N°. 11155. Woensdag 8 Juli. s A9.189"} 'f feze ijCourant wordt dagelijks, met uitzondering van (Zpn- en feestdagen, uitgegeven. Leiden, 7 Juli. F'euilleton. In den dood gevolgd. IDSCH PRIJS DEZER COUKANT: Yoor Leiden per 3 maanden. Franco per posti Afzonderlijke Nommers f 1.10. 0.05. PRIJS DER ADVERTENTIEN: Van 1 6 regels f 1.05. Iedere regel meer f 0.17 GrooLere letters naar plaatsruimte. Voor het incasseercn buiten de stad wordt f 0.05 berekend. Hedenmorgen heeft in een der ver trekken van bet Raadhuis alhier de verloting plaats gehad van de voorwerpen, bestemd voor de verloting der „Practische Ambachts school", onder toezicht van het gemeente bestuur en in byzyn van eenige houders van loten. He hoofdprijzen zijn gevallen op de vol gende nommers: Prys 11 tafel, 1 dientafel en 6 stoelen (eiken) op lot No. 163 2:1 notenhouten buffet met boven en onderkast op No. 558 3:1 linnenkast (mahonie) B 406 4: 1 yz ren bloerastandaard 867 5:1 notenhouten toilettafel 638 0 6: 1 mahonie linnenkast „1118 7: 1 notenhouten muziekkastje n w 550 8: 1 schrijftafel 773 9: 1 mahonie beddekastje 133 10: 1 notenhouten beddekastje B 317 1L: 1 dames-werktafeltje 555 12: 1 notenbouten dienbak met schraag B 455 13: 1 mahoniehouten schuif- tafel B B 802 De iot-nommers, waarop prijzen vielen, zijn gezamenlijk de volgende: 7 139 253 406 520 605 706 836 1025 16 42 66 24 24 16 11 64 46 22 43 83 26 30 23 13 62 68 27 47 96 40 35 28 14 67 60 29 66 316 63 41 38 26 80 61 31 63 17 66 60 41 26 01 64 37 05 38 66 61 44 29 912 68 65 70 43 71 65 46 37 41 69 67 76 46 80 68 60 43 43 78 69 79 43 87 po 73 61 72 60 83 75 81 66 88 64 73 70 88 79 86 68 90 76 66 79 76 99 81 88 69 96 81 61 91 81 1105 102 92 71 98 82 63 93 1005 7 6 95 82 605 92 69 93 11 18 21 229 86 14 94 73 802 14 21 97 40 90 16 96 86 6 16 31 83 42 9T 18 603 702 8 17 45 Geiyk wo reeds meldden, had gisterna middag in het groot auditorium der universiteit te Groningen de plechtige promotie honoris causa plaats van den hooggeleerden heer J. C. Kluyver, hoogleeraar in de faculteit der wis- en natuurkunde te Leiden, tot doctor in de wis- en natuurkunde. De hoogberaar dr. F. De Boer, die de functiën van rector-magnificus met die van promotor ia zich vereenigde, huldigde den promovendus als een eminent geleerde, die deze zelden verleende onder scheiding ten volle verdiende. Ten slotte bedankte de gepromoveerde zyn promotor en den senaat, terwijl hjj de uit stekende diensten en het onderwas, hem door zijn vriend, prof. dr. P. H. Schoute, zoo wel willend verleend, herdacht. By koninklijk besluit zijn de commission, file, met ingang van 1 Augustus 1896, ge durende één jaar, te Leiden, Groningen en Amsterdam belast zullen zjjn met het afnemen van de practische examens van arts, ver meld in art. 2 van de wet van 25 December 1878, laatstelijk gewijzigd door de wet van 12 December 1892, samengesteld als volgt en mitsdieu benoemd: van de commissie, welke zitting zal houden te Leiden: tot lid en voorzitter, dr. Th. H. Mac Gillavry, hoogleeraar te Leiden; tot lid en secretaris, dr. W. Nolen, hoogleeraar te Leiden; tot leden dr. S. S. Rosonstein, dr. J. E. Yan Iterson J.Azn., dr. "W. Koster Gzn., dr. J. F. O. S. Veit en dr. H. P. Wijsman, allen hoogleeraar te Leiden van de commissie, welke zitting zal houden te Groningen: tot lid en voorzitter: dr. D. Huizinga, hoogloeraar te Groningen; tot lid en secretaris, dr. A. P. Fokker, hoogleeraar te Groningen; tot leden, dr. W. M. H. Singer, dr. H. A. Kooyker, dr. P. C. Plugge, dr