11197.
"Woensdag 36 Augustus.
A0.1896
Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van (Zon- en feestdagen, uitgegeven.
Feuilleton.
Kok en Koning.
LEIDSCI
DAG-BLAD
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leidon per 3 maanden.
Franco per post
Afzonderlijke Nommers
1 1.10.
1.40.
PRIJS DER AD VERTENT rÈN
Van 1 6 regels f 1.05. Iedere regel meer f 0.17J. Grootore
letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de atad
wordt f 0.05 berekend.
Officiëele Kenniigeringe
Inkomstenbelasting 1806.
Burgemeester on WethonderB van Leiden brengen
In berinnering, dat met SI Aug. a. e. do tweede termijn
vervalt van de Inkomstenbelasting on dut
alzoo op den laten September a. e. minstens twee
zesde gedeelten Tan den aanslag moeten zjjn
voldaan.
Zij noodigen mitsdien belanghebbenden nit, om.
ter voorkoming van vorvolgingskosten,
tot de betaliDg van het verschuldigde ten kantore
▼an den Gemeente-Ontvanger over te gaan.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Leiden, H. C. JUTA, Weth., lo.-Burgemeester.
Si Aug. 1896. E. KIST, Secretaris.
Burgemeester en Wethouders van Leiden;
Gezien art. 8, lete alinea, der wet van den Sden
Juni 1875 (Staatsblad No. 95), tot regeling van het
toezicht bij het oprichten van inriohtingen, welke
gevaar, schade of hinder kunnen veroorzaken;
Brengen bjj deze ter algemeene kennis, dat door
hen op heden vergunning is verleend aan J. G.
LANGEVELD en rechtverkrijgenden tot het plaatsen
van een gasmotor van één paardebraoht in het
perceel Lange Mare No. 82, uitkomende in de
Van-der-Werf-straat.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Leiden, H. C. JUTA, Weth., lo.-Burgemeester.
24 Aug. 1896. E. KIST, Seoretarie.
Leiden, 25 Augustus.
Van het groote „Woordenboek der Neder-
landsche Taal" verscheen heden de 2de afle
vering van het 11de deel, bevattende de woor
den Oorlogspantser—Op, bewerkt door dr. W.
L. De Vree8e.
Tevens bevat deze aflevering het volgende
bericht:
De heer De Vreese heeft by zijn vertrek
naar Gent in 1895 de Redactie niet verlaten,
maar is er aan verbonden gebleven als Corres-
pondeerend Lid. Zyne medewerking zal van
nu af bierin bestaan, dat hij eene proef leest
van al wat er gedrukt wordt, om te zorgen,
dat geene eigenaardigheden van het Zuid-
nederlandsch, die in het Woordenboek eene
plaats verdienen, aan de opmerkzaamheid
van zijne Mederedacteurs kunnen ontgaan.
Tekens zal by bijdragen tot vermeerdering
der bouwstoffen van het Woordenboek, vooral
wat Belgische schrijvers betreft.
Deze afleveiing was bestemd om in December
1895 te verschijnen. Eene langdurige oogziekte
van dr. De Vreese heeft daarin vertraging
gebracht.
Voor de akte Fransche taal, lager onder
wijs, ia geslaagd de heer G. D. Colpa, van
Leiden.
Den lsten September a. s. is de heer
E. J. Los volgens rooster aftredend als wet
houder e'er gemeente Alkemade.
Te Roelof-Arendsveen bedroeg het saldo
der ingelegde gelden en terugbetalingen bi)
de Rijkspostspaarbank op 31 December
1894f 23,408.83
In 1895 werd ingelegd /"31,201.69
en terugbetaald f 20,338.27, saldo 10,863.42
Zoodat op 31 Dec. 1895 ingeschre
ven was voor een bedrag van f 34,272.25
Uit. Dec. 1895 waren in omloop 238 boek
jes, tegen 218 op dien datum van het vorige
jaar.
