N°. 11171
Maandag 27 Juli.
A0.1896
jouraat wordt dagelijks, met uitsondering
van (Zon- en feestdagen, uitgegeven,
Vlokken.
Feuilleton.
OP DE PLAKKEN.
ts«c
PRIJS DEZER C0ÜRA2TT:
Voor Leiden per 3 maanden. 1.10.
Franco per post 1.40.
Afzonderlyke Nommers0.05.
PRIJS DER ADVERTENTIES
Van 1 6 regels f 1.05. Iedero regel meer f 0.17 Grootere
letters naar plaatsruimte. Voor het incasseerpn bulten de stad
wordt 0.05 berekende
Dit nominer bestaat uit DB,IE
Bladen.
Eerste Blad.
Leiden, 25 Juli.
De Vereeniging voor Christelijk Onderwijs
ten behoeve van on- en minvermogenden is
verblijd door het bericht, dat twee leden der
Gemeente de kosten der feestviering bij ge
legenheid van het 25-jarig bestaan der school
aan de Middelstegracht, op 8 Augustus a. s.
voor de leerlingen dier school, geheel voor
hunno rekening zullen nemen, welk aanbod
door haar met dankbaarheid is aanvaard. Alle
gaven, die ingekomen zijn of nog zullen
inkomeD voor de feestviering, zullen dienten
gevolge gebeel en alleen ten bate der school
worden aangowend.
Zij, die hunne gaven uitsluitend bestemden
voor „feestviering der leerlingen" en niet
voor de school zelve wenschen by te dragen,
kunnen die terugontvangen.
By de Vereeniging is tevens ingekomen als
feestgave voor het Fonds eener derde school
de aanzienlijke som van ƒ300.
In de flink bezette Schouwburgzaal
gaven de Rotterdammers gisteravond het
bekende blijspel „Inkwartiering". Onnoodig
te zeggen, dat zonder uitzondering door allen
uitnemend gespeeld werd, en overbodig is
het ook namen te noemen; slechts maken
we een uitzondering voor den heer Brondgeest,
die een prachtig type leverde van den
Duitscbon officior, zooals we dien uit „Fliegende
Blatter", enz. kennen.
-t Zal morgenavond bij „Madame Sans-
Géne" zeker vol zijn, maar de zaal wordt
good geventileerd.
De rekening der gemeente Ter-Aar over
het dienstjaar 1895 is den Raad in zijne
vergadering van den 23sten Juli jl. aangeboden,
ligt gedurende veertien dagen ter gemeente
secretarie ter inzïge en is tegen betaling der
kosten in afschrift verkrijgbaar gestel f.
De Raad heeft benoemd tot onderwijzeres
aan de openbare lagere school dier gemeente
mej. W. A. M. Van Lingen, te's-Gravenhage,
en zulks in de plaats van mej. M. E. Tous-
saint Delincée, aan wie met ingang van 1
Augustus eervol ontslag als onderwijzeres
aan gemelde school is verleend.
De collecte voor het fonds van den
gewapenden dienst heeft na aftrek van on
kosten in de gemeente Ter-Aar opgebracht
de som van f 24.23s.
Tot hooikeurder in de gemeente Lisse
is benoemd de heer P. Yan Ruiten Tzn., aldaar.
Door Burgemeester en Weths. van Lisse
is aan den heer A. Van der Mey, op zijn
verzoek, wegens benoeming tot lid van den
gemeenteraad, eervol ontslag verleend als
opperbrandmeester, onder dankbetuiging voor
de door hem in die betrekking bewezen
diensten.
De heer B. Th. Avenarius, uit de ge
meente Koudekerk, werkzaam aan een inrich
ting van onderwijs te Yhssingen, slaagde
d ze week voor de akteDuitscb lager onderwas.
B\j de Ned -Herv. gem eite te Aalsmeer is
beroepen ds. J. B. Gunning E.Bzn., te Leersum.
Ds. Th. G. C. Rjppard, te Zuilichem, is
beroepen te De Lier.
Mej. T. Van der Meulen, te Haarlemmer
meer, is benoemd tot onderwijzeres te
Wildervank.
Uit de vereeniging „Die Haghe" In de
residentie heeft zich eene commissie gevormd
met hc-t doel om een historisch adresboek
van Den Haag samen to stellen, dat uit een
historisch, genealogisch en typograpbïsch oog
punt van veel belang kan worden.
