N°. 11155.
Woensdag 8 Juli.
s
A9.189"}
'f
feze ijCourant wordt dagelijks, met uitzondering
van (Zpn- en feestdagen, uitgegeven.
Leiden, 7 Juli.
F'euilleton.
In den dood gevolgd.
IDSCH
PRIJS DEZER COUKANT:
Yoor Leiden per 3 maanden.
Franco per posti
Afzonderlijke Nommers
f 1.10.
0.05.
PRIJS DER ADVERTENTIEN:
Van 1 6 regels f 1.05. Iedere regel meer f 0.17 GrooLere
letters naar plaatsruimte. Voor het incasseercn buiten de stad
wordt f 0.05 berekend.
Hedenmorgen heeft in een der ver
trekken van bet Raadhuis alhier de verloting
plaats gehad van de voorwerpen, bestemd
voor de verloting der „Practische Ambachts
school", onder toezicht van het gemeente
bestuur en in byzyn van eenige houders
van loten.
He hoofdprijzen zijn gevallen op de vol
gende nommers:
Prys 11 tafel, 1 dientafel en
6 stoelen (eiken) op lot No. 163
2:1 notenhouten buffet met
boven en onderkast op No. 558
3:1 linnenkast (mahonie) B 406
4: 1 yz ren bloerastandaard 867
5:1 notenhouten toilettafel 638
0 6: 1 mahonie linnenkast „1118
7: 1 notenhouten muziekkastje n w 550
8: 1 schrijftafel 773
9: 1 mahonie beddekastje 133
10: 1 notenhouten beddekastje B 317
1L: 1 dames-werktafeltje 555
12: 1 notenbouten dienbak
met schraag B 455
13: 1 mahoniehouten schuif-
tafel B B 802
De iot-nommers, waarop prijzen vielen, zijn
gezamenlijk de volgende:
7
139
253
406
520
605
706
836
1025
16
42
66
24
24
16
11
64
46
22
43
83
26
30
23
13
62
68
27
47
96
40
35
28
14
67
60
29
66
316
63
41
38
26
80
61
31
63
17
66
60
41
26
01
64
37
05
38
66
61
44
29
912
68
65
70
43
71
65
46
37
41
69
67
76
46
80
68
60
43
43
78
69
79
43
87
po
73
61
72
60
83
75
81
66
88
64
73
70
88
79
86
68
90
76
66
79
76
99
81
88
69
96
81
61
91
81
1105
102
92
71
98
82
63
93
1005
7
6
95
82
605
92
69
93
11
18
21
229
86
14
94
73
802
14
21
97
40
90
16
96
86
6
16
31
83
42
9T
18
603
702
8
17
45
Geiyk wo reeds meldden, had gisterna
middag in het groot auditorium der universiteit
te Groningen de plechtige promotie honoris
causa plaats van den hooggeleerden heer J.
C. Kluyver, hoogleeraar in de faculteit der
wis- en natuurkunde te Leiden, tot doctor in
de wis- en natuurkunde. De hoogberaar dr. F.
De Boer, die de functiën van rector-magnificus
met die van promotor ia zich vereenigde,
huldigde den promovendus als een eminent
geleerde, die deze zelden verleende onder
scheiding ten volle verdiende.
Ten slotte bedankte de gepromoveerde zyn
promotor en den senaat, terwijl hjj de uit
stekende diensten en het onderwas, hem door
zijn vriend, prof. dr. P. H. Schoute, zoo wel
willend verleend, herdacht.
By koninklijk besluit zijn de commission,
file, met ingang van 1 Augustus 1896, ge
durende één jaar, te Leiden, Groningen en
Amsterdam belast zullen zjjn met het afnemen
van de practische examens van arts, ver
meld in art. 2 van de wet van 25 December
1878, laatstelijk gewijzigd door de wet van
12 December 1892, samengesteld als volgt en
mitsdieu benoemd:
van de commissie, welke zitting zal houden
te Leiden: tot lid en voorzitter, dr. Th. H.
Mac Gillavry, hoogleeraar te Leiden; tot lid
en secretaris, dr. W. Nolen, hoogleeraar te
Leiden; tot leden dr. S. S. Rosonstein, dr. J.
E. Yan Iterson J.Azn., dr. "W. Koster Gzn.,
dr. J. F. O. S. Veit en dr. H. P. Wijsman,
allen hoogleeraar te Leiden
van de commissie, welke zitting zal houden
te Groningen: tot lid en voorzitter: dr. D.
