N#. 11124. A". 1896 feze {Courant wordt dagelijks, met uitzondering van (Eon- en feestdagen, uitgegeven Dinsdag 2 «Juni. PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 3 maanden1.10. Franco per post1.40. Afzonderlijke Nommers i 0.05. PRIJS DER ADVERTENTTËN: Van i-6 regels 1.05. Iedere regel meer 0.17*. Grootere letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad wordt 0.05 berekend. Leiden, l Juni. Alhier is de algemeene vergadering der Leidsche DuiDwatc-r-Maatschappy onder voor zitterschap van den heer W. F. Verhey van Wijk gehouden. Uit het verslag van den directeur, mr. W Van der Vliet, blijkt dat in het afgeloopen iaar door de stoomwerktuigen te Katwijk aan den Ryn uit het duinreservoir opgepompt weiden 1,025,217 M*. duinwater, tegen 923,134 M3. over het jaar 1S94, zoodat 102,083 M3. meer werden opgepompt dan in het vorige jaar. Gemiddeld werden per etmaal opgepompt 2809 M3., tegen 2529 M3. over 1S94, waar door het waterverbruik met 280 M3. per etmaal is toegenomen. Deze vermeerdering is, verge leken bij vorige jaren, zeer groot en wordt in hoofdzaak toegeschreven aan art. 20 der nieuwe verordening, dd. 11 Juli 1895, der gemeente Leiden, waardoor do eigenaren van meestal kleine perceelen verplicht worden deze per ceelen van goed drink- en werkwater, in vol doende mate te vcorzien, 't geen teri gevolge had, dat de mees:en der eigenaren 't beter achten hunne perceelen bij de waterleiding aan te sluiten, dan steeds de risico te loopen, dat het op kostbare wijze te verkrijgen water uit putten en nortonbuizen slecht en onvol doende later zoude worden afgekeurd. Het kleine reservoir by de Beek, op 11 Nov. 1892 afgesloten, werd ook dit jaar niet gebruikt. Om den watertoevoer te vermeerderen, wer den 400 meters kanaal in duin uitgegraven, waardoor de kanalen der onderneming een lengt9 hebben van 1674 strekkende meters Om voor de toekomst verzekerd t9 zijn, zfli de door de wet van 21 April 1S88 aange wezen gronden aan de gemeente Leiden in erfpacht afgestaan, zoodat men tot verdere nooclige uitbreiding kan overgaan. Het aantal contracten, op 1 Januari 1895 zynde 5249, klom tot 1 Januari 1896 tot 5545; alzoo werden gesloten over het afgeloopen iaar 296 contracten, waarvan 281 abonnemen ten en 15 meter-contracten. Afg. sloten werden 30 contracten. In de wijken 7 en 8 werden op de uit breiding van het buizennet, onder de ge meente-garantie, gesloten 45 contracten, torwyl wegens verbouwing 1 contract is afgesloten, zoodat het totaal op 466 contracten is gebracht, opbrengende 4731.17, zynie ƒ2563.785 inter dan de gemeente-garantie bedraagt. De 43 meters in poorten en stegen, tydeiyk geplaatst vanwege de gemeente Leiden, wezen een gezameniyk verbruik aan van 7095 M3. Deze meters komen dit jaar voor de gemeente te vervallen, ce.vyl de waterlevering voor rekening der respectieve eigenaars komt. Het waterveroruik der standpypen btdroeg 190 M3., dus 22 M3. meer dan in 1894. Van de gratis-levering aan duinwater aan de straat-drinkfonteinen werd een druk ge bruik gemaakt. Voor industriëele en andere inrichtingen zyn 4S2 meters in gebruik. Uit het financieel vertlag biykt, dat de exploitatie in dit jaar zeer voordeelig was. D ontvangst van waterverkoop was 125,599.95s, tegen ƒ123,575.37 in 1894; do exploitatie- konten waren ƒ36.091.05, tegen ƒ36,657.71 in 1894. Na afschryving op: Uitbreiding bassin en kanalen hoofdbuizen Gebouw Stationsweg 12 Aanleg 2de hoofdbuis Aankoop land. ƒ13,673.04 525.75s 550 6332.80 3828. te zamen ƒ24,909.595 werd