N°. 11181
Vrijdag Augustus.
A0.1898
(Beze jouraat wordt dagelijks, met uitzondering
van (Zon- en feestdagen, uitgegeven.
Leiden, 6 Augustus.
F* euilleton.
Een Romeinsclic Schoone.
in
LEIDSCH
DAGBLAD
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 3 maanden. 1.10.
Franco per post i 1.40.
Afzonderlijke Nommerg 0.Q5.
PRIJS DER ADVERTENTEËNs
Van 1 6 regels i.05. Iedere regel meer 0.17 J. Grootero
letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren bulten de stad
wordt f 0.05 berekend»
Officiéél© Keanigfferinjren
Kostelooze Inenting.
Burgemeester on Wethouders van Leiden breDgen
bü d ze ter algemoene kennia dat do kostelooze
inenting van on- en minvermogenden niet zal
plaats hebben op Dinsdag 11 Augnstue a. h.,
doch dat die iuentiüg weder geregeld geschieden
zal te b ginnen met Dinedag 18 Angnatns
1 8 9 6 en tot nadere aankondiging op eiken
volgenden Dinsdag, telkenmale des namiddags
te 2 uren, io hot Elisabetkehof aan de Oude Yeet;
wordende tevens aan belanghebbenden herinnerd
dat zg aleohts znilen worden toegelaten op een
bewijs hunner goboorte-inscbrijviog.
Burgomooster en Wethouders voornoemd,
Leidon, F. WAS. Burgémeester.
6 Aug. 1898. E. EIST. Secretaris.
Burgemeester en Wethouders van Sassenheim
hebben bekend gemaakt, dat aanstaanden Vrijdag
middag te één nur op het Raadhuis kostelooze in
enting zal plaats hebben van de ingezetenen, die
zioh daartoo aanmeldeD.
De heer P. H. Romeyn, van Leiden,
heeft het eerste gedeelte van het notariéel
staatsexamen met gunstig gevolg afgelegd.
Geslaagd zijn voor de akte Engelsche
taal mej. M. J. Kramers, uit Voorschoten;
voor de Hoogduitsche taal (L. O.) G. Toren
beek, te Voorschoten; voor de Fransche
ta3l (L. O.) de dames J. H. Ten Holten, en
L. M. Kievit, te Leiden.
De 80ste jaarlykscho algemeene verga
dering van het Fonds tot aanmoediging en
ondersteuning van den gewapenden dienst in
de Nederlanden ia te Amsterdam gehouden.
Het daarin uitgebrachte verslag bevat o. a.
de navolgende mededaelingen
De inkomsten over 1895 hebben bedragen
eene som van 81,728.52.
Behalve de rent n van het kapitaal op het
Grootboek, die ƒ46,631.11 beliepen, en de op
brengst der jaariyksche collecte, ad ƒ20,673.60,
zyn onder het aangegeven cijfer der inkomsten
bc-grepen de renten van het geschenk van
wylen Z. M. den Koning (Nationaal huldeblijk
bij gelegenheid van H.D. 25-jarige regeering),
ad ƒ9070.33; het sucsiöie van het Ryk ten
behoeve van het Invalidenhuis te Leiden,
groot 5000; een bedrag van ƒ99.50, inge
komen van de commissie te Batavia; eene
som van ƒ141.13, ontvangen van den raad
van administratie der Koninklijke Militaire
Academie te Breda; een bedrag van 108,
als restant uit de nalatenschap van wijlen
mejuffrouw J. T. Hobbes, ten behoeve van
het Invalidenhuis, alsmede een bedrag van
4.85 van de districts-commiasie te Utrecht.
Aan 1812 deelgerechtigden keerde het fonds
57f178.74'/a uit aan gratificatiën en f 9225.83
aan toelagen, voortspruitende uit de renten
van 's Konings geschenk. Onder die deelge
rechtigden bevonden zich 306 verminkten uit
Oost Indiö, 12 verminkten uit den strijd tegen
België, 923 infirmen, blinden en veteranen en
571 oudstrijders van Belgiè.
Het Invalidenhuis te Leiden verkeert in
goeden staat. Tegen afstand van hun pensioen
en hunne gratificatie, genoten 49 deelgerech
tigden van het Fonds daarin doelmatige huis
vesting en goede verzorging. De uitgaven ten
behoeve van dit gesticht b9li?pen f 9329.82.
