N#. 11124.
A". 1896
feze {Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van (Eon- en feestdagen, uitgegeven
Dinsdag 2 «Juni.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 3 maanden1.10.
Franco per post1.40.
Afzonderlijke Nommers i 0.05.
PRIJS DER ADVERTENTTËN:
Van i-6 regels 1.05. Iedere regel meer 0.17*. Grootere
letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad
wordt 0.05 berekend.
Leiden, l Juni.
Alhier is de algemeene vergadering der
Leidsche DuiDwatc-r-Maatschappy onder voor
zitterschap van den heer W. F. Verhey van
Wijk gehouden.
Uit het verslag van den directeur, mr. W
Van der Vliet, blijkt dat in het afgeloopen
iaar door de stoomwerktuigen te Katwijk aan
den Ryn uit het duinreservoir opgepompt
weiden 1,025,217 M*. duinwater, tegen 923,134
M3. over het jaar 1S94, zoodat 102,083 M3. meer
werden opgepompt dan in het vorige jaar.
Gemiddeld werden per etmaal opgepompt
2809 M3., tegen 2529 M3. over 1S94, waar
door het waterverbruik met 280 M3. per etmaal
is toegenomen. Deze vermeerdering is, verge
leken bij vorige jaren, zeer groot en wordt in
hoofdzaak toegeschreven aan art. 20 der nieuwe
verordening, dd. 11 Juli 1895, der gemeente
Leiden, waardoor do eigenaren van meestal
kleine perceelen verplicht worden deze per
ceelen van goed drink- en werkwater, in vol
doende mate te vcorzien, 't geen teri gevolge
had, dat de mees:en der eigenaren 't beter
achten hunne perceelen bij de waterleiding
aan te sluiten, dan steeds de risico te loopen,
dat het op kostbare wijze te verkrijgen water
uit putten en nortonbuizen slecht en onvol
doende later zoude worden afgekeurd.
Het kleine reservoir by de Beek, op 11
Nov. 1892 afgesloten, werd ook dit jaar niet
gebruikt.
Om den watertoevoer te vermeerderen, wer
den 400 meters kanaal in duin uitgegraven,
waardoor de kanalen der onderneming een
lengt9 hebben van 1674 strekkende meters
Om voor de toekomst verzekerd t9 zijn, zfli
de door de wet van 21 April 1S88 aange
wezen gronden aan de gemeente Leiden in
erfpacht afgestaan, zoodat men tot verdere
nooclige uitbreiding kan overgaan.
Het aantal contracten, op 1 Januari 1895
zynde 5249, klom tot 1 Januari 1896 tot 5545;
alzoo werden gesloten over het afgeloopen
iaar 296 contracten, waarvan 281 abonnemen
ten en 15 meter-contracten.
Afg. sloten werden 30 contracten.
In de wijken 7 en 8 werden op de uit
breiding van het buizennet, onder de ge
meente-garantie, gesloten 45 contracten,
torwyl wegens verbouwing 1 contract is
afgesloten, zoodat het totaal op 466 contracten
is gebracht, opbrengende 4731.17, zynie
ƒ2563.785 inter dan de gemeente-garantie
bedraagt.
De 43 meters in poorten en stegen, tydeiyk
geplaatst vanwege de gemeente Leiden, wezen
een gezameniyk verbruik aan van 7095 M3.
Deze meters komen dit jaar voor de
gemeente te vervallen, ce.vyl de waterlevering
voor rekening der respectieve eigenaars komt.
Het waterveroruik der standpypen btdroeg
190 M3., dus 22 M3. meer dan in 1894.
Van de gratis-levering aan duinwater aan
de straat-drinkfonteinen werd een druk ge
bruik gemaakt.
Voor industriëele en andere inrichtingen
zyn 4S2 meters in gebruik.
Uit het financieel vertlag biykt, dat de
exploitatie in dit jaar zeer voordeelig was. D
ontvangst van waterverkoop was 125,599.95s,
tegen ƒ123,575.37 in 1894; do exploitatie-
konten waren ƒ36.091.05, tegen ƒ36,657.71
in 1894.
Na afschryving op:
Uitbreiding bassin en kanalen
hoofdbuizen
Gebouw Stationsweg 12
Aanleg 2de hoofdbuis
Aankoop land.