vt>orgosteld de winst a ƒ89,508.905 met de winst op recognitie a ƒ3357.89 en liet batig saldo van 1894 a ƒ3131.62, gezamen ïyk ƒ95,998.415, na bovengemelde afschryving, te verdeelen als volgt: aandeelhouders 5 pet. en 2l/2 pet. 33,750 tantièmes11,250 Gemeente Leiden22,500 te zamen 67,500 en op nieuwe rekening over te schryven 3588.82. De aftredende commissaris, de heer U. H. Wilkens, werd weder herkozen. De balans werd goedgekeurd en zal vast gesteld worden na goedkeuring van B. en Ws. der gemeente Löiden. Ni.ts meer aan de orde zynde, sloot de Voorzitter de vergadering. De avond concerten in don tuin van „Musis Sacrum" hebben gisteren weder een aanvang genomen. Het was er in den beginne vry good bezet, maar later in den avond, toen de zon g-.heel was ondergegaan en de koelte van den schralen noordenwind zich meer en meer deed gevoelen, zagen dezen en genen er tegtnop om het tweede gedeelte van het programma geheel te biyven bywonen. Voor den tyd van het jaar was het dan ook vry fiisch. Intusschen heeft men uit deze soirée reeds de overtuiging kunnen opdoen, dat den leden met hunne dames vanwege Van Erps stafmuziekcorps van het vierde regiment infanterie a. s. zomer vele genotvolle uren to wachten staan. Gedurende de 1ste helft der maand Mei zyn aan het postkantoor alhier bezorgd de volgende brieven, welke, door onbekendheid der geadresseerden, niet besteld konden worden: Bytouwer, Alkmaar; A. W. J. v. Schoor, 's Gravenhage; J. v. Riet, Haarlemv. Tienen, Vechel Brief kaartenA.Nunes, Amsterdam; P. Buis, 's-Gravenhage. Brieven, verzonden geweest naar het Buiten land: P. v. d. Velden, Sacramento; J. Notelteirs, Mechel9n; P. Molenaar, Johannesburg. Het afscheids-concert der uitstekende kapel van het 57ste Pruisische infanterie- regiment, dat sedert acht dagen in het Kurhaus te Scheveningen optreedt, opende met den welbekenden populairen marsck „Afscheid van 't Vierde" van onzen vroegeren stadgenoot G. Mann. Gedurende de maand Mei werd aan het hulppostkautoor te Leidschendam in de Rijks postspaarbank ingelegd 3437.63, in 40 in lagen; 8 nieuwe inleggers traden toe. Terug betaald werd ƒ1715.21. Op het Ryksteleplioonkantoor aldaar zyn behandeld 61 telegrammen, verzonden 27 en ontvangen 34. Aan het postkantoor Warmond werd gedurende de maand Mei ingelegd ƒ2381.31, verdeeld over 123 inlagen; terugbetaald 3952.93, verdeeld o?er 15 terugbetalingen. Het laatste, door dat kantoor uitgegeven, boekje draagt het nummer 688. Gedurende de maand Mei zyn aan het Rykstel' phoonkantoor aldaar behandeld 91 telegrammen, waarvan 38 ontvangen en 53 verzonden. De hoofdredacteur van het „Haagsche Dagblad", de heer J Visser Jz., neemt met de volgende woorden afscheid van zyno lezers. „Op den weg, door den journalist bewan deld, zyn meer doornen, die kwetsen, dan rozen, die geuren. Te dankbaarder gevoel ik ray gestemd jegens hen, die my in staat stel len de laatste te plukken. Hun vriendeiyk en aanmoedigend woord zal ik in dierbare her innering Louden. Getrouw aan de belofte, gedaan by myn optreden, zweeg ik steeds op persoonlyke aanvallen; alleen voor hetgeen ik in het be lang des vaderlands achtte en tegen hetgeen ik er een verderf voor rekende, heb ik de pen gevoerd. Mocht ik daar'oy, zonder het te willen, soms iemand hebben gekwetst, dan vra3g ik daarvoor by het scheiden van die Blad vorschooning. Eindelijkpersonen komen en gaaD, maar beginselen blyven. Myn taak aan het „Dagblad" wordt over genomen door een ander, wiens naam goeden' klank bezit in het vaderland en