N°. 11223.
Vrijdag S5 September.
A0.1896
f 1.10.
1.40.
0.06.
feze £ourant wordt dagelijks, met uitzondering
van <§pn- en feestdagen, uitgegeven.
feuilleton.
ZIJN NICHT.
-
LEIDSCH
DA&BLAD.
~ppt.tr DEZEB COUKAUT!
Voor Leiden per 3 maanden. i
Franco per post-s t .5
Afzonderlijke Nommers
PBIJS DEE ADVEBTENTTEN:
Van 1-6 regel» f 1.05. Iedere regel meer f 0.17$. Grootera
letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad
wordt f 0.05 berekend.
Leiden, 24 September.
Binnen eenfge dagen zullen aan de inge
zetenen, van -wie verwacht mag worden, dat
zjj in de „Vereeniging tot bevordering van
de Vakopleiding voor Handwerkslieden in
Nederland" belangstellen, circulaires worden
aangeboden, waarin het doel en de middelen,
tot bereiking van dat doel, zyn omschreven.
Daar de Vereeniging zich op een breed
standpunt plaatst en het haar te doen is
allen, die verbetering wenschen in de vak
opleiding, onder welken vorm dan ook
als lid der Vereeniging te laten toetreden,
zullen zeer zeker velen bereid worden ge
vonden deze jonge vereeniging te steunen,
hetztf als lid, hetzij als donateur.
Correspondeerend lid voor Leiden en Omstre
ken is de heer G. Van Driel, by wien meerdere
inlichtingen te verkrygen zyn.
Tot directeur der zuivelfabriek te Wilder-
vank is benoemd de heer A. Spruyt, te Leiden.
Naar aanleiding van professor Bolland's
inaugurale rede „verandering en tyd" herin
nert een onzer lezers", dat by na eene eeuw
geleden Fokke Simons eene voorlozing hield,
die later in 't licht verscheen, over „verlich
ting, deugd en tyd". Daarin betoogde de bumo
ristische schryver, dat er eigeniyk geen tyd
bestaat. „Wat geweest is, is niet meer; wat
komen zal is nog niet, en tusschen verledon
en toekomst is de overgang niet waarneem
baar en kan dus niet gezegd worden te be
etaan". ArnhCt
Naar men verneemt, heeft Hr. Ms. gezant
by do Forte, jhr. Van der Staal van Piershil,
met verlof te 's-Gravenhage, reeds in de vorige
week zyn reispas aangevraagd ten einde tegen
1 October, datum van het eindigen van zyn
verloftijd, naar Konstantinopel terug te keereö.
Biunen weinige dagen zal by de residentie
verlaten.
De heer Van Duysberg Jr., leerling tolk
▼oor de Chineesche taal by Hr. Ms gez-int
schap in China, is gisteravond van Den Haag
naar Parys vertrokken ten einde zich aanst.
Zondag met den heer Knobel, minister resident
en consul-generaal by den keizer van China,
te Marseille naar Shangai in te schepen, om
hunne bestemming naar Peking te volgen
Door de afdeelingen van de Tweede
Kamer zyn benoemd tot rapporteurs over do
begrooting van Nederlandsch-Indië voor 1897
en htt wetsontwerp tot nadere regeling van
het aandeel der geldmiddelen van Nederlandsch-
Indië in de ten behoeve dier middelen door
het Ryk in het jaar 1883 ter leen opgenomen
gelden, de heeren: Van Dedem, Bool, Pynacker
Hordgjk, Van Vlymen en Van Gennep.
De minister van Waterstaat, Handel en
Ny verheid heeft, naar men verneemt, de win-
terdienstregeling van de Hollandsche Spoor-
weg-Maatschappy goedgekeurd.
De Pauseiyke Internuntius Mgr. Loren-
zelli is voornemens a. 8. Zaterdag-avond de
sluitingsplechtigheid van een feest in de
Redemptoristenkerk te Rotterdam by te wonen.
In de diplomatieke kringen der residentie
zegt men dat in November de benoeming van
dc-n Nuntius tot gelyke waardigheid te Mun-
chen verwacht kan worden.
Het beroep naar de Ned.-Herv. gemeente
te Aalsmeer is aangenomen door ds. P. N.
Gysman te Beekbergen, (Gelderland).
