N°. 11171 Maandag 27 Juli. A0.1896 jouraat wordt dagelijks, met uitsondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven, Vlokken. Feuilleton. OP DE PLAKKEN. ts«c PRIJS DEZER C0ÜRA2TT: Voor Leiden per 3 maanden. 1.10. Franco per post 1.40. Afzonderlyke Nommers0.05. PRIJS DER ADVERTENTIES Van 1 6 regels f 1.05. Iedero regel meer f 0.17 Grootere letters naar plaatsruimte. Voor het incasseerpn bulten de stad wordt 0.05 berekende Dit nominer bestaat uit DB,IE Bladen. Eerste Blad. Leiden, 25 Juli. De Vereeniging voor Christelijk Onderwijs ten behoeve van on- en minvermogenden is verblijd door het bericht, dat twee leden der Gemeente de kosten der feestviering bij ge legenheid van het 25-jarig bestaan der school aan de Middelstegracht, op 8 Augustus a. s. voor de leerlingen dier school, geheel voor hunno rekening zullen nemen, welk aanbod door haar met dankbaarheid is aanvaard. Alle gaven, die ingekomen zijn of nog zullen inkomeD voor de feestviering, zullen dienten gevolge gebeel en alleen ten bate der school worden aangowend. Zij, die hunne gaven uitsluitend bestemden voor „feestviering der leerlingen" en niet voor de school zelve wenschen by te dragen, kunnen die terugontvangen. By de Vereeniging is tevens ingekomen als feestgave voor het Fonds eener derde school de aanzienlijke som van ƒ300. In de flink bezette Schouwburgzaal gaven de Rotterdammers gisteravond het bekende blijspel „Inkwartiering". Onnoodig te zeggen, dat zonder uitzondering door allen uitnemend gespeeld werd, en overbodig is het ook namen te noemen; slechts maken we een uitzondering voor den heer Brondgeest, die een prachtig type leverde van den Duitscbon officior, zooals we dien uit „Fliegende Blatter", enz. kennen. -t Zal morgenavond bij „Madame Sans- Géne" zeker vol zijn, maar de zaal wordt good geventileerd. De rekening der gemeente Ter-Aar over het dienstjaar 1895 is den Raad in zijne vergadering van den 23sten Juli jl. aangeboden, ligt gedurende veertien dagen ter gemeente secretarie ter inzïge en is tegen betaling der kosten in afschrift verkrijgbaar gestel f. De Raad heeft benoemd tot onderwijzeres aan de openbare lagere school dier gemeente mej. W. A. M. Van Lingen, te's-Gravenhage, en zulks in de plaats van mej. M. E. Tous- saint Delincée, aan wie met ingang van 1 Augustus eervol ontslag als onderwijzeres aan gemelde school is verleend. De collecte voor het fonds van den gewapenden dienst heeft na aftrek van on kosten in de gemeente Ter-Aar opgebracht de som van f 24.23s. Tot hooikeurder in de gemeente Lisse is benoemd de heer P. Yan Ruiten Tzn., aldaar. Door Burgemeester en Weths. van Lisse is aan den heer A. Van der Mey, op zijn verzoek, wegens benoeming tot lid van den gemeenteraad, eervol ontslag verleend als opperbrandmeester, onder dankbetuiging voor de door hem in die betrekking bewezen diensten. De heer B. Th. Avenarius, uit de ge meente Koudekerk, werkzaam aan een inrich ting van onderwijs te Yhssingen, slaagde d ze week voor de akteDuitscb lager onderwas. B\j de Ned -Herv. gem eite te Aalsmeer is beroepen ds. J. B. Gunning E.Bzn., te Leersum. Ds. Th. G. C. Rjppard, te Zuilichem, is beroepen te De Lier. Mej. T. Van der Meulen, te Haarlemmer meer, is benoemd tot onderwijzeres te Wildervank. Uit de vereeniging „Die Haghe" In de residentie heeft zich eene commissie gevormd met hc-t doel om een historisch adresboek van Den Haag samen to stellen, dat uit een historisch, genealogisch en typograpbïsch oog punt van veel belang kan worden. De inspecteur der genie, generaal GiJs- berti