N°. 11112.
Maandag IS Mei
A0.1896
t§eze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van (Zon- en feestdagen, uitgegeven.
Dit nommer bestaat uit DRIE
Bladen.
Leiden, 16 ]üei.
Feuilleton.
De arme schrijnwerker.
LEIDSCH
DAG-BLAD.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 3 maanden. 1.10.
Franco per post-ï 1.40.
Afzonderlijke Nommers 0.05.
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 1-6 regels f 1.05. Iedere regel meer f 0.17£. Grootore
letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad
wordt- f 0.05 berekend.
Eersle Blad.
Ofücicele Konuisgcvingen.
Burg. on Wetba. van Lisse maken bekend, dat de
jaarlijkecbo oefening met de brandspuiten zal ge
houden worden op Dinedag 2G Mei a. u., dea namid
dags te 6 uren.
By de in het kantoor van „De Woning
gids", Boommarkt No. 11 alhier, door den
heer N. De Zwart gehouden aanbesteding
van het inwendig verbouwen van een perceel
in de Doelensteeg No. 12, werden 10 biljetten
ingeleverdde hoogste inscbry ving was 1880,
de laagste 1588, nl. van de beeren Gebrs.
Couvée, te Leiden, aan wie het werk gegund is.
Gedurende de 2de helft der maand April
zyn aan het postkantoor alhier bezorgd de
volgende brieven, welke, door onbekendheid der
geadresseerden, niet besteld konden worden:
M. Reuvekamp Gille, wed. Grüntke, C. Kuyper
Ebbenhout, H. J. v. Houte, L. Engelscbman,
Amsterdam; P. De Graaf, A. Dortmond,
's-Gravonhage; wed. Voerman, Den Ham; C.
Hazenjager, Utrecht; S. Kallï, De Weer.
Briefkaarten: H. Trompert, 's-Gravenhage;
J. W. Hoogenbc-rg, Lviden; J. Schoeree, Rot
terdam, en v. Ravesteü'n, niet vermeld.
Tot groote blijdschap van aeRynsburg-
sche inmakers van gezouten groenten, zyn
twee commiezen van Oegstgeest naar Ryns-
fcurg overgeplaatst. Hiermee is aan een9 reeds
lang gevoelde behoefte te gomost gekomen.
De keuring van paarden van Rykswege
zal den 23sten Mei te Rynsburg plaats vinden.
Het aantal te keuren paarden is 45.
Ds. Kropveld, van Driesum, heeft het
beroep naar de Geref. kerk te Waddingsveen
aangenomen.
Mej. V. Hymans heeft 15 Mei hare
tydelyke betrekking als onderwyzeres aan de
openbare school D te Waddingsveen aanvaard.
De rekening over 1S95 van den Googer
polder, te Alkemade, is vastgesteld: aan in
komsten op 3979.53s, aan uitgaven op
3765.165, batig slot ƒ214.37;
de begrooting voor 1S96 aan inkomsten op
1747.37, aan uitgaven op 1747, batig
slot ƒ0.37;
de omslag voor 1896 op ƒ5 per Hectare.
Tot lid van het bestuur word herkozen de
heer H. Van der Salm, te Oude-Wetering.
De herstemming voor een hoofd-iogeland-
plaatsvervanger in het 6de district van Ryn-
land zal te Lisse gehouden worden op Don
derdag 21 Mei a. s., van 11 tot 3 uren, ten
huize van den heer P. C. Van Vryberghe de
Coningh.
Tot bestuurslid van den Meyepolder,
gemeente Bodegrave, is herkozen de heer
J. Bunnik Jz.
By de verkiezing voor een lid van den
gemeenteraad te Wassenaar z\jn uitgebracht
248 btemmen, waarvan 7 van onwaarde. De
heer J. Ruygrok verkreeg 133 stemmen en
is dus gekozen. Verder verkregen deheeren:
C. Mansvelt 95, A. Knynenburg 7, R. baron
Van Zuylen van Nyevelt 2 stemmen; F. Van
Praag 1, J. Van Leeuwen 1, W. Vogels Jzn.
1 en T. Van Vliet 1 stem.
