willig en gewelddadig gestompt, met stokken
|eelagcn en bloedig verwond hebben; voor
tooverre betreft den eersten bekl., dat liy
daarenboven by hot plegen van voorzegde
gewelddadigheden den inspecteur opztteiyk,
met het oogmerk hem te beleedigen, heeft
toegevoegd: „schooier, patser en plebeër".
Dadelyk na het openen van de zitting,
stroomde de publieke tribune stampvol. In de
rechtzaal zelf was een ongekende belangstel
ling voor deze zaak.
Een aantal officieren en jongelui zaten op
de voor hen bestemde banken. Op de advo-
catenbanken waren ook maar weinige plaat
sen onbezet.
De rechtbank werd voorgezeten door Mr.
"Wichers ïïoet, het O. M. waargenomen door
den heer Hugenpoth tot den Beerenklauw.
Rechts van de leden der Rechtbank waren
vier audit9uren milit iir gezeteD, ten einde aan
den krijgsraad rapport uit te brengen van het
geding; welk rapport moet dienen by het
verhoor der officieren I. Irish Stephenson en
diens broader M. Irish Stephenson en G. J.
Blokhuis, die ingtlyks by deze zaak bttrokkon
zyn en voor den krijgsraad te Haarlem zullen
terechtstaan.
Als eerste getuigen werden gehoord dr.
Alétrino en dr. Tanja, als deskundigen, die
verklaringen aflegden omtrent tien toestand
van den heer v. d. Schrieck, toen deze door
hen behanueld is. To^n by in het gasthuis
kwam, had hy een hoofdwonde, die niet go-
vaariyk was indi.n er geen infectie bijkwam
en de genezing heeft slechts enkoio dagen
(12) noodig gehad.
Hierna verscheen de heer v. d. Schrieck.
Alsnu werd voorlezing gedaan van diens proces
verbaal. Omstreeks 11 uren in den avond van
6 Juli had by, zich bevindende in het lokaal
„Da Ryks-Hallc-n", eenig lawaai gehoord. Eerst
zond hy een surnumer air en ging toen zelf zien.
Hij vond een achttal hteren, die binnen
wilden dringen in genoemd lokaal. Hy maande
zo aan om heen te gaan, daar men ze niet
wilde binnenlaten, maar zy voldeden daaraan
niet en gingen hem uitschelden en beschimpen.
Hy had zyn distinctief laten zien en zyn
qualiteit genoemd, waarop geroepen werd:
„Ja, dat weten wo wel, een bliksems mooi
lintje, smaakt je dat sigaartje well" enz.
Door het dringen ontstond er een botsing.
En de heer v. d. Schrieck greep een der
heeren beet, die hem uitschold. De man, dien
hy vast had, was do heer Pynappel, officier,
en deze bracht hem met zyn vuist eenigo
stompen toe; daarop trok de heer v. d. S.
zyn gummi-stok en sloeg van zich af, maar
toon slodg de heer P. hem met zyn wandel
stok op het hoofd, terwyl ook de andere
personen sloegen. Zoo worstelende kwam
men aan dan overkant van de straat en toen
bemerkte v. d. S dat hem een wond aan hot
hoofd was toegebracht, daar hem het bloed
in de oogen hop. De andere heer Pynappel
had hem ook nog geslagen. Het proces-verbaal
werd nu door den lieer v. d. S. bevestigd.
Hy voegde or aan toe, dat hy bewusteloos
was geraakt en in de „Rykshallen" weer was
bygekomeD. Daarna was by naar het Binnen-
Gasthuis gebracht. Een dag of vyf, zes was
hy buiten staat dienst te doen. Verder ver
klaarde de heer v. d. Schrieck, desgevraagd,
dat hy, naar hy meende, kalm en bezadigd
was opgetreden, dat hy zeker wist, dat het
schelden en slaan gebeurd was nadat hy zich
bekend had gemaakt en dat hy oerst geslagen
bad, nadat de heor P. hem gestompt had.
Op verzoek van den verdediger, mr. D. Simons,
vertoonde do heer v. d. Schrieck nog zyn
distinctief en verklaarde hy, dat dit was vast
gesteld door den burgemeester en hem uitgereikt
vanwege den hoofdcommissaris.
De verdediger merkte op, dat dit lint gedra
gen moest worden dwars over de borst, zoodat
het dadelyk zichtbaar was. Get. zeide, desge
vraagd, dat hij het niet aldus gedragen had,
omdat alle nieuwsgierigen hem dan naliepen.
