11184. Dinsdag IX Augustus. A0.1896 feze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven. LEIDSCH M&BLAD. PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 3 maanden. i 1.10. Franco por post a Afzonderlijk© Nommers i 0.05. PRIJS DER ADVERTENTEËN: Van 1 6 regels f 1.05. Iedere regel meer f 0.17{. Grootere letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad wordt f 0.05 berekend. Leiden, 10 Augustus. Mej. E. Klinkert, alhier, is geslaagd by het to 's-Gravenhage gehouden examen Fran- Bche taal, lager onderwijs. Heden ontvingen we per Fransche mail het „Bat. Nieuwsblad" van 8 Juli en de „Deli-Crt." van 6 Juli. Thans heeft zich te 's Gravenhage ge constitueerd een anti sociaal democratische ver- eeniging van Nederlandsch spoorwegpersoneel, genaamd „Recht en Plicht", een afd. van den onder dien naam bestaanden bond, wiens ver takkingen aan de voornaamste stations in Nederland hierdoor weder met éón vermeer derd is. Het voorloopig bestuur van deze Haagsche afdeeling is als volgt saamgesteldVoorzitter, C. Van Dorsten, hoofdconducteur;onder-voor zitter, A. Van Well, ladingmeester; lste secre taris, C. Oliemans, boofdconducteur2de secre taris, A. Vreeswijk schaalknecht; lste pen ningmeester, W. Kunze, rangeerder; 2de pen ningmeester, J. H. Hattink, rangeerder; con troleur, M. Storm, assistent kruispuntwachter; adjunct-controleur, W. H. Hessing, seinhuis- wachter; allen van de H. IJ. S.-M. Onder de overige leden komt ook voor de heer Arnoldy, chef van het station der H IJ.-S.-M., te 's Gravenhage. Het bestuur heeft zich tot de ingezetenen gewend met een circulaire, waarin uiteenge zet wordt dat de tot-stand koming dezer ver- eeniging een dringende eisch was, waar ge bleken is, dat een aanzienlijk gedeelte van het mindere spoorwegpersoneel zich onder de banieren van het socialisme heeft geschaard en „te verwachten is, dat een nog grooter getal, alreeds door dien geest besmot, zich woldri bjj hen zal aansluiten. „Ai aangenomen, dat de haat dier misleiden zich niet zal koelen door het opofferen van menschenlevens, staat te avond of morgen toch een werkstaking te wachten op de ljjnen waarvan de ellende niet te berekenen zou zijn". Het bestuur noemt het echter gelukkig, dat in den boezem van het spoorwegpersoneel zelf thans eene beweging ontstaan is tegen dien on gelukkigen geest Dringend wordt daarom verzocht om door toetreden als donateur, door een gift van minstens f 20, waaraan eenige rechten ver bonden zyn, het doel der nieuwe vereeniging te steunen. De in te komen gelden zullen onder meer besteed worden tot het stichten van een fonds, dat het collectief eigendom zal uitmaken van de gezamenlijke leden; tot het verstrekken van onderstand, het uitkeeren van premiên aan hen, die loffelijke vermelding worden waardig gekeurd in den dienst, tot het geven van een hooge ronte van de door de leden in de spaarkas gestorte gelden, enz. Door B. en Ws. van Rotterdam is by den Raad iDgediend een ontwerp tot her ziening van de verordening op het openbaar slachthuis. In overeenstemming met de com missie voor de financiën is daarin wijziging gebracht in de tot nu toe betaalde traktementen. Dat van den directeur wor it tot een maximum van f 3500 opgevoerd, waardoor zyn wid^e, in aanmerking genomen, dat hy nog f 500 geniet als directeur van den keuringsdienst, beter in verhouding komt te staan tot die der chefs van gelyksoortige takken van dienst. Het ligt voorts in de bedoeling hem een boekhouder ter z'yde te stellen op een wedde van f 1200 