De loting voor de nationale militie, lich
ting 1897, is voor de 7 gemeenten van het
14de militiekanton dezer provincie, bepaald
op Vrydag 16 October a. s. te Woubrugge:
Zevenhoven, 's voorm. te 10'/4 u Nieuwveen,
te lO'/j u., Alkemade, te 10J/4 u., Leimuiden,
'a nam. te l!/4 u., Ter-Aar, te V/2 u., Ryn-
saterwoude, te 21/4 u. en Woubrugge, te 21/, u.
By de begrooting van Waterstaat wordt
door den minister voorgesteld, te besluiten tot
de oprichting van een geologisch bureau te
Utrecht, ter samenstelling van eene nieuwe
geologische kaart, hoofdzakeiyk met 't oog
op de belangen van den landbouw. De kosten
worden geraamd op ongeveer ƒ26,000.
De minister stelt voor, wyders voor de
Inrichting van een stormwaarscbuwingsdienst,
waarvoor de uitgaven in eens op ƒ25,000,
en de jaarlyks terugkeerende op 5870 geraamd
worden, ongerekend 2000 per jaar voor onder
houd der 8einstations en seinmiddelen. Omtrent
de inrichting van den dienst hier te lande wordt
o. a. het volgende medegedeeld: De waar
schuwingen zullen uitgaan van het Meteoro
logisch Instituut te Utrecht. Een 40-tal kust
plaatsen zyn voor het geven van stormseinen
gekozen, die eveneens geheschen kunnen
worden aan de filiaal-inrichtingen van het
Meteorologisch Instituut te Amsterdam en
Rotterdam. De bediening der seininrichtingen
zal geschieden door het personeel der kust
wacht. De stormwaarschuwingsdienst zal in
twee cleelen gesplitst zyn, en wela. de dienst
aan het Instituut te Utrecht, A de dienst aan
de kuststations.
Een lid der firma Ruys Oo., te Rot
terdam, de heer W. Ruys, is naar Rome ver
trokken, ten einde aldaar in overleg te treden
met den Nederlandschen gezant, den beer
Westenberg, en eene conferentie te houden met
de Italiaansche regeenng in zake de inbeslag
neming van het stoomschip „Doelwyk".
De nieuwe cursus aan de Ryksland-
bouwschool te Wageningen is geopend met
ruim 240 leerlingen.
De firma Van Heek en Co. te Enschedee
zal aan den Parallelweg aldaar een nieuwe
spinnery bouwen van 20,000 spindels.
Te Air.sttrdam is opgericht een gemengde
zangvereeniging, onder den naam „Concordia."
Mejuffrouw Marie Penning, leerlinge
van het Conservatorim te Karlsruhe, is by
de Nederlandsche Opera geëngageerd.
De nieuwbenoemde Engelscbe gezant by
ons Hof, de heer Howard, is slechts voor
enkele dagen te 's-Gravenhage aangekomen.
In het begin van October zal hy definitief
zyn post aanvaarden.
Tot assistent aan de gynaecologische
afdeeling van deD hoogleeraar dr. Hector
Treub, in het Bmnen-Gasthuis te Amsterdam,
is voor het studiejaar 1896/97 benoemd de
heer dr. L. F. Driessen aldaar.
De 1ste luit W. L. Overduyn van het
4de reg. inf. wordt op 5 Oct. overgeplaatst
van Gouda naar Dulft en nader ingedeeld by
de 1ste compagnie van het 1ste bataljon.
De heer C. J. M. Mooyman, te 's-Graven
hage, is door den Paus benoemd tot ridder
lste klasse in de orde van den H. Gregorius,
ter erkenning zyner vele verdiensten gedurende
vyftig jaren als lid en meer dan 45 jaren als
president van de parochiale afdeeling van den
H. Jacobus der Vereeniging van den H.
Vincentius a Paulo.
By elk der corpsen infanterie is thans
weder een sabel in gebruik gesteld tot proef,
waarover rapporten werden ingewacht ten
einde te beslissen of de oud model sabel van
de officieren door deze al dan niet zal ver
vangen worden.
De commissie, benoemd uit den gemeente
raad van Middelburg tot het uitbrengen van
advies over het ontwerp der Gedeputeerde
Staten van Zeeland betreffende de grens
regeling van Middelburg en Nieuwland, heeft
zich met 11 tegen 5 stemmen met het ont
werp vereenigd.