Naar aanleiding van de nieuwe aankon
diging, opgenomen in de Nederlanösche Staats
courant van 18 Augustus betreffende de
jongelieden, die dit jaar voor eene plaatsing
by de Cadettenschool in aanmerking komen,
wordt in aansluiting aan het bericht omtrent
den uitslag van het toelatings-examen voor
deze inrichting, zoomede voor de Koninklijke
Militaire Academie en den Hoofdcursus, er de
aandacht op gevestigd, dat de bedoelde nieuwe
aankondiging tevens in zich sluit, dat op 16
September a. s. voor den dienst hier te lande
zes cadetten méér aan de Cadettenschool zullen
worden toegelaten dan aanvankelijk in het
voornemen lag. Waarschynlyk houdt de ver
meerdering van het aantal plaatsen by deze
school verband met de weinig bevredigende
uitkomsten, welke ook dit jaar by het toela
tings-examen tot de Kon. Mil. Academie zyn
verkregen, ten gevolge waarvan, zooals werd
medegedeeld, 14 plaatsen voor de infanterie
h. t. 1. en 7 voor de infanterie in Ned.-Indië
onbezet moesten biyven.
De heer Yon Weckherlin, Nederlands
buitengewoon gezant en gevolmachtigd minis
ter in Noord-Amerika, met verlof hier te
lande, is dezer dagen door H. M. de Koningin-
Regentes op Soestdyk ontvangen en heeft
aldaar het middagmaal gebruikt.
Burg. en Weths. van Amsterdam hebben
den gemeenteraad in overweging gegeven de
bezoldiging van den geneesheer dr. Al6trino,
belast met de behandeling der zieken by het
corps der politie en der brandweer, nu dit
corps sterk wordt uitgebreid, te verhoogen tot
minstens f 3000 's jaars, met een maximum
van f 4000, en dr. Aletrino te benoemen tot
gemeente-geneesheer.
De hoogeerw. dr. Yan Os, president van
het groot-seminarie Rysenburg, vierde het
zilveren jubiló zyner priesterwijding te Oot-
marsum, alwaar zyn broeder pastoor is. Onder
de plechtige H. Mis van dankbaarheid hield
deze, de zeereerw. heer S. C. Yan Os, de
feestrede. Na de kerkelijke plechtigheid werd
in de pastorie het feest voortgezet, terwyi
des avonds Ootmarsums fanfare corps den
hoogeerw. feesteling een serenade bracht.
In de te Laagnieuwkoop gehouden Raads
vergadering werd de rekening over 1895 vast
gesteld met een batig saldo van f 55.28; de
ontvangsten bodroegen 2217.286 en de
uitgaven f 2162.005. Verder werd bet kohier
van den hoofdelyken omslag vastgesteld en
door B. en Ws. de begrooting voor 1897
aangeboden, bedragende in ontvangst en uitgaaf
f 2207.76. Daarna werd op voorstel van den
burgemeester met algemeene stemmen besloten
aan de uithoeken der gemeente borden te
plaatsen met 'topschrift: Bedelary en land-
loopery verboden ingevolge art. 432 en 433
van het Wetboek van Strafrecht.
By den Raad der gemeente Haarlem is
ingekomen e«m adres van de heeren Bonheur
en Lubcke te Brussel, tot het verkrygen van
concessie, voor zoover deze gemeente aangaat,
voor een stoomtramiyn naar Zandvoort. De
lyn zal loopen van de Kenaustraat by het
station door het Kenaupark, langs de Kinder-
huisvest en de Wilhelminastraat naar het
Wilsonsplein. Daar zal zy aansluiten aan een
lyntje, loopende van de Houtbrug langs de
Raamvest, en vervolgens gaan naar een brug
over de Leidschevaart, deze volgen en dan
zoo komen in de Zandvoortschelaan.
In de zitting der Algemeene Synode
van de Ned.-Herv. Kerk, van Zaterdag, werd
het door dr. Bronsveld ingediend voorstel,
om in art. 38 Regl. voor het godsdienst-
onderwys een alinea in te lasschen, waarby
bepaald wordt, dat niemand wordt aange
nomen zonder dat, zoo mogelyk, duideiyk
geblek-en is dat hy gedoopt is; of zoo dit
niet het geval geweest is, zonder dat by zich
bereid verklaart vóóraf by diens bevestiging
zich te laten doopen.
Hierna ging de vergadering over tot de
behandeling van het rapport der commissie
over de voorstellen en adressen betreffende
de rechten der minderheden on de bevrediging
barer godsdienstige behoeften. Allereerst werd
deze conclusie aangenomende Synode be
sluite een poging aan te wenden tot wetteiyke
regeling, waarby de rechten van minderheden
op de bovrediging harer godsdienstige behoef
ten iu eigen gemeente worden erkend met
behoud van de eenheid der gemeente. Een
meerderheid van tien stemmen tegen negen
verklaarde zich daarvoor.
