MENGELWERK. Ter uitbreiding der handelsrelatiën met Japan is, naar onlangs aan het Han delsblad werd ontleend, door de Duitsche regoering tot de Duitsche legatie te Tokio on de verschillende consuls in Japan do uitnoo- ging gericht om haar te adviseeren, langs welken weg het geschiktst een Japansche courant in Japan zou kunnen gepubliceerd worden. De uitgebrachte adviezen moeten van dien aard zijn, dat men in regeeringskringen tot de uitgave van een tijdschrift in de Japan- schd taal besloten heeft. In verband hiermede herinnert de heer Kamerlingb Onnes in het Exportblad aan een door hem voorberied; dergelijk plan, dat hij thans opnieuw aanbeveelt, daarbij de hoop uit sprekende, dat binnenkort zulk een supplement B zal kunnen verschijnen. Over de quaestie van inrichting da-.rvan schrijft h\j: De allereerste quaestie nu is de taal onzer uitgave voor Japan. Blijkens de aan ons verstrekte inlichtingen is eene uitgave, in de Japansche taal ten onzent bewerkt, eene onderneming, die op het bezwaar stuit, dat z£j in Japan door de Engel- sche en Duitsche handelsfirma's ongelezen zoude worden ter zijde gelegd, een bezwaar dat een nommer gelijktijdig in het Franach en Engelsch, niet aankleeft. Trouwens, ook overigens is eene mededeeling in één dezer talen den Japanner toegankelijk. De Japansche taal to -kiezen als hulde aan de natie is te eerder overbodig, daar de regoering zelve hare handelsmededeelingen in het Japansch en Fransch ai in het Japansch en Engelsch uitgoeft. Daarbij komt nog iets. Was de positie van onzen handel deze, dat in de verste schuil hoeken van Japan relation moesten worden opgespoord, dan zoude een nommer in het Japansch bewerkt noodig zijn, maar aangezien de connection, die wij behoeven, zich allereerst bepalen tot eene bekendheid met de leidendo buitenlandsche firma's, die in Japan de import en exportzaken drijven, bereikt een minder officiëele publiciteit niet alleen het gestelde doel, maar is zy voor het oogenblik zelfs gewenscbt. Aldus mogen wy aannemen, zyn wy met eene uitgave gelijktijdig in het Fransch en Engelsch verantwoord. Eene tweede quaestie, de inhoud zeker van niet minder belang - voert ons tot ha- schouwingen van minder - lokalen aard. "Wy hebben op dit punt onze opvatting, waarvoor wy geene algemeene instemming kunnen vorderen, maar die wy hopen in weinige woorden als practisch te kunnen verdedigen. Met de markten, waar wy nieuwe relatiën wenschen aan te knoopen in Zuid-Amerika (Supplement A) allereerst, in Japan (Supple ment B), in China, in Britsch-Indië, enz, overal, waar door gebrek aan directe stoomvaartver bindingen onze connection te zeer boperkt zyn, in die streken, meenen wy door beschrijvende inlichtingen, welke ons land en de activiteit onzer natie in een gunstig daglicht doen treden, mededeelingen van algemeenen aard ia één woord, en eerst later versterkt door bijvoeging van détails, welke de handels relatiën, die wy het meest zich zien ont wikkelen, vanzelven aan de hand doen, de aandacht te trekken in de overzeesche ge westen die wy bewerken. Iedere opvatting heeft haar voor en tegen. Voor die, welke in on6 Supplement A (Zuid- Amerika) en wy hopen binnen niet al te langen tyd in meerdere nommers hare uiting vindt, kunnen wjj niet verlangen algemeene instem miDg te vinden, m -.ar dio overweging is toch de onze, dat, terwijl het werk, door ons opgevat, de gelegenheid openzet voor firma's om volgens eigen inzicht te blyven werken of te gaan werken, onze Supplementen door ieder hunner met voordeel kunnen worden benut in de handelscentra, waar zy circuleeren. Wat reeds ter bevordering van onze