Het 10-jarig bestaan der muziekver-
eeniging „Amicitia" te Brummen zal Zaterdag
en Zondag feesteiyk gevierd worden. Een
9-tal zuster vereenigingen zal hieraan deel
nemen. Matinées, concerten, bals en optochten
zullen elkander afwisselen.
In de plaat6 van wyien prof. dr. F. W.
B. Van Bell is tot bestuurder van het Haag6ch
Genootschap tot verdediging van den Coriste-
ïyken godsdienst benoemd dr. A. Bruining,
te Krommenie.
Onder bevel van den met verlof hier te
lande aanwezigen kapt. der inf. van het Indi
sche leger J. Schnyder en het medegeleide
van den lsten luit. van dat wapen en leger
F. C. H. Hirschmann 6n den lsten luit. der
genie W. A. C. Gout, zal den 17den October
van Amsterdam per „Prins Hendrik" naar
Oost-Indié worden overgebracht een detache
ment suppletietroepen ter sterkte van 50
korporaals en manschappen, benevens 3 onder
officieren. Met hetzelfde schip keert de met
verlof hier te lande aanwezige kapt. der inf.
O -I. leger J. Koch naar Indië terug.
Omtrent de belasting op rywielen zegt
de „Ned. Sport", dat zü een groote verbetering
is op het ontwerp der heeren Rutgers Van
Rozenburg c.s., die er een onderdoel van de
personeeie belasting met een grondslag van
5 per rywiel en de Doodige opcenten van
wilden maken. Toch blyft het bezwaar bestaan
zegt het blad dat de wielryder ten allen
tyde aan den last van opvragen zyner kaart
zal zyn blootgesteld, eene moeilykheid, die
wel zou zyn op te heffen, desnoods dan met
een klein risico van ontduiking voor het Ryk.
Doch dat de „Ned. Sport" principieel met
deze noch met eene andere belasting op ry
wielen kan instemmen, blyft onveranderd om
de eenvoudige reden, dat eene rywiel belasting,
hoe dan ook, altyd blyft eene belasting op
verteringinstede van eene belasting op bezit,
welko laatste toch op slot van zake zonder
eenige quaestie als de eenig juiste wyze van
belasting moet worden aangemerkt. Deze be
lasting op rywielen komt het toch reeds zoo
onbillyke on gecompliceerde Nederlandsche
belastingstelsel nog iets leolyker maken, zegt
het blad.
De nieuwe regeling van de Kon.-Ned.
Marine-reserve treedt 1 Nov. a. 8. in werking
en bepaalt, dat de sterkte wordt vastgesteld
op 10 luitenants ter zee lste kl., 60 idem
2de kl., 30 adelborsten lste kl. en zooveel
buitengewone adelborsten als ter voltallig-
making der hoogere rangen worden noodig
geoordeeld.
Om voor benoeming tot officier in aanmer
king te komen, moet men zich voor 6 jaren
verbinden. De officieren hebben recht op een
jaarlyksch vast traktement van ƒ240 voor een
luitenant ter zee lste kl., ƒ120 voor een
idem 2de kl., ƒ60 voor een adelborst lste kl.
en 50 voor een buitengewoon adelborst.
Het stoomschip „Amsterdam" vertrok
23 Sept. van Rotterdam naar Nieuw-York
met 163 kajuits- en 110 tusschendeks-
passagiers.
Gemeenteraad van Hazerswoude.
De burgemeester opende te elf uren de
vergadering in tegenwoordigheid van alle leden.
Na lezing en vaststelling der notulen deelde
hy mede, dat B. en Ws. zich, naar aanleiding
van het request-Stadhouder, in contact hebben
gesteld met den heer Philippo, doch deze
reeds vooraf maatregelen had genomen ter
afwering van brandgevaar, veroorzaakt door
diens ovens.
Vooits werd de begrooting voor 1897 den
Raad aangeboden en een commissie gekozen,
bestaande uit de heeren D. De Bruin Yzn.,
Noordam en Wesselingh, die haar zullen onder
zoeken.
Tevens kwam ter tafel het request vaD
den omnibus-ondernemer D. Keizer, die met
cyfers aantoont, dat blykens den door hem
overgelegden staat van inkomsten en uitgaven
over de maanden Mei, Juni, Juli en Augustus,
zyn onderneming Leiden Hazerswoude v.v.
hem geen menschwaardig bestaan verschaft;
beweert, dat zyn omnibusdieust een gemakke-
lyke verbinding in het belang der iDgezetenen
is, en voorspelt, dat, wordt hem van gemeente
wege geen financiëele steun verleend, het
hem onmogeiyk is, zyn onderneming in stand
te houden.
