N°. 11112. Maandag IS Mei A0.1896 t§eze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven. Dit nommer bestaat uit DRIE Bladen. Leiden, 16 ]üei. Feuilleton. De arme schrijnwerker. LEIDSCH DAG-BLAD. PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 3 maanden. 1.10. Franco per post-ï 1.40. Afzonderlijke Nommers 0.05. PRIJS DER ADVERTENTIËN: Van 1-6 regels f 1.05. Iedere regel meer f 0.17£. Grootore letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad wordt- f 0.05 berekend. Eersle Blad. Ofücicele Konuisgcvingen. Burg. on Wetba. van Lisse maken bekend, dat de jaarlijkecbo oefening met de brandspuiten zal ge houden worden op Dinedag 2G Mei a. u., dea namid dags te 6 uren. By de in het kantoor van „De Woning gids", Boommarkt No. 11 alhier, door den heer N. De Zwart gehouden aanbesteding van het inwendig verbouwen van een perceel in de Doelensteeg No. 12, werden 10 biljetten ingeleverdde hoogste inscbry ving was 1880, de laagste 1588, nl. van de beeren Gebrs. Couvée, te Leiden, aan wie het werk gegund is. Gedurende de 2de helft der maand April zyn aan het postkantoor alhier bezorgd de volgende brieven, welke, door onbekendheid der geadresseerden, niet besteld konden worden: M. Reuvekamp Gille, wed. Grüntke, C. Kuyper Ebbenhout, H. J. v. Houte, L. Engelscbman, Amsterdam; P. De Graaf, A. Dortmond, 's-Gravonhage; wed. Voerman, Den Ham; C. Hazenjager, Utrecht; S. Kallï, De Weer. Briefkaarten: H. Trompert, 's-Gravenhage; J. W. Hoogenbc-rg, Lviden; J. Schoeree, Rot terdam, en v. Ravesteü'n, niet vermeld. Tot groote blijdschap van aeRynsburg- sche inmakers van gezouten groenten, zyn twee commiezen van Oegstgeest naar Ryns- fcurg overgeplaatst. Hiermee is aan een9 reeds lang gevoelde behoefte te gomost gekomen. De keuring van paarden van Rykswege zal den 23sten Mei te Rynsburg plaats vinden. Het aantal te keuren paarden is 45. Ds. Kropveld, van Driesum, heeft het beroep naar de Geref. kerk te Waddingsveen aangenomen. Mej. V. Hymans heeft 15 Mei hare tydelyke betrekking als onderwyzeres aan de openbare school D te Waddingsveen aanvaard. De rekening over 1S95 van den Googer polder, te Alkemade, is vastgesteld: aan in komsten op 3979.53s, aan uitgaven op 3765.165, batig slot ƒ214.37; de begrooting voor 1S96 aan inkomsten op 1747.37, aan uitgaven op 1747, batig slot ƒ0.37; de omslag voor 1896 op ƒ5 per Hectare. Tot lid van het bestuur word herkozen de heer H. Van der Salm, te Oude-Wetering. De herstemming voor een hoofd-iogeland- plaatsvervanger in het 6de district van Ryn- land zal te Lisse gehouden worden op Don derdag 21 Mei a. s., van 11 tot 3 uren, ten huize van den heer P. C. Van Vryberghe de Coningh. Tot bestuurslid van den Meyepolder, gemeente Bodegrave, is herkozen de heer J. Bunnik Jz. By de verkiezing voor een lid van den gemeenteraad te Wassenaar z\jn uitgebracht 248 btemmen, waarvan 7 van onwaarde. De heer J. Ruygrok verkreeg 133 stemmen en is dus gekozen. Verder verkregen deheeren: C. Mansvelt 95, A. Knynenburg 7, R. baron Van Zuylen van Nyevelt 2 stemmen; F. Van Praag 1, J. Van Leeuwen 1, W. Vogels Jzn. 1 en T. Van Vliet 1 stem. Men schryft ons: Hot was op Hemel vaartsdag, dat 1300 leden van het Neder- landsch Jongelingsverbond zich te Deventer vereenigden in de „Groote Sociëteit." Den avond te voren waren er reods enkele vóór vergaderingen gehouden. Deze „Bondsdag" nu, zooals die genoemd wordt, is uitstekend geslaagd. 