N°. 11135.
feze Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van (Zon- en feestdagen, uitgegeven.
Maandag 13 «Juni. A°. 1895
LILDSCH
PRIJS DEZER COURANT:
"Voor Leiden per 3 maanden.
Eranco per post
Afzondorlijko Nommers
f 1.10.
1.40.
0.05.
PRIJS DER ADVERTENTEËN
Van 1-6 regels f 1.05. Iedere regel meer f 0.17}. Grootere
letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten do stad
wordt f 0.05 berekend.
Derde Blad.
Finantiëele Kroniek.
Het karakter der Beurs was in deafgeloo
pen week van gunstiger aard dan in den
laatsten tijd het geval is geweest. Aan leven
digheid ter Beurze ontbrak het niet, a Jwas
zy minder van algemeenen aard, doeh zij werkte
aanstekelijk op den geheelen effectenhoek en
gaf de markt een meer geanimeerd aanzien.
Het is moeilijk aan te nemen, dat de drang
daartoe van buiten kwam, want de meeste
buitenlandsche markten verkeerden juist in
minder opgewekten toestand. In de eerste
plaats was dit het geval met de Berlijnsche
Beurs, welke over de aanneming der nieuwe
Beurswet in de hoogste mate ontsticht was.
Vreemd genoeg was hare houding gedurende
de behandeling der wet in den Rijksdag eer
onverschillig, en werden weinig of geen pogin
gen gedaan om door petitiën of nota's de
grieven en gevaren, welke de handel door
aanneming der Beurswet kon verwachten,
kenbaar te maken. Eerst na do gevallen be
slissing kwam de Beurs tot besef van het
gewicht, hetwelk voor haar in de nieuwe
omstandigheden gelegen is. Hoe duidelijk dit
nu wordt, hoe grootor ook het misnoegen,
want zij gevoelt wel, dat nu voor langeren
tijd de Duitsche handel gevoelige belemmering
zal ondervinden en de ontwikkeling der fond-
senmarkt zeer onder den invloed daarvan zal
te lijden hebben. Voorloopig is dit reeds merk
baar in de terughoudendheid der speculatie,
welke, geheel in het onzekere verkeerende
omtrent den nieuwen toestand, welke door de
invoering der wet zal geboren worden, eerst
de wijziging wil afwichten, die de handel
noodzakelijk rno^t ondergaan, en het is natuur
lijk, dat het werkeloos bljjven der speculatie
dadelijk aanleiding geeft tot een gedrukte
Beurs.
In dit opzicht was de houding der Duitsche
markt geheel gelijk en werd zij in deze positie
bovendien nog versterkt door Weenen, van
waar ook geen krachtige houding gemeld
werd. Londen maakte op den algemeenen toe
stand een gunstiger uitzondering door eene
geanimeerdheid te toonen, zooals in den laat
sten tijd niet het geval is geweest. De groote
stoot daartoe werd gegeven door de belang
rijke prijsverheffingen op de markt der myn-
waaraen, welke opzetting baar oorsprong vond
in het bericht van de vrijlating der leden van
het Transvaalsche Reformcomitó. De aankoo-
pen van Zuid-Afrikaansche waarden werden
op groote schaal ondernomen en zouden
ongetwijfeld van veel gunstiger invloed op de
geheele markt zijn geweest, indien niet de
Ameiikaansche spoorwegmarkt aan den Lon
denschen beurshemel een donkere wolk had
gevormd. De Amsterdamsche Beurs liet zich
echter niet door dezelfde boweagredenen leiden
en volgde haar eigen gang, boewol echter de
Amerikaansche spoorwegmarkt ook voor haar
een donker punt bleef. De groote levendigheid
had z\j echter te danken aan de belangstelling
voor de verschillende petroleumwaarden, welke
tot een belangrijk speculatiefonds zijn.
gedaald. Het vormen van nieuwe maatschap
pijen en het ontdekken van nieuwe bronnen
behoort tot de verschijnselen van don laatsten
tijd en zoo ontwaart men ook hierin lang
zamerhand dezelfden gang als in de goud
mijnwaarden, onzaliger nagedachtenis.