Gedurende het afgeloopen jaar werden als
nieuwe deelgerechtigden in het Fonds opge
nomen 10 verminkten uit Oost-Indië, 63 infir
men en 16 oudstrjjders van België.
Het getal sollicitanten bedraagt 739.
By de behandeling gisteren van het aan
prof. dr. J. G. R. Acquoy, te Leiden, verleende
ontslag als lid der commissie voor de samen
stelling van den liederenbundel verklaarde de
Synode der Ned»-Herv. Kerk op voorstel van den
president volkomen in te stemmen met de er
kentelijke hulde door de syn. commissie dien
geleerde voor zyn bewezen diensten gebracht
en met do uitdrukking van haar leedwezen
over de redenen, die hem tot het vragen van
zyn ontslag noopten.
In deze zitting werden zeer uitvoerige rap
porten uitgebracht door den heer J. W. Yan
Hoogstraten over de voorgestelde wijzigingen
voor de kerkvisitatiën, namns de commissie
voor nieuwe wetsvoorstellen; en namens de
commissie voor de adressen tot het nemen
van maatregelen om te voorzien in de gods
dienstige behoeften der minderheden en voor
stellen tot regeling dezer materie door prof.
dr. J. Offerhaus Lz. en de beide andere leien
dier commissi*, dr. G. J. Yan der Flier en
dr. E. Van der Ven.
De rapporten zyn ter visie gelegd. Het
laatste zal worden gedrukt.
Naar vernomen wordt, bestaat het plan
om te Zoeterwoude een lezing te houden
omtrent den Nederlanischen Boerenbond. Er
is daar een lyst ter teekening aangeboden
aan de personen (landbouwers), die zoo'n
lezing wenschen by te wonen. Het aantal
dergenen, die op deze lyst geteekend hebben,
moet echter ni-t groot wezen.
Er heeft zich te 's Gravenhage een
rogelings-commissie gevormd om den aanst.
65-jaiigen gedenkdag der overwinning van
het Noorti-Nedc-rl rndsche leger by Leuven
en Bautersom niet ongemerkt te laten voorbij
gaan. Men wil dien dag tot een feestdag
maken voor de weinige ridders van het
Metalen Kruis, die nog in leven zijn. Het
hoofdmoment van de feestviering zal zyn een
optocht in rytuigen, met muziek aan de spits,
naar het standbeeld van den vroegeren veld
maarschalk, later Koning "Willem II, die als
bevelvoerder aan den slag van Leuven en
Bautersem zulk een schitterend aandeel nam.
Aan den voet van het monument op het
Buitenhof zal een krans worden gelegd als
hulde van de wapenbroeders van 1831 aan
den Prins, die hun in den stryd voorging.
Het zou der commissie, bestaande uit den
eere-secretaris en den eere-comrnissaris der 3de
sectie afd. 's Gravenhage der Vereeniging „het
Metalen Kruis", de beeren R. H. Driessen
(Corn. Speelmanstraat 3) en C. V. Doorschodt
(Prinsegracht 3), aangenaam zyn, wanneer de
gerechtigden tot het ridderteeken zich tot
deelneming aan den optocht aan een van
genoemde adressen meldden.
Daar de commissie den dag tot een feestdag
voor de oudjes wil maken, zullen bydragen
van vaderlandlievende Hagenaars haar hoogst
welkom zyn, terwyi ook de heer J. Sander,
kastelein aan de Besognekamer, die vóór 15
jaar een werkzaam aandeel nam aan b' t
gouden jubileum, zich tot het in-ontvangst
nemen van bydragen bereid verklaard heeft.
Men raamt het aantal oud stryders van
1830/'31 daar ter stede nog op ruim een 20-tal.
Da „Haagsche Kunstkring" viert zyn
vyf jarig bestaan met eene tentoonstelling
van schilderyen, aquarellen en teekeningen
van zyn oprichter, den heer Theophile De
Bock. Niet minder dan 60 schilderyen en een
twintigtal teekeningen getuigen van het vaar
dig penseel en de werkkracht van De Bock.
en dat zijn doeken worden gewaardeerd, blykt
wel uit het feit, dat 35 stukken en schier
alle teekeningen eigendom zyn van particu
lieren, die ze bereidwillig voor deze gelegen
heid hebben afgestaan.
Een belangstellend publiek van leden woonde
gisteren de opening by en wenschteden moester
geluk met deze verzameling, waartoe ook
enkele zeer fraaie nieuwe werken behooren.