't Was een prettig gezicht, de 1300 jonge menschen byeen te zien, luisterende naar de woorden der wysheid, die gesproken werden, de liedereh, die door eon gemengd koor ge zongen, of de marschen, die door een muziek corps, afdeeling der Ellecomscho Vereeniging, geblazen werden. De vergadering werd door den Voorzitter, den heer Hoogenbirk, uit Amsterdam, geopend, waarna hy de aanwezigen, op de hem eigen pittige wyze, welkom heette. Veel goeds werd er gehoordgeen wanklank is vernomen; de heeren referenten, die op 't gebied der Cbr. Jongellngs-vereeniging de sporen hebben verdiend, kweten zich mees terlijk van hunne taak. De heer Schmall nl., van Voorburg, stelde op uitnemende wyze 't vormend doel der Jongelingsvereeniging ons voor oogen, doch stelde voorop, dat dit niet 't hoofddoel mag zyn; terwyl de heer Beekman, uit Utrecht, ons schetste, welk nut de Bondsdag opleveren kan en moet, zal 't go9d zyn. Ook uit Duitschland was belangstelling betoond. Er bevond zich toch ter vergadering een vertegenwoordiger van het Internationaal Verbond, die o. a. mededeelde, dat daarby aangesloten zijn l'/i millioen leden, in 5500 Vereenigingen, uit 23 landen, waarvan Neder land bybrengt, de by 't Nederlandsch Jonge lingsverbond aangesloten afdeelingen, 250, met 700 leden'. Het verslag van den secretaris wees op grooten vooruitgang, op inwendigen bloei, dat van den penningmeester was bevredigend. Meer geld kon ook voor deze zaak uitste kend gebruikt worden. Om drie uren, na afloop der vergadering, werd eene gemeenschappelyke wandeltocht ondernomen, terwyl om hal/zes een honderdtal leden en afgevaardigden, nevens het hoofd bestuur, zich vereenigde aan een gemeen schappelyke tafel. Des avonds was er nog byeenkomst in de kerk, waar dr. F. Los, lid van het hoofd bestuur, ds. Van Paassen, uit Meppel, en ds. Scheps, Ger. pred. te Deventer, voorgingen, wier redevoeringen, ondanks de doorgemaakte vermoeienissen, met onverdeelde aandacht werden gevolgd. Hiermede was de Bondsdag afgeloopen; ongetwijfeld heeft hy voor Deventer vooral groote vruchten afgeworpen, en ieder, die er geweest is, heeft er iets goeds van mede kunnen nemen. Tot predikant by de Ned.-Herv. gem. te 's Gravenhage is beroepen ds. L. W. Bakhuizen van den Brink, te Joure. Aan het eind-examen, dat van 15 tot 27 Juni a. s. by de 1ste Afdeeling der Krygsschool (applicatieschool) te Breda, door eene commissie oncer voorzitterschap van genoraal Borel, inspecteur van het militair onderwys, zal worden afgenomen, zullen de navermelde 2de luits. deelnemen. Van de artillerie hier te lande: K. J. M. Brevet, J. A3. Palairet Hooglandt, C. L. Fondu, S. H. F. Hofman, B. J. Dommers en J. U. H. Feikema; van de genie hior te lande: A. Gobée, H. H. E. R. Westenberg, F. T. Jannette Walen, C. J. A. Reigersman, M. Raaymakers en H. Walaardt Sacré; van de artillerie in O. I.H. J. D. De Fremery, W. H. C. Holle, W. A. Blitz, N. G. J. E. Rückert, A. R. T. Bouman, H. C. J. Smeets, J. J. F. A. Beunk, H. Korremans, O. Fükri, G. J. Voorwyk, J. Schultz en R. Van Eek; van de genie in O.-I.: H. Van Tongeren, F. Van Erp en P. Van Drimmelen. Hr. Ms. fregat „Koningin Emma der Nederlanden", wordt uit dienst gesteld tot het ondergaan van de noodigo herstellingen. In het hotel „den Ouden Doelen", te 's Gravenhage, zyn afgestapt: Graaf J. De Brian, commandant van een der Portugeesche oorlogsschepen, van Lissabon, en Graaf De Lalaing met gevolg, van Brussel. Door de Regeering is wederom uitstel verleend, ditmaal tot 1 Aug. a. s., voor de storting van het waarborgkapitaal van den ontworpen spoorweg Gouda - Schoonhoven. Door de architecten Van der Steur en Van den Arend is bij den