N°. 11093. ■Trfldag 34 ^pril. A0. 1896 feze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering van (Eon- en feestdagen, uitgegeven. 3F8 euilletoii. Eet geschonden Ambtsgeheim. a LEIDSCH M6BIAD. PRIJS DEZER COURAUT: Voor Leiden per 3 maanden. Franco per post Afzonderlijke Nommors f 1.10. 1.40. 0.05. PRIJS DER ADVERTENTIËN Van 1-6 regels f 1.05. Iedere regel meer f 0.17£. Grootere letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad wordt f 0.05 berekend. Officieel© Kennisgevingen. DRAlVttWET. Burgemeester en Wcthoudora van Leidnn breügen ter algemeen© kennis, dat door LA.MBERTUS AB- NOLDUS CORTON on PIETER VAN DER WESTEN, beiden wonende albier, verzoekschriften zijn iDgediend om vergunning voorj den kleinhandel in sterken drank, respectievelijk in de perceelen Vrouweeteeg No. 7 en Clarensteeg No. 36. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Loiden, F. WAS. Burgemeester. 92 April 1896. E. KIST, Secretaris. Leiden, 23 April. Heeft do Israëlietische gemeente voor eenige Jaren feest gevierd betreffende de 50-jarige ambtsvervulling door wylen den eerw. heer R. M. Beuth als voorzanger van genoemde gemeente, thans heeft dezelfde gemeente op 1 Mei a. s. wederom een jubilaris in haar midden. Dan toch zal de eerw. heer M. Van Wesel, leeraar en godsdienstonderwijzer, 40 jaren zyn diensten aan genoemde gemeente hebben bewezen. Dat die dag niet onopge merkt zal voorbygaan, wordt reeds bevestigd door oud leerlingen en gemeente leden van den jubilaris. In een stampvolle vergadering van het Leidsch Studentencorps is gisteravond onder levendige en langdurige toejuiching met al- gemoone stemmen besloten, het Indologisch Studentencorps te Delft als bevriend corps te erkennen. Het corpsbesluit luidt in zijn geheel als volgt „Het Leidsch Studentencorps, in zijn ver gadering van 22 April 1896, „kennis nemende van het verzoek van den Senaat van het Indologisch Studentencorps tot erkenning van dat Corps, vervat in zijn schrijven van 6 Februari 1896, „op voorstel vau het Collegium Civ. Acad. Lugd.-Bat. Supremum: „overwegende, dat het niet in beoordeeling wenscht te troden van de redenen van het uittreden der Indologische leden uit het Delftsch Studentencorps, doch ze betreurt, „dat het onderwijs aan de Indische Instel ling te Delft, als zijnde onder meer geheel overeenkomstig met het onderwijs, vermeld in art. 43 sub no. 2 litt. a en b en sub no. 5 lit. c der wet op het hooger onderwijs, zon der eenigen twijfel geacht moet worden zoo wol naar zijn aard als, blijkens art. 1 dier wet, naar zyn strekking te behooren tot het hooger onderwijs, ook al is die Instelling niet uitdrukkelijk tot inrichting van hooger onderwijs verklaard, „dat mitsdien niet alleen geen enkele reden bostaat om het Indologisch Studentencorps niet als gelijke te erkennen, maar het zelfs op prijs gesteld mag worden vriendschaps betrekkingen met dat Corps aan te gaan, wegens de verwantschap van het onderwijs leidende tot den Indischen met dat leidende tot den Nedcrlandschen staatsdienst, en voorts wegens de wenschelijkheid van een band tusschen de aanstaande Indische ambtenaren studeerende aan de Leidsche Eoogeschool en die studeerende aan de Indische Instelling: „beschikkende op voormeld verzoek van den Senaat: '8 Zondags was hij altijd de gast van een handelsvriend, den bankier van zijn vader. Daar was ook een dochter, zooals hij schreef, maar zij beviel hem niet, zij was een echte groote-stad-plant, die met hem scheen te sollen. Ongeveer twee maanden lang had by altyd teeder en