N\ 11227. Woensdag 30 September. A0.1896 feze fëourant wordt dagelijks, met uitzondering van <Zon- en feestdagen, uitgegeven. Amateur-Photografen Leiden, 29 September. F'euilleton. Dc leerling fan den ouden detective, e» LEIDSCH PRIJS DEZER CCUKANT: Voor Leiden per 3 maanden. s 1.10. Franco per post1 g f i 1.40. Afzonderlijke Nommers s i w. 0.05. PRIJS DER ADVERTENTLEN: Van 1-6 regels f 1.05. Iedere regel meer 0.174. Grootere letters naar plaatsruimte. ■wordt f 0.05 berekend. Voor het incasseeren buiten de stad "Weldra nadert de feestdag, waarop Leiden's Ontzet zal worden gevierd. Wanneer het weer meewerkt, kan dit een by uitstek goede ge legenheid worden om hier en daar „kiekjes" te nemen. Wy zouden daarom een wedstryd willen uitschry ven, wie de aardigste en mooiste photographieën levert van dien dag. Het is het plan om deze in de vestibule 'van het Leidsch Dagblad voor het publiek ter bezichtiging te stellen, zonder vermelding 'van naam natuurlyk. De inzenders worden 'aangeduid met A, B, C en D. Uiterlyk Dinsdag 6 October moeten minstens drie of hoogstens zes photographieën zyn 'ingezonden. Als pryzen worden uitgeloofd prachtwerken ter waarde van 15.— als eerste, 12.50 'als tweede en 10.— als derde pry8, ter keuze van den winner. De photographieën biy ven eigendom der in- «zenders, doch moeten een 8-tal dagen ter bezichtiging biyven. DE UITGEVER. In de gisteravond gehouden jaarvergadering van de Leidsche Maatscbappy van Weldadig heid ter voorkoming van verval tot armoede, werd door het bestuur verslag uitgebracht omtrent den toestand en de werkzaamheden der Maatschappy over het dienstjaar 1895/96. Uit dat verslag biykt, dat voor ondersteu ning van 580 gezinnen en eenloopende personen, die daardoor werden voortgeholpen, de som van 8950 werd besteed. Voor onderwys en opleiding werd 384 Uitgegeven. De afdeeling „Arbeiderswoningen" doet zien, 'dat de Maatschappy ook in deze richting gunstig werkt. De huur bracht op 1693, waarvan ƒ1349 werd besteed aan onkosten, assurantie, reparatie, zoodat do luttele winst overbleef van 344. De afdeeling „Arbeid" is de voornaamste. Daarin was slechts een korte stagnatie; in 'Januari 1896 kon de arbeid worden hervat met volle kracht en het geheelo jaar voort duren. Werden verleden jaar 7236 stuks kleedingstukken vervaardigd, dat getal klom door bestelling van koloniën tot 15,838; wel 'geeft deze rubriek veel moeite, maar zulke bestellingen zyn zoo welkome gasten, dat 't bestuur ze 't volgende jaar met alle genoegen 8 maal zoo groot zou zien. De arbeid voor den dienst der koloniale reserve 1897 werd reeds begonnen; het depar tement van koloniën drong op spoed aan, en deed dien met een extra opdracht tot het vervaardigen van 5000 sergen pantalons ver gezeld gaan, eveneens met't etiquet „spoed". In 5 weken tyds waren die kleedingstukken vervaardigd, waarop in Juni nog eene bestel ling volgde van 2600 stuks. Er ligt nog werk op afdoening en als er geen nieuwe opdracht tusschentyds komt, zal het bestelde met 1 Nov. a. s. gereed kun nen zyn. Gedurende 11 maanden werd aan 110 kleermakers ruimschoots werk verschaft; 115 naaisters vonden gedurendo denzelfden tyd bezigheid en 28 weken werden 10° breisters van breiwerk voorzien. Aan verschillende arbeidsloonen werd de aanzienlyke som van ruim 50,000 uitbetaald. Het bestuur hoopt op nieuwe bestellingen om in deze afdeeling van zyn bemoeiingen zoo geregeld te kunnen arbeiden als ver leden jaar. By 't informatiebureau was 't aantal aan vragen om infornaatiën 279 