N°. 11233.
Woensdag 7 October.
A0.1896
feze Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van <Zpn- en feestdagen, uitgegeven.
Dit nomrner bestaat uit TWEE
Bladen.
Leiden, 6 October.
F1 euilleton.
D« leerling ran den ouden detective.
LEIDSCH
DAG-BLAB
PBIJS DEZER COURANT:
Yoor Leiden per 3 maanden. 5 ï^.i i 1 %.t 1.10.
Franco per post ~i j j 1 1 1.40.
Afzonderlijke Nommeri
PRIJS DER ADVERTENTTÊN:
Van 1-6 regels f 1.05. Iedere regel meer f 0.17J. Grootora
letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad
wordt /"0.05 berekend.
Eerste Blad.
Offioiëele Kennisgevingen.
.Burgemeester en Wothoadore «n Woubruqgc
maken bekend:
1°. dat gelegenheid cal worden gegeven toi koste-
looze inentiDg en herinenting en wel op Woensdag
7 Ootober 'e namiddags te halfeéu in het Raadhuis
6d op Donderdag 8 October 'e namiddags te halfrior,
iu de openbare school te Hoogmade;
2°. dat de lot.ng voor de militie, van degenen,
d e vóór 1 Sept. decea jaar» ctjn ingeschreven, ten
Baadhuize zal worden gehouden op Yrgdag 16
Ootober, des namiddags te halfdrie;
dat Maandag 16 Nor., des roormiddags ran 9
tot 11 uren, ter gemeente secretarie de getuig
schriften kunnen worden aangovraa^d, ter bekoming
van vrijstelling wegtne broederJienst of als te zijn
eenige wettige zoon, en
dat die lotelingeu, die vrjjatolling verlangen wegens
ei0on militairen dienst of dien van broeder of broeders,
de noodige bewijsstukken moeten inleveren bij den
Burgemeester, ten minste 10 dagen vóór den dag,
waarop de eerste silting van den Militieraad wordt
geopend, eu alzoo vóór 27 Nov. 1896.
Door het Leidsche Studentencorps is aan
den hoogleeraar dr. Martin, om zyn benoe
ming tot ridder in de orde van den Neder
landschen Leeuw, een serenade aangeboden
tegen hedenavond. De hoogleeraar heeft ech
ter bedankt.
De bij het 4de ref. inf. benoemde 2de
luit.-kwartierm. G. T. Sloot komt to Leiden
in garnizoen.
De bij het 4de regiment infanterie be
noemde kapitein A. Kraak wordt ingedeeld
10 Leiden.
Zondag, 4 October jl., mocht J. Lut den
dag herdenken, waarop hjj Tóór 25 jaren als
koster in dienst trad der Parochiekerk van
O. L. V. Hemelvaart alhier.
In den loop van den dag mocht de jubilaris
van vele zijden de hartelijkste gelukwenscnen
ontvangen en werd h|J met verschillende
geschenken verrast.
De Nederlandsche mail met berichten uit
Batavia tot 8 Sept. wordt hedeD verwacht.
De Nederlandsche Maatschappij ter be
vordering der pharmacie heeft zich gewend
tot den minister van binnenlandsche zaken,
met verzoek eene regeling te treffen betref
fende den verkoop der vergiften.
Adressante wijst daarbij op de onbillijkheid,
welke bestaat bij den thans bestaanden toe
stand, waarin de apotheker, terecht, aan
allerlei wettelijke voorschriften is gebonden,
waar het de aflevering der vergiften betreft,
terwijl allerlei onbevoegden vergiften afleveren,
in iodere hoeveelheid en in allerlei vorm, zon
der dat de bestaande wettelijke bepalingen
daartegen iets schijnen te vermogen.
Dat onder deze 0 nstandigheden niet meer
van vergiftigingen blijkt, schrijft adrossante
daaraan toe, dat die vergiftigingen voor het
meerendeel niet aan boos opzet zjjn te wijten
maar daardoor wordt het nadeel niet geringer.
Gelijktijdig wordt gowezen op de nood
zakelijkheid van wijziging der instructie voor
do drogisten, vastgesteld bi) koninklijk besluit
van 31 Mei 1818, n°. 93, welke instructie
geheel verouderd en onbruikbaar wordt geacht
en niet ééne strafbepaling tegen overtredingen
bevat.
