N°. 11145. A0. 1898 feze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven. Leiden, 25 Juni. "Vrijdag 96 JTiiiii. L1IDSCH DA&BLAD. PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 3 maanden. i, i -» -/f 1.10. Franco per post. ---. i Z 1.40. Afzonderlyke Nommers i -» v„ 0.05. PRIJS DER AD VERTER TI ËN Van 1—6 regels f 1.05. Iedere regel meor f 0.17J. Grootere letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad ■wordt f 0.05 berekend. Voor het eindexamen van het gymna Bium alhier, dat op 22, 23 en 24 Juni afge nomen is, hadden zich alle leerlingen der zesde klasse aangemeld, en óén toehoorder van dezelfde klasse. Allen zijn geslaagd en wel: Voor afdeeling A: J. Coert, J. Draaier, J. Van DuyvenboodeD, J. C. Fontein, H. Ch. Gooszen, C. E. Hooykaas en P. Ladage. Voor afdeeling B: P. Mulder, C. Oorthuys, A. Van Riessen, en de toehoorder J. J. Van Eek. De beer Johs. Meyer, assistent ten post kantore alhier, slaagde by het j.l. gehouden examen voor klerk der Posterijen en Tele- graphie. Mej. M. J. Gehricke alhier is geslaagd voor het te Amsterdam afgenomen apothekers* bediende examen. Geslaagd is als onderwijzeres mej. M. E. Aartse, te Voorschoten, leerlinge van de Rijks normaallessen aldaar. Men meldt aan de „N. R. C." uit Alfen a/d. Ry'n, 24 Juni: Onmiddellijk na het in voeren van het hooge schoolgeldtarief bleek het den Raad, dat er nu middelen noodig zouden zijn om de aangeslagenen te kunnen vervolgen by wanbetaling. In de vergadering van 18 Maart werd daarom de lang besproken verordening weder met bovengenoemd doel gewijzigd en behoefde daardoor eene nieuwe koninklijke goedkeuring. Onmiddellijk werd door belanghebbenden weder een adres aan H. M. verzonden, doch andermaal zonder succes. Eerst 3 dezer werd de verordening van 18 Maart bij koninklijk besluit goedgekeurd en 22 dezer afgekondigd. De navolgende studenten der Polytech nische School zijn tot hunne practische vor ming gedurende de zomermaanden door den minister van waterstaat als buitengewoon opzichter aangesteld, te weten A. bij waterstaatswerkenE. A. Tissot van Patot, bij de sluiswerken in de Drentsche hoofd vaart; A. Th. Hoogenboom, bij de werken aan de Zuid-Willemsvaart in Noord-Brabant; J. M. H. R. Kersemaekers, bjj de werken tot verbetering van de Maas in Limburg; A. Zandstra Fz. en N. M. De Kanter, bij het voltooien van de beide toelcidingskanalen aan weerszijden van de in aanbouw zijnde schut sluis te IJmuiien; R. L. R. De Muralt, bij de wegen in N.-Holland (vak Velzen-Alkmaar); H. Veth, bij de werken van het Kanaal door WalcherenA. K. Zweede, bij de werken van het kanaal door Zuid BevelandW. Yan der Tak, bij de werken van den Nederrijn en de Lek; B. J. Haitsma Muiier, by de werken op den IJsel; M. A. F. H. De Ranitz, by de baggerwerken op de boven-Merwedé; H. C. C. Van Rysbergen, by de werken tot afslui ting van de Maas by Andel; A. J. Birschig, by de werken van den Rotterdamschen Waterweg; G. Van Tienhoven van den Bogaard, idem; W. Van Veen, by de te stichten stoom gemalen aan het Zuiderkanaal by Keizersveer; J. R. Van Musschenbroek, by de werken van brugbouw by Heusden; O. E. W. Yan Pan- huys, by de werken van den bouw van een nieuw noorderhoofd aan genoemde brug. B. By landsgebouwen: A. A. Meyers, by den bouw van het post- en telegraafgebouw te Amsterdam: J. A. Pool, idem te Tiel; J. P. Crompvoets, idem te Hengeloo; A. M. Valkenburg, idem te Harlingen; C. A. E. Van Leeuwen, by don bouw van het postgebouw te Leiden. G. By