N\ 11227.
Woensdag 30 September.
A0.1896
feze fëourant wordt dagelijks, met uitzondering
van <Zon- en feestdagen, uitgegeven.
Amateur-Photografen
Leiden, 29 September.
F'euilleton.
Dc leerling fan den ouden detective,
e»
LEIDSCH
PRIJS DEZER CCUKANT:
Voor Leiden per 3 maanden. s 1.10.
Franco per post1 g f i 1.40.
Afzonderlijke Nommers s i w. 0.05.
PRIJS DER ADVERTENTLEN:
Van 1-6 regels f 1.05. Iedere regel meer 0.174. Grootere
letters naar plaatsruimte.
■wordt f 0.05 berekend.
Voor het incasseeren buiten de stad
"Weldra nadert de feestdag, waarop Leiden's
Ontzet zal worden gevierd. Wanneer het weer
meewerkt, kan dit een by uitstek goede ge
legenheid worden om hier en daar „kiekjes"
te nemen. Wy zouden daarom een wedstryd
willen uitschry ven, wie de aardigste en mooiste
photographieën levert van dien dag.
Het is het plan om deze in de vestibule
'van het Leidsch Dagblad voor het publiek
ter bezichtiging te stellen, zonder vermelding
'van naam natuurlyk. De inzenders worden
'aangeduid met A, B, C en D.
Uiterlyk Dinsdag 6 October moeten minstens
drie of hoogstens zes photographieën zyn
'ingezonden.
Als pryzen worden uitgeloofd prachtwerken
ter waarde van 15.— als eerste, 12.50
'als tweede en 10.— als derde pry8, ter
keuze van den winner.
De photographieën biy ven eigendom der in-
«zenders, doch moeten een 8-tal dagen ter
bezichtiging biyven. DE UITGEVER.
In de gisteravond gehouden jaarvergadering
van de Leidsche Maatscbappy van Weldadig
heid ter voorkoming van verval tot armoede,
werd door het bestuur verslag uitgebracht
omtrent den toestand en de werkzaamheden
der Maatschappy over het dienstjaar 1895/96.
Uit dat verslag biykt, dat voor ondersteu
ning van 580 gezinnen en eenloopende
personen, die daardoor werden voortgeholpen,
de som van 8950 werd besteed.
Voor onderwys en opleiding werd 384
Uitgegeven.
De afdeeling „Arbeiderswoningen" doet zien,
'dat de Maatschappy ook in deze richting
gunstig werkt. De huur bracht op 1693,
waarvan ƒ1349 werd besteed aan onkosten,
assurantie, reparatie, zoodat do luttele winst
overbleef van 344.
De afdeeling „Arbeid" is de voornaamste.
Daarin was slechts een korte stagnatie; in
'Januari 1896 kon de arbeid worden hervat
met volle kracht en het geheelo jaar voort
duren. Werden verleden jaar 7236 stuks
kleedingstukken vervaardigd, dat getal klom
door bestelling van koloniën tot 15,838; wel
'geeft deze rubriek veel moeite, maar zulke
bestellingen zyn zoo welkome gasten, dat 't
bestuur ze 't volgende jaar met alle genoegen
8 maal zoo groot zou zien.
De arbeid voor den dienst der koloniale
reserve 1897 werd reeds begonnen; het depar
tement van koloniën drong op spoed aan, en
deed dien met een extra opdracht tot het
vervaardigen van 5000 sergen pantalons ver
gezeld gaan, eveneens met't etiquet „spoed".
In 5 weken tyds waren die kleedingstukken
vervaardigd, waarop in Juni nog eene bestel
ling volgde van 2600 stuks.
Er ligt nog werk op afdoening en als er
geen nieuwe opdracht tusschentyds komt, zal
het bestelde met 1 Nov. a. s. gereed kun
nen zyn.
Gedurende 11 maanden werd aan 110
kleermakers ruimschoots werk verschaft;
115 naaisters vonden gedurendo denzelfden
tyd bezigheid en 28 weken werden 10°
breisters van breiwerk voorzien.
Aan verschillende arbeidsloonen werd de
aanzienlyke som van ruim 50,000 uitbetaald.
Het bestuur hoopt op nieuwe bestellingen
om in deze afdeeling van zyn bemoeiingen
zoo geregeld te kunnen arbeiden als ver
leden jaar.
