flourant wordt dagelijks, met uitzondering
van (Zon- en feestdagen, uitgegeven.
Feuilleton.
11204.
IDonclei-dag 3 September.
A0.1896
LEIDSCH
DAG-BLAD
PRUS DEZER COURANT;
Voor Leiden per 8 maanden. s 1.10.
Franco per post a i j 1.40.
Afzonderlyke Nommers 0.06.
PRUS DER ADVERTENTTËN:
Van 1 6 regels 1.06. Iedere regel meer 0.17£. Grootero
letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad
wordt 0.05 berekend.
Dit noumier bestaat uit TWEE
Bladen.
Eerste Blad.
Offieiëele Kennisgevingen.
Burgemeester en Wethouders der gemeente Leiden
Gelet op art 9, 3de alines, van het Konioklijk
Vesluit van den 4den Mei 1896, tot vaatatelÜDg van
een Algemeen reglement voor de Earners van Koop
handel en Fabrieken;
Brengen ter algemeene kennis, dat de lijst van
kiezers van leden van de Kamer van Koophandel
en Fabrieken gedurende aoht dagen na heden ter
Gemeente-Secretarie van Leiden ter inzage ia neder-
gelegd en dat bezwaren tegen dio lijst, gedurendo
acht dagen, te rekenen van den dag dozer kennis
geving, bfl den Gemeenteraad kunnen worden inge
bracht.
Burgemeester en Wethouders van Leiden brengen
ter algemeene kennis, dat ingevolge art. 20S, laatste
alinea, der Wet van 39 Juni 1861 (Staatsblad No. 85),
de begrooting dor plaatselijke inkomsten en uitgaven
voor den dienst 1897 aan den Raad is aangeboden,
op de Secretarie dezer gemeente voor een ieder ter
lozing ia nedorgelegd en in druk tegon betaling der
kosten algemeen verkrijgbaar gesteld.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Leiden, H. C. JUTA, Weth., lo.-Burgomoester.
81 Aug. 1898. E. KIST, Secretarie.
Leiden, 2 Sip'imber.
By de openbare promotie en prysuitdeeling
van het gymnasium zyn heden bevorderd:
Van de eerste klasse tot de tweede: Frits
Muller Jz., J. H. Van der Harst, C. Van Aart,
S. H. Zeegstra, J. J. L. Middendorp, S. J.
De Hoest, D. Los, J. M. Blüggel, H. Kruseman,
S. H. Van Groningen, C. F. J. Gombault, P.
Spaan, P. J. M. Van Heeswijk, S. A. La
Rivière, G. K. Oberman, H. T. Oberman.
Van de tweede klasse tot de derde: B. F.
Boekhold, C. Pijper, J. Wille, Conradine Verhey
van "Wyk, S. Van Dorp, N. J. G. Pen, J. F.
W. La Fontaine, J. D. Werkman, S. J. Van
Velzen, S. D. De Vries, N. Cbr. Couvée, J.
L. Van Gras8tek.
Van de derde klasse tot de vierde: H.
Werkman, A. S. Van Ingen, A. Evelein, Chr.
H. Nykamp, H. E. Kern, J. Kroon, C. H.
Versteeg, J. M. Obreen.
Van de vierde klasse tot de vijfde: J. P.
Fock6ma Andreae, Jacoba A. H. Van Velzen,
C. Brunt, A. Grivel, J. Kloots, J. Th. Goossens,
C. Boersma, M. Elion, C. A. J. Quant, J. F.
Meyer, L. J. C. Kastelijn, J. H. Van der Wal.
Van de vijfde klasse tot de zesde: W. F.
Kaiser, P. E. Briët, P. C. Peltenburg, I.
Serrurier, P. J. Bolleman van der Veen, A.
J. Tn. De Van, J. J. Reyst, J. Fontein, H.
Van der Hoeven, N. Chr. Kist, D. J. Jongeneel,
H. W. E. Klomp, J. Adam, C. H. Hagen,
F. J. Van Tubergen.
De gratiarum actio werd uitgesproken:
Namens de 1ste klasse door Frits Muller Jz.
in het Nederlandsch
Namens de 2ae klasse door B. F. Boekhold
in het Fransch
Namens de 3de klasse door H. Werkman
in het Hoogduitsch;
Namens de 4de klasse door P. J. Fockema
Andreae in het Engelsch;
Namens de 5de klasse door W. F. Kaiser
in het Latijn.