de spoorwegwerken: S. M. S. Phllipse, by het maken van een werkplaats voor den tractiedienst te Groningen; W. Berentzen, by de werken van het station Bokstel; A. H. J. Schill, J. Van Poelgeest en A. C. Sanches, by de werken van den bouw der brug by Weatervoort. In overleg met de commissie van bystand in het beheer van het gemeente onderwys te 's-Gravenhage hebben B. en Ws. aldaar den Raad voorgesteld, aan de plaatseiyke commis sie van het middelbaar onderwys te berichten, dat er vooralsnog geen termen zyn om te besluiten tot' het door haar gedaan voorstel om de jaarwedden van de leeraren in de letterkundige vakken geiyk te stellen met die van de leeraren in de wiskundige vakken. Door curatoren der universiteit te Amsterdam worden, ter vervulling der be trekking van gewoon hoogleeraar in de ge zondheidsleer en de geneeskundige politie, opengevallen door bet eervol ontslag, verleend aan den heer dr. J. Forster, aanbevolen: dr. R. H. Saltet, directeur van den gemeente- ïyken gezondheidsdienst aldaar, en dr. C. Eyk- man, directeur van het Pathologisch Labora torium te Buitenzorg. Het voorstel van B. en Ws. van Haar lem, om over te gaan tot den aanleg van de gemeentelyke waterleiding op de wyze als uitvoerig was voorgesteld, is gisternamiddag na een korte geheime Raadsvergadering zonder debat, ja zonder stemming, goedgekeurd. Haarlem krygt derhalve nu een waterleiding, die ingericht is voor 75,000 zielen a 80 liter per hoofd en per dag, en kosten zal f 975,000. Met dezelfde gemakkelykheid werden het bestek en de teekening voor de nieuwe sluis te Spaarndam goedgekeurd. Door den heer Roog werd daarby een woord van hulde ge bracht aan Rynlands ingenieur, den heer Van Dissel, ontwerper van een en ander. Naar wy vernemen, is de heer L. Udo De Haes, thans secretaris van Atjeb, benoemd tot secretaris van Bali en Lombok. NR. G By herstemming te Zalt-Boramel is tot lid der Provinciale Staten van Gelderland ge kozen do heer B. Van Bergeik (antir.), met 558 stemmen. De heer C. P. Lenshoek (lib.) verkreeg 527 stemmen. Hr. Ms. korvet „Alkmaar", onder bevel van den kapitein-luitenant ter zee A. W. F. C. Van Woerden, is 22 dezer te Curasao aan gekomen. De keuring van het vierde tiental jon gelui, opgeroepen om op het departement van marine examen te doen als élève-macbinist, viel niet veel gunstiger uit dan die van de derdo groep: er werden er zeven afgekeurd. Alzoo tot nog toe opgeroepen 40, opgekomen 39, afgekeurd 22. Aan belanghebbenden wordt door den dat minister van w., h. en n. bekend gemaakt, de visschershaven te IJmuiden op 1 Julia. s. voor het gebruik wordt opengesteld. Sts.-Ct Men meldt uit Nieuwediep aan de „Tel.": Een groot deel der equipage van het uit Oost-Indië alhier aangekomen oorlogsfregat „Johan Willem Friso" is ïydende aan berri- berri. De meest ernstige zieken zyn dadeiyk na aankomst van het schip naar het marine- hospitaal overgebracht; twee hunner zyn reeds overleden. Te Haarlem is gisteren, na eene korte ongesteldheid, in den ouderdom van 42 jaar, overleden de heer C. J. Vis, administrateur van het Staaibad aldaar. Ter benoeming van een hoofd eenefr openbare kostelooze school te 's-Gravenhage zyn voorgedragen de heeren: J. Van Andel, onderwyzer 1ste kl. school Zuid wal; S. Velsing en L. De Vries, beiden hoofden van scholen, resp. te Berg-Ambacht en te Wor- merveer. Maandagavond, even over achten, kwam H. D. H. prinses van Bentheim-Steinfurt aan het station te Baarn aan. Voor de koninklyke wachtkamer