tot f 1500. Aan een 18 tal inrichtingen van lief dadigheid en openbaar nut te Rotterdam zyn door den aldaar overleden heer T. J. W. Oerder legaten vermaakt tot een gezameniyk bedrag van 35,000. Aan het staatsexamen tot toelating aan de Universiteit namen van 6—8 Augustus 8 candidaten deel voor de faculteiten der godge leerdheid, enz. Toegelaten is één candidaat, nl. de heer J. C. De Moor. Voor de faculteiten der geneeskunde, enz. werden 7 candidaten geëxamineerd. Toege laten zyn 4 cand., nl. de heeren B. Hendrix, B. W. Monnik, J. Nolet en R. Welschen. Het examen wordt voortgezet met één candidaat. By ministcriëele beschikking zyn 64 klerken, werkzaam aan do kantoren der directe belastingen, enz., na onderzoek door de provinciale directeuren, bevorderd tot Ryks- klerken, waaronder 16 te Amsterdam. De „Tel." bevat een schets van het grafmonument ter nagedachtenis van "Wi lem George Frederik Prins van Oranje Nassau, Broeder van Koning "Willem I, overleden te Padua 6 Januari 1799, en aldaar begraven. Het gedenkteeken in vorm van bas relief is ontworpen en in marmer uitgevoerd door den beeldhouwer Canova. Het zal ter zake van de overbrenging van het stoffeiyk overschot des Prinsen worden geplaatst in de Nieuwe Kerk te Delft. In de be8chryving der beeldhouwwerken van Canova door H. DelAouche (Parijs Audot 1825) leest men het navolgende: „Deze vrouw, die schreit aan den voet van de wapenrusting des Prinsen Frederik, stelt voor het Vaderland in rouw; zy treurt over haar teleurgestelde verwachting. De ooievaar is minder e*n attribuut van het Noordelyke klimaat, dan wel het zinnebeeld van kinder liefde. Men weet, dat deze vogel daarom ge heiligd was by de ouden." Het monument is hoog 2.40 M. en breed 1.37 M. Door het bestuur van het krankzinnigen gesticht „Dennen oord", te Zuidlaren, is be sloten een zeer groote uitbreiding aan deze stichting te geven. Op 24 September a. s. zullen nl. worden aanbesteed: Het bouwen van twee paviljoenen, een kerk en pastorie, een tuinmans- en een smidswoning, alsmede een smelery. Het werk zal uitgevoerd worden onder architectuur van den heer K. Hoekzema, te Groningen. De gemeenteraad van Nieuwer-Amstel heeft besloten tot het aangaan van eene geldleening, groot f 15,000, tegen 3*/4 pCt., met een aflossing in 15 jaar, voor den Raad- huisbouw. De gemeenterekening over 1895 sluit met een saldo van f 773.86. By de kerkeiyke plechtigheid van Vrydag te Wezel de inwyding van het gerestau reerde Evangelische kerkgebouw zyn, naar aan het „N. v. d. D." wordt gemeld, onze landgenooten, de vertegenwoordigers van de Ned. Herv. en Evang. Luthersche Synoden, met veel sympathie en onderscheiding ont vangen. Na de plechtigheid zelve werden zy ook voorgesteld aan de keizerin en aan prins Heinrich van Pruisen, die zich eenigen tyd met hen onderhielden, waarby naar aanlei ding van een der liederen uit Valerius' „Ge- denck-klanck", welke by den kerkdienst ge zongen waren de keizerin gewaagde van de groote ingenomenheid des keizers met de oud- Nederlandsche muziek. Aan den feestmaaltyd hebben de presiden ten der beide genoemde Synoden ook het woord gevoerd: ds. M. A. Perk in het Neder landsch, ds. W. F. Lobman in het Duitsch. In November a. s. zal to Utrecht een nationaal congres voor geheel onthouding van alcoholische dranken plaats hebben. Het comité bestaat uit prof. dr. J. W. Gunning, voorz., prof. dr. J. v. Rees, N. J. v. d. Loo, ds. A. De Koe, G. V. Herwaarden, P. v. d. MeuleD, mevr. W. J. v. Herwaarden Quarles v. Ufford, F. J. De