N°. 11101.
Maandag 4 Mei.
A. 1896
feze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van (Zon- en feestdagen, uitgegeven.
Leiden, 2 Mei.
Feuilleton.
EE'^3 GEVANGENE.
LEIDSCH
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 3 maanden. f 1.10.
Franco per postb 1.40.
Afzonderlijke Nommers 0.05.
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 1-6 regels f 1.05. Iedere regel meer 0.174. Grootere
letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad
wordt f 0.05 berekend.
Derde Blad.
Officieel® Rennisgevinsrenu
SCHUTTERIJ.
Burgemeester en Wethouders van Leiden brengen
ter algcmeene kennis, dat, ter voldoening aan do
•wet van 11 April 1827 (Staatsblad No. 17), een aan
vang zal worden gemaakt met de inschrijving
voor den schutterlijken dienst van degenen, welke
daartoe dit jaar iu de verplichting vallen.
Dat dezo inschrijving zal geschieden in tien
afzonderlijke registers, met dien verstande, dat
de personen, geboren in 1862 tot 1S70 ingesloten,
■welke zich hier ter stede, sedert de vurige in
schrijving, uit andere plaatsen metterwoon hebben
nedergezet, waaronder ook zijn begrepen de mili
tairen, die sedert de laatste inschrijving hun
paspoort verkregen en zich alhier hebben geves
tigd, alsmede de zich in dit Rijk en binneu deze
gemeente sinds de laatste inschrijving gevestigd
bobbende vreemdelingen, zullen worden ingeschre
ven achter-in de registers, waartoe zij volgens hun
nen ouderdom bebooronterwijl de geborenen in
het jaar 1871 zullen worden geplaatst in een
nieuw register, te weten: het eerste van denjare
1896 en het tiende, of dat der gehorenen in
1861, van het vorige jaar, zal komen te vervallen.
Dat van de inschrijving niemand der bovenge
noemde personen is uitgezonderd, al vermeende
hij tot de vrijgestelden of uitgestotenen te belmo
ren, en dus ook niet die personen, welke reeds
hun ontslag uit den schutterlijken dienst hebben
bekomen.
Dat d« registers van inschrijving, ingevolge art.
5 van bet Koninklijk besluit van 21 Maart 1828
(Staatsblad No. 6), zullen worden geopend op
Vrijdag den 15den Mei aanstaande, en op Maandag
den lsten Juni daaraanvolgende zullen worden
gesloten.
Dat den belanghebbenden bij deze nog wordt
herinnerd, dat zij bij de inschrijving tevens zullen
moeten opgeven hunne woonplaats, benevens het
straatnommer hunner woning, hun beroep en dat
hunner ouders, zoo die nog in leven zijn, alsmede
den tijd van inwoning alhier; en eindelijk of zij
ingeschrevenen gehuwd of ongehuwd zijn, en in
het eerste geval of zij kinderen hebben, zoo ja,
hoeveel van elk geslacht; wordende degehuwden
aangemaand, om zich van een extract uit het
liuwelijksregister te voorzien, om daarop door den
buurt-commissaris, in wiens gebuurte zij wouen,
hot getal hunner kinderen te doen certificeeren,
ten einde daarvan bij de inschrijving te doen
blijken, zullende almede tot de algilte dier huwe
lijks-extracten van af heden worden gevaceerd ter
Secretarie dezer gemeente (afdeeling burgerlijke
stand), van des voormiddags 9 tot 's namiddags
4 uren.
Dat, ten einde deze inschrijving geregeld afloope,
een ieder, daartoe in de termen vallende, wordt
opgeroepen, om zich te vervoegen in een der
vertrekken van het Raadhuis, en wel:
Op Vrijdag den 15den Mei 1895,
de bewoners van Wijk I, II en III;
Op Zaterdag den 16den Mei 1895
de bewoners van wijk IV en V;
Op Maandag den 18den Mei 1895,
de bewoners van wijk VI.
benevens de bewoners van wijk IX;
Op Dinsdag den 19den Mei 1895,
de bewoners van wijk VII en VIII;
telken dage van des voormiddags 10 tot des
namiddags 2 uren, met, uitnoodiging, om op den
bepaalden dag zich stiptelijk ter aangeduider plaatse
aan te melden, ten einde men zich niet te wijten
hebbo de gevolgen, welke uit het achterblijven
zouden ontstaan; zullende wijders het tijdstip,
dat do registers ter inzage zullen liggen, en de
dagen der loting, welke volgens de wet, voor den
lsten Juli aanstaande geheel zal moeten zijn afge-
loopen, nader worden bekend gemaakt.
