Wij ontvangen dagelijks nieuwe zendingen Mantels, H. 1. Koningin f illieluiina, PIANO'S. Orgels. G. C. BENDER, STOUT LAGER Hotel DO MN, Katwi ast Zoo. Vollenhoven's Vollenhoïen's »c Heer H. H, JUYi\ML, H. C. MEERBURG M. Pz., mm® m GEZUSTERS TEN RAA, EET NIEUWE PORTRET Firma C. KOOYKER, Nieuwe [lijn 16. Hoogcwocrd 20. H. KEEREWEER, voor liet rcstaurccren eu bcklecdcn van Aalmarkt 16. Leiden. iBBHgMMaHBBBB 1 Leiden, Opgericht 1850. Amsterdam, pip*5* Eenige weinig gebruikte Instrumenten tegen zeer voordeelige prijzen voorhanden. ai—aaa»BBBgBB8ia Feuilleton. Het Eau d'Amérique van BOLLINGER meest versterkende drank. beste Bier voor dagelijksch gebruik. I. P. RIEBEL, Boommarkt. W. J. VAN H0Q6ERW0U ZONEN, HIYH.LS. GEBRs. SCHLATHANN. Doctor in de Taal- en Letterkunde van dc-n Oost Indischon Archipel, stelt zyne vrye uren ter beschikking voor het geven van Privaat lessen fln de Malelsclie en «lavaanschc talen. Leiden, Witte Singel 24. 3443 8 Nog 4 Hamers in 't Hotel en 2 Appar tementen der Villa's voor het geheelo seizoen TE HUUR. Voorts togen verminderd tarief Kamers en Appartementen tot 10 a 20 Juli en van af 10 en 24 Augustus te huur. Restaurant geopend. By voorafbestelling Diners verkrijgbaar. 2913 11 A. VAN LEEUWEN. van vervaardigd door den Heer KAMEKE, is weldra in verschillende poses en formaten voorhanden bij de Bestellingen worden thans reeds aangenomen, om by uitgave direct te worden uitgevoerd. 3468 17 INRICHTING 1200 10 BILJARTEN. Zeer billijke prijzen!!! Nedcrl. Kacnollet- cn Koolzuur-Jlaat'i., Rotterdam. 2241 2 5 Agent de Heer «T. P. X^IEÏ3EïL? Leiden. Breestr.iat 134, leidon, koopt en verkoopt Effecten, wisselt Coupons, vreemd Bank papier en vreemd Geld. Geeft en neemt Geld op Prolongatie. Incasseert Wissels cn <&«!tantiën op KBinncn- cn Buitenland, tegen zeer billijk tarief. 169 12 ssa BagggHaBW n-mr,«rei Hoogewoerd 90. Damrak 74. Uitgebreide sorleermg Pianino's, Vleugels, Amcrikaansclie Orgels uit de 1ste fabrieken. -Matige prijzen Garantie Catalogi gratis. 3407 75 Fabriekmatige inrichting voor reparation. Stemmen, verhuren, ruilen. De koetsier Jakob. Slot.) Dat helsche plan was reeds aanvankelijk tot rijpheid gekomen blijkens de brandstoffen, welke mon hier en daar verspreid vond, toen het eerst uitlekte. Dadelijk wist men zich van al de bewerkers van dat gruwzaam komplot *Te verzekeren; aan het hoofd daarvan bevon den zich de drie overgeblevenen der bende van den Wilden Zwaab. Zy waren het, die dat duivelachtig opzet gesmeed; zij waren hot, die als hoofdaanleggers do overige deel- genooten er in betrokken hadden! Thans werden zij andermaal voor de recht bank van schepenen van A. terechtgesteld; doch thans ook zouden zy aan de doodstraf niet ontkomen! Hun bloedig opzet, reeds aanvankelijk ton uitvoer gebracht, behoefde geen bewijs; allen bekenden het gruwelstuk, in de hoop van daardoor een genadige straf to zullen erlangen. Weldra was hun proces opgemaakt: de drie hoofdaanleggers werden veroordeeld om levend geradbraakt to worden, terwijl zes dor medeplichtigen tot do galg en acht van hen tot het ondergaan van ver schillende andere straffen verwezen werden. Eenigo dagen vóór do voltrekking der vreeselyke strafoefening deod één der drie tot het rad veroordeelden den rechters verzoeken, nog eens tot een afzonderlijk verhoor te worden toegelaten; hy verklaarde een geheim te zullen openbaren van het uiterste gewicht. Ziehier, waarop z|jn verklaring ongeveer neerkwam „Zoo moet my dan toch nu het lot treffen," zeide hy, „dat ik vóór negen jaren reeds verdiend had te ondergaan. Ik zie te goed, dat hier aan het ontkomen van de doodstraf niet meer to denken is; daarom wil ik heden openbaron wat ik reeds vóór twee jaren, by myn eerste gevangenneming, aan het licht had moeten brengen. Myn geweten spoorde mi) toenmaals daartoe wel aan; maar toen ik vernam, dat alleen onze aanvoerder, de Wilde Zwaab, met vier onzer liedon ter dood veroordeeld was, en ik met myn twee overige makkers er het leven zou af brengen, schrikte de vrees voor de doodstraf my daarvan af. Ik zat tegelijk met eon man in het tucht huis, die daar sinds negen jaren zit en