kleiner dan 't vorige jaar, misschien omdat er minder nood was, de winter zachter e. a. redenen. De Leidsche Hulpbank verschafte aan 545 leeners het bedrag van 86,020; de overwinst over dit jaar bedroeg ƒ1971.32. De finantiëele toestand der Maatschappy is bevredigend, vooral omdat de arbeid in 't afga- loopen jaar zoo gunstig is geweest. In het bestuur werd de plaats van don heer L. G. Le Poole ingenomen door den heer J. M. Yan Houten. Yan de medewerkers vielen af door den dood de heer H. Burgersdyk en door bedan ken de heer R. Koopmans Van Boekeren. Nieuwe medewerkers zyn geworden de heeren A. J. Den Hollander en J. Korevaar P.Az. Het verslag eindigt met een dankbetuiging aan de verschillende medewerkers voor den door hen verleenden steun. De heer J. M. Spyker alhier is benoemd tot onderwyzer kan de openbare lagere school te Ryswyk by 's-Gravenhage. Bedankt is voor het beroep naar de Ned.-Hervormde gemeente van Woubruggo door den heer J. Lammert van Bueren, candidaat te Utrecht. De inwyding der nieuwgebouwde Syna goge te Alfon aan den Ryn is definitief vast gesteld op 8 November a. s. Do loting voor de nationale militie voor de gemeente Wafmond zal plaats hebben 14 October a. s. te Sassenheim. Zeventien jongelieden zullen er aan deelnemen. De gezant der Fransche Republiek by ons Hof, de heer Bihourd, vertrekt deze week met een verlof van ongeveer 2 maanden buitenslands. De aftredende gezantschapsraad van Frank- ryk, de heer Labouret, zal in het begin van de volgende week Den Haag verlaten en voorgoed naar zfin vaderland terugkeeren. De nieuw aangekomen gezantschapssecre taris, graaf Ségur, treedt al dadeiyk na het vertrek van den gezant als zaakgelastigde op. De Nederlandscho marineschepen „Johan Willem Friso" en „Zeehond," die zyn aange wezen naar de Turksche wateren te ver trekken ter bescherming onzer belangen, en wier uitreis aanvankelyk op Zaterdag jl. was bepaald, zullen niet vóór 1 October a. 8. hunne bestemming volgen. Naar men verneemt, zou er sprake van zyn aan beide vaartuigen nog toe te voegen het pantserschip „Evertsen," commandant de kapitein ter zee Thorbecke. Uit het jaarverslag van de „Neder- landsche Maatschappy voor tuinbouw en plant kunde" blykt, dat het ledental tot 2100 is geklommen. Het aantal afdeelingen bleef onveranderd, terwyi het getal van de samen werkende vereenigingen stationnair bleef. Sedert 1 Januari van dit jaar is het hoofd bestuur samengesteld uit de heeren: jhr. W. H. De Beaufort, voorzitter; mr. R. C. Nieuwen- huis, onder-voorzitter; W. A. Yiruly Ver- brugge, J. H. Krelage, W. baron Yan Goltstein eere-leden, mr. W. G. Wurfbain, C. Kwast, J. De Waard Sr., dr. J. Th. Cattie, C. A. Hie- bendaal, J. H. Kottman, D E. H. Boxman, H. Groenewegen en Jac. Smits. By koninkiyk besluit werd opnieuw aan de Maatschappy eene ryks subsidie van ƒ2000 verleend voor het houden van cursussen. Tot het houden van die cursussen werden be noemd de heeren G. A. Kuyk, te Arnhem, en W H. Wind, te Apeldoorn. Voor rekening dei algemeens kas werden voordrachten ge houden door den heer J. H. Budde in devaf- deelingen Zutfen en Vucht, en door den heer E. Th. Witte, in de afd. Utrecht en Zwolle. De proefnemingen met kunstmeststoffen worden dit jaar voortgezet door de afd. Dor drecht en Groningen, waarvoor haar eene sub sidie van het hoofdbestuur is toegezegd. Door deze afd. werd gobruik gemaakt van de door den minister van binnenlandsche zaken open^ gestelde gelegenheid om de grondsoorten, waarop de proeven genomen