N°. 11145.
A0. 1898
feze Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van (Zon- en feestdagen, uitgegeven.
Leiden, 25 Juni.
"Vrijdag 96 JTiiiii.
L1IDSCH
DA&BLAD.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 3 maanden. i, i -» -/f 1.10.
Franco per post. ---. i Z 1.40.
Afzonderlyke Nommers i -» v„ 0.05.
PRIJS DER AD VERTER TI ËN
Van 1—6 regels f 1.05. Iedere regel meor f 0.17J. Grootere
letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad
■wordt f 0.05 berekend.
Voor het eindexamen van het gymna
Bium alhier, dat op 22, 23 en 24 Juni afge
nomen is, hadden zich alle leerlingen der
zesde klasse aangemeld, en óén toehoorder
van dezelfde klasse.
Allen zijn geslaagd en wel:
Voor afdeeling A: J. Coert, J. Draaier, J.
Van DuyvenboodeD, J. C. Fontein, H. Ch.
Gooszen, C. E. Hooykaas en P. Ladage.
Voor afdeeling B: P. Mulder, C. Oorthuys,
A. Van Riessen, en de toehoorder J. J. Van Eek.
De beer Johs. Meyer, assistent ten post
kantore alhier, slaagde by het j.l. gehouden
examen voor klerk der Posterijen en Tele-
graphie.
Mej. M. J. Gehricke alhier is geslaagd
voor het te Amsterdam afgenomen apothekers*
bediende examen.
Geslaagd is als onderwijzeres mej. M. E.
Aartse, te Voorschoten, leerlinge van de Rijks
normaallessen aldaar.
Men meldt aan de „N. R. C." uit Alfen
a/d. Ry'n, 24 Juni: Onmiddellijk na het in
voeren van het hooge schoolgeldtarief bleek
het den Raad, dat er nu middelen noodig
zouden zijn om de aangeslagenen te kunnen
vervolgen by wanbetaling. In de vergadering
van 18 Maart werd daarom de lang besproken
verordening weder met bovengenoemd doel
gewijzigd en behoefde daardoor eene nieuwe
koninklijke goedkeuring. Onmiddellijk werd
door belanghebbenden weder een adres aan
H. M. verzonden, doch andermaal zonder succes.
Eerst 3 dezer werd de verordening van 18
Maart bij koninklijk besluit goedgekeurd en
22 dezer afgekondigd.
De navolgende studenten der Polytech
nische School zijn tot hunne practische vor
ming gedurende de zomermaanden door den
minister van waterstaat als buitengewoon
opzichter aangesteld, te weten
A. bij waterstaatswerkenE. A. Tissot van
Patot, bij de sluiswerken in de Drentsche
hoofd vaart; A. Th. Hoogenboom, bij de werken
aan de Zuid-Willemsvaart in Noord-Brabant;
J. M. H. R. Kersemaekers, bjj de werken tot
verbetering van de Maas in Limburg; A.
Zandstra Fz. en N. M. De Kanter, bij het
voltooien van de beide toelcidingskanalen aan
weerszijden van de in aanbouw zijnde schut
sluis te IJmuiien; R. L. R. De Muralt, bij de
wegen in N.-Holland (vak Velzen-Alkmaar);
H. Veth, bij de werken van het Kanaal door
WalcherenA. K. Zweede, bij de werken van
het kanaal door Zuid BevelandW. Yan der
Tak, bij de werken van den Nederrijn en de
Lek; B. J. Haitsma Muiier, by de werken op
den IJsel; M. A. F. H. De Ranitz, by de
baggerwerken op de boven-Merwedé; H. C.
C. Van Rysbergen, by de werken tot afslui
ting van de Maas by Andel; A. J. Birschig,
by de werken van den Rotterdamschen
Waterweg; G. Van Tienhoven van den Bogaard,
idem; W. Van Veen, by de te stichten stoom
gemalen aan het Zuiderkanaal by Keizersveer;
J. R. Van Musschenbroek, by de werken van
brugbouw by Heusden; O. E. W. Yan Pan-
huys, by de werken van den bouw van een
nieuw noorderhoofd aan genoemde brug.
B. By landsgebouwen: A. A. Meyers, by
den bouw van het post- en telegraafgebouw
te Amsterdam: J. A. Pool, idem te Tiel;
J. P. Crompvoets, idem te Hengeloo; A. M.
Valkenburg, idem te Harlingen; C. A. E. Van
Leeuwen, by don bouw van het postgebouw
te Leiden.