Zonder hoofdelyke stemming werd verder
besloten de lynen, door prof. Gunning, te
Leiden, in zyn adres aangegeven, niet te
volgenook niet de concept-reglementen door
de heeren Bruins c. 8. artikelsgewyze in be
handeling te nemen, maar te behandelen e^n
gewyzigd ontwerp-Overman van een Synodaal
Reglement op de benoeming van ouderlingen
en diakenen en de beroeping vao predikanten,
hetwelk de commissie tegelyk aanbood.
Dit ontwerp luidt aldus:
Ontwerp van een Synodaal Reglement op
de benoeming van ouderlingen en diakenen
en de beroeping van predikanten.
De voornaamste artikelen volgen hier:
Art 1. Het recht der gemeente tot benoe
ming van ouderlingen en diakenen en be
noeming van predikanten (art. 23 Algemeen
Reglement) wordt, behoudens de rechten van
derden en met in acht-neming der bepalingen
van het Synodaal Reglement voor de Kerke
raden, het Reglement op de Yacaturen en dit
Synodaal Reglement, uitgeoefend door bare
stemgerechtigde leden (Art. 3* Algemeen
Reglement, Artt. 38 en 39 Reglement op het
godsdienstonderwys), die zich daartoe kunnen
aaneensluiten tot Kerkelijke Yereenigingen,
ter evenredige vertegenwoordiging der ge
meente en den kerkeraad naar hunne gods
dienstige behoeften.
Art. 5. Kerkelyke vereenigingen kunnen
worden opgericht, wanneer van het aantal
stemgerechtigde leden in gemeenten met éón
of twee predikanten een derde, in gemeenten
met drie predikanten een vierde, in gemeenten
met vier predikanten oen vyfde, daartoe door
onderteekening van een lyst zich vereenigen.
In gemeenten met vyf of meer predikanten
zal minstens een zooveelste gedeelte van het
aantal harer stemgerechtigde leden zich moeten
vereenigen als er predikantsplaatsen in die
gemeenten zyn.
Art. 6. Van de oprichting eener kerkelyke
vereeniging wordt door haar bestuur, onder
overlegging van een afschrift van de lyst
harer leden, kennis gegeven aan den kerke
raad harer gemeente, aan het classicaal be
stuur, aan het provinciaal kerkbestuur en
aan de Algemeene Synode of, wanneer deze
niet vergaderd is, aan de algemeene syno
dale commissie.
Is het aantal harer leden volgens deze lyst
in verhouding tot het aantal stemgerechtigden
der geheele gemeente, dan wordt de kerke
lyke vereeniging geacht wettig te bestaan.
Art. 8 Een kerkelyke vereeniging in een
gemeente met één predikant, vertegenwoor
digt de gemeente in den kerkeraadwanneer
deze buiten den predikant bestaat uit vier of
minder personen, door één ouderlingbestaat
by buiten don predikant uit zes personen,
door één ouderling en één diaken; bestaat
hy uit acht personen, door twee ouderlingen
en één diakenbestaat by uit tien personen,
door twee ouderlingen en twee diakenen, enz.
Art 9. In gemeenten met twee tot vier
predikanten heeft een kerkelyke vereeniging
het recht tot beroeping van een predikant
en tot benoeming van twee ouderlingen.
Art. 10 Zyn in gemeenten van vyf of
meer predikanten meer zooveelste gedeelten
der stemgerechtigde leden tot eene kerkelyke
vereeniging toegotreden, als er predikants
plaatsen in die gemeente zyn, dan heeft de
kerkelyke vereeniging recht, om voor elk zoo
veelste gedeelte éón predikant te beroepen en
twee ouderlingen te benoemen.
Art. 11. Het overige aantal predikanten,
ouderlingen en diakenen wordt beroepen en
benoemd door de meerderheid van de stem
gerechtigde leden der gemeente, met uitslui
ting hierby van de leden der kerkelyke ver
eenigingen.
Art. 17. Is er by de oprichting eener
kerkelyke vereeniging een predikant, die ge
acht kan worden haar te vertegenwoordigen
by de gemeente in dienst, dan beeft de kerke
lyke vereeniging recht op de vervulling van
de eerstvolgende vacature.
