N°. 11095. Maandag 27 JLpril. A0. 1896
feze Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van (Zon- en feestdagen, uitgegeven.
Leiden, 25 April.
Feuilleton.
De Trausvaalsche Neef.
LEIDSCH
BAGBLAB.
PRIJS DEZER COURANT:
Yoor Leiden per 3 maanden. 5 1.10.
Franco per post. 1*^0.
Afzonderlijke Nommers 0.05.
PRIJS DER
Van 1 6 regels 1.05. Iedere regel meer 0.17Grootere
letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad
wordt 0.05 berekend.
Derde Blad.
Offtciëole Kenuisgovingen.
Beschr(jvisg voor de Personeel©
Belasting voor 't dienstjaar 1896 '97.
Burgemeester en Wethouders van Leiden brengen
ter nlgemeone kounis, naar aanleiding van een
ontvangen besluit van den Commissaris der
Koningin in do provincie Zuid-llolland. van den
18den Maart jl., Provinciaalblad No. 17, betrek
kelijk de beschrijving der personeelo belasting
voor het dienstjaar 1696,97;
dat op den 4den Mei aanstaande oen aanvang zal
Worden gemaakt mot de beschrijving der belasting
op hot personeel voor het dienstjaar 1896/97.
Zij, die bij het bezorgen der biljetten, of ook
bij hot terughalen daarvan zijn overgeslagen, mogen
zich in geeu geval beroepen op zoodanig verzuim,
maar zijn integendeel gehouden om de vereischte
en behoorlijk ingevulde verklaringen in te dienen
ten kantoro des ontvangers, ahvaar de biljetten
ter invulling steeds verkrijgbaar zijn.
Een iedor is gehouden do te doene aangiften
met zijne handteekening te bekrachtigen.
lngoval iemand verklaart niet te kunnen schrijven,
zal de ontvanger of z£i gemachtigde, desgevraagd,
de invulling in zijnen naam, on zonder daarvoor
eenige betaling te kunnen eischen, verrichten,
met vermelding der redenen waarom, en zal de
aangifte door den ontvanger of zijn gemachtigde,
in tegenwoordigheid van een derden persoon en
met en benevens dezen, worden geteekend, na
voorafgaande voorlezing.
De belastingschuldigen zullen de door hen in
betrekking tot de belasting op het personeel te
doene aangiften, in het algemeen, benooren in te
leveren in die gemeenten, alwaar de belasting i3
verschuldigd.
Hun echter, wier belasting-voorwerpen naar de
vier eersto grondslagen, alle of gedeeltelijk gelegen
zyn of zich bevinden in eone andere gemeen to
dftn dio waarin zij hun verblijf hebben, zal hot
vrijstaan de aangifte voor allen mits alsdan voor
elke gemeento afzonderlijk, ter plaatse hunner
woning of van hun verblijf te bewerkstelligen.
Zoo wanneer paarden der vierde klasse door
denzelfden belastingschuldige in verschillende
gemeenten worden gehouden, zal hij in elk van
eze het aldaar gehouden wordende aantal behooren
aan te geven.
Voorts worden belanghebbenden in het bijzonder
aandachtig gemaakt op hunne verplichting om in-
en uitwonendo dienstboden der eerste eu de in- en
Uitwonende dienstmeisjes der vierde klasse, die
op 1 Mei 1896 reeds den leeftijd van 15 jaren
zullen hebben bereikt in de belasting aan te geven
en op do wijziging welke:
vooreerst eene tier vrijstellingen van vrouwelijke
bedienden, bij art. 5 van de Wet van den Oden
April 1869(Staatsblad no. 59) heeft ondergaan, zijnde
'daarbij bepaald dat do belasting niet is verschuldigd
wegens
„Do eenige vrouwelijko bediende, overigens naar
„de eerste, derde of vierde klasse belastbaar, in
„dienst van den belastingplichtige, welke geene
„andere bedienden houdt en vier of meer eigen
„of aangehuwde kinderen, kindskinderen ofpupillen
„bij zich heeft inwonen, die op den eersten Mei
„dés jaars waarover de belasting loopt jonger dan
„een en twintig jaren zijn";
ten andere in do twee eerste paragraven van
art. 27 der Wet van den 29sten Maart 1833
1 Staatsblad no. 4) bij art. 7 derzelfde Wet van
•1869 zijn gebracht, ten opzichte van het in gebruik
nemen van een perceel na den 15den Mei of het
verlaten daarvan in den loop van het dionstjaai
en in geval van overlijden.