Men schryft ons: Hot was op Hemel
vaartsdag, dat 1300 leden van het Neder-
landsch Jongelingsverbond zich te Deventer
vereenigden in de „Groote Sociëteit." Den
avond te voren waren er reods enkele vóór
vergaderingen gehouden. Deze „Bondsdag"
nu, zooals die genoemd wordt, is uitstekend
geslaagd.
't Was een prettig gezicht, de 1300 jonge
menschen byeen te zien, luisterende naar de
woorden der wysheid, die gesproken werden,
de liedereh, die door eon gemengd koor ge
zongen, of de marschen, die door een muziek
corps, afdeeling der Ellecomscho Vereeniging,
geblazen werden.
De vergadering werd door den Voorzitter,
den heer Hoogenbirk, uit Amsterdam, geopend,
waarna hy de aanwezigen, op de hem eigen
pittige wyze, welkom heette.
Veel goeds werd er gehoordgeen wanklank
is vernomen; de heeren referenten, die op 't
gebied der Cbr. Jongellngs-vereeniging de
sporen hebben verdiend, kweten zich mees
terlijk van hunne taak.
De heer Schmall nl., van Voorburg, stelde
op uitnemende wyze 't vormend doel der
Jongelingsvereeniging ons voor oogen, doch
stelde voorop, dat dit niet 't hoofddoel mag
zyn; terwyl de heer Beekman, uit Utrecht,
ons schetste, welk nut de Bondsdag opleveren
kan en moet, zal 't go9d zyn.
Ook uit Duitschland was belangstelling
betoond. Er bevond zich toch ter vergadering
een vertegenwoordiger van het Internationaal
Verbond, die o. a. mededeelde, dat daarby
aangesloten zijn l'/i millioen leden, in 5500
Vereenigingen, uit 23 landen, waarvan Neder
land bybrengt, de by 't Nederlandsch Jonge
lingsverbond aangesloten afdeelingen, 250,
met 700 leden'.
Het verslag van den secretaris wees op
grooten vooruitgang, op inwendigen bloei, dat
van den penningmeester was bevredigend.
Meer geld kon ook voor deze zaak uitste
kend gebruikt worden.
Om drie uren, na afloop der vergadering,
werd eene gemeenschappelyke wandeltocht
ondernomen, terwyl om hal/zes een honderdtal
leden en afgevaardigden, nevens het hoofd
bestuur, zich vereenigde aan een gemeen
schappelyke tafel.
Des avonds was er nog byeenkomst in de
kerk, waar dr. F. Los, lid van het hoofd
bestuur, ds. Van Paassen, uit Meppel, en
ds. Scheps, Ger. pred. te Deventer, voorgingen,
wier redevoeringen, ondanks de doorgemaakte
vermoeienissen, met onverdeelde aandacht
werden gevolgd.
Hiermede was de Bondsdag afgeloopen;
ongetwijfeld heeft hy voor Deventer vooral
groote vruchten afgeworpen, en ieder, die er
geweest is, heeft er iets goeds van mede
kunnen nemen.
Tot predikant by de Ned.-Herv. gem.
te 's Gravenhage is beroepen ds. L. W.
Bakhuizen van den Brink, te Joure.
Aan het eind-examen, dat van 15 tot
27 Juni a. s. by de 1ste Afdeeling der
Krygsschool (applicatieschool) te Breda, door
eene commissie oncer voorzitterschap van
genoraal Borel, inspecteur van het militair
onderwys, zal worden afgenomen, zullen de
navermelde 2de luits. deelnemen. Van de
artillerie hier te lande: K. J. M. Brevet, J.
A3. Palairet Hooglandt, C. L. Fondu, S. H. F.
Hofman, B. J. Dommers en J. U. H. Feikema;
van de genie hior te lande: A. Gobée,
H. H. E. R. Westenberg, F. T. Jannette
Walen, C. J. A. Reigersman, M. Raaymakers
en H. Walaardt Sacré; van de artillerie in
O. I.H. J. D. De Fremery, W. H. C. Holle,
W. A. Blitz, N. G. J. E. Rückert, A. R. T.
Bouman, H. C. J. Smeets, J. J. F. A. Beunk,
H. Korremans, O. Fükri, G. J. Voorwyk, J.
Schultz en R. Van Eek; van de genie in
O.-I.: H. Van Tongeren, F. Van Erp en P.
Van Drimmelen.
Hr. Ms. fregat „Koningin Emma der
Nederlanden", wordt uit dienst gesteld tot het
ondergaan van de noodigo herstellingen.