geregeld geschreven. Toen bleven de brieven eensklaps uit precies als die van Gustaaf Moldenhauer. Gabriella weende nachten achtereen; zij zag altyd den molenvliet voor zich. En nochtans schreef zy hom, precies als Rosa, telkens weer. Haar eenige verstrooiing in dezen droevigen tyd waren de bezoeken van den heer Pfeiffer, die nu en dan kwam, en met vriondelyken blik door de geopende deur in Gabrielles kamertjo keek. Op zekeren dag gaf hy ook weer eens uitdrukking aan zijn misnoegdheid over Gustaaf Moldenhauer. Een deugniet I Altyd eeu deugniet geweest I Anton Jost is dat niet maar de jongen hangt te zeer aan zyn moedor en aan haargeldzak. Dat was nu wel niet aardig van den heer Pfeiffer, die met zyn scherpen blik al lang moest hebben gezieD, hoe het tusschen haar en Anton Jost stond. Zij was biy, dat de heer Pfeiffer altyd van de fabriek kwam, een halve myi ver, om zyn postzegels persooniyk „besluit hot Indologisch Studentencorps als bevriend corps te erkennen, en biedt het onder verzekering zyner gevoelens van sympathie en toegenegenheid zyn beste wenschen aan voor de toekomst en voor de wederzijdsche relatiën." De Staatscourant van heden bevat de statuten van de volgende vereeniging, als rechtspersoon erkend krachtens de wet van 22 April 1855 (Stsbl. 32): De vereeniging van huiseigenaren, genaamd „Verhuurdersbond van huiseigenaren van Leiden en Omstreken." Haar doel is de handhaving en verbetering van het volle genot van den eigendom van geheele perceelen of gedeelten daarvan, hoofd- zakelyk tegen de wanbetalingen en kwade praktyken van huurders. Zy tracht dit doel te bereikena. door vergaderingen te houden ter bespreking van de belangen der huiseige naren en zoo mogeiyk adviezen te geven b. door het houden van vergaderingen en het schrifteiyk indianen van verzoekschriften aan de bevoegde macht, om daardoor eena bewe ging in het leven te roepen ter verkryging eener verbeterde wetgeving, in zake de ge rechtelijke uitzettingen van nalatige huurders; c. door in het algemeen zoodanige onder werpen te behandelen en besprekingen te voeren, als mot het oog op het doel der ver eeniging op baar weg kan geacht worden te liggen. De vereeniging is aangevangen 1 Mei 1895, voor den tyd van 29 jaar en 8 maanden. Van hot 4de regiment infanterie komen by geneeskundige geschikt-bevinding door de Indische commissie voor eene 2-jarige deta cheering in aanmerking de 2de luits. J. Van Greuningen, C. Webb en G. B. Noothoven van Goor, eerstgenoemde te Gouda en laatst genoemden te Leiden in garnizoen. De ritmeester- T. E. M. Van Lilaar, van het 3de reg. huzaren te Leiden, is overge plaatst naar 's-Gravenhage; in verband bier mede wordt de nieuwbenoemde ritmeester H. L. A. Mathon belast met het commando over het depot-eskadron van het 3de reg. huzaren te Leiden. Aangenomen ia het beroep naar de Ned. Herv. gemeente te Haastrecht door ds. J. C. Pool, tydeiyk te Leiden. De hoogeerw. heer M. J. A. Lans, tot president van het groot seminarie te War mond benoemd, zal onder de plechtige Hoog mis, a. s. Zondag te 10 uren door hem in de parochiekerk van O. L. Vr. Visitatie te Schie dam op te dragen, van zyne gemeente afscheid nemen, waarna hij in het midden der week naar Warmond zal vertrekken. De nieuwbenoemde pastoor der parochie, de zeereerw. heer M. P. R. Droog, vertoefde gisteren eenigen tyd in de weiara door hem te betrokken pastorie. Tot sub regent van het Seminarie „Hage- veld" is door Z. D. H. den Bisschop van Haarlem benoemd de weleerw. zeergel. heer H. J. M. Taskin, praeceptor