Hodenpjjl, vertrok heden uit Den Haag naar het noorden tot voortzetting van zijne inspectie der kazernes en militaire gebouwen. Die te Assen zyn het eerst aan do beurt. Benoemd zjjn van de Koninklijke Italiaansche Heraldieke Academie: toteerelid de heer J. C. Van der Muelen, voorzitter van het Genealogisch Heraldisch Genootschap „de Neöerlandsche Leeuw", en tot correspondee- rend lid de heer M. G. Wildeman, thans adjunct-archivaris te Haarlem. Aan bet kantoor der invoerrechten en accijnzen en van den waarborg en de belasting op do gouden en zilveren werken te 's Graven hage, is verbonden de gewone percentsgewijze belooning tot een maximum van f 4500 en zal daaraan vermoedelijk worden verbonden eeno jaarlyksche vergoeding van bureel kosten ton bedrage van f 4550, onder verplichting van den titularis om jaarlgks ten minste f 4280 1 besteden aan bezoldiging van sub- ontvang. en klerken. De tormijn voor mede dinging blijft open lot 15 Augustus 1896. H. M. de Regentes zal voor de opening der Staten-Generaal in September a.s. slechts voor één dag naar Den Haag overkomen, ter wijl de Koninginnen in de tweede helft van October een dag of tien in de residentie zul len verblijf hóuden, omdat in die dagen de aanneming van de jonge Koningin zal plaats hebben. Do groothertogin van Saksen wordt 29 dezer voor omstreeks 14 dagen op Soestdyk verwacht en den 30sten d. a. v. prinses Elisa beth van Waldeck, die slechts enkele dagen blijft. De groothertog van Saksen met de herto gin van Mecklenburg zal in den avond van 3 Aug. te Soestdyk komen en 5 Aug. ver trekken. De minister van marine brengt ter al- gemeene kennis, dat, bljjkens ontvangen bo- richt van den commandant van Hr. Ms. schoener „Argus", op 16 dezer een reddingsboei van dien bodem is overboord geraakt. Het vinden van dit voorwerp behoeft derhalve geen aan leiding tot ongerustheid te geven. Sts.-Ct De Internationale Journalisténbond beeft een centraal-bureau en dit heeft weer een bestuur. Dat bestuur of comité heeft Dinsdag te Zürich een constitueereode vergadering gehouden. De heer W. Singer, te Weenen, is tot voorzitter gekozende heer Taunay, te Parys, tot secretaris-generaal. De heer Charles Boissevain, te Amsterdam, is voor zitter van de eomuissie van toelating. Het comité heeft de agenda voor het eerst volgend congres te Stockholm vastgesteld. Daarop komen voor: het auteursrecht en de regeling van de betrekkingen tot de telegraaf. De „Deutsche Wochenzeitung" meldt: De Duitsche keizer, koning van Pruisen, heeft den heer P. W. Janssen, te Amsterdam, den stichter der Nedorlandsch Duitsche stichting in de Da-Costa straat, tot ridder tweede klasse (commandeur) derKoninkiy k-PruisischeKroon orde benoemd, en de heeren J. B. J. Wester berger, voorzitter dier stichting en secretaris der Duitsche Vereeniging tot hulpverschaffing (Deutschen Hülfsvereins), en Julius Eltzbacher, voorzitter dier vereeniging, bevorderd tot ridders derde klasse (officieren) derzelfde orde. De minister van marine hee't den luit. ter zee 1ste kl. F. Pinke, de luits. ter zee 2de kl. L. F. H. Tuckermann, J. F. Nyland en J. A. Kool, de officier van gezondh. 