In het hotel „den Ouden Doelen", te
's Gravenhage, zyn afgestapt: Graaf J. De
Brian, commandant van een der Portugeesche
oorlogsschepen, van Lissabon, en Graaf De
Lalaing met gevolg, van Brussel.
Door de Regeering is wederom uitstel
verleend, ditmaal tot 1 Aug. a. s., voor de
storting van het waarborgkapitaal van den
ontworpen spoorweg Gouda - Schoonhoven.
Door de architecten Van der Steur en
Van den Arend is bij den gemeenteraad van
Haarlem concessie gevraagd voor een elec-
trische tram naar Zandvoort.
Jbr. mr. F. P. Van der Hoeven, Hr. Ms.
buitengewoon gezant en gevolmachtigd minis
ter bij het Oostenryksche hof, en jor. mr.
A. J. Van Citters, gezantschaps secretaris te
Weenen, die onze Regeering vertegenwoor
digden by do Milenniumfoesten te Buda-Pesth,
zyn weder op hun post teruggekeerd.
Dezer dagen heeft de te Brussel ver
gaderd geweest zynde internationale confe
rentie tot vaststelling van een uniforme wyze
van meting van schepen voor de binnen-
scheepvaart waarop vertegenwoordigd waren
Nederland, België, Frankrijk en Duitschland
hare werkzaamheden ten einde gebracht.
Met voldoening kan worden geconstateerd,
dat als grondslag der nieuwe regeling is aan
genomen het thans twee jartn geleien vast
gesteld Nederlandsch reglement betreffende
de scheepvaart op den Ryn. De eer van het
gelukken der conferentie komt derhalve toe
zoowel aan België, dat in deze het initiatief
heeft genomen, als aan ons land, wiens werk
op dit gebied door de conferentie is bekrachtigd.
Vermeld mag hierbij worden, dat zoowel
de Fransche als de Duitsche afgevaardigden
het hunne er toe hebben bygedragen om de
pogingen van hunne Belgische en Nederland
sch e collega's tot een goed c-inde te doen
komen.
Het practisch resultaat van het werk der
conferentie is, dat voortaan slechts één model
voor d9 scheepsmetingbewyzen zal worden
aangenomen. Elk eer betrokken landen zal
de bevoegdheid hebben processen-verbaal af
te geven, geldende ook in de andere contrac-
teerende landen.
In de aldus afgegeven certificaten zullen
handel en ny verheid een zoodanige zekerheid
vinden, dat zy daarop volkomen zullen kunnen
vertrouwen, voor het gewicht der lading,
waardoor elke naweging onnoodig wordt.
De Vereeniging van Burgerlijke Inge
nieurs heeft, naar aanleiding van het onlangs
door den minister van binnenlandsche zaken
aanhangig gemaakt ontwerp van wet tot
wyziging van het bestuur der Polytechnische
School, hare bedenking tegen dit wetsontwerp
in een adres aan de Tweede Kamer ontwikkeld.
Mocht tot de instelling van een Curatorium
aan de Polytechnische School worden besloten,
dan verzoekt de Vereeniging om bet ingediende
wetsontwerp althans in dier voege te wyzigen:
lo. dat het Curatorium niet worde belast
met het bestuur der school, maar optrede
als een college van toezicht en van advies;
2o. dat aan gemeld college by de wet de
opdracht worde verstrekt om in overleg met
het bestuur der Polytechnische School zoo
spoedig mogelyk voorstellen te doen, welke
kunnen leiden tot eene volledige wettelyke
reorganisatie van het hooger technisch onder
wys;
3o. dat het bestuur der Polytechnische
School worde geregeld in verband met de
instelling van afdeelingen met zelfstandig
bestuur.
De heeren Kreeft en Buderman te Am
sterdam deelen aan de „Tel." mede, dat zy
wegens de geringe belangstelling in hun
onderneming genoodzaakt zyn, het tooneel- en
operette gezelschap finaal te ontbinden.
Dr. F. W. Merens, em.-predikant by de
Ned.-Herv. gemeente te Utrecht, is gisteren
overleden. Vooral in kerkelyke en philantro-
pische kringen zal het verlies van dezen trou
wens algemeen geachten waardigen mede
burger diep worden gevoeld.