van het Seminarie. De heer Brouwer, opzichter by de gemeentewerken in Den Haag, is benoemd tot hoofdopzichter. Men schrijft nog uit Amsterdam van 21 April: te koopen. Maar zij had juist van hem oens een vriendeiyk woord over Anton verwacht. In plaats daarvan deze byna waarschuwende toespeling op Antons onafhankelykheid, die haar nog angstiger maakte! Op zekeren voormiddag kwam er een zeer dikke brief van Anton. Acb, hoe klopte heur het hart! Hy schreef teeder, schilderde haar zyn liefde, zyn verlangen. Hy kon haar, helaas, daarvan geen bewys geven, want zyn moeder gaf hem bedroefd weinig zakgeld. Of zy niet den moed bad, zyn moeder om drie honderd gulden voor hem to vragen Deze zou zich voor haar geneeren en stellig niet „neen" zeggen. Met het begin van het nieuwe kwartaal kon hy het bedrag weer terug betalen. Gabrielle weende van ontroering. Nog in hetzelfde uur zond zy hem haar spaarpen ningen. Tot zyn moeder had zy zich niet gewaagd, schreef zij: de heer Pftiffer had haar het geld verstrekt. Zy wilde den armen jongen niet beschamen. Hy antwoordde met een bombastisch gostelden dankbrief. En nu was zy weer gelukkig. Zy had hem haar liefde bewezen. Anton Jost herademde, toen hy den aan- geteekenden brief ontving. Hy was nameiyk niet als vertegenwoordiger der vaderlyke firma te Weenen, maar op bevel zyner moeder by een groeten wynhandelaar in betrekking. Zyn salaris was klein, maar naar de meening van mevrouw Jost groot genoeg, om subsidies geheel ovorbodig te maken. En daar de thuis zoo onder de plak gehouden Men moet zich terugdenken tot de dagen van het bezoek des Duitschen keizers, om zich een denkbeeld te vormen van het aantal menscheD, dat hedenmiddag te drie uren langs het Damrak en op don Dam was opeer ge hoopt, om de Koninginnen haar jaarlykschen „Joyeuse entréa" in Amsterdam te zien doen. Hoewel er hier en daar tusschen de menigte zich individuen bevonden, wien het geleerd was door het gesproken en geschreven woord op den Dam zelfs werden honderden strooi biljetten gratis uitgedeeld om de doorluch- tigo moeder en dochter, die hun nooit heb ben kwaad gedaan, te beleedigen, en dit dan ook door een schril gefluit trachtten te doen, deze wanklank werd onmiddellyk overstemd door do warme ovatie en de luide toejuichin gen, welke de duizenden, langs den weg ge schaard, haar brachten. De politie had goede maatregelen genomen, door den Dam van het Paleis tot de Beurs door agenten en huzaren zoodanig af te zet ten, dat een breede ryweg vopr den Konink- lyken stoet werd opengehouden. We hebben het eenmaal bijgewoond dat het gedrang hier zoo hevig was, dat de rytuigen zich stapvoets eon weg door de menigte moesten banen. Do stoet werd voorafgegaan door een vic toria, met twee paarden bespannen, waarin de nieuwe hoofdcommissaris van politie en de hoofdinspecteur van het voerwezen hadden plaats genomenhierop volgden tie burge meester in gesloten coupé, daarna een hof- rytuig, vervolgens het rytuig der Koninginnon, met twee paarden bespannen, en de rijtuigen van haar gevolg. Naast het rytuig der Koninginnen reed een ordonnans-officier. Aan den ingang van het Paleis werden de Koningisnen opgewacht door mevr. de wed. Hartson, „Dame du Palais,"-de commandanten van de stad en van de marinewerf, en jhr. Scborer, Commissaris der Koningin. Toen omstreeks halfvijf de jonge Koningin zich voor het bekende venster aan de linker zijde van het baikon plaatste, stonden wddra eenige honderden baar toe te juichen, waar door het tramverkeer wel eenige vertraging