1ste kl. dr. A. J. Gysen en de officier van admi nistratie 2de kl. J. F. baron Van Heeckeren van Walién, allen dienende aan boord van Hr. Ms. schoener „Bonaire," eerstgenoemde als lste officier, met 28 dezer op Don-activiteit gesteld. De „Prov. Gron. Crt." meldt, dat gister morgen door de geneeskundige commissie te 's Gravenhage voor alle diensten goedgekeurd is de beer Boerma, luitenant der artillerie. Hy gaat medio 0;tober naar Indiö terug. Van zyno verwondii gen, op Aljeh ontvangen, is by totaal genezen, voornamelijk door de prachtige massage van dr. J. Mezger, te Parys. De „Staatscourant" van 25 dezer bevat een rapport van den commandant van Hr. Ms. schooner „Zeehond", belast met het politie toezicht op de visschery in do Noordzee, van 18 Juni tot en met 9 Juli j. 1. Den 25sten Juni beklaagde de schipper van SCH. 22 zich over dien van de Fracsche sloep B. 2033 Deze zoude n. 1. van zijne netten gesneden hebben, hetgeen echter door den Franschman werd ontkend. Van deze klacht w«.rd proces verbaal opgemaakt. Een Duitsche logger S.G. 9 werJ gezien zonder onderscheidingsletters en nummer in z(Jn grootzeil. Hitrvan werd ingevolge art. 27 der conventie- aan den com mandant van den Duitschen politiekruiser bericht gezonden. Dan 4den Juli werden weder drie Duitsche loggers gezien zonder letters en nummer in hun driehoekig grootzeil, nl. S. G. 6 en 10 en B. V. 13. Omtrent deze over treding werd eveneens gehandeld als bij het vorige geval. S. D. (Altona) 10 kreeg hulp bij eene kleine herstelling aan zijn donkey. Do Duitsche haringvisschers varen met inter nationale seinvlaggen, waarvan deze sloep dit maal het nut ondervond door zijn nood er mede kenbaar te kunnen maken. Overigens werden geen overtredingen opgemerkt. Het stoomschip „Edam", van Amsterdam naar Nieuw-York, passeerde 24 Juli Scilly; de „Gel Ierland" arriveerde 24 Juli van Batavia te Rotterdam; de Ajax," van Java era Penang naar Arasterdam, passeerde 24 Juli Perim; de „Koningin Regentes," van Amsterdam naar Batavi.i, passeerde 25 Juli Kaap del Armij de „Laertes," van Java naar Amsterdam, ver trok 23 Juli van Singapore; de „Prins Alexan der" vertrok 25 Juli van Amsterdam naar Batavia; de „Prinses Marie," van Batavia naar Amsterdam, vertrok 25 Juli van Padang. By koninklijk besluit is benoemd tot rechter in de arrondissements rechtbank te Rotterdam, mr. S. Gratama, thans rijksarchi varis in de provincie Drente, wonende te Assen. Benoemd tot notaris binnen het arrondisse ment Breda, ter standplaats Zwaluwe, L. A. Ruyssenaers, candi laat-notaris te Wyk-Maas- tricht; tot notaria binnen hot arrondissement Bnda, ter standplaats Tilburg, P. II. Loven, thans rotaris te Steenbergen, en A. A. M. Van Eyl, candidaat-notaris te Tilburg; tot kantonrechter-plaatsvervanger in het kanton Almeloo%, ror. E. Jannink, advocaat en pro cureur te Almcloo. Met ingang van 1 October a. s., benoemd tot lecraar aan de Rijks boogere burgerschool te Tilburg, J. Coster, thans tijdelijk leeraar aan de hoogere burgerschool te Goes. Met ingang van 1 Aug. a. s. M. H. Van Visvliet, te Middelburg, benoemd tot commies charter-meester bij 's Rijks archief in Zeeland. Met ingang van 2 Augustus a. 8., bevorderd tot luitenant ter zee der 2de klasse, de adel borsten der lste klasse G. R. J. Haentjes Dekker, C. A. Brugman, J. A. Bland van den B rg, J. N. Do Ronde, J. Voogd, A. Goekoop, N. Maats, R. H. Van Meerlant, H. C. Steffelaar, J. M. L. Gerken, Z. G. P. Marcella, P. E. K. Ebbinge Wubben, P. M. A. Bogaert, H. W. Verkerk, J. H. Commijs, A. E. Mattbijsen en J. E. De Bruyne. Benoemdby het wapen der infanterie, by" het 5de reg., tot kapitein, de eerste luitenant L. J. L. Sehas, van het regiment grenadiers en jagers; tot eersten luitenant, de tweede luitenant F. H. A. A. Wagn9r, van het corps; by het 7de regiment, tot kapitein, de eerste luitenant J. H. Van der Pol, van het corps; by het 8ste regiment, tot eersten luit., de tweede luitenant A. F. C. Rambonnet, van