By 't informatiebureau was 't aantal aan
vragen om infornaatiën 279 kleiner dan 't
vorige jaar, misschien omdat er minder nood
was, de winter zachter e. a. redenen.
De Leidsche Hulpbank verschafte aan 545
leeners het bedrag van 86,020; de overwinst
over dit jaar bedroeg ƒ1971.32.
De finantiëele toestand der Maatschappy is
bevredigend, vooral omdat de arbeid in 't afga-
loopen jaar zoo gunstig is geweest.
In het bestuur werd de plaats van don
heer L. G. Le Poole ingenomen door den heer
J. M. Yan Houten.
Yan de medewerkers vielen af door den
dood de heer H. Burgersdyk en door bedan
ken de heer R. Koopmans Van Boekeren.
Nieuwe medewerkers zyn geworden de heeren
A. J. Den Hollander en J. Korevaar P.Az.
Het verslag eindigt met een dankbetuiging
aan de verschillende medewerkers voor den
door hen verleenden steun.
De heer J. M. Spyker alhier is benoemd
tot onderwyzer kan de openbare lagere school
te Ryswyk by 's-Gravenhage.
Bedankt is voor het beroep naar de
Ned.-Hervormde gemeente van Woubruggo
door den heer J. Lammert van Bueren,
candidaat te Utrecht.
De inwyding der nieuwgebouwde Syna
goge te Alfon aan den Ryn is definitief vast
gesteld op 8 November a. s.
Do loting voor de nationale militie voor
de gemeente Wafmond zal plaats hebben
14 October a. s. te Sassenheim. Zeventien
jongelieden zullen er aan deelnemen.
De gezant der Fransche Republiek by
ons Hof, de heer Bihourd, vertrekt deze week
met een verlof van ongeveer 2 maanden
buitenslands.
De aftredende gezantschapsraad van Frank-
ryk, de heer Labouret, zal in het begin van
de volgende week Den Haag verlaten en
voorgoed naar zfin vaderland terugkeeren.
De nieuw aangekomen gezantschapssecre
taris, graaf Ségur, treedt al dadeiyk na het
vertrek van den gezant als zaakgelastigde op.
De Nederlandscho marineschepen „Johan
Willem Friso" en „Zeehond," die zyn aange
wezen naar de Turksche wateren te ver
trekken ter bescherming onzer belangen, en
wier uitreis aanvankelyk op Zaterdag jl. was
bepaald, zullen niet vóór 1 October a. 8. hunne
bestemming volgen.
Naar men verneemt, zou er sprake van zyn
aan beide vaartuigen nog toe te voegen het
pantserschip „Evertsen," commandant de
kapitein ter zee Thorbecke.
Uit het jaarverslag van de „Neder-
landsche Maatschappy voor tuinbouw en plant
kunde" blykt, dat het ledental tot 2100 is
geklommen. Het aantal afdeelingen bleef
onveranderd, terwyi het getal van de samen
werkende vereenigingen stationnair bleef.
Sedert 1 Januari van dit jaar is het hoofd
bestuur samengesteld uit de heeren: jhr. W.
H. De Beaufort, voorzitter; mr. R. C. Nieuwen-
huis, onder-voorzitter; W. A. Yiruly Ver-
brugge, J. H. Krelage, W. baron Yan Goltstein
eere-leden, mr. W. G. Wurfbain, C. Kwast,
J. De Waard Sr., dr. J. Th. Cattie, C. A. Hie-
bendaal, J. H. Kottman, D E. H. Boxman,
H. Groenewegen en Jac. Smits.
By koninkiyk besluit werd opnieuw aan de
Maatschappy eene ryks subsidie van ƒ2000
verleend voor het houden van cursussen. Tot
het houden van die cursussen werden be
noemd de heeren G. A. Kuyk, te Arnhem,
en W H. Wind, te Apeldoorn. Voor rekening
dei algemeens kas werden voordrachten ge
houden door den heer J. H. Budde in devaf-
deelingen Zutfen en Vucht, en door den heer
E. Th. Witte, in de afd. Utrecht en Zwolle.
De proefnemingen met kunstmeststoffen
worden dit jaar voortgezet door de afd. Dor
drecht en Groningen, waarvoor haar eene sub
sidie van het hoofdbestuur is toegezegd. Door
deze afd. werd gobruik gemaakt van de door
den minister van binnenlandsche zaken open^
gestelde gelegenheid om de grondsoorten,
waarop de proeven genomen worden, kosteloos
aan het Ryks landbouwproefstation te Wage-
ningen te doen onderzoeken.