gemeenteraad van Haarlem concessie gevraagd voor een elec- trische tram naar Zandvoort. Jbr. mr. F. P. Van der Hoeven, Hr. Ms. buitengewoon gezant en gevolmachtigd minis ter bij het Oostenryksche hof, en jor. mr. A. J. Van Citters, gezantschaps secretaris te Weenen, die onze Regeering vertegenwoor digden by do Milenniumfoesten te Buda-Pesth, zyn weder op hun post teruggekeerd. Dezer dagen heeft de te Brussel ver gaderd geweest zynde internationale confe rentie tot vaststelling van een uniforme wyze van meting van schepen voor de binnen- scheepvaart waarop vertegenwoordigd waren Nederland, België, Frankrijk en Duitschland hare werkzaamheden ten einde gebracht. Met voldoening kan worden geconstateerd, dat als grondslag der nieuwe regeling is aan genomen het thans twee jartn geleien vast gesteld Nederlandsch reglement betreffende de scheepvaart op den Ryn. De eer van het gelukken der conferentie komt derhalve toe zoowel aan België, dat in deze het initiatief heeft genomen, als aan ons land, wiens werk op dit gebied door de conferentie is bekrachtigd. Vermeld mag hierbij worden, dat zoowel de Fransche als de Duitsche afgevaardigden het hunne er toe hebben bygedragen om de pogingen van hunne Belgische en Nederland sch e collega's tot een goed c-inde te doen komen. Het practisch resultaat van het werk der conferentie is, dat voortaan slechts één model voor d9 scheepsmetingbewyzen zal worden aangenomen. Elk eer betrokken landen zal de bevoegdheid hebben processen-verbaal af te geven, geldende ook in de andere contrac- teerende landen. In de aldus afgegeven certificaten zullen handel en ny verheid een zoodanige zekerheid vinden, dat zy daarop volkomen zullen kunnen vertrouwen, voor het gewicht der lading, waardoor elke naweging onnoodig wordt. De Vereeniging van Burgerlijke Inge nieurs heeft, naar aanleiding van het onlangs door den minister van binnenlandsche zaken aanhangig gemaakt ontwerp van wet tot wyziging van het bestuur der Polytechnische School, hare bedenking tegen dit wetsontwerp in een adres aan de Tweede Kamer ontwikkeld. Mocht tot de instelling van een Curatorium aan de Polytechnische School worden besloten, dan verzoekt de Vereeniging om bet ingediende wetsontwerp althans in dier voege te wyzigen: lo. dat het Curatorium niet worde belast met het bestuur der school, maar optrede als een college van toezicht en van advies; 2o. dat aan gemeld college by de wet de opdracht worde verstrekt om in overleg met het bestuur der Polytechnische School zoo spoedig mogelyk voorstellen te doen, welke kunnen leiden tot eene volledige wettelyke reorganisatie van het hooger technisch onder wys; 3o. dat het bestuur der Polytechnische School worde geregeld in verband met de instelling van afdeelingen met zelfstandig bestuur. De heeren Kreeft en Buderman te Am sterdam deelen aan de „Tel." mede, dat zy wegens de geringe belangstelling in hun onderneming genoodzaakt zyn, het tooneel- en operette gezelschap finaal te ontbinden. Dr. F. W. Merens, em.-predikant by de Ned.