N°. 11101. Maandag 4 Mei. A. 1896 feze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven. Leiden, 2 Mei. Feuilleton. EE'^3 GEVANGENE. LEIDSCH PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 3 maanden. f 1.10. Franco per postb 1.40. Afzonderlijke Nommers 0.05. PRIJS DER ADVERTENTIËN: Van 1-6 regels f 1.05. Iedere regel meer 0.174. Grootere letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad wordt f 0.05 berekend. Derde Blad. Officieel® Rennisgevinsrenu SCHUTTERIJ. Burgemeester en Wethouders van Leiden brengen ter algcmeene kennis, dat, ter voldoening aan do •wet van 11 April 1827 (Staatsblad No. 17), een aan vang zal worden gemaakt met de inschrijving voor den schutterlijken dienst van degenen, welke daartoe dit jaar iu de verplichting vallen. Dat dezo inschrijving zal geschieden in tien afzonderlijke registers, met dien verstande, dat de personen, geboren in 1862 tot 1S70 ingesloten, ■welke zich hier ter stede, sedert de vurige in schrijving, uit andere plaatsen metterwoon hebben nedergezet, waaronder ook zijn begrepen de mili tairen, die sedert de laatste inschrijving hun paspoort verkregen en zich alhier hebben geves tigd, alsmede de zich in dit Rijk en binneu deze gemeente sinds de laatste inschrijving gevestigd bobbende vreemdelingen, zullen worden ingeschre ven achter-in de registers, waartoe zij volgens hun nen ouderdom bebooronterwijl de geborenen in het jaar 1871 zullen worden geplaatst in een nieuw register, te weten: het eerste van denjare 1896 en het tiende, of dat der gehorenen in 1861, van het vorige jaar, zal komen te vervallen. Dat van de inschrijving niemand der bovenge noemde personen is uitgezonderd, al vermeende hij tot de vrijgestelden of uitgestotenen te belmo ren, en dus ook niet die personen, welke reeds hun ontslag uit den schutterlijken dienst hebben bekomen. Dat d« registers van inschrijving, ingevolge art. 5 van bet Koninklijk besluit van 21 Maart 1828 (Staatsblad No. 6), zullen worden geopend op Vrijdag den 15den Mei aanstaande, en op Maandag den lsten Juni daaraanvolgende zullen worden gesloten. Dat den belanghebbenden bij deze nog wordt herinnerd, dat zij bij de inschrijving tevens zullen moeten opgeven hunne woonplaats, benevens het straatnommer hunner woning, hun beroep en dat hunner ouders, zoo die nog in leven zijn, alsmede den tijd van inwoning alhier; en eindelijk of zij ingeschrevenen gehuwd of ongehuwd zijn, en in het eerste geval of zij kinderen hebben, zoo ja, hoeveel van elk geslacht; wordende degehuwden aangemaand, om zich van een extract uit het liuwelijksregister te voorzien, om daarop door den buurt-commissaris, in wiens gebuurte zij wouen, hot getal hunner kinderen te doen certificeeren, ten einde daarvan bij de inschrijving te doen blijken, zullende almede tot de algilte dier huwe lijks-extracten van af heden worden gevaceerd ter Secretarie dezer gemeente (afdeeling burgerlijke stand), van des voormiddags 9 tot 's namiddags 4 uren. Dat, ten einde deze inschrijving geregeld afloope, een ieder, daartoe in de termen vallende, wordt opgeroepen, om zich te vervoegen in een der vertrekken van het Raadhuis, en wel: Op Vrijdag den 15den Mei 1895, de bewoners van Wijk I, II en III; Op Zaterdag den 16den Mei 1895 de bewoners van wijk IV en V; Op Maandag den 18den Mei 1895, de bewoners van wijk VI. benevens de bewoners van wijk IX; Op Dinsdag den 19den Mei 1895, de bewoners van wijk VII en VIII; telken dage van des voormiddags 10 tot des namiddags 2 uren, met, uitnoodiging, om op den bepaalden dag zich stiptelijk ter aangeduider plaatse aan te melden, ten einde men zich niet te wijten hebbo