flourant wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven. Feuilleton. 11204. IDonclei-dag 3 September. A0.1896 LEIDSCH DAG-BLAD PRUS DEZER COURANT; Voor Leiden per 8 maanden. s 1.10. Franco per post a i j 1.40. Afzonderlyke Nommers 0.06. PRUS DER ADVERTENTTËN: Van 1 6 regels 1.06. Iedere regel meer 0.17£. Grootero letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad wordt 0.05 berekend. Dit noumier bestaat uit TWEE Bladen. Eerste Blad. Offieiëele Kennisgevingen. Burgemeester en Wethouders der gemeente Leiden Gelet op art 9, 3de alines, van het Konioklijk Vesluit van den 4den Mei 1896, tot vaatatelÜDg van een Algemeen reglement voor de Earners van Koop handel en Fabrieken; Brengen ter algemeene kennis, dat de lijst van kiezers van leden van de Kamer van Koophandel en Fabrieken gedurende aoht dagen na heden ter Gemeente-Secretarie van Leiden ter inzage ia neder- gelegd en dat bezwaren tegen dio lijst, gedurendo acht dagen, te rekenen van den dag dozer kennis geving, bfl den Gemeenteraad kunnen worden inge bracht. Burgemeester en Wethouders van Leiden brengen ter algemeene kennis, dat ingevolge art. 20S, laatste alinea, der Wet van 39 Juni 1861 (Staatsblad No. 85), de begrooting dor plaatselijke inkomsten en uitgaven voor den dienst 1897 aan den Raad is aangeboden, op de Secretarie dezer gemeente voor een ieder ter lozing ia nedorgelegd en in druk tegon betaling der kosten algemeen verkrijgbaar gesteld. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Leiden, H. C. JUTA, Weth., lo.-Burgomoester. 81 Aug. 1898. E. KIST, Secretarie. Leiden, 2 Sip'imber. By de openbare promotie en prysuitdeeling van het gymnasium zyn heden bevorderd: Van de eerste klasse tot de tweede: Frits Muller Jz., J. H. Van der Harst, C. Van Aart, S. H. Zeegstra, J. J. L. Middendorp, S. J. De Hoest, D. Los, J. M. Blüggel, H. Kruseman, S. H. Van Groningen, C. F. J. Gombault, P. Spaan, P. J. M. Van Heeswijk, S. A. La Rivière, G. K. Oberman, H. T. Oberman. Van de tweede klasse tot de derde: B. F. Boekhold, C. Pijper, J. Wille, Conradine Verhey van "Wyk, S. Van Dorp, N. J. G. Pen, J. F. W. La Fontaine, J. D. Werkman, S. J. Van Velzen, S. D. De Vries, N. Cbr. Couvée, J. L. Van Gras8tek. Van de derde klasse tot de vierde: H. Werkman, A. S. Van Ingen, A. Evelein, Chr. H. Nykamp, H. E. Kern, J. Kroon, C. H. Versteeg, J. M. Obreen. Van de vierde klasse tot de vijfde: J. P. Fock6ma Andreae, Jacoba A. H. Van Velzen, C. Brunt, A. Grivel, J. Kloots, J. Th. Goossens, C. Boersma, M. Elion, C. A. J. Quant, J. F. Meyer, L. J. C. Kastelijn, J. H. Van der Wal. Van de vijfde klasse tot de zesde: W. F. Kaiser, P. E. Briët, P. C. Peltenburg, I. Serrurier, P. J. Bolleman van der Veen, A. J. Tn. De Van, J. J. Reyst, J. Fontein, H. Van der Hoeven, N. Chr. Kist, D. J. Jongeneel, H. W. E. Klomp, J. Adam, C. H. Hagen, F. J. Van Tubergen. De gratiarum actio werd uitgesproken: Namens de 1ste klasse door Frits Muller Jz. in het Nederlandsch Namens de 2ae klasse door B. F. Boekhold in het Fransch Namens de 3de klasse door H. Werkman in het Hoogduitsch; Namens de 4de klasse door P. J. Fockema Andreae in het Engelsch; Namens de 5de klasse door W. F. Kaiser in het Latijn. Aan de Sint-Jozefsgezellen-Vereeniging alhier is, gelijk wij reeds verleden jaar mede deelden, eene afdeeling verbonden om jonge lieden het teekenen te leeren. Toen werd er om dezen tijd een tentoonstelling in het Ge- zellenhuis aan het Rapenburg gehouden en thans is dit hedenavond van zeven tot tien uren weder het geval. Wy waren in