vleiende waardoering put Adressante den
moed, Uw aandacht te vragen voor oen zaak,
die uitsluitend het onderwijs moet ten goede
komen, zonder gevaar op te leveren voor de
gemeente financiën.
Noch door de wet, noch door een stedelijke
verordeniag verplicht, overleg te plegen met
de klasse-onderwijzers, moet het hoofd eener
school in zijn opvattingen omtrent de be
langen dier inrichting uitteraard eenzijdig zijn.
Terwijl do Wet, gelijk boven gebleken is,
stilzwijgend den onderwijzer alle illusie om
trent zijn zelfstandigheid ontneemt, wijst de
instructie voor den onderwijzer in deze ge
meente er nadrukkelijk op, dat deze verplicht
is, alle voorschriften, hem door het hoofd te
geven, stiptelgk op te volgen. Er is wellicht
geen vorm te bodenken, die de wettelijke
verhouding tussch n hoofd en klasse onder
wijzer heldorder in het licht stelt. Hoe echter
met die verhouding de onafwijsbare eisch te
rijmen, dat de onderwijzer, voor zoover het
ni.t in strijd is met het belang der school,
niet slaafs aan den leiband van het hoofd
loope, maar als man van karakter eigen
inzichten volge en eigen invloed do3 gelden?
Waar aldus de wettelijke positie van den
onderwijzer in strijd is met zijn waardigheid
als mensch 6G opvoeder, mo3nt Adressanto
daarin niet te mogen berusten, maar acht zij
zich verplicht, zich tot Uw Collega te wenden,
om daardoor te bewerken, dat de invloed
van den klasse onderwijzer ten bate van de
school beter tot zijn recht kome. Dat dit ver
zoek niet zoo ongerijmd is, als het U wellicht
voorkomt, moge blyken uit een voorstel, dat
de heer Dm Hertog, lid van den Amsterdam-
schen Gemeenteraad, bij dit lichaam heeft
ingediend. Genoemde heer wenscht namelijk
verandering te brengen in de same nstelling
der Plaatselijke Schoolcommissie, in dier voege,
dat in het vervolg ook een zeker getal onder
wijzers in dat college zitting zulllen hebben.
Dit voorstel verdient te meer do aandacht
van autoriteiten, omdat het uitgaat van iemand,
die jaren lang aan bet hoofd eener school
gestaan heeft en dus mag geacht worden be
kend te zijn met de voorwaarden voor een
gezonde ontwikkeling van het onderwijs. Er
valt ni;t aan te twijfelen, of de voorgestelde
maatregel zal in de praktijk doeltreffend
blijken.
Nu Adressante Uw College haar wensch
kenbaar maakt, acht zjj het niet onbescheiden
een paar middelen aan te geven, die tot ver
vulling van dien wensch zouden kunnen lei
den. Alweer wijst zij op het voorbeeld der
hoofdstad, waar de vergaderingen van de
Schoolcommissie open)aar zijn en dus ook
door onderwijzers bijgewoond kunnen worden.
In de Groninger gemeente Marum gaat men
nog een stap verder en noodigt men do onder
wijzers uit bij do vergaderingen tegenwoordig
te zijn. Ook zou een commissie van onder
wijzers, werkzaam aan de verschillende scho
len hier ter stede, bij voorkomende gelegen
heden, desgevraagd, aan Uw College haar
inzichten omtrent eenige aangelegenheid, de
school betreffende, kunnen mededeelen. Do
toepassing dezer in ruw trekken geschetste
denkbeelden zou ongetwijfeld de waardeering
van Uw belangeloozen arbeid doen klimmen
en den bloei van het onderwijs bevorderen.
Ten slotte meent Adressante niet te mogen
verzwijgen, dat zjj niet alleen staat in haar
streven om den invloed der klasse-on lerwyzors
te verhoogen, maar dat haar zusterafdeelin-
gen in meer dan honderd plaatsen ook pogin
gen in het werk stellen om dat doel te be-
Ftiken. Op de Algemeene Vergadering van
den Bond van Noderlandsche Onderwijzers,
26 en 27 December 1895 te Zwolle gehou-
den, werd nl. met eenparige stemmen beslo-
t?n, dat iedere afdeeling zich tot de Plaatse
lijke Schoolcommissie in haar gemeonte zou
wenden met eenzelfde verzoek als dit, hetwelk
beleefd, doch dringend in Uw welwillendheid
wordt aanbevolen als een uiting van liefde
voor het beroep, waaraan Adressante haar
beste krachten wijdt.