Huizinga, hoogloeraar te Groningen; tot lid
en secretaris, dr. A. P. Fokker, hoogleeraar
te Groningen; tot leden, dr. W. M. H. Singer,
dr. H. A. Kooyker, dr. P. C. Plugge, dr C.
F. A. Koch en dr. M. E. Mulder, allen hoog
leeraar te Groningen; tot plaatsvervangend
lid, dr. J. Mees ten Oover, te Groningen;
van de commissie, welke zitting zal houden
te Amsterdamtot lid en voorzitter, dr. J. A.
ICoitewcig, hoogleeraar te Amsterdamtot lid
en secretaris, dr. J. Rotgans, hoogleeraar te
Amsterdam; tot leden, dr. B. J. Stokvis, dr.
P. K. Pel en dr. H. Treub, allen hoogloeraar
te Amsterdam, W. Sloeder, buitengewoon
hoogloeraar, dr. J. W. R. Tilanus, oud-hoog-
leeraar, dr. M. A. Mendes de Leon, privaat
docent, dr. P. J. Barnouw, dr. A. E. Vermey,
dr. G. C. Nyhoff, J. Ed. Stumpff, arts, en
Jac. Polak, apotheker, allen te Amsterdam;
en is de commissie, die met ingang vau
1 Aug. 1896, gedurende één jaar, te Utrecht
belast zal zijn met het afnemen van de prac
tische examens van arts, vermeld in art. 2
van eerstgenoemde wet, en welke commissie
tevens belast zal zjjn met het afnemen van
het practisch examen van tandmeester, be
doeld in art. 8 dier wet, samengesteld als
volgt en mitsdien benoemd: tot lid en voor
zitter, dr. T. Halbert8ma, hoogleeraar te Utrecht;
tot lid en secretaris, dr. G. P. Wesselink, te
Utrechttot leden, dr. S. Talma, dr. H. Snellen,
dr. A. Narath, allen hoogleeraar te Utrecht;
dr. P. Q. Brondgeest, dr. J. E. Yan der Meulen,
dr. Th. Dentz, allen lector te Utrecht; dr.
C. L. G. Becht te 's Gravenhaga; A. J. Bor,
tandmeester to Utrecht; tot plaatsvervangende
leden, dr. C. Winkler, hoogleeraar te Utrecht;
dr. C. Van der Hoeven, te 's-Gravenhage;
P. Timmermans en M C. Cartier van Dissel,
artsen te Utrecht, en A. A. H. Hamer, tand
meester te Amsterdam.
Toen Zondag eenige Amerikanen hun
bezoek aan Leiden brachten, herdachten zij
in de regentenkamer van „'t Jan-Persjjn-hof,"
daartoe welwillend afgestaan, godsdienstig
John Robinson, die, al bleef bi] zelf achter,
hun den weg naar het land der vrijheid wees.
Door den kerkoraad der Ned.-Herv. gem.
te Alfen is toezegging van beroep gedaan aan
de. C. B. Oorthuys, pred. te Katwijk aan Zee.
Het jaarfeest van de Mart ha-stichting te
Alfen a/d. Rjjn zal plaats hebben Woensdag
8 dezer.
Zondag had te Beverwijk de negende
wedstrjjd voor harmonie- en fanfare-corpsen
plaats,-uitgaande van den Noord-Hollandschen
bond. 13 vereenigingen namen er aan deel,
waarvan 2 uit Purmorend, 1 uit Winkel, 1
uit Weesp, uit Wormerveer, uit Broek in-
Waterhnd en uit Landsmeer pryzeB bekwa
men. De commissie van beoordeeliug bestond
uit de heeren Bekker, G. Mann, D. Couwen-
hoven, H. Yöllmar en A. J. Gaillard.
De heer J. J. Wesselo, te Voorschoten,
heeft de benoeming als onderwijzer aan de
Christelijke school te Amersfoort aangenomen
en voor die te Beverwijk bedankt.
De minister van binnenlandsche zaken
brengt ter kennis van belanghebbenden, dat
voor het tjjdvak van 16 Augustus tot en met
31 December 1896, te vervullen is de betrek
king van scheikundig assistent aan het Rijks-
landbouwproefstation te Groningen, op eone
wedde, berekend naar f 1000 's jaars. Zy, die
voor deze betrekking in aanmerking wenschen
te komen, gelieven zich vóór 10 Juli a. 8. aan
te melden bij den directeur van het voor
noemde Rijkslandbouwproefstation.