Voorts worden belanghebbenden herinnerd aan
de verplichting, dat bij bezwaarschriften moet
•worden overgelegd een duplicaat van het aanslag
biljet, tegen betaling van 5 cents bij den ontvanger
der directe belastingen verkrijgbaar.
Eindelijk worden de ingezetenen verwittigd, dat
tot tegenschatters voor meergenoemde belasting
zijn benoemd de navolgende personen, als:
JOHANNES CORNKLIS BUK,
WILLEM ANTHONIE VAN LITH,
ABRAHAM BOEKWIJT.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Leiden, F. WAS, Burgemeester.
24 April 1896. E. KIST, Secretaris.
Op 1 Mei a. s. trodon voor het vervoer
van kinderen by de Staatsspoorwegen de
volgende bepalingen in werking:
Kinderen beneden 4 jaren, waarvoor geene
afzonderlijke plaatsen verlangd worden, zijn vrij.
Twee kinderen van 4 tot beneden 10 jaren
worden vervoerd op éóne plaatskaart der klasse
waarin zy reizen, zoowel voor enktle reis als
voor heen en terug.
Een kind, van 4 tot beneden 10 jaren, als
mede kinderen beneden 4 jaren, waarvoor
afzonderlijke plaatsen verlangd worden, wor
den voor enkele reis vervoerd tegen den
halven vrachtprijs.
In verband mot de nieuwe bepalingen ge
schiedt het vervoer van kinderen, op co ïynen
Ny megen - Arnhem Zutfen -Deventer-Z wolle
en Utrecht-Z.-Driebergen met zoogenaamde
locaaltreinen, zooaiede in locaal verkeer op de
stoomtramwegen Ede Wagcoiagen en Den
Haag Scheveoingen, als volgt:
Kiniereo, baneden 4 jaran, op den schoot
der geleiders plaats nemende, zyn vry.
Kinderon van 4 jaren cn daarboven, niet
voorzien van gewone kinderbiljetten, betalen
volle vracht.
De heer P. Bolman, te Lisse, is by konink
lijk besluit bonoemd tot 2den luitenant by
het 2de bataljon der rustende schuttery.
De heer H. Groenendijk, onderwyzer aan
de openbare school te Ter-Aar, is, met ingaDg
van 1 Mei a s., benoemd in gelyke betrekking
aan de openbare school te Westzaan.
De secretaris van hot Turkscho gezant
schap ta 's Gravenhage zal zich in het begin
der volgende maand eenigen tyd met verlof
naar Konstantinopel begeven.
M-.n schryft ons uit Rotterdam: Yelen
zal het spyten te vernemen, dat het contract,
hetwelk mevrouw CoelinghYorderman ver
bond aan het tooneclgezelscbap-Lo Gras en
Haspels, voor het komende toonceJjaar niet
wordt hernieuwd. Wy zullen in haar een
tweede gronds-persoon verliezen, die niet door
een der overige leden van het gezelschap
voldoende te vervangen is. Talryko malen
bleek mevrouw Co^lingh uitnemend geschikt
voor kleine rollen, typen als mevr. Crusius
in „Stadslucht", Babetto in „Kameradon",
Auguste in „De Eer"; dat is haar specialiteit;
en daarenboven ziet men haar gaarne in
salonstukken, waar in uitoriyk, manieren en
toilet een dame verlangd wordt. Indien te
avond of morgen bekend wordt, dat Guusje
Poolman by dit gezelschap geëngageerd is,
moet de lezer zich maar van den domme
houden. Zwohche Ct.)
Naar aanleiding van ingekomen berichten
over verdachte boter op enkele botermarkten,
met name te Dordrecht en Middelburg, is
door het dagelyksch bestuur der „Vereeniging
tot bestryding van knoeierijen in den boter-
handel" by de Regeering opnieuw een adres
ingediend, met het dringend verzoek, om, in 't
belang van een geregeld toezicht over 't goheele
land, ten spoedigste over te gaan tot de
aanstelling van enkele deskundige inspecteurs.
Prof. dr. Hugo De Yries te Amsterdam
heeft voor de hem te Utreci t a ngeboden
betrekking bedankt. De Gemeenteraad heeft
namelyk Maandag in geheime zitting besloten
om den Hortus niet te verplaatsen.
Dit gevaar is dus gelukkig van de Amster-
damsche Universiteit afgewend. (N. v. d. D.)