ondervond. De jongens hingen aan trossen in de groote lantaarnpalen, en moeders met kin deren op den arm wezen haar kroost op bet tengere jonge meisje, de laatste spruit uit het Huis van Oranje. Het ging daar humoristisch gemoedelyk toe en een paar voorstanders van de nieuwe wereldorde, die tegen deze hulde trachtten te protesteeren, kregen het een oogenblik leelyk te kwaad, waarby de vrouwen hun in scherpte van tong niet toegaven. De arrestaties, welk9 op het Damrak plaats haddon, geschiedden zonder eenig verzet. Deze werden uitgevoerd door rechercheurs, die in den laatsten tyd gewapend zyn met zooge naamde gummi-slangen, waarvoor men nogal ontzag schynt te hebben. Tot de gearresteerden behoort ook de be kende colporteur Bos, die eveneens met hot orgaan tegen hst ko: ingscbap „Amsterdam Vooruit" colporte.rde. Te zamen borg het poliliebureel een veertigtal arrestanten. De jonge man in de plotselinge ongewone vry- heid zyn jeugd eerst recht begon te genieten, was hy spoedig in geldverlegenheid geraakt. Om zich het voor zyn loven benoodigde geld te verschaffen, begon hy nu ook aan het Beursspel deel te nemen. De bediende van een bankier, met wien hy veel omging, had den jongen provinciaal geraden, aandeelen der electriciteits-maatschappy te koopen. Het stond zoo goed als vast, dat de Staat deze maatscbappy zou overnemen, en dan zouden de aandeelen geweldig stygen. Nu, Anton kccht wat hy konl Hy putte zyn geheele krediet voor dit doel uit en wachtte ongeduldig op de winst dezer finan- ciëelo operatie. Maar de aandeelen stegen niet; integendeel, zy daalden langzaam, en van het overnemen der maatscbappy door den Staat hoorde men niets. Intusschen was het voorjaar geworden. Anton had zyn schuld aan Gabrielle nog niet terugbetaald, maar had zich by anderen nog dieper in de schulden gestoken. Uit zyne Beursspeculaties voordeel te trekken kon alleen mogelyk worden, als de aandeelen der electricitoits-maatschappy met een plotselingen schok in de hoogte gingen, en daaraan weder was niet te denken, als de Staat de maat- schappy niet overnam. Anton wist geen raad meer. Eens ontmoette hy den naar hy meende toevallig in "Weenen aanwezigen heer Pfeiffer en verzocht dezon, hem geld te leenen. Pfeiffer weigerde evenwel beslist. Hy had geen reden, om zyn geld weg te werpen. Nu vielen den jongen man de schillen van de oogen; deze pedante gek was nooit zyn dienstdoende brigadier onderdrukte, naar men aan het „Volksdagblad" meedeelt, elke poging van de aanwezige agenten om hen te bru- taliseeren. By hot arresteeren van Reens drong het volk, wellicht meer uit nieuwsgierigheid, eenigszins op, waarop een paar agenten de sabel trokken, waardoor zy ruim baan erlangden. Alle arrestanten werden in 't politie- bureel aan de Oudebrug onder dak gebracht en omstreeks vier uren weder uit de hechtenis ontslagen. In de straten, welke op den Dam uitloopen, en waar hui3 aan huis de driekleur in het zonlicht schitterde, was een vrooiyk gedrang van wandelaars, van heeren en dames, moeders met hare kinderen en hoogere-bupger-scholieren, met'oranjelinten getooid. Men schryft verder uit Amsterdam van 22 April De audiëntie voor militaire en particuliere autoriteiten, welke heden ten Paleize werd gehouden, was zeer druk bezocht. Onophoudelyk reden aan do achterzyde van het Paleis, tal van rytuigen voor, waaruit de dignitariseen stapten, die de Koningin-Regen tes in do hoofdstad wilden verwelkomen. Vele officieren van hoogen en lagen rang begaven er zich ook te voet heen en werden natuur lijk met veel