Het diploma van candidaat-veearts is
uitgereikt aan de heeren J. G. Boland van
Dinksperloo, P. H. J. Ga6ille van Ylissingen,
L. G. H. G. Van de Pas van Nispen, M. C.
Van der Poel van Nieuwenhoorn, C. J. Rab
van Tessel, J. H. Rutgers van Doesburg en
K. De Vink van Utrecht.
Benoemd is tot leeraar in de Nederland-
sche taal- en letterkunde en de nieuwe ge
schiedenis aan het gymnasium te Zutfen voor
den tjjd van één jaar de heer K. O. Meinsma
te Deventer.
Er circuleert onder de meelfabrikanten
een adres aan de Koningin, met verzoek de
Nederlandsche meel-industrie tegen de Fran-
sche uitvoerpremiën te beschermen.
De erfgroothertog en de erfgroothertogin
van Baden worden den 18den Juli a. s. op het
Oranje Hotel te Scheveningen verwacht.
De minister van binnenlandsche zaken
brengt ter kennis van belanghebbenden, dat
met 15 Augustus 1896, ter vervulling van de
betrekking van concierge aan de Rijkskweek
school voor onderwijzeressen te Apeldoorn,
worden opgeroepen gehuwde lieden (liefst
zonder kinderen), de man bekend met tuin-
arbtid. Jaarwedde f 500 en vrjje woning,
vuur en licht.
Aanmelding in persoon of per brief, vóór
15 Juli bij den schoolopziener in het district
Arnhem, te Arnhem.
Volgens het „Weekblad voor' Muziek" is
de heer C. Van der Linden, directeur der
Nederlandsche Opera, van plan om Hans
Sommer's „Der Meermann" in het volgende
seizoen op te voeren. „De Hollandsche ver
taling is aan eene dichteres van naam opge
dragen."
Aan de Rykslaijdbouwschool te Wage-
ningen zjjn bevorderd van B. Ib naar B. II:
H. S. Bosschart, Wageningen; Th. J. Mansholt,
Westpolder; G. C. W. Obrec-n, Hilversum;
A. v. Reenen, Bergen (N.H.); A. Reiliogh,
Wageningen; J. Rookmaker, Velp; J. M. E.
Snuljff, Amsterdam; E. T. Struyff, Oostwolde;
H. J. Vettewinkel, Amsterdam; H. Wibbens,
Eenrum; M. E. Wolvekamp, Wageningen;
N. M. Meinema, Amsterdam. Afgewezen twee.
Men schrijft uit Maastricht van Zondag
De eerste der feestdagen, de dag van de
maskerade, welke de Utrechtsche studenten
hier herhaalden, is voorbijduizenden en dui
zenden stonden langs den weg geschaard,
waar de stoet passeeren moest. Het is mij
opgevallen hoe de Maastrichters blijkbaar op
orde gesteld zjjn, daar van meeloopen met
den optocht zoo goed als geen sprake was.
Behalve het aanbieden van den eerewjjn,
werd den deelnemers, en vooral den hoofd-
ptrsoon, Maximiliaan, voor de bekende sociëteit
„Momu8" eene ovatie gebracht, zooals wjj dat
van „Momus" gewoon zijn. Vijf jonge dames,
in lichte kostumes, en versierd met sjerpen in
de faculteitskleuren, boden Z. M. een gouden
lauwerkrans aan, terwijl vijf kinderen, jongens
en meisjes, gekleed in kostumes uit 1500,
een zilveren beker overreikten en bloemen
strooiden. De heeren bestuursleden van
„Momus" waren in gala, d. w. z. voorzien
van hunne insignes en den steek op, terwijl
een der heeren koning Maximiliaan toesprak,
waarop men blijkbaar als antwoord op het
gesprokene, Z. M. met duidelijke stem hoorde
uitroepen: „Leven de Maastrichtsche dames
Op de Groote Markt werd afgestegen en
togen de ridders het mooie, in renaissance
stijl gebouwde stadhuis binnen, waar zij door
het gemeentebestuur met warme hoezee's
werden begroet.
De zalen van het stadhuis waren fraai met
bloemen versierd.
In de zalen van den schouwburg hield
Z. M. courgevolgd dcor bal. Zooals ook in
Utrecht, werden hier op de cour door de
pages den dames bouquetjes aangeboden,
terwijl de heeren een herinnerings-medaille
ontvingen.
Het was een schitterend gezicht, toen de
polonaise in vollen gang was. De Maastrichtsche
dames hadden blijkbaar gewedijverd in het
kiezen van élégante kostumes. Z. M. opende
het bal met de dochter van den Commissaris
der Koningin.