By de Leidsche Spaarbank werd in de
maand April ingelegd 52,178.2572 en terug
betaald 65,253.31 Vu terwijl zyn afgegeven
101 nieuwe en geheel afgelost 93 boekjes.
Het gezamenlijk tegoed der 10661 deelhebbers
bedroeg einde April: f 2,001,860 08.
By de te Haarlem op Tweeden Pinkster
dag te houden meeting vanwege den „Alg.
Nederl. Chr. Geheel Onthoudersbond," op het
voormalig sportterrein de „Plioenix," zal o. a.
als spreker optreden de heer Van der Schroef,
van Leiden. Drie onthouders muziekcorpsen
zullen het propsganda-feest opluisteren.
Door mejuffrouw Klinkert, te Leiden,
onderwijzeres aan de Herv. School te Rynsburg,
is als zoodanig ontslag gevraagd wegens hare
benoeming te Zeist.
Aan het Postkantoor te "Wassenaar werd
van 1 Januari tot 1 Mei in de Rykspost-
spaarbank ingelegd 5838.17 en terugbetaald
/"3573.03.
Het laatste door dat kantoor uitgegeven
boekje draagt het Dommer 509.
Aan het Rykstelephoonkantoor aldaar wer
den van af den dag der opening (25 Januari)
tot 1 Mei behandeld 257 telegrammen en wel
128 verzonden en 129 ontvangen.
Het aantal behandelde telegrammen gedu
rende de maand April bedroeg 102.
Het aantal kiezers in het hoofdkiesdis
trict Bodegrave bedraagt te Bodegrave 440,
Aarlanderveen 284, Hazerswoüde 312, Alfen
341, Zwammerdam 177, Rietveld 54, Woerden
428, Waarder 86, Barwoutswaarder 55, Papo-
kop 37, Lange Ruigeweide 68, Reeuwyk 235,
Oudewater 259, Hekendorp 57, Haastrecht
181, Vlist 51, Stolwijk 223, Schoonhoven 327,
Bergambacht 249, Ammerstol 79 en Berken-
woude 68, te zamen 4011.
Te Koudekerk is afgekondigd eene wijzi
ging van de Algemeene Politie-verordtning,
waarin wordt bepaald
lo. Dat het ledigen van beerputten in de
geheele gemeente verboden is van des morgens
v\jf tot des avonds tien uren.
2o. Dat het niet geoorloofd is in dat ge
deelte der gemeente tusschen het Boeren-
schouw en de steenfabriek van de wed. H.
Van Leeuwen op den openbaren weg harder
te rijden dan in gematigden draf.
3o. Dat bij brand in hooibergen of tassen
de eigenaar of beheerder verplicht is op de
eerste aanzegging van den burgemeester het
hooi te doen verwerken of verplaatsen, terwijl,
wanneer aan die lastgeving niet wordt voldaan,
de burgemeester bevoegd is zulks ten koste
van den nalatige te doen verrichten.
Tot tegenschatters voor de personeele
belasting voor bet dienstjaar 1896/'97 zyn
door burgemeester en wethouders van Koude
kerk benoemd de heeren J. Jongeneel Sr. en
Ph. Qualm.
Tot den Raad van Bestuur van het
Koloniaal Museum zijn in de laatste maanden
toegetreden de heeren J. E. Scholten te Gro
ningen, A. C. Wertheim, S. P. Van Eeghen
en H. J. Rahusen te Arasterdam, C. H.
Krantz te 's Gravenhage, mr. H. L. Drucker
te Leiden, mr. A. Van Naamen van Eemnes
te Zwollerkerspel en mr. H. Royaards van
Scherpenzeel te Utrecht.
Voor verschillende afdeelingen van het
Museum werden weder geschenken ontvangen.
Eene tentoonstelling betreffende do Trans
vaal, in de laatste twee maaDden in het
Koloniaal Museum gehouden, werd bëzocht
door 1340 personen.
In do onder het voorzitterschap van den
heer D. De Graeff van Polsbroek te 's Gra
venhage gehouden jaarljjksche algemeene ver
gadering der Eynlandsche Stoomtramweg-
maatschappij werd het jaarverslag over 1895
uitgebracht.
Uit dit stuk blijkt, dat het aantal in 1895
vervoirde reizigers bedragen heeft 370,599,
of 2555 minder dan in 1894. Do opbrengst
van h:t reizigers-vervoer was ƒ52743.41'/2
of ƒ388.48 moer.