G. By de spoorwegwerken: S. M. S. Phllipse,
by het maken van een werkplaats voor den
tractiedienst te Groningen; W. Berentzen, by
de werken van het station Bokstel; A. H. J.
Schill, J. Van Poelgeest en A. C. Sanches,
by de werken van den bouw der brug by
Weatervoort.
In overleg met de commissie van bystand
in het beheer van het gemeente onderwys te
's-Gravenhage hebben B. en Ws. aldaar den
Raad voorgesteld, aan de plaatseiyke commis
sie van het middelbaar onderwys te berichten,
dat er vooralsnog geen termen zyn om te
besluiten tot' het door haar gedaan voorstel
om de jaarwedden van de leeraren in de
letterkundige vakken geiyk te stellen met die
van de leeraren in de wiskundige vakken.
Door curatoren der universiteit te
Amsterdam worden, ter vervulling der be
trekking van gewoon hoogleeraar in de ge
zondheidsleer en de geneeskundige politie,
opengevallen door bet eervol ontslag, verleend
aan den heer dr. J. Forster, aanbevolen: dr.
R. H. Saltet, directeur van den gemeente-
ïyken gezondheidsdienst aldaar, en dr. C. Eyk-
man, directeur van het Pathologisch Labora
torium te Buitenzorg.
Het voorstel van B. en Ws. van Haar
lem, om over te gaan tot den aanleg van
de gemeentelyke waterleiding op de wyze als
uitvoerig was voorgesteld, is gisternamiddag
na een korte geheime Raadsvergadering zonder
debat, ja zonder stemming, goedgekeurd.
Haarlem krygt derhalve nu een waterleiding,
die ingericht is voor 75,000 zielen a 80 liter
per hoofd en per dag, en kosten zal f 975,000.
Met dezelfde gemakkelykheid werden het
bestek en de teekening voor de nieuwe sluis
te Spaarndam goedgekeurd. Door den heer
Roog werd daarby een woord van hulde ge
bracht aan Rynlands ingenieur, den heer Van
Dissel, ontwerper van een en ander.
Naar wy vernemen, is de heer L. Udo
De Haes, thans secretaris van Atjeb, benoemd
tot secretaris van Bali en Lombok. NR. G
By herstemming te Zalt-Boramel is tot
lid der Provinciale Staten van Gelderland ge
kozen do heer B. Van Bergeik (antir.), met
558 stemmen. De heer C. P. Lenshoek (lib.)
verkreeg 527 stemmen.
Hr. Ms. korvet „Alkmaar", onder bevel
van den kapitein-luitenant ter zee A. W. F.
C. Van Woerden, is 22 dezer te Curasao aan
gekomen.
De keuring van het vierde tiental jon
gelui, opgeroepen om op het departement van
marine examen te doen als élève-macbinist,
viel niet veel gunstiger uit dan die van de
derdo groep: er werden er zeven afgekeurd.
Alzoo tot nog toe opgeroepen 40, opgekomen
39, afgekeurd 22.
Aan belanghebbenden wordt door den
dat minister van w., h. en n. bekend gemaakt,
de visschershaven te IJmuiden op 1 Julia. s.
voor het gebruik wordt opengesteld. Sts.-Ct
Men meldt uit Nieuwediep aan de „Tel.":
Een groot deel der equipage van het uit
Oost-Indië alhier aangekomen oorlogsfregat
„Johan Willem Friso" is ïydende aan berri-
berri. De meest ernstige zieken zyn dadeiyk na
aankomst van het schip naar het marine-
hospitaal overgebracht; twee hunner zyn reeds
overleden.
Te Haarlem is gisteren, na eene korte
ongesteldheid, in den ouderdom van 42 jaar,
overleden de heer C. J. Vis, administrateur
van het Staaibad aldaar.
Ter benoeming van een hoofd eenefr
openbare kostelooze school te 's-Gravenhage
zyn voorgedragen de heeren: J. Van Andel,
onderwyzer 1ste kl. school Zuid wal; S.
Velsing en L. De Vries, beiden hoofden van
scholen, resp. te Berg-Ambacht en te Wor-
merveer.