die reeds menig belangryk betoog, onder het pseudo niem „Rollo", in deze kolommen schreef. De vlag der echt Nederlandsche beginselen van vryheid, gezag en recht zal zeker door hem hoog -ïvoriion goliou LmJ? Te Amsterdam had een gewone ver gadering plaats van de afdeeling der wis- en natuurkunde van de „Koninkiyke Academie van Wetenschappen." Na de mededeelingen van den secretaris, den heer Oudemans, werden de nieuw gekozen leden, de hoer H. Haga, hoogleeraar in de physica te Groningen, en H. J. Hamburger, leeraar aan 'sRyks veeartsenijschool te Utrecht, door den voorzitter, prof. Van de Sando B.ik- hujzen, geïnstalleerd. Spr. bracht buide aan de onvermoeide werkzaamheid van prof. Hjga op klinisch gebied en achtte het een voorrecht een zoo yverig en bekwaam geleerde in de Academie te mogen welkom keeten. Wat be treft den heer Hamburger, deze was reeds van de Academie een bekende. Zyn werkzaam heid op physiologisch ptahologisch gebied werd er herhaaldelyk besproken en gewaardeerd. Het nieuwe lid mag zeker eon aanwinst van de Academie heeten. Het rapport van de commissie over het ge vaar van gecomprimeerde gassen in het natuur kundig laboratorium te Leiden werd met eenige redactiewyzigiDgen goedgekeurd en besloten het aan de Regeering op te zouden. Prof. Martin bracht o. a. rapport uit over een verhandeling omtrent de samenstelling en vorming van yzerphosphaat door den heer G Reinders. Deze verhandeling zal in de mededeelingen der Academie worden opge nomen. Zaterdag-raiddag heeft mr. W. H. baron De Watteville afscheid genomen als secretaris der gemeente Utrecht. Hem werd namens de gezamenlyke amb tenaren een souvenir aangeboden. H;t huldeblyk bestond in een artistiek be werkt album, waarop het wapen van den jubilaris met de hand gedreven is. In het album liggen 17 kartons. Op het eerste blad do opdracht: „Aan mr. Willem Hendrik Baron De Watteville, Ridder van de orden van den Ngierlandschen Leeuw en van de Luxem- burgsche Eikekroon, aangeboden door ambtenaren der gemeente Utrecht als blyvende herinnering aan do door hem bekleede betrekking van secretaris dier gemeente 1867 1896." Dan volgen drie jcartons, waarop aquarellen, gezichten op en in het stadhuis. Op de overige kartons staan de namen der deelnemers. De vervaardiging van dit album werd opgedragen aan het op dat gebied gunstig bekend atelier van den heer Jos. Merckelbagh, te Utrecht. Ook van andere zyden ontving de heer De Watteville blyken van waardeering. Zoo werd hem door de.afd. „Utrecht" der Vereeniging tot bevordering van Fabrieks- en Handworks- nijverheid eene met sierlyke gotbische letters gecalligrapheerde oorkonde vereerd van den volgenden inhoud; „De Afdeehng Utrecht der Vereeniging tot Bevordering van Fabrieks en Handwerksnijvor- heid in Nederland betuigt hiermede haren dank en brengt hulde aan haar eerelid Mr. W. H. Baron De Watteville, Secretaris der Gemeente Utrecht, voor den herhaalden steun, aan hare JLCdAidinfl. hawazBnl enhetrmirt de redenen waarom Hy als Secretaris der Gemeente Utrecht heeft moeten bedanken. „Namens de afdeeling, hot bestuurw. g. J. C. Th. Marius, voorzitter, C. J. H. Muller, vice voorzitterR. Laboucbère, 1ste secretaris L. Verbeek v. d. Sando, 2de secretaris; D. Schaap Jr., penningmeester; Jacob De Groot: F. H. Smuluers." Aar. deze oorkonde was aan rood-en-wit zyden koorden (de kleuren van het Utrechtsche wapen) een afslag in was van den grooten stempel der Vereanigiiig gehecht. Mr. Henri Viotta zal als redacteur van „Cecilia" opreden ter