worden, kosteloos aan het Ryks landbouwproefstation te Wage- ningen te doen onderzoeken. De benoodigde kunstmest wordt kosteloos door do maatschappy „Nederland" te Dor drecht, beschikbaar gesteld. Door het tot stand komen van het pbyto- pathologische laboratorium te Amsterdam werd de wetenschappeiyke commissie opgeheven. Evenals de winterbyeenkomst te Rotterdam is ook de vriendschappelyke bfieenkomst te Vucht uitnemend geslaagd. De boekery bevindt zich in goeden staat, en werd met 42 exemplaren verrykt. Het tentoonstellingsfonda bedraagt f 1902 65, Van de afdeelingen kwamen gunstige be richtenArnhem en Deventer hielden tentoon stellingen, 's-Gravenhage zal weldra met eene Chrysanthemum-tentoonstelling volgen. De door B. en Ws. van Haarlem aan Bloamendaal voorgestelde overeenkomst, in zake de door Haarlem te bouwen duinwater leiding onder Bloamendaal luidt in hoofd zaak als volgt: „Bloemendaal geeft aan Haarlem het recht om zooveel buizen als Haarlem noodig heeft voor zyne waterleiding in den grond te plaatsen en eveneens zooveel palen voor de electrische verlichting. Haarlem verbindt zich om water te leveren aan alle inwoners van Bloemendaal, tot een maximum van 60 liter per dag en per hoofd, uitgezonderd aan de bevolking van Meerenberg. Bloemendaal moet voor eigen hoofd- en zy- buizen zorgen, welke dienen te sluiten aan de leiding, loopende langs den Tetterodeweg en door Overveen naar Haarlem. De prys van het water zal zyn 15 cent per MV B. en Ws. van Bloemendaal advlseeren hierop gunstig. In de gisteren gehouden eerste algemeene vergadering van aandeelhouders der naam- looze vennootschap „Het sportterrein" te 's-Gravenhage heeft de voorzitter, baron Van Tuyll van Serooskerken medegedeeld, dat de heer J. Simonis wegens drukke bezigheden ontslag had gevraagd als directeur. Hy stelde voor, hem dit eervol te verleenen en bracht hulde aan hetgeen de heer Simonis in zyn betrekking had gedaan. Nadat aangenomen was een voorstel van het bestuur om als waarborg voor zyn financiëel beheer den te benoemen directeur te ver plichten tot het storten van een cantie van f 3000, werd op die voorwaarde voor den tyd van 2 jaren met algemeene stemmen benoemd de heer A. L. Couvóe. De #Maas- en Roerbode" meent met stëierheid te kunnen melden, dat dr. Nolens, vernemende dat in bet district Yenloo zich andere degelyke candidaten voor het lidmaat schap der Tweede Kamer hebben beschikbaar gesteld, niet wenscht in aanmerking te komen. Dr. Launllard te Amsterdam herdacht gisteren onder tal van blyken van belang stelling den dag, waarop hy vóór 25 jaren tot secretaris werd benoemd van het Genoot schap tot zedeiyke verbetering van gevangenen. Het bestuur van dat genootschap liet zich dok niet onbetuigd en zond een fraai bloem stuk met «en collectief schryven. In den middag bracht hit bestuurscollege den jubilaris e£n bezoek. Een tweede druk is verschenen te Leeuwar - den by den heer Hugo Suringar van „Nieuw Kortschrift naar de beste stelsels voor Nederland bewerkt" door den luitenant-kolonel Goudschaal en den oud stenograaf by den Oostfrieschen Landdag Bu33mann. Het bo-'kje, dat technisch beter is verzorgd dan de vorige druk, bevat e<n schrift, dat de vrucht is van een langdurig wetenschap- pelyk onderzoek. De bewerkers zyn niet een- zydig ter schole gegaan by één buitenlandsch stelsel, maar hebben party getrokken van de goede hoedanigheden van tal van andere systemen en daaraan zelve vele voordooien weten toe te voegen. En hierdoor is een schrift ontstaan, dat