MENGELWERK. men wel pasdagogie en geschiedenis vraagt, waarover de meeningen zoo uitesnloopen, behoeven van de staathuishoudkunde niets te weten; hun wordt zelfs toegestaan, om in hun privaat leven op vergaderingen de tegen do economische wetenschap meest indruischonde leerstellingeu te verkondigen. By vele onderwijzers is dit zelfs eene lief hebberij geworden, waardoor onze openbare school in gevaar wordt gebracht. Onder het opschrift „Nieuwe eischen" be spreekt de Kamper Courant het door den heer Truyon by de begrootings-discussie van het vorig jaar ter sprake gebracht denkbeeld om behoeftige ouders van miliciens van staatswege geldelijk schadeloos te stellen, en dat om de schutters schadeloos te stellen voor hun tijd verzuim. Het laatstgenoemde denkbeeld lokt der Kamper Crt. wel toe, mits het mogelijk zij de schadeloosstelling zóó te regelen, dat ver goed wordt de werkelijk geleden schade, maar ook niet meer. „De schutters voor hunne diensten te bezoldigen, komt niet te pas, want de Staat heeft volkomen het recht om aan de weerbare mannen dienston op te leggen in het belang van 's lands verdediging en van de handhaving der inwendige orde en rust. Maar onbillijk is het, dat zij, wien deze diensten worden opgelegd, daardoor geldelijk nadeel lijden. "Wanneer een werkman een deel van zijn loon moet missen, omdat hij in het algemeen belang diensten bewijst, dan is dat eene hardheid; het zou niet meer dan billijk zijn, dat hem de korting op zijn loon vergoed werd." Het eenvoudigst zou het blad vinden, bij de wet te bepalen, dat de werkgever niet op de loonen zijner werklieden korten mag wegens tijdverzuim door diensten, in bet algemeen belang door d© wet opgelegd. Veel minder lacht der K. C. het uit België afkomstige denkbeeld toe, om behoeftige ouders van nulitieplichtigen geldelijk schadeloos te stellen. „Er is o. i. geen enkele gezonde reden voor zulk een eisch te vinden. Het ouderlijk gezin heeft geen aanspraak op do verdiensten van den zoon Blijft deze, tot do jaren van zelf standigheid gekomen, in het gezin inwonen, dan vergoedt hij in den regel wat hy daar geniet; op meer hebben de ouders geen aan spraak. Het gebourt ook, dat de zoon op zichzelf woont en wat hij verdient geheel aan eigen onderhoud besteedt. Zijn er gevall.-n, dat het ouderlijk gezin bij hetgeen de zoon inbrengt profiteert, met welk recht kan van den Staat geëischt worden, dat hij dit gezin geldelijk tegemoet kome, als dit voordeel tijdelijk verloren gaat, doordien de zoon voor den militie-dienst wordt opgeroepen?" AaDgezien de schadeloosstelling, aan ouders van miliciens uit te koeren, betaald moet worden door de belastingschuldigen, zou, zegt de K. C., het gevolg zijn, dat, wanneer aan den zonderlingen eisch werd voldaan, de uiilitielast op velen dubbel drukken zou, terwijl enkelen er een voordeeltje van zouden hebben. Cannrel en Mataron. Uit het Fransch van Jean Rameau. Het was een strijd geweest om nooit te vergeten. Onder den koepel van het Instituut wordt er nog herhaaldelijk van gewaagd. E3Q dichter tegenover een geldman, de bescher meling van den machtigen Brisacques tegen dien van den eerwaardigen d'Armaibly. Bij de eerste stemming haalden zij beiden achttien stemmen en evenzoo was het bij de tweede en derde rondvraag. Toen