Zyn penning, ten bewyze, dat hy onbezoldigd
rijksveldwachter was, had hy niet getoond, om
dat hy het overbodig achtte.
Verder antwoordde get. nog op vragen van
verdediger, dat het wel mogeiyk was, dat er
meer personen waren dan het achttal, dat hy
had opgemerkt, dat de heeren Pyn. pprl niets
gezegd hadden over zyn „lintje", maar dat de
officier Blokhuis dat was; dat de tweede
beklaagde en allo andere heeren z(Jn bekend
making van zyn qualiteit gehoord moeten
hebben; dat hy geen stok gezien heeft in do
hand van bekl., toen hy hom aangreep; dat
hy de stompen rechts ontvangen bad, en dat
hy den jongston heer P. herkend had als
dengene, die hem latc-r ook geslagen heeft,
omdat by de eenigo was, die een baard droeg.
De oudste heer Pynappel zeide, dat hy
alleen deze opmerking had, dat de heer v. d. S.
eerst met eon gummi protector had geslagen
en dat hy zich tosn eerst met zyn wandelstok
verweerd heeft.
Do tweede bekl. Pynappel maakte de op
merking, dat de ho.r v. d. S. eerst verklaard
had, dat hy zyn broeder beet had gegrepen om
bom te dwingen door to gaan en l .tcr, dat het
was geweest om hem te arresteeren.
President: Mijnheer v. d. S.Ms uw optre
den geweest, zooals men dat van een inspec
teur als u mag verwachten, kalm en bozadigd?
De heer v. d. Schrieck: Ik raoen van ja,
president. Ik heb rny pas verdedigd, nadat
de officier Pynappel my een paar stompen
heeft gegeven.
Do 4do getuige, "W. F. M. Wessen, sur
numerair by de politie, verklaarde, dat Van
der Schrieck eerst bekl. aanmaande heen te
gaan, dat zy daaraan geen gevolg gaveD,
doch zich verzett.n, toen Van der Schrieck
den luitenant beetnam om hem te doen door
loop :n. De luitonant eloeg en stompte to.-n
Van der Schrieck, die daarop met een gummi
protector zich verdedigde. Op een desbetref
fende vraag antwoordde get dat hy Van der
Schrieck niet kon helpen, aangezien hy het
met een ander troepje, behoorende tot het
gezelschap, te doen had. Hy bewonderde het
geduld van zjjn chef en zyn pogingen om de
volksmenigte uiteen te doen gaan, zonder
iemaad te arresteeren.
Get. is pertinent in zyn verklaring, dat
beide bekl. zyn chef hebben geslagen.
G. Scherdam, kellner in do „Ryks Hallen",
voor welk café de schermutseling voorviel,
vorklaarde, dat het slaan naar den inspecteur
voorafging aan zyn verweer met den gummi
protector. Op zyn waarschuwing tot bekl.,
dat do personen, die zy geslagen hadden,
inspecteurs van politie waren, hadden zy ge
antwoord: „wat kan my dat verd...."
Op do vraag waarom hy en nog een paar
omstanders den heer Van der Schrieck niet te
hulp schoten, z:-ido de get., dat hy onge
wapend was en zyn hoofd aan do slagen niet
wildo wagen. Dat er in zyn café steeds zg.
„uitsmyters" by de hand zyn, om personon,
die wel eens wat luidruchtig zyn, to verwy-
deren, weet hy niet. In de „Ryks-Hallcn"
gaat het steeds kalm en ordonttlyk toe.
De volgende get., A. Kat, die onder de om
standers was, verklaarde, dat bekl. den in
specteur nog slo gen, terwyl hy reeds bewus
teloos was; ook had hy gezien, dat de inspec
teur blo?ddo, en dat er den volgenden dag
nog een groote pbk bloed te zien was. De
beklaagden kwamen hem voor niet beschonkon
te zyn. Omtrent de aanleiding tot het gevecht
kon hy geen verklaring afleggen en hy be
moeide zich er niet mede, om niet een pak
van 't zelfde lak n te bekomen.
Daarna werden nog 6 getuigen gehoord,
die allen verklaarden gezhn te hebben dat
v. d. Schrieck met stokken geslagen en ge
stompt is geworden, waardoor een bloedende
wond aan 't hoofd was ontstaan.
