11184.
Dinsdag IX Augustus.
A0.1896
feze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van (Zon- en feestdagen, uitgegeven.
LEIDSCH
M&BLAD.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 3 maanden. i
1.10.
Franco por post a
Afzonderlijk© Nommers
i
0.05.
PRIJS DER ADVERTENTEËN:
Van 1 6 regels f 1.05. Iedere regel meer f 0.17{. Grootere
letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad
wordt f 0.05 berekend.
Leiden, 10 Augustus.
Mej. E. Klinkert, alhier, is geslaagd by
het to 's-Gravenhage gehouden examen Fran-
Bche taal, lager onderwijs.
Heden ontvingen we per Fransche mail
het „Bat. Nieuwsblad" van 8 Juli en de
„Deli-Crt." van 6 Juli.
Thans heeft zich te 's Gravenhage ge
constitueerd een anti sociaal democratische ver-
eeniging van Nederlandsch spoorwegpersoneel,
genaamd „Recht en Plicht", een afd. van den
onder dien naam bestaanden bond, wiens ver
takkingen aan de voornaamste stations in
Nederland hierdoor weder met éón vermeer
derd is.
Het voorloopig bestuur van deze Haagsche
afdeeling is als volgt saamgesteldVoorzitter,
C. Van Dorsten, hoofdconducteur;onder-voor
zitter, A. Van Well, ladingmeester; lste secre
taris, C. Oliemans, boofdconducteur2de secre
taris, A. Vreeswijk schaalknecht; lste pen
ningmeester, W. Kunze, rangeerder; 2de pen
ningmeester, J. H. Hattink, rangeerder; con
troleur, M. Storm, assistent kruispuntwachter;
adjunct-controleur, W. H. Hessing, seinhuis-
wachter; allen van de H. IJ. S.-M.
Onder de overige leden komt ook voor de heer
Arnoldy, chef van het station der H IJ.-S.-M.,
te 's Gravenhage.
Het bestuur heeft zich tot de ingezetenen
gewend met een circulaire, waarin uiteenge
zet wordt dat de tot-stand koming dezer ver-
eeniging een dringende eisch was, waar ge
bleken is, dat een aanzienlijk gedeelte van
het mindere spoorwegpersoneel zich onder de
banieren van het socialisme heeft geschaard
en „te verwachten is, dat een nog grooter
getal, alreeds door dien geest besmot, zich
woldri bjj hen zal aansluiten.
„Ai aangenomen, dat de haat dier misleiden
zich niet zal koelen door het opofferen van
menschenlevens, staat te avond of morgen
toch een werkstaking te wachten op de
ljjnen waarvan de ellende niet te berekenen
zou zijn".
Het bestuur noemt het echter gelukkig, dat
in den boezem van het spoorwegpersoneel zelf
thans eene beweging ontstaan is tegen dien
on gelukkigen geest
Dringend wordt daarom verzocht om door
toetreden als donateur, door een gift van
minstens f 20, waaraan eenige rechten ver
bonden zyn, het doel der nieuwe vereeniging
te steunen.
De in te komen gelden zullen onder meer
besteed worden tot het stichten van een fonds,
dat het collectief eigendom zal uitmaken van
de gezamenlijke leden; tot het verstrekken
van onderstand, het uitkeeren van premiên
aan hen, die loffelijke vermelding worden
waardig gekeurd in den dienst, tot het geven
van een hooge ronte van de door de leden
in de spaarkas gestorte gelden, enz.
Door B. en Ws. van Rotterdam is by
den Raad iDgediend een ontwerp tot her
ziening van de verordening op het openbaar
slachthuis. In overeenstemming met de com
missie voor de financiën is daarin wijziging
gebracht in de tot nu toe betaalde traktementen.
Dat van den directeur wor it tot een maximum
van f 3500 opgevoerd, waardoor zyn wid^e,
in aanmerking genomen, dat hy nog f 500
geniet als directeur van den keuringsdienst,
beter in verhouding komt te staan tot die der
chefs van gelyksoortige takken van dienst.
Het ligt voorts in de bedoeling hem een
boekhouder ter z'yde te stellen op een wedde
van f 1200 tot f 1500.
Aan een 18 tal inrichtingen van lief
dadigheid en openbaar nut te Rotterdam zyn
door den aldaar overleden heer T. J. W.