Nu is hiermede niet gezegd, dat de voor
uitzichten eener ineenstorting dor petroleum-
aandeelen evenzoo te vreezen is, doch wtl
mag de ongemotiveerde en onbezonnen opzet
ting der markt tot voorzichtigheid manen.
Ongetwijfeld staat de exploitatie van petro-
leumbronnen op veel beter basi3 dan de ont
ginning van goudmijnen, voor zoover bij de
eersten gezien wordt wat werkelijk uit de
aarde wordt voortgebracht, terwijl bij de
laatsten moet worden gezocht, dikwijls met
veel kosten en dikwijls zonder succes. Daaren
boven geven resultaten zooals in de nu onlangs
gehouden vergadering der Maatschappij voor
Petroleumbronnen in Indië zijn medegedeeld,
ongetwijfeld een bemoedigend voorbeeld en
is het succes, tot nu toe in Galicië onder
vonden, evenzeer eene aansporing tot deel
neming in dergelijke waarden. Een telegram,
dezer dagen ontvangen, meldende bet ont
dekken van een nieuwe bron van buitenge
woon groot produceerend vermogen op de
onderneming „GaJiciö", veroorzaakte dade
lijk groot gejubel, hetgeen weerklank vond
voor aandeelen der pas opgerichte Neder-
landscho F e t r o 1 eu m-Maatschappi),
omdat hare gronden gelegen waren in de
nabijheid van eerstgenoemde onderneming!
Op dergelijke motieven werden felle specu
latieve aankoopen uitgevoerd, doch zooals
steeds bij ongegronde rijzingen te verwachten
is, bleef de reactie niet lang uit en werd eene
gevoelige daling in het leven geroepen. Der
gelijke bewegingen nu zijn eer geschikt
om wantrouwen in de onderneming te ver
wekken dan tot deelneming in eene wellicht
gezonde zaak aan te sporen. Zoo wordt door
de speculatie, wanneer zich de gelegenheid
voordoet, nu en dan van onderwerp verwisseld
en mag men wel zeggen dat zij zich nu heeft
verplaatst van de Kansas-w aarden der
Amerikaansche Spoorwegmarkt naar de Petro-
leumbronnen.
Voor de cultuur- en tabakswaarden
bestond weinig belangstelling en bleef deze
afdeeling over het algemeen mat. Vooral
aandeelen Handelmaatschappij ver
keerden in zeer gedrukte stemming en was
het koersverlies voor aandeelen en obligatiën
Soerabaiasche Bank wederom be
langrijk. De binnen kort ter veiling komende
partijen tabak worden iets gunstiger ge
taxeerd dan eerst werd verwacht.
De weinige hier verhandeld wordende
Zuid Afrikaansche waarden voigden geheel
de stemming der Londensche markt en
behaalden meer of minder avans. Onder de
Nederlandsche spoorwegwaarden werd de
aandacht getrokken door eenige geconti
nueerde aankoopen van lste-bypotheek-
obligatiën Bokste 1-W ezel, terwijl vooral
belangrijke handel was in aandeelen Zuid-
Afrikaansche Spoorweg, waarvan
dj 6 pcts.-soorten voor Duitsche rekening
werden opgenomen, terwijl de naar verhouding
goedkoopje 41/;» pcts.-aandeelen voor Ho land-
sche rekening gevraagd bleven.
De Europeesche afdeeling bleef vast, maar
stil, de omzetten hebben nu eenmaal niet
veel te beduidon en dit zal nog wel geruimen
tijd zoo aanhouden. De onderscheidene fondsen
toonen weinig of geen koersverandering en
geven geen aanleiding tot eenige mede-
deeling. Alleen was het opmerkelijk, dat,
niettegenstaande de financiöele gesteldheid
van Spanje steeds ongunstiger wordt,
Spaansche fondsen toch tegen niet on
belangrijk hooger prijzen werden verhandeld.
Dat de toestand steeds slechter wordt, kan
blijken uit de vergrooting der vlottende
schuld, welke in de maand Mei alleen ruim
13.5 millioen Posetas is toegenomen, terwijl
daarentegen de invoerrechten in de tien
afgeloopen maanden van het dienstjaar met
ruim 16 millioen zijn teruggegaan. Dat de
rogoering nu durft onderhandelen over eene
nieuwe leening, getuigt van veel moed, maar
indien zy er al in slaagt eene leeniogsover-
eenkomst te sluiten, zal dit zeker Legen
voorwaarden moeten geschieden, die het land
niet vooruit helpen.