De opbrengst van het goederenvervoer was
f 6956.
Het totaal der ontvangsten beliep 59,700,
zijnde 920 meer dan in 1894. De exploitatie
kosten vermeerderden van 30,302 tot
30,591. Met inbegrip van de storting in de
vernieuwingsfondsen waren de lasten van
de exploitatierekening 36,688, tegen f 34,399
in 1894.
Het batig saldo der exploitatierekening be
draagt ƒ25,011 of ƒ631 meer dan ten
vorigen jare.
De inbreng van de Rynlandsche Stoomtram-
maatschappij bleef onveranderd op 175,000;
die van het Hollandsche Spoor bedroeg op
1 Januari 1895 126,955.
De winst- en verli&srekenirg sluit meteen
batig slot van 22,436, tegen ƒ21,804 in
1894. De RijnJandsche ontvangt hiervan
12,996.
De winst der Rijnlandsche Stoomtramweg-
maatschappij bedraagt 12,658, te verdoelen
als volgt: 6 pet. dividend op de gewone
aandeelen, 1086 aan de 100 oprichters-
aandeden en ƒ40.15 over te schrijven op
nieuwe rekening.
Noch het verslag, noch de balans- en winst
en verliesrekening gaven aanleiding tot op
merkingen, zoodat alle werden goedgekeurd.
Tot commissaris word gekozen de heer Jhr.
mr. W. F. Van der "Wyek met 158 stemmen,
in de plaats van den aftredenden commissaris
den heer L. J. Kesper, die 64 stemmen ver
kreeg en aan welken laatste de voorzitter har-
telqken dank bracht voor de toewijding, waar
mede hy gedurende 3 jaren de onderneming
had helpen besturen.
Naar aanleiding van eene mededeeling des
voorzitters, dat de Maatschappij, ter belooning
van don ijver en het uitnemend beheer van
den chef van dienst den heer H. J. Smits,
dezen ambtenaar dit jaar gaarne een aandeel
in de gemaakte winst had willen verzekeren,
doch dat de Holl. IJzeren-Spoorweg-Maat
schappij daartegen bezwaren had geopperd,
omdat genoemde heer behoort tot het corps
ambtenaren der H. IJz.-Sp.-My en zy dus het
recht eener eventueele belooning aan zich
wenschte te behouden, opperde een der aan
deelhouders, mr. C W. J. J. Pape, het denk
beeld den heer Smits, omtrent wiens directie
ook de aandeelhouders slechts lof over heb
ben, ecno belooning te schenken in den vorm
eener gratificatie.
Doch ook dit voorstel moest afstuiten op
de verklaring des voorzitters, dat men den
uitdrukkelijken wensch der H. IJz Sp.-Mij
behoorde te eerbiedigen, waarbij echter de moge
lijkheid niet behoefde uitgesloten te zijo, dat
de aandeelhouders onderling het volgende jaar
den chef van dienst kunnen verrassen met
een bewij3 van waardeering zijner diensten
in oenigen anderen vorm
Hierna werd de vergadering gesloten.
Woensdag-avond werd op de door de
firma J. L. Beyers te Utrecht gehouden boe
kenveiling o. m. onder den hamer gebracht
eene verzameling van werken van en betref
fende Bilderdyk. Zy bevat al zijne werken,
zoowel oorspronkelijk als veitaald, en werken
van «anderen, door hem uitgegeven, alsmede
werken van vrouwe Katharina Wilhelmina
Bilderdijk. Hierbij zijn ook nagenoeg alle de
afzonderlijk gedrukte kleinere dichtstukjes, die
niet in Bilderdijks bundels zijn opgenomen;
enkele werken hebben een geschreven opdracht,
eigenhandige aanteekeningeD of andere bijzon
derheden.
Verder bevat do collectie geschriften, ge
dichten en tijdschriftartikelen betreffende Bil
derdyk en zijne werken, waarbij hoogst zeld
zame en eenige in handschriften.
Nog behoort by de verzameling eene col
lectie handschriften, die slechts enkele eigen
handig geschreven of geteekende stukken van
Bilderdyk bevat, maar daarentegen zeer vele
onuitgegeven dichtstukken, gekopiëerd door
den dichter Tollens en B. Klinkert, alsmede
kopieön van wellicht alle gedichten van Bil
derdyk, die alléén in jaarboekjes, almanakken
en mengelwerken zyu verschenen. Bovendien
bevat de verzameling verschillende portretten
van Bilderdyk en vrouwe K. W. Bilderdijk,
eene eigenhandige teekening in zwart kryt,
voorstellende een groep kinderen, en verschei
den merkwaardigheden betreffende den dichter.