C. F. A. Koch en dr. M. E. Mulder, allen hoog leeraar te Groningen; tot plaatsvervangend lid, dr. J. Mees ten Oover, te Groningen; van de commissie, welke zitting zal houden te Amsterdamtot lid en voorzitter, dr. J. A. ICoitewcig, hoogleeraar te Amsterdamtot lid en secretaris, dr. J. Rotgans, hoogleeraar te Amsterdam; tot leden, dr. B. J. Stokvis, dr. P. K. Pel en dr. H. Treub, allen hoogloeraar te Amsterdam, W. Sloeder, buitengewoon hoogloeraar, dr. J. W. R. Tilanus, oud-hoog- leeraar, dr. M. A. Mendes de Leon, privaat docent, dr. P. J. Barnouw, dr. A. E. Vermey, dr. G. C. Nyhoff, J. Ed. Stumpff, arts, en Jac. Polak, apotheker, allen te Amsterdam; en is de commissie, die met ingang vau 1 Aug. 1896, gedurende één jaar, te Utrecht belast zal zijn met het afnemen van de prac tische examens van arts, vermeld in art. 2 van eerstgenoemde wet, en welke commissie tevens belast zal zjjn met het afnemen van het practisch examen van tandmeester, be doeld in art. 8 dier wet, samengesteld als volgt en mitsdien benoemd: tot lid en voor zitter, dr. T. Halbert8ma, hoogleeraar te Utrecht; tot lid en secretaris, dr. G. P. Wesselink, te Utrechttot leden, dr. S. Talma, dr. H. Snellen, dr. A. Narath, allen hoogleeraar te Utrecht; dr. P. Q. Brondgeest, dr. J. E. Yan der Meulen, dr. Th. Dentz, allen lector te Utrecht; dr. C. L. G. Becht te 's Gravenhaga; A. J. Bor, tandmeester to Utrecht; tot plaatsvervangende leden, dr. C. Winkler, hoogleeraar te Utrecht; dr. C. Van der Hoeven, te 's-Gravenhage; P. Timmermans en M C. Cartier van Dissel, artsen te Utrecht, en A. A. H. Hamer, tand meester te Amsterdam. Toen Zondag eenige Amerikanen hun bezoek aan Leiden brachten, herdachten zij in de regentenkamer van „'t Jan-Persjjn-hof," daartoe welwillend afgestaan, godsdienstig John Robinson, die, al bleef bi] zelf achter, hun den weg naar het land der vrijheid wees. Door den kerkoraad der Ned.-Herv. gem. te Alfen is toezegging van beroep gedaan aan de. C. B. Oorthuys, pred. te Katwijk aan Zee. Het jaarfeest van de Mart ha-stichting te Alfen a/d. Rjjn zal plaats hebben Woensdag 8 dezer. Zondag had te Beverwijk de negende wedstrjjd voor harmonie- en fanfare-corpsen plaats,-uitgaande van den Noord-Hollandschen bond. 13 vereenigingen namen er aan deel, waarvan 2 uit Purmorend, 1 uit Winkel, 1 uit Weesp, uit Wormerveer, uit Broek in- Waterhnd en uit Landsmeer pryzeB bekwa men. De commissie van beoordeeliug bestond uit de heeren Bekker, G. Mann, D. Couwen- hoven, H. Yöllmar en A. J. Gaillard. De heer J. J. Wesselo, te Voorschoten, heeft de benoeming als onderwijzer aan de Christelijke school te Amersfoort aangenomen en voor die te Beverwijk bedankt. De minister van binnenlandsche zaken brengt ter kennis van belanghebbenden, dat voor het tjjdvak van 16 Augustus tot en met 31 December 1896, te vervullen is de betrek king van scheikundig assistent aan het Rijks- landbouwproefstation te Groningen, op eone wedde, berekend naar f 1000 's jaars. Zy, die voor deze betrekking in aanmerking wenschen te komen, gelieven zich vóór 10 Juli a. 8. aan te melden bij den directeur van het voor noemde Rijkslandbouwproefstation. Het diploma van candidaat-veearts is uitgereikt aan de heeren J. G. Boland van Dinksperloo, P. H. J. Ga6ille van Ylissingen, L. G. H. G. Van de Pas van Nispen, M. C. Van der Poel van Nieuwenhoorn, C. J. Rab van Tessel, J. H. Rutgers van Doesburg en K. De Vink van Utrecht. Benoemd is tot leeraar in de Nederland- sche taal- en letterkunde en de nieuwe ge schiedenis aan