zich, volgens deskundigen, wat kortheid, eenvoudigheid, gemakkelyke jechryfbaarheid der teekens betreft, met de beste stenographic kan meten. Uit de „Staatscourant". Kon. besluiten. Vergund aan mej. K. F. D. Rupertus, geboren te Gliickstadt, hot geven van lager ondcnvij3, mits zij overigens aan de daartoe .by de wet gevorderde vereiscbten voldoet. De eerste luitenant J. T. Rijkens, van het regi ment grenadiers en jagers, krachtens punt 4o. van art. 38 der wet van 28 Augustus 1851 (Stbl. 128), op non-activiteit gesteld. Do minister van marine heeft het volgende be paald: lo. de officier van adm. 2de kl. J. 11. Van fróoijen, geplaatst aan boord van Hr. Ms. paut- serschip „Kortenaer," wordt met 16 October a s. op non-activiteit gesteld en vervangen door den officier van adm. 1ste kl. S. J. A. Deyll2o. de adelborsten der 1ste klasse J. A. Wichers Lloeth, G. C M Kolff en T.' A. Van Hengel, allen dienende aan boord van Hr Ms. wachtschip te Amsterdam, worden, de eerstgenoemde met 1 October a. s., de twee laatstgenoemden met 10 October daaraan volgende op non-activiteit gesteld. Genoemde adel borst Van Hengel wordt met 20 October a. 8. ge- Elaatst aan boord van Hr. Ms. pantserschip „Piet [ein*" Hedendaagsche liefde. Wat klinkt die titel veelomvattecd en veel belovend 1 Hoort ge het wel? Esne liefde of de liefde van den tegenwoordigen tyd be?ft de auteur zich tot onderwerp gekozen. Niet liefde van vroeger, geen ouderwetsche liefJe; geene verhoudingen, aandoeningen of omstan digheden, die van alle tyden, die klassiek zyn, wel neen, een echt tydbeeld, een liefde fin de siècle zullen we te zien krygenl En dat ia een volkstooneelspel. Ei, ei, dat zal wel iets heel bijzonders wezen, een volkstooneelspell Dus een stuk meer bepaald voor het volk, en dan over de liefde, dat kan belangryk en leerzaam wezen. Het is wel niet erg duideiyk, maar dat doet er minder toe. In welken zin toch wordt „volk" hier gebruikt? Indezelfde beteekems als wy er aan hechten, wanneer we spreken van eene volksvoorstelling, eene volksvergadering, een volksconcert? Och, lat9n wy er maar niet veel woorden om vuil maken en het maar dadeiyk zeggenhet is met dat „volk" en met dat „hedendaagsche" eenvoudig larie 1 Allemaal larie! De heer Robert Misch kan dat nu wel schryven en laten drukken, maar geen enkel verstandig mensch is daar de dupe van. Die liefde, of die vermeende liefde, of dit liefdesgeval (men kan kiezen!) is evenmin speciaal hedendaagsch als dit stuk een bepaald stuk voor het volk moet of kan wezen en dat is voor „het volk" maar goad ook. Laat ons eerst even den inhoud nagaan. Een ryk geworden burgerweduwe, Mevrouw Luts, ontvangt ten haren huizo, onder veel ander gezelschap ook een Jonkheer Arneman. Deze maakt veel werk van een nichtje van mevr. Luts, Helena Richter, een arm, maar braaf en mooi meisje, de dochter van den lithograaf Richter, weduwnaar en zwager van mevr. Luts. Helena heeft Arneman lief, maar voelt dat er tusschen hen nooit van een buweiyk sprake kan zyn. Ondanks al zyne eeden en beloften heeft de jonker daar ook geen oogenblik plan op, hy ziet in Helena slechts een oogenblikkelyke tydpasseering, een galant avontuurtja zonder ernstige conse quenties. Hy misleidt echter zichzelven en door de omstandigheden gedwongen krygt hy eene aanvechting van zielenadel en verklaart tegenover de familie Helena openiyk voor zyne aanstaande. Helena is uit het huis harer tante verjaagd en by haar vader gaan inwonen. Yan een huweiyk wil Arneman niet weten, allerlei excuses, die