De inspecteur der genie, generaal GiJs-
berti Hodenpjjl, vertrok heden uit Den Haag
naar het noorden tot voortzetting van zijne
inspectie der kazernes en militaire gebouwen.
Die te Assen zyn het eerst aan do beurt.
Benoemd zjjn van de Koninklijke
Italiaansche Heraldieke Academie: toteerelid
de heer J. C. Van der Muelen, voorzitter van
het Genealogisch Heraldisch Genootschap „de
Neöerlandsche Leeuw", en tot correspondee-
rend lid de heer M. G. Wildeman, thans
adjunct-archivaris te Haarlem.
Aan bet kantoor der invoerrechten en
accijnzen en van den waarborg en de belasting
op do gouden en zilveren werken te 's Graven
hage, is verbonden de gewone percentsgewijze
belooning tot een maximum van f 4500 en
zal daaraan vermoedelijk worden verbonden
eeno jaarlyksche vergoeding van bureel kosten
ton bedrage van f 4550, onder verplichting
van den titularis om jaarlgks ten minste
f 4280 1 besteden aan bezoldiging van sub-
ontvang. en klerken. De tormijn voor mede
dinging blijft open lot 15 Augustus 1896.
H. M. de Regentes zal voor de opening
der Staten-Generaal in September a.s. slechts
voor één dag naar Den Haag overkomen, ter
wijl de Koninginnen in de tweede helft van
October een dag of tien in de residentie zul
len verblijf hóuden, omdat in die dagen de
aanneming van de jonge Koningin zal plaats
hebben.
Do groothertogin van Saksen wordt 29
dezer voor omstreeks 14 dagen op Soestdyk
verwacht en den 30sten d. a. v. prinses Elisa
beth van Waldeck, die slechts enkele dagen
blijft.
De groothertog van Saksen met de herto
gin van Mecklenburg zal in den avond van
3 Aug. te Soestdyk komen en 5 Aug. ver
trekken.
De minister van marine brengt ter al-
gemeene kennis, dat, bljjkens ontvangen bo-
richt van den commandant van Hr. Ms. schoener
„Argus", op 16 dezer een reddingsboei van
dien bodem is overboord geraakt. Het vinden
van dit voorwerp behoeft derhalve geen aan
leiding tot ongerustheid te geven. Sts.-Ct
De Internationale Journalisténbond beeft
een centraal-bureau en dit heeft weer een
bestuur. Dat bestuur of comité heeft Dinsdag
te Zürich een constitueereode vergadering
gehouden. De heer W. Singer, te Weenen,
is tot voorzitter gekozende heer Taunay,
te Parys, tot secretaris-generaal. De heer
Charles Boissevain, te Amsterdam, is voor
zitter van de eomuissie van toelating.
Het comité heeft de agenda voor het eerst
volgend congres te Stockholm vastgesteld.
Daarop komen voor: het auteursrecht en de
regeling van de betrekkingen tot de telegraaf.
De „Deutsche Wochenzeitung" meldt:
De Duitsche keizer, koning van Pruisen, heeft
den heer P. W. Janssen, te Amsterdam, den
stichter der Nedorlandsch Duitsche stichting
in de Da-Costa straat, tot ridder tweede klasse
(commandeur) derKoninkiy k-PruisischeKroon
orde benoemd, en de heeren J. B. J. Wester
berger, voorzitter dier stichting en secretaris
der Duitsche Vereeniging tot hulpverschaffing
(Deutschen Hülfsvereins), en Julius Eltzbacher,
voorzitter dier vereeniging, bevorderd tot ridders
derde klasse (officieren) derzelfde orde.
De minister van marine hee't den luit.
ter zee 1ste kl. F. Pinke, de luits. ter zee
2de kl. L. F. H. Tuckermann, J. F. Nyland
en J. A. Kool, de officier van gezondh. 1ste
kl. dr. A. J. Gysen en de officier van admi
nistratie 2de kl. J. F. baron Van Heeckeren
van Walién, allen dienende aan boord van Hr.
Ms. schoener „Bonaire," eerstgenoemde als
lste officier, met 28 dezer op Don-activiteit
gesteld.
De „Prov. Gron. Crt." meldt, dat gister
morgen door de geneeskundige commissie te
's Gravenhage voor alle diensten goedgekeurd
is de beer Boerma, luitenant der artillerie.