In het vervolg heeft zy dit recht, telkens
wanneer de predikantsplaats, te haren behoeve
vervuld, vacant is geworden.
In hoofdzaak zyn deze bepalingen zonder
hoofdelyke stemming, een enkele echter na
stemming met kleine meerderheid aangenomen.
De stemming echter over art. 10 is aange
houden, evenals die over een door den heer
Van Hoogstraten voorgestelde overgangsbe
paling Art. 8 eerste gedeelte werd aldus
gewyzigd: Een kerkelyke vereeniging wordt
in een gemeente met één predikant in den
kerkeraad vertegenwoordigd door éón ouder
ling, wanneer deze buiten den predikant be
staat uit 4 of minder personen, enz.
In de gisteren gehouden zitting werd de
behandeling van het concept-reglement op de
benoeming van ouderlingen en diakenen en
de beroeping van predikanten voortgezet.
Naar aanleiding van een voorstel van het
Piovinciaal Kerkbestuur van Friesland tot
wyziging van art. 1 al. 3 reglement op de
benoemingen, enz. werd voorloopig vastge
steld, dat aan dit art 1 een nieuwe alinea
zal worden toegevoegd, luidende: „onder „be-
deeling" wordt in dit Reglement niet verstaan
geneeskundige hulp en onderwys, en zolks
in de plaats van het tweede gedeelte van het
voorstel van Friesland, wat belreft de woor
den „geregeld bedeeld" terwyi het artikel
zelf onveranderd biyft.
- De Commissaris der Koningin in Noord-
Holland, jhr. mr. Schorer, is van zyn verlof
te Haarlem teruggekeerd en heeft zyne
functién hervat.
- De onteigeniDg van de benoodigde gron
den voor de stoomtram Rotterdam Oud-
Beierland—Numansdorp is, voor zoover die
gronden in de Hoekschewaard gelegen zyn,
afgeloopen. Naar gemeld wordt, hebben ;lle
eigenaars met de door de schatters vastge
stelde bedragen genoegen genomen.
- Het plan van den ingenieur T. Sanders
voor den aanleg van een spoorlijn, gaan Je
van het zuiden van Haarlem, door den Haar
lemmermeer naar Amsterdam, waarover reeds
jarenlang zooveel is te doen geweest, belooft
verwezenlijkt te zullen worden. Het kapitaal
daarvoor moet, naar de „N. R. Ct." verneemt,
byeen zyn en thans zyn de onderhandelingen
geopend met het gemeentebestuur van Haar
lem over de noodige brug over het Zuider-
Spaarne, die, naar het reeds voor twee jaar ge
nomen Raadsbesluit, voor voetgangers en rytui-
gen zou mooten worden ingericht.
- Hr. Ms. in8tructiescbip „Nautilus", onder
bevel van den kapt. luit. ter zee P. F. H.
Volcke, is in den namiddag van 23 dezer
Dungeness gepasseerd.
- De gewone audiënties van de ministers
van oorlog op Donderdag 27 en van marine
op Vrydag 28 Aug. a zullen nitt plaats
hebben.
- Het stoomschip „Prinses Marie", van
Batavia naar Amsterdam, passeerde 24 Aug.
Kaap St. Vincent; de „Tolamon", van Amster
dam en Liverpool naar Java, vertrok 22
Aug. van Algiers, de „Werkendam", van
Rotterdam naar Nieuw-York, passeerde 23
Aug. Prawlepoint.
- By koninkiyk besluit van 22 dezer is de
commissie van deskundigen, bestaande uit:
dr. W. P. Ruysch, adviseur voor de medische
en veterinairo politio by het departement van
binnenlandsche zaken, tevens voorzitter; dr.
A. W. H. Wirtz, directeur van 's Ryks Vee-
artsenyschool te Utrecht; M. J. Hengeveld
G.Jzn., districts-veearts te Haarlem; Th. G.
Van Ryssel, idem te Dordrecht, en H. Van
Staa, idem te Leeuwarden, benoemd by koninkl.
besluit van 14 April 1894, om te worden ge
hoord over de vraag, in hoeverre de bepalingen
van het koninkl. besluit van 27 Maart 1S88
herziening behoefden, ontbonden, met dank
betuiging voor de door haar bewezen diensten.