De benoodigde kunstmest wordt kosteloos
door do maatschappy „Nederland" te Dor
drecht, beschikbaar gesteld.
Door het tot stand komen van het pbyto-
pathologische laboratorium te Amsterdam werd
de wetenschappeiyke commissie opgeheven.
Evenals de winterbyeenkomst te Rotterdam
is ook de vriendschappelyke bfieenkomst te
Vucht uitnemend geslaagd.
De boekery bevindt zich in goeden staat, en
werd met 42 exemplaren verrykt.
Het tentoonstellingsfonda bedraagt f 1902 65,
Van de afdeelingen kwamen gunstige be
richtenArnhem en Deventer hielden tentoon
stellingen, 's-Gravenhage zal weldra met eene
Chrysanthemum-tentoonstelling volgen.
De door B. en Ws. van Haarlem aan
Bloamendaal voorgestelde overeenkomst, in
zake de door Haarlem te bouwen duinwater
leiding onder Bloamendaal luidt in hoofd
zaak als volgt:
„Bloemendaal geeft aan Haarlem het recht
om zooveel buizen als Haarlem noodig heeft
voor zyne waterleiding in den grond te plaatsen
en eveneens zooveel palen voor de electrische
verlichting.
Haarlem verbindt zich om water te leveren
aan alle inwoners van Bloemendaal, tot een
maximum van 60 liter per dag en per hoofd,
uitgezonderd aan de bevolking van Meerenberg.
Bloemendaal moet voor eigen hoofd- en zy-
buizen zorgen, welke dienen te sluiten aan de
leiding, loopende langs den Tetterodeweg en
door Overveen naar Haarlem. De prys van het
water zal zyn 15 cent per MV
B. en Ws. van Bloemendaal advlseeren hierop
gunstig.
In de gisteren gehouden eerste algemeene
vergadering van aandeelhouders der naam-
looze vennootschap „Het sportterrein" te
's-Gravenhage heeft de voorzitter, baron Van
Tuyll van Serooskerken medegedeeld, dat de
heer J. Simonis wegens drukke bezigheden
ontslag had gevraagd als directeur. Hy stelde
voor, hem dit eervol te verleenen en bracht
hulde aan hetgeen de heer Simonis in zyn
betrekking had gedaan.
Nadat aangenomen was een voorstel van het
bestuur om als waarborg voor zyn financiëel
beheer den te benoemen directeur te ver
plichten tot het storten van een cantie van
f 3000, werd op die voorwaarde voor den tyd
van 2 jaren met algemeene stemmen benoemd
de heer A. L. Couvóe.
De #Maas- en Roerbode" meent met
stëierheid te kunnen melden, dat dr. Nolens,
vernemende dat in bet district Yenloo zich
andere degelyke candidaten voor het lidmaat
schap der Tweede Kamer hebben beschikbaar
gesteld, niet wenscht in aanmerking te komen.
Dr. Launllard te Amsterdam herdacht
gisteren onder tal van blyken van belang
stelling den dag, waarop hy vóór 25 jaren
tot secretaris werd benoemd van het Genoot
schap tot zedeiyke verbetering van gevangenen.
Het bestuur van dat genootschap liet zich
dok niet onbetuigd en zond een fraai bloem
stuk met «en collectief schryven. In den
middag bracht hit bestuurscollege den jubilaris
e£n bezoek.
Een tweede druk is verschenen te Leeuwar -
den by den heer Hugo Suringar van „Nieuw
Kortschrift naar de beste stelsels voor
Nederland bewerkt" door den luitenant-kolonel
Goudschaal en den oud stenograaf by den
Oostfrieschen Landdag Bu33mann.
Het bo-'kje, dat technisch beter is verzorgd
dan de vorige druk, bevat e<n schrift, dat
de vrucht is van een langdurig wetenschap-
pelyk onderzoek. De bewerkers zyn niet een-
zydig ter schole gegaan by één buitenlandsch
stelsel, maar hebben party getrokken van de
goede hoedanigheden van tal van andere
systemen en daaraan zelve vele voordooien
weten toe te voegen. En hierdoor is een
schrift ontstaan, dat zich, volgens deskundigen,
wat kortheid, eenvoudigheid, gemakkelyke
jechryfbaarheid der teekens betreft, met de
beste stenographic kan meten.