Holl en Th. W. v. d. Woudo, terwyi het zich nader ds. C. S. Adama v. Scheltema on dr. F. B. Banning toevoegde. De luit. ter zee 2do kl. J. A. Bland Van den Berg, behoorende tot de rol van Hr. Ms. wachtschip te Willemsoord en ge detacheerd aan toord van Hr. Ms. schoener „Argus", wordt met 5 September a. s. over geplaatst aan boord van Hr. Ms. fregat „Johan Willem Friso" en aan boord van de „Argus" vervangen door den luit. ter zee 2de kl. C. C. A. Van Burg. De luit. ter zee 2de kl. L. T. Van Heusden, dienende aan boord van Hr. Ms. monitor „Cerberus", wordt met 15 Augustus a. s. op non-activiteit gesteld en den 21sten d. a. v. daar aan boord vervangen door den luit. ter zee 2de kl. A. F. J. Romswinckel. Naar wy vernemen, heeit de bekende schryfster Jo Van Sloten, te Amsterdam, met „Cesar en zyn meester" den eersten prüs behaald by de mededinging ia de prysvraag, uitgeschreven door het hoofdbestuur der Nederl. Vereeniging tot bescherming van dieren voor het best geschreven werk betreffende den „Hond". Aan het antwoord „Van den Hond Dodo", ingezonden door mejuffrouw Joh. R. Peaux, te W«k aan Zee-en-Duin (by Beverwyk) werd de tweede prys verleend. Het hoofdbestuur der Maatschappy tot Nut van 't Algemeen heeft aan de departe menten toegezonden eene lyst van sprekers, die zich bereid verklaard hebben in het seizoen 1896 '97 in departementen, die dit Verlangen, op te treden, en daarby gevoegd een lyst van onderwerpen. Met nadruk doet het hoofdbestuur uitkomen, dat deze voordrachten geen volks voorlezingen en evenmin gewone letterkundige of vermakoiyke lezingen zyn, doch dat zy ten doel hebben, om in bevattolyken vorm voor alle belangstellende hoorders of hoorderessen, ook buiten den kring der departementen, den gezichtskring te verruimen op het arbeidsveld, dat de Maatschappy zich in onzen tyd en in overeenstemming met art. 1 der wet aange wezen ziet en tevens om zoovelen mogeiyk tot medewerking op dit gebied aan te sporen. Op de lyst staat o. a. vermeld mej. E. C. Knappert, te Leiden. Men meldt uit Vlissingen van 9 dezer: Van Londen, waar H. K. H. de plechtige voltrekking van het huweiyk van prinses Maud van Wales met prins Karei van Dene marken hebben bygewoond, zyn beienmorgen hier aangekomen per stoomboot „Koningin Wilhelmina" de kroonprins, de kroonprinses en prins Nicolaas van Griekenland. De hooge reizigers werden begroet door den consul- generaal, den heer R. Lehmann, en den consulair-agent van Griekenland. Nadat zy zich geruimen tyd hadden onder houden met den heer Lehmann, werd in een expresseiyk daartoe ontboden salonrytuig de reis voortgezet naar Friedrichshof, waar zy eenigen tyd de gasten zullen zyn van H. M. keizerin Fnedricb, moeder van de kroonprinses van Griekenland. De tentoonstelling te Zaandam behoort tot het verleden. Zy is in den afgeloopen nacht gesloten met een bal en met schitte rende verlichting. Lampions en vetpotjes waren niet gespaard, en evenmin het elec- triscbe licht. In verband met het gouden priesterfeest, op 15 dezer te vieren door mgr. Bottemanne, Katholiek bisschop van Haarlem, zyn in de kathedrale kerk in de Jansstraat, aldaar, smaakvolle versieringen door wapens, schilden met spreuken, godsdienstige emblemata, aan gebracht. Voor het nationaal hygiënisch congres, in de volgende maand te 's-Gravenhage onder leiding van den Minister van Staat mr. J. Heemskerk Az. te houden, hebben zich reeds ongeveer 80 deelnemers aangemeld. Naar wy vernemen, heeft zich te Schie dam eene commissie gevormd, bestaande