Do heer D. De Bruin Yzn. achtte dezer
omnibusdienst ook in het belang der gemeente
en zeer geriefelyk, inzonderheid voor het zwak
kere geslacht, dat een wandeling naar het
spoorwegstation Hazerswoude van */4 uur,
vooral in guur weer, allesbehalve aangenaam
vindt. Hy herinnerde aan de teleurstelling
vele jaren geleden, toen de plannen voor
den aanleg van een stoomtram van Gouda
naar Leiden via Hazerswoude niet tot uit
voering kwamen, en wees op het gemis aan
dagclijkscke communicatie, waarin deze omni
busdienst voorziet, door een verbinding met
Leiden van tweemaal on met het station
Hazerswoude van vier- a vyfmaal per dag.
Het zou spr. spyten, indien de onderneming
werd opgeheven, omdat ze niet rendeert. Aan
genaam zou het hem zyn, indien de zaak
een jaar werd voortgeholpen, om te zien of
ze levensvatbaarheid heeft.
Ten slotte herinnerde spr. nog aan den
aankoop van den gemeenen weg in het belang
van den boerenstand, voor wien, door ophef
fing van den tol een groot ongerief uit den
weg werd geruimd, en voorts aan de subsidie
ten behoeve van het telegraafkantoor te Kou
dekerk, waarby alleen de Ryndykbewoners
belang hebben. Op grond hiervan drong hy
aan op behartiging, ook der belangen van
het dorp.
De heer Wesselingh kon met den vorigen
spr. niet meegaan. Hy is er tegen, een parti
culiere onderneming te steunenwees er op,
dat Keizer de minste klandizie van het dorp
heeft, en is van meening, dat, verleent do
Raad aan K. subsidie, er anderen zyn, dia
er evenveel recht op hebben. Z. i. moeten
zy, die behoefte aan den omnibus hebben, deze
onderneming steunen. Ten slotte zeide spr.,
dat het dorp veel voordeelen geniet, waaraan
de bewoners van den Ryndyk niets hebben.
De heer Korteweg gelooft, dat de omnibus-
dienst er te kort is, om het noodzakelyke eener
subsidie te kunnen booordeelen; spr. wil
ook de opbrengst in de komende winter
maanden weten.
Vandaar zyn voorstel, om op dit verzoek
geen gunstige beschikking te nemen, aan K.
overlatende, of hy later nogmaals een dergeiyk
request zal richten tot den Raad.
De heer Van den Akker juicht met da
andere leden van het D. B. den omnibusdienst,
toe, doch is er niet voor van gemeentewege
subsidie te verleenen aan een onderneming,
die sommigen ingezetenen, die in de gemeente
lasten bydragen, een groot gedeelte van hun
bestaan ontneemt, zooals rytuigverhuurders1
en vrachtryders.
De heer C. De Bruin is vó<5r subsidie. Hoa j
meer communicatie, hoe beter voor de ge
meente. Dit is sprekers opinie.
De heef D. De Bruin Yzd. wees nogmaals
op het groote belang, dat vele dorpelingen,
ambachtslieden niet te vergeten, by d?een
dageiykschen verkeerdienst hebben, en merkte
op, dat niet ieders beurs toelaat, van een
rytuig gebruik te maken.
De heer Koetsier kwam op tegen de voorstel
ling, als zou men een particulier willen steu
nen. De quaestie is: wat strekt tot welzyn
der burgery van Hazerswoude? Aan den heer
Korteweg vroeg spr., of Keizer eerst moest
verongelukken, voor men hom in zyn onder
neming steunt.
De heer De Jong is tegen subsidie en zeide,
dat de gemeeneweg voor de gemeente geen
schadepost is.
De heer D. De Bruin Yzn. ontkende dit
niet, doch merkte op, dat de aankoop van
dien weg in allen gevalle tot welzyn van den
boerenstand was en evenzoo een subsidie aan
K. tot welzyn van hot dorp zou strekken.
De Voorzitter geloofde, dat de subsidie vol
doende was verdodigd en bestreden en meende,
dat by de discussie de vraag op den voor
grond moet staaa wat in het belang van
Hazerswoude is.
