w:i
GROOTE KEUZE
Gekleurde Fantaisie-Katoenen en
Neteldoeken.
1. SCI ABEL, voorheen G. GRIMT.
i Moutwijn,
MMsHatssteï 2, MEE.
11138.
Uwr«i<sex\;.i^ 2© Juni.
A0.1896
<§eze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van (Zon- en feestdagen, uitgegeven
Tweede Bind.
persoverzicht.
Verhuisd van de Langcbrug 36 naar de
H00GEW0ERD 137:
Paardenmarkt te fllfen a/d. Rijn,
UIT AMERIKA.
LEIDSCH
DAG-BLAD.
PRIJS DEZER COURANT:
Yoor Leiden per 3 maandenf 1.10.
Franco per post1.40.
Afzonderlijke Nommors0r**-
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 1 6 regels f 1.05. Iedere regel meer f 0.17 Grootere
letters naar plaatsruimte. Yoor het incasseeren buiten de stad
Y7i->F o v>"
In het slotartikel van prof. Yan Geer over
„het gemeente-kiesrecht volgens het
Regeringsvoorstel" in het Sociaal Weekblad
komt o. a. voor:
„Roekeloos wordt in vele gemeenten met
de financiën omgesprongen, niet zoozeer door
het Dagelgksch Bestuur als wel door het
ingrijpen v«m den Raad. Weldoordachte cn
bewerkte voorstellen van het college van
Burgemeester en "Wethouders worden her
haaldelijk in de war gestuurd door onbekookte
amendementen, die door eene toevallige meer
derheid, zonder oordeel des onderscheids, wor
den aangenomen. De voorbeelden zgn voor
het grjjpen; de RaaQ der hoofdstad gaat hierin
voor, die van andere gemeenten volgea het
elechte voorbeeld na. Voor een goede regeling
der gemeente-financiën is in de eerste plaats
noodig, dat de macht van den Raad in dit
opzicht worde boptrkt".
De heer C. V. Gerritsen, lid van den Am-
sterdamschen gemeenteraad, schrijft naar aan
leiding van die woorden in hetzelfde blad het
volgende:
„Deze phrase zal, naar ik gis, de aandacht
van het lid uwer redactie, tevens lid van het
coll'gj van Burgemeester en Wethouders der
ho >:dslad, zgn ontsnapt, daar het toch niet
denkbaar is, dat hg zou toelaten, dat, gelijk
te iig met den lof, toegezwaaid aan het college,
waarvan hg deel uitmaakt, een door niets
gemotiveerdo blaam wordt geworpen op den
Raad van Amsterdam.
„De voorbeelden zijn voor het grijpen",
zegt deze professor, die gewoon is zijne be-
Weringen met feiten en cijfers te staven, maar
niettemin glgdt hg over een zoo ernstige be
schuldiging, als hier wordt uitgesproken,
luchtigjes heen zonder zich verplicht te reke
nen een paar van die voorbeelden te noemen.
„Mijne belangstelling in alles, wat den Raad
van Amsterdam betreft, noopt mij langs dezen
weg den professor in overweging te geven
de lezers van dit weekblad alsnog te willen
bekend maken met een of meer „wöldoor-
dachte on bewerkte voorstellen" van Burge
meester en Wethouders der hoofdstad, die
door het aannemen van onbekookte amen
dementen van den Raad in de war zjjn
gestuuid en ten gevolge waarvan gezegd
kan worden, dat in dezi gemeente roekeloos
met de financiën wordt omgesprongen."
De h er Troub merkt hierbij op, dat wal
de hoer Yan Geer naar aanhiJing van deze
uitdaging doen zal, de redactie aan bemzelven
moet overliten. Da zijdelingsche opmerking
van den heer Gerritsen aan zijn adres beant
woordt de heer Treub als volgt:
„De he9r Gerritsen stelt zich op een ver
keerd standpunt, wanneer hij meent, dat ik
in mijn qualiteit van wethouder van Amster
dam den inhoud zou moeten beoordeelen van
de stukkin, die in het Soc. Weekbl. geplaatst
worden. Indien ik mij aan zulk eene ver
warring van qualiteiten schuldig maakte, zou
de heer Gerritsen waarschijnlijk on Ier de
eersten zijn om mij daarover de les to lezen.