Ten slotte omvat zjj diverse voorwerpen, zoo
als eene buste van Bilderdyk in marmergips,
een zilveren gedenkpenning met een afgietsel
daarvan, eene afbeelding in marmergips van
Bilderdijks hand, afdrukken in zegellak van
zyne cachetten, enz., enz.
Deze verzameling Bilderdjjkiana, die in haar
geheel te koop werd geboden, is afkomstig
van den dichter H. Tollens Czn, terwyl zij
tevens nog bevat haar eigen catalogus, ge
schreven door den vroegeren eigenaar Tollens,
alsmede de stempels, welke gebruikt zijn voor
de 190 linnen banden, waarin z\j gebonden is.
De verzameling heeft opgebracht do somma
van60. Indertijd vond zij een kooper
voor 1200.
Een ooggetuige meldt aan het „D. v. Z.-
H." uit Honnef het volgende:
„Maandag 27 dezer, 's namiddags te 6 uren,
kwamen HH. MM. de Koningin en de Koningin-
Regentes op Haar doorreis naar Zwitserland
te Honnef aan, waar ook de Koningin van
Zweden gelogeerd is.
Toen de trein, waarin onze "Vorstinnen ge
zeten waren, arriveerde, was op het perron,
waar niemand toegelaten werd, aanwezig do
koningin van Zweden, vergezeld van eene
hofdame en een adjudant.
Het station was versierd en op het perron
was een looper gelegd, die naar het konink
lijk rijtuig leidde.
De koningin van Zweden, eene vorstelijke
verschijning met innemend uiterlyk, was ge
kleed in donker fluweel met langen sleep.
Zoodr.i de koninklijke trein had stil ge
houden, stegen onze Koninginnen uit en wer
den hartelijk begroet door de koningin van
Zweden.
De KoniDgin-Regentes en de koningin van
Zweden namen vervolgens plaats in het ko
ninklijk rijtuig van den trein en vertoefden
aldaar tot het uur van vertrek.
Onze jeugdige Vorstin deed in dien tijd een
rijtoer door de stad en werd by het wegrijden
met gejuich begroet.
Te 63/« uren vertrokken onze Koninginnen,
na een hartelijk afscheid van de koningin
van Zweden te hebben genomeD.
Uit Neuwied meldt men aan het „Utr. Dbl.":
H.H. M M. de Koninginnen zijn Maandag
avond 7.25 alhier aangekomen en hebben zich
eenigen tyd hier opgehouden. Het station was
fraai versierd. Id het afzonderlijk vorstelyk
salon onderhield H. M. de Koningin Regentes
zich gedurende geruimen tjjd met de vorstin
Zu Wied. De graaf Yan Bylandt, opperkamer
heer van den VorBt, en zijne gemalin, boden
aan H.H. M..M. fraaie bouquetten aan.
Gedurende het onderhoud Harer Moeder
met de vorstin Zu Wied, maakte H. M. Ko
ningin Wilhelmina eene wandeling in de stad
met den graaf en de gravin Van Bylandt en
eenige dames van het gevolg.
Te ruim a uren zetten H.H. M.M. de rei"
voort.
- Mevrouw Aug. Poolman aldus bericht-
men den heer Róssing uit Rotterdam i-
geëngageerd voor het volgend seizoen aan
het gezelschap van de Vereenigde Rotter-
damsche Tooneelisten, onder directie van
Le Gras en Haspels.
- Benoemd is tot tijdelijk leeraar aan het
gymnasium te Utrecht, de heer J. M. Th. A.
Stille, te Veendam.
Slot.)
„In de eerste plaats hiermee, dat gij my
belcoft, m(j rustig aan te hooren, tot ik
gedaan heb, on gedurende myn lange uiteen
zetting my noch in de rede te vallen noch
boos te worden."
„Gy stelt my in myn eigen woning een
zonderlingen eisch, mynheer Röhrsdorf," ant
woordde Müoders, een man van ongeveer
vijf en twintig jaren, met een bleek, energiek
i gezicht, waarop men de sporen van een groot
verdriet duidelijk kon lezen.
„D«it weet ik, maar ik doe dikwijls de
domste dingen, vooral, wanneer ik het goed
'met iemand meen."
„Hoe kom ik aan die eer? Ik dacht, dat
ik u geheel onbekend was."