de gelegenheid gesteld reeds gisteravond die teekeningen in oogenschouw te nemen en dit geeft ons aanleiding om op deze tentoonstelling de aandacht van belang stellenden te vestigen, want zy verdient die ten volle. Zy legt getuigenis af van het goede onder wijs, ook gedurende den afgeloopen cursus door den beer C. G. Van Oerle in het bouw kundig- en door den heer P. M. J. Van Oerle in het handteekenen gegeven. Van het handteekenen maakten ongeveer 40 en van het bouwkundig teekenen ongeveer 20 leerlingen gebruik, van wie nu ongeveer resp. 500 en 300 teekeningen ter bezichtiging hangen en in portefeuille liggen. Eene jury van drie leden hield zich gister avond met nauwgezetheid onledig met het beoordeelen van het tentoongestelde teeken- werk. De uitslag daarvan was, dat in het hand teekenen de volgende onderscheidingen werden toegekend: lste prys J. J. Simonis, 2de prys H. Van der Steen, 3de prijs N. Van der Meel en 4de prys L. Speet. In bet bouwkundig teekenen: lste prys H. C. M. Vorst, 2de prys J. J. Simonis, 3de prys C. Duyvestein en 4de prys H. Overdyk. Zeer zeker zal het hedenavond niet aan een druk bezoek ontbreken, en alsdan zal ieder kunnen blyken het groote nut, dat ge noemde Vereeniging, ónder presidentschap van den weleerw. heer J. J. M. Teule, kapelaan aan de H. Potrus-kerk, ook op het gebied van het teekenonderwys afwerpt. De heer W. Van Erp en zyne kapel hebben het teeken gegeven, dat het met den zomer weldra weer gedaan is. Gisteravond toch boden zy in den tuin van „Zomerzorg" het laatste der acht concerten voor dit jaar aan. Het was een uitgezocht programma, het welk daarvoor gokozen was; doch niet daar door alleen, maar ook door de vorige uitvoe ringen is er heelwat schoons op muzikaal gebied te genieten gegeven en aldus de naam van het stafmuziekcorps van het vierde regi ment waardig gehandhaafd. Bovendien uitgelokt door den fraaien avond, na den dag, welke nog geheel aan den zomer herinnerde, indien de bladeren niet reeds van de boomen begonnen te vallen, was do op komst zeer talryk van de inteekenaars met hunne dames, die over het ten gehoore gebrachte by herhaling hunne ingenomenheid betoonden. Het kan dus niet anders of deze soirées hebben den gunstigsten indruk achtergelaten en doen alzoo voor het volgende zomerseizoen eene niet mindere deelneming verwachten, te meer, daar de heer Couvée toont aan zyn tuin steeds de meeste zorg te besteden, zoodat een bezoek daaraan alleen reeds om die reden van aangenamen aard is. Op zyn verzoek is eervol ontslag ver leend aan den heer H. A. Van Helden, als assistent voor de pharmacie aan de Ryks- Universiteit te Leiden, en is als zoodanig voor het tydvak van 1 September tot en met 31 December 1896 benoemd de heer N. A. M. Sanders. Op het tweetal voor predikant by de Geref. gem. B te Gouda komt als nummer één voor ds. R. J. W. Rudolph, pedikant te Leiden. De gemeenteraad van Zoeterwoude heeft den heer J. Pieterse herbenoemd als wet houder. In plaats van den heer J. Dingjan, vroeger lid van den Raad, by de grensregeling tot Leiden overgegaan, is tot zetter der directe be lastingen benoemd de heer P. J. Van der Poel, onlangs gekozen Raadslid. Gedurende de maand Augustus zyn aan het Rykstelephoonkantoor te Lisse behandeld 350 telegrammen, te weten: ontvangen 181 en verzonden 169. In Augustus 1895 bedroeg dit aantal 258 telegrammen. Uit Waddingsveen meldt men ons, dat op den Koninginnedag op de vier scholen, openbare en byzondere, een uitdeeling van boekwerken plaats had aan de leerlingen, die de