MENGELWERK. reeds vroeger in Vragen des Tjjds en in liet Handelsblad van 16 Oct. jl. Hy botoogt dat door de voorgestelde regeling niet alleen mis bruiken zullen voorkomen, maar ook bo9htt kiesrecht voor den Raad op losse schroeven wordt gezet door het te verbinden met de betaling in de gemeentebelasting. Zonder dat de Raad eenig misbruik maakt van z\jn recht tot wijziging der verordening zal een aantal kiezers ontstaan, dat van jaar tot jaar verandert en verwisselt. Jarenlang kan men kiezer zijn en toch zonder eenigo aanleiding, in eigen omstandigheden gelegen, worden uitgesloten, hetzij omdat bet bedrag der belasting kan worden vermeerderd, hitzij omdat de bloeiendo toestand dei gemeente eene verlaging van bet individueel© aandeel toeliet. Moet eonig onderscheid worden gemaakt, dan verdient, meent de beer Yan Geer, bet verreweg de voorkeur, om het kiesrecht voor de gemeente verder uit te strekken dan het kiesrecht voor den Staat, aangezien de eorl(jke, maar minder ontwikkelde burger veoleer in ataat geaebt kan worden mee te werken tot de verkiezing in den nauweren kring van do gemeente zijner inwoning, dan in den wijderen van het geheele Rijk. "Wil men eon uitgebreid kiesrecht toekennen voor bet Staatsbestuur, dan bestaat er z. i. geen enkele afdoende reden om het te be perken voor het beheer der gemeente. Veeleer zou by tot het kiezorscbap voor de Volksver tegenwoordiging alleen hen geroepen achten, dia kunnen aantoonen, dat zy het zich voor de gemeente hunner inwoning hebben waardig gemaakt. „Maar afgescheiden van deze utiliteits- gronden, moet het vraagstuk onder deoogen worden gezien. Een eerste eisch voor het kiesrecht is stabiliteit; wordt het in zoover wankelbaar, dat de burger geheel buiten eigen schuld het eene jaar kiezer is voor de gemeente en het volgend jaar weer niet, dat een vermeerdering van zyn gezin hem het kiesrecht kan kosten, dat omgekeerd hetzy de meerderjarigheid of wel de dood zyner kinderen hem het verloren kiesrecht kan teruggeven, dan is eene regeling met zulke gevolgen veroordeeld. „Veel sterker wordt dit, wanneer daarby de invloed van den Raad in rekening wordt gebracht. Door omzetting van den hoofde- ïyken omslag in opcenten op het personeel kan hy honderden kiezers opzy zetten; het zelfde doel kan hy bereiken door de ge meente inkomstenbelasting sterk progressief te maken, en omgekeerd het kiezerspersoneel naar willekeur uitbreiden door den druk der be lasting naar onderen te verplaatsen of wel door de opcenten op Ryksbelastingen zooveel mogeiyk in verhooging van den lioofdeiyken omslag om te zetten." Altijd, welkom. Uit het Fransch van Roger d'Avrecourt. L Om zyn vrouw ©enigszins schadeloos te stel len voor de onaangename ondervindingen, opge daan met do nieuwo meid alléén, had Alphonso Duboquet haar voorgesteld, des Zondags in het restaurant Veaudore te gaan dineeren. Dit extratje, eon dor grootste uitspannin gen, zoo niet d9 grootste, die het echtpaar zich gunde, wa3 niet hoel bezwarend voor hun beurs, daar zy zich met een heel beschei den maaltje tevreden stelden. Reeds eenigon tyd had het bewnatzyn van enkele genoten dinertjes by hun vrienden Bertrand hen gedrukt. Klaploopon wilden zo niet, dus zat er mets anders op dan een dinertje terug te geven. Maar de Bertrands waren by vrienden en familie bekend om hun gezonden eetlust en voor hun vior lango, magere, uit hun kracht gegroeide zoons kon men