Te Utrecht is overleden jhr. W. Von
Wrangel auf Lindenberg, luitenant generaal,
lid van het Hoog Militair Gerechtshof, enz,, enz.
De overledene was ridder van de Neder-
landscbe Leeuw en van de Eikekroon.
Mej. de wed. J. H. Peeterman Bosch
te Utrecht ontving gisteren van het Departe
ment van Koloniën het bericht, dat haar
zoon "VYillem Anton Peeterman, sergeant
majoor kapelmeester, na etn 5 jarigen dienst
by het O.-I. leger den 18den Maart jl. in den
ouderdom van 30 jaar te Kotta-Radja is over
leden aan de gevolgen van pernicieuze
koortsen.
Men meldt uit Breda: De commissie, te
Breda e®*ormd tot het plaatsen van een
borstbedd van den op Lombok gesneuvelden
g-neraal-majoor Yan Ham, in den gevel van
het huis, alwaar hy geboren werJ, ontving
namens H H. M.M. de Koninginnen tot dat
doel een vorstelyke gift.
Men meldt uit Apeldoorn van 24 dez .r:
Hedennamiddag werd hier het verblyüend
bericht ontvangen dat de minister van binnen-
landsche zaken hoeft beslist, dat ae kweek
school voor onderwyzeressen hier zal geves
tigd worden.
De minister van marine heeft den luite
nant ter zee 2de kl. G. Hoogenraad, uit
Oo t-Indiê in Nederland teruggekeerd, op
non activiteit gc-steld.
Het stoomschip „Prinses Amalia", van
Amsterdam naar Batavia, passeerde 24 April
Kaap Carvoairo.
By koninklijk besluit zyn do hoeren P.
Yan Eeglien en J. H. Van Eeghen, beiden te
Amsterdam, benoemd tot ridder in de orde
van don Nederlandschen Leeuw.
De kapitein J. H. Bachisne, van het 4de
reg. inf., op pensioen gesteld, het bedrag van
het pensioen bepaald op 1560 's jaars en
dien kapitein, te rekenen van den dag, waarop
zyn pensioen ingaat, de rang verleend van
majoor.
In zyn rang overgeplaatst by het regiment
grenadiers en jagers, de kapitein K. G. Van
der Mandele, van het 4de reg. inf.
Benoemd L. Van Duyn tot burgemeester
van Bunschoten.
TWBEDE ft A M E B.
Krankzinnigengesticht.
De Regeering heeft voorgesteld eene wyzi-
ging van de artt. 10 en 40 van de wet
van 27 April 18S4, tot regeling van het
staatstoezicht op krankzinnigen. De bedoe
ling is om hot mogeiyk tomaken, dat uit het
ryksgoïtiebt te Medemblik rustige patiënten,
wier ongesteldheid van zoodanigen aard is,
dat tr weinig of geen kans op genezing be
staat, zoodat zy noch byzonuer toezicht, noch
byzonlere geneeskundige behandeling behoe
ven, over te brengen naar eene afzonderlijke
inrichting. Gelyk by de behandeling van de
jongste Staatsbegrooting is uiteengezet, be
staat de gelegenheid het voormalige Groot
Arsenaal te Grave een hecht en sterk ge
bouw met een ruim emplacement tot ge
noemd doel in te richten.
Van deze gelegenheid wordt tevens gebruik
gemaakt om uitdrukkeiyk te doen vaststellen,
dat rykspatiónten ook elders dan in een ryks-
gesticht kunnen worden gehuisvest, waartoe
ook met particulieren overeenkomsten zullen
mogen worden getroffen, zoodat ook verple
ging in het huisgezin zal mogen plaatshebbon.
Eindelijk zal door de wyziging van art. 10
een voorstel mogeiyk worden tot stichting van
een kliniek voor psychiatrie in eigen beheer
aan een hoogeschool.
Gr e m e n g- cl Nieuw s.
De tegen morgen aangekondig
de wegwedstryd voor wielrijders van Leiden
naar BoJegrave en terug, vanwege de Leidache
"Wielrijdersclub „All Right", gaat niet door.
Waarschyniyk zal hy den volgenden Zondag
plaats hebben.
Aangaande dezen wedstryd werd uit Bo-
dsgrave aan „De Hollander" geschreven:
„Aanstaanden Zondag staat onze Zondags
rust verstoord te worden, daar er vanwege
een wielrydersvereeniging een wedstryd zal
plaats hebben van Lei Jen naar deze gemeente.
