyk zal
te dulden hebben, zoo het Kabinet, haar voor-
bygaaude, alleen met de belangen der tamelyk
problematieke „liberale party" rekent."
Vervolg der Advertentiën.
in het Notarishuis aan den Burg te Lei !en,
by opbod Zaterdag 24 October 1896, by afslag
Zaterdag 31 October 1896, des avonds te
zeven uren, ten overstaan van Mr. J. A. F.
COEBERGH, Notaris te Leiden, van:
Eenige perceelen
en de zich daarop bevindende fabrieksgebou
wen, voorheen „de Nederlandsche Albumine-
fabriek", zeer gunstig gelegen te Leiden, aan
den Rynsburgersingel.
Te veilen, als, vyf perceelen voor afbraak
en vyf perceelen voor bouwgrond.
Zeer uitvoerig omschreven by biljetten met
6ituatie-teekening.
De perceelen worden by den afslag eerst
afzonöeriyk en daarna in verschillende com
binatiën afgeslagen.
Te zien: In de weken van veiling en afslag
op Vrydag en Zaterdag van 10—4 uren.
Aanvaarding en betaling 16 November 1896.
Meerdere inlichtingen zyn te bekomen ten
kantore van voornoemden Notaris, alwaar op
alle werkdagen van 10 2 uren verhoogingen
kunnen worden gedaan tegen genot van één
vyfde der verhoogsom. 7402 31
(üehelmhoadias verzekerd.
ADRES: 4649 7
Haarlemmerstraat 299, Lelden.
stilt zeker onmiddellyk de hevigste kies
pijn, onverschillig uit welke oorzaak
deze ontstaat.
Prys per flacon 35 Cis.
B geeft parelwitte tanden. Prys per doos
10 en 20 Cts. Chemische en Technische
Fabriek L. J. AKKER, te Rotterdam.
Verkrygbaar te LeidenReyst Krak,
J. H. Dykhuis, C. Wagenaar, A. De Wit
Beukers, J. Van Beveren, J. Raumann,
Haarlemmerstraat 163, J. H. C. Spoor,
Hooigracht 71; te Noordwyk: F. v.
Hensbergen en D. A. Lüschen; te Was
senaar: W. F. K. De Jong; te Lisse:
F. Scheepmaker; te Hillegom: J. Bruin;
te Hazerswoude: A. Dekker; te Alfen
a/d. Ryn: J. v. d. Kolk; te Oudshoorn
W. Tuynte WoubruggeG. Bouthooin
te Roelof-Arendsveen: J. v. Hoorn; te
Katwyk a/d. Ryn: A. Korpershoek Czn.;
te Oegstgeest: Job. Scboneveld; te Zeg
waard: H. Roodenburg. 7273 30
Gevraagd één November een flinke
Nieuwe Ryn 61 A, zich te vervoegen Zoeter-
woudsche Singel 69. '7AÖQ c
7688 5
's avonds te 8 aren.
Als sprekers zullen optreden de
volgende Heeren:
Ds. S. ULFERS, van Rotterdam; Onderwerp:
„Jodendom in kunst en moraal", 22 Oc
tober.
Dr. F. VAN GHEEL GILDEMEESTER, van
Den Haag; Onderwerp: „Een ridder uit de
derde eeuw", 12 November.
Dr. H. M. VAN NES, van Rotterdam'; Onder
werp: „Keizer Julianus", 10 December.
S. VAN EENDENBURG, van Soekaboemi;
Onderwerp: „Het Sociale leven derSoenda-
neezen en de Chr. Zending", 14 Januari.
Ds. A. J. A. VERMEER, van Den Haag; On
derwerp: „De Zondag", 11 Februari.
Dr. J. H. GUNNING J.Hzn., van Utrecht;
Onderwerp„Een kykjo in Londen", 11 Maart.
Ds. G. VAN HERWAARDEN.
J. P. FONTEIN.
J. B. MEIJNEN. 7530 30
Kaarten voor de 6 Lezingen A l.öO*en
voor éóne Lezing a 50 Cents, zyn nog ver
krygbaar by G. LOS, Hoogewoerd 66.
Tournees Schürmann (19feme Année)
JEt'UI I.E 22 OCTOHHE 1896
une seule représentation extraordinaire de
le grand succes parlslen
pièce en. 3 actes
de MM. ALPHONSE LEMONNIER et
LOUIS PÉRICAUD
L'Action se pass t d Paris en 1810.
ON COMMENCEKA PAR
Scène tiróe du „Mercure" par BOURSAULT
Ridcau a 8 heures.
Loge ƒ2. Baignoires JL69,
Parterre ƒ1. Galery ƒ0.50.
Plaatsen kunnen ook 9ctirlftciyk, eiken
werkdag van 10 tot 4 uren besproken worden
bij de Bureeliste, Papengracht 23, en op den
Speeldag aan den Schouwburg, van 10 tot
2 uren, a 10 Cents extra per plaats.
Leden van de Alliance Fran$alse
hebben op vertoon van diploma, recht
op drie plaatsen, tegen bc(alio« ïnn
twee, rolt» verplichte bespreking.
'«Avonds geen reductie. 7614