relatiën mot overzeesche gewesten geschiedt; dit besef dringt ons vooral, dat wy als kleine natie in den hedondaagschen handelsstrijd te zamen moeten houdon. Finantiöele Ki-onieli. Do afgeloopen week bracht eindelijk een krachtige en gewenschte verandering op do Effectenmarkt en wel voornamelijk door den ommekeer der Amerikaansche spoorwegmarkt. Hoewel moeilyk beweerd kan worden, dat die plotseling gunstige wending was to voor zien, kwam toch wel langzamerhand do over tuiging tot rijpheid, dat de algemeene toestand van verlamming en neerslachtigheid, zooals zy m de laatste weken allerwegen was inge treden, toch niet lang meer had kunnen aan houden. De daling had zulk een omvang aan genomen en de angst werd langzamerhand zoo bespottoiyk, dat het pabliek eindeiyk wel de oogen moest opengaan en tot de ontdekking komen, dat het zich toch wel wat al te veel door blindo vrees had laten medeslepen en tot dwaasheden vleiden. Want belachelijk en dwaas was het ten slotte, to zien boe do aanbieding van één enkel stuk voldoende was om eeno daling van meerdere percenten te doen ontstaan, zelfs onder de bit6re soorten. Doch er was ook niet do minsto vraag te bespeuren, daarentegen van alle kanton aan bod, zoodat een kooper gelegonbeid te over had om abnormaal lage pryzen te bedingen, hetgeen niet scheen te verhinderen om het aanbod blindolings te doen aanhouden. Ten slotte moest dan toch wel het besef boven komen, dat een dergelijke toestand wat al te dwaas was en de daling nu toch langzamer hand wel een grenspunt zou moeten berei ken, en zoo is het ook gekomen. Merk waardig genoeg scheen dit denkbeeld niet alleen op de AmsterJamsche, doch ook op de Londensche en Nieuw Yorksche Beurs te heerschen; de wacht was alleen op een eerste aanleiding. De markt eenmaal „om" zijnde, bleek ook boe weinig ernstig de oorzaken der crisis werden beschouwd, want plots ling was de vrees ver dwenen en werd nu weer met graagte opge nomen, hetgeen een paar dagen geleden in angst verkocht was. Doch niettegenstaande de gunstige wending, is en blyft het karakter der markt toch oppervlakkig en wankelbaar en zal zy voorloopig nog wel by iedere kleine wyzigiDg, de voorliefde of de terug houding van een zenuwachtig publiek blyven ondervinden. Eonigszins gemotiveerd was de verbetering wel, doch men dient er op voor bereid te zyn, dat de Amerikaansche spoor- wegmarkt nog menige verrassing, aangename en onaangename, verborgen houdt en dat nog wel eens angstige oogenblikken zullen kun nen worden doorleefd, vóór de uitslag der Presidentsverkiezing aan de onzekerheid een oinde maakt. Intusschen beginnen de ver schillende berichten er wel op te wijzen, dat de kans voor den goud-president (zooals Mac Kinley genoemd wordt) beter gaan staan, en dit wel ten gevolge der crisis zelve. Dit goede heeft zij in ieder geval teweeg gebracht, dat de aandacht van hel Amerikaan sche volk scherper gevestigd wordt op den verwoestenden invloed, welke nu reeds ten opzichte der Amerikaansche waarden in het algemeen, te bespeuren valt, en nog slechts een vingerwyzing is voor de beweging, welke zou ontstaan, wanneer eenmaal de zilver- dollar aan het woord mocht komen. Een verblijdend teeken i3 het dan ook, dat de redevoering van Bryan, van te voren voor Nieuw-York aangekondigd en waarin hy een krachtige verklaring zou afleggen, fiasco heeft gemaakt. Al is nu de eerste schrik, door de jongste ma'aise ontstaan, veel getemperd, toch is de lucht nog niet zuiver en het bloed nog niet rustig, en daarom is het wellicht niet zonder nut een blik te werpen op de perioden, welke een veranderde muntpolitiek zouJon te