Het scbynt, dat voor die lui de Zondag daar
voor de aangewezen dag is; en ze schynen
niet te bedenken hoeveel aanstoot zo daar
door aan onze rustige plattelandsbevolking
geven."
Men schryft ons: Sedert on heug
lijken tyd was te Katwyk aan den Ryn eene
touwslagery gevestigd, die voor een kwart
eeuw aan een groot aantal gezinnen werk
verschafte en naar heinde en ver touwwerk
afzond. Langzamerhand ging de zaak achter
uit, ten gevolge der concurrentie met groote
fabrieken zoodat in de laatste jaren alleen
dun werk werd afgeleverd aan de reeders te
Katwyk aan Zee.
Thans is de tegenwoordige eigenaar, de
heer E. Verhoog, overleden en staat het te
voorzien, dat de zaak niet zal worden voort
gezet, zoodat voor de visschersvloot ook in
deze spoedig alles van elders zal moeten
worden betrokken. Hoewel slechts een drietal
personen zonder werk zal komen, moet dit
voor hen toch een ramp worden genoemd;
een ander handwerk kennen zy natuurlyk
niöt, en bovendien zyn zy te oud, om, al
ware dit ook mogelijk, elders arbeid te zoeken.
De gozusters Hermans zyn door
de rechtbank te Haarlem wegens landloope-
ry tot twee dagen hechtenis veroordeeld.
P. De Jeu en W. Zoet, arbeiders, te Alke
made, tot 1 boete of 1 dag hechtenis, als
mede J. T. Rothweiier, zadelmaker, te Haar
lemmermeer, tot 3 boete of 3 dagen hechtenis.
P. Van der Zwet, arbeider te Haarlem
mermeer, wegens opzetteiyke vernieling, tot
14 dagen gevangenisstraf.
Voor de arrondissements-recht-
bank te Rotterdam stond terecht een tweetal
timmerlieden, beschuldigd van diefstal van
gereedschappen en afpersing. De gereedschap
pen waren by een opkooper verkocht voor
een b9drag van 0.15.
Eisch respectieveiyk 2 jaar en 3 maanden.
Tegen een ander tweetal broeders, dat daarna
voorgebracht werd, beschuldigd van straatroof
en verzet tegen de politie-agenten in de recht
matige uitoefening hunner functie, was de
eisch IV2 jaar en 4 maanden.
Eén hunner had iemand een horloge afge
rukt en een gedeelte van den ketting. By hunne
arrestatie door de politie verzetten beide broe
ders zich.
Ook te Rotterdam zal ranwego
de goraeentogasfabrieken eene proef genomen
worden met het plaatsen van muntgasmeters.
In zake do vordering van den
schipper, die schadevergoeding eischte van do
geaaaento Lteuwarden, omdat zyn vaartuig
was gestooten op een onzichtb&ren paal in
een gemeentewater aldaar, concludeerde het
Openbaar Ministerie bij den Hoogen Raad
gisteren tot vernietiging van het arrest van
het Hof te Leeuwarden, waarby die vordering
werd afgewezen, en tot bevestiging van het
vonnis der rechtbank al Jaar, waarby zy niet-
ontvankeiyk is verklaard. Uitspraak 29 Mei.
Men schrijft uit Amsterdam
van 23 April: Onder de ongeveer 20 vrouwen,
die hedenmorgen, na afloop der audiëntie ten
paleize, van nagenoeg allerlei rang en stand,
tot de Regentes werden toegelaten om het een
of ander te verzoeken of t6 bepleiten, moet
zich ook bevonden hebben de moeder van
Krause, die indertyd de valsche bankbiljetten
vervaardigde. Vermoedeiyk kwam zy gratie
voor haar zoon vragen.
In de Dapperstraat aldaar stond deze week
een meisje van ongeveer twaalf jaar voor het
geopend© venster harer woning met een
zuigeling op den arm. Toen de koninklyko
stoet in aantocht was, wilde het meisj9 zich
uit het venster buigen, de zuigeling ontviel
haar en kwam op straat terecht. De kleine
is aan do gevolgen van dezen val overleden.