de gevolgen, welke uit het achterblijven zouden ontstaan; zullende wijders het tijdstip, dat do registers ter inzage zullen liggen, en de dagen der loting, welke volgens de wet, voor den lsten Juli aanstaande geheel zal moeten zijn afge- loopen, nader worden bekend gemaakt. By de Leidsche Spaarbank werd in de maand April ingelegd 52,178.2572 en terug betaald 65,253.31 Vu terwijl zyn afgegeven 101 nieuwe en geheel afgelost 93 boekjes. Het gezamenlijk tegoed der 10661 deelhebbers bedroeg einde April: f 2,001,860 08. By de te Haarlem op Tweeden Pinkster dag te houden meeting vanwege den „Alg. Nederl. Chr. Geheel Onthoudersbond," op het voormalig sportterrein de „Plioenix," zal o. a. als spreker optreden de heer Van der Schroef, van Leiden. Drie onthouders muziekcorpsen zullen het propsganda-feest opluisteren. Door mejuffrouw Klinkert, te Leiden, onderwijzeres aan de Herv. School te Rynsburg, is als zoodanig ontslag gevraagd wegens hare benoeming te Zeist. Aan het Postkantoor te "Wassenaar werd van 1 Januari tot 1 Mei in de Rykspost- spaarbank ingelegd 5838.17 en terugbetaald /"3573.03. Het laatste door dat kantoor uitgegeven boekje draagt het Dommer 509. Aan het Rykstelephoonkantoor aldaar wer den van af den dag der opening (25 Januari) tot 1 Mei behandeld 257 telegrammen en wel 128 verzonden en 129 ontvangen. Het aantal behandelde telegrammen gedu rende de maand April bedroeg 102. Het aantal kiezers in het hoofdkiesdis trict Bodegrave bedraagt te Bodegrave 440, Aarlanderveen 284, Hazerswoüde 312, Alfen 341, Zwammerdam 177, Rietveld 54, Woerden 428, Waarder 86, Barwoutswaarder 55, Papo- kop 37, Lange Ruigeweide 68, Reeuwyk 235, Oudewater 259, Hekendorp 57, Haastrecht 181, Vlist 51, Stolwijk 223, Schoonhoven 327, Bergambacht 249, Ammerstol 79 en Berken- woude 68, te zamen 4011. Te Koudekerk is afgekondigd eene wijzi ging van de Algemeene Politie-verordtning, waarin wordt bepaald lo. Dat het ledigen van beerputten in de geheele gemeente verboden is van des morgens v\jf tot des avonds tien uren. 2o. Dat het niet geoorloofd is in dat ge deelte der gemeente tusschen het Boeren- schouw en de steenfabriek van de wed. H. Van Leeuwen op den openbaren weg harder te rijden dan in gematigden draf. 3o. Dat bij brand in hooibergen of tassen de eigenaar of beheerder verplicht is op de eerste aanzegging van den burgemeester het hooi te doen verwerken of verplaatsen, terwijl, wanneer aan die lastgeving niet wordt voldaan, de burgemeester bevoegd is zulks ten koste van den nalatige te doen verrichten. Tot tegenschatters voor de personeele belasting voor bet dienstjaar 1896/'97 zyn door burgemeester en wethouders van Koude kerk benoemd de heeren J. Jongeneel Sr. en Ph. Qualm. Tot den Raad van Bestuur van het Koloniaal Museum zijn in de laatste maanden toegetreden de heeren J. E. Scholten te Gro ningen, A. C. Wertheim, S. P. Van Eeghen en H. J. Rahusen te Arasterdam, C. H. Krantz te 's Gravenhage, mr. H. L. Drucker te Leiden, mr. A. Van Naamen van Eemnes te Zwollerkerspel en mr. H. Royaards van Scherpenzeel te Utrecht. Voor verschillende afdeelingen van het Museum werden weder geschenken ontvangen. Eene tentoonstelling betreffende do Trans vaal, in de laatste twee maaDden in het Koloniaal Museum gehouden, werd bëzocht door 1340 personen. In do onder het voorzitterschap van den heer D. De Graeff van Polsbroek te 's Gra venhage gehouden jaarljjksche algemeene ver gadering der Eynlandsche Stoomtramweg- maatschappij werd het jaarverslag over 1895 uitgebracht. Uit dit stuk blijkt, dat het aantal in 1895 vervoirde reizigers bedragen heeft 370,599, of 2555 minder dan in 