door- loopen hebben, alvorens de invloed daarvan merkbaar zou worden. In de laatste dagen is meermalen bet vermoeden uitgesproken, dat het gevaar, dat de zilverparty aan het ro?r zou komen, niet zoo byzonder groot werd geacht, hetgeen af te leiden viel uit de weinig geanimeerde houding der zilverpryzen. By de groote agitatie der zil vermannen, zou toch allereerst eene stijging der pryzen ver wacht mogen zyn, indien de aanhangers dier party werkelijk zeker genoeg waren om spe culatieve aankoopen in dit metaal te onder nemen. Uit het wegldyven eener prysver- hooging werd nu afgeleid, dat de kansen voor de zilverparty toch niet zoo gunstig stonden. De hoegrootheid dezer kansen voor het oogen blik nu buiten beschouwing gelaten, wordt dit argument toch van weiüig waarde geacht en wel op grond, dat bet verloop der ver kiezingen in Amerika onmogelyk een spoe dige prysverhooging van het zilver zou kun nen to voorschyn roepen, zelfs in het geval, dat de „zilver"-candidaat tot president wordt gekozen. In den aanvang van November worden door het volk de lectoren geko zen, welke uitspraak omtrent de presi dentskeuze hebben te doen. Deze electoren krygen van hun kiezers natuurlijk een bepaald mandaat en dienovereenkomstig kan re9ds ia het begin van November met zekerheid bet resultaat der verkiezing worden opge maakt. Behalve deze verkiezing mo?t ook een nisuwo verkiezing plaats hebben voor een deel der leden van hot Huis van Afge vaardigden en dc-r Senatoren. Al deze nieuwe regeeringspersonen, ook de nieuwe president, aanvaarden hun ambt eerst vier maanlen later. Tot zoolang bJyft presi dent Cleveland in functie. Wanneer nu in Maart 1897 de regeeringsverwisseling plaats heeft, is de zitting van het congres reeds geëindigd en komt dit lichaam eerst in Decem ber 1897 weer byeen, en eerst dün kan be slist worden welke muntpolitiek door Amerika zal worden gehandhaafd. Desnoods zou de nieuwe president gebruik kunnen maken van zyn bevoegdheid, om een buitengewone zitting van bet congres uit te schryven, doch deze zou niet vroeger dan in den zomer van 1897 kunnen plaats hebbeD. Vóór dien tyd zou dus geen behandeling der munthervorming kun nen plaats hebben en nu, met het oog op de groote onzekerheid der verkiezingen en de rente verslindende speculatie der zilverbaren, om nu reeds speculatieve aankoopen van dit metaal uit te voeren en dus zoowel de kansen eener nederlaag, als eene langdurige rente- verspilling te wagen, daarvoor zyn de Amerikaansche speculanten toch nog niet te vinden en daarom acht men ook het tydstip tot het opkoopen van zilver nog veel te vroeg. Hierdoor zou dus verklaard worden waarom het zilver niet stygende is, zonder daarmede te willen zeggen, dat de kansen der zilver- party aan belangrijkheid hebben verloren of gewonnen. Intusschen hebben in deze afgeloopen week belangryke aankoopen in Amerikaansche fondsen plaats gehad en toonde vooral Don derdag de Amsterdamscbe Beurs een merk waardige stijfhoofdigheid, voor zooverre zy zich in het geheel niet stoorde aan do minder gunstige koersen van Nicuw-York. Ook de Londensche en Duitsche speculatie begint met een weinig meer moed op te treden en gaf aan de algemeene houding iets meer veer kracht. In het begin der week vonden evenwel in enkele soorton nog zeer belangryke, gefor ceerde opruimingen plaats, voor rekening van een in gebreke gebleven firma. Voornameiyk werd dit gevoeld by de Oregon Short Col 1. Trust Bonds, waarvan niet minder dan 110,000 dollars ter markt werd gebracht. Doch ook in -We 8 t e r n N.