De laatste getuige, A. P. "Wierix, tweede
hutnant der huzaren te 's Gravenhage, ver
klaarde, dat men met z'n zessen door de
Warmoesstraat kwam. Voor de Ryks-Hallen
stond een dikko burger, die de heeren niet
binnen wilde laten. Deze haalde onmiddellyk
oen anderen burger te voorschyn, die kleiner
was. Get. herkont den heer V. d. Schrieck
niet, al heeft hij dicht by alles gestaan. Hy
heeft niet gezien dat do inspecteur zyn lint
vertoonde, noch iets gehoord.
Do president„Waar waren dan uw
organen?"
Getuige: „Hy kan alles zoo zacht gezegd
hebben, dat ik niets hoorde."
President: „En u heeft op alles uw attentie
gehad?"
G .t„Jawel."
President: „Dat kan niet, die attentie is
dan niet sterk geweest, misschien dat u dit
niet kondet doen."
Get. dacht dat de bewuste burger de
inspect. verbonden was aan de Rijks Hallen;
eerst een paar dagen later hoorde hy dat
de burger inspecteur was. Een algemeen ge
vecht was niet ontstaan; alleen zag get. dat
de eerste bekl. worstelde met den inspecteur
en do tweede bekl. er later bykwam.
Get. heeft ook gezien, dat er een agent van
politie by was en dat deze geslagen heeft.
By het nader verhoor van den eersten be
klaagde zeide deze dat er geen volksverzame
ling was en bekl. meende dat niemand het
recht had hem tot doorloopen aan te manen;
een dergelyko verordening bestaat voor karren,
niet voor mc-nschen. Hy zeide verder niet
dronken te zyn geweest en toen hem aan de
deur gezegd werd dat de politie zou komen,
heeft bekl. den inspecteur niet erg nauwkeurig
aangekeken, zelfs herkeut hy hem niet. Hy
weet niet dat de inspecteur heeft vertoond
een lint; wol heeft deze iets uit zyn zak ge
haald, doch wat weet bekl. niet.
President: „Heeft de inspecteur ui herhaal
delijk aangemaand door te loopen?"
Bekl.„Ja, doch ik meende daaraan niet
te moeten voldoen."
Pres.: „Heeft de inspecteur u eindeiyk ge
last door te loopen?"
B.kl.: „Ik heb den indruk gekregen dat
Van der Schrieck van den aanvang gelastte.
Toen hy my by de jas greep, de grofste be-
leediging, die men iemand kan aandoen, heb
ik gezegd „Laat ray los," maar de inspecteur
sloeg my met den gummistok. Toen ben ik
met den stok gaan slaan on achteruitgaande
heb ik hem herhaaldelyk geslagen. Even voor
wy aan de overzy waren, heeft myn broeder
my geholppn."
Pres.: „U begrypt toch, dat uwe handeling
niet alleen onjuist was, doch niet strookte
met do handeling van een beschaafd menscb."
Bekl.: „Iemand, die my met een gummi
stok slaat, is geen beschaafd menseh."
Pres.: „Zelden wordt die bank daar inge
nomen door menschen van beschaafden stand
en dan nog niet voor feiten, als waarvoor gy
en uw broeder terecht staat. Gy, die geroepen
zyt, om bevelen te geven en aan bevelen van
liooger hand dient te gehoorzamen, handelt
zeker te erger als go zegt tegen den inspecteur,
wat ge durfdet zoggen. Gy hadt den trourigen
moed woorden, als dio ge spraakt, toe te
voegen tot den inspecteur
Bokl. ontkent gescholden te hebben.
Pres.: „Gy weet dat een volksverzameling
ongeoorloofd is."
Bekl. „Er was geen sprake van een volks
verzameling; als men voor een huis staat en
toegang verzoekt, is dat geen volksverzame
ling."
De tweede beklaagde zeide, dat hy wel meer
in ue „Rykshallsn" kwam, maar er nooit politio
gezien had, en dus op 6 Juli niet begreep hoe
er nu op eenmaal politie was gekomen. Van
de bekendmaking had hy alleen het woord
„politie" gehoord en hy meende, dat misschien
een der kellners zich voor „politie" wilde
uitgeven. Van het distinctief heeft hy weinig
gezian.