1894. Do opbrengst van h:t reizigers-vervoer was ƒ52743.41'/2 of ƒ388.48 moer. De opbrengst van het goederenvervoer was f 6956. Het totaal der ontvangsten beliep 59,700, zijnde 920 meer dan in 1894. De exploitatie kosten vermeerderden van 30,302 tot 30,591. Met inbegrip van de storting in de vernieuwingsfondsen waren de lasten van de exploitatierekening 36,688, tegen f 34,399 in 1894. Het batig saldo der exploitatierekening be draagt ƒ25,011 of ƒ631 meer dan ten vorigen jare. De inbreng van de Rynlandsche Stoomtram- maatschappij bleef onveranderd op 175,000; die van het Hollandsche Spoor bedroeg op 1 Januari 1895 126,955. De winst- en verli&srekenirg sluit meteen batig slot van 22,436, tegen ƒ21,804 in 1894. De RijnJandsche ontvangt hiervan 12,996. De winst der Rijnlandsche Stoomtramweg- maatschappij bedraagt 12,658, te verdoelen als volgt: 6 pet. dividend op de gewone aandeelen, 1086 aan de 100 oprichters- aandeden en ƒ40.15 over te schrijven op nieuwe rekening. Noch het verslag, noch de balans- en winst en verliesrekening gaven aanleiding tot op merkingen, zoodat alle werden goedgekeurd. Tot commissaris word gekozen de heer Jhr. mr. W. F. Van der "Wyek met 158 stemmen, in de plaats van den aftredenden commissaris den heer L. J. Kesper, die 64 stemmen ver kreeg en aan welken laatste de voorzitter har- telqken dank bracht voor de toewijding, waar mede hy gedurende 3 jaren de onderneming had helpen besturen. Naar aanleiding van eene mededeeling des voorzitters, dat de Maatschappij, ter belooning van don ijver en het uitnemend beheer van den chef van dienst den heer H. J. Smits, dezen ambtenaar dit jaar gaarne een aandeel in de gemaakte winst had willen verzekeren, doch dat de Holl. IJzeren-Spoorweg-Maat schappij daartegen bezwaren had geopperd, omdat genoemde heer behoort tot het corps ambtenaren der H. IJz.-Sp.-My en zy dus het recht eener eventueele belooning aan zich wenschte te behouden, opperde een der aan deelhouders, mr. C W. J. J. Pape, het denk beeld den heer Smits, omtrent wiens directie ook de aandeelhouders slechts lof over heb ben, ecno belooning te schenken in den vorm eener gratificatie. Doch ook dit voorstel moest afstuiten op de verklaring des voorzitters, dat men den uitdrukkelijken wensch der H. IJz Sp.-Mij behoorde te eerbiedigen, waarbij echter de moge lijkheid niet behoefde uitgesloten te zijo, dat de aandeelhouders onderling het volgende jaar den chef van dienst kunnen verrassen met een bewij3 van waardeering zijner diensten in oenigen anderen vorm Hierna werd de vergadering gesloten. Woensdag-avond werd op de door de firma J. L. Beyers te Utrecht gehouden boe kenveiling o. m. onder den hamer gebracht eene verzameling van werken van en betref fende Bilderdyk. Zy bevat al zijne werken, zoowel oorspronkelijk als veitaald, en werken van «anderen, door hem uitgegeven, alsmede werken van vrouwe Katharina Wilhelmina Bilderdijk. Hierbij zijn ook nagenoeg alle de afzonderlijk gedrukte kleinere dichtstukjes, die niet in Bilderdijks bundels zijn opgenomen; enkele werken hebben een geschreven opdracht, eigenhandige aanteekeningeD of andere bijzon derheden. Verder bevat do collectie geschriften, ge dichten en tijdschriftartikelen betreffende Bil derdyk en zijne werken, waarbij hoogst zeld zame en eenige in handschriften. Nog behoort by de verzameling eene col lectie handschriften, die slechts enkele eigen handig geschreven of geteekende stukken van Bilderdyk bevat, maar daarentegen zeer vele onuitgegeven dichtstukken, gekopiëerd door den dichter Tollens en B. Klinkert, alsmede kopieön van wellicht alle gedichten van Bil derdyk, die alléén