-York Ponnsyl vanië, en Atlantics hadden uit dezelfde bron belangryke aanbie dingen plaats, waardoor voor deze waarden n-fiuurlyk eene zeer ongunstige markt moest ontstaan. Missouri-waarden hadden een vry onrustig verloep, waarschynlyk in ver band met het voorloopig bekend worden van het jaarresultaat, hoewel dit toch niet zoo onbevredigend blykt. De ontvangsten zijn ruim voldoende om op de 1ste en 2de bypotheek- obligatiëa de rente te betalen, waarna nog een bevredigend surplus wordt gevonden. Wellicht is de wank-lende koers terug te brongen tot den minder guostigcn kato noogst, welken men vreest, dat op de inkomsten der maatschappij van invloed zal zijn. Door de Canadian Pacific is op de gewone aandeelen een halfjaars-dividend van 1 pet. aangekondigd, hetgeen zeer ongelyke beoordeelingen heeft uitgelokt. Wordt aan den eenen kant dit dividend gering geacht en geeft het dus teleurstellmg, aan den anderen kant wordt de handeling der directie gebillykt, wanneer zy verklaart m6t het oog op den onzekeren handelstoestand in Amerika, to' voorzichtigheid aangemaand te worden en een zuinige politiek te handhaven. De ontvangsten der maatschappij blyven zich zeer bevredigen! ontwikkelen en geven voor de eerste week van Augustus weer eene vermeerdering van 59,000 dollars. De teruggang der Mexicaansche fondsen moet voor het grootste gedeelte gesteld worden op rekening van geforceerde opruimingen ten behoeve van het roeds hier boven vermelde in gebreke gebleven com missiehuis. Nadat de liquidation daarin hadden opgehouden, konden de koersen weer een belangryk herstel ondergaan. De Europeesche markt bleef over bet algemeen in bevredigende stemming, doch de Parysch9 beurs was minder goed gedisponeerd, voornamelijk onder den invloed van de hoogst ernstige toestanden in Turkjje. Russi sche fondsen bleven echter sterk voor die plaats gezocht, onder den invloed der nu reeds ontstaande opwinding, in verband met bet aanstaande CzaTen-bezoek te Parys. De Koloniale afdeeling liet weer veel te wenschen over; in het algemeen zyn slechts gevoelige afbrokkelingen te vermelden. Petroleumwaarden zyn daarentegen in beter conditie, in verband met de gunstige vooruitzichten van den handel, o. m. door de voorgenomen verhooging der invoerrechten op petroleum in Hongarije. In aandeelen Nederlandsch Zuid Afrik. Spoor bad in den laatsten tyd een opmerkelyke teruggang plaats, hetgeen werd veroorzaakt door een geiyke koersbe- weging op de Berlijnsche beurs. Aanleiding daartoe gaf het gerucht -volgens hetwelk de Volksraad een besluit zou hebben genomen tot overname der lynen door den S aat, op voor de aandeelhouders ongunstiger voor waarden. Men wist daaromtrent te vermelden, dat de overname zou geschieden op een basis der laatste drie afgesloten boekjaren, terwyl algemeen werd ondersteld, dat daarvoor ten grondslag zouden worden genomen de resul taten der laatste twee afgesloten boekjaren en het loopende, hetgeen een belangryk hooger doorsnee cyfer zou geven dan volgens do eerste berekening. Nadat men echter de overtuiging had gekregen, dat ten opzichte eener overname niets bekend was, ook niet in Holland, herstelde zich de Berlijnsche markt en daar mede ook de stemming op onz9 beurs. Rynlandsche Bank. O ewroken Uit het Fransch van Léon Malicet. De kogel floot door de lucht en nam een roos mede van Jacques De Górald's kepi, daareven door hemzelf er op gestoken. De jonge man wilde de bloem oprapen, doch ont bladerd lag zy op den grond, terwyl het sten- geit ja nog op de kepi was gehecht gebleven. Hy keek om zich heen, of hy den schul dige kon ontdekken. In de verte zag hy hoe een Pruisisch offi cier één voor één de geweren afschoot, welke een soldaat hem telkens