Uit de „Staatscourant".
Kon. besluiten. Vergund aan mej. K. F. D.
Rupertus, geboren te Gliickstadt, hot geven van
lager ondcnvij3, mits zij overigens aan de daartoe
.by de wet gevorderde vereiscbten voldoet.
De eerste luitenant J. T. Rijkens, van het regi
ment grenadiers en jagers, krachtens punt 4o. van
art. 38 der wet van 28 Augustus 1851 (Stbl. 128),
op non-activiteit gesteld.
Do minister van marine heeft het volgende be
paald: lo. de officier van adm. 2de kl. J. 11. Van
fróoijen, geplaatst aan boord van Hr. Ms. paut-
serschip „Kortenaer," wordt met 16 October a s.
op non-activiteit gesteld en vervangen door den
officier van adm. 1ste kl. S. J. A. Deyll2o. de
adelborsten der 1ste klasse J. A. Wichers Lloeth,
G. C M Kolff en T.' A. Van Hengel, allen dienende
aan boord van Hr Ms. wachtschip te Amsterdam,
worden, de eerstgenoemde met 1 October a. s.,
de twee laatstgenoemden met 10 October daaraan
volgende op non-activiteit gesteld. Genoemde adel
borst Van Hengel wordt met 20 October a. 8. ge-
Elaatst aan boord van Hr. Ms. pantserschip „Piet
[ein*"
Hedendaagsche liefde.
Wat klinkt die titel veelomvattecd en veel
belovend 1 Hoort ge het wel? Esne liefde of
de liefde van den tegenwoordigen tyd be?ft
de auteur zich tot onderwerp gekozen. Niet
liefde van vroeger, geen ouderwetsche liefJe;
geene verhoudingen, aandoeningen of omstan
digheden, die van alle tyden, die klassiek zyn,
wel neen, een echt tydbeeld, een liefde fin de
siècle zullen we te zien krygenl En dat ia
een volkstooneelspel. Ei, ei, dat zal wel iets
heel bijzonders wezen, een volkstooneelspell
Dus een stuk meer bepaald voor het volk,
en dan over de liefde, dat kan belangryk en
leerzaam wezen. Het is wel niet erg duideiyk,
maar dat doet er minder toe. In welken zin
toch wordt „volk" hier gebruikt? Indezelfde
beteekems als wy er aan hechten, wanneer
we spreken van eene volksvoorstelling, eene
volksvergadering, een volksconcert? Och, lat9n
wy er maar niet veel woorden om vuil maken
en het maar dadeiyk zeggenhet is met dat
„volk" en met dat „hedendaagsche" eenvoudig
larie 1 Allemaal larie! De heer Robert Misch
kan dat nu wel schryven en laten drukken,
maar geen enkel verstandig mensch is daar
de dupe van. Die liefde, of die vermeende
liefde, of dit liefdesgeval (men kan kiezen!)
is evenmin speciaal hedendaagsch als dit stuk
een bepaald stuk voor het volk moet of kan
wezen en dat is voor „het volk" maar goad ook.
Laat ons eerst even den inhoud nagaan.
Een ryk geworden burgerweduwe, Mevrouw
Luts, ontvangt ten haren huizo, onder veel
ander gezelschap ook een Jonkheer Arneman.
Deze maakt veel werk van een nichtje van
mevr. Luts, Helena Richter, een arm, maar
braaf en mooi meisje, de dochter van den
lithograaf Richter, weduwnaar en zwager van
mevr. Luts. Helena heeft Arneman lief, maar
voelt dat er tusschen hen nooit van een
buweiyk sprake kan zyn. Ondanks al zyne
eeden en beloften heeft de jonker daar ook
geen oogenblik plan op, hy ziet in Helena
slechts een oogenblikkelyke tydpasseering,
een galant avontuurtja zonder ernstige conse
quenties. Hy misleidt echter zichzelven en
door de omstandigheden gedwongen krygt hy
eene aanvechting van zielenadel en verklaart
tegenover de familie Helena openiyk voor
zyne aanstaande.