uit den majoor-commandant on officieren der d.d. schuttery, ter fesstelyke viering van d9 troons- bestyging van H. M. Koningin Wilhelmina in 1898. (S. C.) Door de classis Zwolle der Gerof. Kerken is in hare vergadering van 6 Aug. jl. de heer E. Troost, cand. aan de Vrye Universiteit, na praeparatoir (voorbereidend) examen, met alge- meene stemmen beroepbaar verklaard in ge noemde Kerken. Aan den heer G. C. Yan den Hoef, bloemist te Oegstgeest, is vergunning ver leend om het wapen van H. M. de Koningin- Weduwe te voeren. Te Katwyk aan Zee is by zyne familie aangekomen de beroemde Hongaarsche Katho lieken-leider graaf Moritz Esterhazzy. Daar gewichtige werkzaamheden in hot belang der Katholieke zaak hem in Hongarye wachteD, zal de hooge gast niet lang aan hetKatwyk- sche strand kunnen verblyven; reeds den 18den Augustus moet hy weder den Katho liekendag te Buda-Pesth voorzitten. Het stoomschip „Edam" vertrok 8 Aug, van Nieuw-York naar Amsterdam; de „Koningin Wilhelmina," van Amsterdam naar Batavia, arriveerde 9 Aug. te Southampton; de „Obdam" arriveerde 9 Aug. van Rotter :am te Nieuw-York; de „Transvaal," van Am sterdam naar Kaapstad, vertrok 8 Aug. van Londen; de „Veondam" vertrok 8 Aug. van Nieuw York naar Rotterdam; de „Ajax," van Java naar Amsterdam, passeerde 6 Aug. Sagres de „Prinses Sophie," van Batavia naar Amsterdam, passeerde 8 Aug. Kaap Roca; de „Prins Frederik Hendrik," van Amsterdam naar W.-Indië, is 8 Aug. Ouessant gepasseerd de „Reichstag," van O. Afrika naar Hamburg, is 8 Aug. te Aden aangekomende „Bellerophon," van Java naar Amsterdam, arriveerde 9 Aug. te Suez. Praatjes oyer Kunst. Vlokken. LXXV. Op teer eigenaardige wyze wordt het vyf- jang bestaan van den „Haagschen Kunstkring" herdacht. In de zaaltjes boven de Passage is nl. thans een hoogst belangrijke collectie bijeen van werken, door den oprichter dezer Vereeniging, den landschapschilder Thóophile De Bock, ver vaardigd. Toen eenige jaren geleden het plan rypte om een meer zelfstandige corporatie tot stand te brengen, waar de kunst in 't algemeen zou worden gediend, en ook het werk van jongeren beter tot zyn recht zoude kunnen komen, dan dit o. a. op de officisele „Drie jaailyksche" geschiedde, toen hebben enkele kortzichtigen gemeend, dat hier aan tegen kanting van 't bestaande genootschap „Pulchri Studio" moest worden gedacht. Dat niets minder waar was, heeft de tyd intusacheu geleerd. Dat in De Bock ,the right man on the right place" gevonden werd om aanvankelijk do ver gaderingen to presideeren, en een werkzaam aandeel te nemen in het inrichten der ver schillende exposities, ook daarvan is het bewys overtuigend geleverd. De Bock, hoezeer in hetgeen hy zelf voort bracht zeer persoonlijk van opvatting, en ter dege een eigen cachet aan zijn werk gevend, is bijster veelzijdig in 't waardeeren van anderer kunst By artisten wordt deze eigen schap niet dikwyis aangetroffen. Eigenaardig en sympathiek is 't den schilder met evenveel liefde over een Gobelin of een oudo houtsnede te hooren spreken, om daarna weer met enthou siasme te gewagen van een Japansche teeke- ning of eeü Chineesche vaas, eD, met evenveel waardeering kan hy over een der Marissen spreken als over den arbeid van een Tnorn Prikker, een Toorop, een Melchers of een Doudelet. Aan zijn initiatief is het stellig te danken, dat „de Kring" binnen vry korten tyd ook zyn Muzikale, Letterkundige en Architec tonische afdeelingen verkreeg. Lugné-Poè was er met zyn „Maeterlinck"- vertolking even welkom als de „Migo Sè.r Peladan. De Fransche pointlllisten expo seerden er, evenals er Japansche houtsneden tot baar recht kwamen. Vincent a'Indy was Een Ilomeinsche Schoone. 