Oerder legaten vermaakt tot een gezameniyk
bedrag van 35,000.
Aan het staatsexamen tot toelating aan
de Universiteit namen van 6—8 Augustus 8
candidaten deel voor de faculteiten der godge
leerdheid, enz. Toegelaten is één candidaat,
nl. de heer J. C. De Moor.
Voor de faculteiten der geneeskunde, enz.
werden 7 candidaten geëxamineerd. Toege
laten zyn 4 cand., nl. de heeren B. Hendrix,
B. W. Monnik, J. Nolet en R. Welschen.
Het examen wordt voortgezet met één
candidaat.
By ministcriëele beschikking zyn 64
klerken, werkzaam aan do kantoren der directe
belastingen, enz., na onderzoek door de
provinciale directeuren, bevorderd tot Ryks-
klerken, waaronder 16 te Amsterdam.
De „Tel." bevat een schets van het
grafmonument ter nagedachtenis van "Wi lem
George Frederik Prins van Oranje Nassau,
Broeder van Koning "Willem I, overleden te
Padua 6 Januari 1799, en aldaar begraven.
Het gedenkteeken in vorm van bas relief is
ontworpen en in marmer uitgevoerd door den
beeldhouwer Canova. Het zal ter zake van
de overbrenging van het stoffeiyk overschot
des Prinsen worden geplaatst in de Nieuwe
Kerk te Delft.
In de be8chryving der beeldhouwwerken
van Canova door H. DelAouche (Parijs
Audot 1825) leest men het navolgende:
„Deze vrouw, die schreit aan den voet van
de wapenrusting des Prinsen Frederik, stelt
voor het Vaderland in rouw; zy treurt over
haar teleurgestelde verwachting. De ooievaar
is minder e*n attribuut van het Noordelyke
klimaat, dan wel het zinnebeeld van kinder
liefde. Men weet, dat deze vogel daarom ge
heiligd was by de ouden."
Het monument is hoog 2.40 M. en breed
1.37 M.
Door het bestuur van het krankzinnigen
gesticht „Dennen oord", te Zuidlaren, is be
sloten een zeer groote uitbreiding aan deze
stichting te geven. Op 24 September a. s.
zullen nl. worden aanbesteed: Het bouwen
van twee paviljoenen, een kerk en pastorie,
een tuinmans- en een smidswoning, alsmede
een smelery. Het werk zal uitgevoerd worden
onder architectuur van den heer K. Hoekzema,
te Groningen.
De gemeenteraad van Nieuwer-Amstel
heeft besloten tot het aangaan van eene
geldleening, groot f 15,000, tegen 3*/4 pCt.,
met een aflossing in 15 jaar, voor den Raad-
huisbouw. De gemeenterekening over 1895
sluit met een saldo van f 773.86.
By de kerkeiyke plechtigheid van Vrydag
te Wezel de inwyding van het gerestau
reerde Evangelische kerkgebouw zyn, naar
aan het „N. v. d. D." wordt gemeld, onze
landgenooten, de vertegenwoordigers van de
Ned. Herv. en Evang. Luthersche Synoden,
met veel sympathie en onderscheiding ont
vangen. Na de plechtigheid zelve werden zy
ook voorgesteld aan de keizerin en aan prins
Heinrich van Pruisen, die zich eenigen tyd
met hen onderhielden, waarby naar aanlei
ding van een der liederen uit Valerius' „Ge-
denck-klanck", welke by den kerkdienst ge
zongen waren de keizerin gewaagde van de
groote ingenomenheid des keizers met de oud-
Nederlandsche muziek.
Aan den feestmaaltyd hebben de presiden
ten der beide genoemde Synoden ook het
woord gevoerd: ds. M. A. Perk in het Neder
landsch, ds. W. F. Lobman in het Duitsch.
In November a. s. zal to Utrecht een
nationaal congres voor geheel onthouding van
alcoholische dranken plaats hebben. Het
comité bestaat uit prof. dr. J. W. Gunning,
voorz., prof. dr. J. v. Rees, N. J. v. d. Loo,
ds. A. De Koe, G. V. Herwaarden, P. v. d.
MeuleD, mevr. W. J. v. Herwaarden Quarles
v. Ufford, F. J. De Holl en Th. W. v. d.