ƒ13,673.04
525.75s
550
6332.80
3828.
te zamen ƒ24,909.595
werd vt>orgosteld de winst a ƒ89,508.905 met
de winst op recognitie a ƒ3357.89 en liet
batig saldo van 1894 a ƒ3131.62, gezamen
ïyk ƒ95,998.415, na bovengemelde afschryving,
te verdeelen als volgt:
aandeelhouders 5 pet. en 2l/2 pet. 33,750
tantièmes11,250
Gemeente Leiden22,500
te zamen 67,500
en op nieuwe rekening over te schryven
3588.82.
De aftredende commissaris, de heer U. H.
Wilkens, werd weder herkozen.
De balans werd goedgekeurd en zal vast
gesteld worden na goedkeuring van B. en Ws.
der gemeente Löiden.
Ni.ts meer aan de orde zynde, sloot de
Voorzitter de vergadering.
De avond concerten in don tuin van
„Musis Sacrum" hebben gisteren weder een
aanvang genomen. Het was er in den beginne
vry good bezet, maar later in den avond, toen
de zon g-.heel was ondergegaan en de koelte
van den schralen noordenwind zich meer en
meer deed gevoelen, zagen dezen en genen
er tegtnop om het tweede gedeelte van het
programma geheel te biyven bywonen. Voor
den tyd van het jaar was het dan ook vry
fiisch. Intusschen heeft men uit deze soirée
reeds de overtuiging kunnen opdoen, dat den
leden met hunne dames vanwege Van Erps
stafmuziekcorps van het vierde regiment
infanterie a. s. zomer vele genotvolle uren to
wachten staan.
Gedurende de 1ste helft der maand Mei
zyn aan het postkantoor alhier bezorgd de
volgende brieven, welke, door onbekendheid der
geadresseerden, niet besteld konden worden:
Bytouwer, Alkmaar; A. W. J. v. Schoor,
's Gravenhage; J. v. Riet, Haarlemv. Tienen,
Vechel Brief kaartenA.Nunes, Amsterdam;
P. Buis, 's-Gravenhage.
Brieven, verzonden geweest naar het Buiten
land: P. v. d. Velden, Sacramento; J. Notelteirs,
Mechel9n; P. Molenaar, Johannesburg.
Het afscheids-concert der uitstekende
kapel van het 57ste Pruisische infanterie-
regiment, dat sedert acht dagen in het
Kurhaus te Scheveningen optreedt, opende
met den welbekenden populairen marsck
„Afscheid van 't Vierde" van onzen vroegeren
stadgenoot G. Mann.
Gedurende de maand Mei werd aan het
hulppostkautoor te Leidschendam in de Rijks
postspaarbank ingelegd 3437.63, in 40 in
lagen; 8 nieuwe inleggers traden toe. Terug
betaald werd ƒ1715.21.
Op het Ryksteleplioonkantoor aldaar zyn
behandeld 61 telegrammen, verzonden 27 en
ontvangen 34.
Aan het postkantoor Warmond werd
gedurende de maand Mei ingelegd ƒ2381.31,
verdeeld over 123 inlagen; terugbetaald
3952.93, verdeeld o?er 15 terugbetalingen.
Het laatste, door dat kantoor uitgegeven,
boekje draagt het nummer 688.
Gedurende de maand Mei zyn aan het
Rykstel' phoonkantoor aldaar behandeld 91
telegrammen, waarvan 38 ontvangen en 53
verzonden.
De hoofdredacteur van het „Haagsche
Dagblad", de heer J Visser Jz., neemt met
de volgende woorden afscheid van zyno lezers.
„Op den weg, door den journalist bewan
deld, zyn meer doornen, die kwetsen, dan
rozen, die geuren. Te dankbaarder gevoel ik
ray gestemd jegens hen, die my in staat stel
len de laatste te plukken. Hun vriendeiyk en
aanmoedigend woord zal ik in dierbare her
innering Louden.
Getrouw aan de belofte, gedaan by myn
optreden, zweeg ik steeds op persoonlyke
aanvallen; alleen voor hetgeen ik in het be
lang des vaderlands achtte en tegen hetgeen
ik er een verderf voor rekende, heb ik de
pen gevoerd. Mocht ik daar'oy, zonder het te
willen, soms iemand hebben gekwetst, dan
vra3g ik daarvoor by het scheiden van die
Blad vorschooning.