Gistermiddag werd in besloten kring het
vyf jarig bestaan feestelyk herdacht
Te 's-Gravenhage is oveileden in den
ouderdom van 76 jaren de gepens. majoor
der artillerie Ph. L Berail, ridder der Mili
taire Willemsorde 4de klasse, welke onder
scheiding hem werd toegekend wegens zyn
moedig gedrag by de 2de Bonische expeditie.
Berail trad in 1839 in dienst als soldaat
loteling en werd in 1854 benoemd tot officier.
Den 27sten Juni 1877 werd hy, op zyn
verzoek, als kapitein gepensionneerd onder
toekenning van den rang van majoor.
Het stoff lyk overschot zal Zaterdag a. s.
te 1 uur op „Nieuw Eik en Duiqen" worden
ter-aarde besteld.
En drietal leden der familie van den te
's-Gravenhage overleden secretaris van het
Fransche gc-zaDtschnp, den heer Gréa, is aan
het „Höttl dts Indes" afgestapt.
In de gistermiddag te Haarlem gehouden
vergadering van den gemeonteraad werd het
voorstel van den heer Sneltjes, inzake het
muziekcorps, om hot thans bestaande muziek
corps te liquideeren en erne overeenkomst
met den heer Kriens te sluiten, waarby deze
zich verbindt tegen een jaarlyksch subsidie
van 10,000 uit de gemeentekas het tegen
woordig of een oven goed geoefend muziek
corps te exploiteeren en te dirigeeren op zoo
danige wyze, dat de thans aan do gemeente
geleverd a diensten ook dan zullen worden ge
leverd, goedgekeurd met 22 tegen 3 stemmen.
Tot tijdelijke wethouders werden benoemd
de heeren Cnoop Koopmans eo Yan Dieren
Byvoet.
Op zyn verzoek is ingetrokken de be
noeming van den heer L. Roosenburg tot
ontvanger der registratie voor burgeriyke acten
te 's-Gravenuage met bevestiging in zü'ne betrek
king van ontvanger der successierechten te
Utrecht.
Hot stoffelyk overschot van prins Willem
George Frederik van Oranje Nassau is Maan
dag besloten in een gebronsd metalen kist,
in tegenwoordigheid van graaf Dumonceau
en den burgemeester van Delft.
De Sta atscourant van 6 dezer bevat den
uitslag van de in 1896 in de verschillende
rrovinciën gehouden examens ter vtrkryging
van akten van bekwaamheid als onderwyzer
en onderwyzeres. De uitslag was aldus:
Mannolyke candidatenOpgekomen 650,
teruggetrokken 6, afgewezen 217, toegelaten
427. Aanteekening rak j: Opgekomen 142,
teruggetrokken 6, afgewezen 36, toegel. 100.
Vrouweiyke candidaten: Opgekomen 782,
t ruggetrokken 6, afgewezen 256, toegelaten
520. Aanteekening vak j: Opgekomen 117,
teruggetrokken 3, afgewezen 35, toegelaten
70. Aanteekening vak/c: Opgekomen 118, terug
getrokken 2, afgewezen 47, toegelaten 69.
Totaal: Opgekomen 1432, teruggetrokken
12, afgewezen 473, toegelaten 947. Aantee
kening vak jOpgekomen 259, teruggetrok
ken 9, afgewezen 71, toegelaten 179.
In 1895 slaagden 1082 van de 1682 can
didaten.
Door eommige examen-commissiën is een
en ander omtrent den uitslag van het onder
zoek aan de R9geering medegedeeld. Daaraan
is het volgende ontleend wat Zuid Holland
betreft:
Van de examens in de verschillende vakken
gaven die in kennis der natuur en handtee-
kenen de minst gunstige uitkomsten, al
schynt ook daarin eenige vooruitgang op te
merken.
De groote fout, door velen by bestudeering
van de kennis der natuur begaan, bestaat in
het niet uitgaan van waarneming; terwyl het
programma voor de eigenlyke physica eischt
„kennis van de eenvoudigste natuurkundige
verschijnselenzyn vele adspiranten slechti
in staat tot het meer of min woordelyk
opzeggen van zinnen uit hun leerboekbegrip
van eenvoudige tospassingen der natuurkun
dige grondwaarheden in het dageiyks:h leven
ontbrak.