„Dit noemt echter de mogelijkheid niet
weg, dat, indien miln aandacht bijtijds op de
door den heer Gerritsen aangehaalde zinsnede
uit het stuk van den hoer Van Geer ware
gevallen, ik den schrijver in overweging zou
hebben gegeven haar achterwege te laten,
en dat niet, omdat ik lid van het col'ege van
Burgemeester en Wethouders van Amsterdam
ben, maar wei omdat ik als mode-redacteur
van dit blad van meening ben, dat een
schrijver beter doet een zoo kras oordeel als
de heer Yan Geer uitsprak, niet te verkon
digen, zonder aanstonds de gronden aan te
geven, waarop het rust. Of de heer Yan Geer
oie gronden alsnog zal aangeven, is zijne
zaak en niet de mijqo. My is niet bekend,
welke motieven hg voor zijne weinig malsche
ontboezeming meent te hebben."
De heer Geluk heoft door zijne beschou
wing in De Vacature over do gymnastiek
aan de vrije en orde-oefeningen een
gevoeligen stoot toegebracht, zegt de Am-
hemsche Courant.
Wat hg er tegen aanvoert spreekt zóó tot
het gezond verstand, dat het nieuwe vak van
het lager onderwijs den steun en do sympathie
der groote meerderheid van paedagogen wel
moet verliezen. De (anti revolutionnaire) Neder
lander tréebt nochtans al3 verdediger van deze
oefeningen op. Zjj weerlegt echter niet wat de
heer Geluk or tegen aanvoerde, maar wg6t er
alleen op, dat de jongens, als z(J later soldaat
moeten worden, veel spoediger zullen leeren
exerceeren, wanneer zij de vrije en orde-oefe
ningen hebben gevolgd.
De wenschelgkheid aannemende, dat het
onderwijs eene voorbereiding moet zgn voor
den militairen dienst, herinneren wg De(t\)
Nederlander aan het oordeel van kolonel Yan
Dam van Isselt, den stichter van het reserve
kader, die waariyk in deze zaak wel als auto
riteit mag worden genoemd. Deze verwerpt
in zijn geschriften ook stelselmatig de gym
nastiek als middel tot ontwikkeling van lichaam
en geeft de voorkeur aan het spel, dat lichaam
en geest beide ontwikkelt en den militair ten
goede komt.
Al wat Geluk schreef, vindt steun in het
geen Yan Dam van Isselt aanvoert in ver
band met de verhoogiüg der nationale weer
baarheid.
De natuurlijke en daarom de beste gymnas
tiek is: het spel.
In „Brieven uit de Residentie" aan Het
Nieuws van den Dag lezen we:
Gelgk die in Noord-Holland, zoo heeft ook
de Zuid Hollandsche commissie voor de eind
examens der hoogore-burgers
een 130-tal jongelieden te ondervragen. Maar
hier heeft men een enkele commissie, en
het examineeren zal dus duren tot half
Augustus.
Een drieledige ramp: voor de jongelui, die
in de eerste ploegen vallen en een maand
met 't mes in den buik mooton loopen,
a
J,L>U. A lil lil
Katwijk a/Zee.
Yan af heden tot 15
Juli belangrijke redoc-
i
i. -i <Ic; nog eene Boven-
villa, 7 Kamers, voor het
geheele Seizoen te huur,
'SS en tegen verminderd
tarief eene Boven-villa
m van af jg Ffinke
Zaal voor apart diner.
4610 34
4648 36
voor hen, die de laatste nummers kregen en
nu den ganschen zomer moeten studeerer,
met 't oxamenspook in 't vooruitzicht, en
voor de leeraren-examinatoren, die, afgemat
door een maand extra arbeid, op 1 September,
als de molen weer moet gaan malen, met
een dof hoofd don nieuwen cursus ingaan.
Er zgn zoovele fouten in de wet van '63,
dat meD, dunkt my, althans wel beginnen
kon met die gebreken weg te nemen, die
zonder wetswijziging kunnen worden ver
wijderd.
Patroon en arbeider. De Tijd
schaart zich aan de zjao van den K a t b.
Werkman, dat de patroon maar niet naar
luim en willekeur met het ontslig zijner
werklieden mag omspringen. Ook al bestaat
daaromtrent geen uitdrukkelijke overeenkomst
tu6schon beide pari yen, ook al handelt de
patroon door het geven van ontslag niet togen
de strikte rechtvaardigheid, toch stelt dik wfils
de natuurlijke billijkheid haar eischen, tocrti
biyft de wet der naastenliefde haar gezag
behouden. En deze neemt den arbeider in
bescherming tegen de willekeur van den
patroon.