Voor de 1°. Juli a. s. vacant wordende
betrekking van ontvanger der gemeente Schie
dam hebben zich aangemeld 30 sollicitanten,
waaronder burgemeesters, ontvangers en
officieren.
Te Rysenburg is gisternacht plotseling
overleden Franciscus Petrus Van de Burgt,
huisprelaat van Paus Leo XIII, vicaris
generaal van het aartsbisdom, proost van het
Metropolitaan-kapittel, president van het Semi
narie Rysenburg.
De minister van koloniën maakt bekend,
dat óén jongmensch, met diploma van het
examen B, genoemd in artikel 65 der wet
van 2 Mei 1863 (Nederlandsch Staatsblad
No. 50), in opleiding kan worden genomen
voor de betrekking van ingenieur by hot myn-
wezen in NederlaAxisch-Indiö.
Aanmelding vóór 30 Juni a. 8. by gezegeld
adres by het Departement van Koloniën.
Men zie verder de Staats-Crt. van heden.
Te Goor is in 79-jarigen ouderdom
overleden de gepens. generaal "V. A. Beek,
oud-kolonel, plaatselyk commandant te Am
sterdam en oud-rmlitiöcommissaris in de pro
vincie Friesland.
De firma C. L. Van Langenhuysen,
R.-K. boekhandel, (eigenaar de heer Jan F. M.
Sterck) te Amsterdam, vierde gisteren haar
70 jarig bestaan.
Dit feit werd Donderdag tusschen den
patroon en het personeel huishoudelyk her
dacht.
In het feesteiyk versierde kantoor of studie-
vortrok van den patroon werd dezen door
het personeel een fraai album aangeboden,
vermeldende na een Merlykgecalligrapheerde
opdracht. de data en fasta der firma, on do
namen der schenkers. Onder deze laatston
verdienen byzo'ftder vermelding de heer Kreyts,
cie meer dan 46 jaar, en de heer Wellman,
die bijna 54 jaar by genoemde firma werk
zaam zyn.
De firma v. L. is sedert het verschynen
van „De Tyd" daar ter stede, dus 50 jaar,
uitgeefster van dat dagblad.
Te dezer gelegenheid werd de heer Jan
F. M. Sterck en door Z. H. den Paus h< r.oernd
tot ridder in de Orde van den H. Gr^ orius
den Grooten. Ook deden vele vrienden van de
firma en haar chefs van hunne belangstelling
blyken.
De minister van binnenlandsche zaken
brengt ter kennis van belanghebbenden, dat
met 1 September 1896 te vervullen is do
betrekking van leeraar de Indische Staats
instellingen, de Indische land- en \olken-
kunde en in do Maleische taal. Jaarwedde
2000. Zy, die voor deze betrekking in aan
merking wenschen te komen, gelieven zich
vóór 28 Mei aan te melden by den inspec
teur van het middelbaar onderwys F. B. Löhnis,
te 's Gravenhage. (Sts. C:.)
De Staatscommissie, belast met h6t
afnemen van het examen, bedoeld by art. 11
dor wet op hot notarisambt, zal hare zittin
gen houden in het Gebouw voor Kunsten en
Wetenschappen, Zwarteweg No. 7 te 's Graven
hage, op Woensdag 1 Juli e. k. en volgende
dagen, des voormiddags te 10 uren.
Hun, die wenschen tot het examen te wor
den toegelaten, wordt herinnerd dat zy zich
ten minste veertien dagen vóór den aanvang
daarvan moeten aanmelden by den voorzitter
der commissie, mr. A. Telders, met opgaaf
of zy zich aan bet geheele examen dan wel
slechts aan óón of meer gedeelten wenschen to
onderwerpen en onder overlegging van hun
geboorteakte.
De verzoekschriften moeten op zegel gesteld
zyn. Van de ontvangst zal aan de belang
hebbenden vóór den aanvang der zittingen
worden kennis gegeven.
Aan de „Prov Gr. Crt." wordt gemeld,
dat er bij de departementen van w., h. en n.
en van financiën een wetsontwerp in bewer
king is, strekkende tot verzekering van don
aanlog van den Noord Ooster Locaal spoorwegt
De Oostenryksche gezant by ons Hofv
graaf Ockolycsanyi, begaf zich hedenochtend
andermaal van Den Haag naar HoDgarye tel
by woning van de begrafenis van een zyner
familieleden.