-Herv. gemeente te Utrecht, is gisteren overleden. Vooral in kerkelyke en philantro- pische kringen zal het verlies van dezen trou wens algemeen geachten waardigen mede burger diep worden gevoeld. Voor de 1°. Juli a. s. vacant wordende betrekking van ontvanger der gemeente Schie dam hebben zich aangemeld 30 sollicitanten, waaronder burgemeesters, ontvangers en officieren. Te Rysenburg is gisternacht plotseling overleden Franciscus Petrus Van de Burgt, huisprelaat van Paus Leo XIII, vicaris generaal van het aartsbisdom, proost van het Metropolitaan-kapittel, president van het Semi narie Rysenburg. De minister van koloniën maakt bekend, dat óén jongmensch, met diploma van het examen B, genoemd in artikel 65 der wet van 2 Mei 1863 (Nederlandsch Staatsblad No. 50), in opleiding kan worden genomen voor de betrekking van ingenieur by hot myn- wezen in NederlaAxisch-Indiö. Aanmelding vóór 30 Juni a. 8. by gezegeld adres by het Departement van Koloniën. Men zie verder de Staats-Crt. van heden. Te Goor is in 79-jarigen ouderdom overleden de gepens. generaal "V. A. Beek, oud-kolonel, plaatselyk commandant te Am sterdam en oud-rmlitiöcommissaris in de pro vincie Friesland. De firma C. L. Van Langenhuysen, R.-K. boekhandel, (eigenaar de heer Jan F. M. Sterck) te Amsterdam, vierde gisteren haar 70 jarig bestaan. Dit feit werd Donderdag tusschen den patroon en het personeel huishoudelyk her dacht. In het feesteiyk versierde kantoor of studie- vortrok van den patroon werd dezen door het personeel een fraai album aangeboden, vermeldende na een Merlykgecalligrapheerde opdracht. de data en fasta der firma, on do namen der schenkers. Onder deze laatston verdienen byzo'ftder vermelding de heer Kreyts, cie meer dan 46 jaar, en de heer Wellman, die bijna 54 jaar by genoemde firma werk zaam zyn. De firma v. L. is sedert het verschynen van „De Tyd" daar ter stede, dus 50 jaar, uitgeefster van dat dagblad. Te dezer gelegenheid werd de heer Jan F. M. Sterck en door Z. H. den Paus h< r.oernd tot ridder in de Orde van den H. Gr^ orius den Grooten. Ook deden vele vrienden van de firma en haar chefs van hunne belangstelling blyken. De minister van binnenlandsche zaken brengt ter kennis van belanghebbenden, dat met 1 September 1896 te vervullen is do betrekking van leeraar de Indische Staats instellingen, de Indische land- en \olken- kunde en in do Maleische taal. Jaarwedde 2000. Zy, die voor deze betrekking in aan merking wenschen te komen, gelieven zich vóór 28 Mei aan te melden by den inspec teur van het middelbaar onderwys F. B. Löhnis, te 's Gravenhage. (Sts. C:.) De Staatscommissie, belast met h6t afnemen van het examen, bedoeld by art. 11 dor wet op hot notarisambt, zal hare zittin gen houden in het Gebouw voor Kunsten en Wetenschappen, Zwarteweg No. 7 te 's Graven hage, op Woensdag 1 Juli e. k. en volgende dagen, des voormiddags te 10 uren. Hun, die wenschen tot het examen te wor den toegelaten, wordt herinnerd dat zy zich ten minste veertien dagen vóór den aanvang daarvan moeten aanmelden by den voorzitter der commissie, mr. A. Telders, met opgaaf of zy zich aan bet geheele examen dan wel slechts aan óón of meer gedeelten wenschen to onderwerpen en onder overlegging van hun geboorteakte. De verzoekschriften moeten op zegel gesteld zyn. Van de ontvangst zal aan de belang hebbenden vóór den aanvang der zittingen worden kennis gegeven. Aan de „Prov Gr. Crt." wordt gemeld, dat er bij de departementen van w., h. en n. en van financiën een wetsontwerp in bewer king is, strekkende tot verzekering van don aanlog van den Noord Ooster Locaal spoorwegt De Oostenryksche gezant by ons Hofv graaf Ockolycsanyi, begaf zich hedenochtend andermaal van Den Haag naar HoDgarye tel by woning van de begrafenis van een zyner familieleden. De luitenant-generaal Bergansius, inspec teur der artillerie, bezocht heden het corps rydende artillerie te Arnhem. 