Helena is uit het huis harer tante verjaagd
en by haar vader gaan inwonen. Yan een
huweiyk wil Arneman niet weten, allerlei
excuses, die door Helena geloofd en vertrouwd
worden, helpen hem om dat steeds op de
lange baan te schuiven, totdat eindeiyk de
oude Richter, wantrouwend gemaakt door het
opstooken van mevrouw Luts en het gepraat
van anderen, stellige toezegging en tydsbe-
paling van het huweiyk eischt. Helena moet
kiezen tusschen haar jonkheer en haar vader.
Natuurlyk kiest zy den eerste en nu is zy
eene gemakkelyke prooi van den viveur. Te
zamen maken zy een reisje naar Italië, maar
nog altyd wacht Helena tevergeefs op de ver
vulling van zyne plechtige geloften.
Intusschen zit de jonkheer tot over do ooren
in de schulden Een vriend, Van Ram, waar-
„U hebt een buitengewoon geheugen" zeide
Nick, die inwendig aan de grootste verbazing
ten prooi was, doch die uiterlyk niets liet
blyken.
„Iemand van myn betrekking, mynheer,
vergeet geen gezichten, evenmin als een goede
kelluer", zeide de man gevleid.
„En zoudt gy het gelaat nog kennen?"
vroeg Nick het portret uithalend.
„Dat is zy", zeide de man dadelyk.
V.
Dat was wel het laatste, waar Nick aan
gedacht had, en toch had hy geen reden om
«te twyfelen aan de waarheid van den spreker.
„Kunt ge my d«.a man ook beschryven?"
„Ik heb hem niet zoo nauwkeurig opge
nomen, want zjj vroeg om het biljet te wis
selen. Hy was omstreeks vyf en twintig jaar,
van donker uiterlijk, geen baard, maar met
een donkere snoi. Boven de eene wenk
brauw had hy een klein li'.toeken, wat ik
toevallig opmerkte, doordat by zyn hoed even
verschoof. Hy droeg een hoogen hoed, en
zoo'n koetsiersoverjas zooals de dandy's veel
dragen, hoewel hy van een dandy anders
niets had. En hy had een donkere broek
aan; hy maakte den indruk van een chique
heer te zyn."
„En hoe laat waren zy bier?"
„Even over tienen en het is nu byna elf
uren, dus als ge my niet meer noodig hebt,
ga ik naar myn kantoor."
„Dank u zeer voor uw Inlichtingen", zeide
Nick en haastte zich weder naar z(jn rytuig,
om zoo spoedig mogeiyk een onderhoud te
hebben met Ralph Moroland.
Zyn vertrouwen in Mabels onschuld had een
gevoeligen schok ontvangen; het deed hem
echter genoegen, dat het geval hoe langer
hoe gecompliceerder werd.
Het oude huurpaard vorderde slechts lang
zaam door de drukke Broadway en Nick had
al den tyd om zich heen te zien. Eensklaps
ontdekte hy een jong meisje, dat stond te
praten met een huurkoetsier en tegelykertyd
riep hy halfluid: „Wel allo duivels.... als
dat Mabel LiviDgston niet is!"
Hy haalde haastig een bankbiljet van vyf
dollars te voorscbyn en dit den koetsier in
de hand stoppond, fluisterde hy hem in„Ryd
door en doe alsof ge niet ziet, dat ik uitstap."
Ylug sprong hy uit het rytuig, om zich het
volgend oogenblik tusschen de menschen-
massa in de straat te bevinden. Mabel, die
hy niet uit het gezicht bad verloren, keek
telkens op naar do groote gebouwen, alsof
zy een bepaald nummer zocht.
Byna had hy haar ingehaald, toen zy eens
klaps een deur binnenging. De detective volgde
haar op de hielen langs een steile trap en
door een groote kamer, die in Green Street
uitkwam. Hy zag nog juist haar sealskin
manteltje om den hoek der trap verdwynen,
die naar beneden leidde. Hy durfde de kamer
niet te gauw doorloopen uit vrees van door
den een of ander in zyn vaart gestuit te
worden. Uiterlyk onverschillig slenterde hy
door het enorme vertrek, terwyi hy heel
goed wist, dat Mabel wellicht in dien tyd zou
ontsnappen.
Eenmaal echter aan de trap gekomen, haalde
hy zyn schade in door in twee stappen alle
treden af te vliegen. Nog een stap bracht
hem beneden, in de straat, waar een aantal
mannen bezig waren groote kisten op te
hyschen.