Aan de Sint-Jozefsgezellen-Vereeniging
alhier is, gelijk wij reeds verleden jaar mede
deelden, eene afdeeling verbonden om jonge
lieden het teekenen te leeren. Toen werd er
om dezen tijd een tentoonstelling in het Ge-
zellenhuis aan het Rapenburg gehouden en
thans is dit hedenavond van zeven tot tien
uren weder het geval.
Wy waren in de gelegenheid gesteld reeds
gisteravond die teekeningen in oogenschouw
te nemen en dit geeft ons aanleiding om op
deze tentoonstelling de aandacht van belang
stellenden te vestigen, want zy verdient die
ten volle.
Zy legt getuigenis af van het goede onder
wijs, ook gedurende den afgeloopen cursus
door den beer C. G. Van Oerle in het bouw
kundig- en door den heer P. M. J. Van Oerle
in het handteekenen gegeven.
Van het handteekenen maakten ongeveer
40 en van het bouwkundig teekenen ongeveer
20 leerlingen gebruik, van wie nu ongeveer
resp. 500 en 300 teekeningen ter bezichtiging
hangen en in portefeuille liggen.
Eene jury van drie leden hield zich gister
avond met nauwgezetheid onledig met het
beoordeelen van het tentoongestelde teeken-
werk.
De uitslag daarvan was, dat in het hand
teekenen de volgende onderscheidingen werden
toegekend:
lste prys J. J. Simonis, 2de prys H. Van
der Steen, 3de prijs N. Van der Meel en
4de prys L. Speet.
In bet bouwkundig teekenen: lste prys
H. C. M. Vorst, 2de prys J. J. Simonis,
3de prys C. Duyvestein en 4de prys H. Overdyk.
Zeer zeker zal het hedenavond niet aan
een druk bezoek ontbreken, en alsdan zal
ieder kunnen blyken het groote nut, dat ge
noemde Vereeniging, ónder presidentschap van
den weleerw. heer J. J. M. Teule, kapelaan
aan de H. Potrus-kerk, ook op het gebied
van het teekenonderwys afwerpt.
De heer W. Van Erp en zyne kapel
hebben het teeken gegeven, dat het met den
zomer weldra weer gedaan is. Gisteravond
toch boden zy in den tuin van „Zomerzorg" het
laatste der acht concerten voor dit jaar aan.
Het was een uitgezocht programma, het
welk daarvoor gokozen was; doch niet daar
door alleen, maar ook door de vorige uitvoe
ringen is er heelwat schoons op muzikaal
gebied te genieten gegeven en aldus de naam
van het stafmuziekcorps van het vierde regi
ment waardig gehandhaafd.
Bovendien uitgelokt door den fraaien avond,
na den dag, welke nog geheel aan den zomer
herinnerde, indien de bladeren niet reeds van
de boomen begonnen te vallen, was do op
komst zeer talryk van de inteekenaars met
hunne dames, die over het ten gehoore
gebrachte by herhaling hunne ingenomenheid
betoonden.
Het kan dus niet anders of deze soirées
hebben den gunstigsten indruk achtergelaten
en doen alzoo voor het volgende zomerseizoen
eene niet mindere deelneming verwachten, te
meer, daar de heer Couvée toont aan zyn tuin
steeds de meeste zorg te besteden, zoodat
een bezoek daaraan alleen reeds om die reden
van aangenamen aard is.
Op zyn verzoek is eervol ontslag ver
leend aan den heer H. A. Van Helden, als
assistent voor de pharmacie aan de Ryks-
Universiteit te Leiden, en is als zoodanig
voor het tydvak van 1 September tot en met
31 December 1896 benoemd de heer N. A.
M. Sanders.
Op het tweetal voor predikant by de
Geref. gem. B te Gouda komt als nummer
één voor ds. R. J. W. Rudolph, pedikant te
Leiden.
De gemeenteraad van Zoeterwoude heeft
den heer J. Pieterse herbenoemd als wet
houder.
In plaats van den heer J. Dingjan, vroeger
lid van den Raad, by de grensregeling tot
Leiden overgegaan, is tot zetter der directe be
lastingen benoemd de heer P. J. Van der Poel,
onlangs gekozen Raadslid.