werd zy door H. M. de Koningin- Regentes, vergezeld van freule Van Ittersum en baron Taets van Amerongen, opgewacht. De ontmoeting was allerharteiykst. In een hofrytuig reed de Regentes met HDr. zuster naar het paleis Soestdyk, terwyi haar gevolg in een tweede rytuig plaats nam. Vele belang stellenden waren op het perron aanwezig. De commissie, belast met het afnemen van het eind examen van de „G. A. Van- Swieten-Tuinbouwschool" te Frederiksoord op 29 en 30 Juli, bestaat uit do heeren mr. N. Van Namen van Eemnes, voorzitter, te Zwolle, E. Witte, te Leiden, D. Watter, te Bussum, en P. F. L. Van Waldeck, te Loo3duinen. De minister van marine heeft het vol gende bepaald. Met 1 Juli a. s. worden: a. op non-activiteit gesteld de luitenant ter zee der l6to klasse F. Bot, die der 2de klasse J. A. Van der Star, H. De Rooy, R. W. Boissevain, C. E. H. Van Heyningen, jhr. H. H. Röell en de officier van gezondheid der 2do klasse P. L. Van der Harst, allen dienende aan boord van Hr. Ms. fregat „Van Speyk"; b. geplaatst: aan boord van genoemd fregat, de luitenant ter zee der 1ste klasse L. J. Van Heioma, die der 2de klasse W. B. K. Boom, J. H. A. Van Barneveld, H. W. A. Brans en J. R. Van Osselenaan boord H^. Ms. wachtschip te Willemsoord, de luitenantè t9r zee der 2de klasse J. H. Ketjen, L. E. A. T. Ter Haar en G. Hoogenraad; aan boord Hr. Ms. wachtschip te Amsterdam, de luite nants ter zee der 2de klasse C. C. E. Last, E. Rhader, en in de rol van laatstgenoemd wachtschip en gedetacheerd aan boord van Hr. Ms. kanonneerboot „Hydra," de luitenant ter zee der 2de klasse J. J. De Vries; c. de luitenant ter zee der 2de klasse H. C. Du- dok van Heel, dienende aan boord van Hr. Ms. wachtschip te Willemsoord, wordt met 16 Juli a. s. op non-activiteit gesteld en vervangen door den luitenant ter zee der 2de klasse F. K. Weber. Naar aan „De Tyd" uit Rome wordt gemeld, werd aan de „Universitas Gregoriana" te Rome tot doctor philosophiae bevorderd de zeereerw. pater Hubertus Driessen, van Weert, uit het klooster der paters Carmelieten te Zonderen, en aan het „Collegium Minervitanum S Thomae" tot doctor theologiae de zeereerw. heer Martinus De Wit, van Waspik. Door den heer L. L. Van Praag is aan de Regeering het verzoek gedaan om zich als geneesheer in Nederlandsch-Indië te mogen vestigen. By koninkiyk besluit van 8 dez9r (Stsbl. 91), opgenomen in de Staatscourant van 25 dezer, is, met wyziging van het koninkiyk besluit van 15 Mei 1885, bepaald, dat in het krankzinnigengesticht Veldwyk, gemeente Ermeloo, mogen verpleegd worden 353 krank zinnigen (159 m. en 194 vr.), en dat de geneeskundige behandeling der verpleegden wordt opgedragen aan ten minste drie ge neeskundigen. Nu het gesticht voltooid en in gebruik ge nomen is, biykt dat daarin een grooter aantal ïyders kan worden verpleegd dan aanvankelyk was bepaald. By koninkiyk besluit van 11 dezer (Stsbl. 94) is bepaald, dat in het gesticht voor idioten op het landgoed 's Heeren Loo, te Ermeloo, voortaan zullen mogen verpleegd worden 132 idioten (82 m. en 50 vr.) De penningmeester van het hoofdcomité der Vereeniging het „Roode Kruis" bericht, dat hy hem is ontvangen eene bydrage van het comité van het Roode Kruis „Over- betuwe", f 100. Het stoomschip „Gelderland", van Batavia naar Rotterdam, vertrok 23 Juni vanPeri-n; de „Liwoe", van Rotterdam naar Java, arri veerde 23 Juni te Port-Said; de „Maasdam" arriveerde 24 Juni van Nieu w-York te Rotterdam; de „Salak" arriveerde 24 Juni van Rotterdam te Batavia; de „Smeroe", van Batavia naar Rotterdam, arriveerde 24 Juni te Suez; de „Obdam" vertrok 24 Juni van Rotterdam naar Nieuw-York. By koninkiyk besluit zyn benoemd tot ontvanger der registratie en domeinen te Nykerk, de heer K. J. W. Kempers, thans in die betrekking te Tessel; te Alkmaar, de heer D. M. Van der Veen, thans in die be trekking te Noordwyk. Met ingang van 1 Augustus a. 8. aan den luit.