in jaarboekjes, almanakken en mengelwerken zyu verschenen. Bovendien bevat de verzameling verschillende portretten van Bilderdyk en vrouwe K. W. Bilderdijk, eene eigenhandige teekening in zwart kryt, voorstellende een groep kinderen, en verschei den merkwaardigheden betreffende den dichter. Ten slotte omvat zjj diverse voorwerpen, zoo als eene buste van Bilderdyk in marmergips, een zilveren gedenkpenning met een afgietsel daarvan, eene afbeelding in marmergips van Bilderdijks hand, afdrukken in zegellak van zyne cachetten, enz., enz. Deze verzameling Bilderdjjkiana, die in haar geheel te koop werd geboden, is afkomstig van den dichter H. Tollens Czn, terwyl zij tevens nog bevat haar eigen catalogus, ge schreven door den vroegeren eigenaar Tollens, alsmede de stempels, welke gebruikt zijn voor de 190 linnen banden, waarin z\j gebonden is. De verzameling heeft opgebracht do somma van60. Indertijd vond zij een kooper voor 1200. Een ooggetuige meldt aan het „D. v. Z.- H." uit Honnef het volgende: „Maandag 27 dezer, 's namiddags te 6 uren, kwamen HH. MM. de Koningin en de Koningin- Regentes op Haar doorreis naar Zwitserland te Honnef aan, waar ook de Koningin van Zweden gelogeerd is. Toen de trein, waarin onze "Vorstinnen ge zeten waren, arriveerde, was op het perron, waar niemand toegelaten werd, aanwezig do koningin van Zweden, vergezeld van eene hofdame en een adjudant. Het station was versierd en op het perron was een looper gelegd, die naar het konink lijk rijtuig leidde. De koningin van Zweden, eene vorstelijke verschijning met innemend uiterlyk, was ge kleed in donker fluweel met langen sleep. Zoodr.i de koninklijke trein had stil ge houden, stegen onze Koninginnen uit en wer den hartelijk begroet door de koningin van Zweden. De KoniDgin-Regentes en de koningin van Zweden namen vervolgens plaats in het ko ninklijk rijtuig van den trein en vertoefden aldaar tot het uur van vertrek. Onze jeugdige Vorstin deed in dien tijd een rijtoer door de stad en werd by het wegrijden met gejuich begroet. Te 63/« uren vertrokken onze Koninginnen, na een hartelijk afscheid van de koningin van Zweden te hebben genomeD. Uit Neuwied meldt men aan het „Utr. Dbl.": H.H. M M. de Koninginnen zijn Maandag avond 7.25 alhier aangekomen en hebben zich eenigen tyd hier opgehouden. Het station was fraai versierd. Id het afzonderlijk vorstelyk salon onderhield H. M. de Koningin Regentes zich gedurende geruimen tjjd met de vorstin Zu Wied. De graaf Yan Bylandt, opperkamer heer van den VorBt, en zijne gemalin, boden aan H.H. M..M. fraaie bouquetten aan. Gedurende het onderhoud Harer Moeder met de vorstin Zu Wied, maakte H. M. Ko ningin Wilhelmina eene wandeling in de stad met den graaf en de gravin Van Bylandt en eenige dames van het gevolg. Te ruim a uren zetten H.H. M.M. de rei" voort. - Mevrouw Aug. Poolman aldus bericht- men den heer Róssing uit Rotterdam i- geëngageerd voor het volgend seizoen aan het gezelschap van de Vereenigde Rotter- damsche Tooneelisten, onder directie van Le Gras en Haspels. - Benoemd is tot tijdelijk leeraar aan het gymnasium te Utrecht, de heer J. M. Th. A. Stille, te Veendam. Slot.) „In de eerste plaats hiermee, dat gij my belcoft, m(j rustig aan te hooren, tot ik gedaan heb, on gedurende myn lange uiteen zetting my noch in de rede te vallen noch boos te worden." „Gy stelt my in myn eigen woning een zonderlingen eisch, mynheer Röhrsdorf," ant woordde Müoders, een man van ongeveer vijf en twintig jaren, met een bleek, energiek i gezicht, waarop men de sporen van een groot verdriet duidelijk kon lezen. „D«it weet ik, maar ik doe dikwijls de domste