eenvoudig niet genoeg geven. Mevrouw Duboquet had al eens een paar maal aan mevrouw Bertrand gez gd dat zo maar eens moest komon; zo was altijd welkom en be hoefde het zelfs niet vooruit te laten zeggen. Het was wel niot meer dan een gewone be leefdheidsformule van baar kant maar't klonk in ieder geval heel vriendelyk en gebruik zouden ze er toch niet van maken. H. Mynheer Duboquet was bezig met de schrif ten van zyn leorlingen na to kyken; in do kamer naast de zyne wachtten de knechts en kinderjuffrouwen om de hun toevertrouwde kinderen thuis te brengon. Om zeven uren was de les gedaan en het was nu nog enkele minuten er voor. Mevrouw was zooeven thuisgekomen en had haar hoed en wandeltoilet in het salon gedoponeerd on was, na haastig haar pelg noir te hebben aangetrokken, naar de kouken gegaan om de laatste hand aan het middag maal to leggen. Een pikant sausje moest het overgeschoten koude vleesch van gisteren ©enigszins smakeiyk maken. Er werd gebeld en vol ontzetting hoorde mevrouw Duboquet hoe de dienstbode mevrouw Beltrand in hot salon liet. „Lieve Armando," begon de bezoekster, „ge hebt ons zoo dikwijls geïnviteerd en nu komen we werkeiyk eens van uw vriondeiyk aanbod gebruik makon. Ge moot weten dat ons fornuis gerepareerd wordt, zoodat we vanmiddag niot konden koken. Ik zeide togen my'n man: Armando heeft er zoo op aangedrongen dat wo toch eons zouden komendan is het nu een goede gelegenheid. En vooruit laten zeggon behoefde ook niet, nietwaar „Wel noen, volstrekt niet, alles zonder com plimenten als ge het eenvoudige voor lief wilt nemen. Go treft het al heel slecht," ging ze kleurend voort, om haar wonderlyk toilet op dat uur van den dag to vtrorit schuldigen: „ik ben wat ongesteld, mijn man en ik hobben het beiden wat in de masg", (dit laatste om do schraalheid van het menu te verklaren). „Ik zal het eens oven aan Alphonso gaan zeggenhy zal 't erg aardig vindon, zoo'n verrassing." Met eon zwaai haar kleeron opnemend, di9 zo zoo netjes op de canapé had neorgo3preid, verliet ze do kamor, haar gasten Heen latend. Alphonso was nog steeds b^zig met corii- geeren en keek verbluft op toen zyn vrouw binnenstoof ouder don uitroep: „Zoo'n schan delyke indiscretie I 'tis of zo gek zyn! Zoo maar aan te komen! Hoe durft men! Do B rtrands zio jJ, ze komen hier eten, hun fo nuis i3 stuk! Alle vier zitten ze in ons saloD. Och liove hemel, wat moeten we be ginnen I Het is al veel to laat om nog iets klaar te maken 1" En de arme vrouw moest zich geweld aan- doon om niet in tranen uit te barsten. „Komaan, daarom niet getreurd," sprak manlief bemoedigeud: „wo hebben gelukkig de telephoon nog." „Ja, daar zit veel voedsel in!" „Ik telephoneer dadelyk aan Veaudoré dat hy ons een stuk gebraden vleesch met ge bakken aardappelen zondt. Nu, wat zeg je daarvan? Eenvoudiger kan 't toch al niet." „Best, dan ga ik gauw schoon tafelgood geven, want gisteren heb jy natuurlyk weer jus gestort. Waarom moet je ook* altijd moraon En zonder het antwoord af te wachten, haastte Armande zich naar Marie, die zy dadelyk uitzond om wat gebakjes te gaan halen. Even nog verkleedde zy zich en ging daarna uiterlyk kalm eindelyk weer naar haar gastoD. In dien tyd had Duboquet de juffrouw van do telephoon opgescheld. „No. 78601" „Wat is er van uw dienst?" vroeg een kellner van het restaurant Veaudoré. „Ik ben het, mynheer Duboquet, 320 rue Guyot; ik wilde een diner