Woudo, terwyi het zich nader ds. C. S. Adama
v. Scheltema on dr. F. B. Banning toevoegde.
De luit. ter zee 2do kl. J. A. Bland
Van den Berg, behoorende tot de rol van
Hr. Ms. wachtschip te Willemsoord en ge
detacheerd aan toord van Hr. Ms. schoener
„Argus", wordt met 5 September a. s. over
geplaatst aan boord van Hr. Ms. fregat „Johan
Willem Friso" en aan boord van de „Argus"
vervangen door den luit. ter zee 2de kl.
C. C. A. Van Burg.
De luit. ter zee 2de kl. L. T. Van Heusden,
dienende aan boord van Hr. Ms. monitor
„Cerberus", wordt met 15 Augustus a. s. op
non-activiteit gesteld en den 21sten d. a. v.
daar aan boord vervangen door den luit. ter
zee 2de kl. A. F. J. Romswinckel.
Naar wy vernemen, heeit de bekende
schryfster Jo Van Sloten, te Amsterdam, met
„Cesar en zyn meester" den eersten prüs
behaald by de mededinging ia de prysvraag,
uitgeschreven door het hoofdbestuur der
Nederl. Vereeniging tot bescherming van dieren
voor het best geschreven werk betreffende
den „Hond".
Aan het antwoord „Van den Hond Dodo",
ingezonden door mejuffrouw Joh. R. Peaux,
te W«k aan Zee-en-Duin (by Beverwyk) werd
de tweede prys verleend.
Het hoofdbestuur der Maatschappy tot
Nut van 't Algemeen heeft aan de departe
menten toegezonden eene lyst van sprekers,
die zich bereid verklaard hebben in het seizoen
1896 '97 in departementen, die dit Verlangen,
op te treden, en daarby gevoegd een lyst van
onderwerpen. Met nadruk doet het hoofdbestuur
uitkomen, dat deze voordrachten geen volks
voorlezingen en evenmin gewone letterkundige
of vermakoiyke lezingen zyn, doch dat zy ten
doel hebben, om in bevattolyken vorm voor
alle belangstellende hoorders of hoorderessen,
ook buiten den kring der departementen, den
gezichtskring te verruimen op het arbeidsveld,
dat de Maatschappy zich in onzen tyd en in
overeenstemming met art. 1 der wet aange
wezen ziet en tevens om zoovelen mogeiyk
tot medewerking op dit gebied aan te sporen.
Op de lyst staat o. a. vermeld mej. E. C.
Knappert, te Leiden.
Men meldt uit Vlissingen van 9 dezer:
Van Londen, waar H. K. H. de plechtige
voltrekking van het huweiyk van prinses
Maud van Wales met prins Karei van Dene
marken hebben bygewoond, zyn beienmorgen
hier aangekomen per stoomboot „Koningin
Wilhelmina" de kroonprins, de kroonprinses
en prins Nicolaas van Griekenland. De hooge
reizigers werden begroet door den consul-
generaal, den heer R. Lehmann, en den
consulair-agent van Griekenland.
Nadat zy zich geruimen tyd hadden onder
houden met den heer Lehmann, werd in een
expresseiyk daartoe ontboden salonrytuig de
reis voortgezet naar Friedrichshof, waar zy
eenigen tyd de gasten zullen zyn van H. M.
keizerin Fnedricb, moeder van de kroonprinses
van Griekenland.
De tentoonstelling te Zaandam behoort
tot het verleden. Zy is in den afgeloopen
nacht gesloten met een bal en met schitte
rende verlichting. Lampions en vetpotjes
waren niet gespaard, en evenmin het elec-
triscbe licht.
In verband met het gouden priesterfeest,
op 15 dezer te vieren door mgr. Bottemanne,
Katholiek bisschop van Haarlem, zyn in de
kathedrale kerk in de Jansstraat, aldaar,
smaakvolle versieringen door wapens, schilden
met spreuken, godsdienstige emblemata, aan
gebracht.
Voor het nationaal hygiënisch congres,
in de volgende maand te 's-Gravenhage onder
leiding van den Minister van Staat mr. J.
Heemskerk Az. te houden, hebben zich reeds
ongeveer 80 deelnemers aangemeld.
Naar wy vernemen, heeft zich te Schie
dam eene commissie gevormd, bestaande uit
den majoor-commandant on officieren der d.d.
schuttery, ter fesstelyke viering van d9 troons-
bestyging van H. M. Koningin Wilhelmina
in 1898. (S. C.)