Kort daarop volgde de worsteling. Bekl. kreeg
een slag op het hoofd, waarvan hy duizelde, en
daardoor woedend geworden sloeg hy los op den
man, die met zyn broeder vocht
De president merkte op, dat als iemand
zegt van de politie to zyn, men hem daarvoor
houden kan tot het tegendeel blykt. Hy vond
bekl.'s optreden zeer gevaarlyk en het slaan
van Lmand, die gevallen is, indigne.
Dcubekl. zeide, dit met den president eens te
zyn, maar dan ook te ontkennen, dat hy dat
gedaan hoeft.
Rechter Westenberg tot den eersten be
klaagde: „Wist ge le doen te hebben met
iemand van do politie?"
Bekl.: „Neen".
Pres.: „Ge zegt toch dat de portier der
Rykshaiten tot u zeide: „we zullen iemand
van de politie halen". Ge zegt dat die hoer,
van binnen komende, tot u zeide van do politie
te zyn en u een papier of een lint vertoonde.
Dat is zoo, nietwaar?"
De subst.-officier van justitie, mr. Hugen
poth tot AtrJt, meende, dat bewezen was dat
bekl. moesten weten, dat zy met een inspec
teur van politie te doen hadden; ook nam
spr. aan dat deze in de rechtmatige uitoefening
van zyn plicht was; toen zy niet aan de
aanmaning om verder te gaan voldeden,
kwamen zy in verzet; dat verzet en de mis-
iiaudeling geschiedden in vereeniging.
Spr. eischte tegen bekl., voor wie alleen
hun betrekkelijk jeugdige leeftyd een ver
zachtende omstandigheid zou kunnen zyn, een
zware straf, en wel tegen den lsten bekl.
4 maanden en tegen den 2den bekl. 3 maan
den gevangenisstraf.
De adv. mr. Simons verdedigde de bo-
klaagden.
PI. concludeerde, dat de eerste bekl. alleen
zou kumen worden veroordeeld wegens een
voudige mishandeling volgens art. 300 W. v.
S.# terwyl voor den tweeden bekl. van geen
veroordeeling sprake kan zyn.
Komt de rechtbank tot een veroordeelend
vonnis, dan wyst spr. er op, dat hoe hooger
de beschaving, hoe hooger de straf heeft te
zyn, juist mag zyn, doch daar staat tegenover,
dat hoe hooger de beschaving en de positie,
des te zwaarder de straf wordt gevoeld.
Spr. is voor gelyk recht voor allen; onge
lukkig wekt hoogere positie hoogere belang
stelling in gepleegde feiten zooala by deze
rechtzaak bleekhet mag geen hoogere straf
te:i gevolge hebben.
Na re- en dupliek werd de uitspraak der
rechtbank bepaald op over 14 dagen.
De zitting duurde van halftwee tot zes
uren 's namiddags.
Moord te Veeningen. De volgende
byzonderheden zyn ontleend aan de „Mepp.
Cour."
Gedurende de manoeuvres, die thans ook
onder de gem. Zuidwolde gehouden worden,
zyn te Veeningen vele militairen ingekwartierd.
Nu waren Zondagavond omstreeks halfacht
eenigen hunner, benevens een aantal jonge
lieden uit die gemeente, in de herberg van
W. Stappenbelt te Veeningen byeen. Het
meisje van Harm Kuyer was in gesprek met
den cavalerist Hofman, en bood hem aan uit
haar glas mede te drinken. Dit werd door
haar minnaar reeds kwalyk genomen, doch
tot een uitbarsting van toorn kwam het toen
nog niet.
Ongeveer halftien ontstond er ruzie onder
de boerenjongens onderling, waarby dezen
evenwel door de cavaleristen van elkander
werden gescheiden. Een oogenblikje daarna
vroeg Harm Kuyer, boarenarbeiier by den
heer J. Ten Kate, te Veeningen, of de cava
lerist Hofman eens buiten wilde komen. Deze
volgde hem en kwam eenigo oogenblikken
later terug, uitroepende: „Ze hebben my ge
stoken." Hy kon niet verder loopen; nog
enkele stappen en de ongelukkige viel ziel
togend op den grond neer. Nauwelyks had
by r.og de kracht om, op zekeren Lambert
Dunnewind wyzende, uit te roepen: „die heeft
my gestoken." Het slachtoffer werd daarna
door een anderen cavalerist, den hoefsmid
Blokker, zooveel mogelyk verpleegd. Niets
baatte echter en eenige oogenblikken later
gaf de zwaar getroffene den geest.