bestellen voor van avond, verstaat go my?" „Jawel, mynheer." „By my aan huis van acht couverts „Wacht even, mynheer, ik zal het op schrijven Een onderdrukt gelach dead Duboquet orakyken, juist toen een zyner leerlingen leelyke grimassen achter zyn rug maakte. „Laat ik u doen opmerken dat het heel ongemanierd is de tong tegen zyn supérieur uit te steken, en wilt ge het toch doeD, wacht dan tenminste tot go er het recht toe hebt, wat volgens myn inzien nooit is; een kip zonder kop zyt ge, een gans „Een gans, mynheer, zegt u?" „Neen, drie ganzen te geiyk, één is te weinig, daar hebt ge gelyk in; ge bohoord6t eer te zwügen als een karper dan uw leeraar na te praten 1" En zich plotseling den kellner herinnerend, riep hy door de telephoon: „Zyt ge daar nog, kellner?" „Ja, mynheer." „Schrijf dan op: een klein stuk gebraden vlö9sch mot gebakken aardappelen, hebt u hot „Best.mynheer, appelen; afschellen 1" En do kellner had inmiddels opgeschreven acht couverts, tong, hors d'oeuvre, groenten, lof, kip, karpers, drie ganzen, gebraden vleesch, gebakken aardappelen." III. „Een Spirtaansch maal wacht u, onge lukkige," profeteerden Duboquet toen men z.ch aan tafel schikte. Vol verbazing zag hot echtpaar Marie dö groenton op tafel brengen. Alphonso dacht dat zijn vrouw by nader inzien het menu toch te schraal gevondon had en zij meende dat hy haar had willen ver rassen. Men prees de malschheid der groenton en Duboquet maande ieder aan zich toch vooral goed te bedienen. „Nu, uw meid kan heerlyk koken," prees mevrouw Bertrand; „waarlyk niet gewoon." „Och ja, ze kookt heel goed," bevestigde de gastvrouw; „voor zulke eenvoudige luit jas als wy is zy meer dan voldoende. Het is een heele bezuiniging oen meid die zelfs ys en allerlei taarten kan bereiden." Marie bracht achtereenvolgens al de gerech ten op tafel en Armando dacht dat haar echtgenoot stapelgek was geworden. Morgen aan den dag zou zy scheiding aanvragen, hot leek nergens naar, zoo'n uitgebreid menu en dan de volgorde! Vorwoad koek ze hem aan, maar hy scheen zich van geen kwaad be wust; kalm genoot hy van de spyzeD, dio voorgediend werden; klaarblijkelyk zag hy Diet in dat alles niot in don haak was. „Maar, be9te Armande, hoe kunt ge nu zoo voor ons uithalen 1" fleamdo mevrouw Bertrand. „Och „En dri9 ganzen, noen maar, 't is gsen kleinigheid, hos krijgt u die in's hemels naam op met zyn tweeën. Wy zyn met ons zessen en eten altyd van één gans en dan schiet er altyd nog over en ik verzeker u dat myn zoons kunnen eten! Eu dan vertelt ge my nog dat ge 't in uw maag hebtl" „Nu, wo zullen nog zoo eens by u binnen komen vallen", lachte do heer Bertrand; „het is hier een goede tafel, ge neemt het er wel vaü, hoorl" En onder het naar huis gaan merkte mevrouw Bertrand schamner od: „Wat eou manieren 1 Ons willen over bluffen; nu ik zal ze zeker nooit inviteeren, ik bedank er voor zoo belachelyk uit te halen. Wat eon bluf! En hoe vondt je de volgorde van de gerechten? 