N°. 11095. Maandag 27 JLpril. A0. 1896 feze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven. Leiden, 25 April. Feuilleton. De Trausvaalsche Neef. LEIDSCH BAGBLAB. PRIJS DEZER COURANT: Yoor Leiden per 3 maanden. 5 1.10. Franco per post. 1*^0. Afzonderlijke Nommers 0.05. PRIJS DER Van 1 6 regels 1.05. Iedere regel meer 0.17Grootere letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad wordt 0.05 berekend. Derde Blad. Offtciëole Kenuisgovingen. Beschr(jvisg voor de Personeel© Belasting voor 't dienstjaar 1896 '97. Burgemeester en Wethouders van Leiden brengen ter nlgemeone kounis, naar aanleiding van een ontvangen besluit van den Commissaris der Koningin in do provincie Zuid-llolland. van den 18den Maart jl., Provinciaalblad No. 17, betrek kelijk de beschrijving der personeelo belasting voor het dienstjaar 1696,97; dat op den 4den Mei aanstaande oen aanvang zal Worden gemaakt mot de beschrijving der belasting op hot personeel voor het dienstjaar 1896/97. Zij, die bij het bezorgen der biljetten, of ook bij hot terughalen daarvan zijn overgeslagen, mogen zich in geeu geval beroepen op zoodanig verzuim, maar zijn integendeel gehouden om de vereischte en behoorlijk ingevulde verklaringen in te dienen ten kantoro des ontvangers, ahvaar de biljetten ter invulling steeds verkrijgbaar zijn. Een iedor is gehouden do te doene aangiften met zijne handteekening te bekrachtigen. lngoval iemand verklaart niet te kunnen schrijven, zal de ontvanger of z£i gemachtigde, desgevraagd, de invulling in zijnen naam, on zonder daarvoor eenige betaling te kunnen eischen, verrichten, met vermelding der redenen waarom, en zal de aangifte door den ontvanger of zijn gemachtigde, in tegenwoordigheid van een derden persoon en met en benevens dezen, worden geteekend, na voorafgaande voorlezing. De belastingschuldigen zullen de door hen in betrekking tot de belasting op het personeel te doene aangiften, in het algemeen, benooren in te leveren in die gemeenten, alwaar de belasting i3 verschuldigd. Hun echter, wier belasting-voorwerpen naar de vier eersto grondslagen, alle of gedeeltelijk gelegen zyn of zich bevinden in eone andere gemeen to dftn dio waarin zij hun verblijf hebben, zal hot vrijstaan de aangifte voor allen mits alsdan voor elke gemeento afzonderlijk, ter plaatse hunner woning of van hun verblijf te bewerkstelligen. Zoo wanneer paarden der vierde klasse door denzelfden belastingschuldige in verschillende gemeenten worden gehouden, zal hij in elk van eze het aldaar gehouden wordende aantal behooren aan te geven. Voorts worden belanghebbenden in het bijzonder aandachtig gemaakt op hunne verplichting om in- en uitwonendo dienstboden der eerste eu de in- en Uitwonende dienstmeisjes der vierde klasse, die op 1 Mei 1896 reeds den leeftijd van 15 jaren zullen hebben bereikt in de belasting aan te geven en op do wijziging welke: vooreerst eene tier vrijstellingen van vrouwelijke bedienden, bij art. 5 van de Wet van den Oden April 1869(Staatsblad no. 59) heeft ondergaan, zijnde 'daarbij bepaald dat do belasting niet is verschuldigd wegens „Do eenige vrouwelijko bediende, overigens naar „de eerste, derde of vierde klasse belastbaar, in „dienst van den belastingplichtige, welke geene „andere bedienden houdt en vier of meer eigen „of aangehuwde kinderen, kindskinderen ofpupillen „bij zich heeft inwonen, die op den eersten Mei „dés jaars waarover de belasting loopt jonger dan „een en twintig jaren zijn"; ten andere in do twee eerste paragraven van art. 27 der Wet van den 29sten Maart 1833 1 Staatsblad no. 4) bij art. 7 derzelfde Wet van •1869 zijn gebracht, ten