aangaf. Jacques verbleekte; hy herkende in den vyandelyken officier, met het donkere uitsr- ïyk, in de eenvoudige uniform, met de platte pet, zyn aanstaanden schoonbroeder, Henri De Bruckner. Twee jaar geledeD, toen het nog overal vrede was in Frankryk, kon men geen go- lukkiger huiselyken kring bedenken dan die der familie De Górald was. Het geheele jaar brachten de leden er van door op het fraaie, kleine kasteel in de Vogezen. Tnéièso, de zuster van Jacques, was toen achttien jaar en een mooi meisje met goud blond haar en groote, blauwe oogeD, waarin oprechtheid en goedheid te lezen stonden. Heur vader had op haar al de liefde over gebracht, welke hy vroeger voor zyn vrouw gevoeld had. Thérèse had haar moeder by haar geboorte verloren. Broeder en zuster beminden elkaar hartelyk. Op een goeden dag was Jacques op de jacht gegaan en verder van huis gedwaald dan zyn gewoonte was. Niet recht wetend waar by zich bevond, stond hy eensklaps tegenover een jongen man, dien hy voor den eersten koer in zyn leven zag. Groot, forsch, ryzig,s nam de onbekende hem van het hoofd tcj da voeten op. Hy voelde, dat een zenuwach tige blos hem naar de wangen steeg, en zich hierover schamend, betaalde hy, met schijn bare brutaliteit, den vreemdeling met dezelfde munt. Alsof hy slechts hierop gewacht had, zeide deze: „Mag ik my aan u voorstellen? Ik ben Henri De Brückner, de nieuwe eigenaar van „La Tourell9."" Spoedig werden beiden vrienden, hun harts tocht voor de jacht bracht- hen st9eds nauwer tot elkander. Samen bedachten zy allerlei tochtjes en heelwat wild werd door hen thuisgebracht. Vooral Henri Da Brückner was onvermoeid als hy den geheelen dag er op uit was ge weest, ging hy 's avonds nog yverig stu- deeren. Natuurlyk kwam hy dikwyis aan huis by Jacques en weldra was hy in den familiekring een welkome gast. Een paar maanden later was H9nri De Brückner geëngageerd met Thérèse, die zich allerlei lieflyke droomen schiep van een toe komst, waarin ze op bet oude kasteel zou blyven wonen, met haar man en haar vader tot dagelyksch gezelschap. Ook de heer De Gérald drong 9r op aan, dat de jongelui by hem zouden blyven wonen; bet zou hem al te veel hebben gekost, om van zyn dochter geheel afstand te doen. Telkens, wannser Henn op Teis ging (reizen, waarvan niemand het eigenlyke doel wist on waarvan hy altyd even onverwacht terugkwam) liet hy een leegte achter, waardoor men reik halzend uitzag naar zyn terugkomst. Het was toen in Mei; twee maanden later brak de oorlog uit en ontving Jacques order om uit te trekken met het regiment, waarvan hy luitenant was. Vóór zyn vertrek wilde hij zyn vriend nog de hand drukken, doch op zyn herhaald schellen kreeg hy geen gehoor; het huis scheen uitgestorven, alle blinden waren ge sloten. Het wreede lot wilde, dat Jacques tegen den vyand te verdedigen kreeg het plekje land, waar hy de gelukkigste jaren zynó levens gesleten had. Met een angst in bet hart, die hem nimmer verliet, dacht hy er aan, wat er van zyn ouden vader en van zyn zuster moest worden, indien de Pruisen eens verder rukten. Hy bad dien nacht in het ouderiyk huis geslapen, daar zyn regiment in het dorp verspreid lag. En 's morgens was hy heengegaan naar zjjn post, met wanhoop in *t harte, omdat by de twee wezens, die hy op aarde het liefst had, onverzorgd moest achterlaten. Thérèse had hem omhelsd en hem een roos gegeven. „Die zal my geluk aanbrengen", had hy gezegd, en de bloam daarna op zyn kepi gestoken. En deze roos had de kogel van den Prui- sischen officier nu weggeschoten. En hoe wa3 het mogelijk, dat het niemand anders was dan Henri De Brückner! En