Nadat de heer Korteweg nog den heer
Koetsier had beantwoord met de opmerking,
dat hy diens bezwaar niet deelt, en K6izor
nog wel een poosje geduld zal kunnen
Slot.)
Bibb werd door haar in een kamer links
gevoerd, half ODtvangstsalon, half eetzaal;
ten minste, hierop duidde een mahoniebuffet,
op welks plat een statige ry gevulde en half
ledige flesschen met vruchtensappen, inge
maakte en pikante sausen stond.
„Asjeblieft, mynheer, wilt gy een oogen-
blik wachten, ik zal juffrouw Knak voet
roepen." En weg ylde de dienstbaro geest,
onder luid geklits-klats van haar afgesleten
pantoffels.
Alleen met zyn gedachten, dio als een
geurende rozenstruik zich om hem strekten,
bleef Sil vander Bibb. Hier dus ademde, leefde
en zweefde de zwartzyden engel met de door
sneden bankbiljetten I O, zeldzaam, maar zalig
lot, dat hem op zulk een wyze tot een wezen
had begonnen te voeren, welks lieftalligheid
zyn verouderd hart zoo goed had gedaan,
welks bankbiljetten zich zeker niet tot die
twee door hem gewisselde beperkten I En
dit kleine, door een tuin omgeven huis,
nauweiyk8 twintig minuten van zyn kantoor,
nog geen vyf minuten van het naaste station
der tram verwyderd! Dan deze aardige, gezel
lige kamer I Dan eindeiyk de zoo good gearran
geerde en gevulde inmaakflesschen, die op een
belangstellende verstandhouding met keuken
en kelder duidden. Hier aan den schoorsteen
rechts de zwellende Z9tel voor Sibylla, links
een plaatsje voor hem. Hoe ademde alles
behaagiykheid en comfort l
Het knarsen der kamerdeur rukte hem uit
zyn zoete faDtasieén. Voor hem stond een
hooge vrouwelyke gestalte, vry oud en het
eerste gezicht, met hoog, glad voorhoofd,
spiraalvormig gedraaide, lange, dunne, met
olie gedrenkte haarlokken, die by iedere be
weging van het antieke hoofd als spring-
veeren op en neder dansten, het eene oog
met roerende volharding de figuren en bloemen
van het tapyt fixeerend, terwyi het andere
den bezoeker monsterde. De geheele overige
figuur wekte het vermoeden, alsof zy tusschen
twee met groote gewichten bezwaarde planken
als de bloemen van een plantkundigo was
platgedrukt.
Met een sprong stond Silvander op zyn
platvoeten en staarde de gestalte aan, als
ware het een geestverschyning.
„Ik las uw uitnoodiging. Gy hebt myn
biljet dus ontvangen?" vroeg de dame.
„Dus gygy.... zyt.... juffrouw
Knak voet?" stotterde de boekhouder, wien
de bittere oütgoocheliDg byna tranen in de
zachte schelvischoogen dreef.
„"WaGht maar af. Mag ik u verzoeken:
welke zaak verschaft my de eer?"
Het woord „zaak" bracht hem weer op orde.
„Er was een jonge dame by my" Bibb
drukte, o verdorvenheid der wereld! op het
woordje jong „en wisselde onder andere
ook een bankbiljet van honderd gulden. Toen
ik dit later nauwkeurig onderzocht, bevond
ik, dat het uit twee aau elkander gelymde
helften bestond, die blykens de getallen niet
by elkander behoorden. Hier moet dus een
misverstand plaats gehad hebben."
„Hebt gy het bankbiljet by u?"
„Om u te dienen."
„Mag ik het een oogenblik hebben?"
Ribb reikte haar het gewenschte bank-
billet over.
„Juist!" riep de juffrouw uit; „dat komt
overeen."
„Wat komt overeen?" vroeg Bibe.
„Het is het bankbiljet, dat myn nicht in
wisselde."
„Uw uwnichtI" riep Bibb uit.
„Waar is zy?"
„By my."
„Kan ik haar spreken?"
„Dat is niet noodzakeiyk, mynheer. Over
deze zaak kan ik u opheldering geven. Myn
broeder in Amsterdam, die myn vermogen
beheert; zond my eenigon tyd geleden twee
bankbiljetten van honderd gulden in een
enveloppe. Ik sneed deze met een papierechaar
overlangs open en sneed daarby onvoor-
zichtigerwyze de beide bankbiljetten door. Om
de schade weder goed te maken, lymrie ik
de helften met gom voorzichtig aan elkander
en moet daarby de verkeerde helften genomen
hebben."