Onder de handelingen tot het sluiten eener
nieuwe leening in het werk gesteld, wordt
ook genoemd eene poging der regeering om
met de Tabakmaatschappy tot eene overeen
komst te geraken, waartoe men reeds een
heel eind schynt gevorderd te zyn. Door de
regeering zou worden toegestemd tot ver
lenging der concessie, terwijl door de Tabak
maatschappy het overschot der tabaksop
brengst zou worden afgestaan voor den dienst
eener nieuwe leening.
Onder de Russische spoorwegen werd de
aandacht gaande gehouden op bet koersverloop
der aandeelen F a s t o w o, in verband met
do algemeene vergadering, welke spoedig staat
gehouden te worden en waariu een besluit
zal worden genomen omtrent het uit te keeren
dividend over 1895. Aangezien dit dividend
zal behooren tot de reeks, uit welke een basis
zal gevormd worden tot vaststelling van het
bedrag, aan aandeelhouders toe te kennen by
naasting der spoorweg, is de bepaling daarvan
van belang, omdat do overneming door de
regeering in niet verre toekomst ligt.
Geheel anders wordt de toestand beoordeeld
voor aandeelhouders der Mosko u-B r e 8 t-
spoorweg. Reeds geruimen tyd geleden werd
in deze kolommen het vermoeden uitgesproken,
dat by naasting van dezen spoorweg voor de aan
deelen minder gunstige voorwaarden te vreezen
stonden, hetgeen sedert meer bevestiging heeft
ondervonden De markt was voor deze waar
den zeer gedrukt, waarby van geen invloed
was het gerucht, dat van verschillende zijden
pogingen by de Russische regeering zouden
worden aangewend om betere voorwaarden
te verkrygen.
De Zuid Amerikaansche markt was tamelijk
verlatenalleen was de handel in Mexi-
caansche fondsen van beteekenis, welke
voor Duitsche rekening werden aangeboden.
De Amerikaansche Spoorwegmarkt
biyft onafgebroken in lustelooze en gedrukte
stemming, welke echter noch vreemd noch
onverwacht komt en waarmede men zich
nog wel eenigon tyd vertrouwd zal dienen
te maken. De toestand van spanning en slin
gering, telkenmale gedurende de periode voor
een Presidentsverkiezing terugkeerende, is van
grooten invloed op alle takken van handel,
niet alleen op spoorweggebied, doch ook op
de productenmarkt. Buitengewoon ongunstig
werkt de onzekerheid, waarin men verkeert
ten opzichte van de later te volgen gedragsiyn
by eventueele verkiezing van Mc. Kinley tot
President. Zal hy vóór of tegen de vrye aan
munting van zilver zyn 7 Dezb vraag wordt
zoowel ontkennend als bevestigend beantwoord
en het volk blyft even wys. Doch onderwyl
is de spoorwegmarkt in de hoogste mate lus
teloos en flauw, waartoe ook nog een stoot
is bygedragen door de houding van hot con
gres tegenover de Cubaansche aangelegenheid,
welke in buitengewoon scherpe bewoordingen
is besproken en ook in Europa een onaan-
g9namen indruk heeft teweeggebracht. Alleen
S an-F rancisc o-waarden waren iets gun
stiger gestemd in verband met de keuzo van
een president voor deze Maatschappy, welke
als eena goede aanwinst wordt beschouwd.
M i s s o u r i-waarden liepen vry belangrijk
terug, ten gevolge van minder bevredigende
outvangstcy fers, obligatiën S t. L o u i s
Southwestern ondergingen een gelyk
lot op h3t bekend worden der sterk vermin
derde netto ontvangsten. Atchisons waren
aangeboden iu verband met geruchten, dat
een aanbod van den Atchison en den A t-
lantic Pacific tegen eene rentegarantie
van 2'/i pet. over te nemen, was afgewezen.
Bijnlandsche Bank.