school getrouw bezoeken. Van verdere feestelykheden ^vas geen sprake. De beer Regt zal pogingen in 't werk stellen, om te Waddingsveen onder den na m van „Leeskring" een vereeniging te stichten tot het lezen van geschriften en boeken. Na lezing zullen die werken dan dienen tot in standhouding en uitbreiding eener volks bibliotheek. Het schoone landgoed „Vredenburg", in den Zuidplaspolder onder Waddingsveen ge- legeD, zal vermoedeiyk geheel worden gesloopt. Het perceel is in gedeelten door verschillende personen aangekocht. In de gistermorgen te Voorhout gehou den gemeenteraadszitting is de heer L. Hoog duin Wz. met algemeene stemmen herbenoemd, werd de gemeenterekening over 1895 goed gekeurd, waarby hot lid de heer C. Wester beek een woord van hulde bracht aan den gemeente-ontvanger voor z(1n nette en accurate administratie, en werd besloten de electrische schel der telephoon goed te laten repareeren. In de gisteren gehouden vergadering van den Raad der gemeente Alkemade is do perio diek aftredende wethouder, de heer E. J. Los, door 8 van de 9 aanwezige leden herkozen. Eén stem werd uitgebracht op den heer H. Van der Poel. Ook is in diezelfde vergadering de begroo ting van bet 3de bataljon rustende schuttery in Zuid-Holland voor 1897 in ontvangst en uitgaaf voorloopig vastgesteld op ƒ381. In de gisteren gehouden vergadering van den gemeenteraad te Stompwyk is de heer A. De Jong als wethouder herkozen. Aan den heer H. C. Van Everdingen werd op zyn verzoek eervol ontslag verleend als onderwyzer aan de openbare school in de buurtschap Veenweg en in diens plaats benoemd de heer A. Barten, onderwyzer te Schalkwyk. De rekening der gemeente over 1895 werd voorloopig vastgesteld: in ontvangst op f 18,178 97, in uitgaaf op 17,609.17, dus met een batig saldo van f 569.80. De begrooting voor bet jaar 1897 is aan geboden in ontvangst en uitgaaf met een bedrag van 18,804.80. De Gemeenteraad te 's-Gravenhage heeft tot wethouders herbenoemd Jhr. Gevaerts van Simonsbaven en Mr. Bevers. Mej. Jelgersma is op haar verzoek met 1 October eervol ontslagen als leerares aan de hoogere burgerschool voor meisjes. De Raad heeft de gevraagde toestemming voorwaardeiyk verleend tot plaatsing van het ter gedachtenis van Constantyn Huygens op te richten monument in de Scheveningsche Boscbjes, en aan P. Althoff voor 2000 grond te Scheveningen verhuurd voor het oprichten in 1897 van een houten circus. Gisteren mocht de heer J. D. H. De la Fuente, leeraar in de fagotklasse der Konink- ïyke Muziekschool te 's-Gravenhage, terugzien op een 25-jarigen onafgebroken werkkring aan gemelde inrichting. Zeer talryk waren de blyken van belangstelling, die in den vorm van bloemgaven, persoonlyke bezoeken en schriftelyke instemmings-betuigingen dezen dag voor den ora zyn verdiensten en persoon lyke hoedanigheden veelzydig geachten musi cus tot een onvergetelyke stempelden. De leerlingen der fagotklasse boden hunnen leeraar diens portret aan, gevat in fraaie lyst, terwyi het bestuur der liedertafel „Haagsch Mannenkoor" haren yverigen directeur en corps met diens jubelfeest kwam geluk- wenschen. Van den voorzitter der Koninklyke Muziek school, den commissaris der Koningin in Zuid- Holland, rar. C. Fock, mocht de heer De la Fuente eveneens een bewys van instemming met zyn zilveren feest ontvangen, terwyi vele Nederlandsche toonkunstenaars als Richard Hol, Gottfried Mann en meerderen van hunne belangstelling deden blyken. De Koninklyke zangvereniging „Caecilia" zond een zeer waar- deerend schryven. Gisteravond