Gemeenteraad tan Voorschoten.
Tegenwoordig alle leden, behalve de heer
Behoor, die afwezig is mot kennisgeving.
De Voorzitter deelt mede, naar aanleiding
van do vraag, in de vorige vergadering door
den heer Van Kempen gedaan, thans een
schrijven te hebben ontvangen van den in
specteur der telegraphie, waarin deze mede
deelt dat eerlang met den aanleg der tele
graaflijn zal worden aangevangen.
Ingekomen:
a. Een boekwerk, getiteld: Statistische bij
drage tot de kennis omtrent den duur van
bet beschuttend vermogen der vaccine, uitge
geven door de Vereeniging van inrichtingen
tot bevordering der koepokinenting in Ne
derland
b. Missive van Ged. Staten ten geleide van
het goedgekeurd Raadsbesluit ex ait. 214
Gemeentewet.
Deze stukken worden aangenomen voor
k nnisgeving.
Aan de orde ia een voorstel van B. en Ws.
tot af- en overschrijving op de begrooting
dienst 1895, tot een bedrag van f 32.06, welk
bedrag meer is uitgegeven dan geraamd op
den post „jaarwedde van den gemeento-
opzichter" in verband met de meerdere wer
ken, die in 1895 hebben plaats gehad.
Aangenomen mot algemeene stemmen.
Nog is ingekomen eene reclame van K.
Smit, te Voorschoten, tegen zijn aanslag in
den hoofd, omslag.
Wordt in handen gesteld van B. en Ws.
om daarop te praeadviseeren.
Niets meer aan de orde zijnde on geen der
leden meer het wcord verlangende, wordt de
vergadering door den Voorzitter gosloten.
Gemengd Nieuws.
In den tuin van den heer Z. F o k-
ken, te Oude-Wetering, zfln door den tuinman
A. O. reeds een twintigtal flink ontwikkelde
en voor de inmaak uitmuntend geschikte
agurken van den kouden grond geplukt. Dit
is een bewijs niet alleen van buitengewone
groeizaamheid, maar vooral van tuinmanskunst
en zorg. Genoemde heer heeft daarmede den
agurkenteelders by uitnemendheid in de Veen,
stellig een vlieg willen afvangen, wat hem
volmaakt gelukt is.
Men schrijft uit LiaserDetulpen-
oogst in deze gemeente is zoo goed als binnen
de bollen zijn over het geheel goed gegroeid.
Klaagt men in andere streken uit het bloem
bollendistrict over een matig of slecht gewas,
dit is lang niet van toepassing op deze ge
meente.
Vooral de vrouwen verdienen met het zoo
genaamde pellen dezer bollen een aardig
stuivertje.
Er zijn thans hier handen te weinig voor
dat werk, ja, eenige firma's vragen zelfs in
de dagbladen personeel onder vergoeding van
spoorkosten. Van handelsprijzen hoort men
nog weinig.
Gedurende de maand Meijl. werden
ter kaasmarkt te Alfdn aangevoerd 206
wagens kaas, te zamen 9634 stuks. Van af
1 Januari jl. werden aangevoerd 478 wagens
kaas, te zamen 21096 stuks.
Het lijk van den jongen, die de
vorige week bij het baden aan het strand te
Scheveningen is verdronken, is te Noordwyk
aangespoeld.