vervanging van wylen den heer Nicolaï. De te Tiel met verlof vertoevende kapitein der infanterie van het Ned. Ind. leger J. D. Ten Bosch is bevorderd tot majoor. By beschikking van don minister van binnenlandscue zaken is bepaald, dat het schnttelyk gedeelte van het examen ter ver- kryging der akte van bekwaamheid als hoofd- onderwijzer of hoofuonderwyzeres voor het jaar 1S96 zal plaats hebben op 30 Juni e. k., dat do mondelinge examens zullen aanvangen op 17 Juli daaraanvolgende en dat de com- missièn, met het afnemen dezer examens belast, zullen zitting houden te Breda, Arnhem, 's Gravenhage, Amsterdam, Leeuwarden e' Deventer; en zijn benoemd: tot lid en voorzitter der commissie t 's-Gravonhage, A. J. Nyland, schoolopzienci district Utrecht; tot lid en onder-voorzitter dr. W. F. Vau Vliet, Jr., leeraar te Delft; tot leden: L. Gerharat, hoofd te Utrecht; P. H. Van der Ley, directeur der Rykskweek- scbool te Haarlem; J. D. De Visser Smits, directeur eener byzondere kweekschool voor onderwyzers en onderwyzeressen; H. Eerdbeek, F. Gediking, IJ. IJkema, hoofden, G. A. Laag land, onaerwyzer, mej. J. Thomas, leerares aan een industrieschool voor meisjes, allen te 's-Gravenhagemej. M. G. Kramers, onder- wyzeres te Rotterdam; H. V. Leopold, E. Van Eve. diDgen, hoofden te DelfcG. Japikse, hoofd te Leiden; M. L. Van Gemert, hoofd te Haarlim; tot leden-plaatsvervangers: W. Jansen,hoofd te Utrecht; J. J. Ten Have, hoofd te's-Graven hage; R. Husen, J. Feringa, C. W. Hoenkamp, hoofden te Utrecht; dr. J. H. Jennes, leeraar te RotterdamA. Van de Griendt, hoofd te Rotterdam. Op 27 Juni 2al van Amsterdam p?r „Conrad" een detachement suppletietroepen, ter sterkte van 5 onderofficieren en 100 kor poraals sn manschappen, vertrekken, onder bevel van den van verlof terugkeerenden majoor der mf. van het Indisch leger J. W. - Sander* en het meiegeleide van de by dat leger gedetacheerd wordende 2de luit3. van dat wapen M. L. De Boer en K. N. Do Bock. Te Maastricht is, 60 jaar oud, overleden de hear F. Q. OtterleiD, gep. luit. kol. aer inf. De 1ste luit W E. Van Eek, gedeta cheerd by ae Militaire School te Haarlem, is overgeplaatst van het 1ste by het 4de reg. inf. De 1ste luit. A L Van Harpen Kufiper, van het 1ste reg. huzaren, is overgeplaatst van Deventer naar Amersfoort. Op de voordracht voor leeraar in de natuuriyke historie aan do lioogere burger school te Arnhem is geplaatst dr. A. C. Oudemans, te Sneek; voor leeraar in do wis kunde, werktuigkunde en cosmograpbie de heeren H. W. Speekman, to Gouda, en W. T. Lindner, te Arnhem. Naar de „Arnh. Ct." verneemt, heeft de commissi9 van enquête, benoemd om een onderzoek in te stellen naar het onderwys aan de Vrye Universiteit te Amsterdam van prof. jhr. mr. A. F. De Savornin Lobman, lid der Tweede Kamer, haar arbeid volbracht. De commissie concludeert, dat het onderwys van genoemden hoogleeraar niet is in over eenstemming met art. 2 der statuten der Vereeniging van Ilooger Onderwys op Geref. grondslag in Nederland. Door de regeering der Fransche Repu- blirk zyn benoemd in de orde van het Legioen van Eer: lot commandeur de burgemeester van Amsterdam, tot ridder de voorzitter der jury van de tentoonstelling jhr. Den Tex. In bet jaar 1896 kunnen ter beschikking van den Gouverneur-Generaal van Neder- landsch-Indié worden gesteld: ^©uilI©ton. lilt Let Ottoiuacische Rijk. i) Het zooveel gerucht makende proces te Kaïro tegen de pacha's Ah Scherif en Mehe- med, alsmede tal van andere aanzienlyke personen, wegens slavenhandel, heeft