Hy gaat medio 0;tober naar Indiö terug.
Van zyno verwondii gen, op Aljeh ontvangen,
is by totaal genezen, voornamelijk door de
prachtige massage van dr. J. Mezger, te
Parys.
De „Staatscourant" van 25 dezer bevat
een rapport van den commandant van Hr. Ms.
schooner „Zeehond", belast met het politie
toezicht op de visschery in do Noordzee, van
18 Juni tot en met 9 Juli j. 1. Den 25sten
Juni beklaagde de schipper van SCH. 22 zich
over dien van de Fracsche sloep B. 2033
Deze zoude n. 1. van zijne netten gesneden
hebben, hetgeen echter door den Franschman
werd ontkend. Van deze klacht w«.rd proces
verbaal opgemaakt. Een Duitsche logger S.G.
9 werJ gezien zonder onderscheidingsletters
en nummer in z(Jn grootzeil. Hitrvan werd
ingevolge art. 27 der conventie- aan den com
mandant van den Duitschen politiekruiser
bericht gezonden. Dan 4den Juli werden weder
drie Duitsche loggers gezien zonder letters
en nummer in hun driehoekig grootzeil, nl.
S. G. 6 en 10 en B. V. 13. Omtrent deze over
treding werd eveneens gehandeld als bij het
vorige geval. S. D. (Altona) 10 kreeg hulp
bij eene kleine herstelling aan zijn donkey.
Do Duitsche haringvisschers varen met inter
nationale seinvlaggen, waarvan deze sloep dit
maal het nut ondervond door zijn nood er
mede kenbaar te kunnen maken. Overigens
werden geen overtredingen opgemerkt.
Het stoomschip „Edam", van Amsterdam
naar Nieuw-York, passeerde 24 Juli Scilly; de
„Gel Ierland" arriveerde 24 Juli van Batavia
te Rotterdam; de Ajax," van Java era Penang
naar Arasterdam, passeerde 24 Juli Perim;
de „Koningin Regentes," van Amsterdam naar
Batavi.i, passeerde 25 Juli Kaap del Armij
de „Laertes," van Java naar Amsterdam, ver
trok 23 Juli van Singapore; de „Prins Alexan
der" vertrok 25 Juli van Amsterdam naar
Batavia; de „Prinses Marie," van Batavia naar
Amsterdam, vertrok 25 Juli van Padang.
By koninklijk besluit is benoemd tot
rechter in de arrondissements rechtbank te
Rotterdam, mr. S. Gratama, thans rijksarchi
varis in de provincie Drente, wonende te
Assen.
Benoemd tot notaris binnen het arrondisse
ment Breda, ter standplaats Zwaluwe, L. A.
Ruyssenaers, candi laat-notaris te Wyk-Maas-
tricht; tot notaria binnen hot arrondissement
Bnda, ter standplaats Tilburg, P. II. Loven,
thans rotaris te Steenbergen, en A. A. M.
Van Eyl, candidaat-notaris te Tilburg; tot
kantonrechter-plaatsvervanger in het kanton
Almeloo%, ror. E. Jannink, advocaat en pro
cureur te Almcloo.
Met ingang van 1 October a. s., benoemd
tot lecraar aan de Rijks boogere burgerschool
te Tilburg, J. Coster, thans tijdelijk leeraar
aan de hoogere burgerschool te Goes.
Met ingang van 1 Aug. a. s. M. H. Van
Visvliet, te Middelburg, benoemd tot commies
charter-meester bij 's Rijks archief in Zeeland.
Met ingang van 2 Augustus a. 8., bevorderd
tot luitenant ter zee der 2de klasse, de adel
borsten der lste klasse G. R. J. Haentjes
Dekker, C. A. Brugman, J. A. Bland van
den B rg, J. N. Do Ronde, J. Voogd, A.
Goekoop, N. Maats, R. H. Van Meerlant, H.
C. Steffelaar, J. M. L. Gerken, Z. G. P.
Marcella, P. E. K. Ebbinge Wubben, P. M. A.
Bogaert, H. W. Verkerk, J. H. Commijs, A.