had de Academie de verkiezing drie maanden uitgesteld, in de stille hoop dat wellicht in dien tusschentyd een der beide candidaten door deD dood zou worden weg genomen. Doch de groote Maaier liet hen ongemoeid, terwijl hij twee ODsterfelyken met één slag van zijn zeis nederveldo. En bij de volgende stemopneming was het nu: Maturon17 stemmen. Canurel.17 stemmen. De beide vijandelijke legermachten zagen elkander ontzet aan en menige rok met pal men verzuchtte„Er komt geen einde aan, zoo kan men eeuwig blijven stommen." Den volgenden morgen raadden sommige bladen om de opengevallen plaats te loten, of zoo lang te blijven stemmen tot er weder een lid door den dood werd weggenomen. Heel Parijs, heel Frankrijk, ja heel Europa bemoeide er zich eindelijk mede en ieder praatte over de heide illustro concurrenten. Cai.urel en Mataron. Toen Mataron den einduitslag vernam, maakte zich een hevige woede van hem meester. „We zullen eens zieD, wie den palm zal wegdragen I" schreeuwde hij, de vuist ballend tegen de muren van het Instituut. Bij het hoofd van Mazarin zwoer hij een duren eed dat hy verkozen zou worden, door welke middelen dan ook Twee uren lang peinsde hij over dat middel, en aan het einde daarvan straalde hij als oen vuurtoren. „Ik heb mijn verkiezing in handen!" riep h(j opgetogen over zijn eigen schranderheid en begon dadel yk de lofrede op zijn voor ganger op te stellen. En wat kostte het om verkozen te worden? Bijna niets I Goed achtgeven op de gezond heid der zeventien getrouwe leden der Aca demie, opdat ze hem niet onverwacht ont vielen, en den beschermer van Canurel, auteur en componist van het bekende „Dansons, dan- sons ma belle", beletten den volgende keer te stemmen. Het was net zoo eenvoudig en duidelijk als het ei van Columbus. Veertien dagen vóór de stemming plaats zou hebben, begaf Mataron zich naar de woning van Brisacques, Rue Oudinot 24, vlak bjj de Invalides. Hy had een plan en inspec teerde zorgvuldig het huis aan den buiten kant. „Een mooie kans!" riep hy halfluid, met alle kenteekenen van groote biydschap, zoo dat de voorbygangors hem verbaasd aan zagen. Hy was met één sprong in de loge van den concierge. „Hoeveel huur doon de apartementen boven die van den heer Brisacques?" „Drie duizend franken." „Dan neem ik ze dadelyk. Hier zyn alvast twintig franken voor godspenning." „Wil mynheer de kamers niet eerst be zichtigen?" „Onnoodig, goede vriend, onnoodig." „Heeft mynheer ook honden?" „Ja, veel honden; bier zyn nog tien fran ken," antwoordde Mataron, zyn portemonnaie uithalend. „En een naaimachine?" „Veel naaimachines; hier xyn nog tien franken." „En een piano?" „Veel piano's; als u belieft, twintig franken." De verblufte concierge overhandigde den nieuwen huurder de sleutels en beloofde hem hot gebas der honden geduldig te verdragen en zyn ooren van watten te voorzien tegen het pianospel. Het naaien der machines zou hy dan meteen ook niet behoeven tehooren. „Nu, als de groote auteur van „Dansons, dansons ma belle" binnen 14 dagen niet gek is, zal 't aan my niet gelegen hebben 1" mom pelde Mataron met een kwaadaardigen gryns. Den volgenden morgen nam hij zyn intrek in de nieuwe woning onder een valscken naam. Eenige ontstemde piano's werden opge- heschen en twee dagen later