het gymnasium te Zutfen voor den tjjd van één jaar de heer K. O. Meinsma te Deventer. Er circuleert onder de meelfabrikanten een adres aan de Koningin, met verzoek de Nederlandsche meel-industrie tegen de Fran- sche uitvoerpremiën te beschermen. De erfgroothertog en de erfgroothertogin van Baden worden den 18den Juli a. s. op het Oranje Hotel te Scheveningen verwacht. De minister van binnenlandsche zaken brengt ter kennis van belanghebbenden, dat met 15 Augustus 1896, ter vervulling van de betrekking van concierge aan de Rijkskweek school voor onderwijzeressen te Apeldoorn, worden opgeroepen gehuwde lieden (liefst zonder kinderen), de man bekend met tuin- arbtid. Jaarwedde f 500 en vrjje woning, vuur en licht. Aanmelding in persoon of per brief, vóór 15 Juli bij den schoolopziener in het district Arnhem, te Arnhem. Volgens het „Weekblad voor' Muziek" is de heer C. Van der Linden, directeur der Nederlandsche Opera, van plan om Hans Sommer's „Der Meermann" in het volgende seizoen op te voeren. „De Hollandsche ver taling is aan eene dichteres van naam opge dragen." Aan de Rykslaijdbouwschool te Wage- ningen zjjn bevorderd van B. Ib naar B. II: H. S. Bosschart, Wageningen; Th. J. Mansholt, Westpolder; G. C. W. Obrec-n, Hilversum; A. v. Reenen, Bergen (N.H.); A. Reiliogh, Wageningen; J. Rookmaker, Velp; J. M. E. Snuljff, Amsterdam; E. T. Struyff, Oostwolde; H. J. Vettewinkel, Amsterdam; H. Wibbens, Eenrum; M. E. Wolvekamp, Wageningen; N. M. Meinema, Amsterdam. Afgewezen twee. Men schrijft uit Maastricht van Zondag De eerste der feestdagen, de dag van de maskerade, welke de Utrechtsche studenten hier herhaalden, is voorbijduizenden en dui zenden stonden langs den weg geschaard, waar de stoet passeeren moest. Het is mij opgevallen hoe de Maastrichters blijkbaar op orde gesteld zjjn, daar van meeloopen met den optocht zoo goed als geen sprake was. Behalve het aanbieden van den eerewjjn, werd den deelnemers, en vooral den hoofd- ptrsoon, Maximiliaan, voor de bekende sociëteit „Momu8" eene ovatie gebracht, zooals wjj dat van „Momus" gewoon zijn. Vijf jonge dames, in lichte kostumes, en versierd met sjerpen in de faculteitskleuren, boden Z. M. een gouden lauwerkrans aan, terwijl vijf kinderen, jongens en meisjes, gekleed in kostumes uit 1500, een zilveren beker overreikten en bloemen strooiden. De heeren bestuursleden van „Momus" waren in gala, d. w. z. voorzien van hunne insignes en den steek op, terwijl een der heeren koning Maximiliaan toesprak, waarop men blijkbaar als antwoord op het gesprokene, Z. M. met duidelijke stem hoorde uitroepen: „Leven de Maastrichtsche dames Op de Groote Markt werd afgestegen en togen de ridders het mooie, in renaissance stijl gebouwde stadhuis binnen, waar zij door het gemeentebestuur met warme hoezee's werden begroet. De zalen van het stadhuis waren fraai met bloemen versierd. In de zalen van den schouwburg hield Z. M. courgevolgd dcor bal. Zooals ook in Utrecht, werden hier op de cour door de pages den dames bouquetjes aangeboden, terwijl de heeren een herinnerings-medaille ontvingen. Het was een schitterend gezicht, toen de polonaise in vollen gang was. De Maastrichtsche dames hadden blijkbaar gewedijverd in het kiezen van élégante kostumes. Z. M. opende het bal met de dochter van den Commissaris der Koningin. Gisteren had weder een kleinere ommegang plaats, waarna het Ridderhofspel in „de Kommen" zou worden gehouden. Het opschrift van een aan den overweg geplaatste eerepoort is: „Hertelicken Wille- kom