door Helena geloofd en vertrouwd worden, helpen hem om dat steeds op de lange baan te schuiven, totdat eindeiyk de oude Richter, wantrouwend gemaakt door het opstooken van mevrouw Luts en het gepraat van anderen, stellige toezegging en tydsbe- paling van het huweiyk eischt. Helena moet kiezen tusschen haar jonkheer en haar vader. Natuurlyk kiest zy den eerste en nu is zy eene gemakkelyke prooi van den viveur. Te zamen maken zy een reisje naar Italië, maar nog altyd wacht Helena tevergeefs op de ver vulling van zyne plechtige geloften. Intusschen zit de jonkheer tot over do ooren in de schulden Een vriend, Van Ram, waar- „U hebt een buitengewoon geheugen" zeide Nick, die inwendig aan de grootste verbazing ten prooi was, doch die uiterlyk niets liet blyken. „Iemand van myn betrekking, mynheer, vergeet geen gezichten, evenmin als een goede kelluer", zeide de man gevleid. „En zoudt gy het gelaat nog kennen?" vroeg Nick het portret uithalend. „Dat is zy", zeide de man dadelyk. V. Dat was wel het laatste, waar Nick aan gedacht had, en toch had hy geen reden om «te twyfelen aan de waarheid van den spreker. „Kunt ge my d«.a man ook beschryven?" „Ik heb hem niet zoo nauwkeurig opge nomen, want zjj vroeg om het biljet te wis selen. Hy was omstreeks vyf en twintig jaar, van donker uiterlijk, geen baard, maar met een donkere snoi. Boven de eene wenk brauw had hy een klein li'.toeken, wat ik toevallig opmerkte, doordat by zyn hoed even verschoof. Hy droeg een hoogen hoed, en zoo'n koetsiersoverjas zooals de dandy's veel dragen, hoewel hy van een dandy anders niets had. En hy had een donkere broek aan; hy maakte den indruk van een chique heer te zyn." „En hoe laat waren zy bier?" „Even over tienen en het is nu byna elf uren, dus als ge my niet meer noodig hebt, ga ik naar myn kantoor." „Dank u zeer voor uw Inlichtingen", zeide Nick en haastte zich weder naar z(jn rytuig, om zoo spoedig mogeiyk een onderhoud te hebben met Ralph Moroland. Zyn vertrouwen in Mabels onschuld had een gevoeligen schok ontvangen; het deed hem echter genoegen, dat het geval hoe langer hoe gecompliceerder werd. Het oude huurpaard vorderde slechts lang zaam door de drukke Broadway en Nick had al den tyd om zich heen te zien. Eensklaps ontdekte hy een jong meisje, dat stond te praten met een huurkoetsier en tegelykertyd riep hy halfluid: „Wel allo duivels.... als dat Mabel LiviDgston niet is!" Hy haalde haastig een bankbiljet van vyf dollars te voorscbyn en dit den koetsier in de hand stoppond, fluisterde hy hem in„Ryd door en doe alsof ge niet ziet, dat ik uitstap." Ylug sprong hy uit het rytuig, om zich het volgend oogenblik tusschen de menschen- massa in de straat te bevinden. Mabel, die hy niet uit het gezicht bad verloren, keek telkens op naar do groote gebouwen, alsof zy een bepaald nummer zocht. Byna had hy haar ingehaald, toen zy eens klaps een deur binnenging. De detective volgde haar op de hielen langs een steile trap en door een groote kamer, die in Green Street uitkwam. Hy zag nog juist haar sealskin manteltje om den hoek der trap verdwynen, die naar beneden leidde. Hy durfde de kamer niet te gauw doorloopen uit vrees van door den een of ander in zyn vaart gestuit te worden. Uiterlyk onverschillig slenterde hy door het enorme vertrek, terwyi hy heel goed wist, dat Mabel wellicht in dien tyd zou ontsnappen. Eenmaal echter aan de trap gekomen, haalde hy zyn schade in door in twee stappen alle treden af te vliegen. Nog een stap bracht hem beneden, in de