De heer J H. L. De Haas, kunstschilder te
Brussel, buiten bezwaar van 's Ryks schatkist
benoemd tot Nederlandschen commissaris voor
de in 1897 te München te houden interna
tionale kunsttentoonstelling, ten einde de be
langen van de Nederlandsche kunstenaars al
daar te behartigen
- By koninkl. besluit zyn benoemd met
10 September, tot griffier by het kantonge
recht te Bolsward mr. F. D. De Boer, thans
3)
Den jongen korporaal by de voldwacht ging
een rilling door de leden, echter niet van
vrees. Morgen dus zou Lodi bestormd worden 1
Dat was het, wat hem met geestdrift ver
vulde. Er op of er onder 1 Hy wilde zicb
onderscheiden, wilde zich by Bonaparte weer
in berinnering brengen.
Het voorbeeld voor hem was er. Hy had
niets anders tej doen dan het na te volgen.
Den volgenden dag, met het krieken van
den morgen, donderde van alle hoogten het
geschutvuur, dat de bestorming van Lodi zou
inleiden. Het urenlange, onafgebroken rollen
en donderen der kanonnen was verschrik
kelijk; overal steeg de opgewondenheid, van
beide zyden verwachtte men de bestorming
met ongeduld.
Eindeiyk rukte de Fransche infanterie, naar
de tactiek van dien tyd, in reusachtige colon
nes tegen de Oostenryksche versterkingen op;
tolkens verschenen nieuwe regimenten, als
't ware uit den grond opschietend, op het
slagveld. De stryd bleef langen tyd onbeslist,
de Franschen wonnen terrein, maar aan een
overwinning was niet te denken, en reeds in
den namiddag was het een uitgemaakte zaak,
dat men zich het hoofd zou verpletteren tegen
de vyandelyke wallen.
Generaal Bonaparte schuimde van woede.
Hy reed van het eene punt van den slag naar
het andere, hy voerde de regimenten persoon-
ïyk tot den aanval aan, ontzag geen gevaar,
integendeel, hy zocht het alles tevergeefs 1
Alles stuitte af op het moorddadige vuur van
den vyand en zyn vaste stelling.
Het heetst was de stryd om een brug, die
over de vestinggracht naar Lodi voerde. Als
het gelukte, deze stormenderhand te nemen,
was men by de bres en de vesting verloren,
doch alle bestormingen van die brug werden
afgeslagen. Juist hier concentreerde zich het
vyandelyke vuur op een wyze, die de bataljons
telkens noodzaakte terug te wyken.
Met den blik van den echten veldheer zag
Bonaparte, waar het haperde. Koelbloedig
reed hy in den kogelregen tot dicht by de
brug, sproDg van het paard en liep met
opgeheven degen de brug op.
„Yoorwaarts, myn dapperen 1" riep hy met
de schrille, electriseerende stem, die hem op
zulke oogenblikken eigen was, „een ellen
deling, die zyn generaal verlaat I"
En zoo, in de eene hand de vlag van het
31ste regiment, in de andere den blooten
degen, liep hy alleen tegen den vyand in,
naar de bres.
En alsof men slechts op het voorbeeld ge
wacht had, stormde nu alles, wat in de
nabijheid was, naar de brug. Een dood ver
achtende dapperheid ontvlamde in manschap
pen zoowel als officieren. Niemand wildeden
generaal in den steek laten. Nummer twee
in de bres was korporaal Murat. Hy schoot
juist toe, toen een Oostenryksche soldaat den
generaal zou neersabelen, en velde hem neer.
Een oogenblik lang was het, alsof de oogen
der beide dappere mannen elkander ontmoet
hadden. Toen echter scheidde hen het gewoel
van den stryd.
Lodi viel denzelfden nacht in de handen
van generaal Bonaparte, voor wien de brug
van Lodi de weg naar de onsterfeiykheid werd.