bracht het „Haagsch Mannenkoor" den Jubilaris eene serenade. Mön meldt uit de Residentie: Naar wy vernemen, mist het bericht, als zou de gezond heidstoestand van het lid der Algemeene Rekenkamer, den heer W. Van Rees, van dien aard zyn, dat hy zyn ambt niet zou kunnen blyven waarnemen, allen grond. De heer Van Rees is thans hersteld van eene ongesteldheid, waarvoor hy eenigen tyd in De Steeg by Dieren verblyf hield. Als bewys daarvoor kan nog gelden, dat de heer Van Rees, als scbryver van vele verhalen en novellen, nog kortelings een nieuwe uitgave zyner bekende letterkundige werken ter perse bezorgde. Mr. W. A. 't Hooft, rechter te Haarlem, heeft wegens drukke ambtsbezigheden zyn ontslag genomen als lid van den gemeente raad aldaar. Na den te Soestdyk gehouden gekostu- meerden optocht op den verjaardag van H. M. Koningin Wilhelmina, deelden Hare Majestei ten in de groote oranjerie van het palels aan het personeel van het lustslot Soestdyk en hun kinderen geschenken uit, bestaande in sigaren, tabak, tulbanden, krentenbrooden en pakjes chocolade. Onder de cadeaux, die de Koningin op Haar verjaardag ontving, behoorde o. a. een prach tig vierspan, Haar door de Regentes ge schonken. Het gala-diner telde 50 couverts. Behalve nagenoeg de geheele Hofhouding, namen daar aan deel de president en eenige leden van den Voogdyraad. De muziek der infanterie (5de regiment) uit Amersfoort speelde gedurende den maaltyd. H. M. de Koningin-Regentes stelde de ge zondheid in van Koningin Wilhelmina. Het diner werd gehouden in de Witte zaal. Er was muziek in de tent op het voorplein. Tegen den avond vielen stortregens, waardoor de voorgenomen illuminatie van den vyver achter het Paleis tot gisteravond moest wor den uitgesteld. Vroeger was do betrekking van leeraar in de scheikunde aan het gymnasium en aan de Hoogere Burgerschool met 5 jarigen cursus te Haarlem gecombineerd. Thans is door den gemeenteraad besloten, nu door liet bedanken van dr. A. E. Van Royen de betrekking vacant geworden is, dr. H, A. J. Valkema Blouw, leeraar aan het gymnasium, vooreen jaar met het scheikundig onderwys te belasten aan die inrichting. Tot leeraar in dat vak aan de H. B. S. werd benoemd dr. H. Van Erp, uit Leiden. De minister van marine is van zyn bui- tenlandsche reis teruggekeerd. Te Schiedam overleed, in den ouderdom van 65 jaar, mr G. H. Schuurman, sedert 1874 kantonrechter en sinds 1887 lid van den Raad dier gemeente. By beschikking van den minister van marine is: lo de benoeming van den jongeling J. H. De Roog tot adelborst der 3de klasse voor den zeedienst, op daartoe gedaan ver- zosk, ingetrokken, 2o. de jongeling O. D. T, De Ridder, met intrekking zyner benoeming tot adelborst 3de kl. voor de mariniers, be noemd tot adelborst 3dq kl. voor den zeedienst, en 3o. de jongeling H. baron Van Heraert tot Dingshof benoemd tot adelborst 3de kl. voor de mariniers. Tot leeraar aan de inrichting voor hoogor onderwys te Alkmaar is benoemd de heer G. E. W. Hille, te Zaandam. Tot conservator aan het zoölogisch laboratorium van den hoogleeraar Max Weber aan de universiteit van Amsterdam, is voor het studiejaar 1896/97 benoemd dr. J. T. Oudemans. Uit Middelburg wordt gemeld, dat do gemeenteraad met groote meerderheid van stemmen het voorstel van Gedep. Staten van Zeeland betreffende de grensregeling tusschen de gemeenten Middelburg en Nieuw St.-Joost land hoeft aangenomen. MAN EN VROUW. 