TWEEDE HAMER.
Vóórdat gisternamiddag tot stemming van
het amend.-Harte op art. 74 der kieswet
(opneming van den opkomstplicht) werd over
gegaan, verdedigde de heer Van den Berch
van Heemstede het amendement krachtig als
een middel om de goede opkomst te verzekeren.
Na de af wy zing van doeltreffende amendemen
ten kan deze eisch een conditio sine qua non
worden, om mee te gaan met het ontwerp en
de belangryke uitbreiding van kiesrecht, die
dit geeft.
De heer Van Karnébeék was in beginsel
voor stemplicht, maar in dit amendement
zag hij geen nut en geen heil en daarom zou
hy er tegen stemmen.
De Minister van Binnenlandschc Zaken
wilde niet in het debat terugtreden over
stemplicht. Hy kon echter niet toegeven het
geen de heer Van den Berch van Heemstede
zeide, dat zonder stemplicht de toevallige meer
derheden over het gezag zullen zegevieren.
Als alle kiezers opkomen, zal de Tweede Ka
mer eene afspiegeling zyn van de absolute
meerderheid der bevolking. Maar dat is juist
een argument tegen den stemplicht, want als
in de Tweede Kamer het bewustzyn leeft, dat
men eene niet getrouwe afspiegeling is van
het volk, dan zal dat voor haar een breidel
kunnen zyn
[Op de perstribune werd eene interruptie ge
maakt, die den Voorzitter aanleiding gaf tot
stilte te vermanen.]
De Minister wenschte, dat onderzocht
werd wie zich aan die interruptie schuldig
maakte.
De Voorzitter verzocht den minister het
handhaven der orde aan hem over te laten.
De heeren op de Perstribune kunnen zich
deze waarschuwing ten nutte maken.
De Ministerzyne bestryding van het amen
dement vervolgende, zeide, dat onthouding
van stemmen geen misdryf is en dus niet
met straf bedreigd kan worden. Bij aanneming
van dit amendement zou de minister genood
zaakt zijn het wetsontwerp in te trekken.
De heer Harterepliceerende, verdedigde
nader zyn amendement en zeide geen gewich
tig argument daartegen gehoord te hebben.
Het naaste doel met do indiening is bereikt,
ril. lo. om daadwerkeiyk te bewijzen, dat het
beginsel deugdelyk is; 2o. de onhoudbaarheid
aan te toonen van de aangevoerde bezwaren,
en 3o. om de mogelykheid aan te toonen van
een in dit ontwerp passende, doeltreffende en
tevens in overeenstemming met den Neder-
landschen volksaard milde regeling. Nu het
einddoel niet bereikt kon wordeD, trok de
voorsteller het amendement in. Die intrek
king beteekent niet erkenning van ongelyk,
geen nederlaag, geen prys geven van eene
toekomstige verwachting, maar slechts een
reculer pour mieux sauter. Spreker zou ook
na de intrekking van zyne amendementen
tegen dit wetsontwerp stemmen en hy hoopte
velen met hem.
De heer Bahlmann nam hierop het amen
dement van den heer Harte over.
Het amendement-Balilmann (Invoering van
opkomstplicht) werd nu, gelyk we reeds meld
den, verworpen met 66 tegen 25 stemmen.
Vóór het amendement-Bahlm. nn stemden
de heeren Travaglino, Haffmans, Dobbelman,
"Van Vlytnen, Harte, Beola^rts van Blokland,
Kolkman, Lambrechts, Vos do Wael, Ver
meulen, Michiels van VurJuynen, Smits van
Oyen, Van den Berch vau Heemstede, De Ras,
Bahlmann, De Ram, Mutsaers, Tydens, Van
Basten Batenburg, Loeff, Van der Kun, Van
Bylandt (Apeldoorn), Everts, Bool en Truyen.
De artt. 7487 zyn goedgekeurd.
De Kamer is dus genaderd tot art. 88,
regelende de van-on waai de-verklaring van
stembiljetten. Dit artikel moet in verband be
schouwd worden met de beslissing over het
amendemeiit van den heer Sanders op het
aangehouden art. 76, over het merkteeken,
dat de kiezer voor den naam van den candi-
daat zyner keuze zal hebben te plaatseneen
kruis of een streep. De behandeling van dit
amendement is aangehouden tot a. s. Dinsdag.