E. Mattbijsen en J. E. De Bruyne.
Benoemdby het wapen der infanterie, by"
het 5de reg., tot kapitein, de eerste luitenant
L. J. L. Sehas, van het regiment grenadiers
en jagers; tot eersten luitenant, de tweede
luitenant F. H. A. A. Wagn9r, van het corps;
by het 7de regiment, tot kapitein, de eerste
luitenant J. H. Van der Pol, van het corps;
by het 8ste regiment, tot eersten luit., de
tweede luitenant A. F. C. Rambonnet, van
het corps.
Praatjes over Kunst.
LXXIV.
De heer A. Pijl, confiseur te dezer stede,
mag zich met recht verheugen de opdracht
van de beschildering zyner plafonds aan de
Keulsche firma Roth en Van der Kaay te
hebben verstrekt.
In het kleine zaaltje valt vooral de fraaie
bloemenrand te roemen, terwyi daar tevens
op smaakvolle wyze eenig niet te overladen
verguldsel is aangebracht.
Aan de zoldering in den winkel zelf heeft
de heer Van der Kaay, (een vroegere stad
genoot), tegen een bewolkte lucht, waarin een
vyftal zwaluwen a la Giaccornmellt zweven,
wilde wyngaard- en rozen-motieven op waar-
ïyk zeer gelukkige wyze aangewend.
In de hoeken werd een alleszins passende
omlgsting verkregen door het aanbrengen van
vier donkerder stillevens, waarop ananassen
en perziken, taarten en gebakjes, druiven en
meloenen, Delftscho borden en coupes, likeur
flesschen en waaiers, sinaasappelen, Makart-
bouquetten, enz. zyn afgebeeld.
Er is in dit decoratieve schilderwerk niets
van dat hinderlijk-zware gebleven, dat zoo
dikwyis b(j onze Duitsche naburen valt waar
te nemen; integendeel moet hier dat los-
vlugge en coquette worden gewaardeerd,
waardoor de Fransche decorateurs zich zoo
gunstig bleven onderscheiden.
Den vervaardiger èn den besteller mag
met dezen geshagden arbeid onverdeeld wor
den geluk gewenscht.
De Juli aflevering van „The Studio" (het
door Charles Holme uitgegeven tydschrift) is
in meer dan een opzicht belangryk te noemen.—
Lewis Hind schreef een artikel over het
werk van den schilder Shannon, by diens
portret en verschillende reproducties naar
eenige van zyn doeken, waaronder vooral do
beeltenis van miss Burke, en „kinderen in
't bosch" uitmunten.
J. M. Bulloch bespreekt er het werk van
Gibson, waarby, ter illustreering, eenige zeer
knappe teekeningen zyn gereproduceerd.
Een dezer „de laatste gast", verdient vooral
vermelding.
Aan een verlaten feestdisch is het gouden
echtpaar ingesluimerdvertrouweiyk rust haar
hoofd tegen zyn schouder, terwyi tegenover
hen een ooiyke cupido als „laatste gaat"
een glas champagne uitdrinkt. Tevens zyn
er een paar goedgeslaagde Supplementen,
litho's van Karbina en van Boroug Johnson
te bewonderen.
Een artikel over den Italiaanschen artist
Oonconi met talryke lichtdrukken, en eeno
bespreking V?^-de2- ^lQI?_ (ChAIA£§-Elysép§j^„
waarby een expressievolle „Madonna" (Nutre
Dame de Penmarcb) van Lévy Dhurmer is
afgebeeld, verdienen verder de aandacht.
Ook de gewone rubrieken zijn ditmaal by-
zonder interessant.
Van het Maandschrift voor Vercieringskunst
onder redactie van den heer Frans Boersma is de
2de aflevering verschenen, die m. i. do eersto
verre overtreft. Gaarne hadden echter velen
wat meer toelichting gezien by enkele platen,
dan de korte byschriften ons verschaffen.
Jan Toorop heeft den wensch te kennon
gegeven om in h6t najaar eene tentoonstel
ling van zyn nieuwe werken in hetStedeiyk
Museum alhier te houden. Wellicht dat dan
de schilder ook bereid zal worden gevonden
terzelfder tyd eenige explicatie van zyn arbo:<J
te geven, zooals by in Groningen deed.
C. Verster.
(jremengd IS ièuws.
