Gekleurde en Zwarte Stoffen, Witte en Gekleurde FLANELLEN ONDERROKKEN, LM EN, MOIRÉ EN ZIJDEN BOVENROKKEN. - en Peignoirs. Blouses, Avonddoeken, Handschoenen, Paraplnies, SPECIALITEIT SOLIED GEMAAKTE DAMES- EN KINDERONDERGOEDEREN. bericht de ontvangst eerier uitgezochte keuze KOOYKER's Leesinrichting van TIJDSCHRIFTEN en MAMS. KOOYKER's Boemel. LANGEVELD's Theehandel, Gasornamenien, Gasgloeilicht, J. L. CREYGHTON. Stoomtram HAARLEM-LEIDEN. ALSMEDE IN MARE 82, LEIDEN, Monsters gratis. Bij 27, KI franco toezending, bij 5 K.G. extra rabat. Abonnementen worden buiten de stad ook aangenomen. Prospectus wordt op aanvrage franco toegezonden. Visitekaarten, van af 60 Cents, op lijn Karton, AALMARKT 25. Kantoor: Clarensteeg No. 2, nabij de fflare. Feuilleton. KAAN EN VROUW. A. SCHNABEL, voorheen G. Grim, TERMANTELS, NAJAAR- E is het adres, waar U dagelijks versch gemêleerde Theeën kunt koopen voor sterk concurreerende prijzen, gepaard met prima qualiteit. 6581 26 IN 5807 12 6328 10 De abonnementstarieven voor Personen-Vervoer zyn verlaagd. Kaarten voor Ambachtslieden, geldig van Maandag tot Zaterdag voor twee treinen per dag, zyn op aanvrage van den patroon verkrijgbaar ad ƒ1.20 per week. Zeer laag tarief voor Bestelgoederen. Onverschillig over welk gedeelte van den Tramweg het vervoer plaats heeft: Per zending van 5 Kilogram of minder gewicht 19 Cents: Van elke 25 Kilogram of onderdeel daarboven wordt per zending berekend5 Cents. Zendingen tot een gewicht van 200 Kilogram worden als bestelgoed aangenomen. Lichte goederen van grooten omvang, zooals Meubelen en dergelijken, worden berekend naar het dubbele gewicht. 5940 24) Ja, nu kwam hy zeker rekenschap vragen, bij, die bedrogen was, daar de vrijheid, die do wotenschap hem zoo vast had beloofd, hem was ontgaan. Elk gevoel van trots, van krenking verdween, en maakte plaats voor een naamloozen angst, die haar borst deed samenkrimpen. Zy drukte de beide handen voor de borst en zonk in de diepe venaternis neer, jammerend: Vergeef mijl Vergeef mijl" XI. Het was niet de koude, uitgeteerde schim van een vrouw, waarmede hij eens in het huwelijk trad, die hy nu in zijn armen hield, toon hij haar ondersteunde en naar het salon voerde; het was een t03dere, warme, jonge vrouw, bij wie zelfs de hevigheid van het wanhopige snikken van IevoDskracht sprak, van levensmoed, die gewond en gebroken was. Hij legde baar op een canapé en ging op oen stoel naast haar zitten. Ik zou moeten veinzen, dat ik den zin van je wanhopige woorden niet begrijp, maar wij moeton volkomen eerlijk en open jegens olkaar zfn. Vraag je mij vergiffenis omdat jo nog leoft?" Z|j boog zwijgend het hoofd, en hy ging voort, met oen stem, die langzamerhand heftig en verwijtend werd: O, welk een vernedering! Je hebt het recht slecht, zeer slecht van mij te denken, Amalia, maar je hebt niet het recht tot zulk een gedachte. Heb ik jo daar aanleiding toe gegeven Neen, dat heb je niet! En ik denk ook niet slecht van je; ik geloof, integendeel, dat er oneindig veel goeds en edels in jo is. Maarik heb er veel over gedacht, daar ginds niet in het begin, toen was ik te zwak, toon dacht ik slechts aan mijn onsterf lijke ziel, aan papa en de andoren, die ik dacht nimmer weer te zullen zienmaar laterlater, toen ik met een mengeling van vreugde en angst het leven voelde wear- keerentoen dacht ik, dat er niets op aarde was, dat zoozeer het slechte en zwakke in ons binnenste wakker roept als een huwelijk zonder liefde." Hij zat zwijgend, het boofd in de handen. Heb ik ongelijk?" fluisterde zij. Neen, maar wijwij leven immers niet in een echtelijke vereoniging! Jy bent immers niet myn vrouw, en ik ben niet je man, noch voor God, noch voor onszelf 1 jy hebt my de mogeiykheid geschonken, hier in myn 'oud, dierbaar tehuis myn leven door te brengen, nadat do gelukkige droom der jeugd voorby was, en ik wil trachten my dankbaar te toonen; dat is alles!" Zy rees op in een zittende houding en zeide met een flauwen, bitteren glimlach: "Woorden dienen tot niets, maar ik weet, dat je een eeriyk man bent, Gösta. Er lag angst, er lag schrik in je blik, toen je my vandaag wéér