den gloriousen, machtigen ende geüe digheu Heere ende Maiestiit MaxemiJiatn, Koninck toe Bohomen, Eeitshertoghe van Oostenrijck enz. ende den anderen goeden en vermoghenden heeren Heitoghen, Graven ende Ritteren oes Roemsen Rycx, den vierden dach Juli MDCCCXCVI." De „Nationale Zuiderzeebond" verspreidt „Een kort woord aan het Nederlandsche Volk," waarin hy een warm betoog levert voor het droogmaken der Zuiderzee door den Staat, op den voet, vermeld in het verslag der staats commissie van 1892. In afwachting daarvan wokt 't kleine geschriftje iedere» staatsburger op zich aan te sluiten by den Nationalen Zuiderzeebond, om „niet alleen door enkele stuivers contributie", maar door z\jn moreelen steun dezer Vereeniging kracht by te zetten. Hr. Ms. korvet „Sommelsdjjk," ondor bevel van den kapitein-luitenant ter zee J. Cardinaal, is 4 dezer van St.-Thomas ver trokken. De minister van binnenlandsche zaken brengt ter kennis van belanghebbenden, dat te vervullen zijn de volgende betrekkingen aan de Rijkskweekschool voor onderwijzeressen te Apeldoorn met ingang van 16 Augustus 1896, a. twee van onderwijzeres in één o mee der vakken Nederlandsche taal, geschiodenis aardrijkskunde. Fransch, Duitschen Eugelsch* jaarwedde f 2200; b. eene van onderwijzeres of onderwijzer voor dé wis- en natuurkundige vakken, jaar wedde f2200; met ingang van 1 September, c. eene van onderwijzeres of onderwijze. in den zang en toonkunst (waaronder pianospel) jaarwedde f 1800; d. eene tijdelijke betrekking van onder wijzeres in de gymnastiek, jaarwedde f 500; e. eene van onderwijzeres of onderwijzer in het handteekenen, jaarwedde f 1000. Aan de benoemden, voor zoover bevoegd, kan tevens het onderwijs in het schoonschrijver: en. de nuttigo en fraaie handwerken voor meisjes worden opgedragen. Zij, die voor benoeming in aanmerking wenschen te komen, gelieven zich vóór 18 Juli eerstkomende, met overlegging van hunnö akten van bekwaamheid en met opgaaf van de vakken, waarin zy onderwijs wenschen te geven, aan te melden bij den schoolopziener in het district Arnhem, te Arnhem. De minister van marine heeft het vol gende bepaald: lo. de luit. ter zee 2de kl. J. C. Stam, dienende aan boord van Hr. Ms. pantserschip „Piet Hein," wordt met 1 Augus tus a. s. op non-activiteit gesteld en ver vangen door den luiten int ter zee 2de klasse H. Van der Slooten; do luitenant ter zee 2de kl. W. Moens wordt alsdan geplaatst aan boord van Hr. Ms. wachtschip to Hellevo^ tsluis; 2o. de olficior van administratie 2de kl. J. M. Langlois van den Bergb, dienende aan boord van Hr.-Ms. freg.it „Van Speyk," wordt 18 Juli a. s. op non-activiteit gdsttid, en daar aan boord vervangen door den off. van aim. 1ste kl. H. W. Bauer. De commissie tot voorbereiding voor de oprichting te Rotterdam (Feyenoord) van een standbeeld van almiraal Maarten Har- pertszoon Tromp heelt onder leiding van den burgemeester ton raadhuize vergaderd. De commissie bestaat uit 30 leden, die tot bestuur heeft den heer J. Hudig, president, den heer P. Havolaar Pzn. penningmeester en mr. L. J. Plomp van Duiveland secretaris. Besloten is zich te verdeelen in subcom missies, die zich ieder in hun kring voor do totstandkoming zullen yveren. Het stoomschip „Palinurus", van Java en Singapore naar Amsterdam, passeerde 6 Juli Gibraltar; de „Basuto", van Amsterdam naar Kaapstad, vertrok 5 Juli van Gravesend; de „Jason", van Amsterdam en Liverpool naar Java, arriveerde 6 Juli te Singapore; c'e „Sumatra", van Amsterdam naar Batavia, passeerde 6 Juli Ouessant. By koninkiyk besluit is aan den etrvol ontslagen commandeur der vuurwerkers by 's Rykswerf te Amsterdam, J. G. Eerman, een pensioen verleend van f 701 's jaars, ingaande 1 Juli 1896. Met ingang van 1 Aug. a. s. benoemd tot opzichter der 2de klasse voor het stoomwezen, H. A. Kolk, te Rottordam. 