Omtrent ademhaling en bloedsomloop van
het menschelyk lichaam waren de begrippen
mede dikwerf verward of duister en by de
beoefening der natuurlyke historie was weder
om het programma, dat gewaagt van „eenige
bekendheid met den bouw en het leven van
de belangrijkste inlatidsche dieren en planten"
vaak uit het oog verloren; er schynt veel te
zyn gelezen en weinig te zyn bezien, terwyi,
waar dan toch planten werden waargenomen,
den mensch nuttige planten daarby werden
vergeten.
Was by het teekenen de bedrevenheid in
het schetsen op het bord en het teekenen op
papier eener eenvoudige vlak versiering over
het algemeen voldoende, van de bekendheid
met en toepassing van de meest voorkomende
perspectievische verschynselen kan dit niet
worden gezegd. Was het begrip van projec
ties over het algemeen bevredigend, zonderling
was het zoovelen als eene gewone doorsnede
van een eenvoudig voorwerp noch teekenen,
noch verstaan konden.
In „De Amsterdammer, Weekblad voor
Nederland", van 9 Augustus, zal voorkomen
in de serie „bekende tydgenooten" het portret
van Mgr. C. J. M. Boltemanne, Bisschop van
Haarlem, by gelegenheid van zyn 25-jarig
jubiló, naar het leven geteekend door Hart
Nibbrig.
De gemeenteraad van Amsterdam heeft
gisternamiddag by de verdere beraadslaging
eene beslissing genomen omtrent het voorstel
van B. en Ws., om den heer Den Hartog als
onderwyzer aan een der openbare scholen
te ontslaan.
De wethouder Van Hall had voorgesteld
te lezen: eervol te ontslaan.
De wethouder Treub kwam tegen dit voorstel
op en herinnerde er aan, dat men destyds te
Amsterdam een dergelijke quaestie had; men
vergete niet, dat hier moeilykheden kunnen
ontstaan met eventueele pensioenrechten. Wil
men bereiken wat de heer Van Hall wil, dan
doet men wyzer in den ontslagbrief de motieven
op te nemen, waarop het ontslag berustte,
dan kan men uit dien ontslagbrief nooit on jer-
volle handelingen jegens den heer Den Hartog
lezen. Spr. stelde daarom voor in den ont
slagbrief op te nemen het motief.
De Voorzitter zeide, dat B. en Ws. het
denkbeeld des heeren Treub overnemen en
nu de voordracht dus was „om den heer Den
Hartog te ontslaan, ter zake, dat hy op 8 Juli
jl. twee hoofden der scholen in het openbaar
heeft beleedigd."
De voordracht van B. en Ws. werd daarna
met 17 tegen 8 stemmen aangenomen. Vóór
stemden de heeren Scbölvinck, Sutorius, Serru-
rier, Van Lennep, Boelen, Daniêls, Dyserinck,
Van Eeghen, Van Hall, Kuinders, Van Leeuwen,
Polak, Sauvage Nolting, D. Schut, Sterck,
Treub, Waterschoot.
Tegen de heeren Voute, Heineken, Nolting,
Zegers Veeckens, Van Gigch, H. Schut, Muller,
Kuipers.
De gemeenteraad heeft tevens benoemd tot
hoogleeraar in de schei- en artseny-bereid-
kunde, in de plaats van prof. J. W. Gunning,
dr. C. A. Lobry van Troostenburg de Bruyn,
scheikundige by de marine te Amsterdam, en
tot hooHeeraar in do klinische neuropathologie
en psychiatrie, in de pla »ts van prof. Hertz,
dr. C. Wiukler, oud-hoogleeraar aan de Rijks
universiteit te Utrecbt; tot hoofden der speciale
poliklinieken voor keel on oorziekten en voor
electro-therapeutischo behandeling der zieken,
dr. H. Burger, privaat-docent in de neus-, oor-
en keelziekten aan de Universiteit aldaar, en
prof. dr. A. A. G. Guye; tot onderwyzer 3de
kl. aan de school in de Jacob-Van-Lennep-
straat, R. J. Rodenboog, onderwyzer te
Aalsmeer.
Mededeeling werd gedaan van B. en Ws.,
dat aan mej. J. P. Reynvaan eervol ontslag
is verleend als adjunct-directrice van het
Wilhelmina-gasthuis, een mededeeling, waar
aan de burgemeester eenige woorden van
harteiyke waardeering voor mej. Reynvaan
toevoegde, welke met applaus werden be
antwoord.