Gisteren had weder een kleinere ommegang
plaats, waarna het Ridderhofspel in „de
Kommen" zou worden gehouden.
Het opschrift van een aan den overweg
geplaatste eerepoort is: „Hertelicken Wille-
kom den gloriousen, machtigen ende geüe
digheu Heere ende Maiestiit MaxemiJiatn,
Koninck toe Bohomen, Eeitshertoghe van
Oostenrijck enz. ende den anderen goeden en
vermoghenden heeren Heitoghen, Graven ende
Ritteren oes Roemsen Rycx, den vierden dach
Juli MDCCCXCVI."
De „Nationale Zuiderzeebond" verspreidt
„Een kort woord aan het Nederlandsche Volk,"
waarin hy een warm betoog levert voor het
droogmaken der Zuiderzee door den Staat, op
den voet, vermeld in het verslag der staats
commissie van 1892. In afwachting daarvan
wokt 't kleine geschriftje iedere» staatsburger
op zich aan te sluiten by den Nationalen
Zuiderzeebond, om „niet alleen door enkele
stuivers contributie", maar door z\jn moreelen
steun dezer Vereeniging kracht by te zetten.
Hr. Ms. korvet „Sommelsdjjk," ondor
bevel van den kapitein-luitenant ter zee J.
Cardinaal, is 4 dezer van St.-Thomas ver
trokken.
De minister van binnenlandsche zaken
brengt ter kennis van belanghebbenden, dat
te vervullen zijn de volgende betrekkingen
aan de Rijkskweekschool voor onderwijzeressen
te Apeldoorn
met ingang van 16 Augustus 1896,
a. twee van onderwijzeres in één o mee
der vakken Nederlandsche taal, geschiodenis
aardrijkskunde. Fransch, Duitschen Eugelsch*
jaarwedde f 2200;
b. eene van onderwijzeres of onderwijzer
voor dé wis- en natuurkundige vakken, jaar
wedde f2200;
met ingang van 1 September,
c. eene van onderwijzeres of onderwijze.
in den zang en toonkunst (waaronder pianospel)
jaarwedde f 1800;
d. eene tijdelijke betrekking van onder
wijzeres in de gymnastiek, jaarwedde f 500;
e. eene van onderwijzeres of onderwijzer in
het handteekenen, jaarwedde f 1000.
Aan de benoemden, voor zoover bevoegd,
kan tevens het onderwijs in het schoonschrijver:
en. de nuttigo en fraaie handwerken voor
meisjes worden opgedragen.
Zij, die voor benoeming in aanmerking
wenschen te komen, gelieven zich vóór 18
Juli eerstkomende, met overlegging van hunnö
akten van bekwaamheid en met opgaaf van
de vakken, waarin zy onderwijs wenschen te
geven, aan te melden bij den schoolopziener in
het district Arnhem, te Arnhem.
De minister van marine heeft het vol
gende bepaald: lo. de luit. ter zee 2de kl.
J. C. Stam, dienende aan boord van Hr. Ms.
pantserschip „Piet Hein," wordt met 1 Augus
tus a. s. op non-activiteit gesteld en ver
vangen door den luiten int ter zee 2de klasse
H. Van der Slooten; do luitenant ter zee 2de
kl. W. Moens wordt alsdan geplaatst aan
boord van Hr. Ms. wachtschip to Hellevo^ tsluis;
2o. de olficior van administratie 2de kl. J. M.
Langlois van den Bergb, dienende aan boord
van Hr.-Ms. freg.it „Van Speyk," wordt 18 Juli
a. s. op non-activiteit gdsttid, en daar aan boord
vervangen door den off. van aim. 1ste kl. H. W.
Bauer.
De commissie tot voorbereiding voor de
oprichting te Rotterdam (Feyenoord) van
een standbeeld van almiraal Maarten Har-
pertszoon Tromp heelt onder leiding van
den burgemeester ton raadhuize vergaderd.
De commissie bestaat uit 30 leden, die tot
bestuur heeft den heer J. Hudig, president,
den heer P. Havolaar Pzn. penningmeester
en mr. L. J. Plomp van Duiveland secretaris.
Besloten is zich te verdeelen in subcom
missies, die zich ieder in hun kring voor do
totstandkoming zullen yveren.