Maandagavond, even over achten, kwam
H. D. H. prinses van Bentheim-Steinfurt aan
het station te Baarn aan. Voor de koninklyke
wachtkamer werd zy door H. M. de Koningin-
Regentes, vergezeld van freule Van Ittersum
en baron Taets van Amerongen, opgewacht.
De ontmoeting was allerharteiykst. In een
hofrytuig reed de Regentes met HDr. zuster
naar het paleis Soestdyk, terwyi haar gevolg
in een tweede rytuig plaats nam. Vele belang
stellenden waren op het perron aanwezig.
De commissie, belast met het afnemen
van het eind examen van de „G. A. Van-
Swieten-Tuinbouwschool" te Frederiksoord op
29 en 30 Juli, bestaat uit do heeren mr. N.
Van Namen van Eemnes, voorzitter, te Zwolle,
E. Witte, te Leiden, D. Watter, te Bussum,
en P. F. L. Van Waldeck, te Loo3duinen.
De minister van marine heeft het vol
gende bepaald. Met 1 Juli a. s. worden: a.
op non-activiteit gesteld de luitenant ter zee
der l6to klasse F. Bot, die der 2de klasse
J. A. Van der Star, H. De Rooy, R. W.
Boissevain, C. E. H. Van Heyningen, jhr. H.
H. Röell en de officier van gezondheid der
2do klasse P. L. Van der Harst, allen dienende
aan boord van Hr. Ms. fregat „Van Speyk";
b. geplaatst: aan boord van genoemd fregat,
de luitenant ter zee der 1ste klasse L. J.
Van Heioma, die der 2de klasse W. B. K.
Boom, J. H. A. Van Barneveld, H. W. A.
Brans en J. R. Van Osselenaan boord H^. Ms.
wachtschip te Willemsoord, de luitenantè t9r
zee der 2de klasse J. H. Ketjen, L. E. A.
T. Ter Haar en G. Hoogenraad; aan boord
Hr. Ms. wachtschip te Amsterdam, de luite
nants ter zee der 2de klasse C. C. E. Last,
E. Rhader, en in de rol van laatstgenoemd
wachtschip en gedetacheerd aan boord van Hr.
Ms. kanonneerboot „Hydra," de luitenant ter
zee der 2de klasse J. J. De Vries; c. de
luitenant ter zee der 2de klasse H. C. Du-
dok van Heel, dienende aan boord van
Hr. Ms. wachtschip te Willemsoord, wordt
met 16 Juli a. s. op non-activiteit gesteld en
vervangen door den luitenant ter zee der 2de
klasse F. K. Weber.
Naar aan „De Tyd" uit Rome wordt
gemeld, werd aan de „Universitas Gregoriana"
te Rome tot doctor philosophiae bevorderd de
zeereerw. pater Hubertus Driessen, van Weert,
uit het klooster der paters Carmelieten te
Zonderen, en aan het „Collegium Minervitanum
S Thomae" tot doctor theologiae de zeereerw.
heer Martinus De Wit, van Waspik.
Door den heer L. L. Van Praag is aan
de Regeering het verzoek gedaan om zich
als geneesheer in Nederlandsch-Indië te mogen
vestigen.
By koninkiyk besluit van 8 dez9r (Stsbl.
91), opgenomen in de Staatscourant van 25
dezer, is, met wyziging van het koninkiyk
besluit van 15 Mei 1885, bepaald, dat in het
krankzinnigengesticht Veldwyk, gemeente
Ermeloo, mogen verpleegd worden 353 krank
zinnigen (159 m. en 194 vr.), en dat de
geneeskundige behandeling der verpleegden
wordt opgedragen aan ten minste drie ge
neeskundigen.
Nu het gesticht voltooid en in gebruik ge
nomen is, biykt dat daarin een grooter aantal
ïyders kan worden verpleegd dan aanvankelyk
was bepaald.
By koninkiyk besluit van 11 dezer (Stsbl.
94) is bepaald, dat in het gesticht voor idioten
op het landgoed 's Heeren Loo, te Ermeloo,
voortaan zullen mogen verpleegd worden 132
idioten (82 m. en 50 vr.)
De penningmeester van het hoofdcomité
der Vereeniging het „Roode Kruis" bericht,
dat hy hem is ontvangen eene bydrage van
het comité van het Roode Kruis „Over-
betuwe", f 100.