zaagt." Hy stond op on ging voor haar staan mtt een gevoel, of zjj zyn rechter was en hy zich moest verdedigen. Er was geen enkele schuilplaats in zyn ziel, die niet moest worden prysgegaven voor haar blik. Was hier nog uitredding mogeiyk, dan moest het zyn door volkomen, onmeedoogenlooze open hartigheid. Welnu, ik gevoelde angst en ontzetting, toen ik zag, dat de bruid van den dood tot het leven was teruggekeerd. Je hebt goed gezien. Maar waarom voelde ik dat? Niet omdat ik daarin oen keten zag, die zich zwaar op myn schouders legde, niet omdat myn leven en myn toekomst er door zouden veranderen. De roman van myn hart is afge speeld. Maar nu kan ik my beter rekenschap geven van myn gedachten en gevoelens dan by den eersten indruk; nu weet ik wat het was, dat my dien angst en schrik inboezemde; het was jouw toekomst, jouw donkere, vreugdelooze toekomst, Amalia! Jy dacht my oenige maanden van kwelling en marteliog te geven, terwyi het voor jou onverschillig was, of je die hier of op LindenSs doorbracht. En nu blykt het, dat je een heel lang loven hebt weggeworpen, waarin ik je den weg versper tot vryheid, levenslust en geluk! Amalia, wie van ons heeft het moeste recht te zeggen: „Vergeef me?" Zy antwoordde zóó zacht, dat hij moeite had de woorden te vorstaan: Jy kunt gelukkig jezelf nog bedriegen; ik ben boter, maar nog niet genezen. Myn leven hangt aan een zwakken draad, en hot moge wat langer of korter duren, het is in elk geval een geschenk van jou. Hadt jy myn levenspad niet g,kruist en my van Lindenas weggenomen, dan rustte ik du al in de donkere aarde. Ik dank je voor je woorden I Maar wees in één diDg nog openhartig, hoe moeilijk het je ook valt! Verafschuw je my niet? Ik bedoel, hindert het je niet, my te zien?" Da tranen sprongen hem in de oogen. Nu ben je wreed, Amalia! Ik acht je en ik eer je, ik govoel een innige deelneming voor je, en de gedachte pijnigt my, dat ik een knellende band voor je bern Jaslechts het gevoel van het onrecht, dat ik je heb aangedaan, verhindert my oprecht van je te houden." Haar gelaat helderde op en zy viel leven diger in dan te voren: Maar, Gü3ta, dan dan kon het leven voor ons toch wel draaglijk worden! Ik wil alles, wat ik kan, voor je doen, voor ons beiden „Ach, goed, rein kind! Begryp je dan niet, dat met de levenskracht ook de eischen van het leven komen; dat, als de levenbrengende sappen op3tygen in den stam van den boom, de knoppen moeten openspringen? Begryp je dan niet, dat oen jong, gozond leven begint te verlangen, dat het hart behoefte krygt aan liefde en geluk?" Zjj bloosde en bief trotsch haar hoofd op. BJo hadt zooeven gelyk, dat ik niet je vrouw ben voor God en voor onszelf. Maar ik zal nimmer vergeten, dat ik het voor de wereld wel ben." Dat weet ik; men zal nimmer het recht hebben, zelfs in gedachte, een smet op da ▼rouwe van Halleborg te werpen, en ik golcof meer dan dat. Hoe weinig wy, menscheD, in het algemeen ook de gevoelens van ons hart weten te beheerschen, en hoe onweer staanbaar de macht der liefde ook kan zyn, toch geloof ik vast en zeker, dat je zoo deugdzaam bent, dat je zedelyk zoo boog staat, dat nimmer het verlangen van jo jong hart naar liefde, bewust een bepaald voor werp zal hebben. Maar dat verlangen zal met een natuurlijke noodzakelijkheid eens komen, en hy, die het met gewelddadige hand terug dringt, ben ik. Begryp je nu, dat ik het ben, die om vergiffenis moet vragen?" Zy stond op, vatte zyn beide handen en zeide ernstig: Neen, ik begryp je niet 1 Maar wel begryp ik, dat bet eenige, wat ons voor de diepste ellende kan bewaren, een volkomen onbeperkt vertrouwen is, zooals nu. En mocht er eens een dag komen, waarop ik begryp, betgeen je my nu gezegd hebt, dan beloof ik het jo te zullen zeggen, maar dan moet jo my ook beloven, het my eeriyk te bekennen, wan neer wanneer ik een hinderpaal mocht zyn op jouw weg." Dat beloof ik!" En zoodoende kunnen wy elkaar helpen den last to dragen, dien wy onszelven hebben opgelegd, en moedig onzen gemeenschap- peiyken levensweg gaan, hoe lang die ook zal zijn!" (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1896 | | pagina 6