Naar wij vernemen, bestaat bjj
het bestuur der Hollandsche Spoorwegmaat
schappij het plan, om bij gelegenheid van de
feesten te Parys op 14 Juli a. s. weder een
pleiziertrein daarheen te doen loopen. De trein
zal van Amsterdam vertrekken op Zondag 12
Juli en van Parijs terugkeeren op Donderdag
16 Juli. (ELbl.)
De krijgsraad te 's-Gravenhage
veroordeelie den stukrijder J. L. D., van het
2de regiment veld-artillcrie tot een maand
militaire gevangenisstraf ter zake van diefstal
in de chambree ten nadeel© van een kame
raad, 2 malen gepleegd, den soldaat D. L.,
van de koloniale reserve, gedetacheerd bij het
algemeen dépot van discipline te Vlissingen,
tot zes maanden militaire detentie, wegens
hét plegen van insubordinatie, bestaande uit
heleediging met woorden van zijnen meerdere
in rang; en den stukrijder bij het 2de reg.
veld artillerie J. J. H. tot 2 maanden militaire
gevangenisstraf ter zake van diefstal in het
slaapkwartier, gepleegd ten nadeele van een
kameraad.
Te Aberdeen is binnengebracht
door den Scheveningschen logger „Bartelo
mtüs", de Maassluische logger „Scheveningen"
van de „Maatschappij voor Zeovhseheryen",
welke logger op een klip was geloopen en
daardoor zware lekkage had bekomen.
Gisternamiddag had te Amsterdam
een treurig ongeluk plaats in de 2de Park
straat. Een werkman, H. genaamd, was bezig
steenen te sjouwen bij don aanbouw van een
huis in bovengenoemde straat. Op een der
bovenste treden van de ladder gekomen (met
de eene hand de steenen dragende tn met
de andere zich telkens vastgrijpende), tastte
h\j mis en viel hy naar beneden. In deer-
niswaardigen toestand naar het gasthuis ge
bracht, overleed hy weldra.
Do man laat een vrouw met vier jonge
kinderen na.
In een buis aan de Van-Wou-straat is een
veertienjarige jongen van een balklaag ge
vallen, ten gevolge waarvan hij is overleden.
De rechtbank te Amsterdamdeed
lieden uitspraak in de zaak van den heer
G. L. La Bastide, hoofdredacteur van het
dagblad „De Echo," togen den hoer R.
Schwarz, hoofdredacteur van „het Volksdag
blad."
Men herinnert zich, dat de heer La Bastide
den heer Schwarz had beschuldigd hem ten
onrechte ten laste te hebben gelogd het schrij
ven van voor den heer Schwarz smadende
briefkaarten, waarna de rechtbank den heer
Schwarz had toegelaten tot het geven van
bewijs.
Het O. M. had na het leveren van dit be
wijs geëischt ontslag van rechtsvervolging van
beklaagde, aangezien z. i. de heer Schwarz door
getuigen voldoende had doen bewijzen, dat de
heer La Bastide inderdaad de schrijver der
briefkaarten w?s geweest.
De rechtbank vereenigde zich met de con
clusie van het O. M.; zjj verklaarde de zaak
niet strafbaar, ontsloeg beklaagde van alle
rechstvervolging en bepaalde, dat de kosten
zullen betaald worden door den Staat.
Een buitenman, die gisteravond
te Utrecht in een bierhuis in de Boterstraat
verzeil! raakte, verspeelde daar zgn horloge,
terwijl, toen hg op boogen toon zijn eigendom
terugvorderde, de bierhuishouder hem met
eene flesch een gat in het hoofd sloeg en
daarna de deur uitgooi le. Da virwonde werd
aan bet hoofdbureel van politie verbondon,
terwijl de bierhuishouder en zgne vrouw kort
daarna in hechtenis werden genomen.
Gistermorgen had bg het schijf
schieten op de vlakte van Waalsdorp een
ongeluk plaats. Een sergeant van htt 6Jo
regt. inf., die dienst deed in den waarnemings
post, werd door een afstuitenden kogel in de
borst getroffen; hij ko zich nog te voet
naar het einde der schietbaan begeven, o.n
te melden, dat hij getroffen was, doch is
onmiddellijk naar het hospitaal verro rd.
Op do kermis teSchagenwerd
gisteren een zakkenroller gcarrestecrJ. By
onderzoek werden in den kermiswagen tal
van vermiste kuippen en beursjes gevonden.
Daar deze wagen van Enkhuizen kwam en
ook daar aangiften bg de politie inkwamen,
hoopt men door deze vangst tot meer ont
dekkingen te komen.