3) Ik had nog zooveel tegenwoordigheid van geest, om tot de soldaten te zoggen, dat zy ons r.lleen moesten laten en voor de deur wacht houden; maar pas waren zy weg, of myn met moeite bewaarde kalmte begaf my. „Ongelukkigel" riep ik uit. „Je bent als spion opgepakt?" Ramon had tot nu toe geen woord gezegd by het woord „spion" trok een donkere blos over zyn gezicht. „Gelooft gy dat werkeiyk, don José?" zeide hy zacht. „Maar, by alle heiligen, hoe kom je hier?" „Ik zal het u zeggenmaar maak my eerst dezen strik los, die my het handgewricht byna afknyptl" Ik sneed zyn boeien door, die hem inder daad vroeselyke pynen moesten hebben ver oorzaakt, en liet hem op een stoel plaats nemen. Terwyl ik hem zoo naast my zag zitten, gezond, krachtig, manneiyk, zelfs in zyn verscheurden poncho den caballero in elke beweging verradend, overmande myn smart mij. „Als Elzira dat eens wistl" riep ik uit. Ramon werd bleek als een doode. „Zy heeft my gezien 1" „En heeft ze je herkend?" Hy knikte. „Toen ik hierheen gebracht werd, werd een venster geopend; ik keerde my om en herkende Eizira. De maan scheen my juist in 't gezicht, zy zag my onder zoekend aan en riep: Ramon! Daarop werd ik door myn begeleiders weggevoerd." „Dat is de doodl" steunde ik. „Don José," zeide Ramon vastberaden, „wy mogen niet versagen; het komt er op aan Elzira de waarheid te verzwygen." „Maar hoe? Als zy je toch gezien heeft?" Hy dacht een oogenblik na. „Schryf haar twee regels, dat ik hier ben en haar binnen kort begroeten zal." „Waartoe dit bedrog, dat zy toch spoedig doorzien moet?" merkte ik op. „Wy moeten tyd winnen," zeide Raraon. „Het zal u niet moeilyk vallen, verlof te krygen, my voor een uur naar uw woning te voeren; wy zullen haar zeggen, dat ik besloten heb, de wapens voor Peru te dragon, dat ik met dit voornemen bier gekomen ben wy zullen wel een uitweg vinden, om haar gerust te stellen." Op dit oogenblik werd er aan de deur geklopt. „De sbnorita is buiten," meldde do binnentredende soldaat, „en verlangt den overste te spreken." Ik schreef haastig op een blad papier: „Raraon is hier en zal van avond met ons eten; maak alles gereed met een half uur zyn wy er." Na dit antwoord hóórde ik, hoe myn dochter zich weer verwyderde. „En nu de reden van je komst!" riep ik, zoodra wy alleen waren. „Het verlangen Elzira on u te zien," zeide Ramon met bewogen stem. „En het gevaar, waarin jy je begaaft! De zekere dood, die je by hot mislukken van je lan wachtte!" „Hoor my aan," zeide Ramon. „Sedert byna een jaar ben ik zonder bericht van u. Een enkele brief, dien ik onderweg ontving, was verontrustend genoeg; Elzira had slechts een groet geschreven, zy was ziek. Nu kwamen wy hier aan; gy waart in de onmiddellyke nabyheid en het was my niet mogelyk, u te zien, u een bericht te doen toekomen. Wat was er van Elzira geworden, of was zy mis schien wel ernstig ziek? O, gy weet niet, welke gedachten my kwelden, hoeveel ik leed! Nu keerde voor drie dagen een man in het leger terug, die de stad was binnen geslopen, door uw troepen opgevangen en daarop met behulp van een bevrienden soldaat uit zyn kerker gevlucht was. Ik snelde naar hem toe en vroeg hem, of hy van u, van