Ook het lidmaatschap eener vereeniging
mag niet gelden als motief tot ontslag
tenzg het een socialistische vereeniging is.
Indien een arbeider al3 ordeiyk man do
fabriek binnentreedt, maar, daar in dienst
zijnde, lid wordt van een socialistische ver
eeniging, kan de patroon, als algeraeene regel,
hem wegzenden, ook al staat het niet uit
gedrukt op een fabrieksreglement. Daarvoor
is het niet noolig, dat hy eerst zoekt naar
een stok om een hond te slaan. Waar-om
zou hg hier verplicht zgn tot toegeeflijkheid?
Die arbeider verklaart zich, door het lid
maatschap van dergelijke vereeniging te
aanvaarden, tegen zijn patroon; hg toont
openiyk zgn instemming met het streven
van hen, die den godsdienstzin in de harten
der arbeiders willen vermoorden, die de geheele
maatschappij willen omverwerpen, die hoe eer
zoo liever alle patroons aan kant willen
zetten. En dat zou voor den patroon geen
voldoende reden zyn om hem de deur te
wyzen?
De Tijd wil zulk een werkman zelfs ont
slagen zien, al is er overigens op hem weinig
of niets te zeggen; al is hg beleefd, geen
dronkaard, goed werkmaD, enz. Want daardoor
is hg juist veel gevaarlyker dan een brutale,
onbeschofte heethoofd.
Subsidie aan bijzondere scholen.—
In Engeland zal eerlang een nieuwe school
wet in werking treden, die ons wel tot
navolging prikkelen mag zogt De Getuige
en het blad zegt dan verder:
Volgens de bestaande wet ontvangen daar
alle openbare en bgzondere scholen geiyke
subsidie van het Rgk (dus evenals bg ons).
Maar terwgl onze Rgkesubsidie to klein
is (vooral voor scholen beneden 90 leerlingen),
bedraagt de Engelsche Rijksbijdrage ongeveer
twee-derden van alle onderwgskosten.
Het ontbrekende derde wordt voor de open
bare scholen door de gemeenten by gepast;
voor de bijzondere scholen door hare vrienden.
De toestand is daar dus minder onrecht
vaardig dan by ons, waar de Ryksbydrage
voor sommige scholen nog geen vierde be
draagt, en de voorstanders dier scholen drie
vierden moeten bgpasseo; en toch vond de
Engelscho wetgever, dat de toestand voor de
bgzondere scholen nóg beter moest worden.
Of het dus tyd wordt, dat ook bg ons de
rechtsgeiykheid tusschen de openbare en de
bgzondere school een schrede verder wordt
geleid
Als het rechtsgevoel der modernen maar
niet zoo kreupel was!
INGEZONDEN.
Mijnheer de Redacteur!
Mag de voorstander van een eigen gebouw
nog eens gebruik maken van Uwe welwil
lendheid, om door middel van Uw geacht
blad „een werkman, die gaarne veel weet",
nog een en ander mede te deelen?
In Uw blad van Donderdag 11 Juni jl. doet
hy eanige vragen en betwist dan het nut,
om een als door mg bedoeld eigen gebouw
te bezitten.
In de eerste plaats maakt bg op mi) den
indruk, een vreemdeling in Jeruzalem te zgn,
daar by my betwist, dat het nut van een
eigen gebouw van genoegzame bekendheid is.
Hg hoeft maar alleen hooren praten van een
vergaderlokaal, feestzaal en arbeidersbeurs,
waarvoor het zou dienen. Maar dan is hy
zeker niet op de gecombineerde vergadering
van vereenigingen geweest, in welke men tot
oprichting besloot. Dan zou hg geweten heb
ben, dat het doel verder ging: dat men aan
dat gebouw ook een leeskamer wilde verbin
dt n, ten einde ook het Toynbee-werk te be
trachten. "Wat zou het niet goed en nuttig
zijn, wannoer men een gebouw had, waar de
toegang ook gemakkelgk was voor hen, die
boven ons staan in ontwikkeling en die gaarne
bereid zgn van hunne kennis aan ons mede
te deelen l
De afdeeling van hot Alg. Ned. Werkl.-
Verbond ondervond het in den afgeloopen
winter zoo uitstekend, toen prof. Yan der
Vlugt van zyne ryke kennis op het gebied
van het vereenigingslevon aan de werklieden
mededeelde, en er op wees, dat het samen
zijn der verschillende standen zoo nuttig en
noodig is. Men leert elkander kennen en waar-
deeren. En nu zal die werkman toch wel
moeten erkennen, dat zulks beter in een eigen
tehuis dan in een of ander café gaat.