opzichte van het in gebruik nemen van een perceel na den 15den Mei of het verlaten daarvan in den loop van het dionstjaai en in geval van overlijden. Voorts worden belanghebbenden herinnerd aan de verplichting, dat bij bezwaarschriften moet •worden overgelegd een duplicaat van het aanslag biljet, tegen betaling van 5 cents bij den ontvanger der directe belastingen verkrijgbaar. Eindelijk worden de ingezetenen verwittigd, dat tot tegenschatters voor meergenoemde belasting zijn benoemd de navolgende personen, als: JOHANNES CORNKLIS BUK, WILLEM ANTHONIE VAN LITH, ABRAHAM BOEKWIJT. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Leiden, F. WAS, Burgemeester. 24 April 1896. E. KIST, Secretaris. Op 1 Mei a. s. trodon voor het vervoer van kinderen by de Staatsspoorwegen de volgende bepalingen in werking: Kinderen beneden 4 jaren, waarvoor geene afzonderlijke plaatsen verlangd worden, zijn vrij. Twee kinderen van 4 tot beneden 10 jaren worden vervoerd op éóne plaatskaart der klasse waarin zy reizen, zoowel voor enktle reis als voor heen en terug. Een kind, van 4 tot beneden 10 jaren, als mede kinderen beneden 4 jaren, waarvoor afzonderlijke plaatsen verlangd worden, wor den voor enkele reis vervoerd tegen den halven vrachtprijs. In verband mot de nieuwe bepalingen ge schiedt het vervoer van kinderen, op co ïynen Ny megen - Arnhem Zutfen -Deventer-Z wolle en Utrecht-Z.-Driebergen met zoogenaamde locaaltreinen, zooaiede in locaal verkeer op de stoomtramwegen Ede Wagcoiagen en Den Haag Scheveoingen, als volgt: Kiniereo, baneden 4 jaran, op den schoot der geleiders plaats nemende, zyn vry. Kinderon van 4 jaren cn daarboven, niet voorzien van gewone kinderbiljetten, betalen volle vracht. De heer P. Bolman, te Lisse, is by konink lijk besluit bonoemd tot 2den luitenant by het 2de bataljon der rustende schuttery. De heer H. Groenendijk, onderwyzer aan de openbare school te Ter-Aar, is, met ingaDg van 1 Mei a s., benoemd in gelyke betrekking aan de openbare school te Westzaan. De secretaris van hot Turkscho gezant schap ta 's Gravenhage zal zich in het begin der volgende maand eenigen tyd met verlof naar Konstantinopel begeven. M-.n schryft ons uit Rotterdam: Yelen zal het spyten te vernemen, dat het contract, hetwelk mevrouw CoelinghYorderman ver bond aan het tooneclgezelscbap-Lo Gras en Haspels, voor het komende toonceJjaar niet wordt hernieuwd. Wy zullen in haar een tweede gronds-persoon verliezen, die niet door een der overige leden van het gezelschap voldoende te vervangen is. Talryko malen bleek mevrouw Co^lingh uitnemend geschikt voor kleine rollen, typen als mevr. Crusius in „Stadslucht", Babetto in „Kameradon", Auguste in „De Eer"; dat is haar specialiteit; en daarenboven ziet men haar gaarne in salonstukken, waar in uitoriyk, manieren en toilet een dame verlangd wordt. Indien te avond of morgen bekend wordt, dat Guusje Poolman by dit gezelschap geëngageerd is, moet de lezer zich maar van den domme houden. Zwohche Ct.) Naar aanleiding van ingekomen berichten over verdachte boter op enkele botermarkten, met name te Dordrecht en Middelburg, is door het dagelyksch bestuur der „Vereeniging tot bestryding van knoeierijen in den boter- handel" by de Regeering opnieuw een adres ingediend, met het dringend verzoek, om, in 't belang van een geregeld toezicht over 't goheele land, ten spoedigste over te gaan tot de aanstelling van enkele deskundige inspecteurs. Prof. dr. Hugo De Yries te Amsterdam heeft voor de hem te Utreci t a ngeboden betrekking bedankt. De Gemeenteraad heeft namelyk Maandag in geheime zitting besloten om den Hortus niet te verplaatsen. Dit gevaar is dus gelukkig van de Amster- damsche Universiteit afgewend. (N. v. d. D.) Te Utrecht is overleden jhr. W. Von Wrangel auf Lindenberg, luitenant generaal, lid van het Hoog Militair Gerechtshof, enz,, enz. De overledene was ridder van de Neder- landscbe Leeuw en van de Eikekroon. Mej. de wed. J. H. Peeterman Bosch te Utrecht ontving gisteren van het Departe ment van Koloniën het bericht, dat haar zoon "VYillem Anton Peeterman, sergeant majoor kapelmeester, na etn 5 jarigen dienst by het O.