thans dacht hy aan honderd kleinig heden, voorheen niet opgemerkt, aan zyn geheimzinnige reizen, zyn langdurige en dik wyis herhaalde eenzame wandelingen in de bergen. Nu begreep by het doel van dio tochten I Had hy het maar eer ingezien 1 En die man, een Duitsche spion, had de echtgenoot willen worden van zyn zuster! Wat zou zy lyden, als zo hoorde, aan wien ze haar hart had geschonken. Armo Tbérèsel Hy balde de vuist, zoodat zyn nagels bloedige sporen nalieten in het binnenste van zyn hand. De vyand had het park omringd als in een yzeren muur en Jacques moest steeds achteruit gaan, wilde hy zyn manschappen niet bloot stellen aan noodeloos gevaar. Eenige uren later was het kasteel in staat van beleg gesteld. Van beide kanten vuurde men onophoudelyk. Met ieder schot vlogen er pannen en stukken steen los. Het dak was geheel doorschoten; voor de ramen hingen de doorboorde matrassen; de toestand werd onhoudbaar. De vyand was reeds genaderd tot aan de muren, weldra zou by binnendringen, door niets of niemand te weerhouden. Thérèse verbond de gekwetsten, troostte de stervenden en gedroeg zich als een heldin. Jacques wilde haar de treurige tyding langzaam mededeelen, er haar eerst op voor bereiden. „Weet gy, wie de vfland aanvoert, Thérèse?" vroeg hy. „Ik zal u z(jn naam noemen, maar zeg my dan ook, dat ge hem niet meerliefhebt." Het jonge meisje verbleekte. „Ik heb hem gezien; hy is hot, de verrader, de lafaard, kyk zelf, daar staat hy." Met uit ges trek ten arm wees Jacques Daar een open ruimte. „Daar1" Als door den bliksem getroffen stortte hy neer; met een doffen bons sloeg hot hoofd tegen den grondde mond bleef open, de arm uitgestrekt. Bleeker dan de dooden, die haar omring den, knielde Thérèse by het ïyk van haar broeder neer. Een dof snikken deed haar eindeiyk bet hoofd opheffenhaar vader stond naast haar, gebogeD, overmand door zyn smart. Ïhérè3e stond op, een doodeiyke bleekheid overtoog haar gelaat, waarin de groote oogen onheilspellend schitterden; de droge lippen hield ze op elkaar geklemd. Ze nam een geweer op en begaf zich naar het venster. Vóór haar was het een donkere, wèmolende massa, een gegons van vele sti.mmen: de vyand, die in hoe langer hoe dichter gelederon het kasteel insloot. Boven dit rumoer uit hoorde ze in haar nabyheld een welbekende stem, welke haar vroeger woorden van liefde en beloften van trouw had ingefluisterd. Het bloed steeg haar naar de wangenho« had ze hem ooit kunnen gelooven, bèm, den verraderl Zy liet het geweer op de vensterbank rusten, haalde den haan over, een kogel floot door de lucht en kapitein De Brückner viel dood neer. Thérèse wendde zich af, de handen voor het gelaat houdend. Gemengd Nieuws# Een onderwjjzer in'twielryden in Den Haag wendt by zenuwachtige dames e:n aardig middel aan om haar onbewust een bewys ?an haar kunnen te geven. Wanneer do dame de dorde of vierde les neemt, en het ergste is overwonnen, begint hy haar onder *t ryr'en de een of andere ge schiedenis te verteiten, by v.: „Verbeeld u, mevrouw, ze hebben vannacht hier ingebroken; toen ik vanmorgen hier kwam, vond ik de deur open en twee van de mooiste machines waren weg. Ik kon dnidelyk den weg nagaan, dien de dieven genomen hadden, want overal lagen verbrande lucifers. En het'ergste is nog, dat ze aan de brandkast Lebben geze Met een „O! mynheer, maar ik ryd alleen!