Gedurende de maand Augustus zyn aan
het Rykstelephoonkantoor te Lisse behandeld
350 telegrammen, te weten: ontvangen 181
en verzonden 169.
In Augustus 1895 bedroeg dit aantal 258
telegrammen.
Uit Waddingsveen meldt men ons, dat
op den Koninginnedag op de vier scholen,
openbare en byzondere, een uitdeeling van
boekwerken plaats had aan de leerlingen,
die de school getrouw bezoeken. Van verdere
feestelykheden ^vas geen sprake.
De beer Regt zal pogingen in 't werk
stellen, om te Waddingsveen onder den na m
van „Leeskring" een vereeniging te stichten
tot het lezen van geschriften en boeken. Na
lezing zullen die werken dan dienen tot in
standhouding en uitbreiding eener volks
bibliotheek.
Het schoone landgoed „Vredenburg", in
den Zuidplaspolder onder Waddingsveen ge-
legeD, zal vermoedeiyk geheel worden gesloopt.
Het perceel is in gedeelten door verschillende
personen aangekocht.
In de gistermorgen te Voorhout gehou
den gemeenteraadszitting is de heer L. Hoog
duin Wz. met algemeene stemmen herbenoemd,
werd de gemeenterekening over 1895 goed
gekeurd, waarby hot lid de heer C. Wester
beek een woord van hulde bracht aan den
gemeente-ontvanger voor z(1n nette en accurate
administratie, en werd besloten de electrische
schel der telephoon goed te laten repareeren.
In de gisteren gehouden vergadering van
den Raad der gemeente Alkemade is do perio
diek aftredende wethouder, de heer E. J. Los,
door 8 van de 9 aanwezige leden herkozen.
Eén stem werd uitgebracht op den heer H.
Van der Poel.
Ook is in diezelfde vergadering de begroo
ting van bet 3de bataljon rustende schuttery
in Zuid-Holland voor 1897 in ontvangst en
uitgaaf voorloopig vastgesteld op ƒ381.
In de gisteren gehouden vergadering
van den gemeenteraad te Stompwyk is de
heer A. De Jong als wethouder herkozen.
Aan den heer H. C. Van Everdingen werd
op zyn verzoek eervol ontslag verleend als
onderwyzer aan de openbare school in de
buurtschap Veenweg en in diens plaats
benoemd de heer A. Barten, onderwyzer te
Schalkwyk.
De rekening der gemeente over 1895 werd
voorloopig vastgesteld: in ontvangst op
f 18,178 97, in uitgaaf op 17,609.17, dus
met een batig saldo van f 569.80.
De begrooting voor bet jaar 1897 is aan
geboden in ontvangst en uitgaaf met een
bedrag van 18,804.80.
De Gemeenteraad te 's-Gravenhage heeft
tot wethouders herbenoemd Jhr. Gevaerts
van Simonsbaven en Mr. Bevers.
Mej. Jelgersma is op haar verzoek met
1 October eervol ontslagen als leerares aan
de hoogere burgerschool voor meisjes.
De Raad heeft de gevraagde toestemming
voorwaardeiyk verleend tot plaatsing van het
ter gedachtenis van Constantyn Huygens op
te richten monument in de Scheveningsche
Boscbjes, en aan P. Althoff voor 2000 grond
te Scheveningen verhuurd voor het oprichten
in 1897 van een houten circus.
Gisteren mocht de heer J. D. H. De la
Fuente, leeraar in de fagotklasse der Konink-
ïyke Muziekschool te 's-Gravenhage, terugzien
op een 25-jarigen onafgebroken werkkring aan
gemelde inrichting. Zeer talryk waren de
blyken van belangstelling, die in den vorm
van bloemgaven, persoonlyke bezoeken en
schriftelyke instemmings-betuigingen dezen
dag voor den ora zyn verdiensten en persoon
lyke hoedanigheden veelzydig geachten musi
cus tot een onvergetelyke stempelden.
De leerlingen der fagotklasse boden hunnen
leeraar diens portret aan, gevat in fraaie lyst,
terwyi het bestuur der liedertafel „Haagsch
Mannenkoor" haren yverigen directeur en
corps met diens jubelfeest kwam geluk-
wenschen.