zond hij invitaties rond voor een groot bal. Nog lang zou de buurt van dieD avond spreken. De bewoners van het doofstommen- instituut, een paar huizen verder, beklaagden zich by den concierge. Brisacques lag van uit zyn bed, als een razende met zyn wandel stok, tegen hot plafond te slaan. Doch het getier der gasten, de valsche tonen der piano en het rinkeleu dor gobroken glazen over stemden het geheel. Twee dagen later, om elf uren precies, begon het lieve leven weer van nieuw af aan by den wonderlykon huurder. „Weer balbrulde de ongelukkige beneden en juist wilde hy zich naar den commissaris van politie begeven, toen een bekend air hem in de ooren klonk: „Dansons, dansons ma belle 1" Zyn eigen woorden en zyn eigen muziek Dien nacht bracht Brisacques door met beurtelings in blinde woede de vuist te ballen en zyn vingers in de ooren te stoppen. By het aanbreken van den dag waren 'smana haren wit, Den vierden, vyfden en zesden nacht was er weder bal. „Ik vier myn zilveren bruiloft," verklaarde Mataron aan de verbaasde buren. „Dansons. dansons ma bslle Dat was het eenige lied dat gezongen en gespeeld werd en waarop men danste. Twee dagen voor de verkiezing paarden zich de geweldige tonen van eenige blaasinstrumenten aan die der piano's en den laatsten avond voor do gewichtige gebeurtenis zou plaats hebben, lieten zes zware naaimachines hun vermoeiend gedreun hooren. „Dansons, dan3ons ma belle!" zongeD de straatjongens uit de buurt on de school kinderen, de krantenombrengers en de dienst meisjes. Brisacques waarde door zyn kamers, bleek als een spook, de oogen gezwollen en rood van het nachtwaken. „Nu, als die morgen kan gaan stemmen 1" riep Mataron, zelf meer dan half dood en slechts op de been gehouden door de hoop op morgen. Eensklaps echter uitte hy een kreet van schrik; het was de bewuste morgeD, elf uren, en hy zag Brisacques de straat opwan delen, bedaard als altyd en keurig gekleed als altyd. Hy viel in zwijm tegen een der piano's. Een uur vóór de stemming een aanvaog zou nemen, kwam hy juist bytyds tot zich zelf om Brisacques met heldere stem een rytuig te hooren bestellen. „Hy gaat stemmen!" steunde hy. Eg opstaande voegde hy er tusschen de tanden by: „dat nooit." Zyn hoed grypend, snelde hy den knecht van Brisacques achterna. Weldra kwam deze met een rytuig terug en begaf by zich naar binnen om zyn meester te waarschuwen. „Tweehonderd louis!" fluisterde Mataron den koetsier in, „als ge dien heer zoo lang ophoudt, dat hy onmogelyk om vier uren in het Instituut kan zyn. Goed begrepen?" Hy sprong in een ander rytuig, dat den koetsier van Brisacques moest volgen. Het lid der Academie verscheen in de deur „Naar het Instituut", zeide hy den koetsier. „Goed myuheer," antwoordde deze en sloeg den weg naar Grenelle in, met 't onschul digst© gezicht ter wereld. „Hó koetsier!" riep Brisacques van uit 't rytuig: „je rydt verkeerd, neem de Rue de Babylone." „Laat 't maar aan my over, mynheer, ik ken de straten van Parys op myn duimpje." Hy reed nu naar het Champs de Mars. „Maar koetsier!" Brisacques riep een agent aan en Mataron, die het zag, verbleekte van schrik. De agent voerde koetsier, rytuig, paard en Brisacques mede naar het politiebureel, waar een streng ouderzoek werd ingesteld en den kootsier