-kol. J. A. H. Boellaard, op zyn verzoek, eervol ontslag verleend uit de betrekking van militie commissaris in het 3de militie-district van Zuid Holland. Goedgekeurd dat W. Spoor, burgemeester van de gemeente Hendrik-Ido-Ambacht, is benoemd tot secretaris dier gemeente. Door do afdeeling Leiden van den Bond van Nederlandsche Onderwyzers is het vol gend adres met toelichting aan de Plaatseiyke Schoolcommissie alhier verzonden: Aan de Plaatselijke Schoolcommissie te Leiden, Weledele Heeren I De afd. „Leiden" van den Bond van Neder landsche Onderwyzers (goedgekeurd by Kon. besluit van 22 Maart 1890, No. 28), h eft de eer zich tot U te wenden met het v.iendelyk verzoek, dat Uw College by het inwinnen van inlichtingen betreffende het ond rwys, zich ook tot het onderwyzend personeel moge richten. Bygaande toelichting, waarnaar Adressante U beleefd verwyst, behelst de gronden, waarop bovenstaand verzoek rust. Met hoogachting, Namens de afd. Leiden voornoemd {w g.) L. Van Okveren, Voorzitter. w.gJ. M. Vos Jz., Secretaris. Leiden, Juni 1896. Toelichting: Wie geregeld kennis neemt van hetgeen er omgaat in de schoolwereld, weet, dat de klasse-onder wyzers in de laatste jaren krachtige pogingen aangewend hebben, om den invloed op het onderwys te verwerven, waarop zy, krachtens hun betrekking, aanspraak meenen te hebben. Er gaat haast geen onderwyzers- vergadering voorby, of dit streven, om mondig verklaard te worden, neemt een groot detl der verhandelingen in beslag Dit verschynsel is in den grond zoo natuuriyk, dat men er verbaasd over moet staan, hoe het mogelijk is, dat een klasse van ambtenaren, die by duizenden te tellen zyn, eerst in den laatsten tyd tot het besef gekomen is van den deernis- waardigen staat van onmondigheid, waarin zij verkeert. De wet op het Lager Onderwys is in niet geringe mate oorzaak van het onloochenbare feit, dat de onderwijz r in den regel zeer weinig invloed kan oefenen op dtn ging der schoolzaken. Immers, art. 21 dier wet zegt, dat de regeling der schooltydon en vacantiün, de vaststelling van het leerplan en van de by het onderwys te gebruiken boeken en de verdeeling der school in klassen geschiedt d-.or het hoofd der school, onder goedkeuring van Burgemeester en Wethouders en den Districts-Schoolopziener. Men ziet het: van den man, die mbt de uitvoering van dat alles belast is, van den onderwyzer, wordt in de Wet met geen woord gerept. En toch hangt van hem voor het grootste deel de bloei der school ar. Het hoofd moge de school nog zoo voortreffelijk innchteD, het wolslagen van het onderwys zal altijd afhankeiyk zyn van de wyze, waarop de klasse-onderwyzer de gegeven voorschriften opvolgt. Wanneer men dit erkent, dan moet men ook toegeven, dat het streven van den onderwyzer naar meer invloed op de inrichting van het onderwys op goede gronden rust en dus steun verdient. Autoriteiten hebben meermalen den yver en de geschiktheid der onderwyzers hier ter stede in het openbaar geroemd. Nog by do behandeling van de huidige traktementsregeling in Januari 1894 werd in