Dinsdag-namiddag ging de 10-
jarige schoolknaap Wolter Schut, te Wilder-
vaDk, zwemmen in de monding van eene wyk
aan het Wösterdiep. E.-n jonger kameraadje,
dat hem later zonder beweging in het water
zag en wicn het t9 lang duurde, riep hem
eindelijk, doch kreeg geen antwoord. Toen hij
ten laatste om ongeveer 5 uren door een paar
mannen uit het water werd gehaald, bleek het,
cat hg verdronken was.
Een dure les. Een kantoor
bediende te Parijs had de vorige week van
zijn zuur verdiende spaarduiten een rjjwiel
gekocht en was Maandagavond bezig zich te
oefenen op de bijna verlaten Place de la Bourse.
Het duurde niet lang of er stond een groepje
menschen naar de onhandige bewegingen van
den rijder te kyken, en daaronder ook een
jongmensch in een wielrijderskostuum. Deze
bleek een ervaren rijder, want hij gaf den
nieuweling verscheidene nuttige wenken. De
kantoorbediende trachtte ook van achteren
op te stijgen, maar dit wilde niet lukkon en
hij verzocht het welwillende jongmensch, hem
te wijzen hoe hg doen moest. De vreemdeling
sprong vlug op de fiets en verdween om een
hoek; de eigenaar begreep te laat, dat hy
bestolen was.
De groote fontein voor den hoofd
ingang der Berlgnsche tentoonstelling heeft
reeds gewerkt. Zestien groote stralen, de mid
delste zestien meter hoog, spuiten op, om door
drie trapsgewijs gebouwde bassins weg te
vloeien in het kunstmatige meer, tusschen
hoofdgebouw en hoofd-restaurant, bevaren door
verlichte Venetiaansche gondels en electrische
motorbooten.
Do aanblik van dat groote moer was in den
avond, nadat de duisternis was ingetreden,
betooverend: 60,000 lichtkelken en lange lijnen
van groen- en rood-glazen lampions spiegelden
zich in 't water, terwijl ook groote bloem
bedden waren aangelegd, waarin de lichtjes
allerlei figuren vormden.
Da groote electrische booglampen waren
door roode sluiers omhuld, waardoor het witte
licht warmer werd.
Ovor het journalistieke ongeluk,
verleden Woensdag met de kabelbaan te Buda-
Pesth voorgevallen, meldt het „Hbl." nader
h.-t volgende:
Htt paleis van den minister Banffy, waar
den dagbladschrijvers eene avondparty was
aangeboden, is hoog gelegen, en naar de stad
BuJa aan de rivier kan men van daar afdalen
langs een bijna loodrechten kabelspoorweg.
De eene wagen gaat omhoog, terwijl de andere
daalt, en een stoomwerktuig in de diepte
brengt het stalen koord in beweging. Vele
gasten waren in rijtuigen gekomen, die langs
een omweg boven kwamen, maar de meesten
gingen met den „funiculaire" naar Pesth terug.
Toen men den slag hoorde, begreep iedereen
dadelijk, dat een ongeluk gebeurd was op den
kabelspoorweg. De gasten verlieten dadelyk
het pileis, en de eerste minister ging onmid
dellijk naar het station, om te zien wat hy
doen kon om te helpen. Slechts tot halfelf
gaan, om de vyf minuten, de wagens op en
neer. De gasten hadden de beambten over
gehaald, nog na den bepaaldon tyd met het
werk voort te gaan; do dalende wagens wer
den overvuldde conducteur was reeds naar
huis en een stoker, niet met den remtoestel
vertrouwd, nam zijne plaats in, en nauwelyks
was de drievoudige wagen in beweging, of
met wilde snelheid stortte hg omlaag. Het
uiteinde van den dalenden wagon werd ver
pletterd en de stygende wagen werd eveneens
verbryzeld.
Niemand werd gedood; maar den secretaris
van den minister moesten beide beenen wor
den afgezet; enkele persmannen kreg9n hoofd
wonden, maar geen hunner werd zwaar ge
kwetst. Er waren ook Nederlanders in den
trein, doch geen hunner werd gekwetst.