Aangezien het aantal drogisten, die wette
lijke bevoegdheid hebben, nog ruim 100 be
draagt, wordt betere regellDg der inatructie
zeer noodzakelijk geacht.
Aan het postkantoor te Wassenaar werd
gedurende de maand September ingelegd
f 2507.15 en terugbetaald f 1236.75. Het
laatst door dat kantoor uitgegeven boekje
draagt het nummer 530.
Gedurende die maand werden door het
Rykstelephoonkantoor aldaar behandeld 120
telegrammen en wel verzonden 48 en ont
vangen 72.
De begrooting der gemeente Valkenburg,
dienst 1897, is door den Raad vastgesteld, en
bedraagt in ontvang en uitgaaf f 4792172s.
Ged. Staten van Noord-Holland hebben
hunne goedkeuring onthouden aan het be
sluit van denv Raad der gemeente 's Graven
land, waarbij de jaarwedde van den burge
meester met f 200 was verhoogd, wegens
meerdere werkzaamheden ingevolge de uit
breiding der gemeente.
Te Rotterdam bestaat het plan om uit
de verschillende werkliedenverenigingen al
daar een comité op te richten, in zake pen-
sionneering van den ouden werkman.
In het Hotel „Den Ouden Doelen" in de
residentie is aangekomen de heer Desgraz,
gezantschapssecretaris van Groot-Britanniê
te Weenen, vroeger te 's-Gravenhage.
Naar aanleiding van het bericht, dat de
kapitein van den generalen staf W. De Meester
naar Suriname zou vertrekken als comman
dant der troepen in West-Indiê, kan „Het Vad."
verzekeren, dat de heer De Meester verzocht
heeft daarvoor niet in aanmerking te komen.
Naar men verneemt, zal de luitenant-
generaal Van Helden, inspecteur der cavalerie,
binnenkort des dienst met pensioen verlaten.
Naar wy vernemen, is een voorstel in
gediend om b^ de veldartillerie de atilla in
te voeren. (D.)
Z. D. H. de bisschop van Haarlem heeft
benoemd tot pastoor te Rotterdam den eer
waarden heer C. H. Schmier, kapelaan der
St. Ignatiu8 parochie te Amsterdam.
Op de groote landbouwtentoonstelling,
welke het volgende jaar in „de Hertenkamp"
te 's-Graveihage vanwege de Hollandsche
Maatschappij van Landbouw zal worden ge
houden, worden voor vier en twintigduizend
gulden aan prijzen uitgeloofd.
Als souvenir aan het bloemencorso van
12 April 11. te Bloemendaal is aan den heer
A. Koolhoven aldaar aangeboden een album
met photograpbieën van dat corso, hoofd
zakelijk van amateurs, waarvoor zich een
commissie had gevormd, bestaande uit de
dames Zeewolt-Hulley en Hingman-Dobberke
en de heeren E. J. Bergsma en J. C. Burkens.
Het verlof naar Nederland van den lsten
luit.-kwartiermeester J. F. Eichholtz, van het
O.-I. leger, is nogmaals met zes maaDden
verlengd.
Bij zijn vertrek gistermiddag van Den
Haag naar Parijs, zijne woonplaats, werd de
heer Labouret, laatstelijk gezantschapsraad
van Frankrijk in Den Haag, thans gevol
machtigd minister ter bes:hikkiog, uitgeleid
door verschillende leden van het diplomatieke
corps, waaronder de gezanten van België en
Oostenryk-Hongarye; de zaakgelastigde der
Fransche legatie, graaf Ségur d'Aguorsau en
eenige leden van de Kanselarij van dat ge
zantschap.
De heer Labouret neemt de herinnering
aan eene veelzijdige hoogachting en vriend
schap, welke bij zich gedurende de twee jaren
van zijn verblijf in Den Haag onder alle
kringen wist te verwerven, naar zijn vader
land mede.