den Gemeenteraad het vereerend getuigenis afgelegd, dat Leiden in het bezit was van een corps onderwyzers, waarop de stad trotsch mocht zyn. Geen enkel lid van den Raad, ook niet zy, die in Uw midden een eervolle plaats bekl eden, is opgekomen tegen die uitspraak, welke alzoo algemeen als juist erkend werd. Uit die IP euilleton. De sclioone slaapster. i) Het gordyn viel; het nieuwe blyspel was zóó goed bevallen, dat men om den aan wezigen schryver riep. Deze echter dacht minder aan den roem der dagbladen dan aan de philippics van Lessing, welke evenzeer te velde trekt tegen de kinderlyke nieuws gierigheid van het publiek als tegen de ydele vriendelykhoid van den dichter, die gehoor geeft aan zulk een nieuwsgierig verlangen en op die wyze „niets voor heeft boven de eerste de beste marmot, die het gepeupel evon nieuwsgierig ia te zien" hy ontsnapte, terwyi men in de zaal nog applaudisseerde en schreeuwde, door een zydeurtje en ging vergenoegd glimlachend arm in arm met zyn vrouw door den kouden winteravond naar huis. D£&r was het warm en gezellig; op het witte damast der verlengde tafel in het kleine, vriendelyke eetsalon stonden een paar couverts meer dan gewooniyk, on de haDglamp boven de tafel weerkaatste haar stralen in de ge slepen glazen en groene wynflesschen. Men wilde den avond met een paar vrienden vieren, en dezen lieten niet lang op zich wachten, schelden aan, stormden binnen, drukten den gelukkigen dichter en zyn nog gelukkiger kleine vrouw de hand en begonnen by het kletteren des messen en het rinkelen der glazen een vrooiyk gesprek over de pas ont vangen indrukken. Ook Katharina, de jonge zustor der huis vrouw, was onder de gasten, en de jonge doctor, arts en vriend des huizes tevens, die links naast baar zat, dronk met haar op het. welzyn van haar zwager en zyn familie vaker dan het stuk tooneelen telde. Allen waren het er over eens, dat het een zeer mooi stuk geweest was, een vriendeiyk, waardig, behaaglyk, vrooiyk stuk leven „Behalve éón dingviel mevrouw Martha in. „Wat? Neen, maar wat zeg je nou van de vrouwenl De eigen vrouw wil haar manden roem kortwieken!" „Neen," verdedigde zich mevrouw Martha, „maar één ding bevalt my niet, en ik heb Frans vroeger al gezegd, toen hy het my voorlas: het gaat te snel met de liefde 1" „En je meent, dat dit niet naar het leven is?" vroeg Frans met een ondeugonden oog- „Ja, dat meen ikl Het ergert my altyd, als ik lees of op het tooneel hoor en zie, hoe de domme meisjes direct by de eerste ont moeting vuur en vlam zyn en niets anders te doen hebben dan in de uitgebreide armen van den een of anderen zoogenaamden heer der schepping te vliegen 1" „Alsof zy het niet in werkelykheid doen „Neen, dat zijn sprookjes 1" „Nu, ik ken van naby nogal een dame, die het is evenwel al veertien jaar geleden h?t als meisje „Precies zoo gedaan heeft?" klonk het aan de tafel. „Ja, mevrouw, als gy uw beweriDgen door uw eigen daden gelogen straft „Maar ook niet ieder is zoo'n knappe jongen als de betrokkene wasl" antwoordde mevrouw Martha lachend. „Een knappe jongen is onze vriend poëta laureatus geweest! Waarlijk, dat kan men hem nu niet meer aanzien I Toe, vertel eens 1" Mevrouw Martha bloosde. „Neen, dat is niet voor openbaarheid geschikt." „Waarom niet?" vroeg Frans glimlachend. „Nu, biecht dan zelf," zeide des dichters tafelbuur, een oude studiemakker, die ingewyd was in de avonturen van zyn vriend. „Ja, ja, vertel eensl" riep de vroolyke tafelronde. „Je waagt het