-I. leger den 18den Maart jl. in den ouderdom van 30 jaar te Kotta-Radja is over leden aan de gevolgen van pernicieuze koortsen. Men meldt uit Breda: De commissie, te Breda e®*ormd tot het plaatsen van een borstbedd van den op Lombok gesneuvelden g-neraal-majoor Yan Ham, in den gevel van het huis, alwaar hy geboren werJ, ontving namens H H. M.M. de Koninginnen tot dat doel een vorstelyke gift. Men meldt uit Apeldoorn van 24 dez .r: Hedennamiddag werd hier het verblyüend bericht ontvangen dat de minister van binnen- landsche zaken hoeft beslist, dat ae kweek school voor onderwyzeressen hier zal geves tigd worden. De minister van marine heeft den luite nant ter zee 2de kl. G. Hoogenraad, uit Oo t-Indiê in Nederland teruggekeerd, op non activiteit gc-steld. Het stoomschip „Prinses Amalia", van Amsterdam naar Batavia, passeerde 24 April Kaap Carvoairo. By koninklijk besluit zyn do hoeren P. Yan Eeglien en J. H. Van Eeghen, beiden te Amsterdam, benoemd tot ridder in de orde van don Nederlandschen Leeuw. De kapitein J. H. Bachisne, van het 4de reg. inf., op pensioen gesteld, het bedrag van het pensioen bepaald op 1560 's jaars en dien kapitein, te rekenen van den dag, waarop zyn pensioen ingaat, de rang verleend van majoor. In zyn rang overgeplaatst by het regiment grenadiers en jagers, de kapitein K. G. Van der Mandele, van het 4de reg. inf. Benoemd L. Van Duyn tot burgemeester van Bunschoten. TWBEDE ft A M E B. Krankzinnigengesticht. De Regeering heeft voorgesteld eene wyzi- ging van de artt. 10 en 40 van de wet van 27 April 18S4, tot regeling van het staatstoezicht op krankzinnigen. De bedoe ling is om hot mogeiyk tomaken, dat uit het ryksgoïtiebt te Medemblik rustige patiënten, wier ongesteldheid van zoodanigen aard is, dat tr weinig of geen kans op genezing be staat, zoodat zy noch byzonuer toezicht, noch byzonlere geneeskundige behandeling behoe ven, over te brengen naar eene afzonderlijke inrichting. Gelyk by de behandeling van de jongste Staatsbegrooting is uiteengezet, be staat de gelegenheid het voormalige Groot Arsenaal te Grave een hecht en sterk ge bouw met een ruim emplacement tot ge noemd doel in te richten. Van deze gelegenheid wordt tevens gebruik gemaakt om uitdrukkeiyk te doen vaststellen, dat rykspatiónten ook elders dan in een ryks- gesticht kunnen worden gehuisvest, waartoe ook met particulieren overeenkomsten zullen mogen worden getroffen, zoodat ook verple ging in het huisgezin zal mogen plaatshebbon. Eindelijk zal door de wyziging van art. 10 een voorstel mogeiyk worden tot stichting van een kliniek voor psychiatrie in eigen beheer aan een hoogeschool. Gr e m e n g- cl Nieuw s. De tegen morgen aangekondig de wegwedstryd voor wielrijders van Leiden naar BoJegrave en terug, vanwege de Leidache "Wielrijdersclub „All Right", gaat niet door. Waarschyniyk zal hy den volgenden Zondag plaats hebben. Aangaande dezen wedstryd werd uit Bo- dsgrave aan „De Hollander" geschreven: „Aanstaanden Zondag staat onze Zondags rust verstoord te worden, daar er vanwege een wielrydersvereeniging een wedstryd zal plaats hebben