belangstelling aangestaard. Toen de gemeenteraad zyne opwachting by de Regentes kwam maken, sprak d9 burge meester, volgens het „Hbl.", zyne vreugde uit over do komst der Koninginnen. Hij wees er verder op, dat Amsterdam geen ongunstig jaar heeft gehad en dat verschillende onder nemingen goede resultaten hebben opgeleverd. Door de stichting van twee nieuwe museums werden de belangen van kunsten on weten schappen bevorderd, en met het oog op de ontwikkeling der stad verheugde de gemeente zich over de tot stand gekomen uitbreiding. Hierop beeft de Regentes geantwoord, dat zy zich over het welslagen der ondernemingen verheugde, en met belangstelling heeft zy de uitbreiding gevolgd. De museums hoopte de Regentes met hare dochter te bezichtigen, en dankbaar was zy voor de bewezen hulde by hare komst in de hoofdstad. Ten slotte sprak zy het vertrouwen uit, dat de arbeid van den Raad bevorderlyk zou zyn voor de ontwik keling van Amsterdam. De jonge Koningin had inmiddels voor het bekende venster plaats genomen en vermaakte zich met schetsen te vervaardigen van de tal ryke menschengroepen, welke zich nu en dan op den Dam vormden. Soms was de geheele ruimte tusschen de door een sterke politiemacht afgezette „kleine steentjes" en het monument met een compacte menschenmassa gevuld. Omstreeks halftwaalf kwam uit de Kal ver straat, het volkslied zingende, een stoet, ge vormd door een paar honderd leerlingen vau de H. B.-S. aan de "Weteringschans, op den Dam en bracht eon frissche jooge;:S ovatie aan de jonge Koningin, die herhaalde malen boog en knikte en by het geestdriftig petten en hoederigezwaai der Hoogere Burgers ze met de hand toewuifde. Reeds van 12 uren af stonden dichte ryen schuldeischer geweest. De bewuste driehonderd gulden waren van Gabrielle zelve af komstig En hy had de arme sedert weken weer met geschreven 1 Kon hy maar een uitweg viüden, althans uit den nood van het oogenblik I Hem drukten verplichtingen, die zich niet meer lieten uit stellen. Zyn moeder durfde hy zeer zeker niet vragen. Hoe zou dat eindigen? Gabrielle had op baar drie laatste brieven geen antwoord ontvangen. Geen dag, geen uur ging voorby, of zy dacht aan de arme Rosa. In Brauneck begon het langzamerhand levendig te worden. De eerste toeristen arri veerden; op het postkantoor werd het drukker. Het brievenpakket werd dagelyks dikker, ook kwamen er nu telegrammen. Op zekeren dag kwam de heer Pfeiffer weer; hy was te Weenen geweest en ver telde haar, wat hy van Anton wist: dat deze zich in Beurszaken gewikkeld had en op overneming van do electricitoits-maat- scbappy wachtte. Als deze niet kwam, kon het leelyk voor hem afloopen. Gabrielle was wel is waar zeer onwetend in al zulke dingen, maar toch gevoelde zy zich verlicht. Anton was dus niet in den gewonen zin lichtzinnig. Hy speculeerde aan de Beurs, stellig om zich zoo spoedig mogelyk onafbankeiyk te maken van de genade zijner moeder. Dat deed hy toch in den grond der zaak voor haar, voor Gabrielle I En in den maalstroom der Beursspeculaties vergat hy zeker ook haar te schryven. nieuwsgierigen „en haie" langs den weg ge schaard, die door de koninklyke rijtuigen op den grooten rytoer zou gevolgd worden. De aucijntie was echter eerst te halfvier afgeloopen en Is door 1100 personen bezocht De rytoer werd door prachtig weder bc- gunstigd. HH. MM. zyn te vier uren uitge reden en keerden te halfzes terug. Langs den geheelen weg stonden duizenden geschaard. Er heerschte veel geestdrift. In de 's-Gravenzandestraat buiten de Mui- derpoort word een oogenblik stilgehouden. Daar werd H. M. de Koningin voor het in aanbouw zynde gasthuis der R.