Des morgens na den slag was in de veroverde
stad parade der Fransche troepen, waarby
generaal Bonaparte niet verzuimde, velen
zyner soldaten persooniyk aan te spreken,
te pryzen, te onderscheiden. Zoo reed hy met
zyn staf ook langs het front der kurassiers,
by wie korporaal Murat stond. Hy stond in
het eerste gelid, met verbonden voorhoofd,
daar hy later in het gevecht een sabelhouw
gekregen had. Hy zag zyn groot voorbeeld
naderen, ernstig en voornaam als altijd, de
marmeren trekken door trotscb vertrouwen
verhelderd. „Nu komt myn dag, nu I" prevelde
de korporaal, en het hart klopte hem hoorbaar.
Doch de generaal, nadat hy een oogenblik
nadenkend voor hem stil gestaan had, reed
langzaam voorby, zonder iets te zeggen.
„Hy kent my niet meer, hy kent my niet
meerl" dacht Murat by zicbzelven, en een
traan rolde over zyn gebruind gezicht.
Eensklaps keerde Bonaparte zich om en
wenkte hem. „Korporaall" riep hy met
luide stem.
„Generaal 1" antwoordde Murat, met van
opgewondenheid trillende stem. Inwendig
echter jubelde hy: „Hy kent my tochl Hy
heeft my niet vergeten 1"
„Heet gy Gioachimo Murat?" vroeg Bona
parte.
„Ja, generaal."
„Zyt gy uit Montpellier?"
„Neen, generaal. Ik ben te Cahors geboren,
maar ik was voor eenige jaren te Montpellier,
waar ik het geluk had, u te zien."
„En gisteravond xyt gy my op de brug
voorby gereden?"
„Ja, generaal."
„Ryd voor bet front."
Murat gehoorzaamde.
„Ik benoem by dezen korporaal Murat tot
luitenant by zyn regiment," zeide Bonaparte.
„Luitenant Murat, ik verwacht, u altyd onder
de dapperen te vinden 1"
Daarmede reed hy heen.
HL
Reeds in dezen veldtocht ontwikkelde
generaal Bonaparte al die onweerstaanbare
onstuimigheid, die later de schrik van Europa
zou worden. Alles, wat hem in den weg
stond, wierp hy neer; twee Oostenryksche
legers onder Wurmser en Alvinczy, die Mantua
zouden ontzetten, versloeg hy, Mantua ver
overde hy, de republiek Venetië stak hy, om
zoo te zeggen, in 't voorbygaan in den zak
en trok door Friaul naar Tirol, tot by eindeiyk
den voor Frankryk schitterenden vrede van
Campo Formio afdwong. Met dezen vrede in
den zak keerde by in October 1797 naar
ParQs terug, waar iedereen hem toejuichte.
In zyn gevolg bevond zich Murat, die intus-
schen tot overste bevorderd was.
Maar naast deze heldhaftige en avontuur-
ïyke karakters ontwikkelden zich ln dezen
tyd ook andere, die, minder dapper en begaafd,
langs den weg dor intrige en speculatie, uit
de nieuwe verhoudingen zooveel mogelyk
voordeel poogden te trekken.
Tot deze personen beboordo de jonge Lóón
Charnis. Hy heette eigenlyk graaf Lóón De
Cbarnis, maar wyi de adel in die dagen geen
aanbeveling was, legde graaf Léon hem af
en noemde zich eenvoudig Léon Charnis. Hy
had door graaf Beauharnais, die onder Robes
pierre op de guillotine omkwam, met diens
weduwe, nu de gemalin van generaal Bona
parte, kennis gemaakt, en deze kennismaking
werd steeds inniger, naarmate er meer goede
berichten van het Italiaansche oorlogstooneel
kwamen. Josóphine Bonaparte was niet doof
voor de attenties van den jongen diplomaat,
en aan haar bemoeiingen gelukte het, hem
een betrekking aan het ministeiie van buiten-
landsche zaken te verschaffen. De heer Charnis,
die wel wist, wat in Frankryk en vooral te
Parys de invloed eener vrouw vermag, specu
leerde nog verder. Hy had in het huis van
Josóphine de jongere zuster van Bonaparte,
de schoone Caroline, leoren kennen. Deze
wilde hy trouwen. -Want, zoo redeneerde htf,
zwager Bonaparte is geen rang te hoog, en
de heer Charnis rekende al op een zetel ia
de regeering naast den generaal.
De oude Cambacórès, die nu in de regeering
zat, was toch maar een nul naast Bonaparte.
Josóphine ging gaarne, zoover het in baar
macht was, op de plannen van baar vriend in.
Wordt vervolgd.)