't Is bespottelyk, ik lach me dood als ik er nog» aan denk!" t> Veertien dagtn lang behoefde Marie niette kokon, al dien tyd strekten do resten van het fa:neus9 diner en Alphonse en Armande bobben al menig koertje hun tong tegen den dokter uitgestoken; hst echtpaar is bang dat zyn rekening lang niet mee zal vallen. Museum van Kunstnijverheid. Do commissie van hot Museum van Kunst- ny verhei! te Ha riem heeft, in navolging van dergdyke inrichtingen in het buitenland, aan genoem 1 Museum eene werkplaats voor do vervaardiging van reproductiên verbonden, waar ten dienste van het teeken- onderwys en aanverwante vakken gipsafgiet sels worden vervaardigd, die tegen billyke pryzen worden afgeleverd. Deze maatregel werd voornameiyk genomen met het doel directeuren van scholen, waar teekenonderwys gegeven wordt, en leeraren, dio met dat onderwys belast zyn, in de ge legenheid te stellen zich van dergelyke, een voudige en tevens artistieke, teekenvoorbeelden, te voorzien, waaraan hier te lande nog steeds behoefte bestaat. De ryke verzameling van het Museum ter beschikking staande, werd tevens het plan op gevat naast genoemde teekenvoorbeelden eene nieuwe serie modellen samen te stellen, die een duidelyk beeld geven van de behandeling der ornamentale vormen, van de vroegste tijd perken der kunstgeschiedenis af tot op onze dagen. Deze modellen kunnen by htt onder wys in de kunstgeschiedenis, alsook voor tee kenstudiën van meer gevorderden, uitmuntende diensten bewyzon. Re'productiën werden vervaardigd van ver schillende decoratieve beeldhouwwerken van oude gebouwen en monumenten hier te lande. Een nieuwe serie modellen, die een geleide- lyken overgang vormen van de blokmodellen tot het omamentteekenen, werd onlangs in gereedheid gebracht. Eene zeer uitgebreide verzameling busten uit het tydperk der Italiaansche Renaissance kan beschikbaar worden gesteld. Reeds werden aan vele inrichtingen gips afgietsels in ruil toegezonden en geleverd. Gemengd Nieuws. De Leidscho Cricket- en footbal- Club „Ajax" speelt morgen in Den Haag haar tweede competitiematch. Het is te hopen, dat zy nu op vyandelyk tsrrein meer succes hecfr, dan de vorige woek op eigen terrein tegen „Amstel C. C." De toestand van den oudminister van oorlog generaal majoor Bergansius, inspec teur van het wapen der artillerie, die te Arn hem overreden werd, is, naar gisternamidd^g uit Den Haag gemeld werd, vrij gunstig. De opper-officisr moet het bed houden t.n gevolge van eenige kwetsuren aan het been en ont vellingen in het aangezicht. [Do luitenant generaal J. W. Bergansius is namelyk Woensdag te Arnhom, alwaar hy voor eene inspectie vertoefde, door een rytuig overreden, waardoor hy bovenvermelde ver wondingen bekwam. De generaal kon, vergezeld van den hem toegevoegden hoofdofficier, per spoor naar 's-Gravenhage terugkeoren, alwaar hy in zyne woning wordt verpleegd], In de zaak van do Holl. IJzeren- Spoorweg-Maatschappy tegen den Staat, be treffende de kosten van verbetering van den spoorwegdyk tusschen Schiedam en Maassluis, concludeerde het Openb. Min. by don Hoogen Raad gisteren, dat dit collega zich onbevoegd zal verklaren van de vordering tot benoeming van scheidslieden kennis to nemen. Uitspraak 19 Juni. Men moldt uit Rotterdam: Nadat de bootwerkers het werk hervat haddon, waarbij zich geen moeilykheden hobbsn voor gedaan, omdat de werkgevers zich houden aan de afspraak, dat geen der staktrs zou wordon afgewezen, was het in onz-» havens, langs de kade en op stroom, een recht levendig gezicht. Zelden zag men zooveel schepen, waar gelost wordt, byeen. De liavenmeoster heeft heelwat moeite gehad om aan al die vaartuigen eone geschikte plaats aan to wyzen. Het getal ertsbooten, die hier liggen, is gering, zoodat do ertswerkers wel spoedig met hun werk gereed zullen zyn. Daar er in de eerste dagen zooveel werk is, zag men niet, als gowoonlyk, tal van sjou werlieden over de leuningen der bruggen hangen. De vreemde werklieden zjjn by na allen weder vertrokken. Daarentegen vonden ook vele Schiedamsche bootwerkers liier werk. De nu vertrokken grenadiers hebben het zich hier aangenaam weten te maken. Reeds den eersten dag van hun verbiyf in het hotel der Ned.