Van den voorzitter der Koninklyke Muziek
school, den commissaris der Koningin in Zuid-
Holland, rar. C. Fock, mocht de heer De la
Fuente eveneens een bewys van instemming
met zyn zilveren feest ontvangen, terwyi vele
Nederlandsche toonkunstenaars als Richard
Hol, Gottfried Mann en meerderen van hunne
belangstelling deden blyken. De Koninklyke
zangvereniging „Caecilia" zond een zeer waar-
deerend schryven. Gisteravond bracht het
„Haagsch Mannenkoor" den Jubilaris eene
serenade.
Mön meldt uit de Residentie: Naar wy
vernemen, mist het bericht, als zou de gezond
heidstoestand van het lid der Algemeene
Rekenkamer, den heer W. Van Rees, van
dien aard zyn, dat hy zyn ambt niet zou
kunnen blyven waarnemen, allen grond. De
heer Van Rees is thans hersteld van eene
ongesteldheid, waarvoor hy eenigen tyd in
De Steeg by Dieren verblyf hield. Als bewys
daarvoor kan nog gelden, dat de heer Van
Rees, als scbryver van vele verhalen en
novellen, nog kortelings een nieuwe uitgave
zyner bekende letterkundige werken ter perse
bezorgde.
Mr. W. A. 't Hooft, rechter te Haarlem,
heeft wegens drukke ambtsbezigheden zyn
ontslag genomen als lid van den gemeente
raad aldaar.
Na den te Soestdyk gehouden gekostu-
meerden optocht op den verjaardag van H. M.
Koningin Wilhelmina, deelden Hare Majestei
ten in de groote oranjerie van het palels aan
het personeel van het lustslot Soestdyk en
hun kinderen geschenken uit, bestaande in
sigaren, tabak, tulbanden, krentenbrooden en
pakjes chocolade.
Onder de cadeaux, die de Koningin op Haar
verjaardag ontving, behoorde o. a. een prach
tig vierspan, Haar door de Regentes ge
schonken.
Het gala-diner telde 50 couverts. Behalve
nagenoeg de geheele Hofhouding, namen daar
aan deel de president en eenige leden van
den Voogdyraad. De muziek der infanterie
(5de regiment) uit Amersfoort speelde gedurende
den maaltyd.
H. M. de Koningin-Regentes stelde de ge
zondheid in van Koningin Wilhelmina. Het
diner werd gehouden in de Witte zaal. Er
was muziek in de tent op het voorplein.
Tegen den avond vielen stortregens, waardoor
de voorgenomen illuminatie van den vyver
achter het Paleis tot gisteravond moest wor
den uitgesteld.
Vroeger was do betrekking van leeraar
in de scheikunde aan het gymnasium en aan de
Hoogere Burgerschool met 5 jarigen cursus
te Haarlem gecombineerd. Thans is door den
gemeenteraad besloten, nu door liet bedanken
van dr. A. E. Van Royen de betrekking
vacant geworden is, dr. H, A. J. Valkema
Blouw, leeraar aan het gymnasium, vooreen
jaar met het scheikundig onderwys te belasten
aan die inrichting.
Tot leeraar in dat vak aan de H. B. S.
werd benoemd dr. H. Van Erp, uit Leiden.
De minister van marine is van zyn bui-
tenlandsche reis teruggekeerd.
Te Schiedam overleed, in den ouderdom
van 65 jaar, mr G. H. Schuurman, sedert
1874 kantonrechter en sinds 1887 lid van
den Raad dier gemeente.
By beschikking van den minister van
marine is: lo de benoeming van den jongeling
J. H. De Roog tot adelborst der 3de klasse
voor den zeedienst, op daartoe gedaan ver-
zosk, ingetrokken, 2o. de jongeling O. D. T,
De Ridder, met intrekking zyner benoeming
tot adelborst 3de kl. voor de mariniers, be
noemd tot adelborst 3dq kl. voor den zeedienst,
en 3o. de jongeling H. baron Van Heraert
tot Dingshof benoemd tot adelborst 3de kl.
voor de mariniers.
Tot leeraar aan de inrichting voor hoogor
onderwys te Alkmaar is benoemd de heer
G. E. W. Hille, te Zaandam.
Tot conservator aan het zoölogisch
laboratorium van den hoogleeraar Max Weber
aan de universiteit van Amsterdam, is voor
het studiejaar 1896/97 benoemd dr. J. T.