het corps. Praatjes over Kunst. LXXIV. De heer A. Pijl, confiseur te dezer stede, mag zich met recht verheugen de opdracht van de beschildering zyner plafonds aan de Keulsche firma Roth en Van der Kaay te hebben verstrekt. In het kleine zaaltje valt vooral de fraaie bloemenrand te roemen, terwyi daar tevens op smaakvolle wyze eenig niet te overladen verguldsel is aangebracht. Aan de zoldering in den winkel zelf heeft de heer Van der Kaay, (een vroegere stad genoot), tegen een bewolkte lucht, waarin een vyftal zwaluwen a la Giaccornmellt zweven, wilde wyngaard- en rozen-motieven op waar- ïyk zeer gelukkige wyze aangewend. In de hoeken werd een alleszins passende omlgsting verkregen door het aanbrengen van vier donkerder stillevens, waarop ananassen en perziken, taarten en gebakjes, druiven en meloenen, Delftscho borden en coupes, likeur flesschen en waaiers, sinaasappelen, Makart- bouquetten, enz. zyn afgebeeld. Er is in dit decoratieve schilderwerk niets van dat hinderlijk-zware gebleven, dat zoo dikwyis b(j onze Duitsche naburen valt waar te nemen; integendeel moet hier dat los- vlugge en coquette worden gewaardeerd, waardoor de Fransche decorateurs zich zoo gunstig bleven onderscheiden. Den vervaardiger èn den besteller mag met dezen geshagden arbeid onverdeeld wor den geluk gewenscht. De Juli aflevering van „The Studio" (het door Charles Holme uitgegeven tydschrift) is in meer dan een opzicht belangryk te noemen.— Lewis Hind schreef een artikel over het werk van den schilder Shannon, by diens portret en verschillende reproducties naar eenige van zyn doeken, waaronder vooral do beeltenis van miss Burke, en „kinderen in 't bosch" uitmunten. J. M. Bulloch bespreekt er het werk van Gibson, waarby, ter illustreering, eenige zeer knappe teekeningen zyn gereproduceerd. Een dezer „de laatste gast", verdient vooral vermelding. Aan een verlaten feestdisch is het gouden echtpaar ingesluimerdvertrouweiyk rust haar hoofd tegen zyn schouder, terwyi tegenover hen een ooiyke cupido als „laatste gaat" een glas champagne uitdrinkt. Tevens zyn er een paar goedgeslaagde Supplementen, litho's van Karbina en van Boroug Johnson te bewonderen. Een artikel over den Italiaanschen artist Oonconi met talryke lichtdrukken, en eeno bespreking V?^-de2- ^lQI?_ (ChAIA£§-Elysép§j^„ waarby een expressievolle „Madonna" (Nutre Dame de Penmarcb) van Lévy Dhurmer is afgebeeld, verdienen verder de aandacht. Ook de gewone rubrieken zijn ditmaal by- zonder interessant. Van het Maandschrift voor Vercieringskunst onder redactie van den heer Frans Boersma is de 2de aflevering verschenen, die m. i. do eersto verre overtreft. Gaarne hadden echter velen wat meer toelichting gezien by enkele platen, dan de korte byschriften ons verschaffen. Jan Toorop heeft den wensch te kennon gegeven om in h6t najaar eene tentoonstel ling van zyn nieuwe werken in hetStedeiyk Museum alhier te houden. Wellicht dat dan de schilder ook bereid zal worden gevonden terzelfder tyd eenige explicatie van zyn arbo:<J te geven, zooals by in Groningen deed. C. Verster. (jremengd IS ièuws. Een paard, dat hedenmiddag op de Heerenstraat voor een rytuig van een buiten man werd aangespannen, ging er opeens van door. Het scheen het vrye bollen te prefereeren boven het loopen in zyn gewoon tuig. Zy'n weg door de Raamsteeg genomen hebbende, werd bet echter reels by de stalhoudery op da Garenmarkt tot 8taan gebracht. i) Onder de leden van den hofschouwburg te B. werd zeer veel gesproken over een voorval, dat by de eerste repetitie na de zomorvacantie