er zich onschuldig bevindt. Men zal zich den koetsier van burgemeester Van L. en het geval met Fdon zadelmaker, horinneren. Die man was onschuldig aan dat ongeval: ik was de moordenaar van F. 1 Echter-God weet het! werd die moord meer gedwongen, dan wel voorbedachtelyk door my geploegd. Tot die misdaad, om welke ik toenmaals wel niet door rechtshanden gestraft werd, maar zondor welke het nooit zoo vor met m|j zou gekomen zijn, kwam ik op de volgende wijze „Toen ik, lang voordat ik Rauss on zijn komplot leerde kennen, nog op den schryn- werkerswinkel het eerlijk stukje brood ver diende, word ik op zekeren morgen met mijn maats aan het huis geroepen, dat burgemeester Van L. verlaten had, alwaar wy by het inpakken on verhuizon van eenige gladhouten meubelen de hand moesten leenen. Daar ik waande, dat het huis geheel ledig stond, bekoorde my dezo gelegenheid zóó sterk, dat ik besloot my stil te verschuilen en in het ledige huis achter te blyvon, om my met alles, wat daar nog van myn gading was, zonder gevaar van ontdekking te kunnen vorrykenmaar daar ik begreep, dat mijn maats my straks missen zouden on dit opzien baren moest, gebruikte ik een list en wendde voor, my eensklaps zeer ongesteld te gevoelen. De kunstgreep gelukte my, men ried my nu vanzelf aan, dat ik my naar huis zou begeven; ik deed alsof ik my verwyderen ging, maar keerde werkelijk in het geheim terug en wist my op een klein, donker portaal verborgen to houden. „Toen allen vertrokken waren, kwam ik uit myn schuilhoek te voorschyn; maar tot mijn bittere teleurstelling zag ik my aan- vankolyk in myn plan bedrogen. Ik vond van boven tot benedon al de kamers stevig ge sloten; ook de huisdeur vóór aan de straat, alsmede de uitgang naar een binnenplaats, waren op het nachtslot; alleen de kouken bleef my over; daar besloot ik dus den nacht af te wachten, alsdan te beproeven of ik de gesloten kamerdeuren kon openen en mij vervolgens door een der zyramen aan de straat een weg uit het huis te banen. Met dat voornemen bleef ik met ongeduld den volgen den nacht verbeiden. Myn voorgevoel zeide my toen reeds, dat het niet goed met dit waagstuk zou afloopen; maar ik sloeg die geheime waarschuwingen in den wind en hield dit alles voor louter uitwerkselen van myn angstige onzekerheid. „Op het onverwachtst hoorde ik met het vallen van den avond de huisdeur opensluiten en menschen in huis komen, die zich naar de keuken begaven, waar ik my op dat oogenblik bovond. Wat zou ik doen? Ik zat deerlijk in het nauw; nergens kon ik heen, nergens was een uitgang voor my. In myn verlegenheid opende ik een deur in de kouken en bevond my terstond in oen berg plaats van turf; het zware lood deed de dour achter my dichtvallen en ik vond tot myn blydschap in het ruime turf hok plaats genoeg om my aan het oog der binnenkomendon te onttrekken. „In myn schuilhoek hoorde ik de binnen- gekomenen zich aan don haard plaatsen. Ik onderscheidde duideiyk aan hun stemmen don koetsier en dén stalknecht, maar wie de derde man was, kon ik niet bergrypendiens stem was my onbekend. Ik hoorde hen ver volgens kaartspelen en ook een hevige woordenwisseling tusschen hen ontstaan, dia echter weldra weder gesust werd. „Omstreeks hot midden van den avond hoorde ik één van hen het gezelschap ver laten, kort daarna een ander. En nu volgde er een doodsche stilte. Nu en dan slechts bemerkte ik door eenige beweging, dat er zich nog iemand in de keuken moest bevinden. Opeens gaat de deur van myn schuilplaats open en ik zie een man eenigo turven krijgen. Of de angst, welke my benauwde en luide deed ademhalen, my aan hem ver raadde, dan of zijn blik tot my doordrong, weet ik niet, althans ik werd ontdekt. „Als weerloos kwam ik uit myn schuilhoek voor den dag; de vrees deed my den moed geheel verliezen; de schrik had my als ver lamd; ik smeekte den man by alles, wat my lief was, dat hy my toch niet ongelukkig zou maken door - my in handen van het gerecht over te levorenik wilde my stil uit de voeten makenmet korte woorden bekende ik hem, hoe ik daar gekomen was, en smeekte hem my, zonder gerucht te maken, te laten ontsnappen. Ach! had de