Binnen zeer korten tyd kwamen wagens
met brancards en pleegzusters over de groote
yzeren bruggen van Pesth aanrennen. Men
bleef helpen tot twee uren in den nacht.
Het lijk ?an prins Frederik.
Een Reuter telegram uit Padua meldt, dat
de kist met het stoffelyk overschot van prins
Frederik van Oranje gevonden i3.
KOLONIËN.
BATAVIA, 22-29 Mei.
Da „Java Bode" bevat het volgende mail-
overzicht
Hoe langer hoe meer wint hier de meening
veld, ook in mililaire kringen, dat de Regee-
ring onverstandig heeft gedaan met generaal
Deykerboff als gouverneur van Atjeh te
ontslaan en den legercommandant als regee-
ringscommissaris Daar dat gewest te zenden.
Men kan zich die handelwyze wel verklaren
uit de verstoordheid van den gouverneur-
generaal over de leugenachtige rapporten
van den genoemden generaal, waardoor de
landvoogd onwillekeurig medeplichtige is ge
worden aan handelingen, welke lig in den
heer Deykerhoff zoozeer laakt, maar meent
dat hierin toch geen reden had mogen gelegen
zyn om zoo geheel anders te handelen dan
ten aanzien van Lombok; toen daar radeloos
heid hecrschte, bleef de RegeeriDg kalm; nu
de gouverneur van Atjeh blykbaar het govaar
onder de oogen durfde zien en alleen wat
versterking van troepen vroeg, handelde men
hi=r alsof de toestand bym reddeloos was.
Intusschen, al wordt hiermede vry wel do
algemeene opinie van Nederland en Indië
teruggegeven, zoo is daarmede nog niet ge
zegd, dat zy juist is; de gouverneur generaal
is er hoogst verbolgen over en is overtuigd
dat men anders oordeelea zou, wanneer men,
zooals hy, alle stukken kende. Hetgeen moge-
lgk is. Zeker is het echter, dat het zenden
van een regeeringscommissaris en van eene
groote troepenmacht niet heeft belet, dat aan
Toekoe Oemar tgd is gelaten zich zóó geducht
te versterken, dat sommigen een zwaar hoofd
hebben in een aanval op zyne stellingen,
waartoe men scliynt te willen overgaan,
zoodra het weder het toelaat; anders zou
het ook geen zin hebben, dat zoovele troepen
naar Atjeh zyn gezonden, waar zulk eene
ope9nhooping van menschen het aantal zieken
nog vergroot, vooral in den regentyd.
Dat overigens ook de regeeringscommissaris
den vy'and niet licht telt, is, behalve uit het
naar veler meening geheel nuttelooze bom
bardement van Lam Pisang en Padang Badak,
op te maken uit het officiëele bericht, hier
eerst uit de „Nederlandsche Staatscourant"
bekend geworden, dat op bet voorstel van
Toekoe Oemar om onderhandelingen met hem
aan te knoopen is ingegaan. Dat bewyst tevens,
dat men dien man niet als een verrader be
schouwt, en dan mag gevraagd worden of
het voeren van onderhandelingen met hem
niet beter in handen ware gelaten van den
generaal Deykerhoff, die dan toch ongeveer
drie jaren met hem heeft weten om te springen
en hem heeft weten te gebruiken, terwyl
Toekoe Oemar onze zyde eerst weer heeft
verlaten, toen hy moest deelnemen aan een
tocht, welke buiten het stelsel-Deykerhofl
lag en het uitvloeisel was van een patrouille-
gevecht, dat evenmin in dit stelsel paste.
Voor het overige moet worden afgewacht
wat de regeeringscommissaris in Atjeh tot
stand zal brengentot nog toe is ten koste
van meer dan driehonderd dooden en ge
wonden en van onze buitenposten bereikt,
dat wy even ver zgn als geruimen tyd ge
leden, met de kans, dat een krachtig optreden
tegen Toekoe Oemar ons binnen de gecon
centreerde linie veiligheid verzekeren zal. Hoe
langer hoe meer gaan echter stemmen op
tegen het laten voortduren van zulk een
toestand en acht men het wenschelyk, dat
wy ons uit Kotta-Radja op Oleli-leh terug
trekken. Maar hetzy aanvallend, verwerend
of terugtrekkend worde gehandeld, een ver-
biydend verschynsel is het, dat niet wordt
toegegeven aan het afschuwelgk gekrysch
van de ruwe menigte, die land en volk te
vuur en te zwaard zou willen verdelgen.