In de algemeene vergadering van den
„Ned. Brood-, Koek- en Banketbakkersbond",
gisteren te Dordrecht gehouden, werd door
den voorzitter, den heer H. L. Funke, van
Arasterdam, met een korte toespraak het
welkom toegeroepen ain de afgevaardigden.
Het afgeloopen vereenigingsjaar was gUDstig.
Het ledental ia met 100 vermeerderd. Blykens
het jaarverslag telt de Bond thans 763 leden.
Een treurige uitdrukking zetelde op haar
gezicht. Zóó jong en reeds zóó pessimistisch!
Maar zyn liefde veroorloofde hem niet haar
in dien toestand van weemoed te zien en
dus verbrak hy het stilzwygen:
U moest Rome vaarwel zeggen, signora
Camilla, en by ons komen wonen, in het
mooie, vroolyke Florence. Rome is zoo vree-
selyk ernstig. Ja, kom by ons, haal uw vader,
wien toch niets aan Rome bindt, over, om
naar Florence te verhuizen. Florence ie op
het oogenblik het centrum van het nationale
leven; daar zou men hem en zyn scherpen
geest beter weten te waardeeren dan hier en
hy zou daar zeker ook wel een passende
betrekking vinden. Myn vader zou hem zeker
heel graag behulpzaam zyn in het zoeken
naar een betrekking; hy zit nog diep in de
schuld by signor Ghibello, en ik weet, dat
hy zeer veel met hem op heeft. Hy heeft heel
veel invloed in Florence. Het zou u allebei
heel goed bevallen in Florence, en myn
zusters, twee aardige, vroolyke meisjes, zou
den u, Camilla, met open armen ontvangen."
Camilla luisterde met verrukking naar zyn
woorden. Wat hield hy haar daar een heerlyk
toekomstbeeld voor oogen! Zy schudde met
haar hoofd.
Het is te laatl" zei zy zuchtende.
O, weineen", antwoordde hy.
Signor Ghibello is jonger dan myn vader,
voor zoover ik weet, en dus kan hy niet veel
ouder zyn dan vyftig jaar."
Het zyn niet de jaren, die hem oud
hebben gemaakt; iemand, die in voorspoed
had geleefd, zou daaronder niet gebukt gaan",
zei zy op treurigen toon.
Och, maar er zit nog zooveel energie
in hemhy zou by ons wel weer opvroo-
lykenl" riep Bilfredo op warmen toon uit.
Wat donkere onweerswolken hebben
verduisterd, wordt niet weer door den vroo-
lyken zonneschyn goed gemaakt," zei Camilla
met trillende stem.
Maar de gevolgen van het onweer
kunnen toch ten deele vernietigd worden.
Heb vertrouwen in my! Wel is waar ken ik
u slechts sedert gisteren, maar het is my
alsof ik u altyd gekend heb, en u hebt my
immers toegestaan my als uw vriend te
beschouwen."
Camilla kleurde tot over haar oorenjdade-
lyk echter verdween die blos weer en maakte
plaats voor een doodeiyk wit.
U meent het goed met my en daarvoor
dank ik u van harte," zei zy, terwyl zy hem
haar hand toestak. „Niemand echter kan ons
helpeD, noch uw vader, noch u. Er bestaat
een smart, die ons dwingt op onszelf te
bouwen, die ons dwingt zelfs onze beste
vrienden terug te wyzen en hun te verzoeken
ons te myden. Een onvruchtbaar medelyden
is alles, waardoor hy ons verdriet kan trachten
te lenigen."
Maar dat is vre9selyk, wat u daar zegt 1"
riep hy zichtbaar ontroerd uit. „Maar dat is
onmogeiyk en Vertel dan ten minste
aan uw vriend wat u deert, Camilla."
Dat kan ik niet," antwoordde zy, terwyl
zy een afwerend gebaar maakte, en toen hy
baar verwytend aanzag, vervolgde zy„Vraag
my niets meer; dat smeek ik u." Zy zag
hem smeekend aan. „En hot is immers ook
bet lot der menschen, te berusten. Misschien
is daarom wel degene het gelukkigst, wien
in zyn jeugd de bittere ïydenskelk wordt
voorgezet. Als wy niets meer te hopen hebben,
hebben wy ook niets meer te vreezen. - En
laten wy nu papa gaan opzoeken, hy wacht
zeker al lang op ons."
Zy stond op en hy volgde haar voorbeeld.