onverbiddelijke man my toenmaals gespaard en my met een ernstige waarschuwing laten vertrekken, wel licht had het mislukken van dezen myn eersten stap tot do misdaad my op het spoor der deugd teruggevoerd! Dan, by wilde naar niets hooren; zijn bedreiging, dat ik den dans naar het schavot niet ontspringen zou, deed myn vrees toenemen. „In zyn zucht om my in het verderf to storten, vatte hy my by de keel en slourde my in het midden van de keuken. Mijn angst deed mij al myn krachten verzamelen om uit zyn banden te gerakener ontstond oen hevige worsteling. Myn party was oneindig veel sterker dan ik. Reeds verbeeldde ik my een derde te hooren naderen; de doodsangst deed my hot uiterste wagen. Toevallig ont moet myn oog een mos, dat op de tafel ligt; ik gryp dit tot myn verdediging; de onbe- zonnone laat echter niet af. In angstige vertwyfeling waag ik het toe te stooten en de ongelukkige manstort voor myn voeten neder! „Myn eerste gedachte was- hoe te ont komen'? Ijlings vluchtte ik de keuken uit; in myn vaart stiet ik tegen een stoel en wierp eenige flesschen omver, terwyl de kaars, welke tegelyk van de tafel viel, uit ging, zoodat ik my in eon volslagen duisternis bevond. Bliksemsnel liep ik naar de huisdeur; tot mijn geluk was die slechts op het gewone slot, de sleutel stak er van binnen in; bsvende draaide ik het slot orn, de deur ging open, ik wierp ze werktuiglyk achter my is het beste, goedkoopste en gemakke lijkste middel om het grijs geworden ltaar de natuurlijke kleur terug to gevenmen bevochtigt bet haar slechts drie- of viermaal met een sponsje, het vlekt de handen of het linnen niet en de flacon kost maar één Gulden. Het is thans te verkrygen by den Heer C. "WAGENAAR Jr., Drogist* Nieuwe Ryn by de Korenbeurs. 4552 11 Hoofdagent te Leiden Eenlg vertegenwoordiger voor LeSden en ©instreken. 712 TELEPHOONNUMMER 122. N.B. Het Extra-Stout wordt onvorvalscht afgetapt in fl. van 8 en in l/% fl. van 4 maatjes. Een Agentuur voor Leiden en Omstreken VAN te BOKSTEL, Fabrikanten van Linoens, Feilen en Damasten Tafelgoed, Katoenen Goe deren, Gemaakt Ondergoed, enz., is gevestigd by 2635 13 Vreewijk a/d. Vliet F 7. dicht en maakte my ylings uit de voeten. „Den volgenden dag begaf ik my, om alle mogelyke verdenking te voorkomen, weder als gewooniyk naar den winkel. Daar vernam ik het ongeval, dat ik zelf het best wist, en tevens dat de koetsier van den burgemeester daarvan beschuldigd werd. Ik zweeg cp alles; de zucht tot zelfbehoud d9ed mij ook op dat oogenblik nog zwijgen, toen ik den onschuldigen man had kunnen rodden; maar myn geweten zweeg echter niet. Ik was nu eenmaal oen booswicht, en myn vorig proces heeft myn rechters onderricht, hoe ik Ltn laatste onder het komplot van George, den Zwaab, geraakt ben." De verklaring, door den ter-dood-veroordeelde als het ware op den rand van hot graf afgelegd, bracht ten duidelijkste de onschuld van Jakob S. aan het licht en was in hoofd zaak overeenkomstig met diens voorheen afgelegde verklaring. Het proces van den ongelukkigen Jakob S. werd herzien en zyn onschuld gestaafd Na een gevangenschap van ruim nogen jaren brak eindelyk de dag zyner bevrijding aan het was tegelyk die, waarop by aan zijn gade en kinderen werd terujgrgjven. De blyd schap over zyn verlossing kostte zyn oudste dochter, die^nu achttien jaren oud was, het leven. Men bood den man tot eenige ver goeding voor het doorgestane lyden wel een voordeeligen post aan, maar by moest dat edelmoedig aanbod van A.'s achtbare regeerir g zijns ondanks van de hand wyzen. Hy kon geen genoegiyke dagen meer slyten in een stad, waar hy eenmaal een schandvolle straf had moeten ondergaan. Door zijn voorn maligen meestor, den edelen menschenvriend Van L., grootmoedig ondersteund en door ds zegenwenschen en het medelijden van A.'s inwoners begeleid, vertrok de geredde man met zyn klein huisgezin naar het Han- noversche, van waar hy geboortig was, leefde aldaar na zyn bevryding nog ettelyke jrron en daalde toen, even nadat hy zijn vrouw door den dood had verloren, eerlyk on b weend ten gr,T">

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1896 | | pagina 6