Eindelijkpersonen komen en gaaD, maar
beginselen blyven.
Myn taak aan het „Dagblad" wordt over
genomen door een ander, wiens naam goeden'
klank bezit in het vaderland en die reeds
menig belangryk betoog, onder het pseudo
niem „Rollo", in deze kolommen schreef.
De vlag der echt Nederlandsche beginselen
van vryheid, gezag en recht zal zeker door
hem hoog -ïvoriion goliou LmJ?
Te Amsterdam had een gewone ver
gadering plaats van de afdeeling der wis-
en natuurkunde van de „Koninkiyke Academie
van Wetenschappen."
Na de mededeelingen van den secretaris,
den heer Oudemans, werden de nieuw gekozen
leden, de hoer H. Haga, hoogleeraar in de
physica te Groningen, en H. J. Hamburger,
leeraar aan 'sRyks veeartsenijschool te Utrecht,
door den voorzitter, prof. Van de Sando B.ik-
hujzen, geïnstalleerd. Spr. bracht buide aan de
onvermoeide werkzaamheid van prof. Hjga op
klinisch gebied en achtte het een voorrecht
een zoo yverig en bekwaam geleerde in de
Academie te mogen welkom keeten. Wat be
treft den heer Hamburger, deze was reeds
van de Academie een bekende. Zyn werkzaam
heid op physiologisch ptahologisch gebied werd
er herhaaldelyk besproken en gewaardeerd.
Het nieuwe lid mag zeker eon aanwinst van
de Academie heeten.
Het rapport van de commissie over het ge
vaar van gecomprimeerde gassen in het natuur
kundig laboratorium te Leiden werd met eenige
redactiewyzigiDgen goedgekeurd en besloten
het aan de Regeering op te zouden.
Prof. Martin bracht o. a. rapport uit over een
verhandeling omtrent de samenstelling en
vorming van yzerphosphaat door den heer
G Reinders. Deze verhandeling zal in de
mededeelingen der Academie worden opge
nomen.
Zaterdag-raiddag heeft mr. W. H. baron
De Watteville afscheid genomen als secretaris
der gemeente Utrecht.
Hem werd namens de gezamenlyke amb
tenaren een souvenir aangeboden.
H;t huldeblyk bestond in een artistiek be
werkt album, waarop het wapen van den
jubilaris met de hand gedreven is. In het
album liggen 17 kartons. Op het eerste blad
do opdracht:
„Aan mr. Willem Hendrik Baron De
Watteville, Ridder van de orden van den
Ngierlandschen Leeuw en van de Luxem-
burgsche Eikekroon, aangeboden door
ambtenaren der gemeente Utrecht als
blyvende herinnering aan do door hem
bekleede betrekking van secretaris dier
gemeente 1867 1896."
Dan volgen drie jcartons, waarop aquarellen,
gezichten op en in het stadhuis. Op de overige
kartons staan de namen der deelnemers. De
vervaardiging van dit album werd opgedragen
aan het op dat gebied gunstig bekend atelier
van den heer Jos. Merckelbagh, te Utrecht.
Ook van andere zyden ontving de heer De
Watteville blyken van waardeering. Zoo werd
hem door de.afd. „Utrecht" der Vereeniging
tot bevordering van Fabrieks- en Handworks-
nijverheid eene met sierlyke gotbische letters
gecalligrapheerde oorkonde vereerd van den
volgenden inhoud;
„De Afdeehng Utrecht der Vereeniging tot
Bevordering van Fabrieks en Handwerksnijvor-
heid in Nederland betuigt hiermede haren dank
en brengt hulde aan haar eerelid Mr. W. H.
Baron De Watteville, Secretaris der Gemeente
Utrecht, voor den herhaalden steun, aan hare
JLCdAidinfl. hawazBnl enhetrmirt de redenen
waarom Hy als Secretaris der Gemeente
Utrecht heeft moeten bedanken.
„Namens de afdeeling, hot bestuurw. g. J.
C. Th. Marius, voorzitter, C. J. H. Muller,
vice voorzitterR. Laboucbère, 1ste secretaris
L. Verbeek v. d. Sando, 2de secretaris; D.
Schaap Jr., penningmeester; Jacob De Groot:
F. H. Smuluers."
Aar. deze oorkonde was aan rood-en-wit
zyden koorden (de kleuren van het Utrechtsche
wapen) een afslag in was van den grooten
stempel der Vereanigiiig gehecht.