-K. zieken verpleging door den jongsten werkman, een metselaarsjongen, genaamd Hendrik Kruimer, begeleid door den bouwmeester den heer A. C. Bleys en den aannemer den heer J. H. Yan Groenendael, hulde gebracht door het aan bieden van een ruiker met lint in de Amster- damsche kleuren, waarop stond: „De werk lieden van den Gasthuisbouw der R.-K. Zie kenverpleging." Tevens werd H. M., onder een korte toe spraak van den bouwmeester, een teekening van het Gasthuis aangeboden. De Nederlandsche en Amsterdamsche vlag gen wapperden langs het bouwterrein, waar directie en werklieden stonden gc-schaard. Slechts één wanklank werd gehoord toen men door de Sarphatistraat reed, wsDt de werklieden der diamantslyperyen op de Roe- tersgracht waren voor de ramen saamge- stroomd en Ü9ten in stede van gejuich gefluit hooren. By het passeeren van het Kinderziekenhuis in de Sarphatistraat wuifden de herstellende kleinen, die met de verpleegstc-rs achter de benedenramen stonden, de Vorstinnen met vlaggetjes in de hand toe; voor andere ramen bonedon waren enkele kleinen op bedden gelegd, zoodat zy het voorbygaan van den Vorstelijken stoet konden zien. Deze rytoer door een groot gedeelte van Amsterdam was in den waren zin des woords een zegetocht goweest. Donderdag-middag zullen de bei Je Koning innen een watertocht en weer een ryto.r door de stad doen. Op last van H. M. de Koningin-Regentes zal de Schuttery-muziek zich zoowel bij de raoüt ten Paltizo op Donderdag avond als bij het diner op Zaterdag doen hooren. De oerewacht voor het Paleis wordt Donder dag betrokken door manschappen van het 7de regiment infanterio onder bevel van den kapitein De Jongh van Lier. Het diner ten Hove bestond gisteravond uit 32 couverts. Behalve de dageiykscho gasten, zaten aan de leden van Gedeputeerde Staten van Noord-Holland, alsmede de griffier der Staten. Vrydag-avond, wanneer do Koningin-Regen tes den schouwburg zal bezoeken, zal worden opgevoerd „Denise" van Dumas fils, vertaling van C. B. H. Spoor. De 2de luits. A. A. Van Mourik en K. Koning, van het 7de reg. inf., komor. in aanmerking voor een tweejarige detachooring naar Indië. Zy beefde nu voor hem. Zy doorzocht de bladen, om te zien, hoe het met ae elec triciteits-maatschappy stond. Nu kwamen er ook weer eens eenige vriendelijke woorden van Anton, wel wat vluchtig, maar zy ver ontschuldigde hem gaarne. Dan weer hoorde zy in langen, langen tyd niets van hem. En nu eindeiyk! Een zware, dicht be schreven brief. Anton schreef weer heel lief, sprak van zyn liefde, van de toekomst. Ook schreef by hoe eerlyk van zyn Beurs zaken, verklaarde haar, wat Pfeiffer haar reeds medegedeeld had, en eindigde met een voorstel. "Wilde zy bem niet haar spaar penningen toevertrouwen? Hy wist, dat zy nog iets had. Binnen zeer korten tyd zou het kapitaal vertienvoudigd zyn de over neming der maaischappy door don Staat en bygevolg een enorme styging van don koers kon niet uiibiy ven. De beslissing in deze zaak was door een reis van den minister ver traagd. Zy zou echter spoedig, uiterst don eersten van de volgende maand, vallen. Hy was zeker van zyn zaak, de goede jongen. Gabrielle weende; wat moest zy beginnen? Zy had hem reeds haar spaarpenningen ge geven, echter zonder dat hy hot wist. Het was haar onmogelyk, geld te krygen, en Anton moest haar nu voor wantrouwend houden. (Slot volgt.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1896 | | pagina 1