Na een langdurig en smartelijk lyden
is te Arnhem overleden mr. J. G. Everwijn,
oud-burgemeester van Kuilenburg, in den
ouderdom van 59 jaren. Hy was een energiek
man, vertrouwd met de industriëele en land
bouwzaken. Van dit laatste getuigde zijn
onderneming op 't Emmericher eiland, dat hem
toebehoorde. Zijn degeiyk karakter en opge
wekte levensopvatting, zyne belangstelling ln
hetgeen nuttig en goed was, verwierven hem
vele vrienden.
Aan den wensch van velen, om den
toegang tot de Nederlandsche Universiteiten
voor studenten uit Zuii-Afrika gemakkelijker
te maken, is door de Regeering voldaan. By
koninklijk besluit ia nl. bepaald, dat onder
de getuigschriften, die recht geven tot het
afleggen van examens aan een onzer Univer
siteiten, ook behooren het einddiploma van
afdeeling A van het Staatsgymnasium te
Pretoria en dat van het Gymnasium in het
Groothertogdom Luxemburg.
Al moge nu niet dadelijk de thans naar
Groot-Bntannië gerichte stroom van Afri-
kaansche studenten zich geheel naar Neder
land wenden, zoo kunnen toch van dit
koninklijk besluit zoowel voor Transvaal als
Voor »no a^arln resultatAn vorwanhf.
worden.
Het stoomschip „Soembing," van Batavia
naar Rotterdam, vertrok 5 Oct, van Marseille;
do „Buluwayo," van Amsterdam en Londen
naar Kaapstad, vertrok 4 Oct. van Dartmouth;
de „Koningin-Regentes," van Batavia naar
Amsterdam, arriveerde 5 Oct. te Suez; de
„Maasdam," van Nieuw-York naar Rotterdam,
passeerde 5 Oct. Lizardde „Prinses Amalia,"
van Amsterdam naar Batavia, passeerde 6
Oct. Point de Galle; de „Soenda," van Batavia
naar Amsterdam, arriveerde 5 Oct. te Suez.
Het Opera-ensemble Cospi.
Na de hoogst aangename herinneringen,
die de twee voorstellingen, door bovengenoemd
opera ensemble in Januari van dit jaar hier
gegeven, hebben achtergelaten, had men bil
lijkerwijs kunnen en mogen verwachten gis
teravond den Schouwburg goed bezet te vin
den, doch niets was minder het geval. Op
alle rangen was het leeg. Nu, het winter
seizoen zet druk in en men kan niet overal
heengaan. Dat niet opkomen kan soms ook
al zijn nuttige zijde hebben, want daardoor
hebben nu velen zich eene groote teleurstelling
bespaard. Vergeleken by het vorige seizoen
is het erg tegengevallen Maar niet alleen
relatief was deze uitvoering veel minder dan
de beide vorige, ook absoluut gesproken vallen
er vele aanmerkingen te maken. De geheele
wijze van optreden is gewijzigd; geen soli
meer in een zwarten rok of concertjapon,
geen Jos quartet of terzet, maar geheele
opera-scènes in de daarby passende kostumes
en omgeving.
Op zichzelf zon hierin natuurlijk geen reden
tot verwyt of afkeuring liggen, ware het niet
dat de samenzang allerminst de sterkste zjjde
genoemd mag worden. Het spyt my, dat ik
het zeggen moet, maar de waarheid is dat
er enkele oogenblikken tergend valsch is ge
zongen. En niet alleen in een trio of quartet,
maar ook in den solozang. Hoe kan het anders?
De methode van zingen by deze Italianen
brengt mede, dat zy tot in het ergeriyke
vibreeren. Dat kan geen goed zingen zyn,
dat is onmogelyk. Een lang aangehouden
vibreerende toon is niet één toon meer,
doch een heffing en daling van tonen; de
oorspronkelyke toon gaat daarin verloren en
wordt óf te hoog, óf te laag, in ieder geval
onzuiver, dat is duideiyk. Aan dit gebrek
maakten byna allen zich by voortduring
schuldig.
Een ander bezwaar was, dat de stemultzet
ting niet de goede was. De forto's waren
niet nobel van klank, niet afgerond, maar
ontaardden vaak in schreeuwen en gillen.