Mr. Henri Viotta zal als redacteur van
„Cecilia" opreden ter vervanging van wylen
den heer Nicolaï.
De te Tiel met verlof vertoevende kapitein
der infanterie van het Ned. Ind. leger J. D.
Ten Bosch is bevorderd tot majoor.
By beschikking van don minister van
binnenlandscue zaken is bepaald, dat het
schnttelyk gedeelte van het examen ter ver-
kryging der akte van bekwaamheid als hoofd-
onderwijzer of hoofuonderwyzeres voor het
jaar 1S96 zal plaats hebben op 30 Juni e. k.,
dat do mondelinge examens zullen aanvangen
op 17 Juli daaraanvolgende en dat de com-
missièn, met het afnemen dezer examens
belast, zullen zitting houden te Breda, Arnhem,
's Gravenhage, Amsterdam, Leeuwarden e'
Deventer;
en zijn benoemd:
tot lid en voorzitter der commissie t
's-Gravonhage, A. J. Nyland, schoolopzienci
district Utrecht;
tot lid en onder-voorzitter dr. W. F. Vau
Vliet, Jr., leeraar te Delft;
tot leden: L. Gerharat, hoofd te Utrecht;
P. H. Van der Ley, directeur der Rykskweek-
scbool te Haarlem; J. D. De Visser Smits,
directeur eener byzondere kweekschool voor
onderwyzers en onderwyzeressen; H. Eerdbeek,
F. Gediking, IJ. IJkema, hoofden, G. A. Laag
land, onaerwyzer, mej. J. Thomas, leerares
aan een industrieschool voor meisjes, allen te
's-Gravenhagemej. M. G. Kramers, onder-
wyzeres te Rotterdam; H. V. Leopold, E.
Van Eve. diDgen, hoofden te DelfcG. Japikse,
hoofd te Leiden; M. L. Van Gemert, hoofd te
Haarlim;
tot leden-plaatsvervangers: W. Jansen,hoofd
te Utrecht; J. J. Ten Have, hoofd te's-Graven
hage; R. Husen, J. Feringa, C. W. Hoenkamp,
hoofden te Utrecht; dr. J. H. Jennes, leeraar
te RotterdamA. Van de Griendt, hoofd te
Rotterdam.
Op 27 Juni 2al van Amsterdam p?r
„Conrad" een detachement suppletietroepen,
ter sterkte van 5 onderofficieren en 100 kor
poraals sn manschappen, vertrekken, onder
bevel van den van verlof terugkeerenden
majoor der mf. van het Indisch leger J. W. -
Sander* en het meiegeleide van de by dat leger
gedetacheerd wordende 2de luit3. van dat
wapen M. L. De Boer en K. N. Do Bock.
Te Maastricht is, 60 jaar oud, overleden
de hear F. Q. OtterleiD, gep. luit. kol. aer inf.
De 1ste luit W E. Van Eek, gedeta
cheerd by ae Militaire School te Haarlem, is
overgeplaatst van het 1ste by het 4de reg. inf.
De 1ste luit. A L Van Harpen Kufiper,
van het 1ste reg. huzaren, is overgeplaatst
van Deventer naar Amersfoort.
Op de voordracht voor leeraar in de
natuuriyke historie aan do lioogere burger
school te Arnhem is geplaatst dr. A. C.
Oudemans, te Sneek; voor leeraar in do wis
kunde, werktuigkunde en cosmograpbie de
heeren H. W. Speekman, to Gouda, en W.
T. Lindner, te Arnhem.
Naar de „Arnh. Ct." verneemt, heeft de
commissi9 van enquête, benoemd om een
onderzoek in te stellen naar het onderwys
aan de Vrye Universiteit te Amsterdam van
prof. jhr. mr. A. F. De Savornin Lobman, lid
der Tweede Kamer, haar arbeid volbracht.
De commissie concludeert, dat het onderwys
van genoemden hoogleeraar niet is in over
eenstemming met art. 2 der statuten der
Vereeniging van Ilooger Onderwys op Geref.
grondslag in Nederland.
Door de regeering der Fransche Repu-
blirk zyn benoemd in de orde van het Legioen
van Eer: lot commandeur de burgemeester
van Amsterdam, tot ridder de voorzitter der
jury van de tentoonstelling jhr. Den Tex.