6) Als de baron er eens langs reed, dan kon hy by den weg een wagen zien staan, half geladen met verrot hooi, zooals het volk dien by een regenbui in 't laatst van October had laten staan, omstreeks welken tyd de heer van Linden&s gewoon was den grooten hooioogst te houden. In het voorjaar gingen de ossen van honger en vermoeidheid in de voren liggen. Ja, het was daar een ellende! Na eenige dagen begon Gösta er over te peinzen, hoe hy onder een geschikt voor wendsel eens naar Linden&3 kon gaan. Do vrooiyko leefwyze op de andere landgoederen stuitte hem tegen de borst, de zorgen en het ongewone op Lindenas trokken hem aan. Een gewoon bezoek af te leggen aa zulk een lang verzuim, en nadat hy zich van de andere families had teruggetrokken, zou vreemd ïyken. Hy zooht daarom naar een geldig voorwendsel en vond dit ten slotte. De ver binding van Halleborg met den grooten weg liep gedeolteiyk over het gebied van Lindenas; hy wilde nu een grindhoop, die daar lag, koopen en hem goed betalen, dan kwam hy tevens als welkome gast. Het was een eigenaardige oude plaats, gelegen in de heeriykste natuur. Nog in de eerste dagen van April was men met dorschen bezig in de bouwvallige schuur, waarvan door den laatsten storm een groot deel van het dak was weggesleurd. Het rotte, slecht geborgen koren, dat door de dorschmachine giüg, verspreidde een duffen, onaangenamen geur, die reeds van verre merkbaar was. De dorschmachine zelf was er een van de aller oudste soort, zóó zwaar, dat vier paar ver bazend groote, magere ossen zich zóó moesten inspannen om haar ln beweging te krygen, dat de oogen hun uit de kassen puilden. In den oprit bleef Gösta's rytuig byna in modder steken, de brug was half vermolmd en gevaariyk te passeeren, het dak was gelapt en bouwvallig, maar in de voordeur stond de oude jonker zelf, met een rooden neus en niet juist netjes in de kleeren: een kalfsleeren vest en een inderhaast aan geschoten blauwe jas met blanke knoopen, sloeg de beide deuren open en zeido plechtig, alsof hy een kasteel had aan te bieden, en hy reeds den geheelen dag op Gösta had staan wachten "Welkom op Lindenas, mynheer de baron 1" Binnenshuis heerschte onbeschryflyke ar moede, zelfs voor den eenvoud dier dagen, maar alles, van het grootste tot het kleinste, verried den manhaftigen, angstigen stryd eener beschaafde vrouw togen het toenemend ver val. De gordynen waren kunstig geplooid, om de versleten plaatsen te verbergen; het geel en blauw geruite, zelf vervaardig© be kleedsel der meubelen in de voorkamer was zorgvuldig gestopt waar het doorgesleten was, en het behang was opgelapt door een hand, die er niet volkomen in was geslaagd de opgeplakte stukken in overeenstemming te brengen met het patroon. De koop was weldra gesloten, en nauwe- lyks had de baron de quitantie by zich ge stoken en was de huisvrouw binnengekomen om den gast gezelschap te houden, of de heer des huizes verdween. En vyf minuten later draafde de stal knecht op een der magere, verwaarloosde, zoogenaamde „rytuigpaardon" naar de her berg om arak te halen, een heele kan, want op Lindenas was al twee maandsn lang geen punch te zien geweest; toentertyd het eenige geestryke genotmiddel van die klasse van menschen, die zich te goed acht ten voor het product van eigen brandery, maar geen geld hadden om zich de weelde van wyn anders dan by uitzondering to veroorloven. De vrouwe van Lindenas, oorspronkeiyk een schoone, statige dame, met aristocra tische gelaatstrekken, maar nu gebogen door zorgen en lichameiyke zwakte, en haar jonge gast vonden weldra by elkaar aanwezig beide, de sympathie en het verdriet, dat de menschen