Nu is het mogeiyk, dat deze artisten aan
zeer groote zalen gewoon zyn, maar een
zanger moet zyn stem toch kunnen beheer-
schen en niet in volume zoeken te vergoeden
wat in klank verloren gaat. Zooveel is zeker,
dat de ensembles vaak scherp en ruw klonken,
juist het tegendeel van wat men van Italiaan
sche kunstenaars zou mogen verwachten.
By deze bedenkingen moet ik één persoon
uitzonderen, nl. Signor Alghisi, den grooten
tenor. Alchisi heeft ons even sterk bekoord als
de vorige malenzyn heeriyk orgaan is Dog
even rem. liefelijk en zuiver. Wat hy doet is
nog echt mooi zingen, helder als glas, zacht
als fluweel en zuiver als kristal. Te meer was
het daarom te betreuren, dat by de nieuwe
programma-vorming wy niet zoo ongestoord
en onvermengd van zyn zang konden genieten.
Doch, waren zyne schitterende oogenblikken
er ook a) minder talryk door, ze waren er
niet minder genotvol om. Weer kregen wy
zyn bekende passage uit „Fra Diavolo" te
hooren, waarin wy verstomd staan over zyn
falset tonen, en hoe heeriyk zong hy 0. a.
de laatste hymne uit „Stradella".
Reeds in Januari schreven wy over de stem
van Signora Cospi, dat die aan het dalen is
en wy moeten die ongunstige meeniDg hier
herhalen. Haar orgaan is zeer scherp en
wordt by uitzetting gillerig. Wat ik daarover
hierboven zeide is in de eerste plaats op haar
van toepassing.
Wat de alt betreft, heeft het gezelschap
een slechten ruil gedaan. In Januari zong
Signora Galliani en haar prachtig, sonoor ge
luid dwong allen bewondering af. Niet alzoo
is het met Signora Saerati. Haar stem is
nóch welluidend, nóch zuiver en die gebreken
kunnen door aardige travesti-kostumes niet
goed gemaakt worden.
Signor Menstati, de baryton, heeft Signor
Rebonato vervangen, naar ons gevoelen, ook
al geen vooruitgang. Menstati's stem heeft,
op zichzelf beschouwd, ongetwyfeld goede
eigenschappen, doch zyn methode van zingen
is niet zoo goed als die van Rebenato, en in
het vibreeren is hy al zeer sterk.
Signor Bovero, de fort tenor, staat naast
Alghisi natuuriyk diep in de schaduwverder
kunnen wy weinig van zyn zang zeggen,
aangezien hy byna uitsluitend in het ensemble
optrad en weinig persooniyk uitkwam.
Ten slotte de keuze van het programma.
Het is eenvoudig dwaasheid om te beweren,
dat deze artisten in dit genre bepaald zouden
uitmunten, te meer daar hun répertoire in
Januari beter voorzien was, en daarom zou
ik willen vragen: Ia het nu noodig of wensche-
lyk*ons een heelen avond (trouwens geen
langen) op zulke onbeduidende muziek te ont
halen? Zyn er dan geen betere opera's meer
dan „Lucrezia Borgia" „Alessandro Stradella"
of „Fra Diavolo"? Het mag een oogenblik
aardig zyn nog zoo eens wat ouds te hooren
ophalen, het laat toch onbevredigd en ik geloof
zeker, dat by een degelyker programma ook
de uitvoering zelve niet anders dan winnen
kan. r. B.
TWEEDE EAHER,
Kamers van Arbeid.
De Memorie van Antwoord is verschenen,
betreffende het wetsontwerp tot oprichting
van Kamers van Arbeid.
De Regeering wyst er op dat de verwach
ting niet ongegrond is, dat door gemeen-
schappelyke vergaderingen en besprekingen
van de patroons en de werklieden wederkeerige
belangstelling en vertrouwen zal worden ge
kweekt. Tegenover de leden, die oprichting
der Kamers aan hot narticulier initiatief wilden
overlaten onder begunstiging van Regeerings-
wege, wyst de memorie op de zienswyze
van andere leden, die regeling van over
heidswege onmisbaar oordeelen. De bepalingen
van dit ontwerp zyn zoo gesteld, dat de
nieuwe instellingen niet in hare vryheid van
beweging worden belemmerd. Ter voldoening
aan den wensch naar eenige modedeelingen
aangaande de werking der „Conseils de
l'industrie du travail" in België worden, dank
zy der medewerking dor Belgische regeering,
verschillende inlichtingen in de Mem. van
Antwoord verstrekt. De conclusie der Belgische
regeering luidt, dat genoemde conseils be
vredigende uitkomsten hebben opgeleverd.