van Lei Jen naar deze gemeente. Het scbynt, dat voor die lui de Zondag daar voor de aangewezen dag is; en ze schynen niet te bedenken hoeveel aanstoot zo daar door aan onze rustige plattelandsbevolking geven." Men schryft ons: Sedert on heug lijken tyd was te Katwyk aan den Ryn eene touwslagery gevestigd, die voor een kwart eeuw aan een groot aantal gezinnen werk verschafte en naar heinde en ver touwwerk afzond. Langzamerhand ging de zaak achter uit, ten gevolge der concurrentie met groote fabrieken zoodat in de laatste jaren alleen dun werk werd afgeleverd aan de reeders te Katwyk aan Zee. Thans is de tegenwoordige eigenaar, de heer E. Verhoog, overleden en staat het te voorzien, dat de zaak niet zal worden voort gezet, zoodat voor de visschersvloot ook in deze spoedig alles van elders zal moeten worden betrokken. Hoewel slechts een drietal personen zonder werk zal komen, moet dit voor hen toch een ramp worden genoemd; een ander handwerk kennen zy natuurlyk niöt, en bovendien zyn zy te oud, om, al ware dit ook mogelijk, elders arbeid te zoeken. De gozusters Hermans zyn door de rechtbank te Haarlem wegens landloope- ry tot twee dagen hechtenis veroordeeld. P. De Jeu en W. Zoet, arbeiders, te Alke made, tot 1 boete of 1 dag hechtenis, als mede J. T. Rothweiier, zadelmaker, te Haar lemmermeer, tot 3 boete of 3 dagen hechtenis. P. Van der Zwet, arbeider te Haarlem mermeer, wegens opzetteiyke vernieling, tot 14 dagen gevangenisstraf. Voor de arrondissements-recht- bank te Rotterdam stond terecht een tweetal timmerlieden, beschuldigd van diefstal van gereedschappen en afpersing. De gereedschap pen waren by een opkooper verkocht voor een b9drag van 0.15. Eisch respectieveiyk 2 jaar en 3 maanden. Tegen een ander tweetal broeders, dat daarna voorgebracht werd, beschuldigd van straatroof en verzet tegen de politie-agenten in de recht matige uitoefening hunner functie, was de eisch IV2 jaar en 4 maanden. Eén hunner had iemand een horloge afge rukt en een gedeelte van den ketting. By hunne arrestatie door de politie verzetten beide broe ders zich. Ook te Rotterdam zal ranwego de goraeentogasfabrieken eene proef genomen worden met het plaatsen van muntgasmeters. In zake do vordering van den schipper, die schadevergoeding eischte van do geaaaento Lteuwarden, omdat zyn vaartuig was gestooten op een onzichtb&ren paal in een gemeentewater aldaar, concludeerde het Openbaar Ministerie bij den Hoogen Raad gisteren tot vernietiging van het arrest van het Hof te Leeuwarden, waarby die vordering werd afgewezen, en tot bevestiging van het vonnis der rechtbank al Jaar, waarby zy niet- ontvankeiyk is verklaard. Uitspraak 29 Mei. Men schrijft uit Amsterdam van 23 April: Onder de ongeveer 20 vrouwen, die hedenmorgen, na afloop der audiëntie ten paleize, van nagenoeg allerlei rang en stand, tot de Regentes werden toegelaten om het een of ander te verzoeken of t6 bepleiten, moet zich ook bevonden hebben de moeder van Krause, die indertyd de valsche bankbiljetten vervaardigde. Vermoedeiyk kwam zy gratie voor haar zoon vragen. In de Dapperstraat aldaar stond deze week een meisje van ongeveer twaalf jaar voor het geopend© venster harer woning met een zuigeling op den arm. Toen de koninklyko stoet in aantocht was, wilde het meisj9 zich uit het venster buigen, de zuigeling ontviel haar en kwam op straat terecht. De kleine is aan do gevolgen van dezen val overleden. Volgens den Utrechtschen cor- respondent van „De Avondpost" wordt Van Berkel na zyne invryheidstelling nog steeds door de politie nauwlettend gadegeslag-n. Aan beide zyden van de Koekoekstraat te Utrecht, waar