Volgens den Utrechtschen cor-
respondent van „De Avondpost" wordt Van
Berkel na zyne invryheidstelling nog steeds
door de politie nauwlettend gadegeslag-n. Aan
beide zyden van de Koekoekstraat te Utrecht,
waar by thans woont, is voortdurend een
agent van politie in politiek gestationneard,
terwyl andere agenten by over- en achtor-
bewoners op den uitkijk zitten. Verlaat Van
Berkel of zyne vrouw do woning, dan worden
zy achtervolgd, en wordt van hun verrichtingen
aan het hoofdbureel kennis gegeven.
Het gemeentebestuur van Devfla
ter verpachtte 270 weiden voor rundvee voor
11.099. In 1895 was de opbrengst der
weiden echter 10,620.
Te Staphorst is in de Dedemsvaart
gevonden het lyk van J. Berends, schipp r,
wonende t8 Hasselt, reeds sedert byna 14
dagen vermist. De overledene laat een weduwe
na met 4 kinderen.
„Nu, dat is toch zeer eenvoudig, omdat
het zooals je zelf zooeven beweerd hebt
iemand het optreden in de wereld vergemak-
kelykt. Zoo vermeerdert byvoorbeeld een
vette erfenis het aanzien; het overige komt
dan vanzelf."
„Ik begryp niet, wat je met je opmerking
beoogt," zeide Scholz ironisch. „Heb je mis-
Bchien een erfenis in petto?"
„Ik nipt, maar misschien heeft een van u
beiden er--een te wachten."
„Nu, wat my betreft, ik moet dit beslist
ontkennen,' want indien ik in dit opzicht ook
maar eenige kans had, zou ik er al schulden
op gemaakt hebben; de luimige Fortuna
heeft my helaas geen erfoom toegedacht,"
zei de schilder.
„Biyfc dus over Dubois, dien ik van den
beginne af op bet oog had by myn idee,
hetwelk by my opkwam, toen hy in zya
jeremiade het woord erfenis noemde."
„Dan heb je weer eens, als zoo dikwijls,
den spyker op den kop geslagen," zeide de
handelaar. „Ik herinner my namelyk in myn
kindsheid, wel is waar niet van een oom,
maar, wat hier op hetzelfde neerkomt, van
een neef te hebben gehoord, die naar Afrika,
als ik my niet vergis, naar Transvaal ging
en sedert spoorloos verdwenen is."
,Nu, daar hebben wy het all" riep de
schryver lachend. „Dat is alles, wat wy voor
het blyspel noodig hebben I Wy laten dien
neef, een ryken farmer in Transvaal en ouden
vrygeze), nu sterven en aan jou, zyu eenigen
erfgenaam, zyn geheele vermogen van een
half millioen vermakeD."
„Hm, niet kwaad 1" merkte Scholz op.
„Maar wilde de handelaar tegonwerpen.
„Geen maar, het blyft daarbyl" viel de
schryver hem in de rede. „Je klaagdet over
je armoede; wy willen beproeven, je er af te
helpen. Je moet er dus in berusten."
„Ik ben het met Holm eens," zeide de
schilder.
„Nu, mynontwegel Als het jelui pleizier
doet, wil ik geen spelbreker zyn. Alleen be
gryp ik nog niet recht, wat ik moet doen."
„Jy? Je hebt niets anders te doen dan je
alles rustig te laten welgevallen," antwoordde
Holm lachend; „je stelt de marionet voor,
die wy aan een draad laten dansen."
„Ik dank je voor het compliment, zeide
Dubois, eveneens lacbend, maar zyn lach
klonk eenigszin8 gedwongen.
„Compliment of niet jy wordt de erf
genaam. En toon nu, dat je in staat bent,
party to trekken van de zoo gunstige kans om
op de beenen te komen. Afgesproken dus?"
„Afgesproken l"
De jongelieden lachten harteiyk over de
origineele grap, en nadat zy by een tweede
bowl, die Dubois uit erkenteiykheid voor het
half millioen ten beste had gegeven, hot
bestaan van den Transvaalschen neef, die
alleen in hun verhitte hoofden bestond, vol
doende gevierd en op het welslagen der grap
gedronken hadden, giDgen zy uiteen, om in
het Dieuwe jaar den roes van het oude uit
te slapen.
II.
Het was tegen tien uren 's morgens, toen
Dubois met bet bewustzyn een aangenamen
droom te hebben gehad, waarin hy als erf
genaam van een ryken neef gefigureerd had,
maar tevens door zeer onaangename hoofdpyn
gekweld, ontwaakte on opstond.