„Niet geheel en al, mynheer Münders, en
waarom dat zult gij vernemen, zoodra ik
de van u gevraagde toezegging gekregen heb."
Daar Röhrsdorf de geschiedenis al eens
verteld had, bezat hy zekere vooroefening.
Hij zag wel, hoe moeilijk het Münders viel,
zfin woord te houden; hy werd nu eens
•jood, dan weer bleek en wilde by verschillende
aanleidingen losbarsten of wel zich verdedigen,
daar Röhrsdorf hem zelfs verwijten deed, dat
'hij zyn bruid minder juist beoordeeld had
dan een vreemdeling, en dat hy ook haar
verdediger niet eens geloofd had.
Hier maakto do sluwe Röhrsdorf een pauze
en keek Münders vragend aan. Deze be
schouwde die als een verlof, nu ook op zyn
beurt te mogen sproken.
„Dat is juist bet verschrikkelijke, dat ik
van Elsa'8 onschuld overtuigd ben en dat ik
haar toch nimmer de mijne kan Doemen 1"
riep hy.
Zoo ver wilde Röhrsdorf bem hebben. „Nu,
gij zyt ray er ook eenDaar is er een, dio
bekent dat zijn bruid niets kwaads gedaan
heeft, en toch heeft by den moed niet, te
zeggen: „Kom, Elsa, wees de mijnel Wy
gaan ver van hier en zien, hoe wy er ons
daar doorslaan. „Neen, dat zit hier te vast aan
zijn baantje en is altijd bang voor de autoriteit."
„U heeft maar half gelijk, mynheer Röhrs
dorf," zeide Münders. „Indien ik een hand
werk kende, zou ik overal myn brood kunnen
verdienen, maar wat ik geleerd heb, is op
onze verhoudingen berekend, niet op het
buitenland, en ik waag bet niet, Elsa met
mij te lokken in een onzeker noodlot."
„Nu, daar was wel wat op te vinden! Op
mjjn groot landgoed heb ik juist een rent
meester noodig. Gy zult onder myn leiding
spoedig met de zaken op de hoogte komen l"
In plaats van te antwoorden, groep Münders
over do tafel naar Röbrsdorfs hand, terwijl
tranen over zyn wangen rolden.
„En nu wilt gy toch waarschijnlijk uw
bruid zien en spreken?" vroeg de laatste.
„Acb, als het konl"
„Goed, ik laat u onmiddellijk door een
dienstman weten, wanneer de getuigen kunnen
gaan. Tot weerziens, mynheer Münders!"
„Hoe zal ik u danken? Maar hier nam
Münders' gezicht weer een achterdochtige
uitdrukking aan waarom doet u dat alles
voor ons? Ik weet niet, of ik dat aan
nemen mag!"
„O zool" lachte de onverstoorbare Röhrs
dorf. „Gy meent, dat de grondbezitter een
mooi rentmeestersvrouwtje op zijn landgoed
wil hebben? Neen, myn waarde! Ik ben zoo
goad als verloofd met een nicht, die ik
hartelijk liefheb. Mijn oom wil my haar
echter nog niet geven; hij meent, dat ik
nog niet genoeg uitgevoerd heb. Zoo ziet gij
hoe het ongeluk my achtervolgt: ik ga naar
Berlyn, om als gehoorzame neef en nog
gehoorzamer schoonzoon in spo den wil van
myn oom te vervullen, en moet hier in
plaats van als verloofde als edele vader
optreden."
Daarby zette Röhrsdorf een zoo tragi
komisch gezicht, dat zelfs Münder3 glim
lachen moest.
„Ik geloof u, mynheer Röhrsdorf. Vergeef
my mijn argwaan, maar ik ben door het
ODgeluk verbitterd. Ik was vroeger zoo op
geruimd, zoo vroolykl"
„En dat moet gy weer worden, waarde
Münders. Als gij maar eerst getrouwd zyt.
Dus, tot weerziens I"
Toen Röhrsdorf het gerechtsgebouw weer
betrad, was het vonnis reeds gewezen; het
was al vier uren. De assessor had zyn proef
stuk als ambtonaar van het openbaar
ministerie schitterend afgelegd en alle tien
beschuldigden tot bekentenis gebracht. Het
was een kleine voldoening voor den misgreep
van den vorigen avond. Maar toch ging bij
de gang niet over; hoe licht kon hy juffrouw
Müller met papa ontmoeten!