geboden regelrecht naar het Instituut te ryden. Naast Brisacques nam een agent plaats. „Nu zal hy toch nog intyda komen om te stemmen", dacht Mataron wanhopend. In snelle vaart reed het rytuig voorby het Palais Bourbon, la Cour des Comptes, Pont Royal. Het koude zweet stond hem op het voorhoofd. Kwam er maar een aardbeving of een cycloon het Instituut Mataron sloot de oogen. t Om ze spoedig weer te openen op het vree- seiyk gegil, uit honderd kelen aangeheven. Het rytuig van Brisacques had een coupé aangereden, die uit de Rue Bonaparte kwam „Ik hoop dat hy gewond is," dacht Mataion, uit het rytuig springend. Brisacques lag bedwelmd uitgestrekt op het asphalt Triomf! Hy kon niet stemmen! Mataron weende van vreugde. Doch spoedig veranderde zyn lachen in huilen, toen hy op de stoep van een huis d' Armailly zag liggen, gewond aan het hoofd, d' Armailly, zyn be schermer I Mataron viel voor de tweede maal flauw. V „16 tegen 16, nietwaar?" vroeg hy met een angstig hart, zyn vrouw, die het avond blad openvouwde. „Wol neen". .1r „Solivarö3 is gekozen". „Watl Solivarèsl Een candidaat, die vol strekt geen recht heeft, een fielt!" „jy liebt vier stemmen gehad", „En Canurel?" „Ook vier". Zes maanden later werden Canurel en Mataron beiden tot leden der Academie be noemd. Ze vervulden de ledige plaatsen van d'Armailly en Brisacquos, die aan hun won den waren overleden. Nooit heeft men onder den ko8pel van het Instituut schooner, wegsleepender lofrede hooren uitspreken dan die Mataron ton beste gaf aan de nagedachtenis van Brisacques, den schryver en componist van „Dansons, dansoos ma belle", want het toeval wilde dat Canurel de lofrede had te houden op zyn tegenstander d'Armailly. KOLONIËN. BATAVIA, 31 Juli 5 Aug. Men schryft aan het „Bat. Nbl.": „Toen generaal Vetter het hotel in het Hertogspark betrok, was het te verwachten, dat hy spoedig maatregelen zou beramen, om de promotie by de verschillende wapens te verbeteren. „Waarin die maatregelen zouden bestaan, was vooruit wol te gissen; hy is altyd oen voorstander geweest van jonge, krachtige en energieke hoofdofficieren en in verhand daar mede van het stellen van een leeftyisgrens en niets was daarom natuuriyker, dan dt.t hy, na zyn verheffing tot legercommandant, dat denkbeeld trachtte te verwezenlyken. „Thans is een uitvoerig, door den Gouver neur Generaal gedeeld voorstel, aan het Depar tement van Koloniën ter behandeling gereed en wordt daarin niet alleen in overweging gegeven, om menschon, respectiovelyk ouder dan 45 en 50 jaren, niet langer tot majoor «f kolonel te bevorderen, maar is zelfs voor gesteld om dien maatregel voor het dienende geslacht van terugwerkende kracht te ver klaren, m. a. w. de actieve heeren, die in die rangen zyn en de grens overschreden hebben, te pensionneeren. „Vóórdat daartoe echter kan worden over gegaan, zal het kon. besluit van 1S59, be treffende het op pensioen stellen van officieren, gewyzigd moeten worden." Do „Sum. Ct." ontving bericht, dat de van Siroen gedeserteerde soldaat een Belg is, die reeds lang redenen tot ontovre-enheid had gegeven. Majoor Otken is benoemd tot commandant van het 6de bataljon en majoor Everts tot commandant van het 15de bataljon te Kotta-Alom. Kapitein Graafland, luitenauts Dykstra en Wagener hebben