Oudemans.
Uit Middelburg wordt gemeld, dat do
gemeenteraad met groote meerderheid van
stemmen het voorstel van Gedep. Staten van
Zeeland betreffende de grensregeling tusschen
de gemeenten Middelburg en Nieuw St.-Joost
land hoeft aangenomen.
MAN EN VROUW.
6)
Als de baron er eens langs reed, dan kon
hy by den weg een wagen zien staan, half
geladen met verrot hooi, zooals het volk dien
by een regenbui in 't laatst van October had
laten staan, omstreeks welken tyd de heer van
Linden&s gewoon was den grooten hooioogst
te houden. In het voorjaar gingen de ossen
van honger en vermoeidheid in de voren
liggen. Ja, het was daar een ellende!
Na eenige dagen begon Gösta er over te
peinzen, hoe hy onder een geschikt voor
wendsel eens naar Linden&3 kon gaan. Do
vrooiyko leefwyze op de andere landgoederen
stuitte hem tegen de borst, de zorgen en het
ongewone op Lindenas trokken hem aan. Een
gewoon bezoek af te leggen aa zulk een lang
verzuim, en nadat hy zich van de andere
families had teruggetrokken, zou vreemd
ïyken. Hy zooht daarom naar een geldig
voorwendsel en vond dit ten slotte. De ver
binding van Halleborg met den grooten weg
liep gedeolteiyk over het gebied van Lindenas;
hy wilde nu een grindhoop, die daar lag,
koopen en hem goed betalen, dan kwam hy
tevens als welkome gast.
Het was een eigenaardige oude plaats,
gelegen in de heeriykste natuur. Nog in de
eerste dagen van April was men met dorschen
bezig in de bouwvallige schuur, waarvan
door den laatsten storm een groot deel van
het dak was weggesleurd. Het rotte, slecht
geborgen koren, dat door de dorschmachine
giüg, verspreidde een duffen, onaangenamen
geur, die reeds van verre merkbaar was. De
dorschmachine zelf was er een van de aller
oudste soort, zóó zwaar, dat vier paar ver
bazend groote, magere ossen zich zóó moesten
inspannen om haar ln beweging te krygen,
dat de oogen hun uit de kassen puilden.
In den oprit bleef Gösta's rytuig byna in
modder steken, de brug was half vermolmd
en gevaariyk te passeeren, het dak was
gelapt en bouwvallig, maar in de voordeur
stond de oude jonker zelf, met een rooden
neus en niet juist netjes in de kleeren: een
kalfsleeren vest en een inderhaast aan
geschoten blauwe jas met blanke knoopen, sloeg
de beide deuren open en zeido plechtig, alsof hy
een kasteel had aan te bieden, en hy reeds
den geheelen dag op Gösta had staan wachten
"Welkom op Lindenas, mynheer de
baron 1"
Binnenshuis heerschte onbeschryflyke ar
moede, zelfs voor den eenvoud dier dagen,
maar alles, van het grootste tot het kleinste,
verried den manhaftigen, angstigen stryd eener
beschaafde vrouw togen het toenemend ver
val. De gordynen waren kunstig geplooid,
om de versleten plaatsen te verbergen; het
geel en blauw geruite, zelf vervaardig© be
kleedsel der meubelen in de voorkamer was
zorgvuldig gestopt waar het doorgesleten was,
en het behang was opgelapt door een hand,
die er niet volkomen in was geslaagd de
opgeplakte stukken in overeenstemming te
brengen met het patroon.
De koop was weldra gesloten, en nauwe-
lyks had de baron de quitantie by zich ge
stoken en was de huisvrouw binnengekomen
om den gast gezelschap te houden, of de
heer des huizes verdween.
En vyf minuten later draafde de stal
knecht op een der magere, verwaarloosde,
zoogenaamde „rytuigpaardon" naar de her
berg om arak te halen, een heele kan,
want op Lindenas was al twee maandsn
lang geen punch te zien geweest; toentertyd
het eenige geestryke genotmiddel van die
klasse van menschen, die zich te goed acht
ten voor het product van eigen brandery,
maar geen geld hadden om zich de weelde
van wyn anders dan by uitzondering to
veroorloven.