Röhrsdorf had intusschen zyn plan uit
gewerkt. Hy zond Elsa en Patschow naar
hun hotel, waar hy hem om zes uren beloofde
af te halen, en zond Münders een brieljamet
de noodige aanwyzingen. Daarop reed hy naar
Dressel, bestelde een kamer, zooals hy er voor
zyn doel noodig had, en deelde den kellner
zooveel mede, als deze weten moest om alles
in de puntjes te hebben. Voor een habitué
als Röhrsdorf zou de kellner nog meer gedaan
hebben dan den kleinen dienst, dien hy
verlangde.
„Zoo had ROhrsdorf nog juist den tyd, om
zich wat op te knappen en dan den heer Müller
en dochter uit de Krausenst rasse af to halen.
Had Elsa reeds opgekekeü, toen zy ty
Dressel ingingen, nog grooter was haar ver
wondering, toen zy de kamer binnentrad, waarin
eene tafel voor vier couverts gedekt stond.
„De officier van justitie komt toch niet?
Dan blijf ik niet hier!" riep zy.
„In de eerste plaats moet gy biyven,waar
de heer Patschow blyft; in de tweede plaats
echter verzoek ik u, u gerust te stellen,
juffrouw Elsa. Het is hier gewoonte, altyd
voor een couvert meer te dekken dan besteld
is, omdat de meeste gasten altyd nog een
kennis meer meebrengen. Ik heb een aparte
kamer besteld, opdat wy ongestoord kunnen
praten. Laten wy dus beginnen! Zeg eens,
juffrouw Elsa, verlangt gy niet, zeker iemand
hier weer te zien
Elsa's gezicht betrok. „Niemand, niemand
wil ik zien, en niemand zal do arme Elsa
Becker zienl"
„Ook niet iemand, die alles aangewend
heeft, om een heropening der instructie te
verkrijgen
„Ach, de officier van justitie! Aan hem heb
ik niet gedacht; dat was zeer ondankbaar!"
„Neen, juffrouw Elsa, de officier van justitie
was inderdaad herhaalde keeren deswege by
uw verdediger, maar zelfs dezen bedoel ik niet."
„Misschien myn vroegere chef?" vroeg
Elsa onbevangen. „Ik weet, dat het hem
veel leed gedaan heeft, dat hy ook my aan
geklaagd heeft."
„Denk toch aan iemand, die u veel nader
stond en die nog zyn bloed voor u zou
willen geven."
Elsa was bleek geworden. „Neen, neen,
ik wil hem niet zien ik schaam myi En,"
voegde zy er somber by, „by houdt my ook
voor een dievegge.".
„Dat doet hy niet; hy gelooft aan uw
onschuld zooals wy allen. Dat heeft hy my
pas dez:n middag gezegd, en dat zal by u
direct zelf zeggen."
Daarmede drukte Röhrsdorf driemaal op
de tafelschel Münders trad binnen. Elsa
echter sprong op en vluchtte in een hoek
als een bang kind.
„Elsa!" riep Münders, terwyl hy zich over
haar neer boog. „Elsa, myn lieve Elsa, myn
lieve bruid!"
Elsa stond langzaam op. Zy keek, alsof
zy uit een droom ontwaakte. „Karei, ben jij
het werkelyk? Ja, is dan alles waar?"
„Alles is waar, ElsaI Alles: dat ik je
afhaal, als je tyd om is, dat ik je naar je
ouders breng en dan met je trouw, dat dezo
edele man
„Pardon!" riep Röhrsdorf. „Spreek wat gy
wilt, maar niet over my l Zie eens," wendde
hy zich tot Patschow, die nu en dan zyn
tranen droogde, „hoe netjes de tuin bier in
orde gehouden is." En de beide mannon keken
aandachtig het venster uit volle vyf minuten.
Daarop koerde Röhrsdorf zich langzaam om.
„Mag ik nu de soep laten brengen?"
Elsa knikte met stralende oogen. En
Münders kon niet nalaten, Röhrsdorf nog
maals te danken.
„Bedank, als het u gesmaakt heeft!''
Patschow werd uitgelaten.
„Nietwaar, juffrouw Elsa, van nacht kan
ik rustig slapen? Gy springt niet uit den
trein?" lachte hij by het afscheid.
Met een gelukkigen glimlach antwoorddö
Elsa ontkennend.
„En de verbazing v.an den directour,"|
babbelde Patschow, „als hy dat gezichtje ziet
en die stralende oogen l De duivel halo miS,
als ik hem de gansche geschiedenis niet ven
ook al kryg ik nimmer weer een transport!'