Nu ontstond tusschen de boeren en de
militairen een verwoed gevecht, waarby van
den kant der boeren van de messen gebruik
werd gemaakt. Het gelukte echter den mili
tairen, om de vermoedelyke daders, Harm
Kuyer en Lambert Dunnewind, te arresteeren,
en dezen den geheelen nacht in de herberg
opgesloten te houden. De militairen moesten
in 't laatst, daar zy verreweg de minderheid
uitmaakten, van hunne karabynen gebruik
maken, welke zy enkele malen in de lucht
afschoten. Dit scheen indruk te maken, ten
minste, de boeren verwyderden zich gaande
weg. Van de twee gearresteerden was L.
Dunnewind gewond. De marechaussees, die
's ochtends arriveerden, hebben Kuyer en
Dunnowind, na hen verhoord te hebben, aan
vankelijk naar Zuidwolde gevoerd.
Dat er hevig gevochten is, blykt daaruit,
dat vele militairen gewond zyn, o. a. de huzaar
G. J. Jansen, die een diepe messnede onder
den linkerschouder bekwam, benevens een
snede over den pink; de huzaar Peters is aan
den schouder gewond en de huzaar Keyman
heeft een snede over den rug.
Hoe vreeseiyk toch, zegt het blad ten slotte,
de zucht öi.r joqge Lperenknechten, om steeds
met het me3 te snyden, en daardoor aan
kameraden, maar bovenal aan boerendochteron,
een blyk van hun moed(?) en kracht te
geven. En zulks geschiedt in de 19de eeuw,
in de z. g. „eeuw dor beschaving."
De quaestie omtrent het sluitings
uur voor koffiehuizen te Maastricht diende
gisteren voor dpn Hoogen Raad.
De kantonrechter te Maastricht had een
herbergier aldaar wegens het hebben van
bezoekers na sluitingstyd van allo rechtsver
volging ontslagen, omdat in de betrekkeiyke
verordening aan den burgemeester de be-
vo.gdheid werd gegeven het sluitingsuur in
byzondere gevallen, ter zyner beoordeelïng,
te wyzigen, zoodat die bepaling als nietig
moest worden beschouwd. En hiertegen was
de ambtenaar van het Openbaar Ministerie
in cassatie gekomen, aanvoerende, dat de be
voegdheid tot wyziging van de verordening
slechts in „byzondere gevallen" aan den
burgemeester is verleend en dat bovendien
z. i. de nietigheid der verordening niet be
hoorde te worden uitgesproken, waar, geiyk
hier, zich geen byzonder geval en dus de
daaromtrent gemaakte bepaling niet eons is
toegepast.
De advocaat generaal by dsn Hoogen Raad,
mr. Patyn, die vroeger de nu door den amb
tenaar voornoemd gehuldigde meening steeds
heeft verdedigd, wenschto thans, na de ver
schillende in tegenovergestelden zin gewezen
arresten van den Hoogen Raad, die leer niet
verder aan te dringen en concludeerde tor
verwerping van het beroep (handhaving van
het ontslag van rechtsvervolging).
Een hevige brand is uitgebroken
in de woning van C. Kools, landbouwer te
Oosterhout. Na korten tyd waren woning,
schuur en stal verwoest. Ook verbrandden
twee koeien, een paard, vier varkens, een
groote voorraad graan en hooi, landbouw
gereedschappen, enz. De vlammen sloegen
ook over op de schuur van J. J. Wygerde,
die eveneens geheel afbrandde. Huis en schuur
van Kools waren vc-rzekerd, de inboedel slechts
voor een kiein gedeelte by de Utrechtsche
Brandwaarborg My. Wygerdes eigendom was
genoegzaam verzekerd.
Dezer dagen werd gemeld, dat
een knaap uit Epe, die 31 Augustus 11. door
een rijksveldwachter uit Oldebroek in do
legerplaats aldaar op diefstal betrapt en daar
over aangesproken, plotseling op zyn vlucht
viel, kort daarna overleden is.
Het gerucht had reeds den dood van den
knaap aan gewelddadige handelingen van den
veldwachter toegeschreven.
Naar de „Zw. Ct." meldt, heeft het gehouden
onderzoek geen enkele bezwarende omstandig
heid tegen den rijksveldwachter aan het licht
gebracht, terwyl de dood van den knaap aan
hartverlamming moet worden toegeschreven,
volgens de deskundigen ten gevolge van een
lievigen plotselingen schrik, hoogstwaarscbyn
jyk door het onverwacht optreden van den
beambte.