dingen, vooral, wanneer ik het goed 'met iemand meen." „Hoe kom ik aan die eer? Ik dacht, dat ik u geheel onbekend was." „Niet geheel en al, mynheer Münders, en waarom dat zult gij vernemen, zoodra ik de van u gevraagde toezegging gekregen heb." Daar Röhrsdorf de geschiedenis al eens verteld had, bezat hy zekere vooroefening. Hij zag wel, hoe moeilijk het Münders viel, zfin woord te houden; hy werd nu eens •jood, dan weer bleek en wilde by verschillende aanleidingen losbarsten of wel zich verdedigen, daar Röhrsdorf hem zelfs verwijten deed, dat 'hij zyn bruid minder juist beoordeeld had dan een vreemdeling, en dat hy ook haar verdediger niet eens geloofd had. Hier maakto do sluwe Röhrsdorf een pauze en keek Münders vragend aan. Deze be schouwde die als een verlof, nu ook op zyn beurt te mogen sproken. „Dat is juist bet verschrikkelijke, dat ik van Elsa'8 onschuld overtuigd ben en dat ik haar toch nimmer de mijne kan Doemen 1" riep hy. Zoo ver wilde Röhrsdorf bem hebben. „Nu, gij zyt ray er ook eenDaar is er een, dio bekent dat zijn bruid niets kwaads gedaan heeft, en toch heeft by den moed niet, te zeggen: „Kom, Elsa, wees de mijnel Wy gaan ver van hier en zien, hoe wy er ons daar doorslaan. „Neen, dat zit hier te vast aan zijn baantje en is altijd bang voor de autoriteit." „U heeft maar half gelijk, mynheer Röhrs dorf," zeide Münders. „Indien ik een hand werk kende, zou ik overal myn brood kunnen verdienen, maar wat ik geleerd heb, is op onze verhoudingen berekend, niet op het buitenland, en ik waag bet niet, Elsa met mij te lokken in een onzeker noodlot." „Nu, daar was wel wat op te vinden! Op mjjn groot landgoed heb ik juist een rent meester noodig. Gy zult onder myn leiding spoedig met de zaken op de hoogte komen l" In plaats van te antwoorden, groep Münders over do tafel naar Röbrsdorfs hand, terwijl tranen over zyn wangen rolden. „En nu wilt gy toch waarschijnlijk uw bruid zien en spreken?" vroeg de laatste. „Acb, als het konl" „Goed, ik laat u onmiddellijk door een dienstman weten, wanneer de getuigen kunnen gaan. Tot weerziens, mynheer Münders!" „Hoe zal ik u danken? Maar hier nam Münders' gezicht weer een achterdochtige uitdrukking aan waarom doet u dat alles voor ons? Ik weet niet, of ik dat aan nemen mag!" „O zool" lachte de onverstoorbare Röhrs dorf. „Gy meent, dat de grondbezitter een mooi rentmeestersvrouwtje op zijn landgoed wil hebben? Neen, myn waarde! Ik ben zoo goad als verloofd met een nicht, die ik hartelijk liefheb. Mijn oom wil my haar echter nog niet geven; hij meent, dat ik nog niet genoeg uitgevoerd heb. Zoo ziet gij hoe het ongeluk my achtervolgt: ik ga naar Berlyn, om als gehoorzame neef en nog gehoorzamer schoonzoon in spo den wil van myn oom te vervullen, en moet hier in plaats van als verloofde als edele vader optreden." Daarby zette Röhrsdorf een zoo tragi komisch gezicht, dat zelfs Münder3 glim lachen moest. „Ik geloof u, mynheer Röhrsdorf. Vergeef my mijn argwaan, maar ik ben door het ODgeluk verbitterd. Ik was vroeger zoo op geruimd, zoo vroolykl" „En dat moet gy weer worden, waarde Münders. Als gij maar eerst getrouwd zyt. Dus, tot weerziens I" Toen Röhrsdorf het gerechtsgebouw weer betrad, was het vonnis reeds gewezen; het was al vier uren. De assessor had zyn proef stuk als ambtonaar van het openbaar ministerie schitterend afgelegd en alle tien beschuldigden tot bekentenis gebracht. Het was een kleine voldoening voor den misgreep van den vorigen avond. Maar toch ging bij de gang niet over; hoe licht kon hy juffrouw Müller met papa ontmoeten! Röhrsdorf had intusschen zyn plan uit gewerkt. Hy zond Elsa en