-Amerik. Stoom vaartmaatschappy waren de daar vertoevendo landverhuizers hunne gasten by eene voorstelliog, die zy gaven. De voorgenomen inzameling van geldon voor de stakers zal nu veranderd worden in eene voor de kas van den Bootswerkersbond. In do Jacob-Van-Lennep-straat te Amsterdam viel een 3 jarig kind uit een raam. Toen men het opnam, was het reeds dood. In v e r g e vord er den staat van ont binding is aan het strand op Ameland weer een lyk aangespoeld. Binnen weinige dagen is dit nu al het derde lyk. 't Is terstond in de Duinen begraven.Volgens de kloeding waren het allo drie zeelieden. De officier van justitie te Maas tricht verzoekt opsporing, aanhouding en be richt van H. J. G. De Wablen, bijgenaamd „den blauwen", handelaar in paarden, geboren te Lanaeken 16 Dec. 1871, laatst wonende al daar. Deze is veroordeeld 13 Dec. 1895 door het tribunaal van Tongeren tot 6-maal 8 maanden gevangenisstraf, wegens het plegen van valschheid en gebruikmaking van de ver- valschte stukken. Zyne voorloopige aanhouding ter uitlevering aan België is gevraagd. Aan de onderofficieren dor mare chaussees, gestationneord aan de Belgische grenzen, wordt onderwys gegeven, op's Ryks kosten, in de Fransche taal. Opsporing en aanhouding wordt verzocht van F. H. Clasen, veehandelaar, go- boren te Husura, 28 jaren. Hy is, na een som van 90,000 Mark ten nadeele van zyn compagnon C. Heyn te hebben verduisterd en vervalsching van bankbriefjes en koopmans- bosken te hebben gepleegd, sedert 12 April jl. voortvluchtig. Zyn compagnon heeft voor de aanhouding van Clasen eene belooning van 500 Mark uitgeloofd. De Duitsche regeering verzo-kt zyn uitlevering. Te Weenon is een geheele fa- milie waanzinnig geworden. Zoowel de 66-jarige vader, die weduwnaar is, als zyn 25 jarige zoon en drie dochters lyden aan grootheids waanzin. De vader waande zich eigenaar van het huis, waarvan hy een gedeelte bewoonde, en zegde den anderen bewoners de huur op. De zcon werd eenige dagen geleden naar het krankzinnigengesticht gebracht. Toen de vader en zyne dochters uit de woning zouden gezet worden, vielen zy, met byien gewapend, den deurwaarder en zyn helpers aan en ver wondden deze. De brandweer en de geheime politie mossten er by te pas komen om hen te overweldigen. Zy werden naar een psychia trische kliniek gebracht en daar bevonden Hjdende te zyn aan grootheidswaanzin. Het geval, dat groot opzien baart, is door den beroemden psychiater KrafftEoing op zyn college besproken. Hy noemde het geval der familie Zabransky eene hooge zeldzaam heid, daar de wetenschap tot nog toe slechts enkele gevallen kent, waarin psychische be smetting zich op een, hoogstens twee personen voordeed. Blykbaar is hier een suggestieve invloed in het spel. De vader is waarschyn- lyk door nood en ellende tot den staat van grootheidswaanzin vervallen. De kinderen, dio gewend waren hun vader in alles te volgen en all-s wat hun vader deed goed en edel te vinden, werden van dezelfde waanzinnige ideeën vervuld. De zoon is lydende aan gods dienstwaanzin. Reeds eenmaal werd hy wegens