Het is aan de ministers vas justitie en
waterstaat niet gelukt te ontdekken, waaruit
by sommige leden de indruk is ontstaan, dat
de bedoaling der Regeering zou zyn door de
voorgestel Je Kamers de patroons tegen de
werklieden te beschermen. Nóch de belangen
van de patroons, nóch die van de arbeiders,
worden met uitsluiting van een dier cate
gorieën aan de Kamers van Arbeid opge
dragen. Het wetsontwerp gaat uit van de
overtuiging, dat by den arbeid zoowel de
belangen van de patroons als van de werk-
15)
De heer Livingston liet my den brief lezen
en noemde my een schurk. Als al wat het
epistel bevatte, waarheid was, zou ik het
waariyk ook zyn; wat er Instond kan ik my
niet woordelgk meer herinneren. Mabel be
schuldigde my daarin van haar te hebben
aangezet om het geld te stelen. Natuuriyk
ontkende ik alles, ook de mogelykheid, dat
Mabel my dien brief zou hebben geschreven.
„Juist zooals men ons gezegd heeft," zeide
de heer Livingston. Hy greep my beet en
haalde de brieven en het muntbiljet uit myn
zak. Hy had my wel kunnen vermoorden op
dat oogenblik. Mevrouw Livingston trachtte
my tegen haar echtgenoot te beschermen
door hem vast te houden en my te smeeken
het huis te willen verlaten.
„O Mabel, Mabel 1" hoorde ik den ramp
zaligen vader kreunen.
Tranen stonden In Ralphs oogen by deze
mededeelingen.
„Ik had hem zoo gaarne verteld, dat alles
gelogen was, maar ik dacht aan uw waar
schuwing en zweeg."
„Het beste, wat ge kondefc doen. Mabel
weigert beslist eenig uitsluitsel te geven en
ik geloof vast, dat zy onschuldig is. Ik heb
haar beloofd niet aan haar ouders mede te
deelen, dat zy gevonden is. Wilt ge my dat
eveneens beloven?"
„Heel gaarne!"
„Hoe heeft Gilbert haar uit haar schuilplaats
gelokt?"
„Hy toonde haar een brief, dien ik heette
geschreven te h9bben. Eerst wilde zy niet
meegaan, maar Gilbert hield net zoo laüg aan
tot zy toegaf. In het rytuig werd ze heel
spoedig gekalmeerd, toen ik haar meedeelde
wat OD8 plan was:
„Nu wilde ik Miss Mabel nog eens gaarne
alleen spreken en dan moeten we ver
trekken."
„We?"
„Ja, ge kunt hier toch niet met Mabel
biyven?"
Een oogenblik later opende de detective de
kamerdeur en zoide:
„Miss Mabel, mag ik den brief eens zien,
dien Gilbert u overhandigde?"
Zy kreeg een kleur, toon zy antwoordde:
„Ik heb dien verbrand."
Nick kon de overbiyfsela op den haard
zien liggen.
„Laat dit alles toch rusten," pleitte Mabel
„er kan toch geen goed uitkomen, geloof my I"
„Ik vertrouw u volkomen; gy doet wat
gy meent, dat uw plicht is. En zoo doe ik
ook, geloof myik zal niets openbaar maken,
wanneer ik niet zeker overtuigd ben, dat
er niet dan goeds voor u kan uit voort
komen."
„De Hemel geve, dat ik nog eens gelukkig
worde!"
„Zy is een edel meisje. Nu ga ik eens
naar het vrytuig zien, Ge hebt juist een
kwartier om afscheid van Mabel te nemen,
maar eerst moet ik u neg een kleine ver
andering doen ondergaan, die u onherkenbaar
zal maken."
XVIII.
Er was heelwat tyd zoek gebracht met de
voorgaande gebeurtenissen en Nick wilde nu
van de schemering gebruik maken om door
Nieuw-York te ryden in de vermomming van
Billy, daar hy dan minder kans liep om
herkend te worden.