het hospitaal als hersteld verlaten, doch kunnen nog geen dienst do n. De „Java-Bode" schryft in haar mail- overzicht: Men gaat in Atjeh op den ingeslagen weg voort, met dit onderscheid echter, dat men eenigszins terugkeert tot het stelsel van gene raal Deykerhoff en buiten de geconcentreerde linie enkele posten opricht, waarschijnlyk om steunpuc^n te hebben voor verdera tochten of ook, om na zulke tochten gewaarborgd te zyn voor een veiligen terugkeer; uitbreiding toch van het door ons bezette gebied kan by den tegenwoordigen stand van zaken wel niet in de bedoeling liggen. Heeft werkelyk hot in de laatste maanden door onzetioepen verrichte, dat 850 dooden en gewonden' en honderden zieken gekost heeft, een blyvend resultaat gehad en indruk gemaakt, dan zou misschien thans met de bevolking, voor zoo verre die den kryg moede is, een overeenkomst te treffen zyn als indertyd by den padrie- oorlog in de Padangsche Bovenlanden gemaakt is, waardoor degenen, die zich aanonsgezig willen onderwerpen, voorgoed 20uden weten waaraan zich te houden; kenners van land en volk beweren, dat de Sumatraan in Atjeh niet veel verschilt van zyn zuidelijker landgenoot en voor een gelyke behandeling vatbaar is. Doch vóór alles zal het noodig zyn Toekoe Oemar dood of levend in handen te kryge-n, geiyk dit gelukt Is met Nja Makam, eens de schrik van Tamlang en Langkat. De laatste berichten van Lombok wyzen wel niet op een ernstigen toestand, maar duiden toch aan, dat hot verzet onder de Sasaks in Praja uitgebreider is dan de regeering eerst meende, zoodat dan ook onze troepen macht op dit eiland is versterkt en te Praja een controleur zal worden gevestigd. Voor de Sasaks moet het een hard ding zyn, dat zy en hun vroegere overheerschers, de Baliêrs, op gelyken voet als goüvernements-onderdanen worden behandeld; en van onze zijde kan dit toch moeilyk anders. - De vorst van Langkat en Onderhoorig- heden, sultan Abdoel Aziz Abdoeldjalil Rachmut Sjah, die op 23 Mei 1894 tot zyne tegen woordige waardigheid werd verheven, doch wegens zyne jeugd nog onder eene zekere voogdy stond van twee oudere bloedverwanten, zal nu eerstdaags plechtig van die voogdy worden ontheien en dus geheel zelfstandig aan het hoofd van het ryk komen te staan. (DeliCt.). Door den gouverneur-generaal ^an Ned.-Jndië zijn de volgende beschikkingen genomen: CIVIEL DEPARTEMENT. Ontslagen: eervol uit 's lands dienst, de ambtenaar op wachtgeld C. G. Gillen, laatst chef der controle bij de ex ploitatie der Staatsspoorwegen op Java, en de klerk op het residentiekantoor tc Cberibon W. Samuels, met bepaling, dat het ontslag van laatstgenoemde wordt gerekend te zijn iogegaan op den 6 Juli 1S96. Belast: met do waarneming der betrekking van architect 2de kl. bij den Waterstaat en s lands B. O. W. de ambtenaar tor beschikking L. Van der Tas, gewezen architect Isto kl. Ontslagen. Eervol uit 'slands dienst de hoofdingenieur, chef van den dienst der Staats spoorwegen en der kolenontginning ter Sumatra's "Westkust J. W. IJzerman; do controleur der in- en uitvoerrechten en accijnzen te Batavia A. W. Alsdorf en do gewezen klerk op het parket van den officier van justitie bij den Baad vau Justitie te Batavia W. Van Braam, laatst tijdelijk ter be schikking van den assistent-resident