Het oudste zoontje van den land
bouwer J. Meppelink, te Dalerveen, een ventje
van 8 jaar, was Donderdagavond naar de weide
gegaan, om de koeien te halen. Hy kwam
niet op tyd terug. Toen men, ongerust ge
worden, naar hem ging zoeken, vond men zyn
lyk in een sloot.
In Woudricbem doet zich een geval
van slaapziekte voor by een pasgeboren
kindje. Toen h6t geboren was, was het een
oogenblik by bewustzyn. Daarna viel het in
slaap en het is sedert blyven doorslapen.
Het is 31 Augustus geboren, is onder genees
kundige behandeling van dr. Van Geitenbeek
en leeft nog.
Voor rekening van de firma W.
A. Scholten, te Groningen, zal te Nieuw-
Amsterdam eene groote glasfabriek worden
gebouwd.
Door den heer Jonkergouw, to
Blerick, is voor den aanleg van een electrische
tram Vaals Maastricht over Wittem. Gulpen,
Margraten en Heer concessie aangevraagd, in
aansluiting aan de tram Vaals-Aken.
De r(j wielmarkt te Par(js heeft
veel succes. Op den dag der opening, een
maand geleden, waren er 59 ry wielen te koop,
en den volgenden Zondag was het getal reeds
verdubbeld. Als het zoo voortgaat, zal het
gebouw, waarin de markt gehouden wordt,
spoedig te klein zyn.
Volgens een telegram uit Nieuw-
York is Zondagavond het opera-gebouw te
Benton Harbour, in Michigan, door brand ver
nield. Elf brandweermannen zyn door de
neerstortende muren gedood.
By een stierengevecht teBayonne
heeft nu niet enkel het bloed van stieren en
paarden gevloeideen matador en een picador
werden gekwetst, en de matador Pantilloro
is door een stier zoodanig in den buik ge-
stooten, dat by weldra overleed.
By een gasontploffing in een
kleedermagazyn te Berlyn zyn vyf personen
gekwetst, één vry ernstig.
De uitgever van de Beriynsche
„Heirathszeitung," Podszus, die aan de weduwe
Priber te Leipzig zyn offerten reeds zond toen
haar man nog niet eens begraven was, is
wegens beleediging veroordeeld tot 6 weken
gevangenisstraf.
Iemand te Trier had een klein
wondje aan de onderlip. Door het rooken van
een sigaar is er nicotine ingekomen, waardoor
bloedvergiftiging ontstond. Hy is aan de ge
volgen overleden.
Te Mansfield, in Ohio, wordt een
meisje, Celia Rose, verdacht haar ouders en
haren broeder vergiftigd te hebben, omdat zy
zich verzetten tegen hare liefde voor een zeer
jeugdigen boerenjongen, wien zy geheri onver
schillig was, maar dien ze met alle geweld
trouwen wilde.
By gelegenheid der begrafenis
van Sir Aug. Harris, te West-Brompton by
Londen, werd de waarde der bloemen, daarby
gebruikt, geschat op 2500 pd. st. of dertig
duizend gulden. De verschillende geschenken
bestonden uit kruisen, kronen, ankvc, lieren,
geknotte zuilon, enz. en waren in hoofdzaak
samengesteld uit orchideeën, rozen en leliën.
De bloemisten gaan gouden dagen tegemoet I
De opbrengst van de tentoon-
stelling, die de Japanners gehouden hebben
ter viering van het eeuwfeest van de uit
vinding der vaccinatie, is bestemd voor het
oprichten van een standbeeld voor Jenner, den
uitvinder der koepokinenting, te Tokio.
De „Central News" deelt mede, dat
een brutale diefstal heeft plaats gehad te
Parys in de bureaux der Société Générale de
Paris, aan de Place de 1' Opéra, Zaterdag
middag tusschen één en twee uren. De kan
tooruren zyn te Parys Zaterdags van 9 tot 5
uren en de diefstal is waarschynlyk uitgevoerd
tydens het lunch-uur, wanneer een aantal
der bedienden afwezig is. Onder de gestolen
waarden is een aantal biljetten der Bank van
Engeland, waarvan de nummers zyn opge
geven aan de Bank en de betaling met beslag
is belegd. Nog zyn de volgende chèques ge
stolen, waarvan de betaling eveneens met be
slag is belegd: Een chèque van 2000 pd. st.