3) Het gerecht verzuimde niet, zich de denk beelden van den keursiyvenmaker en diens huisgenooten nopens dit voorval te doen modedeolen. Alvorens ik ook myn lezers bekend maak met de opmerkingen van deze lieden, wil ik tot recht verstand er van iets zeggen van de plaatselyke gelegenheid van des goudsmids werkplaats. Dat vertrek was het benedengedeelte van een afzonderlyk achterhuis, door een niet zeer groote binnenplaats en bleek afgescheiden van het eigenlyke huis van den keursiyvenmaker en met twee ramen uitziende op die plaats, gemeenschappelyk met een binnenkamer van den huisheer, zoodat deze, wanneer de ramen open waren, desnoods van uit zyn voorvertrek kon zien wat er in de werkplaats van den goudsmid omging. Daarenboven had dit achter huis twee verschillende uitgangen, waarvan de eene de gemeenschap met het huis onder hield, komende men door den anderen van achteren in een belendende straat. De keursiyvenmaker, diens vrouw en do knecht verhaalden, hetgeen zy naderhand met een beëedigdo verklaring bevestigden, dat te halfzeven, de gewone klok vaD den avond echafttyd, de weesjongen, die by Wilhelm in de leer was, don winkel verlaten had en, daar hy voor de vrouw des huizes een bood schap in zyn weg zou waarnemen, de voor deur was uitgegaan. Alle drie stomden hierin met elkander volkomen overeen, dat na het vertrek van den loei jongen Diet alleen het licht in de werkplaats was biyven branden, maar dat zy bovendien herhaalde malen het hadden zien vorplaatsen en by tusschenpoozen den werk hamer hadden hooren gaan. Uit dat alles leidden zy af, dat, nadat de leerjongen was vertrokken, een derde met Wilhelm in diens werkplaats moest zyn geweest, die voorzeker, dachten zy, was binnengekomen en uitgegaan door de bewuste achterdeur, welke gewoonlyk slechts op de klink of aan stond. Het gerucht van dit voorval, dat zich intus- schen als een loopend vuur door de stad had verspreid, bracht, ofschoon het reeds laat in den avond werd, een menigte nieuwsgierigen voor het huis van den keursiyvenmaker byeen. Onder dezen wilde er een kort te voren iemand de achterdeur hebben zien uitkomen; wie echter die persoon geweest was, wist hy niet juist te zeggen, daar hy voorgaf, niet byzonder acht op dien man te hebben geslagen. Deze onvolledige aanduiding aanvankelyk niets afdoende, werd het gerecht te rade, zyn maatregelen tot onderzoek zonder vertraging voort te zotten. Diensvolgens begaf zich een commissaris, vergezeld door een der regenten van het weeshuis, naar dat gesticht, ten einde te vernemen of ook Willems leerjongen zou kunnen opgeven, wie na hem met zyn baas in de werkplaats was gebleven. De jongen, uit zyn eersten slaap gewekt, van het voorval niet do minste bewustheid dragende en op een zoo ontydig uur nog in de kamer van icgenten ontboden wordende, kwam, niet wetende waar het eind aan vast was, vry onthutst te voorschyn. De jongen, omtrent het punt in geschil ondervraagd, zeide, dat wel dien avond twee lieden achtereenvolgens by den baas geweest, doch beiden, vóór by den winkel veiliet, ook weder vertrokken waren, zynde de een z'yns meesters landsman, de schryn^verker, geweest, die reeds te zes uren den winkel verlaten had, en de ander een Israëliet, die in goud en parelen handelde, voor wien zyn meester wel eens werkte; deze wa3 daarna gekomen, doch ook spoedig weder heengegaan, terwyl zyn meester, toen hy naar huis giDg, alleen op den winkel gebleven was. Het bleef dus nog onbekend, hoe de goudsmid aan zyn einde was gekomen. Ik vind niet bepaald aangeteekend, wat don rechter aanleiding gaf om den volgenden nacht de inhechtenisneming van zekeren persoon to gelasten. Waarschynlyk, dat er een bedekte aanduiding heeft