Een paard, dat hedenmiddag op
de Heerenstraat voor een rytuig van een buiten
man werd aangespannen, ging er opeens van
door. Het scheen het vrye bollen te prefereeren
boven het loopen in zyn gewoon tuig. Zy'n
weg door de Raamsteeg genomen hebbende,
werd bet echter reels by de stalhoudery op
da Garenmarkt tot 8taan gebracht.
i)
Onder de leden van den hofschouwburg te
B. werd zeer veel gesproken over een voorval,
dat by de eerste repetitie na de zomorvacantie
in tegenwoordigheid van vel9 ooggetuigen had
plaats gehad. Zoo het geval door hen, die
de geschiedenis verder verspreidden, van
allerlei onaardige en boosaardige aanhangsels
voorzien werd, lag dit minder aan de zaak
zelve dan wel aan de gezindheid tegenover
don hoofdpersoon, den eersten regisseur Mark
hof. Inderdaad waren er onder de acteurs on
actrices van den hofscbouwburg niet velen,
die niet een veete hadden tegen dezen ge
weldige, die nu sedert een reeks van jaren
met yzeren hand het gezag over het lucht
hartige artistenvolkje uitoefende.
Hy was eens zelf beroemd geweest als ver
tolker van heldenrollen, en bejaarde monschen,
die hem nog in zyn glansperiode gekend
hadden, spraken niet dan met uitdrukkingen
van verrukking over zyn edel en tegeiyk
hrrtstochteiyk spel; toen echter had een dik
wyls terugkeerend rheumatisch lyden hem
telkens gevoeliger gehinderd in de beoefening
zijner kunst, en op zekeren dag was by,
stellig na een zwaren stryd, tot het besluit
gekomen, niet weer in 't openbaar op te
treden. De toongevende critici bewoorden, dat
hot verdienstelykste deel van zyn leven eerst
met dien dag begonnen was, want het was
zeker als het werk van dezen energieken en
rusteloos werkzamen man te beschouwen,
dat de hofschouwburg binnen W6inige jaren
uit een vry troungen toestand zich tot grooten
bloei en hoog artistiek aanzien ontwikkeld had.
Anton Markhof was een bewonderenswaar
dige leermeester voor jonge tooneelspelers.
Bijna alle beroemdhedon van het laatste ge
slacht hadden zyn school doorloopen, en de
meesten van hen hadden alleen aan deze
voorbeeldige school hun latere schitterende
loopbaan te danken. Maar er was er onder die
velen nochtans haast geen een, die liefde en
vereering voor zyn meester koesterde. Want
Anton Markhof was een gestreng, somber,
in zichzelven gekeerd man, ontoegaDkelyk
voor elke poging eener hartelyke toenadering,
en van ruwe, byna afstootende vormen in
den persooniyken omgang. Met onfeilbaar
scherpen blik wi3t hy ieder op de juiste
plaats te zetten, en geen deemoedige vleiery,
geen bütooverende oogopslag kon hem ooit
bewegen, het geringere talent boven het
grootere do voorkeur te g9ven. Nooit vergde
hy van een lid van zyn tooneel iets, dat het
niet prestoeren kon, en als by zag, dat het,
ondanks den goeden wil, nog aan de noodige
beheersching der artistieke uitdrukkingsmid
delen haperde, werd hy niet moede door
woord en voorboeld den goeden wil te hulp
te komen. Maar wee dengene, die in ydele
zelfoverschatting of in ODOverwinnelyke lui
heid de ernstige vermaningen van den meester
in den wind sloög! Hy leerde stellig spoedig
beven voor den toorn van den eersten regis
seur, want dezelfde man, die elke geslaagde
kunstuiting als iets natuurlyks beschouwde
en nooit een woord van vriendelyke waar
deering had, kon vernietigende uitdrukkingen
van afkeuring en geringschatting vinden, als
iets naar zyn meening door de schuld van
den vertolker mislukt was. Zyn berispingen
waren zóó scherp, dat zy tot in het hart
doordrongen, en waar de grootsten in den
door hem bestuurden troep voor zulke bittere
verwyten nooit veilig waren, verkeerden de
kleinen in voortdurenden angst voor het ge
vaar, zyn misnoegen te wekken.