Door de classis Zwolle der Gerof. Kerken
is in hare vergadering van 6 Aug. jl. de heer
E. Troost, cand. aan de Vrye Universiteit, na
praeparatoir (voorbereidend) examen, met alge-
meene stemmen beroepbaar verklaard in ge
noemde Kerken.
Aan den heer G. C. Yan den Hoef,
bloemist te Oegstgeest, is vergunning ver
leend om het wapen van H. M. de Koningin-
Weduwe te voeren.
Te Katwyk aan Zee is by zyne familie
aangekomen de beroemde Hongaarsche Katho
lieken-leider graaf Moritz Esterhazzy. Daar
gewichtige werkzaamheden in hot belang der
Katholieke zaak hem in Hongarye wachteD,
zal de hooge gast niet lang aan hetKatwyk-
sche strand kunnen verblyven; reeds den
18den Augustus moet hy weder den Katho
liekendag te Buda-Pesth voorzitten.
Het stoomschip „Edam" vertrok 8 Aug,
van Nieuw-York naar Amsterdam; de
„Koningin Wilhelmina," van Amsterdam naar
Batavia, arriveerde 9 Aug. te Southampton;
de „Obdam" arriveerde 9 Aug. van Rotter :am
te Nieuw-York; de „Transvaal," van Am
sterdam naar Kaapstad, vertrok 8 Aug. van
Londen; de „Veondam" vertrok 8 Aug. van
Nieuw York naar Rotterdam; de „Ajax," van
Java naar Amsterdam, passeerde 6 Aug.
Sagres de „Prinses Sophie," van Batavia naar
Amsterdam, passeerde 8 Aug. Kaap Roca;
de „Prins Frederik Hendrik," van Amsterdam
naar W.-Indië, is 8 Aug. Ouessant gepasseerd
de „Reichstag," van O. Afrika naar Hamburg,
is 8 Aug. te Aden aangekomende
„Bellerophon," van Java naar Amsterdam,
arriveerde 9 Aug. te Suez.
Praatjes oyer Kunst.
Vlokken.
LXXV.
Op teer eigenaardige wyze wordt het vyf-
jang bestaan van den „Haagschen Kunstkring"
herdacht.
In de zaaltjes boven de Passage is nl. thans
een hoogst belangrijke collectie bijeen van
werken, door den oprichter dezer Vereeniging,
den landschapschilder Thóophile De Bock, ver
vaardigd.
Toen eenige jaren geleden het plan rypte
om een meer zelfstandige corporatie tot stand
te brengen, waar de kunst in 't algemeen
zou worden gediend, en ook het werk van
jongeren beter tot zyn recht zoude kunnen
komen, dan dit o. a. op de officisele „Drie
jaailyksche" geschiedde, toen hebben enkele
kortzichtigen gemeend, dat hier aan tegen
kanting van 't bestaande genootschap „Pulchri
Studio" moest worden gedacht. Dat niets
minder waar was, heeft de tyd intusacheu
geleerd.
Dat in De Bock ,the right man on the right
place" gevonden werd om aanvankelijk do ver
gaderingen to presideeren, en een werkzaam
aandeel te nemen in het inrichten der ver
schillende exposities, ook daarvan is het bewys
overtuigend geleverd.
De Bock, hoezeer in hetgeen hy zelf voort
bracht zeer persoonlijk van opvatting, en ter
dege een eigen cachet aan zijn werk gevend,
is bijster veelzijdig in 't waardeeren van
anderer kunst By artisten wordt deze eigen
schap niet dikwyis aangetroffen. Eigenaardig
en sympathiek is 't den schilder met evenveel
liefde over een Gobelin of een oudo houtsnede
te hooren spreken, om daarna weer met enthou
siasme te gewagen van een Japansche teeke-
ning of eeü Chineesche vaas, eD, met evenveel
waardeering kan hy over een der Marissen
spreken als over den arbeid van een Tnorn
Prikker, een Toorop, een Melchers of een
Doudelet.
Aan zijn initiatief is het stellig te danken,
dat „de Kring" binnen vry korten tyd ook
zyn Muzikale, Letterkundige en Architec
tonische afdeelingen verkreeg.