Hy liep zwygend naast haar voort en beet
op zyn snor.
Plotseling bleef hy stilstaan en zei op
vasten toon: „Spreek een soldaat niet van
berusting. Het is myn beroep den vyand te
bestryden zonder er naar te vragen hoe sterk
hy is. Ik val liever met myn degen In de
hand dan dat ik my overgeef."
Camilla keerde haar hoofdje van hem af;
zwygend liepen zy verder.
Zy troffen Ghibello by de grootsche ruïne
aan, waar eens het paleis van Caligula had
gestaan. Hy was juist teruggekeerd van een
onderzoekingstocht in de gewelven en sloeg
nu zyn jas af. Terwyl hy Bilfredo harteiyk
begroette, kwam er uit de gewelven nog een
heer te voorschyn, in wien Bilfredo dadeiyk
den begeleider van Camilla in het Colosseum
herkende. Het was Antonio Spinola. Zyn
gezicht betrok, toen hy Bilfredo zag. Hy wist,
dat Ghibello hem verwachtte, maar deed geen
moeite zyn antipathie te verbergen, toen de
jonge Florentyner aan hem werd voorgesteld.
Zoodra hy don naam van den schilder hoorde,
stak Bilfredo hem met een mengeling van
bewondering en vriendschap de hand toe. Maar
Spinola scheen het niet te zien, hy nam zyn
slappen vilten hoed even af, haalde toen een
sigaar uit zyn zak en stak ze aan. Bilfredo's
oogen schoten vuur, maar hy bedwong zich,
beantwoordde den groet van den schilder even
vormeiyk-koel en keerde zich toen naar
Ghibello, die hem onder den arm nam, terwyl
hy uitriep:
U moet geduld met hom hebben, besté
Bilfredo! Ga maar mee, by is een ongelikte
beer, maar een groot genie."
De schilder deed grooto rookwolken omhoog
stygen.
Uw vader heeft geiyk; ik wilde, dat ik
myn hol in de Sabinerbergen niet had verlaten,"
zei hy, terwyl hy met Camilla achter de
anderen aanliep.
U houdt u slecht aan uw woord," zei
Camilla, terwyl zy hem verwijtend aanzag.
Hy gooide boos zyn sigaar weg.
Toen zy onder geleide van Ghibello de
ruïnes verlieten, was de zon achter de torens
van hettrotsche, schoone Vaticaan verdwenen.
De wolken waren vuurrood getint, het was
alsof zy in brand stonden; het pynboomen-
boschje in de villa Pamflli begon nu ook te
gloeien, daarna waren de Monte Pincio en
het kruis op de St.-Pieterskerk aan de beurt;
het zwaard op het graf van Hadrianus was
één vlam. De geheele stad was een vuur-
i massa, waartegen de marmeren paleizen en
het Pantheon mooi afstaken. De Tiber geleek
in de verte op oen blinkend wit lint; als men
hem mot den blik volgde, dan kwam men
in de Campagna, die in een zacht-rose, zilver
achtig licht baadde.
Bilfredo leunde met over elkaar geslagen
armen tegen den stam van een olm en keek
neer op Camilla, die naast haar vader op een
omgevallen zuil zat. Zy merkte het niet; zy
was nog ond9r den indruk van het gesprek,
dat zy met hem had gehad. Met treurigen
blik keek zy in den vurigen gloedaan haar
wimpers hingen dikke tranen. Bilfredo zag
het en onwillekeurig maakte hy een beweging
alsof hy naar haar toe wilde gaan, maar hU
bedacht zich en leunde weer tegen don boom.
Antonia Spinola sloeg hen nauwlettend gade.
Hy was op een stuk muur geklommen en
kauwde op zyn sigaar zonder haar aan te
steken.
Toen hy Camilla en Bilfredo samen ondeL'
de cypressen by de ruïne had zien wandelen,
had hy plotseling een ingeving gekregen. Hy
wist nu wat zyn jaloezie beteekende. Hy had
Camilla lief en hy vond 't allerbespotteiyk3t
van zichzelf, dat hy haar liefhad. Hy, de
ongemanierde, onbeschaafde boer, waagde het
het jonge, mooie, in ontwikkeling ver boven
hom staande meisje lief te hebben I "Was dat
geen krankzinnig iets En toch had hy haar
lief, ofschoon hy zooveel ouder was, en was
hy woedend jaloersch op Bilfredo.
(Wordl vervolgd.)