Na het rytuig terug te hebben gebracht
en zyn pakje er uit genomen te hebben, ver
volgde by met Ralph zyn weg verder te voet
„Weet ge nog ergens zulke rustige kamers
te vinden als de uwe?" vroeg Nick.
„Ja, en veel goedkoopere, op University
Place. Artisten gebruiken die meestal voor
ateliers en er zyn er altyd wel enkele leeg."
„Zouden wy er dezen nacht nog een kun
nen huren?"
„Zeker; maar ze zyn ongemeubileerd."
„Dat doet er niet toe, als we maar eerst
een onderkomen hebben, want vooreerst is
't het beste, dat we samen wonen."
Ralph had geiyk gehad: al heel spoedig
hadden ze kamer6 naar hun zin gevonden.
„Ga nu van avond niet meer uit," zeide
de detective, na den maaltyd; „niemand weet
wie wy zyn en ik moet hier een pakket van
veel waarde laten."
U bedoelde de negentien duizend dollars
aan biljetten en den gewichtigen brief van
Gilbert. Met allerlei dingen van geen belang
wierp hy het in een hoek op een tafeltje.
„Verbrand het Diet," zeide hy lachend,
„want het vertegenwoordigt oen groote gelds
waarde."
„Waarom bergt ge 't dan niet secuur op
„Dingen, die men secuur verbergt, worden
altyd het eerst gevonden."
Nick veranderde zich nn snel in Jimmy den
Leugenaar.
„Het zal ray benieuwen, hoe Mansfield te
moede is, daar den geheelen dag gebonden
te liggen," zeide Nick.
„Ik heb bem oen flinke dosis gegeven;
misschien slaapt hy nog wel. Ik denk, dat
Dave Billy heeft wakker gemaakt; als ze
wisten wie ik was, zonden wy myn vader
achterna."
Dien avond las hy in een restaurant de
beschryving, hoe men den detective Carter
vermoord had gevonden.
Eerst wilde hy het overslaan, maar hy kon
de verzoekiDg eindeiyk geen weerstand bieden.
Hy had getracht de gedachte aan zyn vader
geheel van zich af te schudden door zich
met hart en ziel in deze netelige zaak te
verdiepen.
Ook met de begrafenis kon hy zich nu niet
bemoeien; daarom had hy aan den inspecteur
van politie geschreven, er zorg voor te dragen,
dat alles behooriyk geschiedde.
Hy liep nu haastig uaar Morelands huis
en zag niet, hoe twee mannen zich plotseling
in het duistere gedeelte der straat terug
trokken, toen ze hem zagen naderen.
Het waren Billy en Dave, die hem op een
afstand volgden en hem eindeiyk naar More-
lande huis zagen gaan.
„Wat zou by daar doen?"
„Misschien Moreland eens opzoeken; hoeft
die Jimmy de Leugenaar, Moreland niet ge
holpen daareven?"
„Ja, hij is dezelfde als de man van het
rytuig."
„Geloof maar, dat het een valstrik islaten
we eens naar boven sluipen."
„Neen, laat my liever gaan."
Dave sloop onhoorbaar Daar boven en een
licht onder de deur der voorkamer ziende,
gluurde hy door het sleutelgat en werd hy zoo
doende enkele interessante dingen gewaar.
XIX.
Het oogenblik, dat Nick voor het bewuste
huis iD Fifteenth Street stond, waren al zy
sombere gedachten verdwenen en was hy
weer de scherpzinnige detective. Voorzichtig
opende hy met Ralphs sleutel de deur eu
een lucifer aanstekende, maakte hy licht.
Daarna begaf hy zich naar den gebon
den man.
„Ik zal u de prop uit den mond nemen
als ge my belooft geen lawaai te maken."
„En nu moet ge my eerst netjes bedanken.'
„Wie zyt gy en wat zyt gy van plan met
my te doen?"
„Wie ik ben Onze vriend Billy noemt my
Jimmy de Leugenaar."
„Waarom heeft Billy my hier gebracht
„Vraag hem dat. Ik wil nu ernstig met u
spreken en u raden in het vervolg slecht
gezelschap te myden; anders komt ge nog
in de cel."
Wordt vervolgd.)