De Regeering heeft haar ontwerp in dier
voege gewijzigd, dat de uitslag der stemming
den volgenden dag wordt bekend gemaakt.
JF'eixxlle-toxaL.
Geen water aan boord.
In den zomer van 1884 bevond ik my aan
boord van de „Glennearn" in den Indischen
Oceaan, op wog van Shanghai naar Londen,
met een lading thee.
Wy waren Ceylon gepasseerd en hadden
een vluchtig kykje genoten van de kust, een
paar uur de aromatische bries ingeademd, die
van daar tot ons kwam, en naderden nu de
verraderiyke keten koraaleilanden, de Mala-
dieven.
Ik was beneden geweest in myn hut en
kwam nu weer aan dek.
De ondergaande zon had den westelyken
hemel in vuur en vlam gezet en alles gloorde
met een pracht, die men slechts zelden buiten
de eigenlyke tropen te zien krygt.
ODze stoomboot wiegde gemakkelyk op de
1 lange deining en sneed een voor in een zee
van gesmolten goud, dat nevens het schip,
als ware het door den staf van een toovenaar
aangeraakt, eensklaps in het diepste blauw
overging. In het kielzog, waar het door de
schroef tot schuim gekarnde water wild
dooroen schoot, lichtte reeds hier en daar het
hleeke schijnsel der phosphoriseerende zee
dieren der tropische zeeën on ver naar achteren
strekte zich dit witte, als zilver schynende
pad uit, tot waar, juist boven den horizon, de
zooeven opgekomen volle maan dezen nog met
haar uitersten rand raakte.
Ik trof den eersten machinist, met wien
ik veel verkeerde, over de verschansing ge
leund op de campagne aan en geruimen
tyd spraken wy geen van beiden oen woord,
doch genoten in stilte de pracht van dezen
verrukkelijken avondstond Ten slotte begon
hy 't gesprek en zeide op nadenkenden toon
„Het zal zoowat op dezo hoogte geweest
zyn, dat wy dien Portugees aantroffen op
onze uitreis."
Nu moet men weten, dat Nesbitt, de
machinist, een Schot is met een helderen
kop, die op een Engelsche Universiteit ge
weest is, doch, opeens een onbedwingbaren
lust in een zwerversleven kry'gende, naar zee
was gegaan. Hy voer nu al twintig jaar en
was meermalen om den Hoorn geweest en in
Kaapstad en wel een dozyn malen heen en
terug van en naar China en Japan.
Als machinist op een Portugeesche boot
had hy de gehoele kust van Afrika langs
gevaren en eens het zwarte continent te voet
doorreisd, van zee tot zee, juist beneden de
evenachtslyn. Hy had dus veel beleefd en
veel gezien en had overal goed uit zyn oogen
gekeken. Als hy dus liet merken, dat hy
iets te vertellen had, was ik niet de man,
om hem niet aan te moedigen.
„"Wat was dat met dien Portugees was
dat e6n schip?"
Hy keek my verbaasd aan.
„Hoe heb ik het nu met u? Hebt u nooit
iets gehoord van die Portugeesche brik, die
wy op onze laatste reis ontmoetten?....
Niet? Wel, dat wa3 een geval, zooals het
wel weinig zal voorkomen. In elk geval,
ik heb van zoo iets nog nooit gehoord; laat
staan het te voren zelf bygewoond. Maar het
is nogal eon lang verhaaldus doen wy beter,
als wy gaan zitten."
Wy namen een paar krukjes en de „meester"
begon zyn verhaal:
„Wy zeilden in Februari naar Londen uit
met een lading yzer en hadden in de Golf
van Biskaye en de Middellandsche Zee beest
achtig weer gehad; maar toen wy die ver
vloekte Fransche loodsen in 't Suozkanaal
kwyt waren die kanaalloodsen zyn zoowat
de ellendigste kerels, die ik ken was ons
leed geleden en hadden wy voortdurend
mooi weer.