Het stoomschip „Palinurus", van Java
en Singapore naar Amsterdam, passeerde 6
Juli Gibraltar; de „Basuto", van Amsterdam
naar Kaapstad, vertrok 5 Juli van Gravesend;
de „Jason", van Amsterdam en Liverpool
naar Java, arriveerde 6 Juli te Singapore; c'e
„Sumatra", van Amsterdam naar Batavia,
passeerde 6 Juli Ouessant.
By koninkiyk besluit is aan den etrvol
ontslagen commandeur der vuurwerkers by
's Rykswerf te Amsterdam, J. G. Eerman,
een pensioen verleend van f 701 's jaars,
ingaande 1 Juli 1896.
Met ingang van 1 Aug. a. s. benoemd tot
opzichter der 2de klasse voor het stoomwezen,
H. A. Kolk, te Rottordam.
3)
Ik had nog zooveel tegenwoordigheid van
geest, om tot de soldaten te zoggen, dat zy
ons r.lleen moesten laten en voor de deur
wacht houden; maar pas waren zy weg, of
myn met moeite bewaarde kalmte begaf my.
„Ongelukkigel" riep ik uit. „Je bent als
spion opgepakt?"
Ramon had tot nu toe geen woord gezegd
by het woord „spion" trok een donkere
blos over zyn gezicht. „Gelooft gy dat
werkeiyk, don José?" zeide hy zacht.
„Maar, by alle heiligen, hoe kom je hier?"
„Ik zal het u zeggenmaar maak my eerst
dezen strik los, die my het handgewricht
byna afknyptl"
Ik sneed zyn boeien door, die hem inder
daad vroeselyke pynen moesten hebben ver
oorzaakt, en liet hem op een stoel plaats
nemen. Terwyl ik hem zoo naast my zag
zitten, gezond, krachtig, manneiyk, zelfs in
zyn verscheurden poncho den caballero in elke
beweging verradend, overmande myn smart
mij. „Als Elzira dat eens wistl" riep ik uit.
Ramon werd bleek als een doode. „Zy heeft
my gezien 1"
„En heeft ze je herkend?"
Hy knikte. „Toen ik hierheen gebracht
werd, werd een venster geopend; ik keerde
my om en herkende Eizira. De maan scheen
my juist in 't gezicht, zy zag my onder
zoekend aan en riep: Ramon! Daarop werd
ik door myn begeleiders weggevoerd."
„Dat is de doodl" steunde ik.
„Don José," zeide Ramon vastberaden, „wy
mogen niet versagen; het komt er op aan
Elzira de waarheid te verzwygen."
„Maar hoe? Als zy je toch gezien heeft?"
Hy dacht een oogenblik na. „Schryf haar
twee regels, dat ik hier ben en haar binnen
kort begroeten zal."
„Waartoe dit bedrog, dat zy toch spoedig
doorzien moet?" merkte ik op.
„Wy moeten tyd winnen," zeide Raraon.
„Het zal u niet moeilyk vallen, verlof te
krygen, my voor een uur naar uw woning
te voeren; wy zullen haar zeggen, dat ik
besloten heb, de wapens voor Peru te dragon,
dat ik met dit voornemen bier gekomen
ben wy zullen wel een uitweg vinden, om
haar gerust te stellen."
Op dit oogenblik werd er aan de deur
geklopt. „De sbnorita is buiten," meldde do
binnentredende soldaat, „en verlangt den
overste te spreken."
Ik schreef haastig op een blad papier:
„Raraon is hier en zal van avond met ons
eten; maak alles gereed met een half uur
zyn wy er." Na dit antwoord hóórde ik, hoe
myn dochter zich weer verwyderde.
„En nu de reden van je komst!" riep ik,
zoodra wy alleen waren.
„Het verlangen Elzira on u te zien," zeide
Ramon met bewogen stem.
„En het gevaar, waarin jy je begaaft! De
zekere dood, die je by hot mislukken van je
lan wachtte!"
„Hoor my aan," zeide Ramon. „Sedert
byna een jaar ben ik zonder bericht van u.