Elzira gehoord had. Hjj antwoordde beves tigend, maar zyn antwoord verhoogde myn bezorgdheid, versterkte myn verlangen. Hy had door de tralies zyner gevangenis u en Elzira gezien Elzira zwak en ïydend, nauweiyks in staat, alleen te gaan. Het hart bloedde my by zyn bericht; ik gevoelde, dat ik dezen toestand niet langer verdragen kon, ik moest u zien en spreken. Maar hoe? Opeens schoot my te binnen, dat van het tuinpaviljoen van uw huis een verborgen gang naar buiten voert; als kinderen hadden wy eens onder het spelen dit geheim ontdekt en zorgvuldig bewaard; nu zou het my te pas komen. Een verlof was gemakkelyk ver kregen. Ik sloop, tegen dat de avond viel, naar de wallen, hot gelukte my, de gang weer te vinden, zonder dat ik door iemand gezien was, alles ging naar wensch - doch myn weg voerde my in het hol van den leeuw; ik wist niet, dat uw huis door sol daten bezet was!" Hij zwoeg en scheen op myn antwoord te wachten. Wat zou ik hem antwoorJen? Zeker, hy had lichtvaardig gehandeld, maar kon ik boos op hem zyn? Zou ik, toen ik vyf en- twintig jaar oud was, niet tot hetzelfde waagstuk bereid geweest zyn, als de zorg voor myn liefste my verteerd had? Dat het verre van hem wa3 ons te verraden, daaraan twyfelde ik niet. En dan wat baatte het over het gebeurde te richten? Het nu ver- eisebte al onze krachten. „Wat nu?" vroeg ik hem. „Je kent onze strenge voorschriften!" „Is er in 't geheel geen hoop? Geldt uw woord by don generaal niets?" „In dit geval waarschijniyk niet," ant woordde ik treurig, „hoewel ik niets onbe proefd wil laten." „Welaan," zeide Ramon vastbesloten, „dan moeten wy in elk geval zorg dragen, dat Elzira er niets van verneemt. Zy moet my voor een overlooper houden; een motief, om myn kort verbiyf te rechtvaardigen, is ge makkelyk gevondenik moet nog van nacht verder, om gewichtige telegrammen naar het hoofdkwartier te brengen. Zy zal, niets kwaads vermoedend, afscheid van my nemen, en later moet zy hooren, dat een vyandelyke kogel een einde aan myn leven gemaakt heeft." Deze onbaatzuchtige bezorgdheid, die alleen op Elzira's rust bedacht was, deze koelbloe digheid tegenover het lot, dat hem wachtte, greep my aan en vermeerderde myn smart. „En dat jy, dien ik als een zoon liefheb, my ontrukt wordt," riep ik wanhopig uit, „hoe moet ik dat verdragen?" „Don José", antwoordde hy kalm, „w zyn beiden soldaten en zien eiken dag der dood in 't gezicht; het is onze plicht, he» onveranderlijke manmoedig te dragen. Denk aan Elzira's smart, als zy de waarheid zor vernemen; dat zal u kracht geven." Ik vermande my. „Goed", zeide ik, „zor zal het zyn. Je zult my in moed niet over treffenl' Ik riep den wachthebbenden officier er beduidde hem, dat hy van de zorg voor der gevangene ontheven was; ik wilde hom naai myn kamer medenemen, om ongestoord eer lang verhoor te houden het betrof belang- ryke onthullingen. Zoodra de generaal kwam. moest hy my waarschuwen. Daarop gingen wy naar Elzira. Zoo ik nog eenigen twyfel gekoesterd had aan Elzira's hartstochtelyke liefde, had hy by ons binnentreden moeten verdwynen. Nooif te voren had Ramon haar zyn liefde ver klaard, mot geen enkel woord gezinspeeld op wat hy in het hart droeg; zyn brievoD waren die van een teeder bezorgden broeder* doch thans, nu zy elkander na 69n langt scheiding wederzagen, was het, alsof hur liefde vanzelf sprak, alsof de een geen woorden behoefde, om den ander te zeggen wat hy toch al lang wist. Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1896 | | pagina 1