in tegenwoordigheid van vel9 ooggetuigen had plaats gehad. Zoo het geval door hen, die de geschiedenis verder verspreidden, van allerlei onaardige en boosaardige aanhangsels voorzien werd, lag dit minder aan de zaak zelve dan wel aan de gezindheid tegenover don hoofdpersoon, den eersten regisseur Mark hof. Inderdaad waren er onder de acteurs on actrices van den hofscbouwburg niet velen, die niet een veete hadden tegen dezen ge weldige, die nu sedert een reeks van jaren met yzeren hand het gezag over het lucht hartige artistenvolkje uitoefende. Hy was eens zelf beroemd geweest als ver tolker van heldenrollen, en bejaarde monschen, die hem nog in zyn glansperiode gekend hadden, spraken niet dan met uitdrukkingen van verrukking over zyn edel en tegeiyk hrrtstochteiyk spel; toen echter had een dik wyls terugkeerend rheumatisch lyden hem telkens gevoeliger gehinderd in de beoefening zijner kunst, en op zekeren dag was by, stellig na een zwaren stryd, tot het besluit gekomen, niet weer in 't openbaar op te treden. De toongevende critici bewoorden, dat hot verdienstelykste deel van zyn leven eerst met dien dag begonnen was, want het was zeker als het werk van dezen energieken en rusteloos werkzamen man te beschouwen, dat de hofschouwburg binnen W6inige jaren uit een vry troungen toestand zich tot grooten bloei en hoog artistiek aanzien ontwikkeld had. Anton Markhof was een bewonderenswaar dige leermeester voor jonge tooneelspelers. Bijna alle beroemdhedon van het laatste ge slacht hadden zyn school doorloopen, en de meesten van hen hadden alleen aan deze voorbeeldige school hun latere schitterende loopbaan te danken. Maar er was er onder die velen nochtans haast geen een, die liefde en vereering voor zyn meester koesterde. Want Anton Markhof was een gestreng, somber, in zichzelven gekeerd man, ontoegaDkelyk voor elke poging eener hartelyke toenadering, en van ruwe, byna afstootende vormen in den persooniyken omgang. Met onfeilbaar scherpen blik wi3t hy ieder op de juiste plaats te zetten, en geen deemoedige vleiery, geen bütooverende oogopslag kon hem ooit bewegen, het geringere talent boven het grootere do voorkeur te g9ven. Nooit vergde hy van een lid van zyn tooneel iets, dat het niet prestoeren kon, en als by zag, dat het, ondanks den goeden wil, nog aan de noodige beheersching der artistieke uitdrukkingsmid delen haperde, werd hy niet moede door woord en voorboeld den goeden wil te hulp te komen. Maar wee dengene, die in ydele zelfoverschatting of in ODOverwinnelyke lui heid de ernstige vermaningen van den meester in den wind sloög! Hy leerde stellig spoedig beven voor den toorn van den eersten regis seur, want dezelfde man, die elke geslaagde kunstuiting als iets natuurlyks beschouwde en nooit een woord van vriendelyke waar deering had, kon vernietigende uitdrukkingen van afkeuring en geringschatting vinden, als iets naar zyn meening door de schuld van den vertolker mislukt was. Zyn berispingen waren zóó scherp, dat zy tot in het hart doordrongen, en waar de grootsten in den door hem bestuurden troep voor zulke bittere verwyten nooit veilig waren, verkeerden de kleinen in voortdurenden angst voor het ge vaar, zyn misnoegen te wekken. In den laatsten tyd was Markhof byzonder meedoogenloos geweest. Het verbitterde hem, dat de jonge intendant, dien de vorst eerst voor twee jaren tot deze betrekkmg geroepen had, de noodige nieuwe engagementen ge sloten had, zonder hem daarby om raad te vragen. In het personeel van den hofschouw burg waren daardoor een aantal onbegaafde