Schryver vraagt ook, in welken zin men
het tehuis voor den werkman bedoelt, en
vreest, dat men de uithuizigheid zal bevor
deren. Ik wil hem zeggen, dat wy uithuizig
heid ten strengste afkeuren, wanneer het is,
om des avonds in kroegen en krotten door
te brengen. Maar wanneer wy een tehuis
hebben, waar men bgeenkomt om de belangen
van onzen stand te besprekon; waar men
zyn geest kan ontwikkeltn coor allerlei
lectuur; waar zg, die boven ons staan, ge-
makkeiyk met ons in aanraking kunnen
komen; dan betreur ik die uithuizigheid
niet. Want dan is men uithuizig om zyne
kennis te vermeerderen.
Hoeveel avonden moeten niet zy, die vóór
gaan in het verenigingsleven, opofferen, om
voor de belangen van hunne kameradeD, dus
het algemeen belang, dienstbaar te stellen.
Dat is eene uithuizigheid, die plicht is. Yoor
dit doel moet zulk een huis dienstbaar zgn.
Dddr moeten wg ons geaameniyk vereenigen,
om langs ordelyken weg alles aan te wenden,
wat strekken kan tot verheffing van den
werkman in zedélyke waarde, tot verhooging
van zyn stoffelijke welvaart en tot verkrijging
van zyne staatsburgerlgke rechten on geiyk-
htid; tot aankweeking van het gemeen
schapsgevoel by de werklieden en de overige
groepen der maatschappy.
Ook vraagt die werkman in zynschryven:
Waar moet het gebouw van bestaan; van de
opbnngst der vergadoringen of der buffetten
Mgn aDtwoord in deze is, dat men de men-
schcn moet nemen zooals ze zyn, niet zooals
men ze gaarne zou zien. Het is nu eenmaal
zoo, dat er geen pretje kan zgn, of men moet
wat te drinken hebben. Zoo zal bot ook gaan
in een eigen gebouw. Maar er kan door
middel van commissarissen contróle worden
uitgeoefend. In de eerste plaats op de con
sumptie; in de tweedo plaats, dat men toezie
op hen, die blijken geven, genoeg te hebben.
Dit reeds zou een groot voordeel zgn by
cafó's, die maar tappen, zoolang men vraagt
en maar geld heeft. Buffetten en vergaderingen
beide zouden dus in het onderhoud bydragen.
En nu de vraag van den scbrgver, welke
rechten en plichten hy als eventueel aandeel
houder zou hebben. Ik zou te breedvoerig
worden en te veel plaatsruimte van de Redactie
eischen, om daarop in te gaan. Ik kan den
weetgierigen schryver mededeelen, dat de
reglementen reeds in de maak en binnenkort
verkrggbaar zijn. Dan kan hy op d&t punt
zyn dorst naar kenDis in deze lesschen.
U, geachte Heer Redacteur, vriendelgk
dankende voor de verleende plaatsruimte,
teeken ik
Een voorstander van een Eigen Gebouw.
Hoogstaangeslagenen.
In bgvoegsels der Staatscourant van 16
dezer zyn opgenomen de lysten van hoogst
aangeslagenen in de rgka directe belastingen,
bedoeld in art. 76 der. kieswet, zooals die
lysten thans door Ged. Staten der verschil
lende provinciën zgn gesloten. Aan die opga
ven is het volgende ontleend:
A AD ui
Provinciën Bovolking hooget Laagste
aangeul. aanslag.
N. Brabant 509,628 339 f 413.485
Gelderland 512,202 341 700.78
Z.-Holland 949,641 633 1003.95
N.Holland 829,489 552 853.185
Zeeland 199,234 132 476.46
Utrecht 221,007 147 1155.93
Friesland 335,558 223 476.48
Overysel 295,445 196 477 855
Groningen 272,786 181 514.38
Drente 130,704 87 294.29
Limburg 255,721 170 357.81
Yan af heden, gedurende den iamnakUjd
der Zwarte Aalbessen, te verkrygen:
a fO.83 por- Liter-.