straat, waar een aantal mannen bezig waren groote kisten op te hyschen. Van het meisje was geen spoor meer te bekennen; daarom vroeg hy aan iemand, die vlak by hem stond: „Zaagt ge hier ook een jouge dame zooeven?" Eer de man kon antwoorden vroeg, een ander op lymerigen toon: „Had zy een sealskin mantel aan?" „Dan zag ik haar beneden komen." „Welken kant ging zy uit?" „Naar Broadway, dien hoek om." „Dank u." Tot verbazing van den man, rende Nick den anderen kant op. „Dien weg nietl" schreeuwde de man en ziende, dat Nick toch doorliep, uitte hy een vree8elijken kreet en vloog hy hem na. Nick had oogenblikkelyk begrepen, dat de man er belang by had hem te misleiden en daarom was hy dadelyk de tegenovergestelde richting ingeslagen. Op den hoek gekomen, zag hy het meisje dat nu echter ook hem in het oog kreeg en het op een loopen zette tot aan een deur, die zy haastig opende en waarachter zy verdween. Nich keek éven het huis goed aan, het was een der drie deftige woningen uit de straat en lang3 den gevel liep een brandladder. Hy vloog de trappen op en juist had hy haar by de vyfde trap ingehaald, toen een deur vlak voor het meisje geopend werd, waar zy haastig doorging, waarna men die met een slag voor Nick's neus weer dichtsloeg en den sleutel omdraaide. Met een trap had hy het paneel stuk en op hetzelfde oogenblik weerklonk beneden aan de trap een vreeseiyke verwensching. VI. Een blik in de kamer overtuigde hem, dat die ledig was. Ook twee andere kamers in deze ineenloopend doorzocht hy zonder iets te vinden, evenmin als in de kasten. Juist was hy hiermede klaar, toen de man, die hem voortdurend gevolgd was, het vertrok binnenkwam. Hy sloot de deur en ging er met zyn rug tegen leunen. „Zoo," begon hy met een valschen lach, „oude schurk, is het nog niet genoeg jonge meisjes na te loopen in de straat, moet ge haar ook nog binnenshuis vervolgen; ik zal het u eens inpeperen I" „Och, doe my toch geen kwaad I" smeekte Nick. „Ik zal ieder beentje in je oude karkas breken I" „Gy zult een oud man toch niets doen." „Niet?" De man kwam met zulk een dreigende houding naar Nick toe, dat deze begreep anders te moeten optreden. „Als ge my durft aanrakeD, roep ik om hulp!" „Ga uw gang; het zou anders jammer zyn, als ge uw stem bedierft." De man hield de eene hand in zyn jaszak en Nick begreep, dat hy daarmede een pis tool vasthield. „Wat hebt gy met het meisje uit te staan9" begon de man, doch verder kwam hy niet, daar Nick zyn geduchten rechterarm uitstak en hem daarmede zulk een kaakslag toe bracht, dat hy bewusteloos op den grond rolde. „Nu dien zal hy wel met vergeten," zeide Nick; „nu eens onderzocht wat hy by zich heeft." Met de handigheid van een zakkenroller inspecteerde hy 's mans zakken, die niet veel byzonders bevatten, tweo pistolen niet mede- gerekend. Doch juist toen hy het zoeken wilde opgeven, zag hy een vuil, verkreukt stukje papier, waarop met potlood stond geschreven „Gevaar. Ze hebben ouden Sim Carter er in gebaald. Nu op de oude plaats. Zend dit aan Billy." „Zoo, gy zyt zeker Billy; nu, dank u wel," zeide Nick, „dit zal ik maar meenemen om het te gelegener tyd te beantwoorden." Hy begaf zich nu met spoed naar het kantoor van Ralph Moreland, dat hy al heel spoedig vond. Ralph was geen Bchoon man, maar had een flink voorkomen en wat Nick dadelyk trof, was het litteeken boven zyn wenkbrauw. Aan den kapstok hingen een zoogenaamde koetsiersoverjas en een hooga hoed. (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1896 | | pagina 1