In bet jaar 1896 kunnen ter beschikking
van den Gouverneur-Generaal van Neder-
landsch-Indié worden gesteld:
^©uilI©ton.
lilt Let Ottoiuacische Rijk.
i)
Het zooveel gerucht makende proces te
Kaïro tegen de pacha's Ah Scherif en Mehe-
med, alsmede tal van andere aanzienlyke
personen, wegens slavenhandel, heeft voor
eenjgen tyd duidelyk genoeg aangetoond, hoe
het er in dit opzicht in Egypte uitziet.
Iu Turkye is bet niet veel anders. Nog
voor een twintig, dertig jaar had men, even
als in do meeste Turktche steden, ook te
Konstantinopel openlyke slavenmarkten. De
afschiffing had ten doel, aan dezen handel
een einde te maken, maar het gevolg was
slechte, dat de van de markt verjaagde koop
lieden de „waar" naar huis medenamen, om
hun cliènteele daar te bevredigen. Ook open
den zy een aantal café's, zoogenaamde „khans",
waar iedereen toegang had.
Zulke slaven-depöts bevinden zich nu in
Skutari, Tophane en Sultan-Mohemed (wyken
van Konstantinopel) en vooral in de straat
tegenover de Suleiraanye-moskee. Het maga-
zyn van Tophane genoot een byzondere repu
tatie, omdat het alleen de „puikste waar",
de om haar buitengewone schoonheid bo
roemde Circassische vrouwen, bevatte; sedert
een jaar of twaalf evenwel is deze monster
collectie verplaatst naar het middelpunt van
Konstantinopel, dus ver verwyderd van de
Europeesche wyk, en dat, omdat men het
bedenkelyk vond, den handel in de onmiddel-
lyke nabybeid van de vertegenwoordigers der
moderne beschaving voort te zetten.
Evenals de officiëele beurzen worden deze
magazynen op bepaalde uren door de koopers
en verkoopers bezocht, om de menschelyke
waar te bezichtigen en te verhandelen. Men
rookt daar, drinkt er koffie en onderhandelt er
met overleg. Als er een keuze gedaan is, moet
er betaald worden, en het slachtoffer volgt
den nieuwen meester gehoorzaam naar huis.
Naast de bevoorrechte kooplieden houden
veel particuliere personen uit de tweede hand
zich met den slavenhandel bezig. Dit zyn
voornamelyk dames, hoofdzakelyk uit de
hoogere kringen. Zy verschaffen zich kleine
meisjes, die om haar jeugdigen leeftyd goed
koop zyn, om ze later aikwyls voor den tien-
voudigen prys weer te verkoopen. En zooals
een groudige kenner dezer verhoudingen, de
Turksche majoor Asman-bey, aantoont, wordt
die speculatie algemeen toegelaten. De winst
is even groot als de moeite gering is. Een
meisje van zeven a acht jaar met mooie
trekken en een innemende gestalte kost ruim
duizend gulden. Na drie of vier jaren heeft
zy echter een waarde van tienduizend gulden
en meer, zoodat het niet zelden gebeurt,
dat de eigenaressen op de toekomstige
schoonheid van deze of gene favoriete „hypo
theken" nemen en krygen. De verkoop
dezer meisjes geschiedt meestal door vrouwe-
lyke tusschenpersonen; ook laat men ze in
equipages ryden, om door zulk een reclame
koopers te lokken. De hoogste koopprys moet
de som van 15000 gulden slechts by uit
zondering overscbryden.
De verkoop van een mensclielyk wezen
wordt zonder de geringste gewetenswroeging
als een volkomen gerechtvaardigde zaak be
schouwd. Ja, door alle ingewyden wordt de
slaverny zelfs als de hóeksteen van het
sociale en politieke leven der Mohammedanen
beschouwd, als een instelling, die als een
soort van talisman het gebouw der Turksche
heerschappy in Europa, dat eens van de
verovering van Konstantinopel in het jaar
1453 tot de belegering van Weenen in
1683 een zoo schitterende figuur maakte,
nog met moeite in stand houdt. In elk geval
staat de slaverny in het nauwste verband
met de door Mohammed geschapen maat-
schappelyke orde van den Islam.