by thans woont, is voortdurend een agent van politie in politiek gestationneard, terwyl andere agenten by over- en achtor- bewoners op den uitkijk zitten. Verlaat Van Berkel of zyne vrouw do woning, dan worden zy achtervolgd, en wordt van hun verrichtingen aan het hoofdbureel kennis gegeven. Het gemeentebestuur van Devfla ter verpachtte 270 weiden voor rundvee voor 11.099. In 1895 was de opbrengst der weiden echter 10,620. Te Staphorst is in de Dedemsvaart gevonden het lyk van J. Berends, schipp r, wonende t8 Hasselt, reeds sedert byna 14 dagen vermist. De overledene laat een weduwe na met 4 kinderen. „Nu, dat is toch zeer eenvoudig, omdat het zooals je zelf zooeven beweerd hebt iemand het optreden in de wereld vergemak- kelykt. Zoo vermeerdert byvoorbeeld een vette erfenis het aanzien; het overige komt dan vanzelf." „Ik begryp niet, wat je met je opmerking beoogt," zeide Scholz ironisch. „Heb je mis- Bchien een erfenis in petto?" „Ik nipt, maar misschien heeft een van u beiden er--een te wachten." „Nu, wat my betreft, ik moet dit beslist ontkennen,' want indien ik in dit opzicht ook maar eenige kans had, zou ik er al schulden op gemaakt hebben; de luimige Fortuna heeft my helaas geen erfoom toegedacht," zei de schilder. „Biyfc dus over Dubois, dien ik van den beginne af op bet oog had by myn idee, hetwelk by my opkwam, toen hy in zya jeremiade het woord erfenis noemde." „Dan heb je weer eens, als zoo dikwijls, den spyker op den kop geslagen," zeide de handelaar. „Ik herinner my namelyk in myn kindsheid, wel is waar niet van een oom, maar, wat hier op hetzelfde neerkomt, van een neef te hebben gehoord, die naar Afrika, als ik my niet vergis, naar Transvaal ging en sedert spoorloos verdwenen is." ,Nu, daar hebben wy het all" riep de schryver lachend. „Dat is alles, wat wy voor het blyspel noodig hebben I Wy laten dien neef, een ryken farmer in Transvaal en ouden vrygeze), nu sterven en aan jou, zyu eenigen erfgenaam, zyn geheele vermogen van een half millioen vermakeD." „Hm, niet kwaad 1" merkte Scholz op. „Maar wilde de handelaar tegonwerpen. „Geen maar, het blyft daarbyl" viel de schryver hem in de rede. „Je klaagdet over je armoede; wy willen beproeven, je er af te helpen. Je moet er dus in berusten." „Ik ben het met Holm eens," zeide de schilder. „Nu, mynontwegel Als het jelui pleizier doet, wil ik geen spelbreker zyn. Alleen be gryp ik nog niet recht, wat ik moet doen." „Jy? Je hebt niets anders te doen dan je alles rustig te laten welgevallen," antwoordde Holm lachend; „je stelt de marionet voor, die wy aan een draad laten dansen." „Ik dank je voor het compliment, zeide Dubois, eveneens lacbend, maar zyn lach klonk eenigszin8 gedwongen. „Compliment of niet jy wordt de erf genaam. En toon nu, dat je in staat bent, party to trekken van de zoo gunstige kans om op de beenen te komen. Afgesproken dus?" „Afgesproken l" De jongelieden lachten harteiyk over de origineele grap, en nadat zy by een tweede bowl, die Dubois uit erkenteiykheid voor het half millioen ten beste had gegeven, hot bestaan van den Transvaalschen neef, die alleen in hun verhitte hoofden bestond, vol doende gevierd en op het welslagen der grap gedronken hadden, giDgen zy uiteen, om in het Dieuwe jaar den roes van het oude uit te slapen. II. Het was tegen tien uren 's morgens, toen Dubois met bet bewustzyn een aangenamen droom te hebben gehad, waarin hy als erf genaam van een ryken neef gefigureerd had, maar tevens door zeer onaangename hoofdpyn gekweld, ontwaakte on opstond. „Drommels," zeide hy by zichzelven, „wat heb ik een haarpynl Ik kan zelfs niet be hoorlijk