Trouwens, men moet land en volk daarvoor
eerst in zgne macht hebben.
Uit Kotta-Radja is 9 Mei aan het „Sosr.
Hbld." geschreven, dat alleen uit het groote
kanon van de „Wilhelmina" 1400 schoton
waren gedaan, die f 150 per projectiel kosten.
De commandant der zeemacht heeft er de
Regeering reeds eenigen tyd op gewezen, dat
de bedoelde projectielen bestemd zyn om tegen
pantserplaten en andere harde voorwerpen te
worden geschoten, maar dat zy geene met
hunne waarde evenredige uitwerking kunnen
hebben, wanneer zy op kampongs en aarden
versterkingen worden gericht.
Door den Gooverneur-Generaal van Ned.-Indië
zijn de volgende beschikkingen genomen:
'CIVIEL DEPARTEMENT. Ontslagen: Met
ingang van 31 Mei 1896, eervol uit 'slands dienst
de onderwijzeres 2de kl. F. L. Heijnen.
Benoemd: Tot vice-president van het Hoog
Gerechtshof van Ned -Indië, de president van den
Raad van Justitie te Batavia, mr. H. A. Van
de Poel; tot ingenieur 2de kl. bij den dienst
van het mijnwezen in Ned.-Indië S. J. Vormaes;
ter beschikking van de ontginning van het Om-
biliönkolenveld de ingenieur 3do kl. C. J. M.
Wertheim.
Verleend; Een jaar verlof naar Europa,
wegens langdurigen dienst, aan den opz. 2de kl.
B. O W. S. T. H. Van Raalsen.
Ontslagen: Op verzoek eervol uit 's 1 and
dienst, met ingang van den dag, waarop hij het
bestuur over Bali en Lombok zal hebben over
gegeven, de resident van dat gewest M. C.
Dannenbargh; op verzoek eervol uit 'slands
dienst, de ass.-res. van Sambas (Westerafd. van
Borneo) E. Th. Van Delden.
Benoemd; Tot res. van Bali en Lombok do
waarn. hoofdingenieur voor de suiker- en rijst
cultuur, het landelijk stelsel en wat daarmede in
verband staat, F. A. Liefrinck; tot voorzitter
van de landraden te Sindjai, Kadjang Bikeroe,
Boelekomba en Saleijer (Celebes en Ondorboorig-
boden) tot lid van- den Raad van Justitie te
Makasser mr. J. Th. Dc Lussanet de la Sablonière.
Ontheven: Eervol van de waarneming der
betrekking van tijdelijk opz.-mackinist bij de
werken en opnemingen aan de rivier de Solo,
J. De Heus.
Belast: Met de waarn. der betrekking van
hoofdingenieur voor do suiker- en rijstcultuur enz.
de secretaris van bet dep. van B.-B., H. J. W.
Van Lawick van Pabst.
Ontslagen- Op verzoek eervol uit 'slands
dienst, de leerling-letterzetter bij'slandsdrukkerij
te Batavia S. F. NV. Pandij
Bij het Binnenl. Bestuur op Java en Madders.
Benoemd: Tot contr 1ste kl. J. A. Th
Gortmans. ambt. op non-act., laatsteljjk die be
trekking bekleed hebbende, met bepaling dat hij
geplaatst wordt in de res. Semarang.
Verplaatst; Van de res. Semarang naar do
res. Bantam de contr. 1ste kL J. J.Meijer; van
de res. Bantam naar do res. Kodïri de contr. i'de
kl J. H Zissel.
Op de bezittingen buiten Java en Madoera.
In het gouvernement Atjeh en Onderh.
Geplaatst Te Pocloo Raja (Westkust van
Atjeh) de contr 2de kl G. M. G. M. Tngenluijff.
Verplaatst: Van Kotta-Radja naar Telok
Semawé (Noord- en Oostkust van Atjeh) de contr.