van Billiton tot tegengang van den sluikhandel in opium de twee eerstgenoernden op verzoek en met ingang resp. van 18 September en 4 Augustus 1896. Bij do exploitatie der Staatsspoorwegen op Java: Overgeplaatst: Van de Wester- naar de Oosterlijnen de commies van den stationsdienst W. Hummelgens. Bij de in- en uitvoerrechten en accijnzen: Bevorderd: Tot verificateur 4de kl. jhr. J. W. A. M. Janssens, thans ontvanger op 150 's maands. Overgeplaatst: Van Boender (Madoera) naar Belawan (Oostkust van Sumatra) de verifi cateur 4de kl. jhr. J. W. A. M. Janssens. Bij den Post- en Telegraafdienst: Ontheven: Van het beheor van het kantoor to Socbang en overgeplaatst naar Weltevreden de commies 3de kl. A. R. Rozet. Benoemd: Tot tijd. chef van het kantoor te Soebang de tijd. commies 3de kl. A. F. Fisser te Weltevreden tot adjuDct-conimies op ƒ80 's maands A. Twijsel, thans met de waarneming dier betrekking belast; tot adjunct-commies op ƒ50 's maand9 F. C. Flohr, thans met de waarneming dier betrekking belast. Belast: Met de waarneming der betrekking van adjanct-commies op 80 's maands W. H. J. Cli. Brugman, thans adjunct-commies op 50 's maands; met de waarneming der betrekking van adjunct- commies op ƒ50 'smaand9 en geplaatst te Welte vreden J. F. Mossel. CIVIEL DEPARTEMENT. Ontslag on: op verzoek, eervol als advocaat en procureur bij bet Hoog-Gerechtshof van NederJandsch-Indië Mr. G. F. R. Van Hamel, wordende lnj tevens benoemd tot advocaat eu procureur bij den Raad van Justitie te Padang. Bij den Post- en Telegraafdienst. Benoemd: tot commies 2de klasse, de tijdelijk commies 2de klasse F. P. L. Cardon; tot lijdelijk commies 2de klasso, de commies 3de klasse J. W. Heodriks Hzn tot commies 3de klasse, de tijdelijke commie9 3de klasse F. H. Von Hugo tot tijdelijk commies 3de klasse, do adjunct-com mies PT li. P- Marcks. Verleend: een jaar verlof naar Europa wegens langdurigen dienst, aan den opzichter 2de kl. bij don waterstaat en 's lands Burg. Op. Werken P. Van Heyningen. Ontslagen: eervol uit 's lands dienst, de gewezen klerk op het assistent-residentiekantoor te Mauondjaja (rreanger regentschappen) A. G. Van der Vlist. Verleen d: een tweejarig verlof naar Europa, wegens ziekte, aan den kantoorchef 2de klasse bij den post- en telegraafdienst M. Do Jonge; een jaar verlof naar Europa, wegens langdurigen dienst, aan den hoofdcommies bij den post- en telegraafdienst E. Keasberry, en aan den opzichter lste klasse bij den Waterstaat en 's lands Burger lijke Openbare Werken S. E. Hasgsma, aan eerst genoemde met ingang van 5 Augustus 1896. Benoemd: tot assistent resident van Buiten zorg (Batavia) de assistent-iesident voor de politie der afdeehng stad en voorsteden van Batavia G. J. P. Valotte. tot ambtenaar bij do in- en nitvoorrechten en accrjuzen, de opziener bij die middelen P. L. H. Van Ham. Belast: met do waarneming der betrekking van tijdelijk opzichter-machinist bij de werkeu en opnemingen aan do rivier de Solo, de ambtenaar op non-activiteit C. M. Haccou, laatste opperbaas- macbïnesteller bij bet marine etablissement te Soerabaia. DEPARTEMENT VAN OORLOG. Hersteld: in activiteit en geplaatst bij de eskadrons te Sala- tiga, de ritmeester der cavalerie op non-activiteit Ch. C. Raaijmaakers. V erleend: tweo maanden verlof naar Paija Combo, wegens ziekte, aan den lsten luit, art. te Padang C. L. G. Schrassert Bqrt; c-en maand verlof naar Salatiga, wegens ziekto, aan don offi. v. gez. 2do kl. te Ngawi W. J. H. Timmermans. Ontslagen: Op verzoek eervol uit Hr. Ms. militairen dienst, met ingang van 2 September 1890, wegens volbrachten diensttijd, met behoud vau recht op pensioen, do majoor der infanterie A Douglas. Overgeplaatst: B(j het 2de rocruton-bafc. de majoor bij het 15do bat inf. geöv. van Atjeh naar Padang, J. W Van den Broek; bri de troepenmacht in Atjeh t. n. i. de majoor bij bet 2de recruten-bat. R. Bakkers; bij bet 4de depót-bat. de lste lnit. bij het 3do bat. inf. geëv. van Atjeh naar Padang J. Van Goor, en ae lste luit. bij het 14do bat. inf. gpëv. van Atjeh naar Padang, G. J. Van Eijbergon; by het 2de depot bat. do 2de luiL bij het 2de bat inf. C. B. H. Von Hombracht, bij het 18de bat. int de lste luit, bij het 9do bat. inf. geëv. van Atjeh, naar Batavia J. D. H. Beckering. Teruggeplaatst: Bij de troepenmacht in Atjeh, t. n. i. de lste luit. bij liet garn.-bat van Atjeh en Onderh. geöv. van Atjeh naar Padang K. H. J. Creutz Lechleitner. Benoemd^ Tot adjudant bij het 16de bat. inf. do lste luit. bij het 3do bat. inf. geöv. van Atjeh naar Padang, J. F. Lator. Hersteld. Bij het wapen der infanterie boven de formatie in activiteit, de luit.-kol. op non- activiteit H. Heeres Verlengd: Mei. een maaud het tot herstel van gezondheid verleend verlof aan don kapt. der inf. te Djokjakarta J. M. A. Ter Beek. Overgeplaatst Bij de troepenmacht in Atjeh, ter nadere indeeling, do onderluitenants W. M. Bertram, en H. Prikkel, beiden van het 4de depót-bataljon. Ontslagen-, met ingang van 5 AagU9tns 1896, op verzoek, wegens volbiachten diensttijd, eervol en met behoud van recht op pensioen uit Hr. Ms. militairen dienst, de ritmeester der cavalerie J. W. A. Tichler. Overgeplaatst: Bij den gew. en plaats, genie- dienst in de lste milt. afd op Java, te Mr- Cornells, de kapt. der genie geöv van Lombok nam Soera baia, Th. C. A. Venier, bij het lste depot-bat. de lsto luit. instruct Lij de milt school te Mr.-Cornells W. J. DeVoogten E. G. A. L. Ter Haar; als kwm. bij het lste depót-bat. tevens van het garn. te Meeater-Cornelis, do lste luit.-kwin. in struct. bij de milt. school to Mr.-Cornelis, G. G. Lion; bij het garn.-bat. van AmboiDa en Ternate det. te Wabaaij, de lste luit. inf. bij het 9de bat. E. C. G. Gijsberti Hodonpijl. Verleend: Een maand verlof naar Soekaboemi, wegens ziekte aan den kapt. der genie te Batavia, H. A. Berkhout. Overgeplaatst: van bet 10de bat. naar het 8ste bat. de kapitein J. Hildering. Geplaatst: Bij het 3do depót-bat., de luit.-kol. der inf. boven de formatie in activiteit hersteld, H. Hoeres. Overgeplaatst: Bij den gew. en plaats. feneesk. dienst van Atjeh en Onderhoorigheden e off. v. gez. 2de kl. te Paija Combo T. P. C. Van Dooren; naar Paija Combo de off. v. gez. 2de kl. te Padang Pandjang H. Oostingh bij den gew. en plaats, geneesk. dienst ter Sumatra's Westkust, te Padang, de off. v. gez. 2de kl. te Malang A. H. Van der Weerd; naar Malang, de off. v. gez. 2de kl. te Soerabaia P. J. Eldering; naar Semarang, de off. v. gez. lste kl. te Magelang H. Breitenstein. Ingetrokken: Zijn overplaatsing naar Sema rang, on overgeplaatst naar Magelang, de off. v. gez. lste kl. te Djokjakarta Dr. A. E. Grippeling. Verleend: Een maand verlof naar Tosari, wegens ziekte, aan den luit.