Het stoomschip „Gelderland", van Batavia
naar Rotterdam, vertrok 23 Juni vanPeri-n;
de „Liwoe", van Rotterdam naar Java, arri
veerde 23 Juni te Port-Said; de „Maasdam"
arriveerde 24 Juni van Nieu w-York te Rotterdam;
de „Salak" arriveerde 24 Juni van Rotterdam
te Batavia; de „Smeroe", van Batavia naar
Rotterdam, arriveerde 24 Juni te Suez; de
„Obdam" vertrok 24 Juni van Rotterdam
naar Nieuw-York.
By koninkiyk besluit zyn benoemd tot
ontvanger der registratie en domeinen te
Nykerk, de heer K. J. W. Kempers, thans
in die betrekking te Tessel; te Alkmaar, de
heer D. M. Van der Veen, thans in die be
trekking te Noordwyk.
Met ingang van 1 Augustus a. 8. aan den
luit.-kol. J. A. H. Boellaard, op zyn verzoek,
eervol ontslag verleend uit de betrekking van
militie commissaris in het 3de militie-district
van Zuid Holland.
Goedgekeurd dat W. Spoor, burgemeester
van de gemeente Hendrik-Ido-Ambacht, is
benoemd tot secretaris dier gemeente.
Door do afdeeling Leiden van den Bond
van Nederlandsche Onderwyzers is het vol
gend adres met toelichting aan de Plaatseiyke
Schoolcommissie alhier verzonden:
Aan de Plaatselijke Schoolcommissie te Leiden,
Weledele Heeren I
De afd. „Leiden" van den Bond van Neder
landsche Onderwyzers (goedgekeurd by Kon.
besluit van 22 Maart 1890, No. 28), h eft de
eer zich tot U te wenden met het v.iendelyk
verzoek, dat Uw College by het inwinnen
van inlichtingen betreffende het ond rwys,
zich ook tot het onderwyzend personeel moge
richten.
Bygaande toelichting, waarnaar Adressante
U beleefd verwyst, behelst de gronden, waarop
bovenstaand verzoek rust.
Met hoogachting,
Namens de afd. Leiden voornoemd
{w g.) L. Van Okveren, Voorzitter.
w.gJ. M. Vos Jz., Secretaris.
Leiden, Juni 1896.
Toelichting:
Wie geregeld kennis neemt van hetgeen
er omgaat in de schoolwereld, weet, dat de
klasse-onder wyzers in de laatste jaren krachtige
pogingen aangewend hebben, om den invloed
op het onderwys te verwerven, waarop zy,
krachtens hun betrekking, aanspraak meenen
te hebben. Er gaat haast geen onderwyzers-
vergadering voorby, of dit streven, om mondig
verklaard te worden, neemt een groot detl
der verhandelingen in beslag Dit verschynsel
is in den grond zoo natuuriyk, dat men er
verbaasd over moet staan, hoe het mogelijk
is, dat een klasse van ambtenaren, die by
duizenden te tellen zyn, eerst in den laatsten
tyd tot het besef gekomen is van den deernis-
waardigen staat van onmondigheid, waarin
zij verkeert. De wet op het Lager Onderwys
is in niet geringe mate oorzaak van het
onloochenbare feit, dat de onderwijz r in den
regel zeer weinig invloed kan oefenen op dtn
ging der schoolzaken. Immers, art. 21 dier
wet zegt, dat de regeling der schooltydon en
vacantiün, de vaststelling van het leerplan
en van de by het onderwys te gebruiken
boeken en de verdeeling der school in klassen
geschiedt d-.or het hoofd der school, onder
goedkeuring van Burgemeester en Wethouders
en den Districts-Schoolopziener.
Men ziet het: van den man, die mbt de
uitvoering van dat alles belast is, van den
onderwyzer, wordt in de Wet met geen woord
gerept. En toch hangt van hem voor het
grootste deel de bloei der school ar. Het
hoofd moge de school nog zoo voortreffelijk
innchteD, het wolslagen van het onderwys
zal altijd afhankeiyk zyn van de wyze, waarop
de klasse-onderwyzer de gegeven voorschriften
opvolgt. Wanneer men dit erkent, dan moet
men ook toegeven, dat het streven van den
onderwyzer naar meer invloed op de inrichting
van het onderwys op goede gronden rust
en dus steun verdient.