De luitenant-generaal Bergansius, inspec
teur der artillerie, bezocht heden het corps
rydende artillerie te Arnhem.
3)
Het gerecht verzuimde niet, zich de denk
beelden van den keursiyvenmaker en diens
huisgenooten nopens dit voorval te doen
modedeolen. Alvorens ik ook myn lezers
bekend maak met de opmerkingen van deze
lieden, wil ik tot recht verstand er van iets
zeggen van de plaatselyke gelegenheid van
des goudsmids werkplaats.
Dat vertrek was het benedengedeelte van
een afzonderlyk achterhuis, door een niet zeer
groote binnenplaats en bleek afgescheiden van
het eigenlyke huis van den keursiyvenmaker
en met twee ramen uitziende op die plaats,
gemeenschappelyk met een binnenkamer van
den huisheer, zoodat deze, wanneer de ramen
open waren, desnoods van uit zyn voorvertrek
kon zien wat er in de werkplaats van den
goudsmid omging. Daarenboven had dit achter
huis twee verschillende uitgangen, waarvan
de eene de gemeenschap met het huis onder
hield, komende men door den anderen van
achteren in een belendende straat.
De keursiyvenmaker, diens vrouw en do
knecht verhaalden, hetgeen zy naderhand met
een beëedigdo verklaring bevestigden, dat
te halfzeven, de gewone klok vaD den avond
echafttyd, de weesjongen, die by Wilhelm in
de leer was, don winkel verlaten had en,
daar hy voor de vrouw des huizes een bood
schap in zyn weg zou waarnemen, de voor
deur was uitgegaan. Alle drie stomden hierin
met elkander volkomen overeen, dat na het
vertrek van den loei jongen Diet alleen het
licht in de werkplaats was biyven branden,
maar dat zy bovendien herhaalde malen het
hadden zien vorplaatsen en by tusschenpoozen
den werk hamer hadden hooren gaan. Uit dat
alles leidden zy af, dat, nadat de leerjongen was
vertrokken, een derde met Wilhelm in diens
werkplaats moest zyn geweest, die voorzeker,
dachten zy, was binnengekomen en uitgegaan
door de bewuste achterdeur, welke gewoonlyk
slechts op de klink of aan stond.
Het gerucht van dit voorval, dat zich intus-
schen als een loopend vuur door de stad had
verspreid, bracht, ofschoon het reeds laat in
den avond werd, een menigte nieuwsgierigen
voor het huis van den keursiyvenmaker byeen.
Onder dezen wilde er een kort te voren iemand
de achterdeur hebben zien uitkomen; wie
echter die persoon geweest was, wist hy niet
juist te zeggen, daar hy voorgaf, niet byzonder
acht op dien man te hebben geslagen. Deze
onvolledige aanduiding aanvankelyk niets
afdoende, werd het gerecht te rade, zyn
maatregelen tot onderzoek zonder vertraging
voort te zotten. Diensvolgens begaf zich een
commissaris, vergezeld door een der regenten
van het weeshuis, naar dat gesticht, ten einde
te vernemen of ook Willems leerjongen zou
kunnen opgeven, wie na hem met zyn baas
in de werkplaats was gebleven. De jongen,
uit zyn eersten slaap gewekt, van het voorval
niet do minste bewustheid dragende en op
een zoo ontydig uur nog in de kamer van
icgenten ontboden wordende, kwam, niet
wetende waar het eind aan vast was, vry
onthutst te voorschyn.
De jongen, omtrent het punt in geschil
ondervraagd, zeide, dat wel dien avond twee
lieden achtereenvolgens by den baas geweest,
doch beiden, vóór by den winkel veiliet, ook
weder vertrokken waren, zynde de een z'yns
meesters landsman, de schryn^verker, geweest,
die reeds te zes uren den winkel verlaten
had, en de ander een Israëliet, die in goud
en parelen handelde, voor wien zyn meester
wel eens werkte; deze wa3 daarna gekomen,
doch ook spoedig weder heengegaan, terwyl
zyn meester, toen hy naar huis giDg, alleen
op den winkel gebleven was. Het bleef dus
nog onbekend, hoe de goudsmid aan zyn einde
was gekomen.