plaats gehad van den kant der twee lieden, die zich daarna als getuigen in de nu volgende rechtzaak deden kennen, en die wellicht onder beding van geheimhouding den rechter op dit spoor hebben gebracht. Hoe het zy, de volgende dag vond Johan den schrynwerker in ver zekerde bewaring. Met niet weinig bovreemding vernam elk des ochtends by het ontwaken dit zich ras verspreidende Dieuws. Niemand had in Johan d9n dader van het feit vermoed, ook niet kunnen vermoeden, daar deze algemeen bekend stond als de boezemvriend des verslagenen. Daarenboven werden bu nog byzonderheden bekend, welke sommigen op het vermoeden brachten, of wellicht deze inhechtenisneming ook een looze maatregel was. En waarlyk, dit vermoeden was niet zoo geheel ongegrond, wanneer men hoorde wat er al verspreid werd. Zoo getuigde byvoorboeld do gerechts beambte, die by do arrestatie tegenwoordig was geweest, dat Joban by de komst van het gerecht reed8 te bed wa3 en gerust sliep, dat hy zich onbekommerd had laten wekken, zonder de minste ontsteltenis te doen blyken de aanzegging had vernomen en den gerechts persoon bedaard was gevolgd. De slaapstee houder, by wien Johan thuis lag, verhaalde dat zyn kostganger juist aan het avondeten zat, toen hem het ongeval van zyn vriend ter ooren kwam, op hot hooren van welk treurig nieuws hy natuurlyk ontsteld was en had gevraagd, of dan de dader geheel onbekend was, waarna hy was opgestaan en zich begeven had naar de plaats van het voorval; dat hy eenigen tijd daarna was terug gekomen, zeggende het ongelukkig lyk van zyn vriend reeds niet meer gevonden te hebben, waarvan hy aan den eenen kant geen spyt had, daar zyn aandoening hem by het gezicht daarvan zou hebben overweldigd. Ook stemde hiermede overeen het verhaal van den keursiyvenmaker. Even nadat, zoo luidde dit, op last van het gerecht het lyk des verslagenen van daar was weggehaald, had Johan zich doen aan melden. Hy had met alle teekenen van een smartelyke aandoening het gebeurde hooren verhalen en ten slotte den lieden des huizes to-gevoegd: „Gy hebt een braven huisgenoot verloren, en ik mis een trouwen vriend. Maar boe goed is het, dat Dientju (de dochter des huizes, die juist uit de stad was) hier niet is! "Welk een schrik als zy verneemt, hoe ongelukkig onze "Wilhelm aan zyn einde is gekomen!" Des morgens werd Johan verhoord. Hy legde een gerustheid aan den dag, welke men van iemand in zijn omstandigheden niet ver wacht had. Al zfin antwoorden duidden klaar heid en oprechtheid aan. Eindelyk was men gevorderd tot de vraag, of hij niet den vorigen avond to halfacht was gekomen uit het achter huis, waarin de verslagene zyn werkplaats hield, gaande door de deur, die in de T straat uitkwam, waarop door hem een ontkennend antwoord werd gegeven, niettegenstaande tweo burgerlieden, die in genoemde straat tegen over dat achterhuis woonachtig waren, hem in persoon toevoegden, dat zy beiden, omstreeks dien tyd op hun stoep zynde, hem die deur hadden zien uitkomen en zyn weg met verhaasten tred vervolgen. De rechter vroeg derhalve, waar hy zich dan op dat uur had bevonden. „Hy was," zeide Johan, „to halfacht reeds een geruimen tyd in zyn kosthuis gowoest, kunnende dit zya huiswaard en een zyher medekoatgangers getuigeD, als zynde hy toen met dezen in gesprek geweest." Hiermede werd dit verhoor voor geëindigd gehouden, terwijl de huiswaard, benevens de kostganger, door Johan opgenoemd, vanwege het gorecht ter raadkamer werden ontboden. Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1896 | | pagina 1