Autoriteiten hebben meermalen den yver
en de geschiktheid der onderwyzers hier ter
stede in het openbaar geroemd. Nog by do
behandeling van de huidige traktementsregeling
in Januari 1894 werd in den Gemeenteraad
het vereerend getuigenis afgelegd, dat Leiden
in het bezit was van een corps onderwyzers,
waarop de stad trotsch mocht zyn. Geen
enkel lid van den Raad, ook niet zy, die in
Uw midden een eervolle plaats bekl eden, is
opgekomen tegen die uitspraak, welke alzoo
algemeen als juist erkend werd. Uit die
IP euilleton.
De sclioone slaapster.
i)
Het gordyn viel; het nieuwe blyspel was
zóó goed bevallen, dat men om den aan
wezigen schryver riep. Deze echter dacht
minder aan den roem der dagbladen dan aan
de philippics van Lessing, welke evenzeer
te velde trekt tegen de kinderlyke nieuws
gierigheid van het publiek als tegen de ydele
vriendelykhoid van den dichter, die gehoor
geeft aan zulk een nieuwsgierig verlangen
en op die wyze „niets voor heeft boven de
eerste de beste marmot, die het gepeupel
evon nieuwsgierig ia te zien" hy ontsnapte,
terwyi men in de zaal nog applaudisseerde
en schreeuwde, door een zydeurtje en ging
vergenoegd glimlachend arm in arm met zyn
vrouw door den kouden winteravond naar huis.
D£&r was het warm en gezellig; op het
witte damast der verlengde tafel in het kleine,
vriendelyke eetsalon stonden een paar couverts
meer dan gewooniyk, on de haDglamp boven
de tafel weerkaatste haar stralen in de ge
slepen glazen en groene wynflesschen. Men
wilde den avond met een paar vrienden vieren,
en dezen lieten niet lang op zich wachten,
schelden aan, stormden binnen, drukten den
gelukkigen dichter en zyn nog gelukkiger
kleine vrouw de hand en begonnen by het
kletteren des messen en het rinkelen der
glazen een vrooiyk gesprek over de pas ont
vangen indrukken.
Ook Katharina, de jonge zustor der huis
vrouw, was onder de gasten, en de jonge
doctor, arts en vriend des huizes tevens, die
links naast baar zat, dronk met haar op het.
welzyn van haar zwager en zyn familie vaker
dan het stuk tooneelen telde.
Allen waren het er over eens, dat het een
zeer mooi stuk geweest was, een vriendeiyk,
waardig, behaaglyk, vrooiyk stuk leven
„Behalve éón dingviel mevrouw Martha in.
„Wat? Neen, maar wat zeg je nou van de
vrouwenl De eigen vrouw wil haar manden
roem kortwieken!"
„Neen," verdedigde zich mevrouw Martha,
„maar één ding bevalt my niet, en ik heb
Frans vroeger al gezegd, toen hy het my
voorlas: het gaat te snel met de liefde 1"
„En je meent, dat dit niet naar het leven
is?" vroeg Frans met een ondeugonden oog-
„Ja, dat meen ikl Het ergert my altyd,
als ik lees of op het tooneel hoor en zie, hoe
de domme meisjes direct by de eerste ont
moeting vuur en vlam zyn en niets anders
te doen hebben dan in de uitgebreide armen
van den een of anderen zoogenaamden heer
der schepping te vliegen 1"
„Alsof zy het niet in werkelykheid doen
„Neen, dat zijn sprookjes 1"
„Nu, ik ken van naby nogal een dame,
die het is evenwel al veertien jaar geleden
h?t als meisje
„Precies zoo gedaan heeft?" klonk het
aan de tafel. „Ja, mevrouw, als gy uw
beweriDgen door uw eigen daden gelogen
straft
„Maar ook niet ieder is zoo'n knappe jongen
als de betrokkene wasl" antwoordde mevrouw
Martha lachend.
„Een knappe jongen is onze vriend poëta
laureatus geweest! Waarlijk, dat kan men
hem nu niet meer aanzien I Toe, vertel eens 1"
Mevrouw Martha bloosde. „Neen, dat is niet
voor openbaarheid geschikt."
„Waarom niet?" vroeg Frans glimlachend.
„Nu, biecht dan zelf," zeide des dichters
tafelbuur, een oude studiemakker, die ingewyd
was in de avonturen van zyn vriend.