We waren ongeveer precies op deze hoogte,
toen wy op den middag oen brik passeerden,
die zoowat vier myl om de Noord lag. Het
was volkomen windstil en de zon brandde
fel. De brik had alle zeilen bygezet, maar
lag geheel hulpeloos op de golven te dobbe
ren. De afstand was gering, doch zy toonde
geen viag, toen wy haar salueerden.
Onze kapitein vloekte over haar slechte
manieren en wy stoomden door, doch toen
wy zoo dicht by haar waren, als onze koers
toeliet twee myl zoowat kwam ik op de
brug en zag, dat hy nog steeds bezig was,
haar door zijn kyker op te nemen en toen
ik by hem kwam, zeide hy:
„Die brik bevalt my maar half. Ze ziet
er niet uit, zooals het behoort. Ik zal naar
haar toe stoomen en zien wat er met haar
aan de hand is."
Hy gaf bevel van koers te veranderen en
weldra waren wy zoo dicht by haar als de
deining gedoogde. Wy riepen haar aan, doch
kregen geen antwoord.
Toen werd de oude zenuwachtig en gelastte
den stuurman de boot uit te zetten en de
zaak te onderzoeken.
Toen de stuurman langs zy kwam, riep
hy haar weer aan, doch ontving wederom
geen antwoord.
De brik lag met de stuurboordzyde naar
ons toe.
Toen by de boot naar bakboord had laten
roeien, ontdekto hy, dat de stuurboord-valreep
buiten boord hing. Een man in een pantalon
en een rood hemd zat op dek in de opening
van de verschansing en liet zyn beenen buiten
boord hangen. Hy leunde achterover op een
soort van cassette en hield in zyn rechterhand
een rooden zakdoek, die over zyn knieën lag.
Een luide toeroep bracht geen de minste
beweging in de ineengezakte gestalte en
opeens werd het den mannen In de boot
duideiyk, wat dit beteekeude.
Die man was doodl
De stuurman liet zich naar den voorsteven
roeien en klom langs de kettingen van het
anker op 't schip. Hy verklaarde later voor
geen geld langs den zwygenden man aan de
valreep te hebben willen klimmen.
Op het voordek lagen vier mannen. Zy
waren sinds vele dagen dood en de felle zon
scheen onbarmhartig op hun vermagerde
lichamen, die wel skeletten geleken, zóó uit
gedroogd schenen zy.
De bemanning van de boot kwam nu ook
aan boord en doorzocht het schip. In de kajuit
en het volkslogies was niemand, maar in de
kombuis lagen de ïyken van den Maleischen
kok en den koksjongen. Met uitzondering van
don kapitein, schenen allen aan boord onder
vreesolyke kwellingen gestorven te zyn, want
de lichamen waren in allerlei bochten ver
wrongen en de gelaatstrekken vreeseiyk om
aan te zien. Er was overvloed van voedsel
aan boord. Een vat zout vleesch, vele honderdon
ponden ryst en eenig meel, het schip was
gaaf en de zeilen eu het takelage in vol
komen goeden toestand. Maar er was geen
drop water. Dit loste het gehoele raadsel
op. Alle watervaten waren ledig. De koks
jongen lag met hoofd en schouders in een
der omgeworpen vaten en hield een tinnen
beker in de hand, waarmee hy do laatst9
droppels van het kostbare levensvocht bad
pogen op te vangen.
De scheepspapieren en twee- of driehonderd
Mexicaansche dollars lagen in de cassette onder
den elleboog van den kapitein. Ik vertaalde die
papieren, welke in h9t Portugeesch gesteld wa
ren, toen zy by ons aan boord gebracht werden.
Het was een Portugeesche brik, te Goa
ingeschrevon. Zy heette de „Santa Maria"
en had een lading in voor een ruilhandel-
kruistocht langs de Westkust van Indië. De
kapitein was tevens eigenaar van schip en
lading en had de papieren met een kruis
geteekend; en onder de geheele bemanning
was blykbaar geen enkel geweest, die schryven
kon, daar er geen schoepsjournaal was ge
vonden. Een ruwe kaart van de Indische kust
en een kompas lagen in de kajuit; maar geen
sextant of chronometer en geen signaal
vlaggen bevonden zich aan boord.
DAG-BLAD.