17) De aantrekkingskracht, die by op do Romein- sche beau-monde uitoefende, werd hierdoor nog grooter en zeer velen klauterden de drie uitgesleten trappen op, alleen met het doel om eens een origineel te zien. Zy moesten zich deze moeite wel getroosten, want het was onmogelijk Spinola in een salon ten toon te stellen, aangezien hy alle invitaties afsloeg. Ghibello en zyn dochter waren erg bly, dat de fortuin hem zoo toelachte. Camilla zou geen vrouw zyn geweest, als zy niet had begrepen, dat hy haar liefhad. Die ontdekking deed haar smartelijk aan en zy trachtte, door hem zusteriyk te behandelen, balsem op de wonde te leggen. Dat middel had juist de tegenovergestelde werking, maar Spinola deed zyn uiterste best om zyn smart te verbergen. Uiteilyk was hy niet veranderd; slechts do vele gryze haren, die door zyn dik, zwart haar begonnen te loopen, spraken van het verdriet, dat hy had; het ergste vond hy, dat hy haar niet kon smoren in het bloed van zyn ongelukkigen medeminnaar! En hy moest aanzien hoe de liefde Camilla door straalde, haar schoonheid by den dag ver hoogde I Nu schreef Bilfredo, dat de manoeuvres te Pistoja waren afgeloopen en dat hij tot kapitein wa bevorderd. Nog slechts enkele dagen en hy zou Camilla in zyn armen 8luitonl Hy genoot al by voorbaat van de genoegens van hét weerzien. Camilla las den brief door, legde hem met een gelukkig lachje naast zich neer en vatte haar arbeid weer op. 't Was een prettig werkje l Zy maakte kleine bouquetjes van levende oranjebloesem voor een japoDgarnituur. Een paar bouquetjes had zy al af. Zy deed haar best ze zoo mooi mogelyk te maken.. Zy wist niets van de bruid af, zy kende niet eens baar naam, maar meer oprechte en inniger wenschen dan welke, die zy aan de bouquetjes meegaf, zullen wel niet dikwyis een bruid naar het altaaar hebben begeleid. Haar verleden, haar liefde, haar hoop en haar vrees voor de toekomst, over dat alles peinsde zy, terwyi zy zat te werken. Zy was een weinig ontroerd, dat de beslissing nu zoo naby was, haar vingers trilden, toen zy naar de schaar greep om een takje oranjebloesem af te knippen. Hot duurde echter maar eventjes, en slechts een gelukkig opflikkeren harer zwarte oogen getuigde van haar aan doening. Mot een peinzend lachje maakte Camilla op een morgen de doos toe, waarin de bouquetjes zaten, en kuste haar vader, die ze voor haar zou wegbrengen. Ghibello deed juist de deur achter zich dicht, toen een man, die een platte pet op had, met een gouden band er om, zooals de loopjongens uit hotels dragen, de laatste treden der trap opkwam en hem vroeg waar signor Ghibello woonde. Toen Ghibello ant woordde, dat hy degeen was, dien hy zo.ht. overhandigde hy hem een brief. Hy behoefde niet op antwoord te wachten, zei hy, en ging de trap weer af. De hand van den brief kende Ghibello maar al te goed. Hy had haar in de laatste weken ook zoo dikwyis gezien! Maar die brieven waren altyd aan zyn dochter geadresseerd en kwamen met de post. Hy schrikte; met bevende vingers scheurde hy den brief open. Hy had zich niet vergistde brief, die slechts eenige regels groot was, was van Bilfredo. Hy was in Rome en verzocht Ghibello hem in zyn hotel te komen opzoeken, maar Camilla zyn tegenwoordigheid in Rome te verbergen. Ghibello zag alles om zich heen draaien, by moest zich aan de leuning van de trap vasthouden om