voor eenjgen tyd duidelyk genoeg aangetoond, hoe het er in dit opzicht in Egypte uitziet. Iu Turkye is bet niet veel anders. Nog voor een twintig, dertig jaar had men, even als in do meeste Turktche steden, ook te Konstantinopel openlyke slavenmarkten. De afschiffing had ten doel, aan dezen handel een einde te maken, maar het gevolg was slechte, dat de van de markt verjaagde koop lieden de „waar" naar huis medenamen, om hun cliènteele daar te bevredigen. Ook open den zy een aantal café's, zoogenaamde „khans", waar iedereen toegang had. Zulke slaven-depöts bevinden zich nu in Skutari, Tophane en Sultan-Mohemed (wyken van Konstantinopel) en vooral in de straat tegenover de Suleiraanye-moskee. Het maga- zyn van Tophane genoot een byzondere repu tatie, omdat het alleen de „puikste waar", de om haar buitengewone schoonheid bo roemde Circassische vrouwen, bevatte; sedert een jaar of twaalf evenwel is deze monster collectie verplaatst naar het middelpunt van Konstantinopel, dus ver verwyderd van de Europeesche wyk, en dat, omdat men het bedenkelyk vond, den handel in de onmiddel- lyke nabybeid van de vertegenwoordigers der moderne beschaving voort te zetten. Evenals de officiëele beurzen worden deze magazynen op bepaalde uren door de koopers en verkoopers bezocht, om de menschelyke waar te bezichtigen en te verhandelen. Men rookt daar, drinkt er koffie en onderhandelt er met overleg. Als er een keuze gedaan is, moet er betaald worden, en het slachtoffer volgt den nieuwen meester gehoorzaam naar huis. Naast de bevoorrechte kooplieden houden veel particuliere personen uit de tweede hand zich met den slavenhandel bezig. Dit zyn voornamelyk dames, hoofdzakelyk uit de hoogere kringen. Zy verschaffen zich kleine meisjes, die om haar jeugdigen leeftyd goed koop zyn, om ze later aikwyls voor den tien- voudigen prys weer te verkoopen. En zooals een groudige kenner dezer verhoudingen, de Turksche majoor Asman-bey, aantoont, wordt die speculatie algemeen toegelaten. De winst is even groot als de moeite gering is. Een meisje van zeven a acht jaar met mooie trekken en een innemende gestalte kost ruim duizend gulden. Na drie of vier jaren heeft zy echter een waarde van tienduizend gulden en meer, zoodat het niet zelden gebeurt, dat de eigenaressen op de toekomstige schoonheid van deze of gene favoriete „hypo theken" nemen en krygen. De verkoop dezer meisjes geschiedt meestal door vrouwe- lyke tusschenpersonen; ook laat men ze in equipages ryden, om door zulk een reclame koopers te lokken. De hoogste koopprys moet de som van 15000 gulden slechts by uit zondering overscbryden. De verkoop van een mensclielyk wezen wordt zonder de geringste gewetenswroeging als een volkomen gerechtvaardigde zaak be schouwd. Ja, door alle ingewyden wordt de slaverny zelfs als de hóeksteen van het sociale en politieke leven der Mohammedanen beschouwd, als een instelling, die als een soort van talisman het gebouw der Turksche heerschappy in Europa, dat eens van de verovering van Konstantinopel in het jaar 1453 tot de belegering van Weenen in 1683 een zoo schitterende figuur maakte, nog met moeite in stand houdt. In elk geval staat de slaverny in het nauwste verband met de door Mohammed geschapen maat- schappelyke orde van den Islam. Het grondbeginsel der Mohammedaansche maatschappy is de volledige scheiding der beide geslachten, dat zoo ver gaat, dat by voorbeeld nu nog het verlangen van een Muzelman, om zyn verloofde vóór het huwelyk te willen zien, zoowel voor de bruid