Een enkele brief, dien ik onderweg ontving,
was verontrustend genoeg; Elzira had slechts
een groet geschreven, zy was ziek. Nu kwamen
wy hier aan; gy waart in de onmiddellyke
nabyheid en het was my niet mogelyk, u te
zien, u een bericht te doen toekomen. Wat
was er van Elzira geworden, of was zy mis
schien wel ernstig ziek? O, gy weet niet,
welke gedachten my kwelden, hoeveel ik
leed! Nu keerde voor drie dagen een man in
het leger terug, die de stad was binnen
geslopen, door uw troepen opgevangen en
daarop met behulp van een bevrienden soldaat
uit zyn kerker gevlucht was. Ik snelde naar
hem toe en vroeg hem, of hy van u, van
Elzira gehoord had. Hjj antwoordde beves
tigend, maar zyn antwoord verhoogde myn
bezorgdheid, versterkte myn verlangen. Hy
had door de tralies zyner gevangenis u en
Elzira gezien Elzira zwak en ïydend,
nauweiyks in staat, alleen te gaan. Het hart
bloedde my by zyn bericht; ik gevoelde, dat
ik dezen toestand niet langer verdragen kon,
ik moest u zien en spreken. Maar hoe?
Opeens schoot my te binnen, dat van het
tuinpaviljoen van uw huis een verborgen gang
naar buiten voert; als kinderen hadden wy
eens onder het spelen dit geheim ontdekt en
zorgvuldig bewaard; nu zou het my te pas
komen. Een verlof was gemakkelyk ver
kregen. Ik sloop, tegen dat de avond viel,
naar de wallen, hot gelukte my, de gang
weer te vinden, zonder dat ik door iemand
gezien was, alles ging naar wensch - doch
myn weg voerde my in het hol van den
leeuw; ik wist niet, dat uw huis door sol
daten bezet was!"
Hij zwoeg en scheen op myn antwoord te
wachten. Wat zou ik hem antwoorJen? Zeker,
hy had lichtvaardig gehandeld, maar kon ik
boos op hem zyn? Zou ik, toen ik vyf en-
twintig jaar oud was, niet tot hetzelfde
waagstuk bereid geweest zyn, als de zorg voor
myn liefste my verteerd had? Dat het verre
van hem wa3 ons te verraden, daaraan
twyfelde ik niet. En dan wat baatte het
over het gebeurde te richten? Het nu ver-
eisebte al onze krachten.
„Wat nu?" vroeg ik hem. „Je kent onze
strenge voorschriften!"
„Is er in 't geheel geen hoop? Geldt uw
woord by don generaal niets?"
„In dit geval waarschijniyk niet," ant
woordde ik treurig, „hoewel ik niets onbe
proefd wil laten."
„Welaan," zeide Ramon vastbesloten, „dan
moeten wy in elk geval zorg dragen, dat
Elzira er niets van verneemt. Zy moet my
voor een overlooper houden; een motief, om
myn kort verbiyf te rechtvaardigen, is ge
makkelyk gevondenik moet nog van nacht
verder, om gewichtige telegrammen naar het
hoofdkwartier te brengen. Zy zal, niets
kwaads vermoedend, afscheid van my nemen,
en later moet zy hooren, dat een vyandelyke
kogel een einde aan myn leven gemaakt heeft."
Deze onbaatzuchtige bezorgdheid, die alleen
op Elzira's rust bedacht was, deze koelbloe
digheid tegenover het lot, dat hem wachtte,
greep my aan en vermeerderde myn smart.
„En dat jy, dien ik als een zoon liefheb,
my ontrukt wordt," riep ik wanhopig uit,
„hoe moet ik dat verdragen?"
„Don José", antwoordde hy kalm, „w
zyn beiden soldaten en zien eiken dag der
dood in 't gezicht; het is onze plicht, he»
onveranderlijke manmoedig te dragen. Denk
aan Elzira's smart, als zy de waarheid zor
vernemen; dat zal u kracht geven."
Ik vermande my. „Goed", zeide ik, „zor
zal het zyn. Je zult my in moed niet over
treffenl'
Ik riep den wachthebbenden officier er
beduidde hem, dat hy van de zorg voor der
gevangene ontheven was; ik wilde hom naai
myn kamer medenemen, om ongestoord eer
lang verhoor te houden het betrof belang-
ryke onthullingen. Zoodra de generaal kwam.
moest hy my waarschuwen.
Daarop gingen wy naar Elzira.
Zoo ik nog eenigen twyfel gekoesterd had
aan Elzira's hartstochtelyke liefde, had hy
by ons binnentreden moeten verdwynen. Nooif
te voren had Ramon haar zyn liefde ver
klaard, mot geen enkel woord gezinspeeld
op wat hy in het hart droeg; zyn brievoD
waren die van een teeder bezorgden broeder*
doch thans, nu zy elkander na 69n langt
scheiding wederzagen, was het, alsof hur
liefde vanzelf sprak, alsof de een geen woorden
behoefde, om den ander te zeggen wat hy toch
al lang wist.
Wordt vervolgd.)