„Drommels," zeide hy by zichzelven, „wat
heb ik een haarpynl Ik kan zelfs niet be
hoorlijk denken."
Terwyl hy zich aankleedde, viel zya
oog op de ledige punchterrine en op de
glazen, en nu begon hy eerst recht wakker
te worden.
„Ik heb met Holm en Scholz oudejaars
avond gevierd," ging by voort, „en inderdaad,
ik heb niet gedroomd, maar zy hebben een
grap met my uitgehaald en my een Afrikaan-
schen neef toegedacht. Of heeft Holm my
een zyner blyspelen voorgelezen, waarin zulk
een neef de hoofdrol speelt?... Het moet
er vry bont in myn hersenen uitzioD, dat
ik uit de geschiedenis van gisteravond niet
wys kan worden."
Nauwelyks had hy de laatste woorden zyner
alleenspraak gezegd, of hy hoorde in de voor
kamer de stem zyner hospita, die luid en
verstaanbaar zeide: „Jawel, thuis is hy, maar
opgestaan is hy zeker nog niet l Hy is gister
avond in 't geheel niet uit geweest, maar
heeft met zyn vrienden tot den morgen ge
borreld. Ik geloof, dat zy een ouden ryken
neef van myn commensaal, die plotseling
gestorven is, lang hebben laten leven. Hy
zal dus nog wel wat ondar den indruk zyn
en misschien nog slapen. Maar als gy hem
volstrekt moet spreken en hem feliciteeren
wilt, gaat dan maar naar binnen."
Onmiddellyk daarna werd er geklopt en op
het eenigszins verdrietige „biDnenl" van
Dubois traden zes zyner kennissen binnen,
niet alleen om hem mot het nieuwe jaar te
feliciteeren, maar tevens om hem geluk
te wenschen met zyn vermeende onver
wachte erfenis.
Een oogenbhk zag de zoo plotseling over
rompelde zyn bezoekers met de grootste ver
wondering aan; maar toen hy zich herinnerde,
dat hy zyn vrienden beloofd had, zich alles
te laten welgevallen, zeide by*. „Maar, myn
heeren, ofschoon ik overtuigd ben van do
oprechtheid uwer gelukwenschen en u daar
voor even oprecht dank zeg, ben ik toch
genoodzaakt, u te verklaren, dat deze erfenis-
geschiedenis my onaangenaam verrast, want..."
Verder kwam hy niet, daar een der be
zoekers hem in de rede viel met de woor
den: „Onaangenaam? In zeker opzicht, ja,
dat geef ik toe. Maar gy mcogt my gelooven,
als ik u verzeker, dat niemand van on3 een
onedel gebruik zal maken van de keünis
uwer positie."
„Zeker," stemde een tweede in, „wy hebben
volstrekt niet het plan, een beroep op uw
krediet te doen."
„En wy zullen ook zooveel mogeiyk over
de zaak zwygen," merkte een derde op, „om
het verwyt te ontgaan, dat gy door onze
praatzucht met bedelbrieven wordt lastig
gevallen."
„Maar, myn heeren, gy begrypt my niet,"
liep Dubois met komische vertwijfeling, „als
ik u opmerk, dat deze erfenis van n.yn neef
„Pardon, dat ik u in de rede val," viel
een ander, een bejaard heer, in, „maar ik
wilde slechts opmerken, dat ik my uw neef
nog zeer goed herinner. Hy was een klein,
zwak man met een grooten bakkebaard en
droeg altyd een blauwen bril."
Dubois zag den spreker, die meer van zyn
neef wist dan hyzelf, met groote oogen aan
en was niet in staat te antwoorden.
De oude heer, het zwygen van den ander
als een instemming beschouwendo, voegde
er aan toe: „Hy was, als ik my niet
vergis, te Potsdam geboren en heette Dubois,
evenals gy."
De aangesprokene, die niet daD met moeite
een lach kon onderdrukken, maakte een
bevestigend gebaar.
Daar nog twee andere heeren verklaarden,
dat zy zelf by de inscheping van den be-
wusten neef tegenwoordig waren geweest,
en Dubois inzag, dat hy tegenover deze feilen
noch diens dood noch de erfenis kon loochenen,
legde hy, den stryd moede, de wapens neer.
Zyn bezoekers waren nauwelyks weg, of
by barstte, zich op de sofa werpend, in een
luid gelach uit; de hoofdpyn was ten gevolge
van het zooeven geschetste tooneel gestild.
(Wordt vervolgd.)