Naar omliggende plaatsen p. 5L. of meerfranco.
A. VER8TTKAATEN, Behanger, Stoffeerder
en Matrassenmaker, die zich bg voortduring
in ieders gunst blyft aanbevelen. 4G45 8
(Reiniging van Bedden cn Matrassen/)
te houden Woensdag 16 September 1896.
il
De hoofdprijzen bestaan in: Élégant
bespannen Utrechtscben Wagc-D, dito bespan
nen Dogcart, Kaasbrik, Koets-, Work en jonge
Paarden, Tuigen, Stal-, Landbouwbenoodigd-
heden, enz., enz.
het lot, elf loten voor ƒ10.-,110
stuks Toor ƒ9^.ö0.
BJ overmaking van het bedrag plus 5 Cts.
port worden de loten verzoncon door den
Penningmeester, den Notaris J. C. SPRUIJT,
te Alfen a/d. Riin. 4.038 17.
Slot.)
De rossige neus, de waterige oogen, de
zware wenkbrauwen, de stompzinnige uit
drukking van het gezicht, alle kenteekenen,
die het landloopersleven verraden, waren
voorhanden. Doch thans, nu dit hoofd zich
oprichtte nu het bovenlichaam onhoorbaar
overeind ging met een voorzichtigheid, die
een het oorlogspad opgaanden Indiaan eer
zou hebben aangedaan, nu namen die doffe
oogen een eigenaardige scherpte aan. En de
blik vestigde zich met een doorborende,
vorschende uitdrukking op de beide slapenden.
In Herweg'8 gezicht scheen hg weldra ge
vonden te hebben, wat bg zocht, maar het
gezicht van Joe bezat biykbaar een bgzondere
aantrekkingskracht voor hem. De tramp keek
den jongen man onafgebroken aan en eindelyk
haalde hg uit den zak van zyn haveloozejas
een portret to voorschgn, dat bg achter zyn
hoed eveneens nauwgezet bekeek. Toen by
het weer verdwynen liet, scheon hy een
anderen inval gekregen te hebben. Onhoorbaar
naderde hg den koffer van den jongen
Amerikaan. Nog een onderzoekenden blik
wierp by op de slapenden en luisterde
bevredigend naar hun regelmatige adem
haling; daarop haalde hy oen langen, fijnen
draad te voorschgn, maakte haastig oen strik
en bracht dezen voorzichtig in het slot van
den koffer.
Een minuut ging met dit onderzoek voorby.
Het slot was ongetwyfeld zeer goed bewerkt.
De tramp verloor evenwel bet geduld niet,
en nu scheen hg zgn dool naby te zyn: de
tong van het slot ging reeds naar boven.
Toen gebeurde er iets, dat eonerzyds aan
het onderzoek van den tramp, anderzyds
echter ook aan den slaap der beide jonge
mannen een plotseling einde maakte.
Een geweldige stoot doed den wagen in
al zyn deelen schudden, alsof hg door een
onzichtbare hand stuk werd geslagen, daarop
een kort, gillend gefluit, een kermend geraas
van het yzerwerk, en de trein stond stil.
In het volgende oogenblik snelden de
conducteurs naar de locomotief ea luide
stemmen riepen elkaar de oorzaak van het
ongeval toe.
Geen ontsporing. Slechts een zware boom
stam lag er op do rails. De locomotief had
hem op zy geduwd; binnen een kwartier
zou alles in orde zyn.
Maar toch was niet alles in orde.
In den bewusten goederenwagen lag een
jonge gestalte op den grond, die een zware
wonde moest hebben ontvangen, daar er
onophoudelyk bloed uit vloeide en jas en
vest rood kleurde.
De verscbrikkeiyke stoot had eon der zware,
met yzer beslagen kisten naar bonoden ge
slingerd, en een van de hoeken dezer kist
had den slapenden Joe getroffen. Horweg stolde
onmiddoliyk alles in het werk, om den zwaren
last van den jongeling af te wentelen; dat
was geen gemakkeiyk werk en 1^ schold
op don vagebond, wien do stoot onder do