Lugné-Poè was er met zyn „Maeterlinck"-
vertolking even welkom als de „Migo
Sè.r Peladan. De Fransche pointlllisten expo
seerden er, evenals er Japansche houtsneden
tot baar recht kwamen. Vincent a'Indy was
Een Ilomeinsche Schoone.
17)
De aantrekkingskracht, die by op do Romein-
sche beau-monde uitoefende, werd hierdoor
nog grooter en zeer velen klauterden de drie
uitgesleten trappen op, alleen met het doel
om eens een origineel te zien. Zy moesten
zich deze moeite wel getroosten, want het
was onmogelijk Spinola in een salon ten
toon te stellen, aangezien hy alle invitaties
afsloeg.
Ghibello en zyn dochter waren erg bly,
dat de fortuin hem zoo toelachte. Camilla zou
geen vrouw zyn geweest, als zy niet had
begrepen, dat hy haar liefhad. Die ontdekking
deed haar smartelijk aan en zy trachtte, door
hem zusteriyk te behandelen, balsem op de
wonde te leggen. Dat middel had juist de
tegenovergestelde werking, maar Spinola deed
zyn uiterste best om zyn smart te verbergen.
Uiteilyk was hy niet veranderd; slechts do
vele gryze haren, die door zyn dik, zwart
haar begonnen te loopen, spraken van het
verdriet, dat hy had; het ergste vond hy,
dat hy haar niet kon smoren in het bloed
van zyn ongelukkigen medeminnaar! En hy
moest aanzien hoe de liefde Camilla door
straalde, haar schoonheid by den dag ver
hoogde I
Nu schreef Bilfredo, dat de manoeuvres te
Pistoja waren afgeloopen en dat hij tot
kapitein wa bevorderd. Nog slechts enkele
dagen en hy zou Camilla in zyn armen
8luitonl Hy genoot al by voorbaat van de
genoegens van hét weerzien. Camilla las den
brief door, legde hem met een gelukkig lachje
naast zich neer en vatte haar arbeid weer op.
't Was een prettig werkje l Zy maakte kleine
bouquetjes van levende oranjebloesem voor
een japoDgarnituur. Een paar bouquetjes had
zy al af. Zy deed haar best ze zoo mooi mogelyk
te maken.. Zy wist niets van de bruid af, zy
kende niet eens baar naam, maar meer
oprechte en inniger wenschen dan welke, die
zy aan de bouquetjes meegaf, zullen wel niet
dikwyis een bruid naar het altaaar hebben
begeleid.
Haar verleden, haar liefde, haar hoop en
haar vrees voor de toekomst, over dat alles
peinsde zy, terwyi zy zat te werken. Zy was
een weinig ontroerd, dat de beslissing nu zoo
naby was, haar vingers trilden, toen zy naar
de schaar greep om een takje oranjebloesem
af te knippen. Hot duurde echter maar
eventjes, en slechts een gelukkig opflikkeren
harer zwarte oogen getuigde van haar aan
doening.
Mot een peinzend lachje maakte Camilla
op een morgen de doos toe, waarin de
bouquetjes zaten, en kuste haar vader, die ze
voor haar zou wegbrengen.
Ghibello deed juist de deur achter zich
dicht, toen een man, die een platte pet op
had, met een gouden band er om, zooals de
loopjongens uit hotels dragen, de laatste
treden der trap opkwam en hem vroeg waar
signor Ghibello woonde. Toen Ghibello ant
woordde, dat hy degeen was, dien hy zo.ht.
overhandigde hy hem een brief. Hy behoefde
niet op antwoord te wachten, zei hy, en ging
de trap weer af.
De hand van den brief kende Ghibello maar
al te goed. Hy had haar in de laatste weken
ook zoo dikwyis gezien! Maar die brieven
waren altyd aan zyn dochter geadresseerd
en kwamen met de post. Hy schrikte; met
bevende vingers scheurde hy den brief open.
Hy had zich niet vergistde brief, die slechts
eenige regels groot was, was van Bilfredo.
Hy was in Rome en verzocht Ghibello hem
in zyn hotel te komen opzoeken, maar Camilla
zyn tegenwoordigheid in Rome te verbergen.