tot elkander brengt. Gösta had niet langer dan tien minuten met zyn gastvrouw gesproken, of hy bemerkte reeds, dat de harde omstandigheden, waaronder haar huwelyksleven was voorbygegaan, slechts van geringen invloed op haar gedachten en haar gemoedsleven waren geweest. De vrouwe van Lindenas was nog steeds een „dame" in geheel haar doen en laten, maar tevens een innemende en warmvoelende vrouw. En zy van haar kant was er spoedig van overtuigd, dat, wat ook de majoraatsheer van Halle borg naar het goed yoerde, hy niet, zooals zy eerst had gevreesd, uit louter nieuws gierigheid tot hen kwam. De kinderen kwamen één voor één binnen, zeven in getal, van 7 tot 18 jaar oud, jongens en meisjes, byna armoedig, doch netjes ge kleed; de jongeren, zy, die den toestand nog niet konden beseffen, by wie het onderwys der moeder nog gelyken tred hield met hun jaren, waren gezond en levendig, de drie oudsten, die reeds de scheeve verhouding tusschen hun naam en hun positie aan de eene, hun geringe kennis en treurige om standigheden aan de andore zyde beseften, met bedrukte, angstige, vroeg oude gezichtjes, die van ontbering getuigden. De jonker kwam weer binnen, biykbaar netjes gewasschon, het leeren vest met een van laken verwisseld; toen het theeblad op tafel was gezet, kwam freule Amalia, het achtste en oudste kind op Lindenas, óók binnen. Haar aanblik deed Gösta pyn. Het opge wekte, roodwangige kind, dat hy zich herin nerde, was oen schaduw geworden met door- schynende wangen en handen. Het waren nog dezelfde blauwe oogen, maar met een onbeschryfiyk roerende uitdrukking van wee moed en zachtheid, en het blonde haar omgaf nu als een stralenkrans van glanzend goud het uitgeteerde gelaat, een ryke gulden stroom, het eenige wat nog krachtig was aan freule Amalia. Ook zy bezat maar weinig van de kundig heden, die de adellyke familiön op het land .ook toen reeds voor hun kinderen noodzake- iliik achtten^ maar een helder hoofd, natuur- ïyke tact en fijngevoeligheid, de dageiykscho gedachtenwisaelingen met haar moeder, deden by Amalia de gebrekkige opvoeding byna geheel vergeten. De ziekte had nu zulk een voortgaüg genomen, dat zij byna oen etherisch, wezen was geworden, dat elk oogenblik zyn vleugelen uit kon slaan, om van de aarde weg te zweven. Er lag niets van de belangstelling eener jonge vrouw voor een jongen man in de naïeve verwondering, waarmede zy baron Gösta be schouwde. Door bet gemis aan levenservaring was zy in haar gevoslens nog een kind. Zfj zag naar hem op als naar een ongewoon schoon, fijn voorwerp uit een haar onbekend' wereld. Dus zóó zagon jonge, ryke en voor name mannen er uit? Ja, zy hadden het goed in de wereld, die omgaDg met andere mon- schen hadden, en een leven zonder kommer en gebrek leidden. En de jonge meisjes, die dagelyks met hen waren, die hadden het zeker ook prettig. Baron Gösta zag er knap en goed uit, en de avond ging sneller om dan gewooniyk, maar na het vertrek van den gast ging Amalia ter ruste, zonder één ge dachte aan hem te wyden, zonder nieuws gierigheid of zy hem ooit terug zou zien. Maar toen zy, vóór haar rolgordyn te laten zakken, haar blik ln den maneschyn over de welbekende omgeving liet zweven, over de laatste overbiyfaelen der sneeuw, die toch zoo barmhartig veel, veel sporen van het verval, dat op het goed heerschte, aan het oog had onttrokken, en zy or aan dachi: dat, wanneer het sneeuwkleed zich weer ovei HalliDgodalen uitbreidde, het ook h&ar gr".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1896 | | pagina 1