-kol. v. cl. gen. staf to Batavia, Ch. P. J. Van Vliet; twee maanden verlof naar Paija Combo, wegens ziekte, aan den lsten luit. der inf. te Padang, W. F. d'Harvant; twee maanden verlof naar Padang Pandjang, aan den 2deu luit. dor inf. to Padaug, J. Van Hecht Muntingh Napjes. V erlengd: Met een maand door te brengen te Soekaboemi, het tot herstel van gezondheid verleend verlof naar Soekaboemi en Garoet. aan den kapt. der inf. geöv. van Atjeh naar Batavia, W. F. A. Lucher; met een maand het verlof naar Sindanglaia en Garoet, aan den kapt. der inf. geöv. van Atjeh naar Batavia, J. H. C. G. Angenent. DEPARTEMENT VAN M Alt IN E. Vergund: Om wegens ziekte naar Nederland terug te keeren, aan den adjunct-administrateur P. A. Kempen. Opg ive van passagiers, van Batavia vertrokken per sa Prinses Wilkelmina" naar Genua, en Amsterdam: kapt. dor inf. A. W. Van der Pauwort, mevr. C. Van Blonunestein, kapt. gen. staf P. Michielsen met echtg. en 2 kind., mej. Jnllus, gep. contr in- on uitvoorr. en acc. A. W. Alsdorf, gep. maj. inf. B. L. Hagedoorn met echtg., mevr. de wed. P. E. Julius geb. Ingram, verit. 4de kl. C. R. Nerjs met echtg., de heeien F. L. Uchtmann, P. Houthoff met echlg., lste luit. cav.J3. Hendriks mot echtg. en kind, kapt inf J. F. Wanjon, lste luit. inf. Ter Haar met echtg. en 1 kind, off. van adm. K. N. M. P. A. Kempen, jongenb. O. A- Fol, P. D. Muijlwgk, G. A. Kal, F. X. C. A. Yon Padua von Prilesjky, A. F. Van Gestelte Padang embar- queeren: 'kapt inf. Pitlo, .2 dames De Schrijver; naar Padang Mr. Van Bosse en Mr. Van Hamel. O.-I. JIA5LD1EX9TEN. Dagen van verzending uit Leiden. Via Amsterdam (Ned. Zeepost) 4 en 18 Sept.; laatste lichting aan het postk. 's nachts 12.20 Yia Genua (Ned. Mail) 15 en 29 September; laatste lichting aan het postk. 's av. 6.50. Via Rotterdam (Ned. Zeepost) 11 en 25 S'rpt. laatste lichting aan het postk. 's av. 10.50. Via Marsoille (Nod. Mail) 8 en 22 Sept.; laatste lichting aan het postk. 's av. 6.50. Via Marseille (Fransche Mail) 12 en 26 Sept.: laatste lichting aan het postk. 's morg. 8.5 Via Brindisi (Engelsche Mail) 4 en 18 Sept.; laatste lichting aan het postk. 'snam. 1.10. Via Napels (Duitsche paketbooten) 21 Sept.; laatste lichting aan het postk. 's nam. 1.10. Ncd. West-Indische Mali. Naar Suriname (via Amsterdam): 16 Sept. Laatste lichtiog aan 't postk. 's nachts 12.20 alleon op verlangen der afzenders. Naar Sariname (Ned. Guyana)8 en 22 Sept. over Engeland. Laatste lichting aan hot postk. 's morg. 8.5, Naar Suriname (Ned, Guyana)8 Sept. via1» St.-Nazaire. Laatste lichting aan het postk. 's morg. 8.5. Naar Curasao (Ned. Guyana): 16 Septembei van Amsterdam. Laatste lichting aan 't postk. 'snachts 12.20 Naar Curasao eiken Dinsdag en Zaterdag. Laatste bus lichting te 6.50 's avonds vl Nieuw-York. De uren van lichting zyn gerekend naai den plaatselyken tyd. TTT^ H0t LEIDSGH DAGBLAD kan des avonds te halfaeht bezorgd zyn. Klachten omtrent de bezorging gelieve men aan het Bureel, Doezastraat 1, kenbaar maken.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1896 | | pagina 6