In den laatsten tyd was Markhof byzonder
meedoogenloos geweest. Het verbitterde hem,
dat de jonge intendant, dien de vorst eerst
voor twee jaren tot deze betrekkmg geroepen
had, de noodige nieuwe engagementen ge
sloten had, zonder hem daarby om raad te
vragen. In het personeel van den hofschouw
burg waren daardoor een aantal onbegaafde
beginners opgenomen, die hy onvoorwaardoiyk
zou hebben uitgesloten. Deze omstandigheid
had tot een catastrophe geleid.
Alle leden, ook de nieuw geëngageerden,
waren des voormiddags op het schemerachtig
verlichte tooneel voreenigd, de komst van
den gevreesde verbeidend. Onder hen, die
binnenkort hun vuurproef op de planken van
den hofschouwburg moesten doorstaan, was
ook een knappe, groot en slank gebouwde
jonge man met fijne trekken en groote,
sprekende oogen. Hy had zich aan de oudere
leden als Erik Sarnow voorgesteld, en men
wist, dat hy van een klein provinciaal tooneel
kwam, om een aan het eind van het vorige
speelseizoen vertrokken „jeune amoureux" te
vervangen. Zy, dio reeds in de laatste dagen
kennis met hem gemaakt hadden en vooral
door de beminnelyke openhartigheid van zyn
gemoed ingenomen wareD, zagen nu met
eenige verwondering, dat by geheel veranderd,
stil en byna angstig was. Toen de eerste
regisseur met militaire stiptheid op het tooneel
verscheen," trok Sarnow zich zoo ver achter
de anderen terug, dat de blik van den ge
weldige niet direct op hem kon vallen, ter-
wyi hyzelf elke beweging van den regisseur
kon volgon.
Markhof scheen door een pa3 geëindigde
badkuur byna geheel van zyn oude kwaal
b9vryd. Recht en veerkrachtig was zyn gang
ondanks zyn gryze haren en zyn gerimpeld
gezicht, oen imponeerende verschyning. Hy
groette kort en zyn scherpe oogen overzagen
den troep met één oogopslag. Vóór op het
tooneel stond de regietafel, met een eenvou
digen rieten stoel daarnaast. Daar bleef Mark
hof staan, om zich de nieuwe leden te laten
voorstellen. Hy had voor ieder dezelfde lichte
buiging met het hoofd, ofschoon onder de
heeren een zeer beroemde pantomimespeler
en onder de dames meer dan één opmerke-
lyke schoonheid was. Het laatst kwam Erik
Sarnow to voorschyn uit het duister, waarin
hy zich tot nu verborgen had gehouden. Het
volle licht viel hier op zyn gezicht, en die
het dichtst by stonden, namen duideiyk waar,
hoe zyn lippen beefden.
In Anton Markhofs gezicht verroerde zich
niets; zyn trokken waren hard en onbewoeg-
ïyk als altyd. Stom zag hy het komende
tegemoet. Een paar seconden lang stonden
zy zwygond voor elkander; daarop zeide de
jongo man met gedempte, door opgewonden
heid half gesmoorde stem:
„Het noodlot heeft my hierheen gezonden,
vader 1 Aan uw deur heeft men my eer
gisteren en gisteren wel is waar afgewezen,
maar hier, ik smeek u er om, zult u my
ten teekon der verzoening uw hand niet meer
weigeren."
Alleen die het dichtst by stonden hadden
de met moeite geuite woorden verstaan; des
te duidelyker was Markhofs antwoord op het
geheele tooneel verstaanbaar.
„Waartoe deze comedie? Een stumper, een
acteur onder eenig talent is myn zoon niet."
Al de gesprekken, die tot nu toe op fluis
terenden toon onder de artisten gevoerd waren,
verstomden eensklaps. Met gespannen aan
dacht luisterdon allen naar het gesprek, dat
aan de regietafel gevoerd werd. De jongo
acteur, wien zooeven een vorschrikkelyko
vernedering geworden was, streed blykbaar
een zwaren stryd met zyn trots, die zich wel
wild vorzetten moest onder den vreeseiyken
slag. Maar na een kleine pauze was hy toch
in staat te zeggen:
„U veroordeelt myn artistiek kunnen,
vader, zonder bet te kennen. Ik zal u het
bewys leveren, dat ik opgehouden heb een
stumper te zyn."
„Goed bewys betl Het zal je niet aan
gelegenheid daartoe ontbreken. Tot zoo lang
bljjft hot tusschen ons zooals het geweest is.
En laten wy nu bogianen, Betbgel"
Wordt vervolgd.)