De vrouwe van Lindenas, oorspronkeiyk
een schoone, statige dame, met aristocra
tische gelaatstrekken, maar nu gebogen door
zorgen en lichameiyke zwakte, en haar jonge
gast vonden weldra by elkaar aanwezig
beide, de sympathie en het verdriet, dat
de menschen tot elkander brengt. Gösta
had niet langer dan tien minuten met zyn
gastvrouw gesproken, of hy bemerkte reeds,
dat de harde omstandigheden, waaronder haar
huwelyksleven was voorbygegaan, slechts
van geringen invloed op haar gedachten en
haar gemoedsleven waren geweest. De vrouwe
van Lindenas was nog steeds een „dame" in
geheel haar doen en laten, maar tevens een
innemende en warmvoelende vrouw. En zy
van haar kant was er spoedig van overtuigd,
dat, wat ook de majoraatsheer van Halle
borg naar het goed yoerde, hy niet, zooals
zy eerst had gevreesd, uit louter nieuws
gierigheid tot hen kwam.
De kinderen kwamen één voor één binnen,
zeven in getal, van 7 tot 18 jaar oud, jongens
en meisjes, byna armoedig, doch netjes ge
kleed; de jongeren, zy, die den toestand nog
niet konden beseffen, by wie het onderwys
der moeder nog gelyken tred hield met hun
jaren, waren gezond en levendig, de drie
oudsten, die reeds de scheeve verhouding
tusschen hun naam en hun positie aan de
eene, hun geringe kennis en treurige om
standigheden aan de andore zyde beseften,
met bedrukte, angstige, vroeg oude gezichtjes,
die van ontbering getuigden.
De jonker kwam weer binnen, biykbaar
netjes gewasschon, het leeren vest met een
van laken verwisseld; toen het theeblad op
tafel was gezet, kwam freule Amalia, het
achtste en oudste kind op Lindenas, óók
binnen.
Haar aanblik deed Gösta pyn. Het opge
wekte, roodwangige kind, dat hy zich herin
nerde, was oen schaduw geworden met door-
schynende wangen en handen. Het waren
nog dezelfde blauwe oogen, maar met een
onbeschryfiyk roerende uitdrukking van wee
moed en zachtheid, en het blonde haar omgaf
nu als een stralenkrans van glanzend goud
het uitgeteerde gelaat, een ryke gulden stroom,
het eenige wat nog krachtig was aan freule
Amalia.
Ook zy bezat maar weinig van de kundig
heden, die de adellyke familiön op het land
.ook toen reeds voor hun kinderen noodzake-
iliik achtten^ maar een helder hoofd, natuur-
ïyke tact en fijngevoeligheid, de dageiykscho
gedachtenwisaelingen met haar moeder, deden
by Amalia de gebrekkige opvoeding byna
geheel vergeten. De ziekte had nu zulk een
voortgaüg genomen, dat zij byna oen etherisch,
wezen was geworden, dat elk oogenblik zyn
vleugelen uit kon slaan, om van de aarde
weg te zweven.
Er lag niets van de belangstelling eener
jonge vrouw voor een jongen man in de naïeve
verwondering, waarmede zy baron Gösta be
schouwde. Door bet gemis aan levenservaring
was zy in haar gevoslens nog een kind. Zfj
zag naar hem op als naar een ongewoon
schoon, fijn voorwerp uit een haar onbekend'
wereld. Dus zóó zagon jonge, ryke en voor
name mannen er uit? Ja, zy hadden het goed
in de wereld, die omgaDg met andere mon-
schen hadden, en een leven zonder kommer
en gebrek leidden. En de jonge meisjes, die
dagelyks met hen waren, die hadden het
zeker ook prettig. Baron Gösta zag er knap
en goed uit, en de avond ging sneller om dan
gewooniyk, maar na het vertrek van den
gast ging Amalia ter ruste, zonder één ge
dachte aan hem te wyden, zonder nieuws
gierigheid of zy hem ooit terug zou zien.
Maar toen zy, vóór haar rolgordyn te
laten zakken, haar blik ln den maneschyn
over de welbekende omgeving liet zweven,
over de laatste overbiyfaelen der sneeuw, die
toch zoo barmhartig veel, veel sporen van
het verval, dat op het goed heerschte, aan
het oog had onttrokken, en zy or aan dachi:
dat, wanneer het sneeuwkleed zich weer ovei
HalliDgodalen uitbreidde, het ook h&ar gr".