niet te vallen. Met knikkende knieën liep hy de trap af; met gebogen hoofd, hy zag niets van wat er om hem heen ge beurde, liep hy de nauwste straatjes door, die naar het Corso leidden en waar de bloemen winkel was, waar hy de doos moest afgeven. Hy liep als iemand, die slaapwandelt. Bilfredo was afgestapt in het hotel „Yit- toria," in de Via due Moncelli. Toen Ghibello binnenkwam, zag hy, dat Bilfredo's oogen koortsachtig schitterdende hand, die hy hem toestak, was warm en droog. Hy was eerst tegen den morgen te Rome aangekomen. Neem my niet kwaiyk, signor Ghibello," begon hy op zenuwachtigen, haastigen toon, zoodra Ghibello zat, „dat ik u verzocht heb by my te komen, in plaats van Hy sprak niet uit en Ghibello, wiens mager gezicht vaalbleek was, zei nadat hy een oogen blik tevergeefs had gewacht: Ik b8gryp wel waarom." Hy keek voor zich op den grond en wachtte totdat Bilfredo zou voortgaan. Deze voerde een harden stryd met zichzelf. Hy kon het niet over zich verkrijgen de vreeselyke woor den, die hy te zeggen had, uit te spreken, vooral, nu hy het bleeke, door angst ver wrongen gezicht van Ghibello voor zich zag. Ghibello kwam hem te hulp. U wilt my zeker vertellen, dat uw vader zyn toestemming niet geeft tot uw huweiyk met myn dochter?" zei hy op zachten, doch duidelyken toon. Neen, neen," antwoordde Bilfredo; „ik heb er met hem nog niet over gesproken." Ghibello keek hem vragend aan. Bilfredo dwong zichzelf tot kalmte en zei: Zoodra ik uit Pistoja terug was, zocht ik myn vader op en vertelde hom, dat ik u ontmoet had. En toen heeft by my verteld waarom hy den vriend zyner jongelingsjaren nu zoo totaal negeerde." Ghibello knikte. Bilfredo sprong op en riep uit: Om '8 Hemels wil, zeg, dat het niet waar is I Ik geloofde hem eerst niet, ik kon hem niet gelooven, omdat ik u had leeren hoogachten en liefhebben. Ik moet het uit uw eigen mond vernemen om het te gelooven. Maar bet kan niet waar zyn! U, de vader van Camilla l Het zyn niets dan leugens en laster." Het is de waarheid," antwoordde Ghibello met een blik, waaruit een ontzagiyk groote j smart sprak. „Ik heb de zaak van de eenheid i van Italië verraden." Met een dof gesteen zonk Bilfredo in zyn stoel neer en bedekte zyn gezicht met zyn handen. Gbibello keek voor zich op den grond en zei: U vraagt my misschien waarom ik u die bekentenis niet heb gedaan op dien avond, toen ge my met zooveel aandrang om de hand myner dochter vroegt? Maar begrypt u niet, dat het meer dan pynlyk is voor een oud man, om zoo'n bekentenis te moeten doen aan een jongeling, zelfs al heeft hy dien jongen man lief zooals hy zyn zoon zou lief hebben? Moest ik dat doen in tegenwoordig heid van myn dochter, terwyi ik zag hoe innig veel zy van u hield? Ik wilde tyd winnen; eenmaal moest u het toch te weten komen. Maar u hadt geen geduld. Toen praatte u over uw vader, en ik verwees u dadoiyk naar hom. Het uitstel, waarvan u eerst niets wilde hooren, was er nu toch. Ik heb ge weten, dat dit oogenblik eenmaal daar zou zyn, en toch heeft het my nog overrompeld." Nu is alles uit, alles uit," zei Bilfredo op klagonden toon. Arme, arme jongen," zei Ghibello. „Ik begryp, dat u zeer onder den indruk bent. van al wat er gebeurd is, maar luister eerst naar my, voordat u oordeelt. Loer eerst do motieven kenüeD, die or my toe brachten myn plichten jegens myn vaderland to vergeten; ik wist heel goed wat ik deed en ik ben bereid er de gevolgen van to dragen." Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1896 | | pagina 1