Met deze woorden woelde zy in een tasch,
die aan haar zyde hing, en die zy, na eenige
krampachtige grepen, eindeiyk gelukkig be
reikte, en bracht een versleten, smerige
portefeuille te voorschyn. „Hier, mynheer is
het andere biljet! Nu zullen wy de zaak wel
in het reine brengen."
Bibb verging van angst en verlaDgen. De
vrees, dat hy weder zou moeten aftrekken
zonder zyn „zon" en „vlam" gezien te hebben,
snoerde hem byna de keel dicht. Eindelyk
vatte hy allen moed, op het oogenblik by
hem aanwezig, en zeide zoo onverschillig
mogeiyk„Het is echter beslist noodig, dat
ter opheldering der zaak uw nicht een kort
schryven onderteekent." Dat was echter
slechts een voorwendsel, waarmee hy de van
zaken onkundige tante om den tuin wilde
leiden. Tegeiyk haalde hy voor den schyn
een papier uit zyn binnenzak; het was een
oud schouwburg-programma. En, o vreugde!
de tante liet zich om den tuin leiden.
Zy knikte toestemmend, opende de deur
van de kamer een weinig en riep met een
stem, scherp en gillend als de stoomfluit van
een locomotief: „Lilil Lilil"
Bibb's trommelvlies beefde bfi dit eeluid:
doch zyn hart hamerde tegen zyn ribben,
als een slecht gestuurde boot tegen de oevers
van een nauw kanaal bonst. De verheugende
schrik voer hem zelfs zoodanig in de boenen,
dat hy zich ongenoodigd in een der leuning
stoelen liet vallen. Nauwelyks was tantes
grille stem weggeklonkon, toen van boven
een zilveren stem hoorbaar werd: Dadeiyk,
tante, dadelykl" Dan hoorde men een lichten
veerkrachtigen tred de trap afkomen, en met
een ongedwongen „Tralalala" huppelde Lili
de kamer binnen, juist als een dier ondeugende
zonnestralen, die in den beginne vaD onze
ware geschiedenis Bibb's rust hadden gestoord.
„Dat is de jonge man van de geschiedenis
met het wisselkantoor 1" knarste de oude
tante, als ware elk van haar woordan een
gebrande koffieboon, die zy malon moest.
„O ja, dat is hy 1" lacht© Lili. „Hoe gaat het
met u?" voegde zy er vriendeiyk aan too»
„Het doet my zoo leed, dat gy u mynont-
wege hierheen hebt moeten begeven."
En Lili ging zonder schroom op den 7an
vreugde geheel ontroerden Bibb toe en stak
hem licht kleurend, haar witte hand toe, als
wilde zy zeggen: „Gryp ze nu en schud
maar, ik ben er niet boos om."
En Silvander vatte de kleine hand met z(jn
glacé handschoen en schudde ze zacht. Doch
in de diepten van het donker oog, dat zeld
zaam vorschend hem beschouwde, van af den
roodgeteekenden vischschedel tot op de laken-
sche schoenen Bibb droeg lakensche echoo-
nen uit het oogpunt van hoffelykheid jegens
zyn eksteroogen, waagde hy niet te zien.
En zooals eens Desdemona by Othello's
avontuurlyke vertellingen, zoo fluisterde nu
Lili: „In waarheid, zeldzaam, wondervreemd."
„Wat is zeldzaam, kind?" vroeg de tante.
„De gelykenis, waarvan ik toenmaals dadeiyk
by myn terugkomst u vertelde, de gelykenis
van dezen heer met oom Kaspers portret."
De oude juffrouw haalde een lorgnet uit
den Margaretha-zak aan haar rechterzyde en
ODderwlerp den geduldig wachtenden Bibb
aan een grondig onderzoek. „Ja, zeldzaam,
werkeiyk zeldzaam 1" gilde zy nu ook. „Die
neus, die terugtredende kin, die ontbrekende
wenkbrauwen, die karakteristieke schedel
vorming gauw, lieve Lili, loop naar boven
en haal vlug oom Kaspers portretten; wani
deze gelykenis is fabelachtigI"
Lili huppelde heen en verscheen na tw