Ghibello zag alles om zich heen draaien,
by moest zich aan de leuning van de trap
vasthouden om niet te vallen. Met knikkende
knieën liep hy de trap af; met gebogen hoofd,
hy zag niets van wat er om hem heen ge
beurde, liep hy de nauwste straatjes door,
die naar het Corso leidden en waar de bloemen
winkel was, waar hy de doos moest afgeven.
Hy liep als iemand, die slaapwandelt.
Bilfredo was afgestapt in het hotel „Yit-
toria," in de Via due Moncelli. Toen Ghibello
binnenkwam, zag hy, dat Bilfredo's oogen
koortsachtig schitterdende hand, die hy hem
toestak, was warm en droog. Hy was eerst
tegen den morgen te Rome aangekomen.
Neem my niet kwaiyk, signor Ghibello,"
begon hy op zenuwachtigen, haastigen toon,
zoodra Ghibello zat, „dat ik u verzocht heb
by my te komen, in plaats van
Hy sprak niet uit en Ghibello, wiens mager
gezicht vaalbleek was, zei nadat hy een
oogen blik tevergeefs had gewacht:
Ik b8gryp wel waarom."
Hy keek voor zich op den grond en wachtte
totdat Bilfredo zou voortgaan. Deze voerde
een harden stryd met zichzelf. Hy kon het
niet over zich verkrijgen de vreeselyke woor
den, die hy te zeggen had, uit te spreken,
vooral, nu hy het bleeke, door angst ver
wrongen gezicht van Ghibello voor zich zag.
Ghibello kwam hem te hulp.
U wilt my zeker vertellen, dat uw vader
zyn toestemming niet geeft tot uw huweiyk
met myn dochter?" zei hy op zachten, doch
duidelyken toon.
Neen, neen," antwoordde Bilfredo; „ik
heb er met hem nog niet over gesproken."
Ghibello keek hem vragend aan.
Bilfredo dwong zichzelf tot kalmte en zei:
Zoodra ik uit Pistoja terug was, zocht
ik myn vader op en vertelde hom, dat ik u
ontmoet had. En toen heeft by my verteld
waarom hy den vriend zyner jongelingsjaren
nu zoo totaal negeerde."
Ghibello knikte. Bilfredo sprong op en
riep uit:
Om '8 Hemels wil, zeg, dat het niet
waar is I Ik geloofde hem eerst niet, ik kon
hem niet gelooven, omdat ik u had leeren
hoogachten en liefhebben. Ik moet het uit
uw eigen mond vernemen om het te gelooven.
Maar bet kan niet waar zyn! U, de vader
van Camilla l Het zyn niets dan leugens en
laster."
Het is de waarheid," antwoordde Ghibello
met een blik, waaruit een ontzagiyk groote
j smart sprak. „Ik heb de zaak van de eenheid
i van Italië verraden."
Met een dof gesteen zonk Bilfredo in zyn
stoel neer en bedekte zyn gezicht met zyn
handen.
Gbibello keek voor zich op den grond
en zei:
U vraagt my misschien waarom ik u
die bekentenis niet heb gedaan op dien avond,
toen ge my met zooveel aandrang om de hand
myner dochter vroegt? Maar begrypt u niet,
dat het meer dan pynlyk is voor een oud
man, om zoo'n bekentenis te moeten doen
aan een jongeling, zelfs al heeft hy dien
jongen man lief zooals hy zyn zoon zou lief
hebben? Moest ik dat doen in tegenwoordig
heid van myn dochter, terwyi ik zag hoe
innig veel zy van u hield? Ik wilde tyd
winnen; eenmaal moest u het toch te weten
komen. Maar u hadt geen geduld. Toen praatte
u over uw vader, en ik verwees u dadoiyk
naar hom. Het uitstel, waarvan u eerst niets
wilde hooren, was er nu toch. Ik heb ge
weten, dat dit oogenblik eenmaal daar zou
zyn, en toch heeft het my nog overrompeld."
Nu is alles uit, alles uit," zei Bilfredo
op klagonden toon.
Arme, arme jongen," zei Ghibello. „Ik
begryp, dat u zeer onder den indruk bent.
van al wat er gebeurd is, maar luister eerst
naar my, voordat u oordeelt. Loer eerst do
motieven kenüeD, die or my toe brachten myn
plichten jegens myn vaderland to vergeten;
ik wist heel goed wat ik deed en ik ben
bereid er de gevolgen van to dragen."
Wordt vervolgd.)