*" valt de dame hem in de rede. De onrierwyzer heeft de dame, toen zo by de lucifers waren, losgelaten en is blyven staan; tot de brandkist bemerkte de rydster niets, maar toen hoorde ze zyn stem niet meer zoo dicht by zich en viel natuurlyk om. Het dorl is bereikt, ze weet nu, dat ze wel alleen kan ryden en een groote moeliykheid is reeds overwonnen. (De Kampioen.) Uit Stevens weert schryft een inzender aan de „L, K": We waren altyd in de meening, dat de kieviet geen roofvogel was. Ik was echter getuige van een voorval, dat mo daaromtrent aan 't weifelen brengt. Wandelinde laDgs de Maas, deed ik een vlucht spreeuwen opgaan, waar ik myn oog op gevestigd hield. Eens klaps naderden twee kieviten op een grootere hoogte dan de spreouwen. Toen Z9 juist boven deze waren, schoten ze opeens, snel als de bliksem, naar beneden. Als een wervel wind vloog de troep spreeuwen door elkaar, terwyl de kieviten, zichtbaar worstelende, op een weiland neerstreken. Snel begaf ik me nu daar naar toe en vond daar tot myn grootste verwondering twee byna geheel ver scheurde spreeuwen. Dus een verandering in de natuurlijke historie. De kieviet is een roofvogel. In het district Zweibrücken, in de Palts, zyn vele gemeenten, welker bewoners voor het grootste gedeelte als muzikanten hun brood verdienenjaar in jaar uit trekken zy mot viool, trompet of citer op den rug de halve wereld door om met hun verdiensten jaarlyks in het vaderland terug te keersn. Met name was ook Engeland het doel hun ner tochten, maar thans blyken zy door den Duitschershaat, naar aanleiding van de be kende depeche van keizer Wilhelm aan pre sident Kruger, zwaar getroffen te zyn. Dé dit jaar reeds vroeger dan anders uit Enge land terugkeerende muzikanten melden een stemmig, dat het Engelsche publiek aan de pachters van openbare vermakelijkheden beeft verklaard, zb niet meer te zullen bezoeken, indien zy nog langer Duitsche muziekcorpsen gebruikten. Zoodoende hebben velen betrek kingen verloren, die zy vyftien tot twintig jaar lang hadden bekleed. Li-Hun g-Chang. DeEuropeesche pers zal er niet rouwig om zyn, dat de Cbineesche onderkoning zich de moeite heeft getroost op zyn ouden dag van het Hemelsche Byk naar het verre Westen te komen. De bladen hebben heelwat van hem te vertellen. Tydens zijn verbiyf in Engeland bracht de ambassadeur ook een bezoek aan het hoofdpostkantoor to Londen. Daar werd by ontvangen door den hertog van Norfolk, den directeur van het postkantoor, en vele andere autoriteiten. Het geheele gebouw werd Li, die van de vele trappen geen last bad, omdat hy door vier mannen in een stool werd gedragen, rondgeleid. Yooral de uitgebreidheid van de telegraphie- afdeeling wekte zeer zyn bewondering op. Niet minder dan 3000 menschen waren hier aan het werk. Het onophoudelyk getik maakte zoo'n leven, dat men ternauwernood zyn eigen woorden kon verstaan. Ten genoegen van Li word, waar by by stond, een telegram gezonden naar Parys, van den volgenden inhoud: „Z\jn Excellentie de onderkoning van China vereert ons met een bezoek Wilt u ons melden, of er nieuws is en wat voor weer het is." Onmid dellijk daarop kwaftïhet antwoord: „Wy zyn ook met een bezoek vereerd. Het is zeer mooi weer. Er ie geen nieuws." Daarop werd een dergelyk telegram naar Duitschland gezonden en in een minimum van tyd luidde het antwoord in htt Engelsch: „Wy verzoeken u aan Zyn Excellentie onze eerbiedige groeten over te brengen. Wy hebben een prachtigen dag. Er is niet veel nieuws." Toen gaf Li-Hung-Cbang het verlangen te kennen om zelf een telegram te verzenden; de beambten deelden daarop aan hun Duitscho collega's mede, dat Zyn Excellentie met den Duitschen keizer wilde spreken. Maar er werd teruggeseind, dat Zyn Majesteit op het oogeatlik te Wilhelmshöhe was en dat dit ni6t rechtstreeks is aangesloten.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1896 | | pagina 6