2de kl. K. W- Gisolf; van Telok Semawónaar
Kotta-Radja. Ier beschikking van den ass.-res.
aldaar, de contr 2do kl. J. 11. Morbeek.
DEPARTEMENT VAN OORLOG. Overge
plaatst; Bij den gewest, en plaats, geniedionst
van Atjeh en Onderhoorigheden te Kotta-Radja,
dc 1ste luit bg het det. genietroepen op Atjeh
N Plantenga; bg het det. genietroepen te Kotta-
Radja de 1ste luit der genie op Atjeh C. J. De
Bruyn.
Ingetrokken: De overplaatsing bij de troe
penmacht in Atjeh van den lsten luit. bij net garn.-
bat. van Sumatra's Oostkust J. IJ. E. Van der Wal.
Ovorgeplaatst: Bij het lode bat. inf. de
lste luit. bij het 11de bat. inf., geëv. van Bali naar
Soerabaia G. A. Leer.
Ingetrokken: De benoeming tot adjudant
bij hot 5de bat, inf. van den lsten luit. bij liet lste
gnrn.-bat. van Atjeh en Onderhoorigheden K. H. J.
Creutz Lecbleitner.
Bonoemd: Tot adjudant bij hot 5de bat. inf.
do lste luit. bij hot lste gnrnz.-bat. van Atjeh en
Onderh. te Oleh-leh W. Bekker.
Overgeplaatst: Bij de troepenmacht in
Atjeh t. n. i. de kapt. bij het 4de depöt-bat. P. F.
L. O. Lach de Bere.
V erleend; Een maand verlof naar Lawang
en Prigen (Pasoeroean), wegens ziekte, aan den
off. van gez. 2de kl. te Malang, dr. F. S. Stibbe.
Gesteld: Op uon-act. de kapt.-int. van verlof
uit Nedorland teruggekeerd, J. P. Van Velthuijsen.
Ontslagen: Met ingang van 2 Juni 1896 op
verzoek wegens volbrachten diensttijd eervol en
mot behoud van recht op pensioen uit I Ir. Ms.mil.
dienst de kapt. der int. D. L. N Vink en J. F.
Versluis en de mil. apotheker lste kl. J. J. P. Van
Wisseliugh.
Bepaald: Dat het aan don kapt. der inf. J.
Buijs wegens^ langdurigen dienst verleond een jaar
verlof naar Europa, wordt beschouwd te zijn ver
leend voor don tijd van twee jaren wegens ziekte.
Verleond: Een tweejarig verlof naar Europa,
wegens ziekte, aan den kapitein dor inf. L, P. F.
Schimpf.
Bij het wapen der infanterie.
Bevorderd: tot luit-kol. do majoors G. G. J.
Notten (gedetacheerd in Nederland1, J. F. Breijer,
J. F. T. Veeron en G. A. Hansen;
tot majoor de kapiteins J. J. K. Enthoven (met
verlof in Nederland), A. E. N. B. Otkcn, J. A. P.
Grevers, T. W. Everts, K. C. Houbolt (met verlof
in Nederland), N. C. Van Heurn (gedetacheerd ia
Nederland), C. A Van Loenen, J. D. Ten Bosch
(met verlof in Nedeilaud), J. P. Meijer en W. A.
Godin
Tot kapt., de lste luit. G H Van der Nagel, M.
Kuneman P. R. De Rochemout (met verlof in Neder
land) en L. De Roever;
tot lsten luit. de 2de luits. L. S. Fischer, J. AT.
Engel, N. NV. Van Gelder, A. Hoorweg en H. Pek
met bepaling dat de luit.-kol. J. F. Breijer ook
in zijn nieuwen rang, iu zijn tegenwoordige betrek
king van Adjudant van de Regeerings-commissaris
voor Atjeh gehandhaafd zal blijven en dat de majoor
J A. P Grevers geplaatst zal blijven bij den
Gcncralcü staf;
tot magazijnmeester 2de kl. (lste lnit.)de magazijn
meester 3de kl. (2de luit.) M. Van der Els.