als voor haar familie een beleeciiging zou wezen. Uit dit grondbeginsel spruiten alle voorschriften en gebruiken der Korangeloovigen voort. Evenals elk geslacht zyn afzonderlyke ver trekken heeft, zoo heeft het ook zyn afzon derlyke meubelen, bozigheden, bezoeken en genoegens. De Muzelman leeft alleen voor zichzelven, hy bekommert zich niet om het openbare leven en het algemeen belang. Daarvan leg gen de verlateD, troostelooze Mohammedaan sche steden met haar noch geplaveide, noch verlichte straten het welsprekendste getuige nis af. De Muzelman leeft alleen voor zyn familie, voor zyn vrouwen, waarvan de wet er hem vier rechtmatig toekent. Maar hoe zou men de meesteressen kunnen opsluiten, als de dienaressen vry waren? Inderdaad is de slaverny de voedster van het vrouwen- verblyf, want zonder slaven zou de oprichting hiervan materieel onmogelyk zyn. Wie dus de slaverny mocht opheffen, zou ook dat ver- biyf uit den weg ruimen en mot deze basis van het sociale loven der Muzelmannen hun geheele maatschappeiyke orde. Deze gevolg trekkingen verklaren gemakkelyk het volhar dende verzet van Turkye tegen alle hervor mingspogingen van het overige Europa. Zonder slaven zou het in het hedendaag- 8cho Turkye niet alleen onmogelyk zyn de vrouwen in een toestand van algeheele afzon dering te houden zooals de Koran voor- scbryft maar ook onmogelyk een huis houden te voeren. De wet dwingt de vrouwen een sluier te drageo, en haar geheele ge stalte, de oogen uitgezonderd, voor de man nen te verbergen, een regel, die geen onder scheid tusschen ryken en armen maakt. Wanneer een Muzelman een vrye dienstbode tegen loon mocht zoeken en er onder duizen den een vindeD, die er in toestemde met een „vreemdeling" in aanraking te komen, dan zou deze dienstbode zich toch altyd niet van het hoofd tot de voeten gesluierd vertoonen of zich verbergen door hem minstens eer biedig den rug toe te keeren. Met slechts eDkelen van zulke dienstboden echter zou zyn huishouden met de gesluierde gestalten en de vluchtende vrouwen weldra op een gekken huis gelyken, afgezien hiervan, dat velerlei dienstverrichtingen in den brandgevaarlijken suiker levensgevaarlyk zouden zyn. Om alle ontmoetingen te vermyden, is er voor dan heer des huizes maar één ruidaelby moat name- lyk telkens zyn verschyning aankondigen door met luide stem te roepen: „Wacht u!" Als hy doze vooizichtigneid niet zou be trachten, zou geen vryo vrouw in zyn dionsb blijven. Bij de slaven ie deze vooizichtigheid even wel overbodig. D-zen zyn eigendom van den meester, die hen zien kan hoe en wanneer hy het verkiest, omdat zy „andersdenken den" zyn. De wyze, waarop men zich slaven ver schafte, was in den goöden ouden tyd zeer eenvoudig: de Mohammedaansche troepen be oorloogden de landstreken van Georgië on HoDgarye, verwoestten de Slavkcho en Oosten- ryksche provinciën en maakten zich meester van alle jonge lieden, die zy op hun veroverings tochten vonden. De scboonsten behielden de plunderaars, de overigen werden verkocht aan de „jessirdjis," kooplieden, die zich in grooten getale in het gevolg dtr troepen bevonden en in de hoofdplaatsen van het Ryk magazynen hadden. Geheffe slavenkaravanen gingen dikwyis naar de hoofdstad, om daar by opbod verkocht te worden. En daar de slavenhandel by de wet geoorloofd was, kocht men menscuen zooals men tabak of koffie kocht. Behalve deze openbare verkoopingen, werden ook inkoopen en bestellingen gedaan. {Slot volgt.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1896 | | pagina 1