Van het meisje was geen spoor meer te
bekennen; daarom vroeg hy aan iemand, die
vlak by hem stond: „Zaagt ge hier ook een
jouge dame zooeven?"
Eer de man kon antwoorden vroeg, een
ander op lymerigen toon:
„Had zy een sealskin mantel aan?"
„Dan zag ik haar beneden komen."
„Welken kant ging zy uit?"
„Naar Broadway, dien hoek om."
„Dank u."
Tot verbazing van den man, rende Nick
den anderen kant op.
„Dien weg nietl" schreeuwde de man en
ziende, dat Nick toch doorliep, uitte hy een
vree8elijken kreet en vloog hy hem na.
Nick had oogenblikkelyk begrepen, dat de
man er belang by had hem te misleiden en
daarom was hy dadelyk de tegenovergestelde
richting ingeslagen.
Op den hoek gekomen, zag hy het meisje
dat nu echter ook hem in het oog kreeg en
het op een loopen zette tot aan een deur,
die zy haastig opende en waarachter zy
verdween.
Nich keek éven het huis goed aan, het
was een der drie deftige woningen uit de
straat en lang3 den gevel liep een brandladder.
Hy vloog de trappen op en juist had hy haar
by de vyfde trap ingehaald, toen een deur
vlak voor het meisje geopend werd, waar
zy haastig doorging, waarna men die met
een slag voor Nick's neus weer dichtsloeg
en den sleutel omdraaide.
Met een trap had hy het paneel stuk en
op hetzelfde oogenblik weerklonk beneden
aan de trap een vreeseiyke verwensching.
VI.
Een blik in de kamer overtuigde hem, dat
die ledig was. Ook twee andere kamers in
deze ineenloopend doorzocht hy zonder iets
te vinden, evenmin als in de kasten. Juist
was hy hiermede klaar, toen de man, die
hem voortdurend gevolgd was, het vertrok
binnenkwam. Hy sloot de deur en ging er
met zyn rug tegen leunen.
„Zoo," begon hy met een valschen lach,
„oude schurk, is het nog niet genoeg jonge
meisjes na te loopen in de straat, moet ge
haar ook nog binnenshuis vervolgen; ik zal
het u eens inpeperen I"
„Och, doe my toch geen kwaad I" smeekte
Nick.
„Ik zal ieder beentje in je oude karkas
breken I"
„Gy zult een oud man toch niets doen."
„Niet?"
De man kwam met zulk een dreigende
houding naar Nick toe, dat deze begreep
anders te moeten optreden.
„Als ge my durft aanrakeD, roep ik om
hulp!"
„Ga uw gang; het zou anders jammer zyn,
als ge uw stem bedierft."
De man hield de eene hand in zyn jaszak
en Nick begreep, dat hy daarmede een pis
tool vasthield.
„Wat hebt gy met het meisje uit te staan9"
begon de man, doch verder kwam hy niet,
daar Nick zyn geduchten rechterarm uitstak
en hem daarmede zulk een kaakslag toe
bracht, dat hy bewusteloos op den grond rolde.
„Nu dien zal hy wel met vergeten," zeide
Nick; „nu eens onderzocht wat hy by zich
heeft."
Met de handigheid van een zakkenroller
inspecteerde hy 's mans zakken, die niet veel
byzonders bevatten, tweo pistolen niet mede-
gerekend. Doch juist toen hy het zoeken
wilde opgeven, zag hy een vuil, verkreukt
stukje papier, waarop met potlood stond
geschreven
„Gevaar. Ze hebben ouden Sim Carter er
in gebaald. Nu op de oude plaats. Zend dit
aan Billy."
„Zoo, gy zyt zeker Billy; nu, dank u wel,"
zeide Nick, „dit zal ik maar meenemen om
het te gelegener tyd te beantwoorden."
Hy begaf zich nu met spoed naar het
kantoor van Ralph Moreland, dat hy al heel
spoedig vond. Ralph was geen Bchoon man,
maar had een flink voorkomen en wat Nick
dadelyk trof, was het litteeken boven zyn
wenkbrauw. Aan den kapstok hingen een
zoogenaamde koetsiersoverjas en een hooga
hoed. (Wordt vervolgd.)