beginners opgenomen, die hy onvoorwaardoiyk zou hebben uitgesloten. Deze omstandigheid had tot een catastrophe geleid. Alle leden, ook de nieuw geëngageerden, waren des voormiddags op het schemerachtig verlichte tooneel voreenigd, de komst van den gevreesde verbeidend. Onder hen, die binnenkort hun vuurproef op de planken van den hofschouwburg moesten doorstaan, was ook een knappe, groot en slank gebouwde jonge man met fijne trekken en groote, sprekende oogen. Hy had zich aan de oudere leden als Erik Sarnow voorgesteld, en men wist, dat hy van een klein provinciaal tooneel kwam, om een aan het eind van het vorige speelseizoen vertrokken „jeune amoureux" te vervangen. Zy, dio reeds in de laatste dagen kennis met hem gemaakt hadden en vooral door de beminnelyke openhartigheid van zyn gemoed ingenomen wareD, zagen nu met eenige verwondering, dat by geheel veranderd, stil en byna angstig was. Toen de eerste regisseur met militaire stiptheid op het tooneel verscheen," trok Sarnow zich zoo ver achter de anderen terug, dat de blik van den ge weldige niet direct op hem kon vallen, ter- wyi hyzelf elke beweging van den regisseur kon volgon. Markhof scheen door een pa3 geëindigde badkuur byna geheel van zyn oude kwaal b9vryd. Recht en veerkrachtig was zyn gang ondanks zyn gryze haren en zyn gerimpeld gezicht, oen imponeerende verschyning. Hy groette kort en zyn scherpe oogen overzagen den troep met één oogopslag. Vóór op het tooneel stond de regietafel, met een eenvou digen rieten stoel daarnaast. Daar bleef Mark hof staan, om zich de nieuwe leden te laten voorstellen. Hy had voor ieder dezelfde lichte buiging met het hoofd, ofschoon onder de heeren een zeer beroemde pantomimespeler en onder de dames meer dan één opmerke- lyke schoonheid was. Het laatst kwam Erik Sarnow to voorschyn uit het duister, waarin hy zich tot nu verborgen had gehouden. Het volle licht viel hier op zyn gezicht, en die het dichtst by stonden, namen duideiyk waar, hoe zyn lippen beefden. In Anton Markhofs gezicht verroerde zich niets; zyn trokken waren hard en onbewoeg- ïyk als altyd. Stom zag hy het komende tegemoet. Een paar seconden lang stonden zy zwygond voor elkander; daarop zeide de jongo man met gedempte, door opgewonden heid half gesmoorde stem: „Het noodlot heeft my hierheen gezonden, vader 1 Aan uw deur heeft men my eer gisteren en gisteren wel is waar afgewezen, maar hier, ik smeek u er om, zult u my ten teekon der verzoening uw hand niet meer weigeren." Alleen die het dichtst by stonden hadden de met moeite geuite woorden verstaan; des te duidelyker was Markhofs antwoord op het geheele tooneel verstaanbaar. „Waartoe deze comedie? Een stumper, een acteur onder eenig talent is myn zoon niet." Al de gesprekken, die tot nu toe op fluis terenden toon onder de artisten gevoerd waren, verstomden eensklaps. Met gespannen aan dacht luisterdon allen naar het gesprek, dat aan de regietafel gevoerd werd. De jongo acteur, wien zooeven een vorschrikkelyko vernedering geworden was, streed blykbaar een zwaren stryd met zyn trots, die zich wel wild vorzetten moest onder den vreeseiyken slag. Maar na een kleine pauze was hy toch in staat te zeggen: „U veroordeelt myn artistiek kunnen, vader, zonder bet te kennen. Ik zal u het bewys leveren, dat ik opgehouden heb een stumper te zyn." „Goed bewys betl Het zal je niet aan gelegenheid daartoe ontbreken. Tot zoo lang bljjft hot tusschen ons zooals het geweest is. En laten wy nu bogianen, Betbgel" Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1896 | | pagina 1