denken." Terwyl hy zich aankleedde, viel zya oog op de ledige punchterrine en op de glazen, en nu begon hy eerst recht wakker te worden. „Ik heb met Holm en Scholz oudejaars avond gevierd," ging by voort, „en inderdaad, ik heb niet gedroomd, maar zy hebben een grap met my uitgehaald en my een Afrikaan- schen neef toegedacht. Of heeft Holm my een zyner blyspelen voorgelezen, waarin zulk een neef de hoofdrol speelt?... Het moet er vry bont in myn hersenen uitzioD, dat ik uit de geschiedenis van gisteravond niet wys kan worden." Nauwelyks had hy de laatste woorden zyner alleenspraak gezegd, of hy hoorde in de voor kamer de stem zyner hospita, die luid en verstaanbaar zeide: „Jawel, thuis is hy, maar opgestaan is hy zeker nog niet l Hy is gister avond in 't geheel niet uit geweest, maar heeft met zyn vrienden tot den morgen ge borreld. Ik geloof, dat zy een ouden ryken neef van myn commensaal, die plotseling gestorven is, lang hebben laten leven. Hy zal dus nog wel wat ondar den indruk zyn en misschien nog slapen. Maar als gy hem volstrekt moet spreken en hem feliciteeren wilt, gaat dan maar naar binnen." Onmiddellyk daarna werd er geklopt en op het eenigszins verdrietige „biDnenl" van Dubois traden zes zyner kennissen binnen, niet alleen om hem mot het nieuwe jaar te feliciteeren, maar tevens om hem geluk te wenschen met zyn vermeende onver wachte erfenis. Een oogenbhk zag de zoo plotseling over rompelde zyn bezoekers met de grootste ver wondering aan; maar toen hy zich herinnerde, dat hy zyn vrienden beloofd had, zich alles te laten welgevallen, zeide by*. „Maar, myn heeren, ofschoon ik overtuigd ben van do oprechtheid uwer gelukwenschen en u daar voor even oprecht dank zeg, ben ik toch genoodzaakt, u te verklaren, dat deze erfenis- geschiedenis my onaangenaam verrast, want..." Verder kwam hy niet, daar een der be zoekers hem in de rede viel met de woor den: „Onaangenaam? In zeker opzicht, ja, dat geef ik toe. Maar gy mcogt my gelooven, als ik u verzeker, dat niemand van on3 een onedel gebruik zal maken van de keünis uwer positie." „Zeker," stemde een tweede in, „wy hebben volstrekt niet het plan, een beroep op uw krediet te doen." „En wy zullen ook zooveel mogeiyk over de zaak zwygen," merkte een derde op, „om het verwyt te ontgaan, dat gy door onze praatzucht met bedelbrieven wordt lastig gevallen." „Maar, myn heeren, gy begrypt my niet," liep Dubois met komische vertwijfeling, „als ik u opmerk, dat deze erfenis van n.yn neef „Pardon, dat ik u in de rede val," viel een ander, een bejaard heer, in, „maar ik wilde slechts opmerken, dat ik my uw neef nog zeer goed herinner. Hy was een klein, zwak man met een grooten bakkebaard en droeg altyd een blauwen bril." Dubois zag den spreker, die meer van zyn neef wist dan hyzelf, met groote oogen aan en was niet in staat te antwoorden. De oude heer, het zwygen van den ander als een instemming beschouwendo, voegde er aan toe: „Hy was, als ik my niet vergis, te Potsdam geboren en heette Dubois, evenals gy." De aangesprokene, die niet daD met moeite een lach kon onderdrukken, maakte een bevestigend gebaar. Daar nog twee andere heeren verklaarden, dat zy zelf by de inscheping van den be- wusten neef tegenwoordig waren geweest, en Dubois inzag, dat hy tegenover deze feilen noch diens dood noch de erfenis kon loochenen, legde hy, den stryd moede, de wapens neer. Zyn bezoekers waren nauwelyks weg, of by barstte, zich op de sofa werpend, in een luid gelach uit; de hoofdpyn was ten gevolge van het zooeven geschetste tooneel gestild. (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1896 | | pagina 9