verstoring eener godsdienstoefening in psychi atrische observatie genomen, doch na korten tyd werd hy woder ontslagen, daar hy tot het inzicht van zijn waanzin-ideeën gekomen was. Doch kort daarop kwam hy weer terug op de psychiatrische kliniek, en by verklaarde toen last te hobben ontvaDgcn om in de kliniek een onderzoek in to stellen; hy noemde zich vrymetselaar, socialist enz. en gaf zich allerlei namen. Do man werd in een gekkenhuis op gesloten, waar hy zich thans nog bevindt. Deze zoon schynt de eerste geesteskranke in de familie te zyn. Nu houdt de vader alles wat zyn zoon gezegd heeft voor waar en noemt die opsluiting een wederrechteiyke daad. Hy lydt, behalve aan grootheidswaanzin, bovendien aan vervolgingswaanzin. Uren lang hield by tegenover zyn dochter redevoerin gen over het hem aangedane onrecht. De cirie dochters, netto, fatsoenlijke meisjes, zyn door dezelfde ideeën aangetast. Den eige naar van het huis, waarin zy wonen, noemen zy haar bro9der. Do oudste acht zich prinses en gelooft, evenals de valer, alles wat haar broeder heeft beweerd. Zy spreekt van hem, wegons zyn hooge afkomst, als van „myn heer myn broeder" en heeft geon anderen wensch dan om dezen, die machtige vijanden heeft, welko hem in het gekkenhuis opgesio ten hebben, te bezoeken. Buitendien lydt ook zy aan vervolgingswaanzin. De twoede dochter houdt zichzelve voor een Poolsche gravin, op gezag van haar broe der „die altyd de waarheid spreekt." Zy be weert hare ouders niet te kennen, doch is vast overtuigd, dat deze haar eenmaal zullen komen halen. By de jongste dochter vertoonden zich doze zelfde verschynselen in nog hoogeren graad. Zy schynt, ovenals haar broeder, raeds ge- ruimen tyd abnormaal te zyn en, evenals deze, haar vader en de beid® andere zusters met haar ideeën te hebban aangestoken. Zy waar^t zich oen Spaansohe gravin uit het huis Braganza. Professor Krafft Ebing hoopt, dat do vader binnen korten tyd geheel hersteld zal zyn. Do beide oudste dochters kunnen misschien ..TTTTjpj ook nog herstellen, maar voor de jongst* wyst de diagnose volslagen krankzinnigheid aan. Onder het opschrift: „Oprecht gemeend" vindt men te Amsterdam in een der daar verschynende bladen do volgende advor- tentie: Een fats., net Jongm., van netto famili?, 28 j., wenscht in kennis te komen mot een jong, liefst gebrekkig of ongelukkig Meisje met eenig fortuin, wier leven bepaald oplettendheid en eene liefderyke verzorging eischt, om later na wederzydsch goedvinden een Huwelyk aan te gaan, enz., enz. Voor de arrondissemonts-recht- bank te Heerenveen stond Donderdag terecht do onderwyzor J. De V., die onlangs uit zyne betrekking te Beets werd. ontslageq wegens herhaalde dronkenschap. Hem werd ten laste 'gelegd, dat hy in eene vergadering der werkstakers te Beets den burgemeester van Opsterland heeft beleedigd door de woorden: „De burgemeester van Opsterland „heeft verleden jaar f 300 verhooging ge kregen. Hy zuipt zich altyd dronken, en „als hy dronken naar huis toe gaat, dan „ziet de politie hem niet. Hem moet den „kop worden ingedrukt." Het O. M. eischte 14 dagen gevangenisstraf. INGEZONDEN. Meneer de Redacteur Ondanks het feit, dat Uw blad er meestal als de kippen b\) is, wanneer het oen nieuwtje geldt, heb ik daarin nog geen meloing gemaakt gezien noch in een ander blad van een voorval, dat m. i. „den omvang van een ge beurtenis aanneemt" (C. B. Huet). Te Alftn en