Het grondbeginsel der Mohammedaansche
maatschappy is de volledige scheiding der
beide geslachten, dat zoo ver gaat, dat
by voorbeeld nu nog het verlangen van een
Muzelman, om zyn verloofde vóór het huwelyk
te willen zien, zoowel voor de bruid als voor
haar familie een beleeciiging zou wezen. Uit
dit grondbeginsel spruiten alle voorschriften
en gebruiken der Korangeloovigen voort.
Evenals elk geslacht zyn afzonderlyke ver
trekken heeft, zoo heeft het ook zyn afzon
derlyke meubelen, bozigheden, bezoeken en
genoegens.
De Muzelman leeft alleen voor zichzelven,
hy bekommert zich niet om het openbare
leven en het algemeen belang. Daarvan leg
gen de verlateD, troostelooze Mohammedaan
sche steden met haar noch geplaveide, noch
verlichte straten het welsprekendste getuige
nis af. De Muzelman leeft alleen voor zyn
familie, voor zyn vrouwen, waarvan de wet
er hem vier rechtmatig toekent. Maar hoe
zou men de meesteressen kunnen opsluiten,
als de dienaressen vry waren? Inderdaad is
de slaverny de voedster van het vrouwen-
verblyf, want zonder slaven zou de oprichting
hiervan materieel onmogelyk zyn. Wie dus
de slaverny mocht opheffen, zou ook dat ver-
biyf uit den weg ruimen en mot deze basis
van het sociale loven der Muzelmannen hun
geheele maatschappeiyke orde. Deze gevolg
trekkingen verklaren gemakkelyk het volhar
dende verzet van Turkye tegen alle hervor
mingspogingen van het overige Europa.
Zonder slaven zou het in het hedendaag-
8cho Turkye niet alleen onmogelyk zyn de
vrouwen in een toestand van algeheele afzon
dering te houden zooals de Koran voor-
scbryft maar ook onmogelyk een huis
houden te voeren. De wet dwingt de vrouwen
een sluier te drageo, en haar geheele ge
stalte, de oogen uitgezonderd, voor de man
nen te verbergen, een regel, die geen onder
scheid tusschen ryken en armen maakt.
Wanneer een Muzelman een vrye dienstbode
tegen loon mocht zoeken en er onder duizen
den een vindeD, die er in toestemde met een
„vreemdeling" in aanraking te komen, dan
zou deze dienstbode zich toch altyd niet van
het hoofd tot de voeten gesluierd vertoonen
of zich verbergen door hem minstens eer
biedig den rug toe te keeren. Met slechts
eDkelen van zulke dienstboden echter zou zyn
huishouden met de gesluierde gestalten en de
vluchtende vrouwen weldra op een gekken
huis gelyken, afgezien hiervan, dat velerlei
dienstverrichtingen in den brandgevaarlijken
suiker levensgevaarlyk zouden zyn. Om alle
ontmoetingen te vermyden, is er voor dan heer
des huizes maar één ruidaelby moat name-
lyk telkens zyn verschyning aankondigen
door met luide stem te roepen: „Wacht u!"
Als hy doze vooizichtigneid niet zou be
trachten, zou geen vryo vrouw in zyn dionsb
blijven.
Bij de slaven ie deze vooizichtigheid even
wel overbodig. D-zen zyn eigendom van den
meester, die hen zien kan hoe en wanneer
hy het verkiest, omdat zy „andersdenken
den" zyn.
De wyze, waarop men zich slaven ver
schafte, was in den goöden ouden tyd zeer
eenvoudig: de Mohammedaansche troepen be
oorloogden de landstreken van Georgië on
HoDgarye, verwoestten de Slavkcho en Oosten-
ryksche provinciën en maakten zich meester
van alle jonge lieden, die zy op hun veroverings
tochten vonden. De scboonsten behielden de
plunderaars, de overigen werden verkocht aan
de „jessirdjis," kooplieden, die zich in grooten
getale in het gevolg dtr troepen bevonden
en in de hoofdplaatsen van het Ryk magazynen
hadden. Geheffe slavenkaravanen gingen
dikwyis naar de hoofdstad, om daar by opbod
verkocht te worden. En daar de slavenhandel
by de wet geoorloofd was, kocht men menscuen
zooals men tabak of koffie kocht. Behalve deze
openbare verkoopingen, werden ook inkoopen
en bestellingen gedaan.
{Slot volgt.)