No. 124,841, getrokken door Thomas Cook
Sons te Parjjs op hun kantoor te Londen,
aan do ordor van de Société Générale; een
wissel getrokken door Deib. Fitzwilliam op
de heeren Hoare Co. aan de order van de
Société Générale voor 120 pd. st.; een krediet
brief vau 10 pd. st op Glyn Mills Currie
Co. getrokken door Percy D. Jacobs aan de
order van de Société Générale; een chèque
op de Standard Bank of South Africa aan de
order van Gunsbourg en geëndosseerd aan
de Société Générale voor 30 pd. st.
In den nachtvan26op27 Augustus
heeft er op IJsland eene aardbeving plaats
gehad, zoo hevig als sedert 1784 niet was
waargenomen. Twee kerken en vele huizen
zyn vernield. Ook is veel vee omgekomen.
Reikiavik heeft slechts weinig van de aard
beving, waarvan de Hekla het middelpunt
vormde, te lyden gehad.
Ook over Chili heeft eene aardbeving ge
woed. O. a. zou daarby het eiland Juan Fer
nandez (de woonplaats van Alexander Sel
kirk), thans bewoond door vele visschers, ver
zwolgen zyn. De regeering van Chili heeft
er een schip heen gezonden.
Te Nieuw-York is overleden Johan
Friedrich Luther, pianofabrik-mt, een afstara-
mtling in de rechte lyn van Maarten Luther.
In Ohio is een huweiyksfeest op
onaangename wyze verstoord. Toen de plech
tigheid was afgeloopen en men zich aan
tafel wilde begeven, werden do gasten over
vallen door een vyftiontal hongerige land-
loopers. Daar men natuurlijk niet gewapend
was, werden eerst de zakken van alle aan
wezigen geplunderd. Toen werden ze in de
houtschuur gedreven, waarvoor de wacht werd
gehouden. De overige roovers gebruikten toen
het maal, en na afloop Verdwenen zy met
hun buit, waaronder de huwelyksakte. Slecht
3 der struikroovers zyn achterhaald, terwyl
de gonooJigden nog niets torug gekregen
hebben.
INGEZONDEN.
Mijnheer de Redacteur l
U beleefd dankzeggend voor het antwoord
op het door my ingozondene van 4 dezer,
veroorloof ik my U te doen opmerken, dat
het presenteeren van een brief (niet van my
afkomstig) voor Ned.-Indië, voorzien vaneen
postzegel van 10 cents, eene proefneming gold
of deze met 10 cents werd aangenomen of niet.
Zoo men weet, had eene weigering plaats.
Nu veronderstelt U, dat de ambtenaar in het
belang des afzenders gehandeld heeft, door
nog 27a cent te eischen, ten einde de expe
ditie spoediger te doon plaats hebben, maar
ik veronderstel, dat er nog andere be
langen van den afzender kunnen bestaan,
o. a. ook de minst kostende expeditie. Daarby
herhaal ik, dat ik voortdurend brieven naar
Ned.-Indiö heb verzonden met 1 O-cents-post
zegel en zonder voorzien te zyn met het
opschrift „per Zeepost", en alle prompt
zyn terecht gekomen.
Nu ik biermede bezig ben, ontvang ik een
brief van het Ministerie van Marine, niet
bezwaard met porto, en een dito van het
Ministerie van Koloniën, bezwaard met 5 cents
porto l De inhoud van beide brieven was van
dezelfde strekking.
Zoo iets heeft meermalen plaats, ook met
brieven van andere Departementen. Te raden
dus wat dit beduidt.
Hoogachtend,
Uw dw. Dn.
8 Sept. 1896. 2.
Mijnheer de Redacteur l
Naar aanleiding der berichten, dat de aard
appelen zoo zeer goedkoop zjjn, wil ik het
geachte publiek eveneens ernstig waarschuwen
tegen 't koopen van aardappelen aan de huizen.
De halve Decaliter (5 kop) behoort pl. m.
te wegen 9 pond of 47ï kilo, wat by hen,
die aan de huizen aardappelen verkoopen, in
de meeste gevallen met 7 pond of 372 kil®
ophoudt. Daarby ontvangen die derde-hands-
opkoopers 4 of 6 cents voor hun 7 pond te
veel, doordat ooncurrentie tegen de winkeliers
onmogelijk is. Deze winstgevende wageotjes-
handel is tot groote schade voor hen, die ze