Ik vind niet bepaald aangeteekend, wat
don rechter aanleiding gaf om den volgenden
nacht de inhechtenisneming van zekeren
persoon to gelasten. Waarschynlyk, dat er
een bedekte aanduiding heeft plaats gehad
van den kant der twee lieden, die zich daarna
als getuigen in de nu volgende rechtzaak
deden kennen, en die wellicht onder beding
van geheimhouding den rechter op dit spoor
hebben gebracht. Hoe het zy, de volgende
dag vond Johan den schrynwerker in ver
zekerde bewaring.
Met niet weinig bovreemding vernam elk
des ochtends by het ontwaken dit zich ras
verspreidende Dieuws. Niemand had in Johan
d9n dader van het feit vermoed, ook niet
kunnen vermoeden, daar deze algemeen bekend
stond als de boezemvriend des verslagenen.
Daarenboven werden bu nog byzonderheden
bekend, welke sommigen op het vermoeden
brachten, of wellicht deze inhechtenisneming
ook een looze maatregel was. En waarlyk,
dit vermoeden was niet zoo geheel ongegrond,
wanneer men hoorde wat er al verspreid werd.
Zoo getuigde byvoorboeld do gerechts
beambte, die by do arrestatie tegenwoordig
was geweest, dat Joban by de komst van
het gerecht reed8 te bed wa3 en gerust sliep,
dat hy zich onbekommerd had laten wekken,
zonder de minste ontsteltenis te doen blyken
de aanzegging had vernomen en den gerechts
persoon bedaard was gevolgd. De slaapstee
houder, by wien Johan thuis lag, verhaalde
dat zyn kostganger juist aan het avondeten
zat, toen hem het ongeval van zyn vriend
ter ooren kwam, op hot hooren van welk
treurig nieuws hy natuurlyk ontsteld was
en had gevraagd, of dan de dader geheel
onbekend was, waarna hy was opgestaan en
zich begeven had naar de plaats van het
voorval; dat hy eenigen tijd daarna was terug
gekomen, zeggende het ongelukkig lyk van
zyn vriend reeds niet meer gevonden te
hebben, waarvan hy aan den eenen kant geen
spyt had, daar zyn aandoening hem by het
gezicht daarvan zou hebben overweldigd. Ook
stemde hiermede overeen het verhaal van
den keursiyvenmaker.
Even nadat, zoo luidde dit, op last van
het gerecht het lyk des verslagenen van daar
was weggehaald, had Johan zich doen aan
melden. Hy had met alle teekenen van een
smartelyke aandoening het gebeurde hooren
verhalen en ten slotte den lieden des huizes
to-gevoegd: „Gy hebt een braven huisgenoot
verloren, en ik mis een trouwen vriend. Maar
boe goed is het, dat Dientju (de dochter des
huizes, die juist uit de stad was) hier niet
is! "Welk een schrik als zy verneemt, hoe
ongelukkig onze "Wilhelm aan zyn einde is
gekomen!"
Des morgens werd Johan verhoord. Hy
legde een gerustheid aan den dag, welke men
van iemand in zijn omstandigheden niet ver
wacht had. Al zfin antwoorden duidden klaar
heid en oprechtheid aan. Eindelyk was men
gevorderd tot de vraag, of hij niet den vorigen
avond to halfacht was gekomen uit het achter
huis, waarin de verslagene zyn werkplaats
hield, gaande door de deur, die in de T straat
uitkwam, waarop door hem een ontkennend
antwoord werd gegeven, niettegenstaande tweo
burgerlieden, die in genoemde straat tegen
over dat achterhuis woonachtig waren, hem
in persoon toevoegden, dat zy beiden,
omstreeks dien tyd op hun stoep zynde, hem
die deur hadden zien uitkomen en zyn weg
met verhaasten tred vervolgen. De rechter
vroeg derhalve, waar hy zich dan op dat uur
had bevonden.
„Hy was," zeide Johan, „to halfacht reeds
een geruimen tyd in zyn kosthuis gowoest,
kunnende dit zya huiswaard en een zyher
medekoatgangers getuigeD, als zynde hy toen
met dezen in gesprek geweest." Hiermede
werd dit verhoor voor geëindigd gehouden,
terwijl de huiswaard, benevens de kostganger,
door Johan opgenoemd, vanwege het gorecht
ter raadkamer werden ontboden.
Wordt vervolgd).