niet!" dreigde mevrouw Martha. „Nu moet ik myn autoriteit bewyzen," antwoordde Frans schouderophalend. „Je hebt er zelf schuld aan als gy het dus wenscht, zal ik het voorlezen. Ik heb het opgeschreveo, bet is nameiyk een eigenaardigheid van schryvers, elke kleinigheid op papier te brengen „Een kleinigheid 1 Pas op 1" riep mevrouw Martha. Men stond van tafel op, de heeren staken een sigaar aan en namen de wynglazen mede naar de studeerkamer van den dichter. Frans haalde uit een portefeuille een geel geworden manuscript te voorschyn. „Maar ik maak u er opmerkzaam op, dat het geen sprookje is, ook geen geschiedenis er is niet de geringste spanning in maar slechts een avontuurl" „En welk een avontuurl Wy zyn compleet, begin maarl" „Myn schoonzuster speelt er ook een rol in." „Hoe? Juffrouw Katharina?" „Ja! En nog wel een zeer gewichtige." Juffrouw Katharina, wier oogen toevallig naar die achter den bril van den jongen dokter gericht geweest waren, werd rood en keerde zich om. „Voor 't overige," ging Frans ondeugend voort, „is er misschien ook wel een weinig verdichting in. Destydssmukte men gaarne alles op, vooral...." „Zyn succes van dezen avond heeft hem geheel en al uit zyn gewone doen gebracht," lachte Martha, „ik moot werkeiyk zorg dragen, dat zoo iets niet zoo spoedig weer voorkomt 1" Frans wierp nog een blik naar zyn vrouw, streek met de rechterhand door zyn brnin haar, waarin de tyd slechts weinige zilver draden getrokken had, en las: „De zon brandde, de gele aren der koren velden stonden onbeweegiyk, geen blaadje aan de kerseboomen der landstraat verroerde zich. Middaghitte, middagrust overal. Wie er niet uit moest, bleef in de schaduw zyner vier muren. De jonge man evenwel, die, den ransel op den rug, een krans van verkoelende note- boombladeren onder den naar achteren ge schoven stroohoed op het hoofd, den wandel stok in de hand, over den landweg ging, scheen niets van hitte en vermoeidheid te bemerken. Zyn oogen keken vrooiyk over de helling, en toen achter een heuvel een spitse dorpskerktoren opdoemde, wierp hy den hoed vergenoegd in de blauwe lucht en riep: „Eureka 1 lk heb het gevonden!" En met versnelden pas ging hy voort. Hy scheen zeer veel haast te hebban. En dat had hy ook. Waar een kerktoren is, moet ook oen pastorie zyn, dacht hij, en zyn oogen glansdon. En waar een pastorie is, is ook een dominee. En waar een dominee is, is z y dat wil zeggen, als wy eindeiyk den waron kerktoren, de ware pastorie en den waren dominee gevonden hebbenIk had niet gedacht, dat er zooveel dorpen om myn geliefd Dresden warenik meende, dat ik ze alle kende ditmaal nu zullen wy, naar ik hoop, het- doel bereikt hebben wacht maar, schoon wild, je jager is je op het spoor, hy nadert „Hy nadert, hy nadert, hij nadert, by nadertI" neuriede de wandelaar vrooiyk en zwaaide met zyn stok als oen geleerde regiments tamboer den maatstok. Hy had al meer dan eens op zyn wandeling, welke al drie dagen duurde, Eureka geroepen, maar altyd te vroeg. Daarom koesterde hy des te meer hoop ditmaal de ganscho omgeving had hy reeds afgezocht, als hy de geliefde bier Diet vond, kon hy het zoeken opgeven. Daar hy echter pas drie tientallen jaren op zyn levensreis afgelegd had, dacht hy niet aan de mogelijkheid van zulk een noodlot. Op de bruiloft van een zyner vrienden had hy haar leeren kennen, en toen zy by de wals aan zyn schouder hing, had hy ge zworen: „Die is hetl" Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1896 | | pagina 1