„Ja, ja, vertel eensl" riep de vroolyke
tafelronde.
„Je waagt het niet!" dreigde mevrouw
Martha.
„Nu moet ik myn autoriteit bewyzen,"
antwoordde Frans schouderophalend. „Je hebt
er zelf schuld aan als gy het dus wenscht,
zal ik het voorlezen. Ik heb het opgeschreveo,
bet is nameiyk een eigenaardigheid van
schryvers, elke kleinigheid op papier te
brengen
„Een kleinigheid 1 Pas op 1" riep mevrouw
Martha.
Men stond van tafel op, de heeren staken
een sigaar aan en namen de wynglazen mede
naar de studeerkamer van den dichter.
Frans haalde uit een portefeuille een geel
geworden manuscript te voorschyn. „Maar
ik maak u er opmerkzaam op, dat het geen
sprookje is, ook geen geschiedenis er is
niet de geringste spanning in maar slechts
een avontuurl"
„En welk een avontuurl Wy zyn compleet,
begin maarl"
„Myn schoonzuster speelt er ook een rol in."
„Hoe? Juffrouw Katharina?"
„Ja! En nog wel een zeer gewichtige."
Juffrouw Katharina, wier oogen toevallig
naar die achter den bril van den jongen
dokter gericht geweest waren, werd rood en
keerde zich om.
„Voor 't overige," ging Frans ondeugend
voort, „is er misschien ook wel een weinig
verdichting in. Destydssmukte men
gaarne alles op, vooral...."
„Zyn succes van dezen avond heeft hem
geheel en al uit zyn gewone doen gebracht,"
lachte Martha, „ik moot werkeiyk zorg
dragen, dat zoo iets niet zoo spoedig weer
voorkomt 1"
Frans wierp nog een blik naar zyn vrouw,
streek met de rechterhand door zyn brnin
haar, waarin de tyd slechts weinige zilver
draden getrokken had, en las:
„De zon brandde, de gele aren der koren
velden stonden onbeweegiyk, geen blaadje aan
de kerseboomen der landstraat verroerde zich.
Middaghitte, middagrust overal. Wie er niet
uit moest, bleef in de schaduw zyner vier
muren. De jonge man evenwel, die, den ransel
op den rug, een krans van verkoelende note-
boombladeren onder den naar achteren ge
schoven stroohoed op het hoofd, den wandel
stok in de hand, over den landweg ging,
scheen niets van hitte en vermoeidheid te
bemerken. Zyn oogen keken vrooiyk over
de helling, en toen achter een heuvel een
spitse dorpskerktoren opdoemde, wierp hy den
hoed vergenoegd in de blauwe lucht en riep:
„Eureka 1 lk heb het gevonden!" En met
versnelden pas ging hy voort.
Hy scheen zeer veel haast te hebban.
En dat had hy ook.
Waar een kerktoren is, moet ook oen
pastorie zyn, dacht hij, en zyn oogen glansdon.
En waar een pastorie is, is ook een dominee.
En waar een dominee is, is z y dat wil
zeggen, als wy eindeiyk den waron kerktoren,
de ware pastorie en den waren dominee
gevonden hebbenIk had niet gedacht,
dat er zooveel dorpen om myn geliefd Dresden
warenik meende, dat ik ze alle kende
ditmaal nu zullen wy, naar ik hoop, het-
doel bereikt hebben wacht maar, schoon
wild, je jager is je op het spoor, hy nadert
„Hy nadert, hy nadert, hij nadert, by nadertI"
neuriede de wandelaar vrooiyk en zwaaide
met zyn stok als oen geleerde regiments
tamboer den maatstok.
Hy had al meer dan eens op zyn wandeling,
welke al drie dagen duurde, Eureka geroepen,
maar altyd te vroeg. Daarom koesterde hy
des te meer hoop ditmaal de ganscho
omgeving had hy reeds afgezocht, als hy de
geliefde bier Diet vond, kon hy het zoeken
opgeven. Daar hy echter pas drie tientallen
jaren op zyn levensreis afgelegd had, dacht
hy niet aan de mogelijkheid van zulk een
noodlot.
Op de bruiloft van een zyner vrienden had
hy haar leeren kennen, en toen zy by de
wals aan zyn schouder hing, had hy ge
zworen: „Die is hetl"
Wordt vervolgd.)