Zoetorwoude werd my namelyk medegedeeld, dat op 19 dezer aldaar den Hoo gen Rytfdyk passeerde: „een gewoon per sonen-rijtuig (koets), door stoom gedreven, „dat ruim de snelheid bereikte van een hard „dravend paard, van onderen aan de achter- „zyde den uitgewerkten stoom liet ontsnappen „en een ratelend geluid maakte." De zegslieden waren geen technici; het is dus zeer mogelyk, dat de omschryving van dezen nieuwen concurrent der familie paard heel onjuist is, doch kan verbeterd worden door eeu Uwer lezers, die daarmede dan waarschijnlijk vele belangstellenden evenzeer zal verplichten als Leiden, Uw Dw. 21 Mei 1896. Masque de [er. [Wy kunnen den inzender gedeelteiyk reeds inlichten. Het paardelooze rijtuig, waario vier personen gezeten waren, passeerde ook hier eenige straten, o. a. de Ho gewoerd en do Breestraat, en wordt voortbewogen door een petroleummotor. Een dergtlyk voertuig heeft zich eenigen tyd geleden al in verschillende andere plaatsen vertoond, zoodat het eigenlykc nieuwe er reeds af is. Red.]. Geachte Heer Redacteurl Wees zoo goed het volgende in het „Leidsel Dagblad" óp te nemen. Toen ik, bewoner van Zoetorwoude, gister namiddag te halfzes langs den Vliet wandelde* my verlustigende in den, althans voor my, zeldzaam schoonen aanblik, dien de goed onderhouden en wèlaangelegde buitenplaats naby Wouterenbrug, ondanks het sombere weder, my aanbood, ontdekte myn oog daar tevens iets, dat mij minder aangenaam stemde eu waarvan ik my verplicht reken hier mel ding te maken. Het feit, dat my hinderde, was dit: de knecht (zooals my later bleek) van den zoo- genoemden „vuilnisman" van Zoeterwoude wi:rp, toen hy door den Vliet in de richting van dc Naakte Sluis voer, het vry omvangryke „restje" vuil, dat in zyn schuit lag en dat zeer geschikt tot stoffeering of opbouw van een mestvaalt had kunnen dienen, by gedeelten over boord in het heldere water. Het vuil zonk gedeeltelyk en bleef voor een ander doel geruimen ty l op hot water dry'ven. Ik vraag: Waartoe dat? Geschiedde dat in onnoozelheid of uit moedwil? En ik kan niet nalaten den wensch neer te schryven, dat bedoeld jongmensch, zoo hy zich na het lezen dezer regelen andermaal aan dat euvel schuldig maakt, alsdan betrapt moge worden door iemand, die méér kan doen, dan verrieden zooals de inzender van dit stuk had kunnen d09n. Er wordt zóó nauwkeurig gelet op laden en lossen langs de Nieuwe Vaart, tot bang wordens tos zelfs voor menigeen, die daar mede goen nadeel zou toebrengen, dat het lossen van vuil door iemand, die ons en onze omgeving van vuil ganschelyk moest bo- vryden, in een anders rein water, ten krach tigste moet verboden worden. Da patroon (pachter van do Zosterwoudsche vuilnis, die steeds getrouw zyn plichten verT vult, beginne met eon berisping! O. ILïCHTfS'ÏISa&H.'ffJB. Resultaten der waarnemingen aan de Gasfabriek WEEK van 3—9 Mei. Dalum. Uur Aantal. Gem. Eng. Standk. 3 Mei 4 5 6 7 8 n 9 7.— 8.45 7.9.- 7.— 9-- 7.8.45 7.9-— 7.9.— 7.9.- 7 8 7 8 7 8 8 16.8 16.8 16.4 16.6 16.4 16.C 16.6 Dit beteekeat: Wanneer men 5 cubic fcofc =141.® liters per uur van zulle gas verbrandt in eon Sugg's London-Argand-St&ndard burner No. 1, met 21 gaatje*, wordt een licht verkregen, dat in sterkte gelijk staat-, met 16.8, IC.8 enz. Staudaardkaarsen, waarvan elka kaara 20 grains 7.8 grammen Spormacoti per uoi verbrandt.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1896 | | pagina 6