Hersteld; Bij het wapen der artillerie boven
de formatie in activiteit, de kapitein op non-
activitoit J. P Van Velthuijzen-
DEPARTEMENT V AN MARINE. O n tal agon:
Eervol uit 's lands dienst, do ambtenaar op non-
activiteit, J. li- Blekking Jr., laatst onderhaven
meester te Batavia.
Tijdelijk belast: Bij het Marine-Etablissement
te Soerabaia met de waarneming dor betrekking:
van 2den opziener voor bet vak van scheepsbouw,
G. J. A. F. NV. Brands;
van 3den opziener J. P. Houthuijson; van
commandeur G. J. Schuitemaker.
Koninklijke NeüeiiaDdsclie Fabriek Tan
Gouden en Zil Teren Werken
TAS
J. M. VAN KEMPEN ZONEN.
Jonl 1835 -Juni 1896.
Het zal wellicht menigeen belang inboe
zemen eenige t yzonderheden te vernemen van
bovenstaan o inrichting, nu patroons en per
soneel morgen het 60 jarig btstaan hopen te
viore v ZoojIj rseds gemelJ is, zullen alle
werklieden morgen een locht naar het eiland
Marken maken, en zal daarna in „Artis" een
gezellig samenzijn volgen. Wg wenschen dat
hot weder, zgnde zonneschyn onmisbaar by.
zulk een tocht, zal meewerkon om dezen tot
een voor allen genotvollon dag te maken.
De zaak, welke thans zulk een grooten
omvang heeft bereikt, werd in het jaar 1835
opgericht te Utrecht, door den heer Johannes
Mattheus Van Kempen, die, aanvankelyk voor
een wetenscbappelyke loopbaan bestemd,
zicb zóó aangetrokken gevoelde tot de kunst-
nyverheid, dat hg besloot ts doen wat in
zyn vermogen was, om het zilversnridsvak
in ons land wederom in eere te brengen.
H'y richtte daartoe een werkplaats in in de
Choorstraat te Utrecht, en het eerste werk
stuk van groote beteekenis, dat deed zien,
wat er ujt die bescheiden werkplaats komen
kon, was een prachtige Gothieke bokaal, die
in 1847 aan Koning "Willem II te Utrecht
werd aangeboden; een werkstuk, waarop de
roemrgksty heldc-n uit het huis van OraDje-
Nassau waren afgebeeld, en dab dus een
historische gedachte uitdrukte.
Merkwaar ig is het na te gaan, ho9 de
zaak in being toenam; hoe in de eerste
jaren met gebrekkige' hulpmiddelen onver-j
wachte ui komsten wtrden verkregen; hoe
door telkens di p r opgevatte studie het
werk verbeterde, en boe de bekendheid van
de fabriek, dio iutussch- n haar producten op
verschillende tentoonstellingen bekronen zag,
van jaar tot j iar toenam.
De macbi .erLén waren toenterlydo nog
zeer onvolkomen; en toen de fabriek in de
Choorstraat te klein werd en een hulplokaal
op het Oudk rkhof werd bet okken, bewogen
paarien r.og ten soort molen, die de machines
in beweging bracht.
Van het O-dkerkhof ging het naar het
aloude Freesonburgh op de Oude gracht, en
daar werden de eorste plannen gemaakt om
ook gouden voorwerpen te vervaardigen. Het
was toen ongeveer 1851.
Maar te Utrecht kon men op den duur niet
biyven Wel werd geprobeerd een ruima
fabriek daar ter stede te vestigen, maar dat
ging niet, c-n daar men o. a. een magazyn
in Don Haag had geopend, viel de keuze op
Voorschoten, waar een nieuwe ruime fabriek
werd gebouwd. Toen zy gereod was, gaf dc
Koning vergunning haar te noemen „konïnk-
ïyke" fabriek.
Verschillende prachtige werkstukken werden
daar vervaardigd, vorstelgk9 geschenken,;
monumenten, als het gedenkteeken van 1813
te 's Hage, het standbeeld van Jan Pietersz.
Koen te Batavia, enz., maar vooral in gouden
en zilveren werken werd een schat van werk
stukken en feestgeschenken vervaardigd, die,"
konden zg eens te zamen tentoongesteld
worden, zouden doen zien. dat de stoutste
verwachtingen van den stichter der firm
waren overtroffen.