Patschow naar hun hotel, waar hy hem om zes uren beloofde af te halen, en zond Münders een brieljamet de noodige aanwyzingen. Daarop reed hy naar Dressel, bestelde een kamer, zooals hy er voor zyn doel noodig had, en deelde den kellner zooveel mede, als deze weten moest om alles in de puntjes te hebben. Voor een habitué als Röhrsdorf zou de kellner nog meer gedaan hebben dan den kleinen dienst, dien hy verlangde. „Zoo had ROhrsdorf nog juist den tyd, om zich wat op te knappen en dan den heer Müller en dochter uit de Krausenst rasse af to halen. Had Elsa reeds opgekekeü, toen zy ty Dressel ingingen, nog grooter was haar ver wondering, toen zy de kamer binnentrad, waarin eene tafel voor vier couverts gedekt stond. „De officier van justitie komt toch niet? Dan blijf ik niet hier!" riep zy. „In de eerste plaats moet gy biyven,waar de heer Patschow blyft; in de tweede plaats echter verzoek ik u, u gerust te stellen, juffrouw Elsa. Het is hier gewoonte, altyd voor een couvert meer te dekken dan besteld is, omdat de meeste gasten altyd nog een kennis meer meebrengen. Ik heb een aparte kamer besteld, opdat wy ongestoord kunnen praten. Laten wy dus beginnen! Zeg eens, juffrouw Elsa, verlangt gy niet, zeker iemand hier weer te zien Elsa's gezicht betrok. „Niemand, niemand wil ik zien, en niemand zal do arme Elsa Becker zienl" „Ook niet iemand, die alles aangewend heeft, om een heropening der instructie te verkrijgen „Ach, de officier van justitie! Aan hem heb ik niet gedacht; dat was zeer ondankbaar!" „Neen, juffrouw Elsa, de officier van justitie was inderdaad herhaalde keeren deswege by uw verdediger, maar zelfs dezen bedoel ik niet." „Misschien myn vroegere chef?" vroeg Elsa onbevangen. „Ik weet, dat het hem veel leed gedaan heeft, dat hy ook my aan geklaagd heeft." „Denk toch aan iemand, die u veel nader stond en die nog zyn bloed voor u zou willen geven." Elsa was bleek geworden. „Neen, neen, ik wil hem niet zien ik schaam myi En," voegde zy er somber by, „by houdt my ook voor een dievegge.". „Dat doet hy niet; hy gelooft aan uw onschuld zooals wy allen. Dat heeft hy my pas dez:n middag gezegd, en dat zal by u direct zelf zeggen." Daarmede drukte Röhrsdorf driemaal op de tafelschel Münders trad binnen. Elsa echter sprong op en vluchtte in een hoek als een bang kind. „Elsa!" riep Münders, terwyl hy zich over haar neer boog. „Elsa, myn lieve Elsa, myn lieve bruid!" Elsa stond langzaam op. Zy keek, alsof zy uit een droom ontwaakte. „Karei, ben jij het werkelyk? Ja, is dan alles waar?" „Alles is waar, ElsaI Alles: dat ik je afhaal, als je tyd om is, dat ik je naar je ouders breng en dan met je trouw, dat dezo edele man „Pardon!" riep Röhrsdorf. „Spreek wat gy wilt, maar niet over my l Zie eens," wendde hy zich tot Patschow, die nu en dan zyn tranen droogde, „hoe netjes de tuin bier in orde gehouden is." En de beide mannon keken aandachtig het venster uit volle vyf minuten. Daarop koerde Röhrsdorf zich langzaam om. „Mag ik nu de soep laten brengen?" Elsa knikte met stralende oogen. En Münders kon niet nalaten, Röhrsdorf nog maals te danken. „Bedank, als het u gesmaakt heeft!'' Patschow werd uitgelaten. „Nietwaar, juffrouw Elsa, van nacht kan ik rustig slapen? Gy springt niet uit den trein?" lachte hij by het afscheid. Met een gelukkigen glimlach antwoorddö Elsa ontkennend. „En de verbazing v.an den directour,"| babbelde Patschow, „als hy dat gezichtje ziet en die stralende oogen l De duivel halo miS, als ik hem de gansche geschiedenis niet ven ook al kryg ik nimmer weer een transport!'

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1896 | | pagina 9